NIEUWE
talos
O 69. tavsstö, 8®
Dinsdag 17 Juni 1984
88e arja g
Plaatselijk Nieuws
Uit ons Parlement
Geldelijke verantwoordelijkheid voor
het nakomen van contracten. De
bizontere positie van schepelingen ep
de poenale sanctie in koelie-contrac
ten. Reden voor de pionale sanctie
en de noodzakelijkheid van haar ge
leidelijke afschaffing. Ruilverkave
ling.
Wanneer men zijn diensten verhuurt of aanneemt
iets te doen, blijft men toch altijd slechts geldelijk
verantwoordelijk voor de nakoming dezer overeen
komst en kan men tot het praesteeren dezer dien
sten gedwongen of wegens wanpraestatie gestraft
worden. Dit is een algemeene regel, die niet alleen
in ons land geldt en die alleen slavernij of persoon-;
lijke dienstbaarheid beslist uitsluit. De eenige uit-,
zondering, die wij kennen, is die ten opzichte van
schepelingen, die met den sterken arm naar het
schip teruggebracht kunnen worden. Maar deze
uitzondering is slechts schijnbaar, omdat deze be
paling een gevolg is van de omstandigheid, dat het
wegloopen van schepelingen schip, lading beman
ning en passagiers in gevaar kan brengen, hun po
sitie een zeer bijzondere is en met het eindigen'
der reis hun verplichting dan ook van zelf eindigt.
En het was dan ook niet geheel juist gezien van
den heer Faber, toen hij deze bepaling gelijk stelde
met de poenale sanctie, die in de koelie-ordonnan
ties voorkomt en die in tegenstelling met den alge-
meenen regel een soort persoonlijke dienstbaarheid
voor den koelie schept en hem dwingt zijn diensten
te leveren. De eenige verklaring, de eenige vieront-|
schuldiging, zou men kunnen zeggen, die voor deze
bepaling te vinden is, is de bijzondere toestand van
de arbeidsmarkt in de Indische buitenbezittingen,
waardoor de ontwikkeling dier buitenbezittingen
van het handhaven eener dergelijke sanctie vrijwel
afhankelijk wordt, immers de beschikking over ar
beidskrachten telkens ontbreekt. Het was dan ook
op grond van de noodzakelijkheid dezer sanctie
voor deze ontwikkeling, dat vooral de heer Gerrit
sen haar verdedigde en zelfs van een herziening om
de 5 jaar, als de meerderheid der commissie, die
omtrent het ontwerp-koelie-ordonnantie van Mr.
Van Blommestein verslag had uit te brengen, voor-;
stelde, wegens den .daardoor voor den wetgever
ontstane onzekerheid, niet wilde weten.
Aanvankelijk hield dit ontwerp het voorstel tot
afschaffing in. En er bleek ook thans nog een ster
ke minderheid in de commissie voor dergelijke af
schaffing, mits over 5 jaar, te vinden. Hij achtte-
de poenale sanctie immoreel. En de heer Marchant'
wees er op, hoe 70 procent der koelies en voor de
Ombilonmijnen zelfs 60 a 70 procent per jaar ge
straft werden. Het vinden van arbeidskrachten,
leek deze minderheid met een goed premie-stelsisl
en gunstiger arbeidsvoorwaarden, niet onmogelijk.
Maar dit laatste bleek ook de Kamer in meerder-:
heid te betwijfelen. Feitelijk bleek ook de Kamer
met slechts een. enkele uitzondering en bleek ook i
de regeering van de noodzakelijkheid der afschaf-
fing van deze sancties overtuigd. Maar zij wilde dit j
geleidelijk doen. En de meerderheid der commissie j
stelde dan ook herziening der sanctie, om de 5 j
jaar, te beginnen met 1930, voor, welke herziening
door het overnemen van het amendement van den
heer Scheurer nog nadrukkelijker de bedoeling
kreeg tot geleidelijke afschaffing te geraken, door-
OUDKARSPEL.
A. J. VOS VAN ZON.
40 jaren onderwijzer.
Gisteren had de huldiging plaats van den heer
A. J. Vos van Z,on, daar hij op dien dag zijn 40-
jarig jubileum als onderwijzer herdacht en steeds
aan de o.l. school alhier verbonden is geweest.
Deze huldiging had plaats in de kolfbaan van
den heer C. Vis.
Wanneer .wij de zaal binnentreden zien wij, dat
deze een feestelijk aanzien heeft verkregen door
het aanbrengen van versiering en bloemen.
De schoolkinderen, die den geachten jubilaris
•zullen toezingen, vullen om 10 uur reeds de zaal.
Ook was aanwezig mej. Saaie, rustend onder
wijzeres, vroeger verbonden aan de 0. 1. school.
De Sehoolfeestcommissie en het onderwijzend
personeel zijn reeds aanwezig, en nu is het wach
ten op den heer Van Zon,
aan te bieden. Moge u steeds b ijhet 'zien der ca- j
deaux daarin de hoogste waardeering van ons
erkennen voor uW werken'. Wij wenschen van har
te dat u nog lang in ons midden zult mogen ver
toeven (applaus).
Het Hoofd der school, de heer C. J. de Wijn,
die alles leidt, spreekt tot den heer Van Zon hier
op ongeveer de volgende woorden:
Geachte Jubilaris,
Het spreekt van zelf dat het onderwijzend per
soneel niet achter wilde blijven, om dezen dag te
herdenken, en tot een onvergetelijken dag te ma
ken. Een 40-jarig jubileum als ondeïlwijzer is
gèen kleinigheid. Zooiets gebeurt niet alle dagen
en is zeker de h'er denking waard. Dat gij in de
40 jaren die achter u liggen uw plicht hebt ge-
(daan, weten we. Daarmee hebben wij kennis ge
maakt, wij, die met ons allen niet zooveel dienst
jaren hebben als u alleen. De jaren die wij hier
zijn, hebben wij steeds op de meest aangename
wijze met u samengewerkt, en hoop ik dat dat met!
de anderen in de voorgaande jaren ook het geval
Spontaan zongen de kinderen hierna nog „Hij
leve lang". 1
De huldiging was thans afgeloopen en keerde
een ieder der aanwezigen voldaan en tevredjen
over het verloop, weder huiswaarts.
De heer Van Zon is op waardige en sympa
thieke wijze door Oudkarspels burgerij gehuldigd.
Rechtzaken
Wanneer men op het tooneel heeft plaats ge- s geweest. Altijd zijt ge een opgeruimd collega,
nomen, worden na eenige oogenblikken de heer altijd, zijt ge bereid tot samenwerking. En aan
Van Zon en zijn dochter, door de heeren Jb. u he]) jj. het, als jong hoofd, ook zeker te danken,
Eecen en Van Hout binnengeleid, nadat deze dat mijn positie mij zoo gemakkelijk is gemaakt,
beide heeren den jubilaris en zijn dochter per fljw collega's meenden dan ook dezen dag voor u
auto van zijn woning hebben gehaald. te moeten veraangenamen door het aanbieden van
Allen op het tooneel zijnde heeft de eerste hulde eeil souvenir. Moge u er nog jaren en jaren ge-
plaats door de schoolkinderen, die hun onderwij
zer, onder leiding van den heer Posthumus het
volgende lied toezongen, voor deze gelegenheid
gedicht door het Hoofd der School:
(Wijze: „Limburg mijn Vaderland")
16 Juni 1924.
Meester, 't is een feestdag nu
[Wij zijn vol van jool
Veertig jaren is 't geleen,
Dat U kwam in séhool
Moog de herinn'ring aan dien tijd
Prettig zijn vol vreugd
Hartelijk gelukgewenseht
Door Oudkarspels jeugd bis
Duizend kindren hebt ge wel
In de klas gehad;
Duizend hoofden volgepropt,
Met van alles wat.
Arm en rijk hier hebt ge steeds
Opgeleid tot deugd
En nog altijd arbeidt gij
Voor Oudkarspels jeugd
Heerlijk frisch klonken de stemmetjes door de
jaal, en met welk een ernst werd het lied gezon-
i gen. Het was een hartelijke, lieve huldiging.
Achter in de zaal bevonden zich thans veel
Z.E.A. ongeveer de volgende woorden:
Geachte Jubilaris.
Het is thans de dag, dat het 40 jaar is
1 dat u als onderwijzer aan de 0. 1. school door
mijn grootvader en den raad werd benoemdl. Ui
heeft in dien tijd veel lief en leed gehad, maar
dat in 1930 een plan zou worden ontworpen, dat de j xiveniiü xost-u j
wijze van geleidelijke afschaffing aangaf. Maar ook en we]]j
thans reeds deed zij enkele verbeteringen en ver-
p&X$ ,h«hSd!^«ïacfc°heuf?m J" Achter m ae saai oevonaen
wichtige redenen, hetzij ook zonder die, maar dan belangstellenden, die getuigen willen zijn van de
met beperkte schadeloosstelling. Door kolonisatie huldiging,
van Javanen in de buitengewesten, meende ze dan ~KT-
op den duur de noodige arbeidskrachten beschik
baar te kunnen krijgen. En door de aanname van
haar conclusies, betuigde de Kamer haar instem-
ming met deze opvatting. j
Over het ontwerp houdende bepalingen betref-
fende ruilverkaveling, bleek de eenstemmigheid nog
grooter. Van verzet was hier feitelijk geen sprake,
al konden de heeren Van Rappard en Van Sasse --- ~l T
Van IJsselt niet nalaten, de ruilverkaveling als een wjj hopen van harte meer liet dan leed. in de
nieuwe aanslag oop het eigendomsrecht te signalee- 40 jaren die achter ons liggen is zeer zeker veel
ren en al herinnerde de heer Braat aan de mogelijk- ^oor u yoor j^t onderwijs gedaan. De Raad heeft
heid gronden van slechter hoedanigheid voor de
zijne.terug te krijgen. Blijkbaar konden ook deze
heeren hun bezwaren tegenover de goede uitwer-
king van ruilverkaveling, bedoelende aaneenvoe
ging van gronden in handen van -een enkelen eige-
naar, door ruiling te bevorderen en daardoor de
bestaande versnippering op te heffen, gemakkelijk^
'er zijde stellen. Deze goede uitwerking zag men:
vooral in verbetering der waterafvoer en verhooging
der productiviteit door beter gebruik van landbouw
machines, enz. Omtrent de wijze om die ruilverka
veling tot stand te brengen, werden nog verschillen-
de amendementen op de oorspronkelijke bepalingen
voorgesteld. Zoo wilde de bizondere commissie de
rechten van hypotheekhouders' en grondrechthef-
fers, ten aanzien van het waardeverschil der geruil
de goederen, gelijk stellen met die van eigenaars,
welk voorstel de minister overnam en de heer Van
Voorst tot Voorst twee vijfde van de leden dei-
centrale commissiën doen aanbevelen door centrale
landbouwvereenigingen, waarmee de Kamer zich
vereenigde. Daarentegen werden de voorstellen van
de heeren Hiemstra en Ebels verworpen.
bruik van maken onder gelukkige omstandighe
den. Het is mij te meer aangenaam u dit souvenir
te kunnen overhandigen, daar mej. Scale, naast
uwe collega's, hierin heeft medegewerkt, dezleu
dag voor u tot een onvergetelijken te maken, (ap-
1 plaus).
i Dit souvenir bestond uit een zilveren vork ep
«lepel, waarin was gegraveerd: 16 Juni 1884
i 1924.
Hierop werden de kinderen door den Jubilaris
onthaald.
De heer S. Brugman van Heerhugowaardl
vraagt en verkrijgt het woord.
Geachte Collega en Jubilaris,
Toen ik vernam welk een heugelijke dag de
16e Juni voor u (was en mij "werd medegedeeld, hoe
i men den dag voor u wilde maken, heb ik in mijn
hart de behoefte gevoeld daarbij tegenwoordig
te zijn. Ik kom echter met leege handen maar met
een vol collegahart, en gevoel ik mij gedrongen
u hartelijk geluk te wenschen met dezen voor u
zoo heugelijken dag. Nu ik heb gezien de kinderen
die hier aanwezig zijn, hun zang heb gehoord,
wanneer ik hoor de hartelijk gesproken woorden
door den Burgemeester, en ik hoor de stemmen
van uw oud-leerlingen, dan gaat mijn hart open
voor u. Collega van Zon, het is voo,r u een mooie
f maar innerlijk moeilijke dag. En toch is het een
vol-heerlijke dag. Ik hoop dat u hieraan vele
malen zult terugdenken en dit zult doen 'met innig
genoegen en veel genot (applaus).
I Wederom maken vele oud-leerlingen van de ge-
i iegenheid gebruik om hun onderwijzer te felici-
i teeren.
I Na eenigen tijd wachten, die de kinderen vul
len met het zingen van een paar liedjes, is het
0 ogenblik daar dat ook zij hun meester zullen
huldigen. De meisjes Jannie Heertjes, Nellie Kok
en Annie Jansen komen op het podium met een
schitterend bloemstuk.
Nellie Kok zegt dan tot haar ondêrwijzer:
Na°nög een oogenblik wachten komt de Burge- Meester, de schoolkinderen hebben gemeend dat
zijn Gemeenteraad binnen en spreekt opto Aag van uw juMenm, b^aWe
bis
Meester, nu U jubileert
Zijn we allen blij
Zingen wij U hart'lijk toe
;Op dit feestgetij:
[W:at ge veertig jaren lang
Wlaart, tot ieders vreugd.
Blijf dat ook nog jaren lang
:Voor Oudkarspels jeugd bis
dan ook gemeend dezen dag niet
te kunnen laten voorbijgaan, en heb ik de eer en
het genoegen u deze twee leunstoelen te mogen
aanbieden. Ik feliciteer u en uw gezin met den
dag van heden, en wij allen hopen dat deze djag
verder naar uw genoegen mag zijn (applaus).
Verschillende oud-leerlingen komen thans hun
jubileerenden leeraar feliciteeren.
De heer G. IJff staat thans op en spreekt onge
veer als volgt:
Geachte Jubilaris.
andere cadeaux, ook bloemen behooren. Wij bie
den u dezen bloemenmand aan als blijk van waar
deering van de schoolkinderen van Oudkarspel
(applaus).
De jubilaris neemt thans het woord, en spreekt
'ongeveer liet volgende:
Het is thans 40 jaar geleden, dat ik hier als
onderwijzer werkzaam ben geworden. Het is voor
mij een groote eer, dat uit die jaren menschen
'hier aaniwezig zijn. Het is voor mij een bewijs, dat
-•'de indrukken uit dien tijd sterk zijn geweest en
den tand des tijds hebben weerstaan. Maar het
is niet alleen door den invloed van het onderwijs,
,maar ook door den invloed van de school, waar
voor uw liefde thans zoo sterk blijkt. Het ver
heugt mij echter dat daarin ook de liefde dtoor-
1 straalt voor mij. Uw liefde vóór uw school is
thans weder echt zichtbaar geweest. Ik dank
u voor uw belangstelling op dezen dag, maar ook
[.voor uw belangstelling in het onderwijs. Dank
•u-eacnte o uuiuui». - o-
Op den dag van uw 40-jarig jubileum wil ik aan den Burgemeester en den Laad voor üe
in de eerste plaats, u namens de burgerij, leerlin- «toffeluk cadeau,
gen en oud-leerlingen dank brengen, voor hetgeen
ge steeds voor ons geweest zijt. Wij meenden dezfen
deerende woorden en het stoffelijk cadeau. Dank
aan mijn leerlingen en oud-leerlingen voor de
hartelijkheid waarmede zij mij zijn tegemoet ge-
se steeas voor ons gewrau ij -- -•> - -i. y 1
das niet onopgemerkt te mogen laten voorbijgaan, j treden. Dank aan mijn collega s voor het cadeau
}Sm.i«i. mui- tp I niet alleen, maar ook voor de harteluke woorden
H ook een stoffelijk blijk van erkentelijkheid te
moeten schenken. Met dit doel heeft zich een j
Commissie sevormd, en heb ik thans de eer, u j waarop u mij en de mijnen dezen dag tc
namens ons allen een boekenkast en schemerlamp 1 onvergetelijken hebben gemaakt (applaus).
niet alleen, maar ook voor de hartelijke woorden
tot mij gesproken. Dank aan u allen voor de wijze
en de mijnen dezen dag tot een
in uitvlucht.
De politierechter had deze week een extra goeiem
zin. Onthaalde ons op een morgen en een ellen
lange middagzitting. Na het ontbijt kregen we des
morgens Lou G., een Urker opkooper, die van een'
minderjarige knaap, even te voren met gesloten1
deuren terecht staande, een partijtje loood had ge
kocht, welk blauw laken door dit veelbelovend wijd
broeken# was gekaapt. Vader Lou moest nu te
recht staan wegens schuldheling, maar hij kwam
wegens zwakte van bewijs, wonderbest mét vrij
spraak af. 1
De sop was de kool niet waard.
Twee edele jongelingen van Oudkarspel, naarstig
lijk de uien- en koolkuituur beoefenende, Leendert
E. en Gerrit H. kregen op 17 Maart de allerhe
vigste ruzie over den aanleg van een groenteschuitje
waarop naar goede oud-Hollandsche zede, de
mooiste knokpartij ontstond die ooft in Oudkarspel
en omstreken is vertoond geworden. Gerrit, de
delfde het onderspit en plengde zijn kostelijk rid-
jongste en zwakste der dappere kampvechters,
derbloed, toen hij mét het achterhoofd op den
bodem van zijn fregat neerplofte en dientengevolge
stond thans zijn tegenpartij terecht wegens mishan
deling. Het feit werd echter tamelijk onbeduidend
geacht en de Overwinnaar veroordeeld tot f5.
boete of 5 dagen. I
Die heeft een uilennestje uitgehaald.
Jochem W., een landbouwer uit O. Niedorp, ge
zegend met veel geld en vrijen tijd, is een harts
tochtelijk jager en stroopt de halve provincie af
met jachtgeweer en weitasch. Hij heeft behooorlijk
een jachtacte, maar om zich te wapenen tegen las
tige onderzoekingen naar de vergunning van de
eigenaren der landerijen die hij bejaagt, had Jochem1
een prachtmiddel uitgedacht. Hij had namelijk op
gezegeld papier een goedklinkende vergunning
neergepend en dat officieel uitziende geschrift ge
sierd met de handteekeningen van de diverse eige
naren. Er waren er onder, die van den prins geen'
kwaad wisten en wiens toestemming Jochem niet.
eens had gevraagd, maar dit deed minder ter zakel
Dat was wel in orde. En toen nu, op een goeien
viezen dag de rijksveldw. 'Bot vroeg naar de per
missie, duwde Jochem hem triomfantelijk het ge- I
zegelde papier onder den neus. Knok daar eens te
gen op, vader. Bot was dan ook ten zeerste vol
daan en maakte een respectvol saluut.... Tot hij
van verschillende landbouwers vernam dat zij van»
die gezegelde permissie geen bal afwisten. Toen:
keeide het blaadje om. Jochem werd onverbidde-?
lijk op den bon geplakt voor jachtovertreding en
wat nog erger, is ook voor valschheid in geschrifte.!
En dat is een gijntje waarop alleen gevangenisstraf
is gesteld. Welk onaangenaam vonnis dan ook he
den onverbiddelijk over het hoofd des schuldigen
boers werd uitgesproken. 1 maand de petoet in
wil men trachten te bewerken ,dat gratie wordt
verkregen en de straf wordt omgezet in een hooge
zeer hooge boete, dan is de politierechter bereid
om daaromtrent gunstig te adviseeren. Maar het
vooruitzicht is in alle opzichten somber en ontmoe
digend voor den amateur-Nimrod.
Verkeerd begrepen zakenijver.
De Hoornsche botboer Jaap B., een zakenman
met een permanent droge lever, was hevig ver
toornd op een eerzame Noordscharwouder huis
vrouw, omdat zij geen visch meer van hem wilde
betrekken en schold deze dame op zoodanige wijze
de huid vol, dat een klacht wegens beleediging.
volgde, en de al té groote ijveraar voor zijn zaak
j werd veroordeeld tot f 1,0 boete of 10 dagen.
Daar kwam niks van.
Sijbrandus K., een los werkman te Hoorn die
voor de variatie in zijn losse werk ook wel den boen
opgaat, had de vrijpostigheid te Blokker op het
erf van een landbouwer die hij had bezocht, een
oude schraper of wieder weg te nemen. Het was
naar zijn meening een ding van luttel waarde, doch:
de eigenaar scheen daar anders over 'te denken, al
thans heden stond Sijbrandes terecht wegens dief-'
stal. Hij kwam.er echter nogal genadig met vrij
spraak af, omdat de politierechter betwijfelde of
het overtuigend bewijs wel was geleverd van Sij-
brands kwaad opzet.. De schraper werd echter
weer aan den rechtmatigen eigenaar toegewezen.
Dubbele breuk van de Vredes des huizes.
Een Heldersche slager, met name Klaas G\,
verkeerde in de meening dat hij geld te goed was
van zijn collega Corneüs Bakker, een commensaal
van den landbouwer Jan Zundert. Klaas dronk eerst
een paar glazen bier, om zijn radio-activiteit te ver
sterken en toog toen naar Callantsoog, teneinde
Bakker eens aan den tand te voelen. Maar B. toon
de geen neiging om af te schuiven, waarop de
glaasjes bier begonnen te werken en Klaas zoo ge
weldig opschepte dat. Zundert hem de deur en la
ter de poort op het erf wees. Tot tweemaal toe
weigerde Klaas op de herhaalde vordering Zunderts,
huize en erve te verlaten en moest ten slotte met,