Weliswaar is liet vooï 'iie eerste 5 vervelend,
maar het is loten, dus heeft men giiet elfcen dag
'nummer 1.
De he er T.tKostelijk ziet meer in feen Rege
ling, waarbij, aan den veibingleider ^et- recht
wordt verleend, pm vyanmeeiy de prijzen aan
vankelijk beneden het middelmatige zijn, die
'eersten te laten omvaren.
Gevraagd wordt nog hoe dit in Broek gere
geld is, waarop geantwoord wordt', dat men
daar 10 ophouders heeft, maar er gaan daar
reeds stemmen op, om ook daarin verandering
te brengen.
t Hierna wordt het voorstel verworpen.
4. Van L.T.B. Langendijk en Nieuw Leven
Heerhugowaard. Dit voorstel is: Bij den onder-
handschen verkoop, waarvoor de handelaar vér
gunping heeft verkregen, in te voeren de ver
plichting om een officieele bon af te geven,
'(evenals in de veiling) zonder welke de ver-
kooper van 'het betaalkaetoor geen gelden in
ontvangst kan nemen, welkie bpnnen aan het
kantoor gecontroleerd en vergeleken worden
met het vergunningsbewijs van den kooper.
Dit Wordt voorgesteld om misbruiken te doen
verdwijnen.
De heer H. Swager vraagt of dit zoo zeker
is, daar men dan over tafel kan betalen. Men
was echter van meening Hat deze moeilijkheid is
uitgesloten.
Op 'de vraag hoe dit dan moet 'worden ge
daan, deelt de heer J. Ootjers mede, dat de
koopers van den vedingleider bonnetjes kunnen
"bekomen, waarop b.v. 1000 Ki.G. kool kan wor
den gekocht. Wordt dus 10.000 gekbcht, dan
Vnoet de kooper ook 10 bonnetjes aan (den ver-
jkooper afgeven, en alléén tegen .inlevering;
dezer bonnen, 'kan de verkooper door den 'be
taalmeester worden uitbetaald.
Ook dit voorstel wordt aangenomen.
5. Van de vereeniging „St. Maarten" te St.
Maarten.
De vereeniging stelt aan de Algem. verg.
voor om het daarheen te leden, dat onze pro
ducten van een districtsmerk worden voorzien,
zoodat geen andere producten .doorgaan voor
Langedijker producten, %ij vindt pet een on-
gezonden toestand dat b.v. Zeeuwsche uien
'hierheen worden gezonden om dan verder haar
weg te vinden onder den naam van „Langedij
ker" uien.
De heer Ootjers stelt voor alsnog niet met
dit voorstel medé te gaan, daar er morgen
een vergadering zal' worden belegd, om te ko
enen tot het totsjtand brengen van een uitvoer-
controle-bureau. Spr. zou daarom liever af
wachten wat daarvan komt.
De heer W. Wagenaar zo uwillLen dat er
tegen het veilen hier van vreemde uijen iets
gedaan wordt.
De heer Ootjers merkt op, dat het verkeerd
zou zijn andere producten te weren door het
inivoeren van merken e.d., daar de handel met
merken niet veel op heeft, daar hij vreest dat
er iets achter schuilt.
De heer Barten voelt wel iets voor het voor
stel van den heer Wagenaar, want als er
jZeeuwsche uien geveild worden, kan dat voor
ons wel eens nadeel berokkenen.
De heer Kliffen is van oordeel, dat afgewacht
moet worden, wat het uitvoer-eontrole -jbureau
doet.
De heer Ootjers antwoordt óp de vraag van
den heer IJ. Kaan of in Zeeland ook vaste
markten zijn, dat het daar geheel1 anders gaat.
Daar gaat de koopman in den zomer al den
boer op en koopt dus geheel anders dan hier.
Daarna wordt dit voorstel verworpen.
6. 7 en 8 zijn voorstellen van Ide vereeniging
hHüiLLtTON.
zelf en worden stilzwijgend vooripjgégagp.
9. De Tuinbouw vereen .:De Eendrachtstelt
aap de Algem. Verg. voor om de uiensertee ringt
zooais die door het Centraal Bureau is voorge
steld jlniet aan te nemen, 'doch het bij het oude
systeem te ldten. Genoemde vereeniging meent,
dat dit niet is uit te voeren in h^t kleiin Bedrijf.
Zij ziet hierin veel' keuringen en'acht Eet te
veel tijdroovend en is daarom niet. van het voor
deel overtuigd.
Het Bon'dsbestuur adviseert aan de Algem.
Verg. om de uien wel gesprteerd aan te voeren
en wel in 'de volgende mat|en: Nep tot 35
m.M., drielingen van 32 tot 43 m.M., uien van
40 tot 75 m.M. en groote uien boyejn de 7Ürti.M.
De heer Kliffen merkt op, dat men door
deze regeling altijd nog eenige m.M. speling
'beeft.
Aanmerkingen worden gemaakt over de wijze
'van sorteeren. Deze wordt overdréven scherp
geacht.' Men vindt er altijd wel slechten' in.
De Jheer D. Kansen. Als de uien goed zijn,
dan vindt men geen slechten, maar zijn ze'
sleech't, dan krijg je zé niet goed.
De heer W. Wagenaar vraagt hoeveel1'slech
ten er in mogen zitten.
De heer Ootjers antwoordt, dat er heeiemaal
geen slechten in mogen zitten, maar als er
om dezen tijd 8 a 10 slechten in gevohden
iwoirden, dan wordt dit nog niet als 'fraude aan
gemerkt.
De heer IJ. Kaan spreekt zijn ongenoegen
uit ove rde manier van optreden bij het sor
teeren. Men staat met vier man klaar om de
zak leeg 'te gopien, als belust op straffen. Spr.
vindt deze wijze grievend, en zag liever dat
dit op een andere manier werd gedaan.
De heer J. Ootjers. Ik zp uwel eens willen
eten of jullie zooveel' last ondervinden van die
sorteering. Ik heb meermallen dezelfde opmer
kingen gehoord, maar bij navraag bleek mij
steeds, dat dit sterk overdreven werd. Wij moe
ten toch zorgen dat onze producten in een zoo.
goed mogelijk: blaadje staan? 1
Opgemerkt wordt dat men met boeten ook
maar dadelijk klaar staat. De controle wordt'
te sterk gevonden.
De heer Ootjers bestrijd dit en merkt op,
dat ook hierin weer overdreven wordt. Als men
het verslag van 'den secretaris van de Commis
sie van Beheer van den Noordermarktbonu
leest, dan kan men opmerkten, dat over 192o
aan keuringsboete is geheven f301.64- Spr.
meent dat dit wel bewijst, dat men met het
beboeten niet royaal is.
Daarna wordt besloten conform het advies
van het Bondsbestuur.
10. De vereeniging „De Eendracht" stelt
aan de Al'gem. Vergadering voori; om aan het
Zuideinde der veiling een nieuwe gopt te bou
wen en verzoekt het Bestuur hiervan een be-
gropting te laten maken.
Genoemde vereeniging dpet dit voorstpl, daar
er vele dagen (vooral in den winter) te lco.rt
ruimte, blijkt te zijn, zoo dat de aanvoerders van
buiten er bijna nooit gebruik van kunnen ma
ken en zells ook de aanvoerders uit de on
middellijke nabijheid nog vaak té laat komen.
De heer Kaan vraagt of de goten rendeeren.
De heer Ootjers antwoordt van wél1,;
De héér Kaan. Dan kan er m.i.; geen be
zwaar zijn tegen uitbreiding.
Hierna deelt de heer Ootjers eenige bijzon
derheden mede over het plan van uitbrisiding,
waardoor blijkt, 'dat er een flinke berging
bij komt. waarin naar schatting een 25 vaar
tuigen kunnen oiniuergebracht worden en waar-
aoor de situatie buiten de goten ook merkbaar
verbeteren zal.
NORA.
„lllusiën, mijn waarde, illusion! Op die ma
nier kan zij slechts ongelukkig wonden. Zij zal
nergens den grond vinden, waarop zij vasten
voet kan zetten."
„Wij moeten ook aan Gods leiding iets toe
vertrouwen," sprak de kapelaan kalm. „Gods
bloemen kunnen overal bloeien, en 'ie moeder
heeft in heilige bezorgdheid voor haar kind
dezen éénigen uitweg gevonden."
„Gods bloemen kunnen overal bloeien,"
deze woorden vonden een wonderbaren weer
klank in 'het hart van den knaap, (die daar nog
an stilte stond te treuren om heit 'Verlies zijner
kleine speelgenoote, en wien de harde woorden
zijner moeder pijn hadden gedaan, zonder dat
hij zelf wist waarom.
Sedert dien avond, toen hij 'het meisje in
zijne armen had gehouden, en de moeder het
gezegend had, waren zyne gedachten steeds
met het lot van dit kind bezig 'geweest. Hij had
een gevoel alsof hij er met een soort van ver
antwoordelijkheid voor belast was geworden.
Hij was oud genoeg om de moeilijkheid harer
omstandigheden te begrijpen, en een eigenaar
dige angst kwelde zijn hart, wanneer hij be
dacht wat er misschien van haar zou kunnen
orden. Hij .achtte zich verplicht, haar te red
den en te beschermen, en allerhande plannen
hadden reeds zijn brein doorkruist. Het denk
beeld was zelfs reeds bij hem opgekomen, zijne
moeder te verzoeken, haar geheel tot zich tte
nemen em tegelijk met hare eigene kinidiereri
op te voéden. Maar hij had het niet durven
wagen, dit verzoek onder woorden te brengeni.
Hij kende maar al te goed het eigenaardige
glimlachje zijner moeder bij het opperen van
feulke avontuurlijke plannen. „Gods bloemen
kunnen overal bloeien," bij het gevoel, niet
te mogen en niet te kunnen handelen, maakte
dit een troostenden indruk op hem. Een be
koorlijke kleine bloem, ja, 'dat was zij in zijne
ooogen steeds: geweest 1
IIL
-Er waren tien jaren verloopen. Op het voor
plein van een der vele opvoedkundige inrich
tingen in de Belgische, hoofdstad dartelde bij
de oudenvetsche pomp,, een ..troepje halfvolwas
sen meisjes rond. 't Was ©en oude gewoonte in
dit pensionaat, dat 'de kweekelijngen in hun
Eenig elédeh betwijfelen de rendabiliteit (der'
goten.
Geahtwoordt wordt, dat het een marktbc-"
lang is'. k-
Hierna wondt dit voorstel aangenomen.
- 11. Het Bonjsbesjuur stelt aan dp Algem.
Verg. voor, om de gewone witte kool noch pe,r
wagon, noch per snees onderhandsch te ver-
koopen, doch uitsluitend over de veiling.
Het Bondsbestuur is van meening, dat de
prijsregeling van dit artikel bij onderhandschen
handel niet voldoende tot haar recht komt zoo
'lang er leien 'zijn die, tot schade 'van anderen
en zich zelf, dit product van de markt afhou
den.
De heer Kaan meent, dat dit moeilijk te con
troleeren is.
Geantwoord wordt dat het toch. uiltfeomt en
dan kan men ze straffen, door ze voor een
jaar te royeeren als lid en dan moeten ze dub
bele veilingkosten betalen.
Ook dit voorstel wordt aangenomen, waar
mede tevens de beschrijvingsbrief is afgehan
deld.
Volgt bespreking coöperatieve aankoop van
aardappelmanden.
De heer A. van Nienes deelt mede, dat
hoewel1 er eenige jaren niet over gesproken is,
het nu toch wel' weer eens tijd "wordt, want
menigeen zal weer behoefte aan manden krij
gen en dan is gezamenlijke aankoop toch wel
de voordeeligstetweg. De commissie kan' dan
weer monsters bestellen en kan daarop gekocht
.worden.
De heer ,IJ. Kaan wil ide oude comtnissie weer
aanstellen.
De heer W. Wagenaar vraagt of het zooveel
'iyojordeeltger is. De vorige" keer had hij manden
te kort en liet er toen eenige bijmaken bij een
fnandenimaker hier ter plaatse en die waren wel
5 of 7,y2 cent duurder, maar van veel beter
kwaliteit als ide coöperatieve.' manden.
De heer D. Kansen brengt in herinnering
dat die manden een gevolg waren van de oor
log. Diemanden waren besteld bij iemand',
jrigenlijk gegund aan iemand,- die het tamelijk
arm had. Deze kon het mdtfériaaLniéti-krijgen.
voornamelijk tengevolge van néA öörlog er
heeft ze toen elders laten maken. Tplen deze
manden afgeleverd werden, bleek dat ze niet
waren volgens monster, maar er was geen tijd
om anderen te bestellen en van die man viel
ook niets te -halen. Daardoor is het gekomen,
dat de manden minder voprdeelig waren, maar
spreker geloofde stellig dat coöperatieve aan
koop de voondeeligste is.
Daarna werd de oude commissie, de heeren
A. van Nienes en D. Kansen, verzocht ook nu
weer de uicvoiering hiervan in handen te nemen,
hetwelk door de heeren werd aangenomen.
Rondvraag.
De heer J.'Ootjers gaf eenige bijzonderheden
over den omzet aan de veiling van den Noor-
dermarktbond over de maand Maart.
„J dtliik..
Geveild is:
209 wagons ,rpoide kool
63, gele kool
23 witt ekopl
20
f 162.835.96 meer als rover het voliq jaar 1923.
'Voorwaar geen kleinigheid,.
De heer Ootjers memoreerde dat verleden
jaar ide bouwers bizohder' pessimistisch gestemd
"waren, terwijl1 het bestuur van den Noorder-
tnarktbónd' steeds tamelijk-optimistisch had 'ge
sproken. Maar hóe het ook f ij, -deze uitkómst
'had niemand verwacht. Als wij het verlóóp van
jvele jaren terug gadeslaan, was het vorig jaar
jdan zoo verontrustend? Het was wel buiten
gewoon, maar was dan ook de oogst niet bui
tengewoon overvloedig? En als er een over
vloedige oogst was, dan waren de prijzen ook
atdij laag. We willen hopen op een meer nor
malen tijd, onze levensstandaard is hooger,
maar we makém dan pok nu weer hooge prijzen.
We kunnen canstateèren, nlat het goed is ge
gaan, maar laten wij het geld in pns zak hou
den, daar het niet onmogelijk is, dat We vol
gende: jaren weer te kort komen. Ons bedrijf
is onregehnatig en daarom is het goed, om
een appeltje voor de dorst te bewaren.
Gevraagd werd of er geen middelen waren,
pm een beteren belastingaanslag te krijgen,
'Want het éene jaar moeten wij veel belasting
betalen, maar als wij het volgend* jaar te kort
komen, dan 'krijgen wij niéts terug. Zal in over
weging worden genomen.
De heer W. Wagenaar informeert naar de
kooltelling.
De heer J. Ootjers antwoordt dat er reeds
:35 wagons roóde kool meer geveild is als wa9
'Opgegeven1 en 10 wagons gele. Volgens de ge
gevens moeten er nog zijn 125 wagons wette
kool, 26y2 wagon peen en 5 wagons uien.
Spreker begrijpt niet waarom men geen
nauwkeurige opgave doet, het is voor een goe
de controle, en belanghebbenden hebben ei
'toch geen schade van. Niemand kan een motief
opgeven ,wat er nu eigenlijk tegen deze telling
is. Bedank dan als lid, als mein tegen dei. be
sluiten dier vereeniging is, dan is men tenmin
ste een flinke 'kerel, of bet wijs is betwijfel ik.
De heer A. van Nienes vond het prettig dat
de beschrijvingsbrief punt voor punt behandeld
isanders' werd het maar aan de afgevaardig
den overgelaten. Spr. stelt voor, dit. ieder jaar
te doen.
Aangenomén.
De heer K. van Dijk stelde voor om voor de
levering van 'kunstmest geen datum vast te
stellen, maar bijv. in de laatste week van April
daar allen op één dag niet kan. Goedgevonden.
Hierna sluiting.
uien tot een gezv .bedrag van
f 932.406.96.
'V
Over Maart 1923 was de omzet 10 wagpnis
minder, maar het bedrag was slechts
f239.079.20, een verschil dus van f 693.327.76
Over Jan. 1924 was de omzet f 410.497.76,
ove rFebr. '24 f541222.46. Over de 3 eerste
maanden 1924 totaal f 1.884.127.18 dat is reeds
vrij middaguur het water zelf ujt de pomp gin
gen halen, en altijd was 'dit een oogeniblik van
wekome vrijheid. Het plassende en spattende
water placht van oudsher steeds de tongen, en
vooral ide vrouwelijke tongen, los te makten, I
gelijk in alle geschiedenissen bij pompen en
putten reeds sedert den vroegstein tijd vermeld
wordt. En zoo was het ook hier teen gegons eif
gebrom, een gegiechel en gefluister, alsof Ba-
bels torenbouw weer aan Oen gang was.
„Kijkt eens hier!" liet zich nu een 'luijie stem
boven al 'ie andieren uit hooren, „kijkt eens
hier, wat ik kanl" En iie spreekster tilde met
leen krachtige beweging de boordevolle kruik
op haar hoofd, en droeg die met 'haren ster
ken hals flink en bedaard voort.
„Rebekka bij den put! Rebekka bij den putl"
werd er van ale kanten geroepen. „Nor-a, nu
ziet ge: ier predies uit alsof gij uit den., prent
bijbel geknipt zijtl"
De vergelijkingd was niét onjuist: de lange,
rijzige figuur in de 'eenvoudige, donkere 'klee
ding, de witte zakdoek, tulbandsgewijze onder
de kruik geschoven, waardoor de nog min of
meer scherpe, maar toch reeds sierlijk belijn.de
trekken te beter uitkwamen, de donkere vlech
ten, die schilderachtig aan beide zijden van
den hals afhingen, dit alles vormde 'een ge
heel, aat werkelijk de uitverkorene des aarts
vaders in herinnering kom brengen, vooral
thans, nu {het meisje met veel gratie en zelfbe
wustzijn de stoeptreden romaom de oude pomp
afdaalde, die voortreffelijk als achtergrond
dienst deden.
„Geen drupje gemorst!" riep zij triomfante
lijk:. „Wie doet me ddt na?"
Natuur Ijk was lie proefneming reeds lang
door verschillenden beproefd, druipend schud
den stommigen ide bemorste hoofden heen en
weer, en poogden zij ziéh angstig voor de toe
ziende ordezuster te verbergen, die zich op
groeten afstand van het troepje bevond. Hare
afwezigheid prikkelde enkelen der stoutmoedig
sten om een andere poging te wagon, nadat
zij eenige oogenblikken druk pratend de hoof
den bijeengestoken hadden. „Lily," riepen zij
tot een der jongsten, die schroomvallig mét
hare kruik de pomp naderde, en aan wier aar
zelende bewegingen men wel kon zien, dat
zij een nieuwelinge dn het gesticht was, „Lify
vandaag mag het water alleen op het hóófd
naar binnen gedragen wördehj 'Gij rnöet h^t
maa? ema probeereh; kijk, z<S$ moet'gij hét
doen."
SPORT EN WEDSTRIJDEN
noordscharwoude.
'Zondag 1.1. speelde „Holland I" tegen((,,D. T. S.
I" op het „Holland'-terrein; „Holland" won de
tos en koos eerst tegen wind. „D. T. S." was
steeds in de meerderheid en weet dan ook al spoe
dig de leiding te nemen. Even daarna wordt óok
nummer 2 in het net geplaatst. „Holland" zet nu
wat op en brengt een paar maal de bal voor het
doel van „D. T. S." maar de keeper weet het net
schoon te houden. De backs van „D. T. S." geven
voor de trust slecht spel. Na de rust brengt „Dl
T. S." de bal voor het „Holland"-doel en weet
de 3e goal te scoren.. Nu geeft „Holland" heele-,
maal den moed op en de „D. T. S.."-ers zijn nu
weer in de meerderheid. „D. T. S." weet nog één
maal het leder in het net te krijgen. Met 4—0 in
het voordeel van D. T. S." eindigde de match.
„Hollanders" jullie hebt slecht gespeeld. A.s.
Zondag tegen Koedijk I en de volgende competi
tiewedstrijden beter hoor, want anders gaat ook
de kans voor de vierde plaats voorbij.
(De match werd bijgewoond door een groot be
langstellend en voetballiefhebbend publiek. Naar
wefi-vernemen waren er meer dan 500 menschen
aanwezig.
„Dat kan ik! niet, neen, dat ka|nj ik zeker
niet!" riep |de kleine tegenstribbelend. Maar
de overigen hadden reeds een kring om haar
gesloten, en een harer zette onmiddellijk de
gevulde kruik op het hoofd der kleine. Een,
angstige, onhandige beweging en de kruik
tuimelde op den grond, terwijl het. arme schep
sel er druipend en weenend bij stond, en het
dolle troepje in een luid gelach uitbarstte.
„De matrozendoopl de matrozendoop 1'
schreeuwde een van de dartelsten.
Dit denkbeeld vond algemeen bijval; en on
der algemeen gejuich volgde er terstond een
krachtig stortbad.
Maar op hetzelfde opgemblik kieeride de eer
ste, die het spelletje met de kruik be\gom|nen
"vyas, zich tegen de aanvallende partij, en pos
teerde zij zich beschermend voor de kleine.
„Schaamt gij u niet, groote schepsels! dat
arme wurm zóó benauwd te maken?" riep zij
luidkeels. „Nu geen druppel meer, of ik
Zal haar weten te wreken!"
„Oho, Nora wil altijd de baas over ons spe
len!" riepen enkelen hooghartig; „vooruit maar
(Lily is hu toch eenmaal nat, en dus kan zij wel
verder gedoopt worden."
Maar Nora was flinker dan de overigen; eer
de stoutmoedigsten tot een verderen aanval
konden overgaan, slingerde zij huinj reeds de
kraochtig en juist gemikte waterstralen tege
moet, zoodat zij jammerend en proestend af
dropen, óm echter terstond weder tot den aan
val over te gaan. Het dreigde, zoo 'geen bloe
dige, dan toch in ieder geval een zeer natte
oorlog te worden.
„Maar, dames! is dat nu manier van doen
voor fatsoenlijke meisjes?" klonk plotselirig en
bestraffend de stem der toeziende zuster, wier
terugkomst men in de hitte van iden strijd nite(t
had opgemerkt.
„Wie is nu weer zulk een ongepast jen woièst
spelletje begonnen?" ging zij op strengen toon
voort. „Wel, Lily, wat ziet ge er uit! Ik zal!
pvier u allen mijn beklag bij 'de supérieure
doen." Bij die woörden zag zij onderzoekend
jden kring rond, waarin thans een diepe stilte
beerschte. De meestón poogden zich met het
'onschuldigste gezicht van de wereld naar den
achtergrond terug te treikken. Nora alleen
bleef 'moedig/staan, metde kruik' in de hand,
zonder een andere houuing aan te nemen. „Ah
zoo, juffrouw Nora! zijt gij het weer gewéést?"
vervolgde' de zuster, nog steeds op scherpen
i toon. „Ik zou denken, uw langdurig, verblijf ia
'het pensionaat had betere vruchten kunnen
dragen, 'dan zulke hoogst ongepast estreken;
maar gij schijnt onverbeterlijk. Ik' heb zoo
straks gezien, dat gij het eerst van allen 'de
kruik hebt opgenomen, en dus 'de aanstookstet
van 'het geheele spelletje zijt geweest; en ik
zal' dan ook niet in gebreke blijven, tdit terstomd
aa nde superieure mede te deelen, omdat hare
toegevendheid u zoo brooddronken maakt. Gij
zult vandaag uwe vrije urjen op uwe kamer door
brengen, dan kunt gij daar tijd tot 'nadenken
vinden; en gij, Lilly, gaat onmiddellijk droge
kleeren aantrekken. De andere dames zulkiJ
hier, hoop ik, goede nota van nemen, opdat:
er nooit meer iets dergelijks gebeure!"
De spreekster had dit alles op een bitsen «1
vinnigen toon gezegd, waarbij zij al hare woede
'over Nora uitstortte; zij behoorde tot die klein-
geestige karakters, die steeds op één hoofd de
schuld werpen, en één persoon verantwoorde
lijk willen stellen. Nora's min of meer onaf'
hankelijkte manieren, en de voorliefde der su-
perieure voor het meisje, waren haar steels oergt
een doorn in 'het oog.
Nora hoorde deze woorden met groote op-
VersChdlligheid aan; geen enkele verontschuldi
ging kwam .er over hare lippen. Zij het slechts alle
een minachtenden blik over de zwijgende groep
glijden, omdat er niemand tot hare verdediging
optrad; 'daarna hief zij trotsch het hoofd 'om
hoog, vullde opnieuw 'har ekruik', en beerde et naarr
huiswaarts mede. 21n s
De anderen volgden. „Wij 'hadden Nora dw au z
alleen de schuld moeten laten geven!" fluis
terden ©enigen Ider nauwgezetsten.
„Zij had er eigenlijk 'die minste schuld laaft
len' is altijd zoo goed voor iedereen," merkK "n ©e
een andere op; „waarom zeide Lily niets?"
„Lüy iets zeggen?!" riep een derde spot
tend.
„Och kom, wat doet het er ook toe! zet®
het dartelé schepseltje van zooeven. „Madaffljj
zal haar wel niet straffen; zij houdt haar alt#
ide 'hand boven 't hoofd. Dat komt door haft
geheimzinnige afkomst; want wij weten ge0
van allen, waar Nora vandaa|n is, en 'allo#
uit haar talent voor tooneelspelen kan niö
allerlei gevolgtrekkingen maken."
„Ik vind het zeer eigenaardig, dat. men 0»
'hiér 'dwingt, met iemand om .te gaan, Van w
Ouders men letterlijk niets afweet-zeide,
Ispiohtig, mager meisje niet teen gezicht:.
zuur als azijn. -
(Wordt vervolgd).