i mam Si mm.
PLAATSELIJK NIEUWS
EEN OUDERAVOND IN DE U.L.O.-SCHOOL
TE NOORDSCHARWOUDE.
In de u.l.o.-school werd een ouderavond ge
houden, waarin o.a. de vacantieregeling besproken
werd Na atloop der vergadering maakte men ge
bruik van de gelegenheid om üe prachtige verza
meling natuurkundige instrumenten in oogenschouw
te nemen.
Hoofdschotel was de lezing van den Heer Jan-
somus, hoofd der u.l.o.-school. In haar geheel
luidt deze lezing als volgt:
iDames en Heeren,
Het afgeloopen jaar is in 't algemeen niet gun
stig geweest voor het onderwijs. Ook onze u.l.o.-
school heeft de nadeelige gevolgen ondervonden
van de bezuinigingswoede. De vernooging van het
aantal leerlingen per onderwijzer is nadeelig ge
weest. Had men vroeger met 19 leerlingen recht
op een tweede leerkracht en met 25 op een derde,
thans moeten er 41 leerlingen zijn om een derde
leerkracht te krijgen. Nu kan men wel beweren,
dat het aantal leerlingen per onderwijzer dan nog
gering is en men denkt dan onwillekeurig aan
de lagere school, vooral in vroegeren tijd, maar de
u.l.o.-school heeft daar niets mee te maken. Zij
is iets geheel zelfstandigs, heeft haar eigen eischen
en haar eigen doeleinden. Hoewel het dus te be
treuren is, dat wij ie derde leerkracht nog met
heb Den, behoeven wij de hoop daarop nog niet op
te geven, net aantal leerlingen bedraagt 37, voor
een plattelands-uloschool al een aardig getal. Nu
de economiscne toestanden zich verDeterd hebben
zullen er wellicht meer ouders zijn, die hun kinde
ren nog een paar jaar onderwijs zullen laten ge-
niecen na de volbrenging van het 6e leerjaar.
ik wensch hier nog even bij stil te staan. Er
schijnen ouders te zijn, die bijzonder veel gewicht
hechten aan het 7e leerjaar, doorgebracht op de
Lagere School. Maar is het hun wel bekend, dat
op oe meeste scholen het kind dan onderwijs ont
vangt met klasse 5 en 6 samen, in welk geval 3
klassen aan een onderwijzer zijn toevertrouwd.
Ook worden de ouders wel eens afgeschrikt door
„het klein beetje" Duitsch en Engelsch, dat men
in een of twee jaar op de u.l.o.-scnool zou kunnen
leeren. Men denkt er niet aan, dat ook met de an
dere vakken wordt doorgegaan, trouwens, de fun
damenten worden gelegd en, mocht men er veel
van vergeten, wanneer men later de studie voort
zet, komt veel weer te voorschijn uit het onder
bewustzijn.
Het ontbreken van een derde leerkracht aan
onze school heeft er toe geleid, dat de eerste en
de tweede klasse gedeeltelijk gecombineerd wor
den. Is dit voor de onderwijzers al lastig, voor de
kinderen is 't in 't algemeen geen voordeel. Maar
met wat goeden wil worden ook hier vele bezwaren
overwonnen. De zelfwerkzaamheid wordt er door
bevorderd. In dit verband wil ik even herinneren
aan een bezoek, dat ik onlangs bracht aan een
kennis te Amsterdam. Zijn jongetje van dertien
jaar bezocht het Lyceum, de school der deftigheid,
een prachtschool, waar knappe mannen, topzwaai
van geleerdheid, de kinderen onderwijs geven. Ik
vroeg het jongetje welke boeken het gebruikte
voor Duitsch. Het bleken dezeltde te zijn, die
wij hebben. En nu mocht ik wel eens weten, ol
men juist in Amsterdam wonen moet om Duitsch
te leeren. De onderwijzers kunnen het niet doen
voor het kmd, zij kunnen alleen leiding geven,
het kind moet zélf leeren. En dan moet men het
niet te veel het pad effenen. In het latere leven zal
het ook dikwijls moeilijkheden moeten leeren
overwinnen, het zal zich in het vervelende moeten
leeren schikken en het minder aangename voor
lief moeten nemen.
Dezen zomer zullen eenige leerlingen onzer
school zich aan het examen onderwerpen. Het
schriftelijke gedeelte wordt afgenomen in Alkmaar
het mondelinge in Amsterdam. Het is U misschien
bekend, dat net examen behalve de gewone vak
ken, minstens over 3 der vakken Fransch, Duitsch,
Engelsch, Wiskunde en Boekhouden gaat. Dat
niet alle leerlingen der derde klasse aan dat exa
men zullen deelnemen, strekt hun niet tot schande
en de onderwijzers evenmin. In drie jaar moet een
groote hoeveelheid leerstof worden verwerkt. Maar
op andere scholen is dat al evenzoo. De school
opziener Dun te Alkmaar, die onlangs te De.
CARTOUCHE EN ZIJN „AANHANGERS"
(1721).
(Vervolg).
Zonderling niet waar, deze man, wien men
toeschreef, dat hij over geheel Frankrijk een
organisatie ineenzette, had als illus;e om van
Parijschen dief te wonden roover op de groote
landwegen, een beroep, dat ongetwijfeld meei
stoutmoedigheid vereischte, maar minder tact
en minder voorzichtigheid. Evenzeer als dan
ook tusschen de politieorganisaties naijver
heersChte, zagen de groote straatroovers. als
zij naar Parijs kwamen, met een zekere min
achting op Cartouche en de zijnen neer, wat
ter dezen weer toe leidde om hen in het nauw
te brengen. Zoo hebben zij een dezer bestolen
<bp klaarlichten dag, op de Place Royale; ter
wijl de bestolene, heel goed begrijpende, wie
hem deze streek geleverd hadden, uit wraak
de brutaliteit beging om hen... aan te geven.
Hij Ideed 'dit echter onder het voorwendsel
Officier te zijn. De klager verscheen natuurlijk
niet meer toen eenmaal de instructie begonnen
was, en dit heeft zelfs den geschiedschrijver
aanleiding gegeven om de meening te opperen,
dat ook onder de officieren de angst voor Car
touche zoodanig was verspreid, dat zij een
klacht in zijn bijzijn zelfs niet durfden handha
ven! Wat een bewijs mag heeten hoe de ge-
lschiedenis, speciaal ten opzichte van Cartou
Iche, maai ook in het algemeen gemaakt en
geschreven wordt.
Misschien zo ualles jaren goad zijn gegaan.
Cartouche jaren achtereen zijn heilloos bedrijf
'hebben kunnen .uitoefenen, ware het niet, dat
'hij en ide zijnen, door de politieautoriteiten
Steeds meer in het nauw gedreven, hun toe-
B'eemster een réde uitsprak over het u.l.o., con
stateerde, dat pCt. van hen, die toegelaten wér
den tot de Hoogere Burgerschool, zonder één keer
zitten te blijven de eindpaal bereikten. -
De leerstof is, zooals zoo j>as is opgemerkt, ta
melijk uitgebreid. Trouwens dit is over 't algemeen
zoo voor alle u.l.o.-scholen. De wet heeft het ge
ven van onderwijs in de Fransche taal op de lagere
school verboden. Vroeger begon men daar al mee
in de 5e klasse op vele stadsscholen. Daardoor]
kwamen de leerlingen al met eenige kennis van 't
Fransch op de u.l.o.-school. Kregen ze daar nog
3 jaar Fransch, dan kwamen ze wèlbeslagen ten
ijs, als ze zich voor het examen aanmeldden. Er is
door de u.l.o.-vereeniging een commissie ingesteld
om de gevolgen van de afschaffing van 't Fransch
op de Lagere School in een rapport samen te
vatten. Bij monde van den heer K- v. d. Kooi,
hoofd der Christelijke U.L.O'. te Apeldoorn en
broer van ons vroeger hoofd der Christelijke School
verklaart die commissie:
1. Om zonder Fransch op de Lagere School
voor dit vak eenig resultaat te bereiken, dat
voor het leven eenige waarde heeft is 3 jaar on
voldoende gebleken.
2. Wanneer men leerlingen, afkomstig van
scholen met een gewoon leerplan, dus van de
volksschool zonder Fransch, vergelijkt met die
welke daar al twee jaar Fransch gehad hebben,
constateert men als regel:
a. een onvoldoende aan grammatische, d. i.
taalkundige, kennis voor het aanleeren van vreemde
talen, in het bijzonder Fransch en Duitsch.
b. een tekort aan vaardigheid en inzicht in het
bewerken van rekenkundige vormen, eveneens in
het oplossen van eenvoudige vraagstukjes. Daaron
der lijden de vakken wiskunde, natuurkunde en
handelskennis.
c. deze leerlingen zijn als regel, totaal onge
schoold in het zelfstandig maken van eenig huis
werk, op de u.l.o.-school een onverbiddelijke eisch.
Het vak Fransch op onze u.l.o.-school mag wel
eens onder de. oogen worden gezien. Om toegelaten
te worden aan de kweekschool moet men dit jaar
voor het eerst ook examen doen in de Fransche
taal Hoe zwaar die eischen zijn weet ik niet,
maar het komt mij wenschelijk voor, dat de ou
ders, die van plan zijn hun kinderen naar de
kweekschool te zenden, voorloopig althans, zelf
voor 't onderwijs in 't Fransch zorgen. Tenzij men
de 3-jarige cursus in een 4-jarige verandert lijkt
mij dit de beste oplossing. Ook voor onze school
moet men zich houden aan de spreuk:
Niet het vele is goed, maar het goede is veel.
Tweede Kamer
ONZE AUTOBUSSEN.
Bij de behandeling van Hoofdstuk IX (De
partement van Waterstaat) der Sjtiaatsbegroo-
ting, bracht de heer Brautigam oirue autobussen
ter sprake.
Omtrent deze rede vinden wij in „De Han
delingen" het volgende vermeld:
De heer Brautigam: Mijnheer de Voorzitter 1
In 'het Voorloopig Verslag is gevraagd, of het
•niet mogelijk zou zijn om verschillende maatre
gelen van oontröle in het leven te roepen be
treffende de autobussen, maar om deze vraag
wordt in Ide Memorie van Antwoord eerst wat
heen gezeild en dan wordt gezegd, dat' het
ordeel van (de provinciale besturen is gevraagd,
maar voor tie rest wordt a\og niet veel hoop
gegeven, dat aan het geopperde denkbeeld uit
voering zal worden gegeven. Echter staat er
wel in (de Memorie van Antwoord één zin, die
mij toch wel eenigermate verontrust omtrent
het gevoelen', (dat bij den Minister schijnt te be
staan ten opzichte van de autobussen. Er staat
namelijk
„In allen gevalle schijnt op den voorgrond
he moeten komen de vraag, of autobussen,
hoe nuttig fzij ook als aan- en afvoermkidel
van spoor- en tramwegen en voor afgezon
derd liggende plaatsen kunnen zijn, niettemin
behooren te worden geweerd, voor zoover zij
als schadelijke medeciingers tegen spoor- en
tramwegen optreden."
Mijnheer tie Voorzitter! Ik geloof, dat dege
ne, die zoo redeneert, de ontwikkeling der
vlucht wel moesten nemen tot moorden. Het
aantal personen dat hem langzamerhand van
uiterlijk kende, werd te groot, vooral wannéér
men bedenkt, dat Parijs een heel wat kleinere
stad was dan tegenwoordig. Zoo. werden ach
tereenvolgens een aantal mooroen gesigna
leerd, op de laagharrigste wijze begaan, bij
welke mgen onmiddellijk aan Cartouche en
zijn bende dacht. Men volgde het meer en meer
gebruikelijke middel om. een prijs te stelten op
het hoofd van dengene, dren men de voornaam
ste in |de bende dacht. Daardoor verspreidde
men wantrouwen tusschen de misdadigers on
derling, en geen beter middel natuurlijk om
.htm krachten te verzwakken. Bekend is het,
dat zij een der hunnen, die in de Garde dien
de, en die door zijn veelvuldige uithuizigheid
argwaan nad gewekt bij het meisje, waarmede
hij regelmatig verkeerde en dat van zijne
slechte handelingen niets afwist in een z.n.
stillen krijgsraad 'ter dood veroordeelden en
dit vonnis op de allergemeenste wijze voltrok
ken. Hex feit heeft zich ook voorgedaan, dat
een reiziger, voorzien van een groote som geld,
te Parijs bij zijn aankomst door 'de politie werd
aamgehouden; hem werd gevraagd alles af te
geven wat hij had. Hij 'toomde toen een blief
hem door leen z.m. vriend meegegeven om aan
een ander ite overhandigen; toen men dezen
brief opende, 'bleek hij als inhoud te bevatten
den order, dat men den man zelf zoo spoedig
mogelijk zo tuidooden en van zijn bezit ontaoen.
Hier had 'inderdaad een handlanger van Car
touche, in de stad van afkomst van den ïeizgler
woonachtig, de hand in het spel gehad; en
men had op die wijze gehoopt een groote som
geld binnen te krijgen. Want, 'het js waar, dat
Cartouche, al 'beschikte hij niet over een wer
kelijke organisatie ove rgeheel Frankrijk, toc'h
wel vrienden had in verschillende steden, die
hem waarschuwden', wanneer er rijke buit viel
dingen verkeerd ziet. Het valt tóch' m.i. niet té
ontkennen, dat tie autotractie een groote om
wenteling teweegbrengt en gaandeweg aan het
teweegbrengen is in het vervoerwezen, ja, dat
■die autotractie voorbestemd is een zeer groott
rol in hec vervoerwezen te vervullen. Nu heb
ben wij in den vorm van autocratie ook gekre
gen Ide autobussen. Ik geef toe, dat op tiet
oogenblik op tiit gebied een chaotische toe stam
bestaat, maar 'toch meen ik, dat dit bedrijf op
een zeer gezonnen grondslag zich zal kunnen
ontwikkelen. Er is een zeer snelle ontwikke
ling op 'te merken van het gebruik van de auto
bussen in ons land. Zijn mijn inlichtingen juist,
dan 'kan nu reeicifis worden aangewezen het be
staan van 800 autobusoniernemingen, natuur
lijk over het algemeen zeer kLine vete uoen
het misschien met eén voertuig maar een
800 ondernemingen zijn er zeer zeker, onder
nemingen, die op zeer gebrekkige wijze vaak
eieii dienst onderhouden en dat vaak mei
zeer gebrekkig materieel aocn, slechte wa
gens, slechte motoren, waaruit allerlei ongeluk
ken ontstaan, waarbij dan nog Komt, dat over
het algemeen het personeel van deze autobus
sen. wat bekwaamheid betreft, vaaK van een
aard is, dat daardoor de veiligheid zeer yi ge
vaar 'komt, terwijl ook de langdurige arbeid,
uien zij tot nog roe hebben moeten dragen, üte
veiligheid niet bevordert, maar integendeel zeer
twijfelachtig doet zijn.
Het is niet mijn bedoeling op dit oogenblik
te spreken over den arbeidstijd van het perso
neel van de autobussen. Ik ben voornemens
dat te doen bij hoofdstuk X, maar ik mag toch
wel met ieen enkel woord aangeven, 'dat er ar
beidstijden voorkomen van 18 uur per etmaal,
en dat arbeidstijden van 14 en 15 uur per
etmaal en van 90 uur per week geen uitzonde
ring ,maar 'vaak regel zijn. Men mag zich af
vragen, of een Chauffeur, die zulk ©en werk
tijd heeft, ten slotte op veilige wijze den dienst
kan uitoefenen.
Maar ook van de overigens noodige eischen,
aan het personeel te' stelten, is geen sprake.
Het is voorgekomen, dat op een autobus als
Chauffeur iemand dienst deed, die lijdende
was aan zenuwtoevallen. Dat er verder onder
de Chaufefurs velen zijn, die slecht van gezicht
of van gehoor zijn, is een bekend feit. Het zou
voor de hand liggen, het personeel', dat op
een dergelijk vervoermiddel dienst doet, aan
leen keuring te .onderwerpen, gelijk het geval
is toet het personeel, in dienst bij de spoor
wegen.
Ook van begrenzing van den leeftijd voor
Chauffeur, is geen sprake; men komt zelfs
chauffeurs van 18 jaar tegen. Van technische
bekwaamheid en van goed kunnen behamuekn
van den motor en van het voertuig evenmin.
Het is m.i. dringend noodzakelijk, dat wette
lijke maatregelen worden getroffen, houdende
eischen voor ihet voertuig, voor den motor en
voor het personeel, waaraoor althans de veilig
heid van het verkeer gewaarborgd zou worden.
Zooals de toestand nu is, is daarvan geen spra
ke. Ik weet wel, dat .daarvoor een en ander zal
trienen te geschieden. Het is mij bekend, da.
de autobussen, izooals in de stukken ook staat,
tweeleirig aan wettelijke voorschriften onderhe
vig zijn: vooreerst aan die van de Motpr- en
RijwielWet en in de tweede plaats aan die van
de wet op de openbare middelen van vervoer,
maar beide wett en gev en mijns inziens onvol-
.doende middelen aan de haiod om tot behoor
lijke waarborgen te kunnen komen, noouig om
het bedrijf tot goede ontwikkeling te o-cn ko
men en het werkelijk ten dienste van het pu
bliek te doen strekken. Er is wel een herzie
ning van Motor- en Rijwielwet aanhangig, maar
ook hetgeen daarin wordt voorgesteld, is niet
van voldoenden aard om te komen tot hetgeen
ik zou wenschen.
Er wordt nu gezegd, dat de autobus in geen
geval zal kunnen worden toegelaten als mede
te behalen. Die waarschuwing op zichzelve ge
schiedde ook ïiiet om niet, en de briefschrijver
zou ongetwijfeld een niet onbelangrijk aandeel
van het geld, bij den koopman aanwezig, heb
ben gekregen. Hem kon men natuurlijk on
middellijk arresteeren, maar Cartouche en de
zijeon bleven buiten schot, toen zij onraad be
merkten.
In deze zelfde tijden is 'het inderdaad voorge
komen, dat Cartouche op een buitengewoon ge
lukkige wijze wist te ontsnappen. Het is ge
beurd, idat hij, zich in een huis bevindend, dc
waarschuwing ontving, jdat een onderschout met
een viertal Idienaren voor de deur was. Car
touche ging toen onmiddellijk naar beneden,
verborg zich in een donker hok. De onder
schout ging met twee zijner dienaren naar bo
ven, doch plaatste de twee anderen op post
voor de deur, opdat Cartouche niet kom ont
snappen. Toen hij evenwel het hok was voor
bijgegaan, ging Cartouche doodkalm naar be
neden en trad, zich voorgevend als iemand die
pas uit Idien slaap komt, naar buiten, een praatje
makend met Ide beide achtergebleven politie
agenten, die hem heel nuchter vroegen of de
onderschout Cartouche reeds te pakken had.
Maar hij antwoordde, dat deze op de bovenste
verdieping huisde, ten njet anders dan over
het idak kon ontkomen, en ging kalm zijns
weegs. Een andermaal leende hij van een zijnei
gezellen, die met hem in het plotseling over
rompelde huis aanwezig was, een rooden rok
en blonde pruik en hoed; hij vermomde zich
zoo goed en kwaad als het ging en ging rustig
de reeds bewaakte deur uit. Nu was aan de
politiedienaren Cartouche 'beschreven als een
man met ,een blauwen rok en pikzwarte prui'k
en zij lieten hem dus passeerem. Weer een an
der verhaal wil, dat op het oogenblik, dat te
midden van een groote volksmenigte, aoor een
der justitieele ambtenaren Cartouohe's naam,
dinger van 'spoor- en tramwegen. Ik' zou het
andersom willen stellen: ik geloof, dat wan
neer de spoorweg- en de tramwegondernemin-
gen in 'Nederland zich op.de exploitatie van
de autobus 'hadden willen toespitsen en daar
toe met elkander in overleg' waren getreden
en goede diensten in het leven hadden willen
roepen, wij nooit tot den chaotischen toestand
zouden zijn gekomen, dien wij nu aanschouwen.
Er is hier van den kant van de spoorweg- en
de tramwegondernemingen veel verwaarloosd,
maar men 'mag toch ook hiervoor oog hebben,
dat, wanneer men zou willen komen tot de
onderstelling, dat de autobus er 25 jaar ge
leden gekomen was, de tramwegen daarnaast
niet tot ontwikkeling hadden kunnen komen.
Want men zal moeten toegeven, dat de auto
bus, bij goede exploitatie, met goede voertuigen
een veel beter verkeersmiddel is dan de tram,
ook voor ide groote steden. Als men bijv. het
autobusverkeer ziet in Londen, zal' men tot de
overtuiging komen, dat de autobus voor een
groote stad een veel beter verkeersmiddel is,
dan een electnsche tram en daarom werd tik
ook zoo getroffen door de aangehaalde zin
snede.
Ten slotte wil ik toegeven, dat, alb de auto
bus tot ontwikkeling komt en op onze wegen
wordt toegelaten, zij ook zal' moeten bijdragen
in tie 'kosten van tien weg, evengoed als de
tramwegen. Het is alleen de vraag, op welke
Wijze idat moet geschieden. Voor zoover het
geen Rijkswegen betreft, moeten de autobus
sen toch al bijdragen in den vorm van tolgeld,
maar dat is niet de meest gewenschte vorm. Ik
fepreek den wensch uit, dat de Minister de groo -
te mogelijkheden, die de autobus in het vervoer
van personen biedt, wel in het oog zal willen
!houden, en door het treffen van maatregelen-,
.welke in het belang van de veiligheid van de
passagiers en ook van de andere personen en
voertuigen op tien weg zijn, het autobusverk'eer
tot goede ontwikkeling zal trachten te brengen.
.KUIT 'DEN OMTREK
HEERHUGOWAARD.
Door onze eerste auto-onderneming van de
heeren Rus en Zomer zijn weer aanmerkelijke
verbeteringen in den dienst aangebracht, door
dien de bus in 't vervolg het station Alkmaar
tot eind- en beginpunt der reis heeft. Boven
dien is de idienst zoodanig uitgebreid, dat 8
maal per dag visa versa wordt gereden in ver
band met den treinenloop te Alkmaar. Dirie
dezer diensten worden ook op Zondag gereden
benevens nog een extra dienst op Zondagavond
en een extra-'dienst op Zaterdagmorgen. Met
dezie dianstuitbreidiing is tevens ingetreden een
lager tarief, terwijl mede retour- en abonnee
mentslkaarten verkrijgbaar gesteld zijn.
HEERHUGOWAARD.
Die herijk voor maten en gewichten is vopr
onze gemeente vastgesteld op 15 en 16 April.
Bij dergelijke gelegenheden bewijst ons oud
raadhuis nog steeds goede diensten; eveneens
voor zittingsdagen.
KOEDIJK.
In tie gehouden ouder-avond in een der
schoollokalen waren aanwezig 70 personen,
Breedvoerige besprekingen werden gehouden
over ide verslechtering van het openbaar onder
wijs. Besloten werd om de commissie van actie
'tegen de verslechtering van het onderwijs te
Steunen, en waar dit noodig is, zal de ouder,
commissie en ide commissie van toezicht op
'het lager onderwijs in onze gemeente propa
ganda voeren tegen de verslechtering.
Het overige gedeelte van den avond was
gewijld aan het uitbrengen van rapporten der
leerlingen, die allen een gunstigen indruk
braakten.
als destijds gebruikelijk was, werd afgelezen
onder tromgerofefl, wijl op zijn hoofd een
groote prijs was gesteld, in eens een stem uit
de menigte 'klonk, idie riep: wilt gij Cartouche,
hier is bijl Zonder dat men daarbij kon vast
stellen, of ;hij het werkelijk was geweest dan
wel dat een grappenmaker zich ten koste der
justitie en politie vermaakte. Meer authentiek
is het verhaal van zijn inbraak bij de hertogin
de Bouflers, ide weduwe van dein bekenden
maarschalk, welke hij dwong een souper voor
hem te laten komen en zijn rustigen slaap te
bewaken, en die hij daarna, zonder 'baar voor
iets te bestelen, verliet. De verschrikte. vro,uw
heeft zich zijner aangetrokken, 'toen hij eenmaal
in hechtenis werd genomen, en heeft, als een.
goede Christin, gedaan wat zij kon om hem
er toe te bewegen een volledige bekentenis
af te leggen, waardoor hij voor zijn heengaan
de absolutie zoiu verkrijgen 1
Het net om Cartouche en zijn vrienden werd
al nauwer en nauwer aangetrokken. Zóó nauw
.''zelfs, dat hij het veilig achtte om het Parijsche
plaveisel voor een tijd te verlaten. Waar hij
'toen is heengegaan, staat niet geheel vast.
Somniig everhalen zien hem in Engeland, en
laten hem 'zelfs in samenwerking met Jack
Shephard optreden. Andere, meer authehtteke
verhalen doen hem te Meaux aankomen, waar
hij door een toevallige gelijkenis voor een zeke
ren Bourgignon gehouden werd, dje door de
moeder en de zuster van den een paar jaren
tevoren naar Engeland vertrokkene als zooda
nig werd herkend en rustig een tijd lang werd
vertroeteld. Cartouche liet zich dit welgevallen,
maar op een nacht vertrok hij, medenemend
wat hij slechts kon. Hiji was na een afwezigheid
van enkele maanden weer te Parijs; wnarschijln-
lij'k hoopte hij, dat de aandacht der Justitie
zich een weinig van hem had afgewend. Wat
niet 'het geval was, terwijl bovendien de prijs,