SJ lm Donderdag 30 Juni 1934. p 38 Jargag BO. 73, I TCL«**««<g«i 81 NIEU WE LMGEDIJKER (IK RAVI Uit ons Parlement Drankbestrijding en plaatselijke keuze. De Weigering van de koninklijke goed keuring op de statuten van de Dageraad en de gewetensvrijheid. Spoorweg naasting. Ruilverkaveling en onthou ding van rijkssubsidie. Begrootingen in de Eerste Kamer. Een paar jaar geleden reeds heeft de h'efer Rut gers getracht de Drankwet in dien zin gewijzigd te krijgen, dat de bevolking van iedere gemefente bij volksstemming kon uitmaken, of zij de drank- yerkoop op haar gebied wensch'ten verboden te zien en dan dienovereenkomstig aan de regeering adviseeren, die omtrent dat verbod de beslissing had. Die poging is toen mislukt. En de heer Dresseihuys meende, dat er nu geen redeh was die poging te herhalen, omdat de omstandigheden zich sindsdien niet gewijzigd hebben. Maar de Kamer dacht er blijkbaar anders over. Wel was er verzet tegen 's heeren Rutgers voorstel en wel van verschillende kanten. [Mevrouw Bronsveld noemde het in strijd met ons staatsrecht, dat geen volksreferendum kent en vond, dat de omstan digheid, dat het waar de beslissing aan de regee ring bleef, slechts een consultatief referendum was, hieraan niets veranderd. Zij en anderen met haar achtten ook de drankbestrijding een zaak niet van wettelijke dwangmaatregelen en vrees den daarvan ontduiking en allerlei misbruik. De heer Dresseihuys wees vooral op het ontbreken van de noodzakelijkheid, die alleen vfetsdiwang zou kunnen rechtvaardigen, waar het drankge bruik per hoofd van 8.88 Liter in 1893 tot 2.16 Liter in 1923 gedaald was en vestigden er tevens de aandacht op, dat juist in gemeenten waar het het. minst noodig zou zijn, immers de minste drankliefhebbers voorkwamen, het verbod het eerst zou worden uitgevaardigd. Anderen vonden het verbod een ongeoorloofde beperking van de persoonlijke vrijheid. k/aar den heer Rutgers wees er op dat niet het drankgebruik verboden wordt maar de verkoop en dat dit nu ook niet vrij was, terwijl mej. Groeneweg vaststelde, dat iedere wet beperking van de persoonlijke vrijheid beteek,ent. De Kamer in haar meerderheid bleek dan ook het ontwerp gunstig gezind en wilde zelfs van een benerking als de heer Staalman voorstelde, om de beslissing aan ten minste 3/4 der kiezers \te laten, niets weten maar keurde het voorstel goed. Over die persoonlijke vrijheid, die sommigen door dit voorstel in het gedrang gebracht achten, is ook bij de interpellatie van den heer Boon ge sproken. Maar het ging hier over de gewetens-, of wil men, de geestesvrijheid. Minister Heemskerk had de Koninklijke goed keuring geweigerd aan de gewijzigde statuten van de afdeeling Amsterdam der vereeniging de Dageraad en aan de nieuwe" statuten der Haagscha afdeeling, niet omdat deze vereeniging op atheïs tisch standpunt stond, zooals Zijne Excellentie verklaarde, maar omdat in de nieuwe statuten als doel was opgenomen het streven naar de vrije en volledige ontwikkeling van de menschelijke per soonlijkheid wat de minister in verband met het atheïstisch standpunt der vereeniging in strijd achtte met de goede zeden, die de vereeniging niet 0als in God haar oorsprong vindende vormen er kende, omdat deze de vereeniging de ontwikkeling der menschelijke persoonlijkheid niet wilde stel len onder, gebondenheid aan Gods gezag. De heer Boon zag daarin een aantasting der gewetensvrijheid, dit art. 169 der Grondwet waar borgt en dus strijd met de Grondwet en diendfe een motie in waarin die strijdigheid werd uitge sproken. Anderen bleken het daarin met hem eens en vonden, dat de minister, nu hij zoover ge gaan was, ook eigenlijk de leden van de Dageraad gerechtelijk moest doen vervolgen, omdat die ver eeniging door haar strijdigheid met de goede zeden staatsgevaarlijk zou zijn. En de heer Ger hard diende een motie in, waarin de weigering van den minister op grond ontleend aan de be oordeeling van de onderstelde geestesrichting dier aanvragers en de nadere toelichting als een ern stige miskenning van de gewetensvrijheid werd veroordeeld. Maar de meerderheid der Kante bleek het met deze heeren niet eens. Zoowel de heer Visseher als de heeren Rutgers, Van Schaik, Kersten en Schokking, verdedigden 's ministers weigering. De laatste toonde zich het minst en thousiast en wist niet, of dit besluit' wel noodig was geweest. De heer Visseher daarentegen juichte het toe en noemde de loochening van een hoogere macht ontwrichting der ze.deilijkheid. De heer Kersten wenschte ook de propaganda voor het atheïsme verboden te zien. En de heer Van Schalk bleek godsdienstvrijheid alleen daar noo dig te achten, waar de godsdienstige eenheid ge- 5 broken is. De beide moties werden dan ook ten slotte met een stemming van rechts tegen links -verworepn. Over de naasting der spoorwegen Almelo Salzbergen en Zutfen[Winterswijk, over den nieuwen weg 'sGravenhageRotterdam en over de Ruilverkaveling werden de heeren het gemak kelijker eens, al achtten sommigen de naasting niet geheel billijk en moest de regeering beloven de Kamer in het bepalen van den naastingsprijs te zullen kennen. Over de onthouding van de Rijkssubsidie aan „enkele katholieke onderwijs-inrichtingen tengevol ge van het stopzetten der subsidieering, maakte de heer Van Wijnbergen zich nogal kwaad. Maai de Kamer bleek het met den minister eens. I In de Eerste Kamer werd de Waterstaatsbe-.j grooting behandeld, waarbij de heer Smeenge eeR goed woord deed voor de verbetering van de Vlis- singsche haven en anderen voor het spoorweg-' personeel en de vluggere ontwikkeling der Lim- burgsche kolenmijnen en werden ook de begroo tingen van Suriname en Curacao, van Koloniën en van Oorlog goedgekeurd. De Uitkijk Nadruk verboden. V Wie wind zaait zal storm oogsten. Dat onder vinden we wel niet altijd. Er wordt heel wat wind gezaaid waarop de zonneschijn van het gej luk, den voorspoed en den vrede schijnt te volgen,' Maar zoo nu en dan blijkt toch de wereldgeschie- denish et wereldgerecht. Mussolini heeft meer dan wind gezaaid, toen hij met zijn leger zwarthemden te Rome beslag legde op de hoogste macht en het geweld tot den grondslag van het staatsgezag maakte. De ver kiezingen voor het Italiaansehe parlement ge houden, waarin meer dan drie vierde der leden door Mussolini benoemd bleek, zooals een En- gelsch blad het dezer dagen uitdrukte, hebben dit stelsel bevestigd. En thans is de Italiaansehe ■dictator bezig den storm te oogsten als vrucht van wat hij zaaide. Het geweld dat hij in de plaats van het recht en de gedachte ten .troon verhief over den Italiaanschen staat, kent uiter aard geen grenzen en geen zelfbeperking. Het vraagt onderwerping. En wie zich verzetten blijft, ondervindt daarvan de noodlottige gevolgen des noods aan eigen leven. Mussolini heeft het in beginsel gepredikt en zijn volgelingen hebben het zoo begrepen en in praktische toepassing gebracht, Het fascisme is niet anders dan de leer van het recht van het .geweld. Wie de macht in den staat won, moest die nemen en zich niet door vragen naar den wil Wan het volk of naar de natuurlijke grondslagen Van het gezag laten ophouden. En wie ze had, moest ze op dezelfde wijze weten te handhaven, als het kon met de instemming van het volk en als dat niet kon, dan met de instemming van zich zelf en zijn volgelingen. 1 Overeenkomstig die leer is Mussolini meer dan minister-president, is hij dictator van den Itali aanschen staat geworden en gebleven. En de natuurlijke consequentie van die leer was, dat wie zich daartegen verzette en verzette bleef, moest opgeruimd worden. Mussolini zelf zou ongetwijfeld met die consequenties voorzich tig blijven. Hij begreep te goed, dat zelfs in een Igeweldheerschappij de toepassing van het geweld altijd een uiterste remedie moet blijven, alleen 1 toegepast in gevallen van onvermijdelijkheid. Maar zijn volgelingen waren minder goed van begrip. W anneer Mussolini er niet voor terug zou dein- 'zen, om in het uiterste geval der noodzakelijk heid zijn tegenstanders' met'geweld tot onderwer ping te dwingen enzoo noodig het zwijgen op te leggen, dan kan er toch niets tegen zijn dit ge- weldmiddel toe te passen in gevallen, waarin het zeer ten bate van het fascisme en Me fasciste kon worden aangewend en op die manier het ont staan van een geval van uiterste noodzakelijkheid voorkomen. Dus leek het alleszins natuurlijk Matteotti, een der voormannen van' de socialisti sche partij en een der felste tegenstandiers van het ïfasèisme, toen hij door zijn verzet en zijn dreigen de onthullingen voor de fascisten en het fascisme gevaarlijk dreigde te worden, het zwijgen op te leggen, door het meest zekere middel: dei vermoor ding. 1 Maar deze vermoording, zou ze onthullingen voorkomen, onthulde wat voor het fascisme het allergevaarlijkste was en wat Mussolini dan ook altijd zorgvuldig had weten te maskeeren: den waren aard van het fascisme. Het Italiaansehe volk schrok ervan. En er is niets gevaarlijker daH een geschrokken dier of een geschrokken volk. Mussolini begreep het. En voor de schrik haar gevaarlijkste uitwerking kon toonen, heeft hij getracht 'haar te bezweren door zelf zijn trouw ste en belangrijkste medewerkers op te offeren ep te laten arresteeren. Öf het het onheil van zijn eigen hoofd zal weten af te wenden? In Me politiek, als trouwens overal in het leven, is hét niet alleen van bet-eekenis wat men doldt, maar meer nog wanneer men het doet. En menig staatsman is al gevallen, een enkele vorst heeft zelf zijn hoofd moeten laten vallen, omdat hij te laat was en de storm al opstak, waarvoor hij den wind gezaaid had. 1 Generaal Smits heeft ook den wind gezaaid. Het is een andere wind, dan die Mussolini over Italië uitblies. Maar de storm is er evenzeer op gevolgd en heeft dén 'Zuid-Afrikaanschen minis ter omver geblazen, wiens pogingen om haar te bezweren te laat kwamen. f Hollandsch-Afrikaansche nationalisten en En- gelsche arbeiders zijn te hoop geloopen. En de meerderheid, die Smits in het-Unieparlement had, is in een meerderheid van 29 voor zijn tegenstan ders verkeerd. Blijkbaar is de invloed der eens zoo machtige Zuid-Afrikaansche partij onder de Boeren tot een minimum geslonken. De Engel sche wind, die Smits erover uitblies, toen hij de Unionisten erin opnam, is voor haar reeds watdelicaat geworden constitutie t'e sterk ge bleken. En de Hollandsche Afrikaners hebben zich van haar en de Engelsch-gezinde politiek van Smits afgekeerd om zich tot de Nationalisten "te wenden, die het handhaven van het Holland sche karakter van Zuid-Afrika in hun vaandel hebben, geschreven. Dat ze niettemin de steun van de Engelsche arbeiderspartij hadden is het gevolg van den wind, die Smits zaaide toen hij arbeidersleidSers deporteerde en Johannesburgsche stakers liet neer schieten en met de mijnmagnaten onder één hoedje speelde. Nog juist voor de verkiezingen heeft hij geprobeerd die fout te herstellen, door allerlë'j democratische maatregelen en hervormingen, die 'de arbeiders aangenaam moesten zijn, te beloven. Maar de storm was al opgestoken. En generaal Smits werd het slachtoffer van het miskende oogenblik. Zullen het er nog meer worden. Overal door de heele wereld is wind gezaaid! En soms schijnt in de verte al het geluid te razen van den storm, die wij oogsten gaan. Is het nog tijd? Te Chequers zijn Fransche 'eh Engelsche ministers opnieuw aan 't beraadslagen geweest en te Brussel is de oonfereptie van Belgische zijde voortgezet. De uitzichten schijnen gunstiger, sinds Poin- carë voor den stórm dé Fransche verkiezingen het veld moest ruimen. Maar we hebben wat ,meer noodig dan beraadslagingen. En wé hebben het'spoedig noodig. Het is al zoo lang geléden, dat het zaad van, den wind werd uitgestrooid. •Poincara en anderen hebben het teeré spruitsiel ijverig gemest en verzorgd. En de oogst van deü storm is al aan het opkomen. Zal ook Europa' télaat wezen in haar maatregelen ter afweer én voorkóming, als zoo menigeen die reeds te laat kag dat hij door dén storm bedreigd werd? j Het razen komt onheilspellend nader. Laten we niet vergeten, dat het ons allen met 'é'etn wis sen ondergang bedreigt. - Rechtzaken ARRONDISSEMENTSRECHTBANK. Zitting van 24 Juni 1924/ UITSPRAAK. A. W. O. Den Haag (ged,) verduistering, na dere instructie gelast. NIEUWE ZAKEN. (Met 'n gestolen zwijntje op stap. Een 24-jarig arbeider met. name Jan H., geboren te Kampen en voor hij werd ingepikt,.werkzaam tepWieringa, heef* in vroeger tijden reeds mleer malen kennis gemaakt met de populaire inrichting genaamd j,De sukkelsmolen". Maar. de, laatste ja ren had Jan zich merkwaardig knap ..gehouden, tot hij op 25 Mei eensklaps weer 'n bevlieging .kreeg, te Helder 'n onbeheerd staand damesrijwiel gapté en daarmee op sjouw ging. Onder weg werd gepooierd en toen. hij te Ewijcksluis arriveerde, keelc Jan al zoo lodderig als 'n schelvisch, die drie maanden van zijn vacantie heeft doorgebracht op '11 warme stoóf. Maar zöo sikker was Jan nog niet, ,of hij had nog benul genoeg bij de hand, om bet rijwiel te verknopen voor flö aan 'n goedgeloovigen smid. Thans werd tegen Jan 5 maanden gev. gevorderd. De verdediger mr. Sluis hield een korte verdedigingsrede, waarin hij aan drong op clementie. In conflict met H,M. Arbeidswet. Een caféhouder te Alkmaar, Tijkje S., de kaste lein van het bekende amusementstemppltje „Popu lair" was op' den bon geslingerd, omdat hij ver zuimd had de loonlijst 1924 in zijn loealiteit op te hangen. Hij kreeg aanmaningen, bezoek van 'n inspecteur en toen dit allemaal niks hielp, eindelijk :n procesverbaal. Toen werd hij d°Pr den kantonrechter veroordeeld tot f 12 boete of 6 dagen. Maakte .echter gebruik van zijn be voegdheid om in hooger beroep te gaan. En besloten was in den raad der oudsten, om hedén dit appelletje te behandelen door de arr. Rechtbank. Beklaagde roerde flink zijn mond en trachtte aan te toonen, dat niet de arbeidsraad, maar hij zei fhet grootste gelijk van de vischmarkt. had. En dat zou hem misschien ook wel gelukt ziju, als hij met lui, te doen had gehad, die evenveel gesjarmerd waren op, de arbeidswet als hij. Maar daar moet je hij de rechtbank niet pm komen en evenmin bij den officier, die vond het een model vonnis en vorderde met innig welbe hagen volledige bevestiging. Neus dicht houden. Daarna stond terecht 'n bijna 70-jarige metse laar uit Alkmaar, liefhebber van 'n straf bitter tje, maar ook van andere uitspattingen, Waar voor hij 'nu met gesloten deuren terecht stond en een jaar gevangenisstraf tegen hem werd ge- eischt. r iSnijpartij in de polderkeet. We moeten Gerard van Eekeren eens naar de polderjongens die de Zuiderzee droogslurpen, toe sturen. Daar is wat voor hem té snuffelen in het rosse leven van die ruwe keetklanteh. Vandaag kregen we'n staaltje daarvan te génieten toen. die 24-jarige friesch Roelof Z. terecht stond. Deze snaak had in den nacht van 10 op'11 Mei in een dér polderketen rondgeséhrammerd en 5 polder jongens haast den fricandeau gejaapt. Toen de dokter arriveerde, had hij bijna den geheelen nacht werk om de gewonden bij te krammen en dicht te breeuwen. De bewerker Van al dit on heil wérd gearresteerd in dienzélfden nacht. Zijn bloedig knipmes in beslag genomen en vandaag vond men elkander weer in de rechtzaal. j Drie polderjongens, destijds door beklaagde ge wond, waren aanwezig alsgetuigen, benevens Dr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 1