Be op&nDafg ~§Güooi R wmstiaiiiH*.1
Wij lezen het volgende in „Ons Blad"
Verwonderingbaart het Raadsbesluit, orn de
openbare school hiet beschikbaar te stellen als R K-
school, iniet. L, j -
Dat echter in de ,,N- L. Crt." een artikel is ge-r
plaatst onder het opschrift „De aanval afgeslagen
en waarin als aanvaller de burgemeester wordt be
schouwd, komt ons echter min of meer overdreven
voor. Wel beschouwd zou de Raad met de open-:
bare schooi beschikbaar te stellen eengroot be
drag voor de gemeente en eveneens voor Zuidschar-
rvoude en Oudkarspël hebben bespaard.
En wij kunnen er inkomen, dat hét hoofd der
gemeente het zich tót-plicht heèft gerekend om
deze zaak ter overweging aan den Raad te geven.
Trouwens geen enkel raadslid ontkende deze groo-
te besparing. Maar voor het behoud van de open
bare school had men dit groote-: offer gaarne over.
Welnu, dan zal mén ook-de consequentie van het
besluit ten volle moeten dragen.
Als het "waar is, dat de commissie voor het be-'
houd der openbare school op den loer lag om,
zoodra de Raad zou:'besluiten de openbare school
prijs te geven, een z.g. neutrale bijzondere schoof
aan te vragen, dan is hetmisschien maar beter,
dat men dit maar niet heeft gedaan.
Ook met het oog op de oplossing van het R. K,
schoolvraagstuk, dat geen uitstel meer kan lijden.
Immers hangende de beslissing over de neutrale
bijzondere school, was er alle kans geweest, dat
de R. K. school weder in het gedrang was gekomen
Nu de beslissing over deze zaak is gevallen,
zullen ongetwijfeld de plannen tot uitbreiding der
Kath. school spoedig aan de orde komen en is het
bijna vanzelf sprekend, dat de Raad hierbij zijn
volle medewerking zal géven.
(Wij kunnen-'niet nalaten eene kleine kantteeke-
ming te maken naar aanleiding van deze zeer korte
beschouwing over eene. niet alleen voor ons maar-
voor 'de geheele gemeente belangrijke zaak. Wij
willen ons nader verklaren. Wanneer de Burge
meester de bespreking over deze zaak in den raad
had ingeleid met op de besparing der kosten te
wijzen, die de vereeniging der beide openbare scho
len zou meebrengen; maar dat deze voordeelen
alleen te verkrijgen waren wanneer de openbare»
school werd opgeheven in deze gemeente en het
schoolgebouw aan het R. K. Kerkbestuur werd
afgestaan, daar hadden wij, evenals de bericht
gever van „Ons Blad" kunnen inkomen, maar
"wanneer deze magistraat zijn gezag en invloed
aanwendt om een bezüinigingsidée door te drijven,'
waaraan in deze zelfstandige gemeente het open
baar onderwijs'en de school moest worden ten of
fer gebracht, waarmede tegelijk over den vrijen-
wil en de positie van het hoofd der school werd
beschikt, de kinderen uit eigen woning verdre
ven, nogmaals de ouders uitgeschakeld werden,
(men zich te Zuidscharwoude een gemeenteraad,
dacht, die zich óók alles liet welgevallen), als-
het min of meër overdreven wordt geacht, als
wij daarop wijzen, hoe wilt ge dan de houding
van den Raad kwalificeerenl Toch zal het
voor ons een raadsel blijven, dat men er aan
gedacht heeft de school te offeren. De R. K. school
is te klein, moet noodzakelijk en spoedig uitge
breid, goed, wat moet, dat moet, wij
brengen gemeenschappelijk dat offer, iéder-
heeft zijn rechten, maar de gedachte alleen aan
het, tengevolge daarvan, opheffen van de openbare
school, waar nog ruim HONDERD kinderen
schoolgaan, met alle onaangename gevolgen'
daaraan verbonden, achten wij voor de burgerij
reeds een affront, in flagranten strijd met haar
rechten, haar belangen, haar geest en haar
karakter.
En dan de commissie lag niet op den loer,
neen, zij zou gedaan hebben met hetzelfde recht
wat de voorstanders van het bijzonder onderwijs
doen. Men ligt daarvoor niet op den loerl
Voorts kunnen wij er evenzeer inkomen, dat ook
de R. K. raadsleden zich tegen de opheffingsplan
nen verzetten. i
(REDi. „Ni. L. Crt.");
Plaatselijk Nieuws
DE ROLPRENT^
Op den eersten Paaschdag gaat vóór', het laatst
de „Coneordia-Biöscoop;" Voor het laatst fn dit
seizoen.. Men heeft kosten noch moeite gespaard
om deze avond goed te doen slagen. Ër wórdt een
FEUILLETON.
NORA.
„Daar ginds zit onze held,, maar zonder
hdar," wendde Dahnow zich tot dé overigen.
„Vermoedelijk dus ©en tyranniek" evader, of
eèn jalbersohe echtgenoot, die de schoon© voor
de oogen der wereld verbórgen wil houden."
De blikken van al de jongelui wendden zich
nu naar den bedoelden persoon. „Dat geloof
ik graag," riep de vreemdeling lachend, ^dat-
die zijne dame niet moodeloos laat zien 1 Dat "is
Karsten, de beroemde circus-directeur. Ik ken
hem heel goed, en heb hem nog pas ©en paar
weken geleden te W. gezien, waar hij voorstel
lingen gaf."
„Hoera voor Karsten! 'Nu, dikke., dan krijgen
ook wij uwe schoon© paardrijdster wel eens te
zien!" schertsten 'de anderen.
„Hij heeft eene jonge vrouw," ging de vreem
deling voort', „die heel mooi moet wezen; die
zal het geweest zijn."
„O neen, dan was het Nora, de kleine Nora!
jriep Degenthal dadelijk. „Hoe is 'tmogelij'k,
dat ik 'haar niet onmiddellijk' herkend heb 1
Die moet ik weerzien!"
„Nora... kleine Nora," zeidie Dahnow ver
baasd. „Ik verbeeld me, dat ge in den laatsten
tijd geduchte vorderingen gemaakt hebt, daar
gij er reeds zulke kennissen op na houdt."
„Nora Karsten," begon Degenthal weer, zon
der van die opmerking de minste notitie te ne
men. „Ja juist, dddrom frappeerde dat gezicht
mij zoo. Wel, wat is zij mooi geworden!"
„Onze groen schijnt een verliefde bui te heb
ben," riepten (de anderen lachend. „Hoor eens.
schitteren'defilm vertoont en <le avond zal vol
afwisseling zijn. We mogen nog eens verwijzen naar
de advertentie in ons nr. van Dinsdag. Men zal-zich
ongetwijfeld kostelijk amuseeren.
NÜORDSCHARWOUDE.
„Crescendo".
Wij wijzen met genoegen nog eens op de uit
voering door de zangwereemiging „Crescendo."
'den tweeden Paaschdag te geven in „Concor
dia". Uit ops vorig verslag heeft men kunnen
opmaken, dat de vereeniging een schitterende
uitvoering heeft gegeven. De zangnummers
(werden vertolkt op ©ene wijze, die bewondering
wete, als steeds. Niet voor niets is zij veie
malen gelauwerd uit dan strijd gekomen. Maar
waar wij nog eens op wilden wijzen, dat is de
sohoone en heerlijke Kindercantate „In het
Plantsoentje". Dat is, nu een en al -muziek en
poëzie. Alles in deze cantate, leeft. Het kinder
tafereel, op zang gebracht, wordt zoo levendig
vertolkt, dat het niet lang duurt 'of men is er
zelf bij. Men ziet de kinderen „schoóltjespie-
len", men hoort het orgelspelen,-— men
ziet de snaken de .poppen in 'den boom han
gen, mein hoort de „juf" bevelen, neen,
zoo allerbekoorlijkst als'de jongens lachen op
'de maat der muziek! (De piano-begeleiding
is schitter,énd). Als ze even lachen, lacht de
zaal' mee, leeft ze mee, met deze lieve,.'-Jcos-
telijke cantate, die zoo schitterend wordt ver
tolkt onder leiding vqn den Heer Hespe. ,Wie
genieten wil moet dit gaan hop ren.
BROEK OP LANGENDIJK.
Sedert Woensdagavond wordt hier vermist juf
frouw B. (ongehuwd.) Alle nasporingen tot heden
bleven vruchteloos. A
BROEK OP LANGENDIJK.
Uit waardeering voor den arbeid van den
-Nied. Mil-. Bond, werd voor het aan te bieden
huldeblijk, bij gelegenheid van het 50-jarig be
staaam van den,Bond op 1 Oct. n.s. door ruim
100 oud-militaire Tehuisbezoiekers een bijdra
ge geschonken.
Wegens het Paaschfeest
verschijnt ons volgend num
mer a.s. Woensdag.
UIT DEN OMTREK
SINT PANCRAS.
Nog even willen wij de aandacht vestigen op
de in'ons nr. van Donderdag aangekondigde uit
voering van „Kunst naar Kracht" welke vereeni
ging voor het voetlicht zal brengen „Blank en
Bruin" Indisch tooneelspel van rassenhaat. Wij
waren in de gelegenheid het tooneel te bezichtigen
en bleek ons dat voor décor kosten noch moeite
zijn gespaard. Een décor geheel- in óvereenstébi-
ming met waar het stuk speelt.
Wij kunnen dan ook aanbevelen, gezien de pres
taties van de vereeniging, den tweeden Paaschdag»
deze opvoering vooral niet te verzuimen. 1
ST. PANCRAS.
De voorjaarsbearbeiding van het land.
De voltooiing begint te naderen, rijst weer
de werkloosheid. Gelukkig dat wij hier dan
ook een veenderij bezitten en zoo zijn 'dan ook'
(nu reeds 8 werkloozen daar werkzaam.
NIEUWSTIJDINGEN
r De vreeselijke ontdekking.
In den gemeenteraad is de aangekondigde
interpellatie inzake het- bekende drama lat zich
te Baam 'heeft afgespeeld, aan de orde ge
weest.-
De belangstelling was zeer groot.
Als de voorzitter begint te spreken, wordt
groen! een salamander (dronk) op uwe terug
gevonden sohoone circusprinses! Zij zal' wel
niet zoo.preutsch zijn, dat ook wij (niet eens
kennis met haar mogen maken."
De lichtzinnigetoon der jongelui hinderde
Degenthal. „Heeren,," sprak hij zeer ernstig,
„mijne moeder is in vroeger tijd door leen eigen
aardig toeval met de familie van den heer
Karsten in kennis gekomen. Mejuffrouw Nora
Karsten was destijds nog een kind, en wij heb
ben als kinderen vriendschap gesloten, daar
zij ©enigen tijd onder toezicht mijner moeder
heeft gestaan, dat is alles."
De studenten zagen elkaar verbaasd aan. Een
hunner, wien de wijn ©enigermate naar het
hoofd gestegen was, hief zijn glas op: „Op
de prachtige vriendschapsbanden uit de kinds
heid van onzen groen!" riep hij.
Degenthals oogen flikkerden. Hij scheen
©en driftig antwoord te willen geven, toen Dah
now hem aanstiet en er zijn aandacht op'ves
tigde, dat Karsten zoo juist was opgestaan en
wilde vertrekken.
Degenthal sprong op en hield hem staande.
„Mijnheer Karsten," zeide hij, waarbij zijne
stem nog beefde van ontroering, „mag ik onze
vroegere kennismaking hernieuwen? Wij heb
ben elkaar niet weergezien sedert die da.gen
in GemèveGraaf Degenthal," voegde hij er
bij, toen de ander hem verwonderd en twijfe
lend aanzag.
„Graaf Degenthal'?" antwoordde de circus-
idireoteur, „wel, deze onverwachte ontmoe-
tign verrast en verblijdt mij zeerDe her
inneringen werden hem te machtig, zoodat hij
geen woord meer kon uitbrengen; hij stalk den
jonkman zijne beide handen tóe, die ze hartelijk
iin de zijne drukte.
'hij telkens ge int errumpe ër-d door de heeren
Van CalmhoutNoordhoff en Posthuma: Wat
is dat nu?" „Ik heb lol!" Wij zullen wel zoet;
zijn en niets zeggen!"
De voorzitter deelt dan mede, hóe het geval
zich heeft toegedragen, welk verloop wij reeds
publiceerden. Voorschrift is, dat de arrestanten
ingeschreven worden en dat ze 's avonds over
gedragen worden en dat ze 'savonds overge
dragen worden. De agenten bedienen zich daar
bij gewoonlijk van een lei als kladpapier, 's Mo
gens wordt dan het nachtrapport opgemaakt,
dat naar den Burgemeester gezonden wordt.
Vast is komen té staan, dat de wachtcomman
dant bij het overnemen der wacht, niet in b t
register heeft gezien, en ook niet de volgen
den morgen bij het opmaken van het hac'htrap
port. Hij verklaarde dat nooit te doien, of
schoon alle agenten weten, dat dit voorschrift
is. Daarbij kwamen nog eenige zeer ongeluk
kige omstandigheden, In de eerste plaats, dai
R., het slachtoffer, brood bij zich had en dus
de comgierce den volgenden dag hiet voo,
brood behoefde te zorgen. Bovendien werd hij
om 6 uur 's avonds opgesloten, toen het nog
licht was ,en is het licht dus niet, zooals ge
woonlijk, opgestoken. Wat het feit betreft, dai
de man daar zoolang levend verblijf heeft ge
houden, terwijl men niets bemerkte, had de
voorzitter proeven 'laten nemen en geconsta
teerd, dat, indien iemajnd in de cel lawaaS-
maakte, met 'het doel gehoord te worden, ,de
naaste omgeving 'dit moest hooren- Er zijn wel
.geluiden géhoord, maar eerst pp den &en April.
In tegenstelling met de persberichten, heeft
dr. Meijlboom alleen den dood, niet de oorzaak
op het tijdstip daarvan geconstateerd. Bij het
sectie-onderzoek op last der Justitie is niets,
gevonden, dat wijst op ziekte of een beroerte,
de maag was leeg. Voorloopig nemen de ge-
heesheer,en aan, dat de man ongeveer 25 of
26 Maart is gestorven. Voorloopig is de wacht-
ccommandant geschorst, in afwachting van een
definitieve uitspraak der Justitie.
Het vërblij fwerd schoongemaakt als 't ge-
buirkt Was, daarna was er geen reden meer
om ter in te gaan.
Wat de getroffen maatregelen aangaat: in
de eerste plaats is dit nachtverblijf buiten
dienst gesteld. Alle nachtverblijven worden op
het bureau ondergebracht, waar ze een bed in
de cel hebben. Voorts bestaan er plannen tot
het bouwen van ©en nieuw nachtverblijf, waar
toe dezer dagen de gemeente-architect op-
dradht zal krijgen. Verder zijn ©enige voor
schriften gegeven, die haast automatisch wer
ken, terwijl ze gemakkelijk te controleeren zijn.
Als zijn eindconclusie deelde de voorzitter
mede dat:
de oude regeling bij naleving 'der voorschrif
ten ,niet verkeerd was; i
er een nalatigheid gepleegd is;
doch dat niet vaststaat, dat deze den dood
veroorzaakt heeft;
nu afdoende maatregelen zijn getroffen.
Hij eindigde zijn uiteenzetting met te be
treuren, dat deze blaam op het geheele poli
tiecorps te Baam, waarmede hij zich soli
dair verklaarde gevallen is, en verzocht hiet
te hard te oordeelen: „Wij zijn allen feilbaar 1"
Hij betuigde zijn groot© deelneming met het
droevige lot van het ongelukkige slachtoffer.
De heer Noordhoff is van oordeel, dat als
'de voorzitter dit Zaterdag medegedeeld had,
zijn interpellatie onnoodig was geweest. Er is
een man gestraft. Die draagt niet de eenige
shuld. Spreker die zelf op gevangenisgebied,
hij is oud-directeur van een Huis van Be
waring bekend is, weet zeker dat de hoofd
agent en de andere tegenwoordige ook schul
dig zijn. Hij licht dit nader toe
D© voorzitter verzoekt de medegedeelde feiten
verzuimen van de betrokken politiebeambten
later te willen herhalen
De heer Noordhof weigert dit. Als raadslid
acht hij zich verplicht ze mede te deelen, als bur
ger heeft de Burgemeester „niets over hem te
zeggen" en wenscht hij niet als „verklikker" dienst,
„Ik zag u heden morgen uitrijden," ging De
genthal voort, „en uwe trekken kwamen mij
dadelijk bekend voor."
,,'tls hier sedert .dien-tijd peper-en-zout ge
worden," sprak de directeur, terwijl hij glim
lachend met de linkerhand door zijn haar
streek. „Ik zou u niet herkend hebben, graaf 1
Maar dar is voor iemand van uwen leeftijd een
compliment. En mevrouw de gravin, uwe hoog
geachte moeder, 'is ook zij: nog welvarend, Ik
blijf steeds met efeidelooze dankbaarheid aan
haar denken 1"
„Mijne moeder maakt het gelukkig heel goed
Wij hebben bijna onafgebroken op onze land
goederen in MoraV'ië gewoond; eerst door mijn
vertrek naar de hoogësohool ben ik van haar
gescheiden."
„En daar hebt ge eens met de Rijmsche
studentenwereld kennis willen maken? Dat was
een goed idéé van u! Uw vroegere gouver
neur, mijnheer de kapelaan, verblijft toch nog
ten uwemt? Hij is zoo vriendelijk geweest, mij
een paar maal te scbrijy©m?u&iaar door mijp
zwervend leven ben ik hftijd'té'éÊ slecht corres
pondent." "SjSi
„Ja zeker, de kapelaa^ en is nog
steeds bij ons. Wij kond^-p^e» trouwen
vriend onmogelijk missen. nog dik
wijls aan u gedacht, en ook uoéefmalen over
die dagen in Zwitserland gesp rakend Dat was
toch zeker mejuffrouw Nora, dié'u wan mor
gen vergezelde?" vroeg de jonkman met een
vluchtig opkomend blosje, dat bij hem nog op
kwam en verdween ajs bij een kostschool
meisje.
„Ja. het was mijne dochter/' antwoordde de
directeur. „Zij is sedert ongeveer een half jaar
ui Jt'het klooster teruggekeerd, waar zij hare
te "doen! Van-doctoren heeft spreker voorts ver-;
nomen, dat het „waanzin" is, "een. gevangene in,
een cel te brengen, die in weken niet gelucht
is. De gel'uidsproeven acht hij onbeteekenénd.
B. en W. missen dat zintuig, dat juist voor
hen zoo noodzakelijk is, n.l. het vermogen om
de mentaliteit der burgerij, die officieel© vast
staande mededeelingem wenscht te doorgron
den. Eerst na het ontvangen van het verzoek
om interpeleeren is tot publicatie overgegaan.
De heer Posthuma betopgt, dat hier drie
schuldigen zijn ten dat nu niet één zondebok de
woestijn in moet worden gezonden.
De voorzitter zegt, dat het schorsen nog
geen straf is. Op vragen van den heer Stoicer
betrefeinde het luchten, betoogt hij een nader
onderzoek.
De heer Van Calmthout schetst dat uitvoe
rig het diep tragische uiteinde van dezen ar
men zwerver, een sterven, dat in zijn afgrijse
lijkheid zoo scherp staat tegenover het heen
gaan van den heer De Smith, hetwelk hij dezer
dagen bijwoonde, waar ieder den stervende
met liefdevolle zorg omringde: En als ik idan
denk aan dien moei en atgesjouWdem zwerver,
die daar in een hok gestopt werp, doorweekt
ais hij was-...
De heer Noordhoff: „In een donker hok!"
De heer Van Calmthout: „Lacht u maar,
mijnheer Dyxhoornl Het is vreeselijk te moe
ten denken aan dat ontzettende lijden van dien
armen stakker. Toien u, mijnheer de voorzitter,
hier in Baam kwam, hebt u natuurlijk kennis
genomen van het een en ander. Toiejn is u dien
verkeerden toestand opgevallen, toen heeft u
die niet gewijzigd 1 U gaat hier niet vrij uit,
onder uw regime is dit geschied, terwijl u er
van istwl Al's u toen gedaap had, wat u thans
gaat doen, was dit tragische voorvat niet ge-
beuridl
D|e heer Dyxhoorn protesteert tegen de
uiting van den vongen spreker, dat hij geglim
lacht zou hebben.
De voorzitter zegt* dat deze schorsing niet
'as straf moet worded beschouwd. Een -ambte
naar, waar een verdenking op rust, wordt altijd
geschorst, ook al omdat hij daardoor van zijn
prestige inboet.
Die (heer Noordhoff: „Dan mqet .u ze alle
drie schorsen 1"
De voorzitter: „Dat is een zaak;, idie aan
mij staat te beoordeelenl"
De discussie o,ver deze zaak wierd hierop
gesloten.
De klacht van een Duitscher
Een lezer van de „Berliner JLoxal Anzeiger", die
naar Nederland kwam in Den Haag een betrekking;
te aanvaarden, maar later over de grens gezet werd
omdat hij zich niet geHouden had aan de hier gel
dende visumvoorschriiten, beklaagt zich in dat blad
over de hem aangedane beiianaeüng in ons land.
Hij vertelt, dat lnj in December van het vorige
jaar als bediende werd aangenomen door een Duit-
sche firma in Den Haag. „Daar ik er prijs op stelde,
spoedig de betrekking te aanvaarden en ik ook van
de moeilijkheden geboord had, die de consulaten
opwerpen bij liet verleenen van een visum, liet ik
mij door een bevriende familie een uitnoodigings-
Dri-et sturen, waarop ik dan ook het visum voor
den tijd van zes weken ontving, maar eerst nadat
liet consulaat in Berlijn-bij de pascentrale in Der»
Haag had nagevraagd, of ik inderdaad door de be
wuste familie was uitgenoodigd."
Bij aankomst in Den Haag meldde de Duitscher
zich bij de politie. Drie weken daarna kwam een
politie-Deamote op het kantoor der firma en ook bij.
(Je betrokken familie om vast te stellen, dat de
Duitscher zonder toestemming een beroep uitoefen
de omdat hij maar voor een bezoek uitgenoodigd
was. (De betrokken Duitscher insinueert dat een
op dat kantoor werkzame Nederlander hem ver
klapt heeft, omdat een bloedverwant van den Ne
derlander al maanden lang werkloos was en de
firma daarentegen dezen Duitscher had aangeno
men). Tengevolge hiervan werd de pas van den
Duitscher ingetrokken. De firma, die verzuimd had
aan de arbeidsbeurs toestemming te vragen om
den Duitscher in betrekking te mogen nemen wilde
dit alsnog doen, maar 't was toen te laat. Op
den dag dat het visum afliep, wendde de Duitscher
zich tot de politie om nog eenige dagen uitstel,
maar in plaats daarvan werd hij gearresteerd en
opvoeding ontving. Eindelijk had ik gelegen
heid/mijn kind tot mij te nemien, ppdat ik on
langs hertrouwd was."
Degenthal scheen hierdoor min of meer pijn
lijk getroffen, wat den directeur niet ontging,
en 'nu ontstond er een kïfrte, pijnlijkte pauze.
„Een klein weinigje huiselijkheid hebben wij
broodmoodig bij al' onze onrust 1 Zoo, zachtjes
aan komt ;de oude dag," zei-de de directeur,
op een ©enigszins gedwongen toom het gesprek
weder voortzettend.
„Men mag u dus gelukwenschen sprak' De
genthal, om hem over dit lastige oogenbl'ik
been te helpen. „Maar juffrouw Nora, zou ik'
ook niet met hdir de kennismaking eens mo
gen hernieuwen?"
„Als ge mij die eer zoudt willen aandoen!,j
Voorloopig zijn wij; allen hier in het hotel géi
Ibgeend; maar intusschen heb ik even buiten
'die stad een villa gehuurd, waar mijne vrouw
en dochter' ©enigen tijd hun intrek zullen mi
men. Mijne vrouw moet zich wat. ontzien, en
mijne dochter werkt niet mede in mijlne zaak."
„Mag ik haar hier reeds eens komen be
zoeken?" vroeg Degemthaï haastig.
„Al's gij ons di eeer zoudt willen bewijzen!"
herhaalde de directeur weder op vormelijken
toon. Men kon duidelijk aan hem bemerken,
dat hij den jonkman geen stap tegemoet wilde
komen.
„En wanneer ben ik er het zekerst van. u
en 'de dames thuis te zullein treffen?" ging
Degenthal voort, om voet bij stuk te houden.
„'s Ochtends neemt mijne zaak mij altijd ge-I
'heel in beslag; maar de avonden, die wij vrij
'hebben, wijd ik steeds aan mijn gezin. Mor
gen is dit weer het geval,"