van Noordscharwoude, Kuiper toch scifade zou hebben gelèden door het minder aantal' vaar tuigen dat "daar passeerde. K. komt oo*k alleen neer op Se schade door de sluis van Noordschar- wouüe veroorzaakt. De heer Paarlberg zegt zioh al eens de vraag te hebben gesteld of de sluis van Oudkarspel niet moet worden vergroot, en of de sluis zooals zij nu is, in de toekomst niet vruchteloos zal blijken te zijn. TWjaar de bouwers thans ook veel sleepen, wordt er geen gebruik gemaakt van de «luis. De voorz. zegt daar ook al eens over nagedacht •te hebben. De vaart aan de westzijde is echter te klein voor groote vaartuigen. Wanneer men uit het Noorden komt om naar de veiling te gaan zal men dan toch niet de sluis van Oudkarspel ver kiezen boven die van Noordscharwoude. Aan de Oostzijde heeft men vrij water. Bij1 storm, wan neer het niet zonder gevaar is 't Waardje te pas- seeren, zou men misschien hier door de sluis gaan. Bij vérgrooting zullen de renten de kosten niet kunnen dekken. Er is al eens een onderzoek ingesteld, maar het ging niet. t De heer Paarlberg zegt dat de vergrooting een f8000 moest kosten, maar het niet ging omdat het verkeer niet zoo groot was. Spr. gelooft dat "de sluis hier langzamerhand overbodig zal wor den. De heer Bakker moet toegeven dat men "bij het geven van restitutie een gevaarlijk precedent gaat scheppen, want dan zouden de huurdjers van de gemeentelanderijen ook wel kunnen komen. Spr. is er geen voorstander van om zoo te ver pachten waarbij niet gevraagd wordt of de pach ter er een brood op heeft, maar gezegd wordt, als men de contanten maar ontvangt. De ge taeente heeft zich af te vragen: heeft de pachter 'daar brood of niet. K. noemde de Bleekmeer. Dat is overmacht. Daarmee kan men geen rekening houden. 0«k wist men niet vooruit of de sluis van Noordscharwoude vergroot zou worden. Het is echter jammer dat de gemeente voordeel trekt van hem ten koste van hem, die er veel nadieel heeft. De voorz. Het vorig jaar hadden de meeste tuin bouwers geen brood. Stel u nu eens voor dat die ook om verlaging van pacht vraagden. Wat een eigenaardigen toestand zou men daardoor in het leven roepen. Mijn oordeel is dan ook dat wij hier op niet kunnen ingaan. De heer Bakker. De tuinbouw heeft nu een goed jaar en dat is met de sluis niet het geval. De voorz. Wij hebben nu een langen winter ge had en die heeft zeker niet weinig er toe bijge dragen dat de groenten door groote vaartuigen werden vervoerd. Bij een normalen toestand zal men ook meer gebruik maken van de kleine vaar tuigen. Mocht de raad echter tot het een of ander willen overgaan, zoo adviseert Z.E.A. het verloop van dezen winter af te wachten. 1 De heer Kostelijk is er ook niet voor om iemand sen strop te bezorgen, maar is van oordeel dat de raad hieraan niets kan doen. De heer Bregman is van meening dat de ge meente niet minder kan laten betalen. Wij kun nen er niets aan doen dat hem de centen uit dén zak worden gejaagd. De heer Bakker vindt het jammer dat de ge meente aan die centenjagerij voordeel trekt. De voorz. vraagt thans wat de raad wil. Af wijzende beschikking ;gedeeltelijke kwijtschelding ot het doen eindigen van de pacht. De heer Bregman zou, wanneer men restitutie wil geven, dat doen bij het eindigen van djsn iipachttijd. l De heer P. Kroon zou nog een jaar willen wachten om te zien hoe het dit seizoen gaat. De heer Paarlberg wil geen rekening houden met wat er gebeurt is, maar stelt voor over de volgende twee jaren een restitutie te geven van i 225.—. i De heer Bregman acht dit bijzonder gevaarlijk. De heer Kostelijk zegt dat men dan den dag .zal beleven, dat anderen hieraan zullen herinne ren. D« heer Bakker. Ieder geval staat op zich zelf, en zal ook op zich zelf beoordeeld worden. De heer Kostelijk. Wanneer men de sluis pacht staat men voor de lusten en lasten. V 1 FEUILLETON. NORA. VI. Dahnow was na een afwezigheid van drie maan den teruggekomen. „Waar is Degenthal?" had hij gevraagd, toen hij dezen in den kring der vrienden, die hem welkom heetten, niet wederzag. „Ja Degenthal luidde het antwoord!, dat met schouderophalen en geheimzinnige glim lachjes gegeven werd, „die heeft wel wat andJers te doen! Dien ziet men tegenwoordig bijna niet meer." „O liefde, liefde! wat zijt ge heerlijk, heerlijk schoon!" zong er een met zielroerende stem, ter wijl hij de hand op het hart legdle. „Wat is er met hem gebeurd?" riep Dahnow driftig uit, hem min of meer gramstorig aan ziende. „Wat hebt gij met hem?" f „Mij hebben niets met hem', maar hij schijnt Iets mot anderen te hebben, dat hij zich zoo zel den laat zien. Misschien is hij ook alleen in het belang zijner studiën zoo onzichtbaar, in de villa bestudeert hij wellicht de schoone kunsten." „Och wat!" viel de Westfaler den spreker in de rede, je zeurt met je allen nog veel erger dan een troep oude wijven! Degenthal is tot voor eeni gen tijd voortdurend bij ons geweest, en enkelen uwer komen zelf dikwijls genoeg in de villa; mag dan niemand meer eens een mooi meisje aanzien, zonder dat de geheele wereld er. dadelijk iets van te zeggen heeft?" i „Het komt er maar op aan, hoe dikwijls men De heer Jb.= Kroon stelt voor" den pachttijd-te verminderen van 5 op 4 jaar. - De heer Paarlberg. Als het een strop; Voor hem is, is hij hiermede niet gebaat. Het voorstel Paarlberg in stemming gebf%pht wordt verworpen met 2 tegen 5 stemmen. Voor de heeren Paarlberg en Bakker, tegen de hqqpqn BBregman, Jb. Kroon, P. Kroon, P. Groepten P. Kostelijk. Het voorstel van den heer Jb. Kroon wordt hierna met allen voor aangenomen. Een verzoek is ingekomen van den heer Nap1 Sr. om het stuk grond gelegen aan de Noordzijd^ .vait de sluis te mogen huren om daarop"3 ,.e<èi noodwoning te bouwen voor zijn zoon. De grond is breed 8 Ml en lang 26 M. B. eD Wi. stellen voor aan dit verzoek te vol- doer en den grond te verhuren voor den tijd van 5 jaren tegen een prijs van f 15 per jaar. De-voor waarde wordt er aan verbonden dat de noodwo ning op 1 Mei '2 9verwijderd moet zijn. De kos ten van het maken van het contract komen vóór rekening van den huurder, i De heer Groen vraagt of men er van verzekerd is dat men den grond in die 5 jaar niet noodig 'zal hebben. Anders moet er nog een bepaling worden bijgemaakt. Bijgevoegd wordt de bepaling of zooveel' eerder als door den raad wordt bepaald. De heer Paarlberg vraagt of er nog niet een bepaling moet worden gemaakt omtrent den bouwvorm. Spr. wilde de woning niet te vast doen zetten om deze desnoods zoo te kunnen ver plaatsen. Ook acht spr. het bedrag van f 15 te hoog en zou dit liever bepalen op f 10. i Met allen voor wordt besloten het terrein op de genoemde voorwaarden te verhuren tegen een prijs van f 10 per jaar, terwijl B. en "Wj. rekening zullen houden met den bouwvorm'. Thans vraagt voorz. of de raad nog op- of aan merkingen heeft op de politie-verordening en of men nog veranderingen wenscht aan te brengen. De heer Paarlberg vraagt waarop het verbod slaat in art 5, om voorwerpen of waren van wel ken aard ook uit te venten, ten verkoop aan te bieden of uit te stallen. oisn»d. De voorz. antwoordt dat dit slaat op de bede larij. In art. 12a staat dat het verboden is zöndèr toestemming bekendmakingen te plaatsen, te fbe- ivestigen, enz. aan huizen, palen enz. 11 De heer Paarlberg zou hieraan willen verbim <ïen dat dan gelegenheden voor aanplakking wor den aangewezen, vooral met het oog op den ver- werkiezingstijd. De aanplakborden zijn daarvoor Ae klein en daardoor zal men met temeer ki^eht tegen overtreding kunnen optreden. - De voorz. weet niet of men voor die reclaitnè- 'makerij gelegenheid moet geven. Z.E.A. is van oordeel dat de personen daarvoor zelf dienéii'j.'fe zorgen. Het is zoo bijzonder hatelijk, wanneer de "lantaarns zijn geschilderd en men, gaat. er aanplakken. De heer Paarlberg zegt dat er geplakt wórdt, "wanneer er geen mensch bij is. De particuliè're eigendommen worden wel zooveel mogelijk ont zien. M anneer de gemeente gelegenheden ver schaft zal men daar gaan plakken en men wïl Je biljetten wel weer weghalen ook. De voorz. Wanneer men gelegenheid zou geven bij de school, en op het Noord- en Zuideind'e Jan vinden heeren reclamemakers het nog tekort. De heer Paarlberg zegt dat men dit dan0 zül bespreken in een vergadering en men dan lier- /gens anders zal plakken. j D'3 heer Bakker vindt het niet zoo erg wanneer er aan een lantaarnpaal wordt aangeplakt. De voorz. Daar Wijven de biljetten, men haalt wb er niet meer af. Er is niets tegen om wanneer hef verzoek wordt gedaan gelegenheid tot aan plakking te geven, maar het blijft toch meer op den weg der vereenigingen liggen. - De heer Bakker zegt dat alle partijen plakkefn en daardoor veel wordt ontsierd. Veel plaatsen geven aan ook gelegenheid tot plakken. A>,1 De heer Paarlberg. U voelt er niet voor maar het is het eenige middel om! er af te komen. De voorz. Het ligt op den weg van de vereni gingen om borden te plaatsen. Z.E.A. vraagt hierna of de raad het goed vind/t dat een bord wordt gegeven op het Noord- en Zuideindte en op het erf bij het raadhiuis. haar aanziet!" merkte een der anderen lachend! op. „Degenthal althans gunt zich dat genoegéh nog al zeer rijkelijk!" ,D&t is overdreven; eenige dagen geleden is hij op reis gegaan! Hij wilde een tochtje langs den Rijn doen. Anders zo uhij zeker hier zijn, Dahnow; hij heeft herhaaldelijk naar u ge vraagd." Dahnow haalde weer ruimer adem ;hij had in al dien tijd niets van Degenthal gezien of ge hoord, en al is dat nu ook juist onder mannen, bij wie gewoonlijk de lust tot correspondeereD er met de jaren niet grooter op wordt, volstrekt niets ongewoons, toch kwam er bij al die toespe lingen een onaangenaam voorgevoel in hem op. Hij wilde er liever niet verder naar vragen. Toen hij na afloop van een klein welkomstfeest, dat de vrienden hem bereid hadden, afscheid van hen nam, ging de Westfaler nog een eindweegs met hem mede. j j „Hoor eens, Clemens," sprak deze na een korte stilte tot Dahnow, „gij zoudt met dien Degen thal toch ,wel eens een appeltje onder vier oogen kunnen schillen, uw beider ouders zijn altijd' met elkaar bevriend geweest. Ik heb daar straics mijn best gedaan om lhet den anderen uit het hoofd te praten; maar eerlijk gezegd bevalt het ook mij niet, dat hij altijd in die villa zit en zich van alles terugtrekt." „In welke villa?" vroeg Dahnow. „Wel, bij de familie van dien circus-directeiir Dat is geen gezelschap voor hem, al spreiden 'die menschen ook nóg zooveel luxe ten toon. .Hqt meisje is beeldschoonik heb haar een paar maal voorbij zien rijden; maar als onze Degenthal zich MT.ordt goedgevonden. --- j. De heer Paarlberg vraagt-verder of bet niet-te Zwaar voor eendenhouders is dat zij gedurende het geheele jaar hun eenden moeten vasthouden. Het eendenhouden wordt daardoor onmogelijk ge maakt. De voorz. antwoordt dat het gedaan wordt met het oog op den tuinbouw. Alle leden zijn er van overtuigd dat dit een te krasse bepaling is en wordt bepaald dat eendien moeten worden vastgehouden van I Mei tot 1 November. De heer Paarlberg vraagt thans of het niet te ver gaat dat gelegenheid wordt gegeven om zijn deelname aan de brandweer aff te koopen. De. voorz. antwoordt dat die gelegenheidj' er al tijd geweest is. 1 De heer Paarlberg. Die goed 'in' z'n oen ten zit koopt zich af, en spr. zou - daarom personen, die niet kunnen yan hun werk, vrij willen stellen. De voorz. leest een art. voor uit de gemeente wet waarin gelegenheid tot afkoop wordt) ge geven. Blijft gehandhaafd. Na nog eenige besprekingen ovër een paar arti kelen van de verordening wordt die rondvraag gehouden. In verband met de verlichting in de morgen uren vraagt de heer Paarlberg of dat wat door de tuinbouwvereeniging wordt verzocht, niet plaatselijk kan worden gedaan. De voorz. zou, nu het schrijven van de Gas- eommissie voor kennisgeving is aangenomen, er niet verder op in willen gaan. De heer Paarlberg dacht, dat wanneer men dit plaatselijk wenschte, men niet anders had te doen dan dit aan de Gascommissie te berichten. Verder vestigt de heer Paarlberg in verband met het achteruitzetten der hekken de aandacht phet verplaatsen van lantaarn- en telefoonpalen. 1 De voorz. antwoordt dat hieraan reeds de aan dacht is gewijd. Eempaar maanden terug is door mij hiernaar gevraagd door bemiddeling van den heer .geertjes. Deze deelde mij echter, mede, dat men van plan is toch palen tie verzetieir en die; anderen dan meteen kunnen wordenvefzet. JQites betreft palen zooals bij Jonker, Abr. Hart en G, van Dort enz. De rondvraag verder niets opleverende, volgt sluiting der vergadering. Rechtzaken Zitting van Maandag 5 Mei. 1 De koolzaak de wereld uit. De politierechter ging heden verder met de be handeling van de strafzaak tegen de 2 Langedijker.' rtansportarbeiders, die wat al te vrijmoedig had-, den omgesprongen met een partij kool, aan den' heer R. Slot toebehoorend. Gehoord werd de heer Muhring, ambtenaar der reclasseering als getuige. Daarop deed de politierechter uitspraak, veroor deelde ie beklaagde tot 4 maanden gev. en 2de bekl. tot 3 maanden gev. voorw. met 3 proefjaren? stelde o.m. als bijzondere voorwaarden: verplichte geheelonthouding en verbod om in café's en pleizier booten muziek te maken geduréndè' deze 3 proef jaren. t Leelijke lasterpraat. De Tesselaar Nannes K. had in den avond van- 10 'Februari in een café, na afloop van een uitvoe ring een paar jeugdige dienstboden schromelijk belasterd door rond te kraaien, dat hij in het bezit was van een dezer meisjes zeer compromitteerende fotografie. Toen de meisjes deze lasterpraat ter 00-: ren kwam, deden zij, in het bewustzijn van hun on schuld een aanklacht. De burgemeester stelde als nog Nannes in de gelegenheid de meisjes door mid-; del van een advertentie te rehabiliteeren, doch N'. maakte van deze gelegenheid geen gebruik, zoodat hij heden voor den politierechter werd gedaagd. Hij moest hier erkennen, dat hij niet in het bezit was van een dergelijke onfatsoenlijke foto en werd nu veroordeeld tot f20 boete of 20 dagen. Een rampspoedige winkelier. Een voormalig winkelier uit Alkmaar, thans te Amsterdam in armoe levend, had bij den verkoop zijner zaak ook een vleeschsnijmachine en een snel weger overgedaan aan zijn opvolger, welke machi nes echter niet zijn eigendom waren, omdat zij door de N.V. Van Berkels patent waren geleverd in huurkoop en de koopsom niet was voldaan. Reeds op 24 Maart was deze zaak behandeld, doch geschorst omdat beklaagde beweerde ,dat hij ver- daaraan verslingerde, zou het toch zonde en jam mer van hem zijn." V „Loep heien!" riep Dahnow; „als het dat is!... Hij kent die familie nog uit vroeger tijd; ik ge loof, dat het meisje door een toevallige omstan digheid geruimen tijd.ten huize der Degenthlals heeft vertoefd, omdat de gravin harët moedeer kende, kinderen-vriendschap!" „Wees maar voorzichtig met uw kinderen- vriendschap! Vuur en stroo deugt niet bij me kaar! sprak de bedachtzame Westfaler waar schuwend. „Op die klip zijn reedsT beteren en sterkeren dan Degenthal gestrand! Ik zeg u nog eens: waarschuw hem!" (Aijt gij er óók geweest?" vroeg Diahnow. „Neen! Enkelen komen er af en toe. Het moe ten zeer fatsoenlijke menschen zijn, daar wil ik niets tegen inbrengen; ook op het meisje zelf heb ik piets aan te merken. Maar bij ons in Westfa- len blijft men liefst onder zijnsl gelijken, dan gebeuren er geen gekheden. Al die visites-makerij van Degenthal kan nergens anders toe leiden, dan dat hij óf ziehzelven óf hfet meisje ongelukkig maakt." De Westfaler hield zelden of nooit zulke lange redevoeringen, en had zich door de over groots opwinding geheel buiten adem gepraat. „Och kom!" zeide Dahnow weer, „gij West- falers sluit u altijd driedubbeld hermetisch af; dat kan men van anderen mensehenkinderen niet verwachten." „Wij hebben er ons tot dusver niet sleoht bij bevonden. Doe nu wat ge wilt, ik heb er, u het mijne van gezegd." „Wij zullen zien," sprak Dahnow geruststel lend... „Degenthal zal wel weten wat hij ,(j,o$t." |chillende bedragen t$r-.i afbetaling,- had ter -Rand gesteld aan -zekeren v. d. L„ directeur van een incassobureau, bij wien hij in dienst was gekomen. Deze v. dr. L. zou die gelden niet.aan Van Berkels; patent hebben afgedragen. Thans, werd ook deze v. d. L, thans vertoevende in de strafgevangenis: te Amsterdam als getuige gehoord. Deze overlegde verschillende kwitanties, strekkende tot kwijting van de afbetaling. Het bleek echter dat Van Ber kels patent nog f 436 van beklaagde had te vor-i deren. De politierechter nam dus verzachtende omstandigheden in aanmerking en veroordeelde be kl. tot 3 maanden voorw. met een proeftijd van 3 jaar en de verplichting dat bekl. in wekelijksche termijnen van f2.50 na 6 maanden aan te vangen de nog bestaande schuld van f 436 aan te zuiveren. Een onbetrouwbare voogd. Een landarbeider te Anna Paulowna, voogd over 2 minderjarige kinderen van zijn overleden zuster, welke kinderen van de Holl. Spoorweg een geidelij-, digheid een bedrag van f276 aan die kinderen* ke toelaag genoten, had lakenswaardige v.rijmoe- toebehoorend, te verduisteren teneinde zich ter gelegnheid van zijn tweede huwelijk netjes te in- stalleeren. Toen deze zaak uitlekte probeerde hij zich te dekken met een dpgr-l}s^jn broeder valsche- lijk geteekende schuldbekentenis, waaruit zou blij ken, dat hij dien broeder- geld had geleend. Dit bedrog kwam echter ook aan het licht en nu werd de waardige voogd niet alleen gedwongen wekelijks f4 van zijn loon af te zonderen, voor de benadeelde kinderen doch tevens stond hij he den terecht wegens de gepleegde verduistering-. De politierechter achtte het in het belang van de kinderen bekl. tot een voorw. straf van 4. maanden, tè veroordeelen, met 3.proef jaren en de verplich ting voort te gaan met wekelijks f 4 af te betalen tot het verduisterde bedrag weer geheel zou zijn aangezuiverd. 1 I Kloppartij te Broek op Langendijk. De landarbeider Jan F., kreeg op 21 Maart twist met zekeren K. Kostelijk van wien hij nog f5, loon meende te vorderen te hebben en zocht zijn vermeend recht door handtastelijkheden. Hij sloeg Kostelijk tegen den grond en beet hem in zijn duim. De heer Piet Zeeman, die bij dit spek-, takel tegenwoordig was, trachtte tevergeefs;, de vechtenden van elkander te scheiden. Uit de ver klaringen van Kostelijk en Zeeman bleek heden, toen F. wegens die mishandeling terecht stond, ,dat laatstgenoemde geheel in het ongelijk was, en werd de loshandige snaak veroordeeld tot f30 boete of 30 dagen. De politierechter merkte bekl. nog op dat hij meer dan goed voor 'm was, ge-; bruik maakte van sterken drank, hetgeen .door beklaagde werd ontkend. Koek en Jenever^ Een zwervend zeeman, met name Petr. v. L., nam op 7 Maart, toen hij stevig onder den invloed was, eenige stukken kantkoek weg uit den winkel van den koekbakker Kooijman aan de Voordam te Alkmaar. De snoeplustige pikbroek werd later aangehou den wegens dronkenschap en op het bureau kwa men 8 stukken kantkoek voor den dag. Nuchter geworden verklaarde de arrestant niet te begrijpen hoe hij aan die zoetigheid was geko men. Bij verstek veroordeelde de politierechter hem heden tot slechts f 10 boete subs. 10 dagen. Een dronken zeeman die koek steelt geeft reeds blijk van verminderde toerekeningsvatbaarheid. Onverdraagzame buren. De los-arbeider Mart D. te Uitgeest leeft op voortdurende» voet van oorlog met zijn buren, de tuinlieden gebrs. Mul. Thans stond D. een huisva der met 8 kinderen terecht, omdat hij een der gebroeders met een knuppel had geslagen en hem ahd geschopt Beklaagde erkende de mishandeling doch beweerde dat hij voortdurend door zijn buren werd „gepestDeze lachten hem uit, voegden hem hatelijkheden toe over zijn groo gezin en smeten de talrijke steenen, die bij het spitten uit hun giond te voorschijn kwamen, tegen den muur van zijn woning en qp de dakpannen. Bij zulk een voortdurend getreiter kon beklaade niet altijd zijn kalmte bewaren De politierechter hield rekening met een en ander en veroordeelde bekl. tot f15 boete of 15 dagen j Het bloed kruipt waar het niet kan gaan. De i-8jarige P. K. te Hoogkarspel, verontwaar digd op Joh Beerepoot, omdat deze Piet's 8- jarig broertje een schop tegen z'n maag gaf, toen dit ventje plagend aan de bagagedrager van z'n fiets greep voelde zijn broederlijk bloed verkarne- melken en gaf Beerepoot een paar opstoppers met zijn klomp. Voor die mishandeling stond P. K. heden terecht, doch hij werd in verband met ver schillende omstandigheden die niet in het voordeel van den mishandelde pleitten, veroordeeld tot slechts fo.50 boete of 1 dag hechtenis. Leelijk misgerekend. Een Alkmaarsch huismoedertje, dat niet de te ring naar de nering kon zetten en dus op haar De Wiestfaler haalde de schouders op en ging heen. Dahnow zelf was evenwel niet zoo gerust, als hij het wel had willen doen voorkomen. „Ik zal toch eens een wakend oogje op den jongen houden," dacht hij. „Eigenlijk is hij er juist als voor geknipt, om levenslang 'domme streken uit te halente goed om lichtzinnig te zijn, te dweep ziek om verstandig te blijven." Het „wakend oogje houden" werd den goeden Dahnow echter gedurende de eerstvolgende dagen onmogelijk gemaakt, want hij kreeg Dqgenthal uiet te zien. Telkens wanneer hij zich aan diens woning aanmeldde, gaf men hem een „niet thuis" ten antwoord. „Misschien is hij verstandig,geweest en op reis gegaan," troostte de dikke zichmaar toch besloot hij, eens met eigen oogen den stand van zaken in de villa te gaan onderzoeken. Op grond vaD zijn eerste bezoek bij den directeur was een. visite aldaar gerechtvaardigd. Zoo bracht Dahnow dus op zekeren' middag zijn uTitwendigen mensch met het doel van zijn., bezoek in overeenstemming, en wendde hij zijne schreden naar de villa. Hij werd toegelaten. Mevrouw Karaten ontving hem vriendelijk, en informeerde allerminzaamst naar zijne woonpltaats en zijne reis. Enkele ge°' graphische onnauwkeurigheden ten opzichte van Mecklenburg hoorde hij ridderlijk zonder blikken of blozen aan, en telkens wist hij met een behen- digen zwaai de radde tong der dame weer in het rechte vaarwater te brengen. Toch bleef zij hardnekkig voortgaan met vragen, zonder zich veel met mededelingen in te laten. J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 2