Mo. 84.
Dinsdag 22 Juli 1984.
'38e Jaarjaag
REISINDRUKKEN!
OVER DE VEREENIGINGSREIS NAAR WEENEN
mm as
NIEUWE
uiunuKn eeiiiuiT.
Uit ons Parlement
De bezuiniging en het Nijverheids
onderwijs. De subsidieering van Hoo-
gere Burgerscholen en Gymnasia, na 6
October 1923 opgericht. Het Schoe
nenwetje en andere ontwerpen.
De bezuiniging waartoe de regeering zich door
den slechten staat onzer financiën gedwongen ziet,
treft natuurlijk allerlei belangen, ook die van
het onderwijs. Men heeft wel eens gemeend, dat
het onderwijs er wel in bizondere mate de dupe
van werd. En zeker is dit met het Nijverheids
onderwijs min of meer het geval geweest. De
subsidieering van dit onderwijs wordt feitelijk
'geheel stopgezet. Daartegen is in de Tweede Ka
mer reeds nadrukkelijk geprotesteerd toen de wij
ziging en aanvulling'der Nijverheidsonderwijswet
er in behandelingl^s. En enkele leden der Eerste
Kamer hebben zitErjbrudit protest aangesloten
en onder andere b§twjj|eld, of de begeering wel
het recht had subsidie'te weigeren, wanneer een
gemeenteraad tot oprichting van een nijverheids
school besloot. Minister De Visser bleek dien
twijfel niet te deelen, vondj het juist, waar hfet
Nijverheidsonderwijs nog in een stadium van ont
wikkeling verkeerde, toe te juichen, dat de minis
ter op dit gebied zooveel vrijheid had en mteendb
met het oog op den tegenstand wan den heler De
Zeeuw, dal Botterdam al allerminst recht had
zich te beklagen, omdat het nog een extra-subsidie
van f160.000 voor uitbreiding gekregen had.
Naast het Nijverheidsonderwijs bleken ook' de
bizondere Hoogere Burgerscholen en Gymnasia,
die na 6 Oetober 1923 opgericht waren, de dupe
te zullen- worden. Tot dien datum was de subsi
dieering van deze inrichting stopgezet. Maar toen
het desbetreffend Wetje op dien datum was afge-
■loopen, meenden verschillende Schoolbesturen
weer aanspraak op subsidie te kunnen maken,
wanneer ze Hoogere Burgerscholen of Gymnasia
oprichten. Dat bleek echter niet overeenkomstig
's ministers bedoeling. Zoodra op; 10 Aug. de
crisis aan Financiën was geëindigd, had hij zijn
ontwerp om dien termijn te verlengen aan den mi
nister van financiën toegezonden en op 28 Aug.'
had hij de verschillende Schoolbesturen gewaar
schuwd. Maar eerst 28 Januari van dit jaar was
schillende heeren het recht op subsidie te kun-
het ontwerp ingediend. En daarop meenden ver-
nen baseeren. De minister bleek een dergelijk
recht echter niet te willen erkjennen. En de Kamer
toonde door aanneming, van het ontwerp het mét
hem eens te zijn. r j
Ook ten opzichte van de verlenging van het
Schoenenwetje bleek de Kamer de regeering haar
zin te willen geven, al was hier de tegenstand
sterker en meer algemeen. Men meende, dat voor
Luitsche valuta-concuxrentie geen vrees meer was
en achtte repressaille, vooral van Duitschen kant,
mogelijk. r
Het wetsontwerp tot' toekenning van een voor-
Schot ten behoeve van een stoomvaartverbinding
tusschen Nederland en Zuid-Afrika en verschil
lende andere ontwerpen, werden nog zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen..
En daarna ging ook de Eerste Kamer met va-
eantie. f Mi v 1
{VII.
Bestond het gewone ontbijt uit een paar sem-
melbroodjes met koffie, Vrijdags kregen de leden
van het Hollandsche gezelschap nog iets extras
„Dames" en Heeren," zoo begon de Hfeer Snel,
een der heeren met de leiding belast, „men heelt
mi] er op gewezen, dat men zich gisteravond,
bij het bezoek aan het Hofburgtheater, ten zeer
ste aan ons heeft geërgerd wegens de luidruchtig
heid, die aan den' dag werd gelégd tijdens Mt
orchest speelde. De Wieeners luisteren graag naar
mooie muziek en hoewel wij1 er misschien
eenigszins anders tegenover staan, toch pleit
het niet voor onzen kunstzin, dat men verzuimd
heeft met volle aandacht te luisteren naar de
heerlijke muziek, die gister werd) Vertolkt. De
beleefdheid eischt, dat wij! ons, tijdens ons verblijf
in [Weenen, in dezen ook weten aan te passen en
ons dwingen te luisteren naar hetgeen de Wieener,
ik zou bijna zeggen, als het hoogste beschouwt.
Ik wil dan ook op uwe medewerking in dezen re
kenen, omdat het pijnlijk is een dergelijk verwijt
te moeten aanhooren, hetgeen toch waarlijk voor
uwe opvatting niet vleiend kan heeten...
Dit lag vast en stevig in Ide maag, nietonge-
"wenscht, want het bezoek! aan het Kunst
historisch en het Natuurhistorisch museum zou
van de krachten der bezoekers nog al wat vor
deren. „Een vermoeiende dag!" zoo liet men zich
's avonds uit, toen wij naar! hpt bezoek infor
meerden. Een bewijs, dat wij! ons dien dag niet
hadden aangesloten bij onze vrienden. Wij ont
vingen op dezen dag bezoek van onze Wiqenschei
kinderen. Niet van allen, zooals we reeds zeiden,
maar we konden ons enkele oogenblikken heel
aangenaam met enkelen van hen onderhoudlen.
Twee jonge dames, vergezeld van heur moeder,
wenschten ons te spreken. „Ons":1 beteekende in
dit geval, óns beiden, onze reisgenoot en wij. Die
jonge dames maakten haar entrëe met een aïler-
iierste buiging, onaer jfiet aanbieden van een
prachtige bouquet, terwijl moeder! ons ver
raste met een heerlijke koek, als versnapering
op onze kamer.Wat hadden wij gaarne,
voor een oogenblik dertig jaren van onzen leef
tijd opgerold....
Der Strausz, den ic'h gepflücket,
Grüsze dich viel tausendmal!
Ich habe mich oft gebücket,
Ach, wohl ein tausendmal,
Und ihn an's Herz'gedrüoket
Wie hunderttausendmal
Wiet scheen de zon dien morgen mooi! Boven
bloosde het kamermeisje, toen wijl haar met die
twee bouquetten in één hand tegemoet' traden;.
„Fraulein, bitte" En dan moet men een
maal op een leeftijd zijn, dat men het recht hfeeft
verloren veroveringen te makenHoe een
mensch er toch kan inloopenEn wij verj
volgden: „Ilaben Sie vielleioht auchj zwei Va-
senWe kwamen niet verder. Allerliefst nam
zij de bloemen aan met een: „Ah, wasz schone
Blumen," en trippelde naar de deur van onze ka
mer en weldra sierde de twee bouquetten de
tafel... Met een: „Vielen Dank, Fraulein!" -
en tot antwoord: „Bitte!" verlieten wij onze
bloemrijke kamer en hadden weldra met onze
scboone bezoeksters een geanimeerd gesprek.
Terwijl het gezelschap zich elders amuseerde,
kozen wij op dezen zonnigen dag de vrije natuur
en brachten een heerlijken dag door in bosch
en woud. 's Middags brachten wij een bezoek aan
de „Prater".
De bekende „Prater" werd in 1573 aangelegd.;
De voorname wereld bezocht slechts de met vier.
pijen mooie kastanjeboomen beplante hoofdalleje,
die) 4 KM, tot aan het jKoninklijk Lusthuis door
loopt. m r
Het drukste leven ontwikkelt zich in het voor
ste gedeelte der straat, in de nabijhleid der restau
rants, wijn-, en bierhuizen. Hierr vermaakt zich
op Zon- en Feestdagen de .Wienerburger door te
luisteren naar liedjeszangers en dameskapiellen,
door pret te maken in carusels, clown-theaters
en andere kermisvermakelijkheden. Een uitspafi-
ningsgelegenheid van de grootste soort is „de
Kaisergarten", met een 64 meter hoog rieuzenrad,
van waaruit men een goed! overzicht over de
stad heeft.
Het zou natuurlijk zeer indiscreet zijn van
onze lezeressen en lezers, ook al geschiedde dit
uit pure belangstelling, wanneer zij zouden infor-,
meeren naar de wijze, waarop 'wij ons dien middag
hebben geamuseerd. Het was er zoo boomrijk en
schaduwrijk, dat wij meermalen aan hun nieuws
gierig oog zijn ontsnapt door het dicht gebladerte.
Wij ontmoetten er ooE toevallig een Wöensch
ouderpaar, dat wij des Woendags hadden bezocht,
bij welke gelegenheid wij toen ook een officier
uit Tsjecho Slowakije hebben leeren kennen. Wij
hadden den tijd en hij verteldte ons van zijn er-,
varingen en avonturen tijdens den oorlog.Wij
zullen u zijn mededeelingen onthouden, het
greep u te veel aan.
Wij waren vroegtijdig weer in ons hotel 'terug-
Den volgenden dag, Zaterdag, zouden wij
naar „Schönbrunn", van welk bezoek aldaar wij
reeds r epten, en ontvingen van de mama der twee
lieftallige schoonen de zeer vereerende uitnoodi-'
ging Zondagmiddag twee uur bij haar te komen
eten. Wij namen de uitnoodiging aan en met.
een „Auf wiedersehen also, bis Sonntag!" scheid
den wij na een warmen handdruk met elkander
te hebben gewisseld.
Voor Zondag luidde het eerste gedeelte van het
programma: „Gelegenheid tot het bijwonen der
godsdienstoefening in de Katholieke Augustiner-
kirche of in de Protestantsche kerk in de Doro-
Wij zijn onder het gehoor geweest van
'Oberkirchenrat
Professor Dr. Gustav Zwernemann
Pfarrer dei' Wiener evang. Kirchengemreinde H.B.'
Het spijt ons altijd nog verkeerd te zijn inge
licht omtrent het aanvangsuur. Een bezielende
preek hebben wij daardoor slechts gedeeltelijk
gehoord. Een talentvol redenaar sprak zijn kleine
gemeente toe, waaronder wij' ons bevonden. i
Sei frölich und heiter,
Leg' in Gott dein Geschick,
Er ist Dein Begleiter,
Er verlasst Dich nicht.
Geheel onder den indruk van het Bezielend
"Woord van den prediker, "drongen bovenstaande
dichtregelen zich aan ons op. Wij luisterden
naar het heerlijk orgelspel en hadden gelegenheid
na de preek Z.Eerw. Hooggel. te spreken. „U treft
't," zei de Professor, „om 12 uur heb ik nog een
trouwpartij. U kunt gerust binnen komen." Aan
genaam verrast aanvaardden wij de vriendelijke
uitnoodiging en waren ter bestemder tijd wed|er
in de kerk. Een eenvoudig paartje trad in 't huwe
lijk. Plechtig door haar eenvoud was deze huwe
lijksinzegening, waarbij gewezen werd op; 'de
plichten, die de echtgenooten niet alleen tegen
over elkander maar ook tegenover! God 'hebbten.
Zonder Hem kan die echt niet gezegend zijn,
want God is Liefde en liefde tot God is onmis-,
baar in beider harten.
De Heere zeègne en behoede U
pe Heer doe zijn aanschijn over TT lichten
en geve U vrede. 1
De Heer zal Uwen uitgang en ingang bewaren
Van nu aan tot in alle eeuwigheid.
God geve U zijn zegenl! I— Amen!?,
De wederzijdsche ouders waren bewogien. Felici
tatie volgde, het orgel speelde na, wij bileven
en toefden nog, om afscheid te kunnen nemen!
van den Professor
'En ook wij wenschten het paar een goede reis,
Want „een gelukkige echt is een echt geluk!" 1
De waarheid dezer woorden zal wel niemand in
twijfel trekken. Maar - men ziet het ook wel
anders
Hee 'tkomt toch, dat zoo garen
De meisjes vraagt ge mij
In 't lieve maantje staren
Met stille mijmerij
Wiel, hebt ge nooit vernomen
Van 'tmannetje in de Maan?,
Zij zien het in heur droomen,
Zij lokken 't met een "traan.
Zelfs ziet men menig spannetje
Zoo kwalijk samen gaan,
Diat vaak de vrouw her mannetje r
Terugwenscht naar de maan!
Laten wij het voor dit jonge paar anders
wenschen
Wij waren nog slechts kort in ons hotel, toen
de jongste der beide dochters van onze vriendfe-
iijke en beschaafde gastvrouw ons kwam afhalen, i
Welk een beminnelijke gastvrouw en -wat
een uitnemende keuken! Wie zullen dien gastdag
nimmer vergeten. Keoht huiselijk zaten we aan, I
onder gezelligen kout en steeds maar wéér wer-
den wij vergast op een ander gerecht. Onze j
reisgenoot sprak zijn verwondering daarover uit
cn besloot: „Sie haben sich zu viel Mühe gegjeben,
Frau F1En wij; bevestigden dit, waar
aan wij toevoegden: „Wir mochten Vitriol sein,
dasz frest sich nahmlich' überall durch!" j
Daar brak de humor los. Wij voelden ons thuiö
en op ons gemak en wij! brachten er een vr^emde-
lijken Zondag door.
„Nog twee dagen zijn wij in Weenen," zei
den wij bij het afscheid nemen. „Ja," antwoordde
ons vrouwelijk klaverblad als in koor. „Aber
i wir 'treffen uns noch 'n mal, nicht?" vroeg
Frau PIJ
„Allerdimgs
Toen volgde de uitnoodiging ons den volgenden
Dinsdag naar de „Semmering" te vergezellen,
welke uitnoodiging met welgevallen werd aan
vaard. M i
Zoo verbeidden wij ook dien dag met vreugdje
en blijdschap.
Gemeenteraad Zuidscharwoude
Vergadering van den raad op Maandag 21 Juli
des avonds half acht.
I Afwezig de heer Kramer.
Op verzoek van den voorz. wordt door de h.h.
Zeeman en Groen, de nieuw-benoemde gemeente
secretaris, de heer Kunnen, binnengeleid, om in
deze zitting te worden geïnstalleerd.
Door den heer Kunnen worden de vereischte
eeden afgelegd in handen van den voorz.
De voorzitter vangt aan met den heer Kunnen
geluk te wenschen met zijn benoeming tot secre
taris en twijfelt er niet aan, of het vertrouwen door)
den raad in hem gesteld, zal nimmer door hem' worn
den beschaamd. Theoretisch bekwaam, practisch'
geschikt, zoo zijn dit factoren die een waarborg
geven voor een ernstige vervulling van uw functie.
Uw naam Kunnen duidt reeds in die richting. Maarf.
ik zou er het willen naast willen zetten. En ik twij
fel niet of ook de wil bezield u voor een goede
behartiging van uw functie.
Ook geloof ik dat de samenwerking èn tus
schen Raad èn met By en W. een aangename zal,
zijn; en mag zeker het vertrouwen worden uitge-i
sproken dat de samenwerking tusschen Burge
meester en Secretarie zal zijn zooals die door de
belangen van de gemeente noodzakelijk wordt ge
maakt.
Naast deze eigenschappen staat nog een prettige
behulpzaamheid waar die wordt gevraagd en door
de burgerij zeker ten zeerste zal worden gewaar
deerd. Ik twijfel niet of ook daarin zult u slagen.
Zoo zij het mij in dit oogenblik *nog eens vergund
u als voorbeeld te stellen uw voorganger, den heer
Parma, een man, die in de talrijke jaren dat hij de
functie, van secretaris vervulde, de gemeente-blelan-
gen tot zijn belangen maakte. Het is mij een ge
noegen vanaf deze plaats nog eens te herinneren,
dat die ambtenaar, die de gemeente zoo trouw en
eerlijk heeft gediend, alles gegeven hjeeft wat hij
kon geven.
Ook hoop ik dat.u binnen korten tijd in onze
gemeente ingeburgerd zult zijn, en dat u nog vele
jaren met uw gezin hier aangenaam zult mogen
doorbrengen.
De heer Kunnen bréngt in de allereerste plaats
den voorz. dank voor de vriendelijke woorden tot
hem gesproken en aan den Raad voor hetf vertrou
wen, hem geschonken. Ik besef zoo vervolgt
spr. ten volle de verantwoordelijkheid van het
ambt dat door mij in deze gemeente zal worden
vervuld. Ik doe een beroep op de medewerking
der ingezetenen in het bijzonder van B. en W.- en
den raad om datgene te kunnen doen, wat mij als
secretaris is opgelegd. En onder die omstandighe
den hoop ik nog lang secretaris van uw gemeente
te mogen zijn en getuige te zijn van haar bloei
en vooruitgang.
Hierna volgt algemeene felicitatie.
De notulen van de vorige vergadering worden
goedgekeurd.
Ingekomen is een adres van de afd. Alkmaar
van het Genootschap tot zedelijke verbetering van
gevangenen, om een subsidie te mogen ontvangen
van f io.—
Op voorstel van B. en W. wordt besloten dit
verzoek bij de begrooting voor '25 te behandelen.
Voor '24 is reeds een subsidie uitgekeerd.
De voorz. brengt in herinnering het besluit,
waarbij aan B. en W. werd opgedragen den datum
te bepalen waarop de functie van ambtenaar ter
secretarie zou worden opgeheven. Deze kwestie
l wil men thans door den raad laten beslissen, daar
j de besprekingen in B'. en W. ten aanzien hiervan
i niet vlotten.
De heer Du Burck zegt dat het hem gefrappeerd
j heeft bij de raadsstukken een schrijven van Berk-
i houwer te vinden, gericht aan B. en W., waarin
door hem een verlof gevraagd werd van 21 Juli
tot 1 Augustus.. Was het opzet dat dit schrijven
bij de stukken lag of een vergissing?
De voorz. antwoordt van geen vergissing, en ver
zoekt den raad zich uitsluitend bezig te houden
met den datum van ontslag. 1
De heer Du Burck. Als ik 't goed begrijp is 't
de bedoleing van Berkhouwer, dat hij den laatsten
tijd dat hij in functie is liever niet op de secretarie;
wil zijn. Maar waar het misschien van belang is
dat de nieuwe secretaris de eerste dagen wordt ge
assisteerd meende ik ook dat het verzoek niet op
zijn plaats is. Nu wordt de indruk gevestigd dat
Berkhouwer capsie wil maken in de laatste perio-
de van zijn functie. Wanneer hij geen recht heeft
op verlof, is het in het belang der gemeente dat
hij in dienst blijft tot de secretaris met alles
bekend is. Wanneer het ontslag 1 Aug. ingaat
kan ik mij daarmee wel vereenigen.
De heer Zeeman is verwondert dat er een brief
i van Berkhouwer is. Hij heeft er niets van gezien
en is ook verbaasd dat deze zaak aan de orde
komt. Er was hem niets van bekend.
I De voorz. Men moet 2 zaken scheiden. Aan B.
en W. werd overgelaten de bepaling van den da-
turn van opheffing der functie. Vanmiddag om
half drie is echter het verzoek ingekomen en is dit
door mij bij de stukken gelegd. Het laatste houdt
i echter geen verband met het eerste.
1 De heer Zeeman. Is er een instructie?
j De voorz. Neen. Spr. zegt nog ter verduidelijking
dat het verzoek behoort te worden afgedaan door
i B. en W. Nu echter daar de besprekingen over 't
ontslag niet vlotten, meende hij goed te doen dit
verzoek bij de raadsstukken te leggen.
I De heer Zeeman wil, wanneer er geen instructie
is, het ontslag verleenen met een opzeggingster
mijn die daarbij gebruikelijk is. Bijv. 3 weken of
een maand. Wanneer men Berkhouwer morgen den
kiag of 1 Aug. ontslaat, komt dit wet wat koud op.
j Spr. hoopt dat Berkhout zich op een loyaler stand
punt zal stellen dan thans en zijn medewerking zal