IEUWE LANGEDIJKER COURANT
jaren Oorlogspolitiek.
ZAÏKRllAI.' 2 AOOTSKÜB 1924.
TWKKUK Ill.AI).
i Augustus. -
III.
Voorzoo ver dat nog noodig kon heeten, hadden
politicii en economen ons erop voorbereid, dat
i.s. groote oorlog, zou deze eenmaal uitbreken,:
geweldigen economischen aard zijn. De politici
er op te wijzen, dat de strijdvragen der laat-
tientallen van jaren alle een economischen of
[oiiialen ondergrond hadden; de economen dooaj
te wijzen, dat steeds meer de wereldhuishou-
een internationaal karakter heeft aangenomen
om het plastisch uit te drukken, eiken dag op
tafel van den eenvoudigen arbeider de produc-
L van drié werelddeel-en worden gebracht. Wij
ebben dan ook dit economisch karakter van den
•floten oorlog aan den lijve gevoeld. Direct en indi-
Indirect niet alleen in de oorlogvoerende lan-
maar ook in de neutrale, die niets met den
irlog te maken wenschten te hebben, maar die
'duidelijk bemerkten, dat hunne levensmidde-
en grondstoffenvoorziening niet onafhankelijk
van wat zich verder in de wereld afspeelt. Di-
in den oorlog zelf, die niet als vroeger tot
militaire- en politieke strijdperk werd beperkt
iaat al spoedig op economisch gebied werd over
bracht. Door verschillende maatregelen tracht-
■n Engeland en Frankrijk reeds dadelijk den le-
'nsmiddelentoevoer naar Duitschland te beper-
":n- als antwoord daarop ving Duitschland den
jikbootenoorlog aan, die zich vooral richtte tegen
liet handelsverkeer zoowel van de oorlogvoeren-
en onderling als van dezen met de neutralen. De
ronomische blokkade, over Duitschland afgekon-
1, en de daarop gevolgde repressaille-maatrege-
ontredderden niet alleen geheel dan handel van
'oorlogvoerenden, maar zij hadden ook een fu
sten invloed op dien der neutrale landen; ja,
t ging uiteraard zoover, dat landen met rijke Ko-
niën als Nederland, gebrek leden, terwijl die Ko-
niën genoodzaakt waren hare producten naar an-
>re landen uit te voeren. En sterker nog, te Parijs
ivam gedurende den oorlog de z.g.n.. Economische
onferentie der Geallieerden bijeen, die de grond-
agen vastlegde, waarop, ook na den oorlog, de
onomische krijg tegen de toenmalige tegenstan-
ers zou worden gevoerd. Zelfs het internationaal
rivaatrecht, vóór den oorlog door Asser en de zij-
;n opgebouwd, werd niet met rust gelaten; tenge-
jlge van de opzegging van verschillende dezer
aetaten werden ook de neutralen getroffen en was
et b.v. in Frankrijk tijdens den oorlog voor welken
reemdeling ook, ja zelfs voor een onderdaan van
en der geallieerde landen, moeilijk, zoo niet on-
ïogelijk om op behoorlijke wijze te procedëeren.
economisch gebied hebben wij tijdens den oor-
,o wel ervaren, dat het internationalisme, hetwelk
bijnbaar de laatste tientallen van jaren had ge-
eerscht, meer op inidividueele verbindingen der
ersonen van verschillenden landaard berustte, dan:
3 de verbindingen der Staten als zoodanig en we-,
erkeerig.
Niet zoo heel lang voor den. oorlog publiceerde
orman Angell zijn bekend boek, waarin hij, uit
jonomisch oogpunt, den oorlog der toekomst min
meer onmogelijk verklaarde, Immers, zoo was
het kort zijn redeneering, alle landen zijn zoozeer
„onomisch verbonden, dat een oorlog niet alleen
belangen der tegenstanders, doch tegelijk hun
gene belangen treft. Stel, zoo schreef hij, dat een
uitsche onderzeeboot een Engelsch handelsschip
den grond boort, wie waarborgt dan, dat dit
Jiip niet eigendom is van een naamlooze vennoot-
hap met veel Duitsch kapitaal, en wie tenslotte
aarborgt niet, dat het schip, desnoods in Enge-
nd verzekerd, niet bij een Duitsche maatschappij
herverzekerd. Waarbij Normann Angell vergat,
at de Regeeringen zich in den grooten strijd ver-
Drloofden om met geen enkel bestaand recht re
ening te houden, zeker niet met de verplichtingen
an den Duitschen herverzekeraar, tegenover de
ngelsche verzekerden. Ook in ander opzicht trou-
ens dwaalde Normann Angell toen hij de econo-
lische weerstandskracht der landen zoodanig
;hatte, dat een werkelijke wereldoorlog nauwe-
jks enkele maanden zou duren en dan wegens uit-
utting der wederzij dsche partijen zou moeten wor-
en opgegeven. Het weerstandsvermogen der vol-
eren, of liever gezegd hunne geneigdheid om zich
eheel uit te putten, is veel grooter gebleken dan
enig econoom kon voorspellen en het is vermoe-
elijk in de eerste plaats daaraan te danken, dat
ij nu een bijna vernietigd Europa, om van het
verige deel van de wereld maar geen eens te ge-
'agen, voor ons hebben.
'Het begin van den oorlog deèd zóó iets niet voor-
lellen. Zeker, toen heerschte. er verwarring, een
eker soort van kinderlijke bevreemding, dat tal
an dingen, die wij in onzen tegenwoordigen tijd
"el gewoon vonden, plotseling waren veranderd.,
aar aan de mogelijkheid van uitputting dacht
ten zelfs niet, en in de gebleken moeilijkheden, viel
rij gemakkelijk te voorzien. De paniek b.v., die
en hier te lande vreesde op de Amsterdamsche
eurs, werd dank zij het krachtig ingrijpen van
en Heer van Aalst, die het steunsyndicaat van
w millioen vormde, voorkomen; de Beurs werd
taanden achtereen gesloten. Het tekort aan klein
eld werd door de uitgifte van zilverbons spoedig
oorkonten; tegen de algemeene neiging van prijs
opdrijving werden wettelijk ©maatregelen beraamd
te met een zeldzamen spoed in werking traden.
Toen tengevolge van de crisis de werkloosheid
spoedig zoo groot werd, dat gedwongen uitzet-
tg uit de woningen dreigde, kwamen ook in dat
pzicht maatregelen tot stand; in hét kort, zoowel
Nederland als in andere neutrale, en nog sterker
oorlogvoerende landen, werd de eene maatregel
°or, de andere na op sociaal en economisch of op
cmengd gebied uitgevaardigd teneinde in de moei-
jkheden te voorzien.
Eerst in 1915 echter begon men inzicht te krij-
en in wat, duurde de strijd enkele jaren voort,
ou worden. D etoevoer van levensmiddelen werd
fgesneden en al kon, dank zij de oprichting van
r Nederlandsche Overzee Trust (N.O.T.) de ver-4
uiding met de Koloniën althans gedeeltelijk wor-
en gehandhaafd, dit nam niet weg, dat wij ons
éeds zeer veel moesten ontzeggen. Maatregelen
erden genomen om de distributie van levensmid-
elen te regelen; aanvankelijk probeerde Minister
Posthuma het met zijn bekende vereeriigingen van
belanghebbende producenten, die stonden onder
toezicht van Rijkscommissiën van Toezicht, waar
in het deskundige en niet-belanghebbende element
domineerde. Toen het met dit toezicht niet bleek
te gaan, vermoedelijk tengevolge van het ontbre-
ken van een krachtig centraal lichaam, trad de
Distributiewet in werking, die geweldige, in vredes-.
tijd zeker onmogelijk geachte bevoegdheden op
levensmiddelengebied aan de Regeering gaf; die
haar en hare organen in staat stelden in beslag te
nemen wat zij voor het algemeen belang noodig
achtte, en op grond van welke wet de bekende ver-
voerverboden werden uitgevaardigd. Tevoren wa
ren reeds de tal van uitvoerverboden vastgelegd,,
waarvan intusschen vrijstelling kon worden verkre
gen door de bekende uitvoerconsenten, die iemand
plotseling tot een rijk man konden maken, en die
zeker tot veel oorlogswinst hebben bijgedragen. Ge
heel Nederland, en gelijk het in Nederland ge
gaan is, is het in het meerendeel der landen ge
gaan veranderde economisch geheel; men zag
handelslieden tot geheel andere branches, somtijds
de zonderlingste, overgaan. De groote lichamen
deden dat niet, konden dat niet doen, maar moes
ten dar» ook veelal voor een deel hun zaken stop
zetten of sluiten. Geheel het economisch leven
raakte in de war, raakte vast, en van geen Regee-.
ring mocht worden verwacht, dat deze geheel in
de nooden kon voorzien. Men probeerde het zoo
goea mogelijk, en het eigenaardige verschijnsel
deed zich natuurlijk al spoedig voor, dat, gezien
den nood der tijden, geld bijzaak werd
In Nederland wij blijven met de voorbeelden
dicht bij huis werden steeds grooter credieten
aangevraagd om tegen goedkoope prijzen levens
middelen te verschaffen; credieten van tientallen
millioenen behoorden al spoedig niet meer tot de
uitzonderingen. Teneinde den Staat een deel van
de buitengewone winsten, die tengevolge van den
oorlog werden gemaakt, te doen toevloeien, trad
de oorlogswinstbelasting, die een zeer rijke bate
opleverde, in werking; eerst later kwam men op
het denkbeeld om in een zoogenaamde particulie
re Vennootschap, de Nederlandsche Uitvoer Maat
schappij (N.U.M.) de belangen van den uitvoer te
centraliseeren en den Staat daarvan de competente
portie te doen toekomen. De N.U.M. is een der
vele voorbeelden uit den oorlogstijd, dat de Staat
een deel van zijn bevoegdheden aan particuliere
of aan semi-particuliere lichamen uit handen gaf.
De N.O.T. wel niemand zal het ontkennen, be
schikte inderdaad over Regeeringsbevoegdheden;
de N.U.M. ook een weinig; wij hebben daarnevens
gehad het LandbouwExportbureau (L.E.B;.) op
gericht ten"einde uit te voeren de afspraken met die
Geallieerden waarin aan Nederland werd voorge
schreven een hoe groot deel van landbouwproduc
ten naar de Centrale Landen mocht worden uitge
voerd. En wij hebben ook gehad, nadat de onrecht
matige inbeslagneming van bijna de geheele Neder
landsche visschersvloot werd opgeheven, een over
eenkomst met de Engelsche Regeering, die aan
de Nederlandsche particulieren voorschreef hoe
veel visch zij naar Duitschland mochten uitvoeren.
Overeenkomsten, die, teneinde het neutraal karak-;
ter van den Nederlandschen Staat te handhaven,
door particulieren met een of meer der Geallieisr-.
de Rijken werden gesloten, maar die toch aan de
Regeering niet onbekend waren, en die een deel
vormden, van onze economische oorlogspolitiek. Na
tuurlijk was haar karakter formeel niet juist, niet
fraai zelfs, maar men leefde in oorlogstijd, en men
kon niet anders.
Bedenkelijk was en waarlijk al weer niet in
Nederland alleen |de invloed, dien de economische
omstandigheden oefenden op geheel de samenleving
Tengevolge van den nood in de oorlogvoerende lan
den, konden lieden, die in het bezit kwamen van
uitvoervergunningen, zich met één slag geweldige
rijkdommen verwerven, het type der O.W.-ers is
voor het grootste deel daaraan te danken. De voor
deden, die met smokkelen konden worden behaald
leidden er vanzelf toe, dat vooral in de grenspro-i
vinciën, velen zich daarop toelegden; het aantal
smokkel delicten nam in de oorlogsjaren tot een
ongekende hoogte toe. Het kwaad werd, mede dank
zij de hulp van militaire commiezen, zoo krachtig
mogelijk bestreden, maar afdoende kon dat al weer
niet. De aanwezigheid hier te lande van vluchtelin
gen van den meest uiteenloopenden landaard, die
11a en met de Belgen hier kwamen, leidde tot over
neming van wat in den regel niet het beste der be
treffende volkeren was; leidde zoodoende tot eien
verruwing der zeden, die zich in eiken kring, van
den hoogsten tot den laagsten, kenbaar maakte.
De oorlog gaf aanleiding tot plotselinge verdiensten
en tot plotselinge verliezen; veel minder dan vroe
ger werd de spaarzin beoefend; men leefde bij
den dag van heden. Voorzichtigheid werd veel
meer dan vroeger uit het oog verloren; de reus
achtige zaken, die konden worden gedaan, deden
zelfs groote lichamen, op den meest solieden grond'
slag gevestigd, deze voorzichtigheid uit het oog
verliezen. Kortom er kwam een atmosfeer in de
economische en de maatschappelijke samenleving,
die tevoren ongekend mocht heeten. Er werd het
vreeselijkste gebrek geleden aan den ©enen kant,
en er werden rijkdommen verdiend aan den ande
ren kant. De Regeering had met politieke en eco
nomische moeilijkheden tegelijk te maken; de stou
te uitspraak in het begin gedaan, dat er geen hon
ger zou worden geleden in Nederland, moest, toen
de oorlog zoolang voortduurde, wel worden inge
trokken. De economische moeilijkheden werden
door sociale gevolgd; men mocht Huurwetten uit
vaardigen ter voorziening in den woningnood; groo
te levensmiddelencredieten toestaan teneinde het
gebrek te bezweren; men mocht Regeeringsbunsaux
oprichten teneinde de distributie te centraliseensn
geheel kon men niet in de nooden voorzien.
Relletjes zijn dan hier, dan daar het gevolg geweest
ernstig waren zij een enkelen keer als in 1917 te
Amsterdam, maar steeds heeft er zekere onrust
geheerscht, die van sociaal-economischen aard was
Neen, wie tevoren haft gemeend, dat de oorlog
economisch aan de neutralen kon voorbijgaan, heeft
zich wel vergist. De oorlogvoerenden maakten van
dezen politieken oorlog tegelijk een economische;
zij pasten, en dat waarlijk wel van weerszijden, alle
hulpmiddelen toe, die zij ter beschikking konden
stellen, en op het laatst werd de oorlog militair
einde van dien oorlog niet zekere sociale onrust
samengevallen, men had zich in November 1918
oprechter verheugd dan de omstandigheden eigen
lijk toestonden. Zeker, het scheen een oogenblik,
en in het bijzonder in Nederland, dat het einde
van den oorlog ook het einde van de economische!
kwaden zou met zich brengen. Wel waren er nog
tal van moeilijkheden te overwinnen; wel zaten
wij nog in den huizennood; in den k'ölennood, en
wel 'kregen wij nog niet alles op tafel wat wij voor
den oorlog gehad hadden, maar spoedig deed zich
verbetering gevoelen. Daarbij kwam, dat de vroe
gere oorlogvoerende partijen ons noodig hadden en
van ons konden krijgen, nu eenmaal de grenzen
voor een deel werden opengesteld. Onze koopvaar
dijvloot, die tijdens den oorlog groote verliezen had
geléden, maar waarin door bijbouwen was voor
zien, werd in hooge mate rendabel gemaakt; on
ze voorraden konden voorloopig nog tot goede
prijzen worden verkocht, al waren natuurlijk de
genen, die in levensmiddelensurrogaten sommige
van goede kwaliteit handelden, de dupe waren van
wat men later wel eens spottend heeft genoemd:
„het uitbreken van den vrede." Inderdaad, wie de
cijfers b.v. van uitvoer en invoer in 1919 in- een
klein land als Nederland gadeslaat, wordt getroffen
door de geweldigp veranderingen die daaruit spre
ken. Maar men hield er geen rekening mede, dat
wel de invoer in Nederland geweldig toenam, maar
de uitvoer niet een evenredige mate van toeneming
vertoonde; en men scheen te meenen, dat dié plot
selinge opleving na den oorlog steeds zou voort
duren.
Gedurende 1919 en een groot deel van 1920 ging
het. Maat toen, wie herinnert het zich niet
kwarn plotseling de malaise. Nu kwam deze niet
geheel onverwacht; men had haar voorspeld, maar
zoo plotseling had men deze malaise niet gedacht.
De prijzen daalden; groote lichamen, die voorzich
tige politiek gevoerd hadden, leden daarmede ge
weldige verliezen; de scheepvaartmaatschappijen
die zich in den duursten tijd van nieuwe schepen
hadden voorzien, zagen de balanswaarden geweldig
teruggaan; zagen het emplooi afnmeen en moesten
tot het opleggen van schepen overgaan. Ja, de
jaren, die ons nu van 1920 scheiden, zijn jaren van
voortgaande malaise gebleven. Met zorg hebben
velen de steeds lager zakkende koersen van aandae-
len waargenomen, waarin zich het wantrouwen je
gens ondernemingen, de grootste niet uitgezonderd
uitsprak. Daarbij kwam, dat vooral Nederland
groote verliezen heeft, geleden tengevolge van het
optreden van het communistisch bewind in Rus
land, dat de Russische Staats- en particuliere
schulden, voor een niet gering gedeelte in Neder
land geplaatst, niet meer erkende. Oorlogswinsten,
behoorden nu werkelijk tot het verleden; in vele
gevallen konden deze niet eens blijvend worden
behouden; slag op slag werd vernomen, en veel
wankelde, dat slechts met de uiterste inspanning
van .kracht is behouden. Gedurende den oorlog
had :.7,ich. ig het Nederlandsche bankwezen sterk
doen' gevoelen de neiging naar concentratie; wie
de aandeelenkapitalen van de Handelsmaatschappij,
de Rotterdamsche Bankvereeniging, de Amster
damsche Bank, de Twentsche Bank, om slechts
enkele* der grootsten te noemen, ziet, en bedenkt,
hoeveel kleine en plaatselijke banken zij in con
centratie tot zich getrokken hebben, begrijpt dit
maar al te wel. Ongetwijfeld is deze concentratie,
in het bankwezen voor Nederland van groot -be
lang geweest; daardoor toch konden tal van dé-
bacles worden voorkomen, maar anderzijds leefde
wel scherp in ons op, dat een débacle van een de
zer grooten niet meer een débacle zonder meer
was, doch als een nationale ramp ware te beschou
wen.
te richten aan 'G'éd. Staten, om de voorgestelde
verlaging van 30 pCt. van de salarissen der gem.-H
ontv. niet over vijf jaren te verdeden, maar te
doen ingaan 1 Jan. 1925.
Het ingekomen verslag van de gasfabriek te
Warmenhuizen, zal aan de raadssleden worden toe
gezonden.
Ingekomen is de rekening van de straatverlich
ting te Dirkshorn. De ontvangsten hebben bedra
gen f793.27, waaronder f416.33 aan contributie
van leden. De uitgaaf bedraagt £710.021/2 plus een
bedrag van f 40 voor aflossing voor schuld, zoodat
het batig saldo bedraagt f 43.241/2'.
De vereeniging ontvangt een subsidie van de ge
meente groot f5.per lantaarn, waaraan de ver
plichting is verbonden, dat de vereen, ieder jaar
haar rekening overlegd.
Aangeboden wordt de gemeenterekening dienst
1923. De ontvangsten hebben bedragen een som
van f 96818.47I/2 de uitgaven fx01029.97, nadeelig
saldo groot f 4211.491/2!.
Een afschrift zal aan de leden worden toegezon
den. De rekening zal door den raad worden na-,
gezien met' tevens de rekening van het eliectr.
oedrijf. Dé winst-en Verliesrekening gaf aan een
ontvangst en uitgaaf van f 3786.55, terwijl het winst
saldo f404.09 bedraagt.
De voorz. zegt dat men over de uitkomsten van
de gemeente tevreden mag zijn, wanneer man be
denkt dat aangevangen werd met een nadeelig sal
do groot f 2700.—. Dat extra afgelost is f 2350.—.
De aankoop van grond voor de school te Waar-,
land f800 uit de gewone middelen is bestreden,
en de f3150 uitgegeven aan werkloosheidbestrij-f
ding over 1922 en 1923 in deze rekening is opge
nomen.
De Gezondheidscommissie verzoekt de verorde
ning regelende het verbod op het gebruik van sloot
water te wijzigen in dier voege dat er niet gelezen
wordt: bereiden of bewaren van voedingsmid-i
delen, maar: bereiden of bewaren van genot-'
en voedingsmiddelen.
De verordening wordt overeenkomstig gewijzigd
Thans wordt de aanbeveling opgemaakt voor
de benoeming van leden in het college van zetters
wegens periodieke aftreding van de heeren P.
Borst en L. Doekes.
In de vacature Borst bestaat de aanbeveling
uit de heeren 1. P. Borst, 2. C. Francis.
In de vacature Doekes uit: 1. L. Döekes. 2.
J. de Vries.
De voorzitter doet nog mededeeling dat de
raad aan de beurt is voor het houden, van de land
schouw.
Gemeenteraad Harenkarspel.
- Ti
Vergadering van den Raad dezer gemeente op
Vrijdag 1 Augustus '24 des avonds 7 uur, (o.t.j) ten
gemeentehuize.
Afwezig de heer Borst.
Voorz. de burgemeester; Secret, de heer Dam.
Na opening worden de notulen gelezen en onder
dank onveranderd goedgekeurd.
Mededeelingen.
Naar aanleiding van de notulen doet voorz. mede
deeling dat in 3 van de 4 lokalen van de school
te Waarland geen stoelen aanwezig zijn. De eene
die er was voldeed niet aan de eischen, zoodat toe
stemming is gegeven tot het aanschaffen van vier
eenvoudige stoelen. Tevens tot het aankoopen van
eenige snippermandjes,
Mededeeling wordt gedaan dat het leerplan van
de o.l. school te Dirkshorn is gewijzigd. De va
cantia is met 1 week verlengd en gebracht van
2 op 3 weken. Reeds meermalen was dit gevraagd
en is thans aan het verzoek voldaan, omdat ook in
de andere gemeenten de vacantie 3 weken is, len
hier aan de bijz. scholen 3 tot 4 weken vacantie
gegeven wordt.
Door B. en W. wordt voorgesteld in 2 lokalen
van de school te Waarland de ramen te laten ver
béteren; in 2 lokalen de banken te laten schilderen
en 2 lokalen te laten opknappen.. B.. en W. stellen
zich voor het volgend jaar de andere lokalen te
doen opknappen. Wat het buitenom verven van
de lokalen betreft, willen B. en W. bij' aanbouw
van een nieuw lokaal het geheel aanbesteden. Het
verven van de banken kost f3.per bank, en dat
van de lokalen f85.per lokaal.
De raad gaat hiermede accoord.
Door de commissie van schatters voor over
dracht van de o.l. school te Waarland aan het
R.K. kerkbestuur zijn grond gebouw en meubelen
geschat op een waarde van f 11100.
Bericht van de Gezondh. comm. dat de verorde
ning tegen het gebruik van slootwater moet wor
den gewijzigd.
Bericht van den Inspecteur der Dir. Bel. te
Alkmaar dat de, plaatselijke inkomstenbelasting
wordt geraamd op een bedrag van f 15000.—, waar
van reeds de eerste uitbetaling heeft plaats gehad.
Tot rijksveldwachter in deze gemeente is aan
gesteld de heer Nood.
Het ontwerp-besluit van Ged. Staten regelende
de salarissen der gemeente-ontvangers wordt in
handen gesteld van B'. en W. om advies.
svcuma, -r Eveneens een adres van de Schager Handeldrijf,
een vraag van manschappen en materiaal, en eco- vende en Industrieele Middenstandsvereeniging om
nomisch een vraag van levensmiddelen en grond-, adhaesie te betuigen aan een adres te richten aan
stoffen. En toch heeft de groote menigte tijdens den Directeur Generaal der Posterijen, om te ko-
den oorlog zoo weinig inzicht in de economische i men tot een streeknet.
verhoudingen gekregen, dat nog vrij algemeen de 1 Goedkeuring op het besluit tot verkoop van de
overtuiging heerschte, dat eigenlijk op hetzelfde i woning aan den heer Smit.
oogenblik, dat de oorlog zou zijn geëindigd, ook een Eveneens, op dè af- en overschrijving,
einde zou komen aan al de economische ellende, J Een schrijven van Nederhorst den Berg wordt
die deze had gebracht, .Ware dan ook met! het 1 in handen gesteld van 0, en W. orp advies, in welk,
De heer Groot vestigt de aandacht op den toe
stand van het kerkhof te Kerkebuurt, daar deze
wel iets te wenschen overlaat.
De voorz. zegt dat maatregelen zullen worden
De heer De Vries vraagt of de landschouw niet?
wat vroeger kan worden gehouden in het vervolg..
De voorz. zegt toe hiermede rekening te zullem
houden.
P eheer Francis vraagt in verband met het.
verbod op het gebruik van slootwater, of daaronder
ook valt het vaatwerk voor de zuivelbereiding.
De voorz. antwoordt hierop bevestigend.
De rondvraag levert verder niets op, waarna slui-
1 g der vergadering volgt. I
Uit de Hoofdstad
Die rijfwielplaatjes.
Naar aanleidingi van de aanhoudende berichten
van handel op groote schaal in nagemaakte rij
wielplaatjes, hebben wij nog! eens informaties in
gewonnen. Althans wat de hoofdstad betreft' is
van een zoodanigen handel bij de politie-autori-
teiten niets bekend. ;Maar toch hoorde de politie
"Wjoensdag. op de Rozengracht een jongeman zul
ke plaatjes luidkeels te koop aanbieden voor 50
cent. Toen hij een agent zag, nam hij de vlucht.
Een oplichter. i|
Een handelaar in gouden en zilveren werkfen
hier ter-stede kreeg in zijn zaak een klant, die
zich een aantal sieraden liet voorleggen. Hij deed
een keuze en kocht voor ongevee'r f 500. Hij be
taalde met een cheque op een bankinstelling en
onderteekende met den naam van een bekend amb
tenaar van een groote Indische maatschappij. Deze
naam boezemde den leverancier vertrouwen in
en hij nam de chèque in betaling aan.
Toen hij 'het papier wilde verzilveren bleek
het echter waardeloos,, de onderteekenaar had een
valschen naam gezet. De goudsmid' kreeg dus
niets en kwam tot de ontdekking dat hij de dupe
was geworden van een oplichter. Van het geval
werd aangifte gedaan bij de politie. Het bleek
daar dat ook hotelhouders in Den Haag en Appel
doorn waren opgelicht door iemand, die daar
eenige dagen had gelogeerd én met een valsché
chèque had betaald. i
Uit het opgegeven signalement viel af te' leiden,'
dat de schuldige aan al deze oplichterijen efen
en dezelfde persoon is. Waarschijnlijk is hij een
ontslagen employé van een particuliere Indische
onderneming. I 1
Nieuwstijdingen
Ontploffing, cn brand.
In de fabriek van de Chemische en Technischje
Industrie aan de Nieuwe Kade te Arnhem isi
een ontploffing ontstaan, waarop een vrij ernstige
brand volgde. De werkmeester Wiaterbalk had in
het voorgebouw het gas ontstoken onder den ketel1
waarin een vloeistof voor de bereiding van rij-
wiellak moest worden voorgewarmd. Hij1 ging
daarop naar het aangrenzende laboratorium, doch
nauwelijks daar, hoorde hij een hevigen knal en
op hetzelfde oogenblik viel een kast met instru
menten tegen hem aan, gevolgd/ door vallendfe
steenen van een bezweken binnenmuur. De kast
viel tegen een werktafel aan en bleef in schuinen
stand staan, zoodat de werkmeester er spoedig
onderuit kon kruipen. De ketel met vloeistof
bleek te zijn ontploft, terwijl de opstijgende spiri-
tusdampen in brand waren'geraakt en het op
den zolder liggende brandbare materiaal hadden
doen ontvlammen. De vlam sloeg uit bet dak en
de zolder brandde leeg. De brandlweier heeft ver
dere uitbreiding voorkomen, 1