Nieuw? m<ren Uit ons Parlement Onze langzame wetgeving. Wijzi ging van het Wetboek van Strafrecht. 'As Het nijverheidsonderwijs. De aan sprakelijkheid van automobilisten enmo torrijders. Twee ihterpèlïaties. Begrootingen in de Eerste Kamer. Wanneer we nog niet geweten hadden hoe langzaam onze wetgeving werkt, dan hadden de mededeelingen van minister Heemskerk omtrent het ontstaan van het ontwerp tot wijziging van ons Zeerecht, dat dezer dagen in de Tweede Ka mer behandeld werd, ons daarvan kunnen over tuigen. In 1905 reeds werd door den toenmaligen Minister van Justitie, mr. Van Raalte, aan prof. Molengraaf opdracht gegeven deze wijziging tot stand te brengen. De professor was in 1907 met zijn werk gereed en kon die bij den Raad van State indienen, die in 1910 hierover advies gaf- In 1914 werd toen het werk openbaar. Maar eerst in 1920 kwam het bij de Kamer in. En daarna duurde het nog tot 1924 voor het in be handeling kwam. Deze behandeling werd natuurlijk door den ontwerper, prof. Molengraaff, als regeeringscom- missaris bijgewoond. En de verdediging van het ontwerp werd dan ook hoofdzakelijk aan hem overgelaten. Veel verzet was er trouwens niet. Het kwam feitelijk alleen van den kant van den heer Dresselhuijs, die het betreurde, dat bij deze wijziging niet meer aansluiting was gezocht bij de zoogenaamde „Hague Rules", drie conventies op de Brusselsche Zeerechtconferentie van 1923 vastgesteld, maar nog niet tot internationaal recht geworden en van die van den heer Brauti- gam, die betreurde, dat deze wijziging niét te vens gebruikt was tot verbetering van de positie der schepelingen, een verwijt, waarop prof. Mo lengraaff hem antwoordde, dat een nadere rege ling van deze positie in voorbereiding was. Niettemin trachtte de heer Brautigam thans reeds door amendementen die positie te stevigen. En hij had daarbij het succes, dat zijn voorstel om onder de papieren, die aan boord aanwezig moe ten zijn, ook de arbeidsovereenkomsten, ihdien schriftelijk aangegaan, opte nemen, door den minister werd overgenomen en dat overeenkom stig zijn voorstel het leven van de schepelingen beter verzekerd werd ingeval tusschen de ree- ders van het in nood ver keer ende en het helpen de schip een belangengemeenschap bestond. Behalve ons Wetboek van Koophandel werd {ook dat van Strafrecht gewijzigd door het ont werp, dat ook uitlokking strafbaar stelde. De bepaling, die ook mislukte uitlokking straf baar maakte, lokte daarbij nogal verzet uit. Bij de behandeling van het ontwerp tot nadere regeling van het dragen van de kosten bij! open- Rare verpachtingen en ver koop ingen was het ver zet belichaamd, in het amendement van den heer Braat, die ook b'ij onderhandsche verpachtingen de kosten wilde verhaald zien op den verhuur der, een wensch, die de instemming van de meer derheid der Kamer niet kon krijgen. Krachtig'verzet openbaarde èfêh -iegèfi 'de be paling van de Nijverheidsonderwijswet, die het verleenen van subsidie aan nijverheidsscholen fa cultatief wilde stellen door de woorden „kan wor den verleend". De heer Van Wijnbergen opende den aanval tegen deze woorden van art. 5 en .werd daarin door den heer Gerhard en anderen ge steund. Laatstgenoemde diende dan ook een amen dement in, om de subsidieverleening tot een be drag van 0 procent, wanneer de gemeente 30 procent bijdroeg, verplicht te stellen en vond daarvoor de goedkeuring der Kamer. Daarente gen vereenigde hij zich met het nieuwe artikel, dat de minister invoegde en waarbij1 voor nijver heidsscholen na 1 Mei 1924 geopend en voor nieuwe gehouwen bij reeds bestaande scholen, met uitzondering van bepaalde gevallen, geen subsi die zou worden gegeven. In de nieuwe Motor- en Kijwielwet werden de wijzigingen aangebracht, die de 'heeren Van ;ën Sasse Van ÏJsselt, Van Rappard en anderen d; i in gezamenlijk hadden voorgesteld, nadat- voorstellen door dên heer Van Schalk "een-igsj waren veranderd. Krachtens deze wijzigin j .wordt, nu eigenaar pf.. houder van een motorrij- tuig, ook wanneer hij een ander laat rijden, ateo- pprakel ijle-^Mï'; toegebrachte schade," tenzij atoi- i nemelijk UpSat de schade 'te wijten is aan' óvér- macht, worden b'ij dood of verminking a'rtt. 14Ö8 en 1407 aansprakelijk voor wat betreft de perso den, die een rechtsvordering hébben en de scha de-taxatie, maar geldt die aansprakelijkheid niet, als dé schade wordt toegebracht aan een ander motorrijtuig, dat in beweging is, en aan loslóo- pende dieren of personen en- goederen, daarmee vervoerd, terwijl dé aansprakelijkheid^ wat 'het bedrag der schade betreft, beperkt blijft tot dé waarde van het motorrijtuig, tenzij weer de schuld nadrukkelijk blijkt. Naast deze verschillende wetsontwerpen wer- teen nog twèe moties behandeld; Die van den heer Duijs betreffende het levensonderhoud van het voormalig personeel der reddingsboten-, dat vaak in zeer behoeftige omstandigheden verkeert j .en waarvoor deze afgevaardigde het Rijk wilde laten opkomen, werd door de Kamer aangéno- men. De tweede was die van den heer Snoeok Henckemans. Zij was een gevolg van de omstan digheid, dat sommige bizondere scholen wegens een afwijking in het lesrooster, hoewel die door j deninspecteur voor gezien was geteekend, een deel -van haar subsidie hadden moeten missen. De heer Snöeck Henkemans achtte dit in strijd j met de Wet en de goede trouw omdat het visum j van den inspecteur voldoende moest zijn, encwil- de dit de Kamer laten uitspreken. Maar dè' ifii- j nister bestreed, het, wilde wel deze scholennog zooveel mogelijk tegemoet komen. De heer Snoéck i Henkemans bleek toen over een andere motie te j denken, waarbij werd uitgesproken, dat de school i besturen aanspraak op subsidie hadden, maar trok i op de toezegging van den minister ten slotte zijn i motie in. In de Eerste Kamer werden de begrootingen van Buitenlandsehe Zaken en van Binnenlandsché I Zaken behandeld. De heer Anema pleitte daar- j bij voor ar bitrage-verdragen,- de heer De Jonge i voor aanstelling van gezanisohapsattaché's voor sociale aangelegenheden en meer openbaarheid in de diplomatie; de heer Van Embden voor de j -mogelijkheid, dat afwezige leden der Provinciale "Staten hun stem schriftelijk voor een Eerste I /Kamerverkiezing zouden kunnen uitbrengfen, dè heer Rugge voor socialisatie van den grond en prof. Slotemaker de Bruine tegen de vloekverbo- j den, terwijl de heer De Vos van Steenwijk zich; j beklaagde over het weglaten van adellijke titels" j in het proces-verbaal van het centraal stem bureau. i Kerkelijke belasting. Het Gerechtshof te Arnhem heeft een arrest gewézen, dat van veel belang is voor de kwestie van de kerkelijke belasting. De Herv. gemeente te Almelo vorderde van zekeren T. over drie jaar tezamen een bedrag van meer dan f2000 belas ting. De aangesprokene beweerde, dat hij geen lid was, al was hij wel inde kerk gedoopt eri later op belijdenis des geloofs tot lidmaat aange- j nomen. Hij1 beriep zich echter op zijn ininderja- righeid ten tijde van het plaats hebben dier han delingen. Hij' had ook wel jaarlijks een bedrag aan de kerk geschonken, doch hij had dat niet als belasting beschouwd en dan ook geëischt dat op de kwitantie het woord „verschuldigd" door het woord „toegezegd" zou worden vervangen, het geen ook was geschied. jDegemeente beriep zich echter in hoofdzaak o phet feit, dat T. -ook na zijn meerderjarigheid een bedrag aan de Generale kas der Herv. Kerk had betaald, waartegen T. aanvoerde dat hij de beteekenis van dit fonds nooit goed had begre pen, en hij de inning als een jaarlijks terugkéé- FEUILLETON. NORA. Maar voor Nora's oogen rees thans ook het tweede tafereel op: hoe haar vader thuis gekomen .was, reeds alles wetend, nog eer zij het hem alles ten volle gezegd had. Zijn misnoegen was innig en groot geweest; slechts als eene kinderlijke dwaasheid had hij de geheele geschiedenis willen beschouwen. Hoe verschillend kan toch één en dezelfde zaak bezien worden! Was dat alles dan niet hetzelfde, wat zij met Koert besproken had 'Hoe reusachtig hoog stapelden zich thans de zwarigheden op, die hun zoo klein waren voorge komen! Hoe diep scheen nu de klove tusschen de wederzijdsehe levenspositiën, hoe dreigend de toorn zijner familie hoe zwaar de schok, aan heel zijn levensgeluk toegebracht! En eindelijk die ontzettende woorden haars vaders: „Zij zullen denken, dat wij hem door onwaardige middelen hebben aangelokt; zij zul len uwe schoonheid voor de boeien houden, waar mede gij hem gekluisterd houdt, om u zijne jeugd en onervarenheid ten nutte te maken, en daardoor in het bezit van een rang en eene aanzienlijke positie te komen; ja, men zal het openlijk uit spreken, men zal gelooven, dat wij van een ondoordacht ^ogenblik geprofiteerd hebben om hem een bindend woord te ontlokken!" Daar was Nora voor teruggedeinsd, in haar hinderlijk, onbevangen gemoed was het voorgevoel van' iets schrikkelijks opgerezen, waartegen haar geheele wezen in opstand kwam. En toen was hét zó óver gekomen, dat zij haren vader ge smeekt had: „Schrijf hem, dat het een dwaling geweest is, dat wij scheiden moeten," en naet fvaste hand had zij zelve die woorden aan den brief haars vaders toegevoegd. „Maar nu," had zij vervolgens gezegd, „laat'ons nu ook dadelijk van hier vertrekken, vader Hier brandt mij Me grond onder de voeten. O, laat mij hem nooit we derzien! Zend mij ver, ver weg van hier, naar het land mijner moeder over de zee, opdat" "zij niet kunnen denken,, dat, ik hem heb.aan gelokt Haar vader, wien de smart van zijn kind door het hart sneed, vooral daar hij zichzelven moest verwijten, niet voorzichtiger geweest te zijn, had haar tot- bedaren pogen te brengen. Hij was zelf van oordeel geweest, dat 'thet beste was, ten einde de verdenking te ontwijken, als had Nora- den jongen graaf behendig aan zich willen verbinden, zoo spoedig mogelijk dezen omtrek te verlaten. Om echter alle te overhaaste beslui ten .te voorkomen, had hij haar een verblijfvan eenige dagen op hare vroegere kostschool voorge steld, waar men de zaak dan nader zou kuffnen bespreken. Nora had dat voorstel met de meeste bereidwilligheid aanvaard. Bij hare beproefde vriendin haar hart uit te storten, daar raacl en troost te gaan halen, scheen haar de verkwik- kendste gedachte toe. Dienovereenkomstig was de circus-directeur nog dienzelfden nacht vertrok ken, terwijl zijne vrouw de opheffing van het huishouden in de villa leidde. i De superieure had hare lieveling vol blijdschap -verwelkomd. Met weemoed zag zij het kind reeds zoo vroeg betrokken in.een dier verwikkelingen, die zij voorzien had. Zij hechtte hare goedkeu ring aan het denkbeeld, dat Nora de familieledjeïi barer moedë.r in het verre Wjestjön eens zou gaan bezoeken; maar de heer Karsten wilde van zulk i een scheiding nog niets weten. Te midden van dien zweveüden toestand nu had het totaal on voorziene wederzien plaats gevonden: eenige da gen later, en Nora zou Koert misschien voor 'altijd ontrukt, zijn geweett. Maar terwijl Nora dit alles nu nog eens over- zag, deed het zich in een geheel nieuw liéht aan haar voor. "Wél had zij gedacht, een groot offer te brengenwant zij had haar eigen geluk aan het rende collecte had beschouwd. Het Hof was even wel van oordeel, dat-in het geregeld jaarlijks, ook 1 na 'zijn meerderjarigheid "betalen van "die bijdrage aan de generale kas wel een stilzwijgende be- krachtigingging was gelegen van zijn aanneming- tot lidmaat. Tóch werd dé vordering van- de kerk niet toe- fewezen, want meer dan eens had T. geweigerd e belasting te betalen en hij had den daarbij aan den kerkdijken ontvanger geschreven; dat hij zich niet meer als lid beschouwde, en dat zelfde schreef hij ook eens aan het kerkbestuur. De kerk nam dan ook genoegen met een door ,T. zei fbepaalde bijdrage, die hij, als boven gezegd, niet als „verplicht" wilde geven. Het Hof besliste nu,, dat door deze handelin gen de aangesprokene door woord en daad ge toond had, dat hij zich van de kerk afschieiddje, en deze afscheiding ook door de kerk mettertijd was erkend en dat hij- nu reeds voor de jaren, waarover thans belasting van hem werd gevor derd ingevolge artikel 3 van het algemeen régie- ment der Herv. Kerk had opgehouden tot die kerk te behooren. De eisch werd dus afgewezen én het kerkbestuur in de proceskosten veroor deeld. i Be verhongerde zwerver. Naar „de Tel." verneemt, zijn de medische hoogleeraren, die het lijk van den omgekomen Baarnsehen zwerver hebben onderzocht, tot de conclusie gekomen: 1. dat er aan het lijk van B. Rigter tgeen enkele ziekelijke afwijking gevonden is, welke èen natuurlijken dood zo ukunnen verklaren; 2. dat de eenige verschijnselen, welke aan het lijk van dezen man zeer in het oog vallen, zijn het- geringe vetgehalte van het onderhuidsch weef Wsel en van inwendige deelen, de geringe om vang en het geringe gewicht van de spijsverte ringsorganen, van de milt en van den lever, ter wijl ook het gewicht van het hart en de longen beneden het gemiddelde is; 3. dat van een gewelddadigen dood! geen toe ken gevonden is. De kleine, oppervlakkige huid- wonden aan den neus, den linkerpols en de ont vellingen aan den rechter onderarm komen daar voor niet in aanmerking; en 4. dat, in aanmerking genomen de feiten, le dat P. Rigter van den avond van 25 Maart 1924 tót het oogenblik, waarop hij 10 April 1924 dood werd gevonden, hoegenaamd geen drank tot zich heeft genomen en hoogstens het weinige brood, dat hij 25 Maart, bij zich had, heeft kunnen nut tigen, 2e. dat bij de schouwing geen bepaalde oorzaak van den dood is gevonden, P. Rigter met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid i sgestorven aan uitputting door volkomen gemis aan drank en spijs. B er coving van 2j5.4ÜO gldj. In den nacht van Zaterdag op Zondag is iemand in een hotel in de Warmoesstraat beroofd van een bedrag van 25.400 glcL De man had dit geld Ödat zijn geheele bezit vormde, pas van een bank gehaald, de vrouw die de berooving gepleegd heeft, een Duitsöhe, is vermoedelijk met haar buit- over de grens verdwenen. Per Telefoon A R,RO N BISSEMEN TlSREjCETB ANK. Zitting Dinsdag 27 Mei. -UITSPRAKEN'. O. Kraakman, Heer Hugcwaaid, (Ged.) dief stallen, meermalen gepleegd, 1 jaar gevangenis straf (conform den eisch). C. Kraakman, als voren, diefstal klokketouw, ,1 maand gevangenisstraf. C. Bergen, Zuidsoharwoude, diefstal van pluimvee, 4 maanden gevangenisstraf (voorwaar delijk) met 2 jaren proeftijd. Arn. van Tiel, Rijkswerkinrichting Hoorn, mishandeling, plaatsing in een krankzinnigenge sticht voor dén tijd van 1 jaar. zijne ondergeschikt willen maken, maar diep had tochjd ien morgen zijne vraag haar getroffen: „W'at !kan uwe liefde dan zóó weinig verdragen Ts zij te zwak om eenigen tegenstand te bieden?" Ja, thans kwam het haar als zwakheid, als on trouw voor. Zij had dadelijk haren trots laten zegevieren. Al de tegenwerpingen, die haar vader had gemaakt, hadden zij beiden immers voorzien! Zij had. dadelijk toegegeven, terwijl Koert zoo Standvastig voor hunne liefde blee fstrijden. Zou ■het wel werkelijk tot zijn geluk wezen, wannteer 'zij zich aan hem onttrok? Wjelk een diep ziele- ?lëed was er niet- reeds gisteren op zijn gelaat te lezen geweest! Zij vroeg zich af, of zij zelve niet alles zou opofferen voor zijne liefde. Maar waar om had zij hem dan geringer beoordeeld? En weder werden de handen voor het gelaat gedrukt. O, wat zou, wat moest zij dan nu doen? Andermaal van hare liefde afzien, andermaal hem ontvluchten Of met hem voor alles strij den Wie kan zeggen, naar welke zijde in zulke oogenblikken de weegschaal overslaat, wanneer 'er geen stoot van buitenaf bijkomt! De namiddagzon stond reeds laag, en verguld de, evenals op' dien dag, toen Nora voor hét onder houd met de superiore werd binnengeroepen, de '^bergtoppen in de verte, die men uit hét kamertje I kon zien. Nora zat daar nog altijd, verdiept in i hare gedachten. Men had herhaaldelijk bij haar <\angeklopt, om haar voor de maaltijden te roepen zij had zich echter met hoofdpijn verontschuldigd en ook'niemand binnengelaten. De superieure, dat wist zij, had eerst tegen den avond weder vrijen tijd voor haar beschikbaar. Nu werd er alweder gèklopt, en tegelijkertijd I werd haar gemeld, dat men een brief vooR haar had. Duizend vermoedens doorkruisten in dit oogenblik Nora's brein; met bevende handen nam! 'zij den brief in ontvangst. Het adres was door eene haar onbekende hand geschréven, maar het Karei van Erp, Anna Paulowna, (Ged,) zware mishandeling, 10 maanden gevangenisstraf (voor waardelijk) met 2 proefjaren en last tot onmid dellijke invrijheidstelling. SPORT EN WEDSTRIJDEN. OUDKARSPEL. (Onder de belangstelling van een enorme men- schenmassa, die het terrein vulde, speelde D.T.S. haar aangekondigde wedstrijden- 'Bij den eersten wedstrijd kwamen in het veld D.T.S. I en Rood Wit I uit Alkmaar. In -een zeer geanimeerden wedstrijd wist D.T.S. van haar tegenpartij te winnen met 4—1. zoodat de medaille, hieraan verbonden in haar bezit kwam De D.T.S>ers houden zich den laatsten tijd goed. De veteranenwedstrijd Blauwen en Witten was een niet minder succes. Onder niet minder hartelijke belangstelling wisten de Witten te win nen met 41 f Het tweede elftal van D.T.S., op bezoek naar Bergen, moest van GeelZwart verliezen met 6o NOORDSCHARWOUDEl Het tweede elftal van de voetbalvereeniging Holland trad in het krijt tegen haar plaatsgenoom K.I.O.S. -en wist den strijd te doen eindigen in haar voordeel. Stand 5—0. HEERHUGOWAARD. D.T.V. II speelde hier Zondag tegen Vrone III van Sint -Pancras. D.T.V.II verloor met o5. Twee groepen veteranen Blauw en Wit speelden Zondag onder enorm veel belangstelling een vete ranenwedstrijd, waarvan de uitslag 23 was in het voordeel der Blauwen. i Buitenland In h'et 'Zuid-Thuringsche stadje Schallau is 'n voormalig Duitséh' soldaat teruggekeerd die in 1917 in Russische gevangenschap' was geraakt en reeds twee jaar geléden officiëjel dood was verklaard. Zijn vrouw was juist voornemens opnieuw in het huwelijk te treden. De man heeft verzekerd, dat zich nog steeds een ^root aantal Duitschers in Russische ge vangenschap bevindt.. De regimentsdag te Potsdam. Zaterdag heeft te Potsdam de aangekondigde ontuhlling plaats, gehad van het gedenkteeken voor het cavalerie-regiment der „Garde, du Corps." Vele leden der vroegere keizerlijke familie, wa-, ren daarbij tegenwoordig, onder wie de prinsen Eitel Friedrich, August Wilhelm en O-scar. Generaal Von Richtliofen bracht het regiment de gelukwenschen over van den ex-kroonprins, die liet mededeelen dat hij zeer zeker aanwezig zou zijn geweest, indien de regeering hem dit niet onmogelijk had gemaakt. Zaterdagnacht wérden in Potsdam acht com munisten gearresteerd, die in het bezit werden gevonden van revolvers, handgranaten en bommen, waarmede zij het gedenkteeken hadden willen ver nielen. Een minister van Financiën gevlucht. Naar uit Kowuo gemeld wordt, is de Lithausche minister van financiën er met ander half millioen dollar en 200.000 goud mark van door. Deze vlucht zou een paniek veroorzaakt hebben in de Lithausche finantieele kringen en het betaalmiddel zoo hebben doen dalen, dat een steunactie ont worpen is. Van ambtelijke zijde wordt het bericht in dezen krassen vorm tegengesproken, maar welingelichte kringen schijnen niet verrast te zijn over dit avontuur van den 24-jarigen minister van financien Noodweer in Duitschland. D.t streek ten zuiden van den heuvelrug Huy bij Halb-erstadt, is door hevige onweders, vergezeld van wolkbreuken, geteisterd. Het woest troo- mende water der rivieren baande zich een weg. door de dorpen, wierp muren onderstboven, deed het plaveisel openscheuren en voerde vee en huis raad met zich mede. De zaailanden zijn ten 'deele vernield. De aangerichte schade, vooral aan vee, is zeer groot. In Beieren is door onweder en hagelslag, groote schade onder het gewas aangericht. Uit tal van plaatsen komen berichten, binnen over aangerichte schade, o.a. uit den fruitstreefc Elserdorf en het hopgebied van het district Abeni berg i ,11 zegel prijkte met een gravenkroon. Bij den eer sten oogopslag zag zij reeds, dat het séhrijven van! Koerts moeder afkomstig was. De gravin be hoorde tot die actieve naturen, die steeds moeten handelen: het eenige wat hun het verdriet drage lijk maakt. Toen zij alleen in de holle hotelkamer zat, we tende welken weg haar zoon was ingeslagen, was zij der wanhoop; nabij. Minder dan iemand kon zij verdragen, dat hare plannen gedwarsboomd wer den, dat men haar tegenstand bood. Eene lang durige zelfstandigheid en een onbeplerkt, maat verstandig beheer harer zaken hadden haar in dit opzicht verwend. Zij hield er zich zeker en stel lig van overtuigd, ook ditmaal slechts gezonds denkbeelden te koestereh. Maar de vraag: „wat te doen?" was altijd de eerste, die haar op' dt lippen kwam. Dat haar zoon thans voor geen raad vatbaar was, begreep zij maar al te goed, doch da karakterschets, die hare vriendin van Nora gegc" ven had, kwam haar weder voor den geest. Na als zij dan zoo edel, zoo. goed opjgevoed, zoo vreemd aan alle intriges was, dan kon zij zich ook niet in een familie dringen, waarin zij niet begeerd werd, als het waar was, dat zij zich teruggetrokken had, dan kon zij het ook uitspre ken, dan moest zij hare liefde aan zijn geluk ten offer brengen. De gravin besloot, haar te schrij ven, een beroep te doen op haar hart, haar verstand, haren trots. Nora zat met gloeiende wangen dien brief te lezen. ;.„Ontroof mij mijnen zoon niet," luidde het slot van den brief, die eerst de gegrondheid van al dé geopperde bezwaren dééd uitkomen; „plaató u niet tusschen hem en zijne moeder! En dat zoudt gij toch doen, wanneer hij geen acht sloeg op mijnen wil. Ja, gij zoudt ook dan scheidend tus schen ons staan, wanneer mijne macht zóóver ging, hem daarvan te weerhouden, want dat zou hij zijne moeder nooit vergeven. Maar me»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 2