Nieuw?
m<ren
Uit ons Parlement
Onze langzame wetgeving. Wijzi
ging van het Wetboek van Strafrecht.
'As Het nijverheidsonderwijs. De aan
sprakelijkheid van automobilisten enmo
torrijders. Twee ihterpèlïaties.
Begrootingen in de Eerste Kamer.
Wanneer we nog niet geweten hadden hoe
langzaam onze wetgeving werkt, dan hadden de
mededeelingen van minister Heemskerk omtrent
het ontstaan van het ontwerp tot wijziging van
ons Zeerecht, dat dezer dagen in de Tweede Ka
mer behandeld werd, ons daarvan kunnen over
tuigen. In 1905 reeds werd door den toenmaligen
Minister van Justitie, mr. Van Raalte, aan prof.
Molengraaf opdracht gegeven deze wijziging tot
stand te brengen. De professor was in 1907 met
zijn werk gereed en kon die bij den Raad van
State indienen, die in 1910 hierover advies gaf-
In 1914 werd toen het werk openbaar. Maar
eerst in 1920 kwam het bij de Kamer in. En
daarna duurde het nog tot 1924 voor het in be
handeling kwam.
Deze behandeling werd natuurlijk door den
ontwerper, prof. Molengraaff, als regeeringscom-
missaris bijgewoond. En de verdediging van het
ontwerp werd dan ook hoofdzakelijk aan hem
overgelaten. Veel verzet was er trouwens niet.
Het kwam feitelijk alleen van den kant van den
heer Dresselhuijs, die het betreurde, dat bij deze
wijziging niet meer aansluiting was gezocht bij
de zoogenaamde „Hague Rules", drie conventies
op de Brusselsche Zeerechtconferentie van 1923
vastgesteld, maar nog niet tot internationaal
recht geworden en van die van den heer Brauti-
gam, die betreurde, dat deze wijziging niét te
vens gebruikt was tot verbetering van de positie
der schepelingen, een verwijt, waarop prof. Mo
lengraaff hem antwoordde, dat een nadere rege
ling van deze positie in voorbereiding was.
Niettemin trachtte de heer Brautigam thans reeds
door amendementen die positie te stevigen. En
hij had daarbij het succes, dat zijn voorstel om
onder de papieren, die aan boord aanwezig moe
ten zijn, ook de arbeidsovereenkomsten, ihdien
schriftelijk aangegaan, opte nemen, door den
minister werd overgenomen en dat overeenkom
stig zijn voorstel het leven van de schepelingen
beter verzekerd werd ingeval tusschen de ree-
ders van het in nood ver keer ende en het helpen
de schip een belangengemeenschap bestond.
Behalve ons Wetboek van Koophandel werd
{ook dat van Strafrecht gewijzigd door het ont
werp, dat ook uitlokking strafbaar stelde.
De bepaling, die ook mislukte uitlokking straf
baar maakte, lokte daarbij nogal verzet uit.
Bij de behandeling van het ontwerp tot nadere
regeling van het dragen van de kosten bij! open-
Rare verpachtingen en ver koop ingen was het ver
zet belichaamd, in het amendement van den heer
Braat, die ook b'ij onderhandsche verpachtingen
de kosten wilde verhaald zien op den verhuur
der, een wensch, die de instemming van de meer
derheid der Kamer niet kon krijgen.
Krachtig'verzet openbaarde èfêh -iegèfi 'de be
paling van de Nijverheidsonderwijswet, die het
verleenen van subsidie aan nijverheidsscholen fa
cultatief wilde stellen door de woorden „kan wor
den verleend". De heer Van Wijnbergen opende
den aanval tegen deze woorden van art. 5 en .werd
daarin door den heer Gerhard en anderen ge
steund. Laatstgenoemde diende dan ook een amen
dement in, om de subsidieverleening tot een be
drag van 0 procent, wanneer de gemeente 30
procent bijdroeg, verplicht te stellen en vond
daarvoor de goedkeuring der Kamer. Daarente
gen vereenigde hij zich met het nieuwe artikel,
dat de minister invoegde en waarbij1 voor nijver
heidsscholen na 1 Mei 1924 geopend en voor
nieuwe gehouwen bij reeds bestaande scholen, met
uitzondering van bepaalde gevallen, geen subsi
die zou worden gegeven.
In de nieuwe Motor- en Kijwielwet werden de
wijzigingen aangebracht, die de 'heeren Van
;ën
Sasse Van ÏJsselt, Van Rappard en anderen d;
i in gezamenlijk hadden voorgesteld, nadat-
voorstellen door dên heer Van Schalk "een-igsj
waren veranderd. Krachtens deze wijzigin
j .wordt, nu eigenaar pf.. houder van een motorrij-
tuig, ook wanneer hij een ander laat rijden, ateo-
pprakel ijle-^Mï'; toegebrachte schade," tenzij atoi-
i nemelijk UpSat de schade 'te wijten is aan' óvér-
macht, worden b'ij dood of verminking a'rtt. 14Ö8
en 1407 aansprakelijk voor wat betreft de perso
den, die een rechtsvordering hébben en de scha
de-taxatie, maar geldt die aansprakelijkheid niet,
als dé schade wordt toegebracht aan een ander
motorrijtuig, dat in beweging is, en aan loslóo-
pende dieren of personen en- goederen, daarmee
vervoerd, terwijl dé aansprakelijkheid^ wat 'het
bedrag der schade betreft, beperkt blijft tot dé
waarde van het motorrijtuig, tenzij weer de schuld
nadrukkelijk blijkt.
Naast deze verschillende wetsontwerpen wer-
teen nog twèe moties behandeld; Die van den
heer Duijs betreffende het levensonderhoud van
het voormalig personeel der reddingsboten-, dat
vaak in zeer behoeftige omstandigheden verkeert
j .en waarvoor deze afgevaardigde het Rijk wilde
laten opkomen, werd door de Kamer aangéno-
men. De tweede was die van den heer Snoeok
Henckemans. Zij was een gevolg van de omstan
digheid, dat sommige bizondere scholen wegens
een afwijking in het lesrooster, hoewel die door
j deninspecteur voor gezien was geteekend, een
deel -van haar subsidie hadden moeten missen.
De heer Snöeck Henkemans achtte dit in strijd
j met de Wet en de goede trouw omdat het visum
j van den inspecteur voldoende moest zijn, encwil-
de dit de Kamer laten uitspreken. Maar dè' ifii-
j nister bestreed, het, wilde wel deze scholennog
zooveel mogelijk tegemoet komen. De heer Snoéck
i Henkemans bleek toen over een andere motie te
j denken, waarbij werd uitgesproken, dat de school
i besturen aanspraak op subsidie hadden, maar trok
i op de toezegging van den minister ten slotte zijn
i motie in.
In de Eerste Kamer werden de begrootingen
van Buitenlandsehe Zaken en van Binnenlandsché
I Zaken behandeld. De heer Anema pleitte daar-
j bij voor ar bitrage-verdragen,- de heer De Jonge
i voor aanstelling van gezanisohapsattaché's voor
sociale aangelegenheden en meer openbaarheid in
de diplomatie; de heer Van Embden voor de
j -mogelijkheid, dat afwezige leden der Provinciale
"Staten hun stem schriftelijk voor een Eerste
I /Kamerverkiezing zouden kunnen uitbrengfen, dè
heer Rugge voor socialisatie van den grond en
prof. Slotemaker de Bruine tegen de vloekverbo-
j den, terwijl de heer De Vos van Steenwijk zich;
j beklaagde over het weglaten van adellijke titels"
j in het proces-verbaal van het centraal stem
bureau. i
Kerkelijke belasting.
Het Gerechtshof te Arnhem heeft een arrest
gewézen, dat van veel belang is voor de kwestie
van de kerkelijke belasting. De Herv. gemeente
te Almelo vorderde van zekeren T. over drie jaar
tezamen een bedrag van meer dan f2000 belas
ting. De aangesprokene beweerde, dat hij geen
lid was, al was hij wel inde kerk gedoopt eri
later op belijdenis des geloofs tot lidmaat aange-
j nomen. Hij1 beriep zich echter op zijn ininderja-
righeid ten tijde van het plaats hebben dier han
delingen. Hij' had ook wel jaarlijks een bedrag
aan de kerk geschonken, doch hij had dat niet als
belasting beschouwd en dan ook geëischt dat op
de kwitantie het woord „verschuldigd" door het
woord „toegezegd" zou worden vervangen, het
geen ook was geschied.
jDegemeente beriep zich echter in hoofdzaak
o phet feit, dat T. -ook na zijn meerderjarigheid
een bedrag aan de Generale kas der Herv. Kerk
had betaald, waartegen T. aanvoerde dat hij de
beteekenis van dit fonds nooit goed had begre
pen, en hij de inning als een jaarlijks terugkéé-
FEUILLETON.
NORA.
Maar voor Nora's oogen rees thans ook het
tweede tafereel op: hoe haar vader thuis gekomen
.was, reeds alles wetend, nog eer zij het hem alles
ten volle gezegd had. Zijn misnoegen was innig
en groot geweest; slechts als eene kinderlijke
dwaasheid had hij de geheele geschiedenis willen
beschouwen. Hoe verschillend kan toch één en
dezelfde zaak bezien worden! Was dat alles dan
niet hetzelfde, wat zij met Koert besproken had
'Hoe reusachtig hoog stapelden zich thans de
zwarigheden op, die hun zoo klein waren voorge
komen! Hoe diep scheen nu de klove tusschen de
wederzijdsehe levenspositiën, hoe dreigend de
toorn zijner familie hoe zwaar de schok, aan
heel zijn levensgeluk toegebracht!
En eindelijk die ontzettende woorden haars
vaders: „Zij zullen denken, dat wij hem door
onwaardige middelen hebben aangelokt; zij zul
len uwe schoonheid voor de boeien houden, waar
mede gij hem gekluisterd houdt, om u zijne jeugd
en onervarenheid ten nutte te maken, en daardoor
in het bezit van een rang en eene aanzienlijke
positie te komen; ja, men zal het openlijk uit
spreken, men zal gelooven, dat wij van een
ondoordacht ^ogenblik geprofiteerd hebben om
hem een bindend woord te ontlokken!"
Daar was Nora voor teruggedeinsd, in haar
hinderlijk, onbevangen gemoed was het voorgevoel
van' iets schrikkelijks opgerezen, waartegen haar
geheele wezen in opstand kwam. En toen was
hét zó óver gekomen, dat zij haren vader ge
smeekt had: „Schrijf hem, dat het een dwaling
geweest is, dat wij scheiden moeten," en naet
fvaste hand had zij zelve die woorden aan den
brief haars vaders toegevoegd. „Maar nu," had
zij vervolgens gezegd, „laat'ons nu ook dadelijk
van hier vertrekken, vader Hier brandt mij Me
grond onder de voeten. O, laat mij hem nooit we
derzien! Zend mij ver, ver weg van hier, naar
het land mijner moeder over de zee, opdat" "zij
niet kunnen denken,, dat, ik hem heb.aan gelokt
Haar vader, wien de smart van zijn kind door
het hart sneed, vooral daar hij zichzelven moest
verwijten, niet voorzichtiger geweest te zijn, had
haar tot- bedaren pogen te brengen. Hij was zelf
van oordeel geweest, dat 'thet beste was,
ten einde de verdenking te ontwijken, als had
Nora- den jongen graaf behendig aan zich willen
verbinden, zoo spoedig mogelijk dezen omtrek
te verlaten. Om echter alle te overhaaste beslui
ten .te voorkomen, had hij haar een verblijfvan
eenige dagen op hare vroegere kostschool voorge
steld, waar men de zaak dan nader zou kuffnen
bespreken. Nora had dat voorstel met de meeste
bereidwilligheid aanvaard. Bij hare beproefde
vriendin haar hart uit te storten, daar raacl en
troost te gaan halen, scheen haar de verkwik-
kendste gedachte toe. Dienovereenkomstig was
de circus-directeur nog dienzelfden nacht vertrok
ken, terwijl zijne vrouw de opheffing van het
huishouden in de villa leidde. i
De superieure had hare lieveling vol blijdschap
-verwelkomd. Met weemoed zag zij het kind reeds
zoo vroeg betrokken in.een dier verwikkelingen,
die zij voorzien had. Zij hechtte hare goedkeu
ring aan het denkbeeld, dat Nora de familieledjeïi
barer moedë.r in het verre Wjestjön eens zou gaan
bezoeken; maar de heer Karsten wilde van zulk
i een scheiding nog niets weten. Te midden van
dien zweveüden toestand nu had het totaal on
voorziene wederzien plaats gevonden: eenige da
gen later, en Nora zou Koert misschien voor
'altijd ontrukt, zijn geweett.
Maar terwijl Nora dit alles nu nog eens over-
zag, deed het zich in een geheel nieuw liéht aan
haar voor. "Wél had zij gedacht, een groot offer
te brengenwant zij had haar eigen geluk aan het
rende collecte had beschouwd. Het Hof was even
wel van oordeel, dat-in het geregeld jaarlijks, ook 1
na 'zijn meerderjarigheid "betalen van "die bijdrage
aan de generale kas wel een stilzwijgende be-
krachtigingging was gelegen van zijn aanneming-
tot lidmaat.
Tóch werd dé vordering van- de kerk niet toe-
fewezen, want meer dan eens had T. geweigerd
e belasting te betalen en hij had den daarbij
aan den kerkdijken ontvanger geschreven; dat
hij zich niet meer als lid beschouwde, en dat
zelfde schreef hij ook eens aan het kerkbestuur.
De kerk nam dan ook genoegen met een door ,T.
zei fbepaalde bijdrage, die hij, als boven gezegd,
niet als „verplicht" wilde geven.
Het Hof besliste nu,, dat door deze handelin
gen de aangesprokene door woord en daad ge
toond had, dat hij zich van de kerk afschieiddje,
en deze afscheiding ook door de kerk mettertijd
was erkend en dat hij- nu reeds voor de jaren,
waarover thans belasting van hem werd gevor
derd ingevolge artikel 3 van het algemeen régie-
ment der Herv. Kerk had opgehouden tot die
kerk te behooren. De eisch werd dus afgewezen
én het kerkbestuur in de proceskosten veroor
deeld. i
Be verhongerde zwerver.
Naar „de Tel." verneemt, zijn de medische
hoogleeraren, die het lijk van den omgekomen
Baarnsehen zwerver hebben onderzocht, tot de
conclusie gekomen:
1. dat er aan het lijk van B. Rigter tgeen
enkele ziekelijke afwijking gevonden is, welke
èen natuurlijken dood zo ukunnen verklaren;
2. dat de eenige verschijnselen, welke aan het
lijk van dezen man zeer in het oog vallen, zijn
het- geringe vetgehalte van het onderhuidsch weef
Wsel en van inwendige deelen, de geringe om
vang en het geringe gewicht van de spijsverte
ringsorganen, van de milt en van den lever, ter
wijl ook het gewicht van het hart en de longen
beneden het gemiddelde is;
3. dat van een gewelddadigen dood! geen toe
ken gevonden is. De kleine, oppervlakkige huid-
wonden aan den neus, den linkerpols en de ont
vellingen aan den rechter onderarm komen daar
voor niet in aanmerking; en
4. dat, in aanmerking genomen de feiten, le
dat P. Rigter van den avond van 25 Maart 1924
tót het oogenblik, waarop hij 10 April 1924 dood
werd gevonden, hoegenaamd geen drank tot zich
heeft genomen en hoogstens het weinige brood,
dat hij 25 Maart, bij zich had, heeft kunnen nut
tigen, 2e. dat bij de schouwing geen bepaalde
oorzaak van den dood is gevonden, P. Rigter met
een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid
i sgestorven aan uitputting door volkomen gemis
aan drank en spijs.
B er coving van 2j5.4ÜO gldj.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is iemand
in een hotel in de Warmoesstraat beroofd van een
bedrag van 25.400 glcL De man had dit geld
Ödat zijn geheele bezit vormde, pas van een
bank gehaald, de vrouw die de berooving gepleegd
heeft, een Duitsöhe, is vermoedelijk met haar
buit- over de grens verdwenen.
Per Telefoon
A R,RO N BISSEMEN TlSREjCETB ANK.
Zitting Dinsdag 27 Mei.
-UITSPRAKEN'.
O. Kraakman, Heer Hugcwaaid, (Ged.) dief
stallen, meermalen gepleegd, 1 jaar gevangenis
straf (conform den eisch).
C. Kraakman, als voren, diefstal klokketouw,
,1 maand gevangenisstraf.
C. Bergen, Zuidsoharwoude, diefstal van
pluimvee, 4 maanden gevangenisstraf (voorwaar
delijk) met 2 jaren proeftijd.
Arn. van Tiel, Rijkswerkinrichting Hoorn,
mishandeling, plaatsing in een krankzinnigenge
sticht voor dén tijd van 1 jaar.
zijne ondergeschikt willen maken, maar diep had
tochjd ien morgen zijne vraag haar getroffen:
„W'at !kan uwe liefde dan zóó weinig verdragen
Ts zij te zwak om eenigen tegenstand te bieden?"
Ja, thans kwam het haar als zwakheid, als on
trouw voor. Zij had dadelijk haren trots laten
zegevieren. Al de tegenwerpingen, die haar vader
had gemaakt, hadden zij beiden immers voorzien!
Zij had. dadelijk toegegeven, terwijl Koert zoo
Standvastig voor hunne liefde blee fstrijden. Zou
■het wel werkelijk tot zijn geluk wezen, wannteer
'zij zich aan hem onttrok? Wjelk een diep ziele-
?lëed was er niet- reeds gisteren op zijn gelaat te
lezen geweest! Zij vroeg zich af, of zij zelve niet
alles zou opofferen voor zijne liefde. Maar waar
om had zij hem dan geringer beoordeeld?
En weder werden de handen voor het gelaat
gedrukt. O, wat zou, wat moest zij dan nu doen?
Andermaal van hare liefde afzien, andermaal
hem ontvluchten Of met hem voor alles strij
den
Wie kan zeggen, naar welke zijde in zulke
oogenblikken de weegschaal overslaat, wanneer
'er geen stoot van buitenaf bijkomt!
De namiddagzon stond reeds laag, en verguld
de, evenals op' dien dag, toen Nora voor hét onder
houd met de superiore werd binnengeroepen, de
'^bergtoppen in de verte, die men uit hét kamertje
I kon zien. Nora zat daar nog altijd, verdiept in
i hare gedachten. Men had herhaaldelijk bij haar
<\angeklopt, om haar voor de maaltijden te roepen
zij had zich echter met hoofdpijn verontschuldigd
en ook'niemand binnengelaten. De superieure, dat
wist zij, had eerst tegen den avond weder vrijen
tijd voor haar beschikbaar.
Nu werd er alweder gèklopt, en tegelijkertijd
I werd haar gemeld, dat men een brief vooR haar
had. Duizend vermoedens doorkruisten in dit
oogenblik Nora's brein; met bevende handen nam!
'zij den brief in ontvangst. Het adres was door
eene haar onbekende hand geschréven, maar het
Karei van Erp, Anna Paulowna, (Ged,) zware
mishandeling, 10 maanden gevangenisstraf (voor
waardelijk) met 2 proefjaren en last tot onmid
dellijke invrijheidstelling.
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
OUDKARSPEL.
(Onder de belangstelling van een enorme men-
schenmassa, die het terrein vulde, speelde D.T.S.
haar aangekondigde wedstrijden-
'Bij den eersten wedstrijd kwamen in het veld
D.T.S. I en Rood Wit I uit Alkmaar.
In -een zeer geanimeerden wedstrijd wist D.T.S.
van haar tegenpartij te winnen met 4—1. zoodat
de medaille, hieraan verbonden in haar bezit kwam
De D.T.S>ers houden zich den laatsten tijd
goed.
De veteranenwedstrijd Blauwen en Witten
was een niet minder succes. Onder niet minder
hartelijke belangstelling wisten de Witten te win
nen met 41 f
Het tweede elftal van D.T.S., op bezoek naar
Bergen, moest van GeelZwart verliezen met 6o
NOORDSCHARWOUDEl
Het tweede elftal van de voetbalvereeniging
Holland trad in het krijt tegen haar plaatsgenoom
K.I.O.S. -en wist den strijd te doen eindigen in
haar voordeel. Stand 5—0.
HEERHUGOWAARD.
D.T.V. II speelde hier Zondag tegen Vrone III
van Sint -Pancras. D.T.V.II verloor met o5.
Twee groepen veteranen Blauw en Wit speelden
Zondag onder enorm veel belangstelling een vete
ranenwedstrijd, waarvan de uitslag 23 was in
het voordeel der Blauwen. i
Buitenland
In h'et 'Zuid-Thuringsche stadje Schallau
is 'n voormalig Duitséh' soldaat teruggekeerd die
in 1917 in Russische gevangenschap' was geraakt
en reeds twee jaar geléden officiëjel dood was
verklaard.
Zijn vrouw was juist voornemens opnieuw in
het huwelijk te treden.
De man heeft verzekerd, dat zich nog steeds
een ^root aantal Duitschers in Russische ge
vangenschap bevindt..
De regimentsdag te Potsdam.
Zaterdag heeft te Potsdam de aangekondigde
ontuhlling plaats, gehad van het gedenkteeken voor
het cavalerie-regiment der „Garde, du Corps."
Vele leden der vroegere keizerlijke familie, wa-,
ren daarbij tegenwoordig, onder wie de prinsen
Eitel Friedrich, August Wilhelm en O-scar.
Generaal Von Richtliofen bracht het regiment
de gelukwenschen over van den ex-kroonprins, die
liet mededeelen dat hij zeer zeker aanwezig zou
zijn geweest, indien de regeering hem dit niet
onmogelijk had gemaakt.
Zaterdagnacht wérden in Potsdam acht com
munisten gearresteerd, die in het bezit werden
gevonden van revolvers, handgranaten en bommen,
waarmede zij het gedenkteeken hadden willen ver
nielen.
Een minister van Financiën gevlucht.
Naar uit Kowuo gemeld wordt, is de Lithausche
minister van financiën er met ander half millioen
dollar en 200.000 goud mark van door. Deze
vlucht zou een paniek veroorzaakt hebben in de
Lithausche finantieele kringen en het betaalmiddel
zoo hebben doen dalen, dat een steunactie ont
worpen is.
Van ambtelijke zijde wordt het bericht in dezen
krassen vorm tegengesproken, maar welingelichte
kringen schijnen niet verrast te zijn over dit
avontuur van den 24-jarigen minister van financien
Noodweer in Duitschland.
D.t streek ten zuiden van den heuvelrug Huy
bij Halb-erstadt, is door hevige onweders, vergezeld
van wolkbreuken, geteisterd. Het woest troo-
mende water der rivieren baande zich een weg.
door de dorpen, wierp muren onderstboven, deed
het plaveisel openscheuren en voerde vee en huis
raad met zich mede. De zaailanden zijn ten 'deele
vernield. De aangerichte schade, vooral aan vee,
is zeer groot.
In Beieren is door onweder en hagelslag,
groote schade onder het gewas aangericht.
Uit tal van plaatsen komen berichten, binnen
over aangerichte schade, o.a. uit den fruitstreefc
Elserdorf en het hopgebied van het district Abeni
berg i ,11
zegel prijkte met een gravenkroon. Bij den eer
sten oogopslag zag zij reeds, dat het séhrijven van!
Koerts moeder afkomstig was. De gravin be
hoorde tot die actieve naturen, die steeds moeten
handelen: het eenige wat hun het verdriet drage
lijk maakt.
Toen zij alleen in de holle hotelkamer zat, we
tende welken weg haar zoon was ingeslagen, was
zij der wanhoop; nabij. Minder dan iemand kon zij
verdragen, dat hare plannen gedwarsboomd wer
den, dat men haar tegenstand bood. Eene lang
durige zelfstandigheid en een onbeplerkt, maat
verstandig beheer harer zaken hadden haar in dit
opzicht verwend. Zij hield er zich zeker en stel
lig van overtuigd, ook ditmaal slechts gezonds
denkbeelden te koestereh. Maar de vraag: „wat
te doen?" was altijd de eerste, die haar op' dt
lippen kwam. Dat haar zoon thans voor geen raad
vatbaar was, begreep zij maar al te goed, doch da
karakterschets, die hare vriendin van Nora gegc"
ven had, kwam haar weder voor den geest. Na
als zij dan zoo edel, zoo. goed opjgevoed, zoo
vreemd aan alle intriges was, dan kon zij zich
ook niet in een familie dringen, waarin zij niet
begeerd werd, als het waar was, dat zij zich
teruggetrokken had, dan kon zij het ook uitspre
ken, dan moest zij hare liefde aan zijn geluk ten
offer brengen. De gravin besloot, haar te schrij
ven, een beroep te doen op haar hart, haar
verstand, haren trots.
Nora zat met gloeiende wangen dien brief te
lezen.
;.„Ontroof mij mijnen zoon niet," luidde het slot
van den brief, die eerst de gegrondheid van al
dé geopperde bezwaren dééd uitkomen; „plaató
u niet tusschen hem en zijne moeder! En dat zoudt
gij toch doen, wanneer hij geen acht sloeg op
mijnen wil. Ja, gij zoudt ook dan scheidend tus
schen ons staan, wanneer mijne macht zóóver
ging, hem daarvan te weerhouden, want dat
zou hij zijne moeder nooit vergeven. Maar me»