Alkmaarsclie Snuifjes.
Gemeenteraad Sint Pancras
De raad dezer gemeente vergaderde gister
middag 3 uur, in voltallige zitting, onder voor
zitterschap van den Burgemeester.
Na opening volgt voorlezing en goedkeuring
der notulen.
Tl it de ingekomen begrooting van den keurings
dienst van waren, district Alkmaar, blijkt, dat
de bijdrage 18.17 cent per inwoner bedraagt
Ingekomen is de rekening en verantwoording
van de toevoerlijn Broek op Langendijk—Alk
maar. De rekening over '23 sluit met een voor-
deelig saldo groot f 10672.61. De gegarandeerde
Oopbrengst ad f12000 wordt voor '24 aldus ver
minderd tot f 10151.82 waarin het aandeel van
deze gemeente bedraagt f 1268.98.
Goedkeuring van Ged. Staten op de gemeente-
begrooting '24.
Bij beschikking van den minister van Arbeid,
Handèl en Nijverheid, is de rijksbijdrage in de
jaarwedde van den correspondent voor de arbeids
bemiddeling vastgesteld op f30, overeenkomstig
ingezonden acclamatie.
Bericht van den Pensioenraad, dat de pensioens
grondslag van Jantje Booij met ingang van 1
Jan. 1919 met f25 moet worden verhoogd, in
verband mét haar ontslag als aanmaakster der
Schoolkachels.
Overeenkomstig wordt door den raad besloten.
D'e overige s tukken worden voor kennisgeving
aangenomen.
Ingekomen is de rekening van de Veenderij
over 1923.
t Hieruit blijkt dat op den molen is afgeschre
ven een bedrag van f127, zoodat daarvoor over
blijft f 2159. Aan arbeidsloon werd uitbetaald)
een bedrag van f6214.80. Aan salarissen voor
secretaris-penningmeester en opzichter f6500 en
werd voor f436 aan riet aangekocht,
De totale uitgaven hebben bedragen f 12190.88.
Aan verkochte turf iWerd ontvangen f 5511.10,
'terwijl aah niet verkochte turf mg voor een be
drag aanwezig was van f12200. Zoodat het to
taal der ontvangsten bedraagt f 7711.10. De re
kening sluit alzoo met een nadeëlig saldo groot
f 4479.781/2) waarvan voor de gemeenten Koe
dijk en St. Pancras ieder ten laste komt een be
drag van f2240.
Deze rekening wordt zonder eenige discussie
goedgekeurd. t
Bepaling van het vermenigvuldigingseijfer voor
de Plaatselijke Inkomstenbelasting dienst 1924-
"1925.
De voorz. zegt dat dit hét vorig jaar bediroeg
1.1. B. en "W1. stellen nu voor dit te bepalen op
,1.3 gelet op den beteren eoonomischén toestand
iB. en W. durfden echter niet lager te gaan in
verband met de vroege koolteelt, waarmee de bou
wers nog de schade hebben geleden, door de
.z.g.n. „schieters". Tot dit cijfer kan worden over
gegaan in de overtuiging dat men hiermede vol
doende gedekt zal zijn.
Het voorstel wordt zonder discussie aange
nomen.
Van de Veenderij-commissie is ingekomen het
verzoek toe te staan dat ook ongeorganiseerde
arbeiders in de Veendërij ku'nnen worden toege
laten. - - i
De voorz. herinnert aan het door dezen raad"
en dien van Koedijk genomen besluit alleen ge
organiseerde arbeiders daarin toe te laten.
De Veen-Commissie voelde zich echter bezwaard
ten opzichte van die bepaling, omdat men zoo
doende als propagandist voor de organisatie zou
optreden. Daar gevoelt de Comm. echter niet
voor. Er komen tijden, dat, wanneer het bedlrijf
moet doorgaan, men geen georganiseerde arbeidjers
kan bekomen, doordat deze in anderen dienst
zijn. Verleden jaar is het ook reeds voorgekomen,
dat men voor het keeren van de turf ongeorgani
seerde arbeiders moest nemen. Toen hebben zelfs
vrouwen en een woonwagenbewoner in de Veen
derij gewerkt. Wil men de hand houden aan het
'besluit van uitsluitend georganiseerde arbeiders,
dan wordt de turf niet gekeerd.
De heer Muurling zegt dat dit al eens meer
besproken is, en toen met hét oog op het verkrij
gen van de subsidie niet is ingevoerd.
De heer Duif zegt dat Koedijk dan toch ook
met het oog op de gemeenschappelijke regeling
het besluit zal moeten nemen.
De voorz. antwoordt dat hierover niets in de
kan Bandelen zooals het wil. Wanneer, wij het^hp-
De heër Slijker is ook van oordeel, dat Koedijk
gemeenschappelijke regeling voorkomt. -
sluit nemen behoeft Koedijk het nog niet te dö«ir.
De heer Zeegers zegt, dat wanneer de subsidie
daardoor zou vervallen, men er heel anders tegèii-
over zou staan.
De vooi;z. De turf moet gekeerd worden. Wan
neer men geen georganiseerden kan krijgen, 'moét
-men ongeorganiseerden nemen. "Wanneer hqtj te-
drijf het vraagt, moeten wij wel.
Het verzoek van de Veen-Commissie wordt
hierna met allen voor aangenomen.
Goedgekeurd wordt een voorstel van B. en Wi.
tot het doen van af -en overschrijvingen tot/een
bedrag van f 1093.591/2-
Verder stellen B. en Wi. voor het doen van be
talingen uit den post voor onvoorziene uitgaven
'tot een bedrag van f 1067.50.
Ook dit wordt goedgekeurd. Hierbij blijkt dat
voor het ^vlakken van het uitgeveende land aan
werkelooze arbeiders, dus buiten het veenderij-
bedrijf om is uitbetaald een bedrag van f870.50.
Voor sneeuwopruimen is uitbetaald een bedrag
van f 128.
In totaal is door de gemeente dus aan werkver
schaffing uitgegeven een bedrag van f9988.50.
begrooting voor den dienst '23 in. De uitgaven
Verder dienen B. en W|. nog een suTppletoire
die moeten worden gedaan, kunnen bestreden
worden uit de gewone middelen der gemeente.
Voor deze begrooting stellen B. en W1. voor het
bedrag van de Plaatselijke Inkomstenbelasting
te verhoogen met f 3000, een bedragf Rat ook
meer ontvangen wordt. Daarvoor f2250 te beste
lden voor dekking van hét tekort ontstaan bij de
Veender ijen f750 te reserveeren als pöst voor on-
-voorziene uitgaven, die eventueel nog moeten jfior
tien gedaan voor onderwijszaken.
Ook deze begrooting wordt zonder discussie
goedgekeurd. ;^r..
*NIets meer aan de orde zijnde volgt hierna
sluiting der verga'dering.
En daarom nam Dahnow opnieuw de pen ter
hand, om een tweeden brief op te stellen, die
hem echter niet minder moeite dan de eerste
scheen te kosten. Toen hij er mede gereed was,
pacheteerde en adresseerde hij met een bij hem
fzeldzame haast de beide missives, waarna hij ze
terstond, zonder ze verder met een blik te ver
waardigen, door zijn huisknecht naar het post
kantoor liet brengen.
Hij stond toen met een zucht van verlichting
op, liet zich in zijn gemakkelijksten fauteuil
neervallen, stak zijn fijnste Havanna op, en zwaai
de zichzelven in vijf minuten tijd wel tienmaal
den lof toe, naar zijn besta weten gehandeld'
te hébben. Maar als men hem op' dit eigen oogen-
blik als spion had willen ophangen, zou hij het
ondanks alles rechtvaardig gevonden hebben,
in zulk een jammerlijken gemoedstoestand ver
keerde hij. „De drommel mag mij halen, als ik
den jongen, zoodra hij morgen hier komt, niet aan
't biechten breng, en hem ronduit mijne meening
zeg, om hem tot bezinning te doen komen!" Dit
was het laatste besluit van dezen veelbewogen
dag voor den eerlijken Mecklenburger.
Maar yoornemens, die wij op derden gegrond
hébben, zijn nooit zoo heel gemakkelijk ten uit
voer te brengen. „De jongen" verscheen toevallig
den volgenden morgen niet; en nadat de brieven
;nu toch eenmaal onherroepelijk geworden wa
ren, kwam er in Dahnow's vurige begeerte om
zijn vriend ook mondeling tot redé te brengen,
githans voorloopig wat kalmte.
Idioot'gedoet
In de barre oorlogsjaren héb ik 'n beetje O, W.
weten te maken met de leverantie van cacaq-cjfpp
pen en houten schoenen-pennen, die ik ook aan
den anderen kant liet aanpunten en aan het
Duitsche legerbestuur voor haar verkocht en daar
door ben ik ook aangeslagen in de vermogensbe
lasting. Verbeeld u echter mijn beste lezers, mijn
hevige schrik, toen ik dezer dagen plotseling werd
vereerd met een papier, dat in ambtejijkefaal
heet een dwangbevel, en waarin mij in ae aller
vriendelijkste t ermen werd medegfedeeld, dat, aan
gezien ik geen gehoor had gegeven aan 4fe]$ij
toegezonden waarschuwing, om de alsnog ver
schuldigde vermogensbelasting over 1923te
•betalen, ik nog drie dagen gelegenheid kreeg om
aan mijn verplichting te voldoen, zullende bij
niet voldoening tot verkoop bij executie van de
mij toebehoorende goederen tot de verschuldigde
belasting plus de kosten, zouden zijn gedekt.
Nou, 'twas ronduit gezegd of ik 'n klap voor
m'n kop kreeg! ik betaal vrijwel) op tijd mijn
.grond-, personeel-, rijksinkomsten-, Hoogheernraqd
schap's-, polder, riool--,, straat- en tonnenbelas-
ting en zou ik nu als nieuwbakken kapitalist
hebben gefoudeerd. Bovendien, ik wist zeker
dat ik nóch waarschuwing, nóch aanmaning had
ontvangen, want in dat geval was ik met mijn
angstvallige natuur direct wel naar het kapoor
gehold qm te biecht te komen.
Dat was dus bepaald 'n grove fout in de admi
nistratie en ik lachte al in m'nvaistje, móói on
derwerp voor 'n pittig snuifje in deN. Langqdiij-
ker. Wat zou ik ze weer evenjte grazen nemen!
Maar voorzichtigheidshalve keek ik m'q.ljèias-
'tingpapiertjes eens na en jawel hoor, tót mijn
groote teleurstelling kwam ik tot de concjpsie,
dat ik verzuimd had de tweede helft van mijn
aanslag in de vermogensbelasting te voldó.qn.
In zoover stond de ontvanger dus in zijn recht,
maar hoe zat het nu met die waarschuwing en
die aanmaning, die ik niet had ontvangen
Ik aan 't informeeren bij de huisgenoöten en
wat bleek nu? Dat ze 'n paar maal zoo'n ding
van de belasting haddén gekregen 'over de post.
maar belast met 10 ot. strafport! i
En daar het bij ons de gewoonte is, om brie-
ven of andere poststukken, belast met strafport,
onverbiddelijk te weigeren, hadden ze natuurlijk
tijskoucl dié prulletjes weej1 teruggegeven als ge
weigerd. j
Ik vraag nou maar: wat is dat nou voor 'n
rare manier van doen? Nalatige belastingbetalers
?aan te manen tot betaling met briefjes belast
met strafport. Welke waarborg heeft de ontvan
ger dat dergelijke waarschuwing den betrokkene
bereikt? Het briefje is natuurlijk mét een voor
het Wijk bijna ongelooflijke 'discretie "dicht ge
plakt, inzage wordt je door de post natuurlijk
niet gegeven. Je weet dus niet waar hét om gaat!
Verbeeld je, dat een particulier, die van iemand
geld krijgt, hem eens gaat aanmanen om betaling
in een ongefrankeerde brief. Zou men zoo'n cre
diteur nie| voor volslagen idioot moeten houden
Vroeger werden deze waarschuwingen en aan
maningen. rond gebracht 'door de deurwaarders
maar sedert de geweldige uitbreiding der belas
tingen en het aantal belastingen is dat ondoen
lijk geworden. Men belast daar nu dé pöst mede
en dat moet ook praktisch' worden geacht, maar
waarom die briefjes niet gerangschikt onder de
'dienstbrieven en de "kosten voor waarschuwingen
en aanmaningen, zooals vroeger, niet vermeld op
'het biljet en alsdan bij de betaling bijberekendl?
En 'dan praten ze nog over staatszorg! ik geloof
als de zorg van ons levensbestaan werd gesteld
in handen van de ambtelijke staatsbureaucratie
het er voor ons, staatsburgerlijke slokkers slecht
uit zou zien. Mijn inziens ist er geen dommer,
eigenwijzer, brutaler en ongevoeliger instelling
dan de staatsmachine en die 't beter weet, wordt
verzocht zijn vinger op te steken.
SNUFFELAAR,
Doch na verloop van eenige dagen begon Da-
now .«zich over de onzichtbaarheid van zijn vriend'
toch ongerust te maken. „Toen de berg niet tot
Mohammed kwam/ ging Mohammed tot den berg"
redeneerde hij heel wijsgeerig, en zoo „marcheer
de hij naar de kast van zijn vriend," zooals de
technische studententerm in zulke gevallen luidt.
Dé toegang werd hem niet moeilijk! gemaakt.
Al5 de deurens tonden wijd open, zoodat hij onge
hinderd Degenthals kamers kon bereiken.
Degenthal leunde tegen het kozijn van' het
openstaande raam, waarbij hij het hoofd, als in
gepeinzén verdiept, op de hand liet rusten. Hij
wendde zich eerst om, toen hij! Dahnow's voet-
sta pvlak bij zich hoorde. Een oógenblik ont
stelde. hij, en zag hij hem onzeker en twijfelend
aan; doch daarna drukte hij plotseling met ver
voering Dahnow's beide handen in de zijné. „Hoe
heerlijk, dat gij juist de eerste moet wezen! Gij,
mijn beste vriend! die mij geluk kunt wenscïfen,
Voor wien ik niets verbergen wil! CleménsT
zij is de mijne! Ik bezit hare liefde; haar hart
behoort mij +oe, sedert hare vroegste kind'lheidj!
Ik ben zalig, nu er aan al die onzekerheid éen
einde is gekomen, nu alles klaar en duidelijkis
geworden tusschën ons*!"
„Wat, klaar? Tusschën wie alles duidelijk?
Zijt ge krankzinnig? Yan wier liefde spréékt
gij riep de dikke, wrevelig zijne handen'^eg-
trekkend.
„Ja, krankzinnig en dol, van gelukzaligheid!"
riep Koert, terwijl zijne oogen van blijdschap
Rechtzaken
ARR O N DISS EMENTSEiEOHTB ANK.
'Zitting van Dinsdag 6 Mei.
UITSPRAKEN.
Cornelis B., Sehagén (gód.) misdr. art 248Bis
jWi. v. Str. 5 maanden gev.' met aftrek voorarrest.
Anth. Joh. G:, Aïkmaab, voöfheen te Helder,
brandstichting, vrijgesproken.
Heden werden geen nieuwe zaken behandeld.
Binnen land.
Alle perken te buiten.
Onder dit opschrift schrijft „Het Ildb.
Er was een tijd, dat de heer Posthuma in Net-
derland gold als „kop van Jut". Alle ergernis
sen over de distributie, alle booze humeur over
ontberingen vonden een uitlaat in dei richting
van den minister van distributie.
Na de distributie-ellende hebben wij een andere
gekregen.
Gebrek aan economisch' inzicht heeft de gevol
gen van den oorlog en van de vrecjes-verdragen
voor ons land vele malen erger) gemaakt dan
ze hadden behoeven te zijn.
Te velen, te velen vooral in, verantwoordelijke
positie, hebben zich laten misleiden door de
schijnwelvaart van na den oorlog. Daarom nijpt
nu de noodzakelijkheid van versobering erger
dan anders noodig ware geweest.,
Over de methode laat zich twisten.
Dat hebben wij hier in Nederland* d'an ook
waarlijk niet nagelaten.
Maar nu wordt bij al datl meeningsverschjil
weer een man in 't midden gezet. Als „de man,
die de klappen krijgt" in het circus, fungeert
thans de meister van financiën. v
Wij beweren piet, dat alle klappen, die h'ij
krijgt onverdiend zijn. Maar het belang der zaak
eischt onder .geen enkel bieding, dat men den
persoon van dqn minister opzettelijk kleineert.
Wij hebben voor eenigen tijd er op gewezen,
dat van bepaalde zijde tegen de onderwijspoli
tiek der regeering een demagogischë actie werd
gevoerd. Toen het tegen de vlootwet ging was
het van hetzelfde laken een pak. Bij beide ge
legenheden poogde men over het hoofd van de
betrokken bewindslieden den minister van finan
ciën te treffen.
Wanneer de minister van financiën, die in
uiterst moeilijken tijd een verantwoordelijken pöst
aanvaardde, een regelrechte schoelje was, dan zou
men over hem niet meer kwaad kunnen zeggen
dan thans geschiedt.
Men leze 'bijv. het proza eens, dat „De Cen-
.,Van wier liefde ik spreek? Wel,
hebt ge dan niets vermoed, niets bemerkt? Van
Nora spreek ik natuurlijk! Hebt gij ooit een héér
lijker schepsel gezien? Kent gij een lieftalli
ger, een beminnenswaardiger wezen? En nu
is z ij de mijne
„Zijt ge dan totaal blind en waanzinnig, dat
go niet inziet, naar welk een bodemloozen af
grond gij voortrent schreeuwde de dikke. „Moet
Ipieu het u dan vierkant in 't gezicht zeggen, dat
'gij het recht niet hebt, de liefde van een meisje
te "winnen, waarmee ge zelfs niet denken kunt te
trouwen! Gij, graaf Degenthal/ en zij,
de dochter van een circus-dtrecteur'Heeft
uw gezond verstand u dan werkelijk h'eel en al
in den steek gelaten. i
Degenthal liet zijn vriend los. „Kimt ge mij
dan niet een uur gelukkig ïatën zijn vroeg hij
op smartelijken toon. „Ik weet alles wat er komen
zaléén enkelen dag wilde ik slechts aan mijn
geluk denken. Eerst heden morgen hebben wij
onze gevoelens uitgesproken; eerst heden morgen
hebber, wij elkaar geheel begrepen, en is er aan
al mijn strijd een einde gekomen.. Het is een
bange tijd geweest!"
i, „Voor zulk een nonsens hebt ge dus ook nog
tijd noodig!" bromde Dahjnow, terwijl hij zich
op een stoel neerzette.
Maar Degenthal scheen hem niet eens te hoo-
ren. „Ik had gedacht dat het anders zou loopen,"
j zeide hij, bet haar van het voorhoofd wegstrij
kend en weder tegen het venster leunend'. „Ik
trale" Orgaan déÈCentrale Vereeniging van Per
soneel in Rijksdienst schrijft.over den heer Cölijn, I
die aldus wordt gekenschetst„een man, die
den werkman zijn rechtmatig loon onthield, die I
zich voedde met het voedsel van den arme, rijk I
werd door de armoede van anderen, een man c&e I
glimlacht als een gelukkig menseh, maar in wiens
omgeving het gekners der tanden werd gehoord,
een man met tdevreden gelaat, maar die geen I
zog liet in de borsten der moedjers, die zoogden,
en daardoor het heiligst recht van zijn volk I
trachtte te verkrachten om den Mammon te die-
in."
Den man, die dit fraais schreef daarvoor ten
volle aansprakelijk te houden, wij vermogen het
niet. Wel bewees hij, dat de pen, die hij- voert,
in zijn hand niet thuis behoort.
Juist tegenover zijn tegenstander hééft men
zekere verplichtingen!
Wij wachten op een-weerwoord uit den kring
der ambtenaren, wier orgaan dit proza behfe'lst,
tegen deze vergiftiging der geesten.
Wij wachten op een wraking van dit geschild.
Blijft die uit, dan zou men moeten aannemen,
dat het het personeel ih 's Rijks dienst" ont
breekt aan het meest elementaire zelfrespect.
Tweedë Kamer.
Be Tweede Kamer- neemt aan een motie-Van
Braambeek, waarbij de maximum-snelhëid voor
alle of voor een of meer categorieën van motor
rijtuigen voor bruggen en wegen in de bebouwde
hom, waarop de verkeersdrukte zulks noodïg
maakt, kan worden verlaagd tot niet minder dan
12 kilometer.
Buitenland.
Spoorwegmisdaad in Indlë.
Berichten uTit Indië bevestigen de tijding,
dat het spoorwegongeluk op den weg tusschën
Soerabaya en Bandoeng op Zaterdag 29 Maart te
wijten is aan misdadigen opzet. Saboteurs, blijk
baar vakkundigen, hebben op de meest geraffi
neerde wijze den extra-trein laten verongelukken
;door de bouten uit de rails los te maken. Ze
lagen op een hoopje, met een dienstsleutel naast
de rails.
De geheele trein, die van een hoogte met een
75-mijlenvaart is omgeslagen. De locomotief en de
tender werden geheel omgekeerd in den moe-
rassigen grond gevonden. Het ongeluk zou veel
ernstiger gevolg hebben gehad, wanneer niet de
Europeesche machinist, de heer T. van der Sluys
uit alle macht geremd had, toen hij bemerkt^, dat
Sjjjn machine naast de rails liep. Daardoor^ zijn
de achterste wagens nog bewaard gebleven/Deze
koelbloedige man was slechts bij toeval op den
trein, daar hij leider is van een cursus en thans
als invaller dienst deed. Zijn inlandsche stoker
had zich in zijn angst om zijn hals geworpen en
liet niet los, voor hij na het omvallen van de
'machine, door een nauw gat op den beganen
grond was gekropen. Terstond hielp hij de pas
sagiers en was eenige uren later weer op een an
deren trein. Er waren ongeveer 100 passagiers
in den trein, voor de helft inlanders. Slechts enke
len bekwamen kwetsuren en alleen de pakmees-
ter, een inlander, die in den bagagewagen eer
aantal koffers en ook den postzak op hét lijf
droeg, werd ernstig gewond.
Wellicht is nooit zulk een ernstig ongeval op
een spoorweg voor de inzit/enden zoo gelukkig
afgeloopen. Er wordt alleen melding gemaakt
van enkele dieverijen maar de hulpverleening in
de duisternis van den nacht was voorbeeldig. Alls
beambten van de hoogste tot de geringste klasse,
hadden zich beijverd om de gevolgen van de mis-
'daad te verhelpen. Binnen 16 uur liep er alweer
een trein over een snel aangelegden hulpweg.
Omtrent de dadérs is nog niets bekend. De
politie heeft de beide wachters, op wier baanvak
het misdrijf heeft plaats gehad, gearresteerd. Zij
heeft overigens nog eenige aanwijzingen, die na
tuurlijk niet gepubliceerd worden. Moeite noch'
kosten zullen gespaard worden, om de saboteurs
in handen te krijgen en dat is voor hen nog maai
beter dan dat de bevolking ze te pakken krijgt.
Ze brengen er dan nog wellicht het leven af, zij
het ook met 20 jaren gevangenisstraf. Vallen zj
in handen van de bevolking, dan worden ze vasl
gelyncht; want de verontwaardiging is groot
Aan Van der Sluys wordt een huldeblijk aan
geboden.
- Het volgende is nog ontleend aan hét verhaal
van een passagier uit den eersten wagen:
Ik had een _glas koffie in de hand, en dit
werd plotseling uit mijn hand geslagen, terwijl
'had gedacht, dat zij voornemens was eene andere
'roeping te volgen, waarvan ik h'aar dan niet
kunnen en mogen afbrengen."
Er speelde een ou^eloovig glimlachje om "Dat
now's lippen.
Vooral in den laatsten tijd, toen zij" zich' meei
op een afstand begon te houden, toen zij mi
plotseling yreiemder en koeler behandelde. -
Maar zij vreesde slechts, hare liefde te verraden
voegde hij er bij, niet een glans van blijdschap
op zijn gelaat. „Maar ik werd juist door die vrees,
dat zij de kloosterroeping gekozen had!, tot hel
uitspreken eener besïissënde verklaring gepri'
keld; want in mijn hart was het mij reeds lang
duidelijk,dat alleen Nora, slechfts zij alléén, mijne
hoogste idealen zou verwezenlijken. Zonder die
vrees zo uik van te voren alles geregeld hébben,
om Raar de bitterheden daarvan te 'besparen.
„Ik begrijp niet," zeide Dahnow, nog steed
op gemelijken toon, „hoe ge zoo op staanden voe'
met al uwe grondbeginselen kunt breken."
- „Grondbeginselen?!" riep Degenthal. „Er be
staat. iets, dat te allen tijde sterker is dan gronjj
beginselen, dat is de liefdé! En wanneer zij
ons niet in het slechte en gemeene doet verzin
ken, behoeft zij ook niet in den strijd met dc
grondbeginselen te bezwijken. En hier is óók
,nog eene eigenaardige bestiering in hét spei. Nor»
is reeds als kind met mij in kennis gekomen,
Ic
ki