Alkmaarsclie Snuifjes. Gemeenteraad Sint Pancras De raad dezer gemeente vergaderde gister middag 3 uur, in voltallige zitting, onder voor zitterschap van den Burgemeester. Na opening volgt voorlezing en goedkeuring der notulen. Tl it de ingekomen begrooting van den keurings dienst van waren, district Alkmaar, blijkt, dat de bijdrage 18.17 cent per inwoner bedraagt Ingekomen is de rekening en verantwoording van de toevoerlijn Broek op Langendijk—Alk maar. De rekening over '23 sluit met een voor- deelig saldo groot f 10672.61. De gegarandeerde Oopbrengst ad f12000 wordt voor '24 aldus ver minderd tot f 10151.82 waarin het aandeel van deze gemeente bedraagt f 1268.98. Goedkeuring van Ged. Staten op de gemeente- begrooting '24. Bij beschikking van den minister van Arbeid, Handèl en Nijverheid, is de rijksbijdrage in de jaarwedde van den correspondent voor de arbeids bemiddeling vastgesteld op f30, overeenkomstig ingezonden acclamatie. Bericht van den Pensioenraad, dat de pensioens grondslag van Jantje Booij met ingang van 1 Jan. 1919 met f25 moet worden verhoogd, in verband mét haar ontslag als aanmaakster der Schoolkachels. Overeenkomstig wordt door den raad besloten. D'e overige s tukken worden voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen is de rekening van de Veenderij over 1923. t Hieruit blijkt dat op den molen is afgeschre ven een bedrag van f127, zoodat daarvoor over blijft f 2159. Aan arbeidsloon werd uitbetaald) een bedrag van f6214.80. Aan salarissen voor secretaris-penningmeester en opzichter f6500 en werd voor f436 aan riet aangekocht, De totale uitgaven hebben bedragen f 12190.88. Aan verkochte turf iWerd ontvangen f 5511.10, 'terwijl aah niet verkochte turf mg voor een be drag aanwezig was van f12200. Zoodat het to taal der ontvangsten bedraagt f 7711.10. De re kening sluit alzoo met een nadeëlig saldo groot f 4479.781/2) waarvan voor de gemeenten Koe dijk en St. Pancras ieder ten laste komt een be drag van f2240. Deze rekening wordt zonder eenige discussie goedgekeurd. t Bepaling van het vermenigvuldigingseijfer voor de Plaatselijke Inkomstenbelasting dienst 1924- "1925. De voorz. zegt dat dit hét vorig jaar bediroeg 1.1. B. en "W1. stellen nu voor dit te bepalen op ,1.3 gelet op den beteren eoonomischén toestand iB. en W. durfden echter niet lager te gaan in verband met de vroege koolteelt, waarmee de bou wers nog de schade hebben geleden, door de .z.g.n. „schieters". Tot dit cijfer kan worden over gegaan in de overtuiging dat men hiermede vol doende gedekt zal zijn. Het voorstel wordt zonder discussie aange nomen. Van de Veenderij-commissie is ingekomen het verzoek toe te staan dat ook ongeorganiseerde arbeiders in de Veendërij ku'nnen worden toege laten. - - i De voorz. herinnert aan het door dezen raad" en dien van Koedijk genomen besluit alleen ge organiseerde arbeiders daarin toe te laten. De Veen-Commissie voelde zich echter bezwaard ten opzichte van die bepaling, omdat men zoo doende als propagandist voor de organisatie zou optreden. Daar gevoelt de Comm. echter niet voor. Er komen tijden, dat, wanneer het bedlrijf moet doorgaan, men geen georganiseerde arbeidjers kan bekomen, doordat deze in anderen dienst zijn. Verleden jaar is het ook reeds voorgekomen, dat men voor het keeren van de turf ongeorgani seerde arbeiders moest nemen. Toen hebben zelfs vrouwen en een woonwagenbewoner in de Veen derij gewerkt. Wil men de hand houden aan het 'besluit van uitsluitend georganiseerde arbeiders, dan wordt de turf niet gekeerd. De heer Muurling zegt dat dit al eens meer besproken is, en toen met hét oog op het verkrij gen van de subsidie niet is ingevoerd. De heer Duif zegt dat Koedijk dan toch ook met het oog op de gemeenschappelijke regeling het besluit zal moeten nemen. De voorz. antwoordt dat hierover niets in de kan Bandelen zooals het wil. Wanneer, wij het^hp- De heër Slijker is ook van oordeel, dat Koedijk gemeenschappelijke regeling voorkomt. - sluit nemen behoeft Koedijk het nog niet te dö«ir. De heer Zeegers zegt, dat wanneer de subsidie daardoor zou vervallen, men er heel anders tegèii- over zou staan. De vooi;z. De turf moet gekeerd worden. Wan neer men geen georganiseerden kan krijgen, 'moét -men ongeorganiseerden nemen. "Wanneer hqtj te- drijf het vraagt, moeten wij wel. Het verzoek van de Veen-Commissie wordt hierna met allen voor aangenomen. Goedgekeurd wordt een voorstel van B. en Wi. tot het doen van af -en overschrijvingen tot/een bedrag van f 1093.591/2- Verder stellen B. en Wi. voor het doen van be talingen uit den post voor onvoorziene uitgaven 'tot een bedrag van f 1067.50. Ook dit wordt goedgekeurd. Hierbij blijkt dat voor het ^vlakken van het uitgeveende land aan werkelooze arbeiders, dus buiten het veenderij- bedrijf om is uitbetaald een bedrag van f870.50. Voor sneeuwopruimen is uitbetaald een bedrag van f 128. In totaal is door de gemeente dus aan werkver schaffing uitgegeven een bedrag van f9988.50. begrooting voor den dienst '23 in. De uitgaven Verder dienen B. en W|. nog een suTppletoire die moeten worden gedaan, kunnen bestreden worden uit de gewone middelen der gemeente. Voor deze begrooting stellen B. en W1. voor het bedrag van de Plaatselijke Inkomstenbelasting te verhoogen met f 3000, een bedragf Rat ook meer ontvangen wordt. Daarvoor f2250 te beste lden voor dekking van hét tekort ontstaan bij de Veender ijen f750 te reserveeren als pöst voor on- -voorziene uitgaven, die eventueel nog moeten jfior tien gedaan voor onderwijszaken. Ook deze begrooting wordt zonder discussie goedgekeurd. ;^r.. *NIets meer aan de orde zijnde volgt hierna sluiting der verga'dering. En daarom nam Dahnow opnieuw de pen ter hand, om een tweeden brief op te stellen, die hem echter niet minder moeite dan de eerste scheen te kosten. Toen hij er mede gereed was, pacheteerde en adresseerde hij met een bij hem fzeldzame haast de beide missives, waarna hij ze terstond, zonder ze verder met een blik te ver waardigen, door zijn huisknecht naar het post kantoor liet brengen. Hij stond toen met een zucht van verlichting op, liet zich in zijn gemakkelijksten fauteuil neervallen, stak zijn fijnste Havanna op, en zwaai de zichzelven in vijf minuten tijd wel tienmaal den lof toe, naar zijn besta weten gehandeld' te hébben. Maar als men hem op' dit eigen oogen- blik als spion had willen ophangen, zou hij het ondanks alles rechtvaardig gevonden hebben, in zulk een jammerlijken gemoedstoestand ver keerde hij. „De drommel mag mij halen, als ik den jongen, zoodra hij morgen hier komt, niet aan 't biechten breng, en hem ronduit mijne meening zeg, om hem tot bezinning te doen komen!" Dit was het laatste besluit van dezen veelbewogen dag voor den eerlijken Mecklenburger. Maar yoornemens, die wij op derden gegrond hébben, zijn nooit zoo heel gemakkelijk ten uit voer te brengen. „De jongen" verscheen toevallig den volgenden morgen niet; en nadat de brieven ;nu toch eenmaal onherroepelijk geworden wa ren, kwam er in Dahnow's vurige begeerte om zijn vriend ook mondeling tot redé te brengen, githans voorloopig wat kalmte. Idioot'gedoet In de barre oorlogsjaren héb ik 'n beetje O, W. weten te maken met de leverantie van cacaq-cjfpp pen en houten schoenen-pennen, die ik ook aan den anderen kant liet aanpunten en aan het Duitsche legerbestuur voor haar verkocht en daar door ben ik ook aangeslagen in de vermogensbe lasting. Verbeeld u echter mijn beste lezers, mijn hevige schrik, toen ik dezer dagen plotseling werd vereerd met een papier, dat in ambtejijkefaal heet een dwangbevel, en waarin mij in ae aller vriendelijkste t ermen werd medegfedeeld, dat, aan gezien ik geen gehoor had gegeven aan 4fe]$ij toegezonden waarschuwing, om de alsnog ver schuldigde vermogensbelasting over 1923te •betalen, ik nog drie dagen gelegenheid kreeg om aan mijn verplichting te voldoen, zullende bij niet voldoening tot verkoop bij executie van de mij toebehoorende goederen tot de verschuldigde belasting plus de kosten, zouden zijn gedekt. Nou, 'twas ronduit gezegd of ik 'n klap voor m'n kop kreeg! ik betaal vrijwel) op tijd mijn .grond-, personeel-, rijksinkomsten-, Hoogheernraqd schap's-, polder, riool--,, straat- en tonnenbelas- ting en zou ik nu als nieuwbakken kapitalist hebben gefoudeerd. Bovendien, ik wist zeker dat ik nóch waarschuwing, nóch aanmaning had ontvangen, want in dat geval was ik met mijn angstvallige natuur direct wel naar het kapoor gehold qm te biecht te komen. Dat was dus bepaald 'n grove fout in de admi nistratie en ik lachte al in m'nvaistje, móói on derwerp voor 'n pittig snuifje in deN. Langqdiij- ker. Wat zou ik ze weer evenjte grazen nemen! Maar voorzichtigheidshalve keek ik m'q.ljèias- 'tingpapiertjes eens na en jawel hoor, tót mijn groote teleurstelling kwam ik tot de concjpsie, dat ik verzuimd had de tweede helft van mijn aanslag in de vermogensbelasting te voldó.qn. In zoover stond de ontvanger dus in zijn recht, maar hoe zat het nu met die waarschuwing en die aanmaning, die ik niet had ontvangen Ik aan 't informeeren bij de huisgenoöten en wat bleek nu? Dat ze 'n paar maal zoo'n ding van de belasting haddén gekregen 'over de post. maar belast met 10 ot. strafport! i En daar het bij ons de gewoonte is, om brie- ven of andere poststukken, belast met strafport, onverbiddelijk te weigeren, hadden ze natuurlijk tijskoucl dié prulletjes weej1 teruggegeven als ge weigerd. j Ik vraag nou maar: wat is dat nou voor 'n rare manier van doen? Nalatige belastingbetalers ?aan te manen tot betaling met briefjes belast met strafport. Welke waarborg heeft de ontvan ger dat dergelijke waarschuwing den betrokkene bereikt? Het briefje is natuurlijk mét een voor het Wijk bijna ongelooflijke 'discretie "dicht ge plakt, inzage wordt je door de post natuurlijk niet gegeven. Je weet dus niet waar hét om gaat! Verbeeld je, dat een particulier, die van iemand geld krijgt, hem eens gaat aanmanen om betaling in een ongefrankeerde brief. Zou men zoo'n cre diteur nie| voor volslagen idioot moeten houden Vroeger werden deze waarschuwingen en aan maningen. rond gebracht 'door de deurwaarders maar sedert de geweldige uitbreiding der belas tingen en het aantal belastingen is dat ondoen lijk geworden. Men belast daar nu dé pöst mede en dat moet ook praktisch' worden geacht, maar waarom die briefjes niet gerangschikt onder de 'dienstbrieven en de "kosten voor waarschuwingen en aanmaningen, zooals vroeger, niet vermeld op 'het biljet en alsdan bij de betaling bijberekendl? En 'dan praten ze nog over staatszorg! ik geloof als de zorg van ons levensbestaan werd gesteld in handen van de ambtelijke staatsbureaucratie het er voor ons, staatsburgerlijke slokkers slecht uit zou zien. Mijn inziens ist er geen dommer, eigenwijzer, brutaler en ongevoeliger instelling dan de staatsmachine en die 't beter weet, wordt verzocht zijn vinger op te steken. SNUFFELAAR, Doch na verloop van eenige dagen begon Da- now .«zich over de onzichtbaarheid van zijn vriend' toch ongerust te maken. „Toen de berg niet tot Mohammed kwam/ ging Mohammed tot den berg" redeneerde hij heel wijsgeerig, en zoo „marcheer de hij naar de kast van zijn vriend," zooals de technische studententerm in zulke gevallen luidt. Dé toegang werd hem niet moeilijk! gemaakt. Al5 de deurens tonden wijd open, zoodat hij onge hinderd Degenthals kamers kon bereiken. Degenthal leunde tegen het kozijn van' het openstaande raam, waarbij hij het hoofd, als in gepeinzén verdiept, op de hand liet rusten. Hij wendde zich eerst om, toen hij! Dahnow's voet- sta pvlak bij zich hoorde. Een oógenblik ont stelde. hij, en zag hij hem onzeker en twijfelend aan; doch daarna drukte hij plotseling met ver voering Dahnow's beide handen in de zijné. „Hoe heerlijk, dat gij juist de eerste moet wezen! Gij, mijn beste vriend! die mij geluk kunt wenscïfen, Voor wien ik niets verbergen wil! CleménsT zij is de mijne! Ik bezit hare liefde; haar hart behoort mij +oe, sedert hare vroegste kind'lheidj! Ik ben zalig, nu er aan al die onzekerheid éen einde is gekomen, nu alles klaar en duidelijkis geworden tusschën ons*!" „Wat, klaar? Tusschën wie alles duidelijk? Zijt ge krankzinnig? Yan wier liefde spréékt gij riep de dikke, wrevelig zijne handen'^eg- trekkend. „Ja, krankzinnig en dol, van gelukzaligheid!" riep Koert, terwijl zijne oogen van blijdschap Rechtzaken ARR O N DISS EMENTSEiEOHTB ANK. 'Zitting van Dinsdag 6 Mei. UITSPRAKEN. Cornelis B., Sehagén (gód.) misdr. art 248Bis jWi. v. Str. 5 maanden gev.' met aftrek voorarrest. Anth. Joh. G:, Aïkmaab, voöfheen te Helder, brandstichting, vrijgesproken. Heden werden geen nieuwe zaken behandeld. Binnen land. Alle perken te buiten. Onder dit opschrift schrijft „Het Ildb. Er was een tijd, dat de heer Posthuma in Net- derland gold als „kop van Jut". Alle ergernis sen over de distributie, alle booze humeur over ontberingen vonden een uitlaat in dei richting van den minister van distributie. Na de distributie-ellende hebben wij een andere gekregen. Gebrek aan economisch' inzicht heeft de gevol gen van den oorlog en van de vrecjes-verdragen voor ons land vele malen erger) gemaakt dan ze hadden behoeven te zijn. Te velen, te velen vooral in, verantwoordelijke positie, hebben zich laten misleiden door de schijnwelvaart van na den oorlog. Daarom nijpt nu de noodzakelijkheid van versobering erger dan anders noodig ware geweest., Over de methode laat zich twisten. Dat hebben wij hier in Nederland* d'an ook waarlijk niet nagelaten. Maar nu wordt bij al datl meeningsverschjil weer een man in 't midden gezet. Als „de man, die de klappen krijgt" in het circus, fungeert thans de meister van financiën. v Wij beweren piet, dat alle klappen, die h'ij krijgt onverdiend zijn. Maar het belang der zaak eischt onder .geen enkel bieding, dat men den persoon van dqn minister opzettelijk kleineert. Wij hebben voor eenigen tijd er op gewezen, dat van bepaalde zijde tegen de onderwijspoli tiek der regeering een demagogischë actie werd gevoerd. Toen het tegen de vlootwet ging was het van hetzelfde laken een pak. Bij beide ge legenheden poogde men over het hoofd van de betrokken bewindslieden den minister van finan ciën te treffen. Wanneer de minister van financiën, die in uiterst moeilijken tijd een verantwoordelijken pöst aanvaardde, een regelrechte schoelje was, dan zou men over hem niet meer kwaad kunnen zeggen dan thans geschiedt. Men leze 'bijv. het proza eens, dat „De Cen- .,Van wier liefde ik spreek? Wel, hebt ge dan niets vermoed, niets bemerkt? Van Nora spreek ik natuurlijk! Hebt gij ooit een héér lijker schepsel gezien? Kent gij een lieftalli ger, een beminnenswaardiger wezen? En nu is z ij de mijne „Zijt ge dan totaal blind en waanzinnig, dat go niet inziet, naar welk een bodemloozen af grond gij voortrent schreeuwde de dikke. „Moet Ipieu het u dan vierkant in 't gezicht zeggen, dat 'gij het recht niet hebt, de liefde van een meisje te "winnen, waarmee ge zelfs niet denken kunt te trouwen! Gij, graaf Degenthal/ en zij, de dochter van een circus-dtrecteur'Heeft uw gezond verstand u dan werkelijk h'eel en al in den steek gelaten. i Degenthal liet zijn vriend los. „Kimt ge mij dan niet een uur gelukkig ïatën zijn vroeg hij op smartelijken toon. „Ik weet alles wat er komen zaléén enkelen dag wilde ik slechts aan mijn geluk denken. Eerst heden morgen hebben wij onze gevoelens uitgesproken; eerst heden morgen hebber, wij elkaar geheel begrepen, en is er aan al mijn strijd een einde gekomen.. Het is een bange tijd geweest!" i, „Voor zulk een nonsens hebt ge dus ook nog tijd noodig!" bromde Dahjnow, terwijl hij zich op een stoel neerzette. Maar Degenthal scheen hem niet eens te hoo- ren. „Ik had gedacht dat het anders zou loopen," j zeide hij, bet haar van het voorhoofd wegstrij kend en weder tegen het venster leunend'. „Ik trale" Orgaan déÈCentrale Vereeniging van Per soneel in Rijksdienst schrijft.over den heer Cölijn, I die aldus wordt gekenschetst„een man, die den werkman zijn rechtmatig loon onthield, die I zich voedde met het voedsel van den arme, rijk I werd door de armoede van anderen, een man c&e I glimlacht als een gelukkig menseh, maar in wiens omgeving het gekners der tanden werd gehoord, een man met tdevreden gelaat, maar die geen I zog liet in de borsten der moedjers, die zoogden, en daardoor het heiligst recht van zijn volk I trachtte te verkrachten om den Mammon te die- in." Den man, die dit fraais schreef daarvoor ten volle aansprakelijk te houden, wij vermogen het niet. Wel bewees hij, dat de pen, die hij- voert, in zijn hand niet thuis behoort. Juist tegenover zijn tegenstander hééft men zekere verplichtingen! Wij wachten op een-weerwoord uit den kring der ambtenaren, wier orgaan dit proza behfe'lst, tegen deze vergiftiging der geesten. Wij wachten op een wraking van dit geschild. Blijft die uit, dan zou men moeten aannemen, dat het het personeel ih 's Rijks dienst" ont breekt aan het meest elementaire zelfrespect. Tweedë Kamer. Be Tweede Kamer- neemt aan een motie-Van Braambeek, waarbij de maximum-snelhëid voor alle of voor een of meer categorieën van motor rijtuigen voor bruggen en wegen in de bebouwde hom, waarop de verkeersdrukte zulks noodïg maakt, kan worden verlaagd tot niet minder dan 12 kilometer. Buitenland. Spoorwegmisdaad in Indlë. Berichten uTit Indië bevestigen de tijding, dat het spoorwegongeluk op den weg tusschën Soerabaya en Bandoeng op Zaterdag 29 Maart te wijten is aan misdadigen opzet. Saboteurs, blijk baar vakkundigen, hebben op de meest geraffi neerde wijze den extra-trein laten verongelukken ;door de bouten uit de rails los te maken. Ze lagen op een hoopje, met een dienstsleutel naast de rails. De geheele trein, die van een hoogte met een 75-mijlenvaart is omgeslagen. De locomotief en de tender werden geheel omgekeerd in den moe- rassigen grond gevonden. Het ongeluk zou veel ernstiger gevolg hebben gehad, wanneer niet de Europeesche machinist, de heer T. van der Sluys uit alle macht geremd had, toen hij bemerkt^, dat Sjjjn machine naast de rails liep. Daardoor^ zijn de achterste wagens nog bewaard gebleven/Deze koelbloedige man was slechts bij toeval op den trein, daar hij leider is van een cursus en thans als invaller dienst deed. Zijn inlandsche stoker had zich in zijn angst om zijn hals geworpen en liet niet los, voor hij na het omvallen van de 'machine, door een nauw gat op den beganen grond was gekropen. Terstond hielp hij de pas sagiers en was eenige uren later weer op een an deren trein. Er waren ongeveer 100 passagiers in den trein, voor de helft inlanders. Slechts enke len bekwamen kwetsuren en alleen de pakmees- ter, een inlander, die in den bagagewagen eer aantal koffers en ook den postzak op hét lijf droeg, werd ernstig gewond. Wellicht is nooit zulk een ernstig ongeval op een spoorweg voor de inzit/enden zoo gelukkig afgeloopen. Er wordt alleen melding gemaakt van enkele dieverijen maar de hulpverleening in de duisternis van den nacht was voorbeeldig. Alls beambten van de hoogste tot de geringste klasse, hadden zich beijverd om de gevolgen van de mis- 'daad te verhelpen. Binnen 16 uur liep er alweer een trein over een snel aangelegden hulpweg. Omtrent de dadérs is nog niets bekend. De politie heeft de beide wachters, op wier baanvak het misdrijf heeft plaats gehad, gearresteerd. Zij heeft overigens nog eenige aanwijzingen, die na tuurlijk niet gepubliceerd worden. Moeite noch' kosten zullen gespaard worden, om de saboteurs in handen te krijgen en dat is voor hen nog maai beter dan dat de bevolking ze te pakken krijgt. Ze brengen er dan nog wellicht het leven af, zij het ook met 20 jaren gevangenisstraf. Vallen zj in handen van de bevolking, dan worden ze vasl gelyncht; want de verontwaardiging is groot Aan Van der Sluys wordt een huldeblijk aan geboden. - Het volgende is nog ontleend aan hét verhaal van een passagier uit den eersten wagen: Ik had een _glas koffie in de hand, en dit werd plotseling uit mijn hand geslagen, terwijl 'had gedacht, dat zij voornemens was eene andere 'roeping te volgen, waarvan ik h'aar dan niet kunnen en mogen afbrengen." Er speelde een ou^eloovig glimlachje om "Dat now's lippen. Vooral in den laatsten tijd, toen zij" zich' meei op een afstand begon te houden, toen zij mi plotseling yreiemder en koeler behandelde. - Maar zij vreesde slechts, hare liefde te verraden voegde hij er bij, niet een glans van blijdschap op zijn gelaat. „Maar ik werd juist door die vrees, dat zij de kloosterroeping gekozen had!, tot hel uitspreken eener besïissënde verklaring gepri' keld; want in mijn hart was het mij reeds lang duidelijk,dat alleen Nora, slechfts zij alléén, mijne hoogste idealen zou verwezenlijken. Zonder die vrees zo uik van te voren alles geregeld hébben, om Raar de bitterheden daarvan te 'besparen. „Ik begrijp niet," zeide Dahnow, nog steed op gemelijken toon, „hoe ge zoo op staanden voe' met al uwe grondbeginselen kunt breken." - „Grondbeginselen?!" riep Degenthal. „Er be staat. iets, dat te allen tijde sterker is dan gronjj beginselen, dat is de liefdé! En wanneer zij ons niet in het slechte en gemeene doet verzin ken, behoeft zij ook niet in den strijd met dc grondbeginselen te bezwijken. En hier is óók ,nog eene eigenaardige bestiering in hét spei. Nor» is reeds als kind met mij in kennis gekomen, Ic ki

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 4