WBij ÏO 74. I IS Vit Site, a &fU&PSI«iVg M Zaterdag 28 Juni 1924 3* Blad 88e Jiuurgaag LAWJKER COURANT. DERÜiE BtAD. Gemeenteraad N.-Scharwoude .'j^érgadering van den raad dezer gemeente op Vfijtrag 27 Juni 'i avonds half acht. Afwezig de heeren. Kooij en Duijves, waarvan eerstgenoemde later ter vergadering kwam. Na opening den voorzitter worden de nórale'n gelezen én onveranderd vastgesteld. De voorzitter deelt mede, dat bij gehouden kasophame op 26 Juni kas en boeken bij den ge meenteontvanger in órde waren. De ontvangsten'waren f 126359.89i/2, de uitga ven f 115.742.62 alzoo een kasgeld van f 10.617.27 Van Ged. Staten is de rekening over 1922 goed gekeurd teruggekomen met een ontvangst van fl38.280.921/2. een uitgaaf van f 132.533.801/2 al zoo een baldo van f 5745.12. Overeenkomstig de nieuwe verordening op de hondenbelasting, welke goedgekeurd teruggeko men is, is het kohier opgemaakt op een bedrag van f313.—, waaraan de raad zijne goedkeuring hecht. I -Goedgekeurd is teruggekomen het besluit tot het aangaan van een geldleening groot f 110000 voor vernieuwing van de straat. De voorzitter doet mededeeling van af en over schrijvingen Öp den dienst 1923 en deelt mee, dat er een vermoedelijk batig saldo op deze rekening zal zijn van eenige duizenden guldens. Ofschoon het bedrag nog niet vast te stellen is, geeft de rekening geen reden tot ontevredenheid. De gemeentehegrooting is met eenige bemer kingen teruggekomen. Behalve enkele administratieve wijzigingen wenschen Ged. Staten de 25 pet. welke van het Rijk terugontvangen is als bijdrage voor de U.L. O.-sehool niet; in de gewone middelen te zien op genomen, doch dit bedrag moet besteed worden voor buitengewone aflossing. B. en Wi kunnen zich hiermede niet vereenig|en omdat het bedrag te laat is ingekomen om in de rekening van de UJLO.-sehool te worden opge nomen, waardoor het bedrag tijdelijk uit de ge wone middëlön betaald werd. Billijk wordt het geacht dat het nu ook weer in de gewone middelen terugkomt. Een en ander zal aan Ged. Staten worden medegedeeld. Ter tafel komt het voorstel van de commissie voor de lichtbedrijven om de gasprijs met 1 cent te verlagen en te brengen voor meter gas op 13 De misdaad alle Eeuwen door HET GEDING TEGEN KONINGIN CAROLINE VAN ENGELAND. (1820.) Twee getuigen in het bijzonder traden in dit proces op den. voorgrond, de vroegere kamenier van de Prinses, een zekere Madlle. Dubois, en een harer dienaren, die min of meer de rol von major- domus had vervuld, een zekere Sacki. Deze laatste bleek onder het kruisverhoor van Brougham meer malen van naam te zijn verwisseld; hij was in dienst van Napoleon geweest, en door dezen tot luitenant bevorderd. Wat op zichzelf, in de dagen van 1820, dat de reus op St. Helena nog leefde, voldoende was om hem in de oogen van het Engel-! sche publiek te disqualificeeren. Wat voor Brou gham een welkome gelegenheid in elk geval was om tegen de kroon uit te spelen, dat zij met een men. En wat madlle. Dubois betreft, terwijl zij dergelijken anti-nationalen getuige durfde aanko- niets dan slechts van de Koningin verklaarde, kon 'Brougham haar in het getuigenverhoor brieven voor: leggen, bijna dateerend van denzelfden tijd, dat de door haar gerapporteerde slechte daden moesten hebben plaats gehad, en waarin zij de toenmalige Prinses prees om haar goedheid, haar geduld en haar vele deugden. Dat een en ander een slechten indruk op de Lords maakte, kan niet verwonderen hoewel van een goede of goedhartige vrouw nog niet altijd behoeft te worden aangenomen, dat zij voor echtelijke vergrijpen geheel niet vatbaar zou zijn. Wel merkwaardig was het, dat in den j°°P van het proces bleek hoezeer de uit het buitenland gerequireerde getuigen bij hun aankomst te Dover uitgejouwd, ja gedeeltelijk mishandeld waren. Dit was dan ook de reden, waarom een viertal getuid gen, die nu plotseling tot de voornaamste heetten te behooren, van hun komst te Londen afzagen, en eerst te Luzern achtergehaald kon worden. Maar 'de attorney-general had gelijk wij boven reeds hebben gezien geen succes met zijn pogen om ter wille van de terugkomst van deze getuigen het r proces een paar dagen op te houden. Dagen achtereen duurden de debatten, en ten voordeele van het Engelsche publiek moet worden gezegd, dat Oe toon, die daarbij bleef heerschen, onberispelijk wa-. Ongetwijfeld, er moesten bij zonderheden naar *-,ren worden gebracht. Door de verdediging vragen w -rden gesteld, die de erger lijkste onkieschheid nog ivov+raden; er moesten dingen bij den naam worctea eeuoemdi waarvoor, cent en voor muntgas op 14 cent per jM3. De raad gaat hiermee accoord. Dezelfde commissie stelt voor om een proce dure aan te gaan met de N.V. Bouwstoffen v.h. P. Messelaar, waaromtrent in ons blad reeds eer der mededeelingen gedaan zijn. Een schipper h'éeft het eleetrisch net aangevaren en daardoor een schade veroorzaakt van f 60.20 welk bedrag de N.V. voor de helft vergoeden wil op grond, dat ter plaatse geen waarschuwingsbord aanwezig was De voorzitter licht dit punt nader toe en wijst' er op, dat de firma weigert de schade te vol doen. Rechtskundige adviezen zijn ingewonnen, met gevolg dat de commissie voorstelt een procedure aan te gaan. Niet alleen is schade aangebracht aan de eigendommen der lichtbedrijven, doch ook aan dat van particulieren, die nu om vergoeding komen bij de lichtbedrijven. B. en W|. adviseeren de firma in rechten aan te spreken. Voorzitter deelt een en ander mee in verband met enkele geruchten niet overeenkomstig de wer- -kelijkheid. De heer Jes vraagt of geen waarschuwings borden igeplaatst waren. Spreker is van oordeel, dat het als een ongeluk van den schipper be schouwd moet worden. Voorzitter acht het roekeloos varen. Het had niet behoeven te gebeuren als de schipper beter had opgelet. Het is mogelijk, dat op enkele plaat sen wel borden aanwezig zijn, doch de schipper was volkomen met de omstandigheid op de hoogte Met roekeloos varen kan eiken dag zoo iets ge beuren. I De heer Jes acht het niet verantwoord dat er geen borden zijn. Voorzitter is van oordeel, dat het bedrijf daar mee voldoende verantwoord is. De'heer Jes wijst op het ongeval een'paar jaar terug, waarbij de schipper het met den dood hekoopen moest. Voorzitter. Als het als een zuiver ongeluk be schouwd moest worden zou niemand er aan den ken een. proces aan te gaan. Hier is echter geen j van f 30. Het kost meer dan we er 'mee kunnen winnen. Voorzitter is het daarmee eens, het gaat ech ter niet om de knikkers,, doch om het recht van Spel. De firma bewijst met de aanbieding van de helft, dat ze zich aansprakelijk voelt. Boven dien wist de heer Messelaar, dat we maatregelen zouden nemen als geen betaling plaats had. Als particulier zo urnen misschien anders doen, •doch er is verschil tusschen een officieel lichaam en een particulier. Wij procedeeren ook liev'er niet, doch zijn er toe gedwongen. De heer Kooij is het met den heer lZut eens. Het bedrag is te klein en de firma toont goeden wil. Wte moesten die dertig gulden maar aan- (pakken. Als particulier doet men het niet en daar om is het voor een officieel lichaam ook niet ge- De heer Jes. Het is zeer gewenscht dat e!r waar schuwingsborden zijn en bij donker verlichting. Voorzitter. Wie zijn dat niet verplicht'. De heer Jes. Het is onverantwoord De heer Zut acht het bedrag te klein om een procedure aan te gaan. Het gaat over een bedrag vooral de vrouwelijke getuigen, te midden van zulk een groot auditorium, terugschrikten. Maar ein delijk kon dan toch, zij het ook eerst in October 1820 door den attorney-general worden overgegaan tot het nemen van zijn conclusies. Het dient er-, kend, dat hij daarin hoezeer ook opgezweept door. den koninklijken minister Lord Liverpool, uiterst gematigd was, maar aan de hand- van wat uit de getuigenverklaringen was gebleken, kon door hem niet anders worden vastgesteld, dan dat Prinses Caroline zich aan het liaar ten laste gelegde had schuldig gemaakt. Zeker, ook hij moest erkennen dat het daadwerkelijk bewijs niet was geleverd, maar wanneer, zoo vroeg hij, kan dit eigenlijk wel geschieden? De aanwijzingen, door de getuigen verklaringen gegeven, achtte hij voldoende. Hetgeen door Brougham en zijn beide mede-advocaten in drie betoogen, waarvan vooral dat van Brougham zelff een schitterend geheel vormde, werd weerspro- ken. Niet ongevaarlijk was het, dat een der advo- eaten van de Koningin haar leeftijd, toen een vijftig jaren bedragende, in het geding bracht. Brougham daarentegen omzeilde alle gevaarlijke klippen, be twistte ellke schuld. Verklaarde dat de koningin zich onschuldig gevoelde. Stuk voor stuk viel hij de getuigen aan, bestreed hun betrouwbaarheid, legde op tegenstrijdigheden in hunne verklaringen nadruk en bracht die tegenstrijdigheden naar voren in de verklaringen der getuigen onderling. Wat hij niet kon zeggen, doch wat tusschen de regels van zijn pleidooi door te lezen viel, was, dat hij het meerendeel der getuigenverklaringen als valsch be- 1 schouwde. Reeds herhaalde malen was liet ten- j gevolge van zijn vragen gebleken, dat de getuigen bij bun aankomst in Engeland door een bijzondere commissie van 's Koningswege waren gehoord, dat een zekere kolonel Brown zich had opgemaakt 1 tot het smerige werk om deze getuigenverklarin-' j gen in het buitenland te verzamelen. Intusschen tastte dat de betrouwbaarheid der getuigen nog niet aan. Eerst;:op den laatsten dag, toen het Hoo-, i gerhuis gereed stond, om zich in raadkamer te- rug te trekken en -de advocaten der koningin wer- den uitgenoodigd om zich evenals de attorney-ge neral te verwijderen, kon Brougham komen met de bewijzen in de hand, dat de getuigen waren aangezet tot valsche verklaringen. Een zekere ba- ron Ompteda verbonden aan het hof van Hannover had zich met dit fraaie werk belast. Maar het was te laat. In Engeland worden de regelen van het geding gestreng in acht genomen en de Lords wil den tót de beraadslaging overgaan. Het resultaat der debatten was een ander dan de partij des Koniugs had gehoopt. Aanvankelijk Voorzitter. Dat gaat in de practijk zoo; dat kan niet anders. De heer De Geus vraagt of de correspondentie plaats gehad heeft voor de vergadering van de gaseommissie. De burgemeester van St. Paneras scheen er ook niet goed mee o pde hoogte en als commissielid was het ook mij niet bekend, dat de firma de helft vergoeden wilde. Dat is in dó commissie niet naar voren gekomen. Voorzitter. Het is best mogelijk dat dit niet' ge zegd is. Ik wil wel zoover gaan dat het niet ge zegd is. i De heer de Geus. In de gaseommissie is gezegd -dat de firma onwillig was. Voorzitter. Dat is ze ook. Officieel is ze on willig. Al ging het om een bedrag van een gulden, zo uik voor procedeeren zijn. De heer de Geus. Hij toont goede wil. -Nu ik dat weet begin ik bij te draaien. Ik hen in dit geval voor consideratie. Het blijft een ongeluk. Ik kan niet gelooven dat het willekeurig gedaan is. Voorzitter. Het is roekeloos varen. Ik -zou de firma kunnen aanraden zich te verzekeren tegen dergelijke ongevallen. Wethouder Ootjers is overtuigd dat het niet moedwillig gedaan is. Het zal- weleen ongeluk geweest zijn, doch het feit is gepleegd. De schadfe is veroorzaakt. Kr is met het bepalen van 'het schadebedrag rekening mee gehouden, dat de pa len gesleten waren. Dat meen ik althans uit het schrijven van den heer Messelaar opgemerkt te hebben. We zijn niet verantwoord als we gaan marchandeeren. Morgen kan er een ander feit zijn. Als particulier zouden we misschien anders oor- deelen. 1 1 De heer de Geus. Elk feit moet op zichzelf beoordeeld worden. Het gebeurt steeds onder an- dere omstandigheden. Voorzitter. D(e firma Messelaar blijft halsstar-i rig. Zij begint met de betaling van de 'helft met de erkenning schuldig te zijn. I Wethouder Barten. Als bij mij de boel kapot gemaakt werd zou ik ook geheele betaling eisehen. In Nederland is maar zo omoeilijk recht te krij- gen. Het gaat steeds met veel kosten gepaard. Ik geloof dat de firma met recht vervolgd kan worden. Het is hekend genoeg dat er dradfen over het water zijn. 1 f j De heer Zut. Er is gezegd dat de palen half verrot zijn. f De heer Ootjers. Daarmee is rekening ge- houden. I I i De heer De Geus. [Wjaren de kosten 'die begroot zijn geen 80 gulden. I'M 1 De voorzitter ontkent dit en geeft in over- weging het punt zakelijk te behandelen, i 1 De heer de Geus voelt dat het voor een officiefel lichaam een lastig geval is. Als niet geprocedeerd wordt, zou het een presedent scheppen. Voorzitter. Officieel zijn we verplicht te proce deeren, ofschoon we er geen voorstanders van zijn. In stemming gebracht wordt het voorstel om te procedeeren met 4—2 stemmen ^.angenomjen, tegen stemmen de heeren Jes em Kooij. Hierna wordt de vergadering gesloten. Nieuwstijdingen spraken zich 123 Lords voor het wetsontwerp uit dat straf tegen de Koningin eischte en ontbinding van haar huwelijk. 95 daartegen, zoodat een meer derheid van 28 stemmer, aanwezig was. Maar onder degenen, die meegestemd hadden, behoorden ook de Lords, die bij het vooronderzoek waren betrok ken geweest, ja, zelfs degenen, die in 'sKonings naam de aanklacht hadden aangespannen. Boven dien, een groot deel der Lords was niet ongevoelig geweest voor het pleidooi van Brougham, de be trouwbaarheid van sommige getuigen werd betwij feld, de beschuldiging in haar ergsten vorm werd niet houdbaar geacht; de ontbinding werd een po litieke zoowel als een wettelijke onjuistheid gere kend. De voornaamste geestelijke leden van het Hoogerhuis lieten zich in afkeurenden zin over het wetsontwerp in zijn oorspronkelijken vorm uit en tal van Lords aarzelden wat zij zouden doen. De Lord Kanselier voelde, dat hij terrein verloor, en hij werd tot een voorwerp van spot, toen de vecht lustige Lord King hem den destijds almachtigen Lord Liverpool durfde tegenwerpen, dat hij toch werkelijk wel reden had om tegenover de Prinses niet te hardvochtig te zijn, wijl hij van haar toen zij nog Prinses van Wales was, heel wat tege-. moetkoming had genoten. In het kort, het resultaat van enkele dagen beraadslaging was, dat, toen de bill in tweede stemming kwam, slechts 108 stem men daarvoor werden uitgebracht en 97 tegen. Zoo doende was de meerderheid niet alleen aanmerke lijk geslonken, maar zij was van dusdanigen aard, dat men de bill niet voor het Lagerhuis kon bren gen. Lord Liverpool kon niet anders doen dan uitstel van de behandeling der bill voor te stellen voor zes maanden, hetgeen volgens de traditie beteekende ,dat deze voorgoed van de lijst der te behandelen onderwerpen werd afgevoerd. 'Het was een overwinning van de Koningin, die door geheel Londen werd meegevierd. En de Ko ning, èn degenen die hem hadden bijgestaan, èn de Lords die voor de bill hadde ngestemd, rij had den het in die dagen hard te verantwoorden, en werkelijke saturnalliën heerschten door geheel Lon den. Men vergete toch niet de politieke omstan digheden, waarin toen Engeland verkeerde. Den afkeer die tegen den koking bestond, tegen den koning en zijn conservatieve politiek, tegen den ko ning en zijn weelderige uitgaven ,die steeds hooger belasting noodzakelijk maakten, terwijl overal el lende en kommer heerschten. Caroline trokzich in haar residentie in Brandenburghouse terug; zij 1 leefde ver van het hof verwijderd. In 1821 zou de kroning van koning George IV plaats hebben en toen trad zij opnieuw in het strijdtooneel, eisehen Een treurige vergissing. l De jachtopzieners Linchens en Knols, beiden in dienst bij de grafelijke familie d'Ansembourg te Gulpen, waren 's nachts op surveillance in de bosschen aldaar. Op het hooren van een schot van een nachte-, lijken strooper scheidden zij en gingen ieder in •een andere richting naar dén kant, van waari zij het schot gehoord hadden, op onderzoek uit. Misleid door de duisternis is Linchems laten op Knols aangeloopen, heeft hem voor den stroo per aangezien, en wilde hem met een browning in de hand, arresteeren. Knols struikelde, viel op den grond en Lochems viel op hem. Ongeluk kigerwijze is toen de revolver afgegaan en werd Knols door een schot onder het schouderblad ge- de, dat zij ais koningin mede gekroond zou wor den. Maar ook hier, evenals bij de gebeden, gold het een traditie en geen recht. Een traditie waarin de koning formeele wijziging kon brengen. On danks alle moeite, die Brougham zich gaf, ondanks zijn pleiten voor den Privy Council, weigerde de koning om zijn echtgenoote aan deze kroning te doen deelnemen. En toen zij zich op den drag der kroning achtereenvolgens aan de verschillende in gangen van de St. Paul aanmeldde en men haar eerbiedig doch vastberaden den toegang weigerde, leed zij een ongedacht echec bij diezelfde volks menigte, die jaren achtereen haar had toegejuicht en ondersteund. Zij werd uitgejouwd en uitgelachen Gebroken keerde zij naar haar vorstelijke woning terug en zij overleefde dezen smaad slechts kor-, ten tijd. Op 30 Juni d.a.v. de kroning had in Mei plaats werd zij ziek, het theater van Drury Lane verlaten le, en 7 Augustus daarop stierf zij. Haar laatste wensch was, dat William Austin, het kind, dat de aanleiding tot zooveel smaad was geweest, al haar goederen zou erven en dat men te Brunswijk op haar graf zou schrijven: „Hier. rust Caroline Amelie Elizabeth van Brunswijk, ge pijnigde koningin van Engeland. Dat daaraan niet voldaan is, behoeft nauwelijks betoog. Caroline van Brunswijk is zeker een der onge-, lukkigste koninginnen van Engeland geweest. Zij werd onbarmhartig vernederd door een echtgenoot die zichzelf zooveel te verwijten had, dat hij eerst de hand in eigen boezem had moeten steken, voor dat hij zelfs de schuldigste vrouw ter verantwoor-, ding had mogen roepen. Zij ondervond sympathie en steun van de zijde van het volk, dat intuïtief ge-i voelde, aan welke zijde het grootst eonrecht was. Maar diezelfde intuïtie leidde het volk ertoe om haar terecht te zien wijzen toen zij de volkomen koninklijke voorrechten opeischte.; toen zij zich in de plaats stelde van die tal van voorbeeldige vrouwen, die voor haar den Engelschen konings zetel hadden gedeeld. Zij was op d|at oogemblik ver-, get en ,dat dan toch van de 218 pairs van het ko-, ninkrijk er 132 waren, die zich na een nauwkeurig onderzoek overtuigd hadden getoond van haar ech-, telijken ontrouw. Het volk, dat de Lords in hunne veroordeeling niet had willen volgen, was dit niet vergeten op het oogenblik dat zij zich welde stellen op een standpunt, hooger dan zij, tengevolge van» haar onvoorzichtigheden, haar lichtzinnigheden, haar ontactvolle gedragingen, mocht innemen. Het wordt ergens in het tooneelstuk „Oud-Hei-, delberg" gezegd, dat er een gröote afstand is, die de vorsten van hun omgeving scheidt; dat zij eenzaam zijn op hunne tronen. De vorst, die deze eenzaamheid uit het oog verliest, doet dit in den regel niet ongestraft. .„-I \-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 5