i mam Si mm. PLAATSELIJK NIEUWS EEN OUDERAVOND IN DE U.L.O.-SCHOOL TE NOORDSCHARWOUDE. In de u.l.o.-school werd een ouderavond ge houden, waarin o.a. de vacantieregeling besproken werd Na atloop der vergadering maakte men ge bruik van de gelegenheid om üe prachtige verza meling natuurkundige instrumenten in oogenschouw te nemen. Hoofdschotel was de lezing van den Heer Jan- somus, hoofd der u.l.o.-school. In haar geheel luidt deze lezing als volgt: iDames en Heeren, Het afgeloopen jaar is in 't algemeen niet gun stig geweest voor het onderwijs. Ook onze u.l.o.- school heeft de nadeelige gevolgen ondervonden van de bezuinigingswoede. De vernooging van het aantal leerlingen per onderwijzer is nadeelig ge weest. Had men vroeger met 19 leerlingen recht op een tweede leerkracht en met 25 op een derde, thans moeten er 41 leerlingen zijn om een derde leerkracht te krijgen. Nu kan men wel beweren, dat het aantal leerlingen per onderwijzer dan nog gering is en men denkt dan onwillekeurig aan de lagere school, vooral in vroegeren tijd, maar de u.l.o.-school heeft daar niets mee te maken. Zij is iets geheel zelfstandigs, heeft haar eigen eischen en haar eigen doeleinden. Hoewel het dus te be treuren is, dat wij ie derde leerkracht nog met heb Den, behoeven wij de hoop daarop nog niet op te geven, net aantal leerlingen bedraagt 37, voor een plattelands-uloschool al een aardig getal. Nu de economiscne toestanden zich verDeterd hebben zullen er wellicht meer ouders zijn, die hun kinde ren nog een paar jaar onderwijs zullen laten ge- niecen na de volbrenging van het 6e leerjaar. ik wensch hier nog even bij stil te staan. Er schijnen ouders te zijn, die bijzonder veel gewicht hechten aan het 7e leerjaar, doorgebracht op de Lagere School. Maar is het hun wel bekend, dat op oe meeste scholen het kind dan onderwijs ont vangt met klasse 5 en 6 samen, in welk geval 3 klassen aan een onderwijzer zijn toevertrouwd. Ook worden de ouders wel eens afgeschrikt door „het klein beetje" Duitsch en Engelsch, dat men in een of twee jaar op de u.l.o.-scnool zou kunnen leeren. Men denkt er niet aan, dat ook met de an dere vakken wordt doorgegaan, trouwens, de fun damenten worden gelegd en, mocht men er veel van vergeten, wanneer men later de studie voort zet, komt veel weer te voorschijn uit het onder bewustzijn. Het ontbreken van een derde leerkracht aan onze school heeft er toe geleid, dat de eerste en de tweede klasse gedeeltelijk gecombineerd wor den. Is dit voor de onderwijzers al lastig, voor de kinderen is 't in 't algemeen geen voordeel. Maar met wat goeden wil worden ook hier vele bezwaren overwonnen. De zelfwerkzaamheid wordt er door bevorderd. In dit verband wil ik even herinneren aan een bezoek, dat ik onlangs bracht aan een kennis te Amsterdam. Zijn jongetje van dertien jaar bezocht het Lyceum, de school der deftigheid, een prachtschool, waar knappe mannen, topzwaai van geleerdheid, de kinderen onderwijs geven. Ik vroeg het jongetje welke boeken het gebruikte voor Duitsch. Het bleken dezeltde te zijn, die wij hebben. En nu mocht ik wel eens weten, ol men juist in Amsterdam wonen moet om Duitsch te leeren. De onderwijzers kunnen het niet doen voor het kmd, zij kunnen alleen leiding geven, het kind moet zélf leeren. En dan moet men het niet te veel het pad effenen. In het latere leven zal het ook dikwijls moeilijkheden moeten leeren overwinnen, het zal zich in het vervelende moeten leeren schikken en het minder aangename voor lief moeten nemen. Dezen zomer zullen eenige leerlingen onzer school zich aan het examen onderwerpen. Het schriftelijke gedeelte wordt afgenomen in Alkmaar het mondelinge in Amsterdam. Het is U misschien bekend, dat net examen behalve de gewone vak ken, minstens over 3 der vakken Fransch, Duitsch, Engelsch, Wiskunde en Boekhouden gaat. Dat niet alle leerlingen der derde klasse aan dat exa men zullen deelnemen, strekt hun niet tot schande en de onderwijzers evenmin. In drie jaar moet een groote hoeveelheid leerstof worden verwerkt. Maar op andere scholen is dat al evenzoo. De school opziener Dun te Alkmaar, die onlangs te De. CARTOUCHE EN ZIJN „AANHANGERS" (1721). (Vervolg). Zonderling niet waar, deze man, wien men toeschreef, dat hij over geheel Frankrijk een organisatie ineenzette, had als illus;e om van Parijschen dief te wonden roover op de groote landwegen, een beroep, dat ongetwijfeld meei stoutmoedigheid vereischte, maar minder tact en minder voorzichtigheid. Evenzeer als dan ook tusschen de politieorganisaties naijver heersChte, zagen de groote straatroovers. als zij naar Parijs kwamen, met een zekere min achting op Cartouche en de zijnen neer, wat ter dezen weer toe leidde om hen in het nauw te brengen. Zoo hebben zij een dezer bestolen <bp klaarlichten dag, op de Place Royale; ter wijl de bestolene, heel goed begrijpende, wie hem deze streek geleverd hadden, uit wraak de brutaliteit beging om hen... aan te geven. Hij Ideed 'dit echter onder het voorwendsel Officier te zijn. De klager verscheen natuurlijk niet meer toen eenmaal de instructie begonnen was, en dit heeft zelfs den geschiedschrijver aanleiding gegeven om de meening te opperen, dat ook onder de officieren de angst voor Car touche zoodanig was verspreid, dat zij een klacht in zijn bijzijn zelfs niet durfden handha ven! Wat een bewijs mag heeten hoe de ge- lschiedenis, speciaal ten opzichte van Cartou Iche, maai ook in het algemeen gemaakt en geschreven wordt. Misschien zo ualles jaren goad zijn gegaan. Cartouche jaren achtereen zijn heilloos bedrijf 'hebben kunnen .uitoefenen, ware het niet, dat 'hij en ide zijnen, door de politieautoriteiten Steeds meer in het nauw gedreven, hun toe- B'eemster een réde uitsprak over het u.l.o., con stateerde, dat pCt. van hen, die toegelaten wér den tot de Hoogere Burgerschool, zonder één keer zitten te blijven de eindpaal bereikten. - De leerstof is, zooals zoo j>as is opgemerkt, ta melijk uitgebreid. Trouwens dit is over 't algemeen zoo voor alle u.l.o.-scholen. De wet heeft het ge ven van onderwijs in de Fransche taal op de lagere school verboden. Vroeger begon men daar al mee in de 5e klasse op vele stadsscholen. Daardoor] kwamen de leerlingen al met eenige kennis van 't Fransch op de u.l.o.-school. Kregen ze daar nog 3 jaar Fransch, dan kwamen ze wèlbeslagen ten ijs, als ze zich voor het examen aanmeldden. Er is door de u.l.o.-vereeniging een commissie ingesteld om de gevolgen van de afschaffing van 't Fransch op de Lagere School in een rapport samen te vatten. Bij monde van den heer K- v. d. Kooi, hoofd der Christelijke U.L.O'. te Apeldoorn en broer van ons vroeger hoofd der Christelijke School verklaart die commissie: 1. Om zonder Fransch op de Lagere School voor dit vak eenig resultaat te bereiken, dat voor het leven eenige waarde heeft is 3 jaar on voldoende gebleken. 2. Wanneer men leerlingen, afkomstig van scholen met een gewoon leerplan, dus van de volksschool zonder Fransch, vergelijkt met die welke daar al twee jaar Fransch gehad hebben, constateert men als regel: a. een onvoldoende aan grammatische, d. i. taalkundige, kennis voor het aanleeren van vreemde talen, in het bijzonder Fransch en Duitsch. b. een tekort aan vaardigheid en inzicht in het bewerken van rekenkundige vormen, eveneens in het oplossen van eenvoudige vraagstukjes. Daaron der lijden de vakken wiskunde, natuurkunde en handelskennis. c. deze leerlingen zijn als regel, totaal onge schoold in het zelfstandig maken van eenig huis werk, op de u.l.o.-school een onverbiddelijke eisch. Het vak Fransch op onze u.l.o.-school mag wel eens onder de. oogen worden gezien. Om toegelaten te worden aan de kweekschool moet men dit jaar voor het eerst ook examen doen in de Fransche taal Hoe zwaar die eischen zijn weet ik niet, maar het komt mij wenschelijk voor, dat de ou ders, die van plan zijn hun kinderen naar de kweekschool te zenden, voorloopig althans, zelf voor 't onderwijs in 't Fransch zorgen. Tenzij men de 3-jarige cursus in een 4-jarige verandert lijkt mij dit de beste oplossing. Ook voor onze school moet men zich houden aan de spreuk: Niet het vele is goed, maar het goede is veel. Tweede Kamer ONZE AUTOBUSSEN. Bij de behandeling van Hoofdstuk IX (De partement van Waterstaat) der Sjtiaatsbegroo- ting, bracht de heer Brautigam oirue autobussen ter sprake. Omtrent deze rede vinden wij in „De Han delingen" het volgende vermeld: De heer Brautigam: Mijnheer de Voorzitter 1 In 'het Voorloopig Verslag is gevraagd, of het •niet mogelijk zou zijn om verschillende maatre gelen van oontröle in het leven te roepen be treffende de autobussen, maar om deze vraag wordt in Ide Memorie van Antwoord eerst wat heen gezeild en dan wordt gezegd, dat' het ordeel van (de provinciale besturen is gevraagd, maar voor tie rest wordt a\og niet veel hoop gegeven, dat aan het geopperde denkbeeld uit voering zal worden gegeven. Echter staat er wel in (de Memorie van Antwoord één zin, die mij toch wel eenigermate verontrust omtrent het gevoelen', (dat bij den Minister schijnt te be staan ten opzichte van de autobussen. Er staat namelijk „In allen gevalle schijnt op den voorgrond he moeten komen de vraag, of autobussen, hoe nuttig fzij ook als aan- en afvoermkidel van spoor- en tramwegen en voor afgezon derd liggende plaatsen kunnen zijn, niettemin behooren te worden geweerd, voor zoover zij als schadelijke medeciingers tegen spoor- en tramwegen optreden." Mijnheer tie Voorzitter! Ik geloof, dat dege ne, die zoo redeneert, de ontwikkeling der vlucht wel moesten nemen tot moorden. Het aantal personen dat hem langzamerhand van uiterlijk kende, werd te groot, vooral wannéér men bedenkt, dat Parijs een heel wat kleinere stad was dan tegenwoordig. Zoo. werden ach tereenvolgens een aantal mooroen gesigna leerd, op de laagharrigste wijze begaan, bij welke mgen onmiddellijk aan Cartouche en zijn bende dacht. Men volgde het meer en meer gebruikelijke middel om. een prijs te stelten op het hoofd van dengene, dren men de voornaam ste in |de bende dacht. Daardoor verspreidde men wantrouwen tusschen de misdadigers on derling, en geen beter middel natuurlijk om .htm krachten te verzwakken. Bekend is het, dat zij een der hunnen, die in de Garde dien de, en die door zijn veelvuldige uithuizigheid argwaan nad gewekt bij het meisje, waarmede hij regelmatig verkeerde en dat van zijne slechte handelingen niets afwist in een z.n. stillen krijgsraad 'ter dood veroordeelden en dit vonnis op de allergemeenste wijze voltrok ken. Hex feit heeft zich ook voorgedaan, dat een reiziger, voorzien van een groote som geld, te Parijs bij zijn aankomst door 'de politie werd aamgehouden; hem werd gevraagd alles af te geven wat hij had. Hij 'toomde toen een blief hem door leen z.m. vriend meegegeven om aan een ander ite overhandigen; toen men dezen brief opende, 'bleek hij als inhoud te bevatten den order, dat men den man zelf zoo spoedig mogelijk zo tuidooden en van zijn bezit ontaoen. Hier had 'inderdaad een handlanger van Car touche, in de stad van afkomst van den ïeizgler woonachtig, de hand in het spel gehad; en men had op die wijze gehoopt een groote som geld binnen te krijgen. Want, 'het js waar, dat Cartouche, al 'beschikte hij niet over een wer kelijke organisatie ove rgeheel Frankrijk, toc'h wel vrienden had in verschillende steden, die hem waarschuwden', wanneer er rijke buit viel dingen verkeerd ziet. Het valt tóch' m.i. niet té ontkennen, dat tie autotractie een groote om wenteling teweegbrengt en gaandeweg aan het teweegbrengen is in het vervoerwezen, ja, dat ■die autotractie voorbestemd is een zeer groott rol in hec vervoerwezen te vervullen. Nu heb ben wij in den vorm van autocratie ook gekre gen Ide autobussen. Ik geef toe, dat op tiet oogenblik op tiit gebied een chaotische toe stam bestaat, maar 'toch meen ik, dat dit bedrijf op een zeer gezonnen grondslag zich zal kunnen ontwikkelen. Er is een zeer snelle ontwikke ling op 'te merken van het gebruik van de auto bussen in ons land. Zijn mijn inlichtingen juist, dan 'kan nu reeicifis worden aangewezen het be staan van 800 autobusoniernemingen, natuur lijk over het algemeen zeer kLine vete uoen het misschien met eén voertuig maar een 800 ondernemingen zijn er zeer zeker, onder nemingen, die op zeer gebrekkige wijze vaak eieii dienst onderhouden en dat vaak mei zeer gebrekkig materieel aocn, slechte wa gens, slechte motoren, waaruit allerlei ongeluk ken ontstaan, waarbij dan nog Komt, dat over het algemeen het personeel van deze autobus sen. wat bekwaamheid betreft, vaaK van een aard is, dat daardoor de veiligheid zeer yi ge vaar 'komt, terwijl ook de langdurige arbeid, uien zij tot nog roe hebben moeten dragen, üte veiligheid niet bevordert, maar integendeel zeer twijfelachtig doet zijn. Het is niet mijn bedoeling op dit oogenblik te spreken over den arbeidstijd van het perso neel van de autobussen. Ik ben voornemens dat te doen bij hoofdstuk X, maar ik mag toch wel met ieen enkel woord aangeven, 'dat er ar beidstijden voorkomen van 18 uur per etmaal, en dat arbeidstijden van 14 en 15 uur per etmaal en van 90 uur per week geen uitzonde ring ,maar 'vaak regel zijn. Men mag zich af vragen, of een Chauffeur, die zulk ©en werk tijd heeft, ten slotte op veilige wijze den dienst kan uitoefenen. Maar ook van de overigens noodige eischen, aan het personeel te' stelten, is geen sprake. Het is voorgekomen, dat op een autobus als Chauffeur iemand dienst deed, die lijdende was aan zenuwtoevallen. Dat er verder onder de Chaufefurs velen zijn, die slecht van gezicht of van gehoor zijn, is een bekend feit. Het zou voor de hand liggen, het personeel', dat op een dergelijk vervoermiddel dienst doet, aan leen keuring te .onderwerpen, gelijk het geval is toet het personeel, in dienst bij de spoor wegen. Ook van begrenzing van den leeftijd voor Chauffeur, is geen sprake; men komt zelfs chauffeurs van 18 jaar tegen. Van technische bekwaamheid en van goed kunnen behamuekn van den motor en van het voertuig evenmin. Het is m.i. dringend noodzakelijk, dat wette lijke maatregelen worden getroffen, houdende eischen voor ihet voertuig, voor den motor en voor het personeel, waaraoor althans de veilig heid van het verkeer gewaarborgd zou worden. Zooals de toestand nu is, is daarvan geen spra ke. Ik weet wel, dat .daarvoor een en ander zal trienen te geschieden. Het is mij bekend, da. de autobussen, izooals in de stukken ook staat, tweeleirig aan wettelijke voorschriften onderhe vig zijn: vooreerst aan die van de Motpr- en RijwielWet en in de tweede plaats aan die van de wet op de openbare middelen van vervoer, maar beide wett en gev en mijns inziens onvol- .doende middelen aan de haiod om tot behoor lijke waarborgen te kunnen komen, noouig om het bedrijf tot goede ontwikkeling te o-cn ko men en het werkelijk ten dienste van het pu bliek te doen strekken. Er is wel een herzie ning van Motor- en Rijwielwet aanhangig, maar ook hetgeen daarin wordt voorgesteld, is niet van voldoenden aard om te komen tot hetgeen ik zou wenschen. Er wordt nu gezegd, dat de autobus in geen geval zal kunnen worden toegelaten als mede te behalen. Die waarschuwing op zichzelve ge schiedde ook ïiiet om niet, en de briefschrijver zou ongetwijfeld een niet onbelangrijk aandeel van het geld, bij den koopman aanwezig, heb ben gekregen. Hem kon men natuurlijk on middellijk arresteeren, maar Cartouche en de zijeon bleven buiten schot, toen zij onraad be merkten. In deze zelfde tijden is 'het inderdaad voorge komen, dat Cartouche op een buitengewoon ge lukkige wijze wist te ontsnappen. Het is ge beurd, idat hij, zich in een huis bevindend, dc waarschuwing ontving, jdat een onderschout met een viertal Idienaren voor de deur was. Car touche ging toen onmiddellijk naar beneden, verborg zich in een donker hok. De onder schout ging met twee zijner dienaren naar bo ven, doch plaatste de twee anderen op post voor de deur, opdat Cartouche niet kom ont snappen. Toen hij evenwel het hok was voor bijgegaan, ging Cartouche doodkalm naar be neden en trad, zich voorgevend als iemand die pas uit Idien slaap komt, naar buiten, een praatje makend met Ide beide achtergebleven politie agenten, die hem heel nuchter vroegen of de onderschout Cartouche reeds te pakken had. Maar hij antwoordde, dat deze op de bovenste verdieping huisde, ten njet anders dan over het idak kon ontkomen, en ging kalm zijns weegs. Een andermaal leende hij van een zijnei gezellen, die met hem in het plotseling over rompelde huis aanwezig was, een rooden rok en blonde pruik en hoed; hij vermomde zich zoo goed en kwaad als het ging en ging rustig de reeds bewaakte deur uit. Nu was aan de politiedienaren Cartouche 'beschreven als een man met ,een blauwen rok en pikzwarte prui'k en zij lieten hem dus passeerem. Weer een an der verhaal wil, dat op het oogenblik, dat te midden van een groote volksmenigte, aoor een der justitieele ambtenaren Cartouohe's naam, dinger van 'spoor- en tramwegen. Ik' zou het andersom willen stellen: ik geloof, dat wan neer de spoorweg- en de tramwegondernemin- gen in 'Nederland zich op.de exploitatie van de autobus 'hadden willen toespitsen en daar toe met elkander in overleg' waren getreden en goede diensten in het leven hadden willen roepen, wij nooit tot den chaotischen toestand zouden zijn gekomen, dien wij nu aanschouwen. Er is hier van den kant van de spoorweg- en de tramwegondernemingen veel verwaarloosd, maar men 'mag toch ook hiervoor oog hebben, dat, wanneer men zou willen komen tot de onderstelling, dat de autobus er 25 jaar ge leden gekomen was, de tramwegen daarnaast niet tot ontwikkeling hadden kunnen komen. Want men zal moeten toegeven, dat de auto bus, bij goede exploitatie, met goede voertuigen een veel beter verkeersmiddel is dan de tram, ook voor ide groote steden. Als men bijv. het autobusverkeer ziet in Londen, zal' men tot de overtuiging komen, dat de autobus voor een groote stad een veel beter verkeersmiddel is, dan een electnsche tram en daarom werd tik ook zoo getroffen door de aangehaalde zin snede. Ten slotte wil ik toegeven, dat, alb de auto bus tot ontwikkeling komt en op onze wegen wordt toegelaten, zij ook zal' moeten bijdragen in tie 'kosten van tien weg, evengoed als de tramwegen. Het is alleen de vraag, op welke Wijze idat moet geschieden. Voor zoover het geen Rijkswegen betreft, moeten de autobus sen toch al bijdragen in den vorm van tolgeld, maar dat is niet de meest gewenschte vorm. Ik fepreek den wensch uit, dat de Minister de groo - te mogelijkheden, die de autobus in het vervoer van personen biedt, wel in het oog zal willen !houden, en door het treffen van maatregelen-, .welke in het belang van de veiligheid van de passagiers en ook van de andere personen en voertuigen op tien weg zijn, het autobusverk'eer tot goede ontwikkeling zal trachten te brengen. .KUIT 'DEN OMTREK HEERHUGOWAARD. Door onze eerste auto-onderneming van de heeren Rus en Zomer zijn weer aanmerkelijke verbeteringen in den dienst aangebracht, door dien de bus in 't vervolg het station Alkmaar tot eind- en beginpunt der reis heeft. Boven dien is de idienst zoodanig uitgebreid, dat 8 maal per dag visa versa wordt gereden in ver band met den treinenloop te Alkmaar. Dirie dezer diensten worden ook op Zondag gereden benevens nog een extra dienst op Zondagavond en een extra-'dienst op Zaterdagmorgen. Met dezie dianstuitbreidiing is tevens ingetreden een lager tarief, terwijl mede retour- en abonnee mentslkaarten verkrijgbaar gesteld zijn. HEERHUGOWAARD. Die herijk voor maten en gewichten is vopr onze gemeente vastgesteld op 15 en 16 April. Bij dergelijke gelegenheden bewijst ons oud raadhuis nog steeds goede diensten; eveneens voor zittingsdagen. KOEDIJK. In tie gehouden ouder-avond in een der schoollokalen waren aanwezig 70 personen, Breedvoerige besprekingen werden gehouden over ide verslechtering van het openbaar onder wijs. Besloten werd om de commissie van actie 'tegen de verslechtering van het onderwijs te Steunen, en waar dit noodig is, zal de ouder, commissie en ide commissie van toezicht op 'het lager onderwijs in onze gemeente propa ganda voeren tegen de verslechtering. Het overige gedeelte van den avond was gewijld aan het uitbrengen van rapporten der leerlingen, die allen een gunstigen indruk braakten. als destijds gebruikelijk was, werd afgelezen onder tromgerofefl, wijl op zijn hoofd een groote prijs was gesteld, in eens een stem uit de menigte 'klonk, idie riep: wilt gij Cartouche, hier is bijl Zonder dat men daarbij kon vast stellen, of ;hij het werkelijk was geweest dan wel dat een grappenmaker zich ten koste der justitie en politie vermaakte. Meer authentiek is het verhaal van zijn inbraak bij de hertogin de Bouflers, ide weduwe van dein bekenden maarschalk, welke hij dwong een souper voor hem te laten komen en zijn rustigen slaap te bewaken, en die hij daarna, zonder 'baar voor iets te bestelen, verliet. De verschrikte. vro,uw heeft zich zijner aangetrokken, 'toen hij eenmaal in hechtenis werd genomen, en heeft, als een. goede Christin, gedaan wat zij kon om hem er toe te bewegen een volledige bekentenis af te leggen, waardoor hij voor zijn heengaan de absolutie zoiu verkrijgen 1 Het net om Cartouche en zijn vrienden werd al nauwer en nauwer aangetrokken. Zóó nauw .''zelfs, dat hij het veilig achtte om het Parijsche plaveisel voor een tijd te verlaten. Waar hij 'toen is heengegaan, staat niet geheel vast. Somniig everhalen zien hem in Engeland, en laten hem 'zelfs in samenwerking met Jack Shephard optreden. Andere, meer authehtteke verhalen doen hem te Meaux aankomen, waar hij door een toevallige gelijkenis voor een zeke ren Bourgignon gehouden werd, dje door de moeder en de zuster van den een paar jaren tevoren naar Engeland vertrokkene als zooda nig werd herkend en rustig een tijd lang werd vertroeteld. Cartouche liet zich dit welgevallen, maar op een nacht vertrok hij, medenemend wat hij slechts kon. Hiji was na een afwezigheid van enkele maanden weer te Parijs; wnarschijln- lij'k hoopte hij, dat de aandacht der Justitie zich een weinig van hem had afgewend. Wat niet 'het geval was, terwijl bovendien de prijs,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 4