NIEUWE po 91. tmuummm, m Donderaf 7 Augustus 1924 88e Jï arga- g I sm «ras. iere vragen larvan mee-, flOUBAIÏT. De Uitkijk Het schijnt wel, of de strijd, op de Londensche conferentie tussehen Frankrijk en de bankiers gevoerd, ten gunste der laats ten gaat eindigen. En. wanneer dit waar is, dan is dit een felicitatie aan het veelgeplaagd Europa waard. Wjant deze strijd was in den grond der zaak niet andJers ,dan een strijd om haar behoud. En de bankiers hebben daarin ridderlijk hare part ij-genomen. Het Eransche standpunt is bekend genoeg. Poincaré. earé heeft het jaren lang met taaie hardnekkig heid verdedigd. En Herriot heeft, gedwongen door de publieke opinie in zijn land, getracht dezen strijd voort te zetten. Het ging om hét belang en do macht van Frankrijk. Maar aan deze Fransche belangen en begeerten moet het welzijn wellicht de beschaving van Europa opgeofferd worden. [Want Frankrijk's huidige machtspositie, door den oorlog gewonnen en na den oorlog met hardnek kige vasthoudendheid verdedigd, was alleen te handhaven wanneer Duitsichland machteloos bleef Fin ter verzekering van deze machteloosheid was niet alleen een reohtstreeksche verhindering van Duitsehland's ontwikkeling noodig, maar moesten ook de Europeesehe verhoudingen kunst matig in een keurslijf geperst worden, dat alle groei bemoeilijkte en een voortdurende onrust gaande hield. De middelen daartoe had het verdrag van Ver sailles aangewezen. En voor zoover die middelen niet toereikend bleken had Frankrijk ze op eigen aangelegenheid, zoo b.v. door de Eoer-bezietting, aangevuld. Maar de natuurlijke groei van het leven, de met steeds dringender kracht zich op dringen der behoefte van Europa: en de wiereld naar herstel van natuurlijke en economische toe standen en nieuwe ontwikkeling van het econo- 'mische leven, stelden zich steeds roieer aan de toepassing dezer middelen en daarmee aan Frank- rijks eisehen in den weg. f 1 Het vrijlaten van DuitsChland uit Frankrijks knellende dwang bleek een onvermijdelijke voor waarde voor herstel en vernieuwing. En zoo ont stond de strijd tussehen de Engelsche wenschen, die Europa's behoeften tot uitdrukking brachten en de Fransche onverzettelijkheid. Bonar Law heeft het karakter van deze strijd geschetst. Het ging om de vraag of men de scha devergoeding wilde, dan wel Duitschlands mach teloosheid. De benoeming van de commissie van deskundigen en de rapporten waren een aan vankelijke overwinning van de Engelsche rich ting. Maar te Londen vocht Frankrijk op zijn laatste schans. Wanneer de commissie van herstel haar macht behield over Duitschland en haar macht niet alleen om het in gebreke blijven vast te stel len, maar ook om nieuwe sancties te beramen, dan was nog niet alles verloren. De bankiers, opkomende voor de gezondmaking der wereld, begrepen het. Toen heeft Frankrijk, op hun onverzettelijkheid het hoofd stootende, nog een laatste omtrekkende beweging gepro beerd. Herriot's voorstel aanvaardde de arbitrage in geval de commissie niet eenstemmig was, dele geerde dus in laatste instantie de macht der com missie aan den raad, waarin een Amerikaansch voorzitter, door het HaagSche hof te benoemen, den doorslag zou geven en gaf dus Frankrijks overwicht prijs. 1 Maar tegelijkertijd trachtte C.lémentel's amen dement het recht van iedere mogendheid om af zonderlijk op te treden, te redden. Het schijnt, dat deze poging mislukt is. En is zij dat, dan is de gr.oote strijd te Londen 'ten nadeele van Frankrijk beslist. Maar juist dan is het waarschijnlijk, dat Frankrijk des te hardnek kiger op de rijkswet zal stand houden. .Wanneer het de macht verliest opnieuw in te grijpen, dan juist heeft het er het grootste belang bij dien greep dien het op Duitschland heeft, niet los te laten, - De Temps zelfs is het zich biewust, dat de econo mische ontruiming van het Bper-gebied de onmid dellijke militaire ontruiming tengevolge moet heb ben, omdat de troepen aMUeen het giebied waren binnengetrokken ter verzekering van de oecono- teeisehe exploitatie. Maar ondanks deze gevolg trekking blijken de Frans'chen tot die onmiddel lijke ontruiming nog allerminst geneigd. En wan neer Herriot's voorstel de eindelijke overeenstem ming met de bankiers weet tot stand te brengen, sdus de internationale leening van 800 millioen goudmark en de eensgezindheid der geallieerden omtrent de uitvoering van het plan-Dawes ver zekerd is, dan is er alle kans, dat de Londènsche conferentie, en Mac Donald voorop, Frankrijk ter zake van de Boer ter wille zal zijn. Maar zal Duitschland dat ook zijn? Tot nu toe heeft men nog niet gevraagd wat Duitsch land er van denkt. Maar de Duitsche vertegen woordigers zijn te Londen genoodigd' en reedis daarheen al onderweg. W|at zullen ze er té doen hebben? Alleen ja te knikken op de overeenkomst, reeds tussehen de geallieerden tot stand gekomen of ook te bespreken en haar op- en aanmerkingen geldend te maken, zoodat de eindelijke overeen komst. alleen na nieuwe" onderhandelingen tot stand komt. j De eerste methode is de totj nu toegepaste, die vooral Herriot opnieuw wil toepassen, de laatste is die, welke niet alleen Duitschland, en min of meer ook Engeland, maar vooral ook de ban kiers willen. Dat laatste feit legt geiwicht in de schaal en maakt het noodig met de Duitsche be denkingen rekening te houden. En die bedenkin gen zullen wel vooral de blijvende bezetting van -het Bóer-gebied, maar ook van de Eijnprovincie beteekenen. Het vredesverdrag bepaald, dat 5 jaren na het tot stand komen van de vrede de ontruiming der Duitsche gebieden moet beginnen, mits de Duitsohers het verdrag hébben nageleefd. Dat laatste betwisten de Fransehen. Maar de Engelschen gevoelen dat Januari 1925 de 5 jaren verioopen zijn en maken- zich gereed Keulen te ontruimen. Nu bij de onderhandelingen te Londen zullen de Duitechers- bijzonder gelegenheid heb ben hun lontruimingseisoh 'te stellen en van het toegeven daarvan wellicht hun instemming met de Londensche regeling afhankelijk te maken. Maar in elk geval zullen ze het Boer-gebied vrij willen hebben en niet willen hooren van de Fransche voorwaarden, die de ontruiming van de Boer afhankelijk wil maken van de betalingen overeenkomstig de Diawes-rapporten. Daaromtrent wacht dus de conferentie een nieuwe strijd. Maar het zal de oude strijd zijn tussehen Frank rijk's eisch - van Duitsche machteloosheid van Duitsehland's, maar ook Europa's behoefte. En zoolang deze strijd niet definitief beslist is, zal Europa, maar zal ook de 'wereld niet tot rust kun nen kom en v Dat die definitieve beslissing te Lon den vallen zal, wordt steeds minder waarschijn- lijk. Maar wel schijnt de Londensche conferentie voor die eindbeslissing een van buitengewone be- teekenis, die aan het Fransche streven zeker niet ten goede komt, 1 Gistermiddag vier uur kwam de raad dezer ge meente in spoedeischende vergadering bijeen, on der voorzitterschap van den burgemeester, Jhr. A. L. van Spengler. Afwezig is de heer Kooij. De notulen van de vorige vergadering worden deeling: Het vorig jaar is, zoo zegt spr., aan R. Vroling, smid te Zuidscharwoude, opdracht verstrekt de gemeentetoren bij de Ned. Herv. Kerk te Noord- scharwoude te herstellen. De gegevens hiervoor zijn hem door den gemeente-opzichter verstrekt na or der van B en W. Door hem is toen medegedeeld tegen welken prijs het herstellingswerk zou worden verricht, met welk bedrag B. en W. genoegen hebben geno men, terwijl de bijkomende materialen naar billijk heid konden worden berekend. Thans is de rekening ingekomen tot een bedrag van f718.82, en werd voor accoord, zooals met alle rekeningen voor verricht gemeentewerk het geval is. naar den gemeente-opzichter gezonden. Deze kon zich echter niet vereenigen met de ingediende rekening, en verklaarde dat Vroling op niet meer recht had dan f458.17. B'. en W. hebben eenige malen den gemeente-, opzichter gesproken, hebben met hem de reke ning nagegaan, en naar aanleiding van de ontvan gen mededeelingen is de rekening niet voldaan geworden. Zooals ons bekend is geworden heeft de heer Vroling zich gewend tot den Bond van Nederland- sche Smeden ,maar kon daar geen gelijk krijgen. Daarna heeft hij zich gewend tot een advocaten-i kantoor, het kantoor van Mr. Leesberg, door wien de gemeente is gedagvaard geworden, om op 21 Augustus voor de Rechtbank te verschijnen naar aanleiding van de ingediende vordering. De gemeente zal zich daar bij procuratie doen vertegenwoordigen. 3B. en W:. stellen dan ook aan den Raad voor zich in rechten te verzetten tegen de aanspraken van Vroling. Waar de wet echter zegt dat goedkeuring van Ged. Staten noodig is, voor het voeren van een proces, sluit dit in, dat ook- goedkeuring noodig is voor het voeren van verzet. Reeds is een rechtskundig advies ingewonnen, waarin wordt geadviseerd dat de gemeente zich zal verweren. Het stellen van een procureur is een maatregel van B .en W. Dit is dan ook de reden dat de raad in spoed eischende vergadering bijeen is geroepen. Hierna gaat de Raad in comité, waarin door den voorzitter eenige mededeelingen worden gedaan, die niet voor publiciteit vatbaar zijn. Na heropening doet voorz. namens B:. en W. het voorstel zich in rechten tegen de aanspraken van Vroling te verzetten. De heer Jes vraagt of het werk is aanbesteed! of dat het zoo maar is gegaan? De voorz. antwoordt dat het werk is opgedragen voor een bepaald bedrag van f200.De bijkon mende materialen konden worden geleverd tegen prijzen, naar billijkheid en recht berekend. Maar niet tegen het ontzettend hooge uurloon dat gere kend is. De heer Jes. Het werk heeft in den herfst plaats gehad? Vooorz. antwoordt bevestigend. De heer Jes. Het was een slechte tijd! en hij heeft er 244 uur aan gewerkt. De voorz. B. en VV. vallen niet over het aantal uren, maar wel over het uurloon. De heer Jes. Men krijgt dan toch een beter in zicht. De rekening komt mij eigenaardig voor, vooral door dé specificatie. De wijzers zijn door hem van den toren gehaald en weer aangezet, ter wijl de toren door hem is gerepareerd. De voorz. Het gaat over het uurloon. De heer Jes. Het uurloon was 85 cent. De voorz. 85 cent plus 60 pCt. plus 20 pCt, waar door hij tot een uurloon komt van f 1.63 vcnor hem en zijn jongen. De heer Jes. Daar is de winst voor de materia-' len bij. De voorz. D'an is u verkeerd ingelicht. Voor het leveren der materialen kan een bedrag berekend worden van fioi.51, waarbij dan nog f20 komt als 20 pCt. winst. Hij heeft echter gerekend een uurloon -ran 85 cent plus 60 pCt. voor de onkosten- rekening en 20 pCt. op de materialen. Hem komt een bedrag toe van f458.17. De heer Jes. Het dekken met leien is toch apart en kost f 200. De voorz. antwoordt bevestigend. De heer Jes. Ik vind de rekening dan niet te hoog. De voorz. B'. en W. wel. En dat bedrag zal dan ook nimmer worden betaald. De heer Jes. De rekening is wat eigenaardig' op gemaakt. Was dit anders gedaan dan was er ook zeker niets gevallen. De voorz. zegt dat B. en W. afgaan op het oor deel van den gemeente-opzichter en op het zoo even meegedeelde. De heer Jes. De rekening is zeker niet tie hoog wanneer het maar goed uitgelegd wordt. De heer Zut. Hoeveel uren heeft de jongen eraan gewerkt. Die heeft toch niet het gevaarlijke werk gedaan. De voprz. Die heeft tegen hetzelfde uurloon gewerkt. De heer Zut vindt het uurloon niet zoo hoog, vooral met het oog op het gevaarlijke werk. Maar die jongen heeft toch niet het gevaarlijke werk gedaan. Spr. dacht dat die uren afzonderlijk ston den. De voorz. Dan wordt het met het uurloon nog zoo erg. De voorz. Het uurloon voor den jongen is hoog. Wanneer 2 personen uit één gezin, bij 8-urigen werkdag tegen een dergelijk loon werken, zouden zij f26.per dag verdienen. Maar wanneer wij het werk niet kunnen beoordeelen, hebben wij toch de verklaringen van 2 deskundigen, die de reke ning te hoog vinden. Het is een verschil van on geveer f300.Daarom stellen B. en W. voor, hoewel zij geen voorstanders zijn van het voeren van proces, maar het nu een verdediging betreft, ,zich in rechten te verzetten. De heer Jes. Het is een verschil van ruim f 200. De heer Barten zegt dat wij er wel over kunnen praten, maar niet deskundig zijn. Daarom moeten wij ons laten leiden door' het oordeel der deskundi gen. Wanneer de gemeente-opzichter zegt, dat 't met de rekening niets lijkt, zijn wij niet verant woord met het betalen van die rekening. Ik ver trouw den opzichter ten volle. De heer Jes heeft misschien gelijk, dat weet ik niet, heeft natuurlijk ook zijn inlichtingen. Maar wanneer men vertrou wen heeft in den gemeente-opzichter dan mag men er niet op ingaan. De voorz. zegt dat men de beste vergelijking kan maken, wanneer de heeren zelf zoo'n nota zouden ontvangen. We zitten hier echter niet als particulier maar voor het gemeentebelang. De heer De Geus zegt dat er verschillende schlse- ve voorstellingen in de rekening voorkomen. Er mag niet meer dan zooveel pCt. genomen worden terwijl dit in de rekening veel meer is. De voorz. Zoo komen er meer van die dingen,, in voor. De heer De Geus. Het is een gevaarlijk werk, en daarvoor moet men niet op een kwartje uur loon zien. Maar dan moet de rekening toch zuiver staan. Nu is het voor Vroling een lastig geval. De voorz. Er is voldoende rekening gehouden met het gevaarlijke van het werk en is het uur loon dan ook gezet op fi. De heer Ootjers. Men kan natuurlijk zeggen dat, het nergens op lijkt, maar we kunnen er niet over oordeelen. Wij moeten ons echter in dit opzicht houden aan het advies van den gemeente-opzichter dat, voordat B. en W. er over gesproken hadden, door hem naar aanleiding van de rekening is ge geven. Het gemeentebestuur kan er zich dan ook niet zoo maar bij neerleggen, vooral ook gehoord de andere adviezen. Alles is niet in den haak. In [de rekening komt een tamelijke afwijking voor. Wie legt er nu winst op uurloon, dan' doet men dit toch zeker op de materialen. De heer Jes geeft toe dat het een eigenaardige rekening is. De voorz. De gemeente-opzichter zegt dat de rekening te hoog is. Als lid van den raad is men dan verplicht de rekening niet te betalen. De heer Barten. Wij moeten ons houden aan het oordeel van den gemeente-opzichter. Zoolang wij daarin gelooven, mogen we niet betalen. De heer De Geus. Men kan toch wel een oordelel vellen over de 80 pCt. die erop gelegd is. Wlanneer zooiets in een rekening voorkomt is het wel wat verdacht. Daar» gaat men dan ook niet opin. Dat is toch wel wat al te kras. De heer Ootjers. Het is mogelijk dat de rekening anders ingedeeld had kunnen worden. Het aantal uren dat eraan gewerkt is, valt niet te controlee ren. Het is volkomen een zaak van vertrouwen. De heer Barten. Er is den geheelen winter aan gewerkt door ziekte van Vroling. De heer De Geus. Het gaat er niet om of er uren gesmokkeld zijn of niet. De heer Zut. Middelen zal zeker niet gaan. Kunnen we niet tot elkaar komen? De voorz. Wij moeten ons verdedigen. Wij wor den aangesproken, dus dienen ons te verzetten of te betalen. Meerdere malen zijn hiertoe pogingen gedaan. Ook is hij bij mij op het raadhuis geweest in het bijzijn van den secretaris van den Bond van Smeden Toen hij niet kon verkrijgen wat hij wilde, is hij naar een advocaat gegaan. De heer Zut. Dan ben ik er niet voor om te middelen. Dan mag de gemeente niet betalen. Het voorstel van B. en W. wordt hierna in stem ming gebracht en aangenomen, met alleen de stem van den heer Jes tegen. De rondvraag wordt niet gehouden zoodat slui ting der vergadering volgt. (Reeds aan onze lezers ter plaatse toegezonden.^) De raad dezer gemeente vergaderde gisteravond acht uur onder voorzitterschap van den Edelachtb Heer J. Kroonenburg, Burgemeester. OBiij de opening doet voorz. mededeeling, dat de heer Slijker wegens ongesteldheid, met kennisge ving afwezig is. De notulen van de vorige vergadering worden na lezing goedgekeurd. Ingekomen is de begrooting van de Gezondh. Coomm. te Schagen dienst '25' waaruit blijkt dat geen bijdrage van de gemeente zal worden geheven Bericht van den Inspect, der Dir. Belastingen, dat de opbrengst der Plaatsel. Inkomstenbelasting is geraamd op f 10.000. Goedkeuring van Ged. Staten op de af- en over schrijving dienst 1924. Bericht van het gemeentebestuur van Alkmaar dat de bijdrage van de gemeenten in de handels scholen is teruggebracht van twee op één derde, en dat ook kinderen, waarvoor de gemeente zich niet garant stelt op de handelsschool kunnen wor den toegelaten, na vooraf gegaan onderzoek van Alkmaar. Voorz. zegt, dat waar Alkmaar zulk een tege moetkomende houding heeft aangenomen, het ook op den weg ligt van de buitengemeenten, om het bezoek aan genoemde scholen te bevorderen. Bericht van den Min. van O. K. W., dat de gemeente voor rijksbijdrage over 1921 te weinig heeft ontvangen f 572.58. Uitgekeerd was over dat dienstjaar f7230.—. Ingekomen is het verslag over den toestand der Provincie. Eveneens het verslag van den Keuringsdienst voor Waren. De beide verslagen worden ter visie gelégd, ter wijl de overige stukken voor kennisgeving worden aangenomen. Benoeming hoofd der school, wegens pensior neering van .den heer Engel, f De voordracht zooals die onder goedkeuring van den Inspecteur wordt aangeboden, luidt: 1. J. Sinjewel, hoofd te Heerhugowaard. 2. G. Fris, hoofd te Abbekerk. 13. J. Liefhebber, hoofd te Twisk. Ter bespreking van de voordracht gaat de raad eer.igen tijd in comité. Na heropening wordt tot stemming overgegaan, waarvan de uitslag is, dat no. 1 met 5 stemmen wordtbenoemd terwijl 1 stem op den heer Fris werd uitgebracht. De voorz. spreekt den wensch uit, dat de ge dane keuze een goede voor de gemeiente mag zijn. Aan den Burgemeester van Heerhugowaard zal de medewerking worden gevraagd, om een spoe dige indiensttreding te helpen bevorderen. Voorz. verwacht dat het nieuw-benoemde hoofd de eer ste week van September in dienst zal treden. Door B. en W. wordt voorgesteld, om den heer Engel tot den tijd van indiensttreding als tijdelijk hoofd te benoemen. Wordt aangenomen. Aangeboden wordt de gemeenterekening, slui tende in ontvangst op f70646.98, in uitgaaf op een bedrag van f62619.73, voordeelig saldo f8027.25. De rekening zal worden nagezien door de raadsleden, buiten de beide wethouders om. De voorz. zegt dat het in de bedoeling ligt, om machtiging te vragen een groot gedeelte te brengen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 1