m\m umeduier mmi
ZATERDAG 13 ;S|ED|T®MB[E|Ri 1924.
TWEEDE BLAD.
Belgische Brieven,
[W|a.t zal het einde' zijn van de Vlaamsche bewie-
ging in België [Wij hebben er een der bekendste
doch tevens meest gematigde voormannen der
Vlaamsche t aaivoorstanders over geraadpleegd en
deze gaf ons een geschiedkundig overzicht der
laatste 'twintig jaar. geschiedenis dus', die niet
uit boeken en geschriften tot hem; gekomen was,
doch die hij zelf had mee- en voor een deel zelf
had gemaakt.
Bij, u zoo; zeid'e hij ongeveer bezi|et men de
Vlaamsche kwestie in België uitsluitend van jflft
derlandsch standpunt. Men stelt er bijzonder veel
belang in of men Hen Nederlander, die slechts van
zijn eigen taal gebruik' maakt, bjij; ons verstaat. ,CJ j
.ziet verder dat er Vlaamsche en Wjaalsche pror
vincies zijn, stelt vast dat in de laatste slechts.
Eransch wordt gesproken en meent dat in de
eerste van sommige hoofdplaatsen de betere stan
den uit schijn-deftigheids allures-geen Vlaamsoh
Willen verstaan, terwijl de volksklasse een afsehu-
welijk dialect spreekt. Onmiddellijk wordt daar
aan een politiek inzicht vastgeknoopt. De
Vlaamsch sprekenden zouden het bijzonder be
treuren dat België en Holland eenmaal zijn ge
scheiden, terwijl de oi pen top verfranschte Wialen
niets liever zouden wenschen dan dat hun land
zoo spoedig mogelijk bij Erankrijk zou worden
ingelijfd. Moge er in dengrond iets waars zijn
in deze beschouwing, anderzijds geeft zij toch een
zeer verneerd beeld van den werkelijken toestand.
Die Hollander beziet alles door eigen bril, een
zijdig, de Belg (die' wel degelijk bestaat, al zijn er
ook ultra's en buitenlanders, die beweren dait dit
niet het geval is) reageert anders op dezelfde
indrukken. Oppervlakkig. Hollanders redeneeren
bijv. aldus: België is voor een groot deel Hol-
landsch, jé kunt er best met Hollandsch terecht,
de menschen houden er veel van de Hollanders,
allen zien zij hoog tegen ons bp op de wijze van
kleine kinderen tegen groote. menschen. Alles in
Holland is heter en degelijker en, waar zij' als
kinderen die pas praten' hebben geleerd hun eigen
moedertaal radbraken, „klapt men in Olland zoo
schoon GlomsDat is een intens Hollandsche
beschouwing, die na den oorlog in zooverre is ge
wijzigd, dat de Vlamingen erg ondankbaar zijn
en van groote broers niet veel is overgebleven.
Natuurlijk overdreven zij daarbij weer in de
andere richting en zeggen zij dat de Hollandter in
België gezien is als de rotte kool bij1 de groente-,
vrouw.
De Belg redeneert ©enigszins anders, en zegt:
Ons vaderland wordt bewoond door twtee volken,
de Vlamingen, Germanen, die slechts in bepaalde
doelen van de landstreek, geheel onder .Fransehen
invloed zijn geraakt, en Wjalen, die, als de oudste
bewoners van Engeland en de Bretons, oorspron
kelijk Kelten zijn, doch die in zeden, gewoonte
en taalgevoel bijna geheel door Eranscben geest
werden bezield. De noodzakelijkheid dwong d>e
Belgen met al hun gewestelijke spraakjes boven
hun moedertaal zich een gemeenschappelijke taal
eigen te maken en deze werd', om vele begrijpe
lijke redenen, het Eransch'. 1
FEUILLETON^
HORA.
Diat zij hem goed begreep, bleek duidelijk uit
de regelen, die zij thans op schrift bracht en die
ep naïef kinderlijke wijze haar vaste vertrouwen
hare bezorgheid voor zijn welzijn, en haar mede
lijden uitdrukten, maar ook onbewust in ieder
woord hare liefde verraadde. Zij' sloot er het harte
lijke artikeltje bij in, waarna zij den kapelaan
"smeekte, alle pogingen in het werk! tfe/ stellen
om den .armen Koert verdere onaangenaamheden
te hesp,aren, en het hem gemakkelijk, te maken
opdat hij niet ziek zou worden. Accuraat als
zij was, voegde zij' er al de voor Koert '"in dien
tusschentijd gekomen brieven en andere stukken
.aan toe. „Er zou iets bij, kunnen zijn, dait ihij
thans noodzakelijk moet weiten," dacht zij'.
Nadat de brief verzonden was, had Lily weer
v'red© met hare gedachten, uitgenomen dien
éënen heimelijken angst, dat „Kocht toch niet
meer Zoo ver weg zou gaan." 1
Hare liefde had haar vermoeden op het juiste
spoor geleid. Evenals het aangeschoten wild in
het dichte hakhout vlucht, om zich te verber
gen, had Koert met zijne smart de eenzaamheid'
gezocht. Zijn© ougU woning, die1 thans ledig stond,
had hem vertrouwelijk toegewenkt. Zijn weg
voerde hem door de boofdstadi; een oogenblik
aarzelde hij, of hij daar nog inlichtingen zou
trachten in te winnen. Maar het bericht was
op een te stelligen en beslisten toon gegeven.
Over iemand, die zoo bekend was als Nora, kon
geen vergissing of onzekerheid bestaan. Zijn hart
kwam in opstand tegen de gedachte, de jobstij-
ding uit den mond van anderen te moeten hooren
zijne oogen- hadden het imlmers door eigen aan
schouwing gezien, hij zelf had uit haren mond
het „te laat!" vernomen. Hare eigene! lippen
hadden het bekend, maar zijn hartstocht had
het niet willen begrijpen. "Wlait hij voor ©ene zich
overgevende liefde en trouw had aangezien, was
niets anders dan bitter berouw, dan zielsangst
geweest, de laatste opflikkering van- 'haar
eigen Ik! „Zij heeft mjij de opheldering spoedig
genoeg gegeven," dacht hij met een bitter glim
lachje, en zonder zich een oogenblik op te
houden,r eed hij door.
De: bedienden op Koert's oudvaderlijk kasteel
waren onbeschrijfelijk verbaasd, toen zij den jon
gen graaf zoo alleen zagen aankomen. Men had
reeds plannen gemaakt vioor een plechtige .ont
vangst en begroeting, w;anneer hij, na jarenlange
Van zelfbeschikkingsrecht is voor 1830 voor
de Zuidelijke Nederlanden nimmer sprake geweest
We weten, dat voor Keizer Karei V, Groot-
Nederland, als ik het zoo noemen mag, waartoe'
het tegenwoordige Nederland, België, helt Groot
hertogdom Luxemburg, het nu in Frankrijk lig
gende Artesia (is Artois', zijnde het tegenwoordige
departement du Nord en een deel van Pas dia
Calais, die laatste stad,- in 't Vlaamsch Kate)
inbegrepen, het nu Pruissisch Oost-Eriesland en
't land van Kleef, behoorden uit zelfstandige, on
derling vaak oorlogvoerende landjes, bestond.
Karei V gelukte 'het (hoe, kan men in 'elk
geschiedenisboek leeren) al die landjes' onder zijn
scepter te vereenigen. Hij werd' dus Graaf van
Holland en Zeeland en Henegouwen, Hertog van
Brabant, enz., maar het was slechts' een per
soonlijke unie, elk markiezaat, markgraafschap,-
enz,, bleef zelfstandig. Dte tachtig-jarige oorlog
bracht die los met elkaar verbonden landjes in
opstand tegen hun gemeenschappgilijken' vorst (Ei?'
lips II) en waar een deel dier landjes, door dte
pacificatie van Gent, zich aan het gezag onder
wierp, was het resultaat van den krijg, dat de
door de Unie van Utrecht verbonden deelen van
Groot Nederland, als de Republiek der Vereenig-
d'e Nederlanden, een zelfstandig bestaan gingen
voeren, terwijl de Zuidelijke Nederlandten, eerst
onder Spaansche, later ouder Oostenrijksehe beer:
schappij kwamen. Napoleon bracht ze weer te
samen; doch als weer anders gegroepeerde deelen
(departementen) van een groot geheel.
Na Napoleons val werd' groot Nederland voor 't,
eerst een gemeenschappelijk koninkrijk, met dien
verstande, dat Eransch-Vlaanderen bij Frankrijk,
Oost-Friesland en 'tland Kleef bijl Pruisen ble
ven, terwijl Luxemburg, bestaande uit 't tegen
woordig Groot Hertogdom en de Belgische pro-
ci en 't Hertogdom Limburg (Hollandsch en Bel
gisch Limburg) slechts door personeele Unie iets1
met Groot-Nederland hadden te- maken, anderzijds'
ook weer deel waren van teen Duitschen Staten
bond. Wjanneer Willem I meer tact had getoond
zou deze verbinding van den handel van het
N-oo^den met de industrie van helt Zuiden een
zegen hebben kunnen zijn vioor 't verteenigd Ne-
(Ierland. Tot- vlak vóór den oorlog waren vele
Wjalen, die volstrekt niet allen chauvinist, doch
zeer koel berekende menschen zijn, die meening,
toegedaan. Diat de houding van officieel en han
del drijvend Nederland (buiten Amsterdam) ge
durende den oorlog die meening nu op een tafeltje
doet gelijken, spreekt van' zelf. Ook onder Willem
1 bestond er reeds een taalstrijd, doch vooral in
Wallonië. Op weinig tactvolle wijze werden de
Walen, die toen een vijfde der bevolking vorm
den en die naast hun moedertaal zich een vrij.
grondige kennis van 'tEransch hadden éigen ge
maakt, geprest zich van 'it voor hen zoo moeilijke
Nederlandsch te bedienen. In' de zuiver Vlaamsche
stroken was van taalstrijd geen sprake, de regee
ring liet de spreektaal zooals ze waser wièrd
niet de minste moeite voor gedaan om de kennis
der Nederlandsche taal op hooger niveau te bren
gen.
Diat de betere standen onder elkaar Fransch
spraken, vond men in 't geheel niet vreemd,, dat
deed mien in den Haag en Maastricht toch ook.
(Alleen bij bepaalde officieel© gelegenheden had
alleen de Nederlandsche taal rechtskracht en 't
is-te begrijpen, dat de Walen' zich verongelijkt,,
gevoelden. Toch hadden zij' hét nooit tot een schei
ding kunnen brengen, atë Willem I ook de Katho
lieke Vlaming niet ernstig had gegriefd. Htet spel
was toen spoedig gespeeld.
'Onder welk gezag de Vlamingen ook hebben
gestaan, zij zijn steeds zichzelf geblevten. Zelfs
in hun eigen eenheid zijn zij' niet opgelost. Die
spreektaal in de vijf Vlaamsche provincies ver
schilt aanmerkelijk. M,aar ook de schrijftaal is
niet absoluut gelijk, al is in- de jaren in die rich
ting veel verbeterd. Officielel is de schrijftaal
natuurlijk gelijk aan 't Nederlandsch doch in de
praktijk is dat absoluut niet het geval. In de
eerste plaats komen in 't gesehrevten beschaafde
Vlaamsch woorden voor, die in onze taal geheel
verouderd en vergeten zijn.
Dpi zend© Noord-Hollanders, die nooit met .Bel
gië in aanraking zijn geweest of speciale taal
studie hebben gemaakt weten absoluut niet wat
„stiel" (beroep) beteekenlt. Vlaamsche woorden
hebben soms geheel .andere beteekenissen dan in
't Hollandsch. Als men als- Winschotenaar in een
aankondiging in de „Nieuwe! Gazet'1' leest dat voor
een deftig meisje v.an den buitien een schoone
plaats wordt aangeboden-, dan moet hij de Vlaam
sohè taal ©enigszins kennen om te begrijpen dat
't Zelfde geldt natuurlijk ook voor den Vla-
aanbiedt.
men een fatsoenlijk buitenmeisje een goede diénst
ming die in een Hollandsche Courant een dier
gelijke iadvertentie leest.
(Wiordt vervolgd).
Nieuwstijdingen
Eene betrekking geweigerd1.
Dte heer H. E. Brune, gewezen onderwijzer aan
een bijzondere school te 's Gravenhage, thans wo
nende te De Bilt, yas door den minister van On
derwijs met ingang von 1 April 1924 op wacht
geld gesteld, groot f1547.
Op '5 Mei 1924 is dit wachtgeld echter terug
gebracht tot. f 275, uit overweging, dat. aan Brune
door den minister van Marine was aangeboden de
betrekking van burger-onderwijzer bijl ,de oplei
dingen van de zeemacht, welke betrekking even
wel niet door hem was aanvaard, o.a. op grond,
dat hij zich met den. geest, dien het onderwijs
bij' de opleiding der mariniers ademt, niet "kan jvfer-
eenigen, dat bij zich op 29-jarigen leeftijd ni-eft
dte geschikte persoon voelt om onderwijs te geven
aan volwassenen en dat hij niet voldoende tijd
heeft voor eigen studie, waardoor zijn- kanseD
om als hoofd geplaatst :te worden, in niet geringe
mate dalen.
Van de beslissing van den' minister ging Brune
in beroep bij de Kroon, doch blij! Kon. besluit is
klemmend genoeg zijn om het niet aanvaardlen
overwogen, dat de aangevoerde bezwaren niet
der aangeboden betrekking -te rechtvaardigen, en
is het beroep ongegrond verklaard'.
i leiding, schrijft Het „Roitt. NblcL" om in dit' luxu-
i eus kantoor te gaan informeexen, hoe het eigen-
i lijk gesteld is met deze zaak.
Te meer, omdat er in den 'laatsten tijd mieer.
1 (geruchten rondgaan, die er op schijnen te wijzen,
'Mat de Broekhuys-sneeuwbal minstens aan het
versmelten, zou wezen. Zoo wordt b.v. verteld,
dat ook het kantoorpersoneel j.l. Zaterdag niet-
zou zijn betaald.
Ten kantore der vennootschap gaf men van
het geschil met de firma Kiessel deze verklaring:
genoemde firma zou een vordering hebben inge
diend, waarvan een bedrag vanminstens f6000
'cp 1 September te betalen, terwijl bij' verifi
catie met het daarvoor geleverde de vennootschap
slechts kwam tolt een bedrag van f 2640. Aange
boden is toen f -2800 bij exploit van den deurwaar
der Eon tijne. De firma Kiessel wees- dat aanbod
af, en handhaafde haar vordering en het bedrag,
zoodat de rechter straks zal hebben hit te ma
ken, wie hier gelijk heeft.
(Ten kantore der vennootschap zag men injheit
.beslag enkel -een poging om door de daaraan ge
geven publiciteit pressie uit te oefenen om als>
/nog betaling van de' te hoogs rekening te krijgen.
Van anderen kant vernam het i blad' nog dat
de kasmiddelen der vennootschap in den laatsten
tijd zoo vloeiden, als zttjl wel w-enschte; de hteer
\Broekhuys zo uaan een- zijner crediteuren zelf-
hebben verklaard, dat de zaken in ons land niet
•gingen, zooals was verwacht, maai dat -zijn hoop
nu op België was gevestigd'. Deze crediteur had
echter lot dusver wat hem toekwam, regelmatig
ontvangen. i
Ondert-usschen hebben de uitgevtexs van de bro
chure „De Obligatiezwendel" dén heer Broek-
huys in een open brief uitgedaagd, nu eindelijk
eens de aanklacht wegens smaadschrift in te die
nen tegen hen en den heer Henning, opdat de'
justitie zal kunnen uitmaken of er al dan niet
gezwendeld is.
Ten slotte nog de meening van ©en ander groot
crediteur, die zich in staat achtte de fin-ancie|el-e
situatie'der vennootschap te heoordeelen.
Deze verzekerde, dat hier te lande hef vertrou
wen in de affaire wel blijkt geschokt, maar dat
de nieuw te beginnen zaak in België er zoo voor
lijkt te staan, dat ze de- vennootschap weer -aan
middelen zal helpen om' niet alleen daar het ver
trouwen te vestigen, maar' ook hier te herwinnen.
Ongevallen.
Dinsdagavond reed op den .Oostsingel te-Delft'
een auto, komende uit de richting Den Haag,
in volle vaart tegen de ophaalbrug aan de Oost-
poort. Dte ruiten van den .auto werden verbrijzeld
terwijl de inzittenden verwondingen opliepen.
'W|. (Bimekhuys.
Hoewel beslaglegging in een civiel geschil tus-
schen debiteur en crediteur een dagelijksoh ver.
•schijnsel is, vonden we in het herieht, da!t mr.
H. J. Sasburg, ten behoeve der meubelfabriek
v.h. Kiessel beslag heeft ...gelegd op de" go,en
doren door deze firma gelevterd ter meubileering
van het heerenhuis aan den Heiemraadss-ingel te
(Rotterdam, door de commanditaire vennootschap
„Broekhuys sneeuwbal systeem" betrokken, aan-
af wazigheid, na eene gelukkig te bovten gekomen
ziekte, met zijne moeder huiswaarts zou keeren,
„volkomen hersteld," zooals de gravin, waar
schijnlijk bij wijze van geruststelling, herhaalde
lijk geschreven had'.
(De -menschen trokken -hunne schouders'"op. „Diat
een volkomen herstelde?!" zoo bleek, zoo ern
stig en stil, en zóó vermoeid, dat hij ternauwer
nood een vluchtigen groet voor de pijnlijk ver
raste bedienden overhad! Al zijne vroegiere min
zaamheid en opgeruimdheid scheen verdwenen;
voor de opzichters en administrateurs, die zich
bij hem aanmeldden, had h'iji niets dan de kortste
en onverschilligste woorden ten beste.' Zelfs tegen
den kapelaan bleef hij zwijgend en gesloten; als
reden voor zijn plotselinge komst gaf hij! op, dat
hij alle festiviteiten en ceremonieel© begroetingen,,
die hem steeds zulk een innigen afkeer inboezem
den, had willen voorkomen.
D'e kapelaan, die in de verste verte geen ver
moeden van het voorgevallene- had', dacht dat
Koert ten prooi was aan- innerlijken- tweestrijd,
dien hij meende te hegrijlpen; en hij bleef ook nu
weder getrouw aan zijne vroegere zienswijze, dat
't het beste was, alles zich in stilte 'te lafenl
.ophelderen. 1 L
Koert was en bleef stil, eenzaam en afge
sloten in zijne kamer als een hermiet in zijn
kluis, of uren lang; eenzaam te paard' of te voet
door zijne bosschen dwalend. De personen uit
zijne naaste omgeving zagen het hoofdschuddend
aan; en de oudste dienstboden voorspelden zelfs,
dat zoo iets niet goed kon afloopen.
Zelfs den kapelaan begon dit gedrag totaal
onverklaarbaar voor te komen, toen Lily's brief
bet groote raadsel plotseling voor hem oploste.
Ten diepste werd ook hij geschokt door de tij
ding, van de treurige wending, die er eensklaps,
in den loop der zaak" gekomen was. Aan het hate
lijke artikeltje schonk hij1 ev'enmin geloof als
'Lily. Maar toch kende hij de wereld genoeg om
te weten, welk een zee van onaangenaamheden
er voor den jonkman uit kon voortvloeien, en
hoe moeilijk de indruk zich! zou laten uitwisschen.,
De kapelaan kwam eindelijk tot! het besluit, het'
stilzwijgen te moeten verbreken. Hij ging Koert
in zijne kamer opzoeken, en zag hem daar
zooals tegenwoordig bijna altijd het geval was
droomend aan het venster staan, met de hand
.tegen het voorhoofd gedrukt, schijnbaar naar bui
ten kijkend, zonder evenwel in werkelijkheid iets
te zien. 1
De kapelaan stelde, bij w'ijke v'an inleiding, hem
de medegekomen brieven ter hand. Koert wierp;
ze, na er een onverschilligen blik op geslagen te
hebben, lusteloos ter zijde,
met een adres van Diahnow's hand, hield hij bij!
zich. Vragend zag hij! den kapelaan aan, op wiens
gelaat hij las, dat hij nog i-ejts op Ihet hart had.
Zwijgend schoof deze hem het infame couranten
kel toe, tegelijk met den brief Van- Lily, dien hij'
als het beste middel Iter kalmeering beschouwde-.
Met een half verbijsterden, half wezenloozen
blik blëef Koert eenige minuten op hfcffc stuk pa
pier staren; doch daarna gaven de spanning en
opgewondenheid van al de laatstverloopen dagen
zich plotseling lucht in' een uitbarsting van toorn
zooals zijn zachtmoedig karakter -er tot dusver
nog nooit een te zien had gegeven. Na de courant
tot een prop saamgeknepien en van zich' af 'gje-
/slingerd tie hebben; bleef hij' vruchteloos naar
woorden hijgen.- j
jMet een snerpenden spotlach' stamüelde hij- -ein
delijk: „Zoo- is het -goed! !W|ie met pek omgaalt,
wordt er mee besmet !Ik heb in mijn- Verliefder
dwaasheid een vermolmd stuk' hout voor een schit
terend juweel aangezien, 't Is heel goed zoo.; wie
zich met canaille afgeeft, verdient als canailfe
behaniael'd te worden. En dat alles ter wille van
een paars machtende oogen! Lach mij toch;
eens uit, kapelaan! lach dan toch, zooals de ge-
heele wereld mij uitlachen zalGij wteet nog nietb
eens, wat ik had willen doendat ik op heitt
punt v.an trouwen m-eit het duifje stond... -Maar
lach dan toch. kapelaan! Dioch gij hebt u óók
Vergist: gij hebt vroeger óók gesproken van zulk
een onbeschrijfelijke achting!" En hij begon scha
terend te lacheln.
„Koert," antwoordde de kapelaan met den
meest mogelijken ernst, „wat is! -er waarheid of
onwaarheid in de bewering, dat gij weder een
onderhoud met -haar hebt gehad? Aan al de ove
rige geinsinueerd'e gemeenheden zal Nora wel
teven onschuldig zijn als gij"
„Onschuldig? Ja, zij ziet er vreeselijk onschul
dig uit, zoadat ik hare eigene woorden niet ge
loofde. Zij was oprecht genoeg om mij ten- minste
te zeggen, dat het te laat was!" I
„Dus hebt gij haar toc'h' werkelijk gezien en
gesproken?"
„Ja, ik heb haar gezien en- gesproken!" ant
woordde Koert op .een hooghartigen toon. „Ik
ben haar gaan opzoeken, zoodra Lily van haar
bezoek was thuisgekomen. Ik wilde mij bevrij
den van het verwijt, haar onverhoord veroor
deeld te hebben; ik wilde haar redden, als dat
nog mogelijk was, en zou zelfs toen nog alles
getrotseerd hebben, zóó rein en zó óedel was zij
I in mijhe oogen! O God, ik heb dwaas die
I ik was! haar zoo onuitsprekelijk liefgehad!"
Aan de Getfertweg te Enschede brak van
een verhuiswagen, pp welks hok en treeplank bij t
den voerman nog vier pprsónen, onder wie drie
kinderen^ waren gezeten, door de overbelasting
de treeplank af en viel met de drie kinderen op
de paarden, die door den schrik Óp hol sloegen.
Het 14-jarig zoontje van den heer Qlaassen ge-
raakte onder de wielen en werd gedood. De voer-
-Iikhï die een dei- -kindereTi-ïtog---poogde---te ;gri]'pén
viel zelf ook van den bok en is in zorgwekken-
den toestand naar het ziekenhuis vervoerd.
Dc anderen kwamen er met lichte .verkondin
gen af.
kreunde hij onder de folteringen der felste ziele-
smart.
,En die man heeft haar toen in-uw bijzijn aan
getroffen vroeg -de kapelaan- .met onrustige, ge
jaagdheid verder. „Dan kan dit artikel ook wel
het uitvloeisel van laagharltigen liaat en geprik
kelde- jaloezie zijn. Vertel mijl eens-, Koert, hoe
ge- elkaar ontmoet hebt."
■En nu v erhaalde Koert met enkele onsamen-
hangende woorden, hoe alte zich had toege-
„Zij zelve heeft u dus gezegd', dat htet te laait' e
was? Zij beloofde u opheldering, en' drong er
toch op aan dat gij; zoudlt heengaan Dat laat'
zich moeilijk rijmen. Wjat het armemeisje toti
dezen tweeden noodlott gen stapheeft, aangedre
ven, mag de hemel weten!" 1 i-
„Schijn! allemaal schijn en vertooning!" riep;'
Koert met onbeschrijfelijke bitterheid. „Zij. heeft
.v-an het-eerste oogenblik af hare rol maft veel
succes gespeeld. Mijne moeder had in den -afgrij-;
selijksten zin van het ..jssrpprd! gelijk; mtet: hare
yoprspelling, toen zij profeteerde, dait hare' op-,
voeding haars lechts te befep. geschikt voor eene-
intrige zou maken-."
„IVees nu niet moedwillig blind in uw. haat,,
zooals gij het vroeger1 in uwe lief degeweest zijlt!"
waarschuwde de kapelaan op strengen toon. „Het
is'buitengewoon moeilijk, in dit geval een oordeel
uit .te spreken. Wjaar wij- heit.zekerst mteenen te
kunnen en 'te moeten veroordeel en, vergissen wij
ons hetgemakkelijksti
(Meer durfde de kapelaan!, niet- zeggenhij wilde
,de liefde niet weer doen- ontwaken, die, zoqals
hiji duidelijk zag, nog altijd kraqjitig'gepoeg,.was,
sen"'.evenmin wilde hij den toorn .opzweepeii, dien
hij- .ondanks alles voor onrechtvaardig hield.
„Lees eerst den brief uvyer nicht," z-eidë bij,
ina eenige ©ogenblikken in stilte rfcé hebbten nage
dacht. „En laat ons daarna bespreken, wait -er het
beste gedaan kan worden oïn deze laaghartigheid!
naar verdienste te logenstraffen."
„Mijne geheeïe positie is vernietigd!" riep
Koert weder in. vlam menden toorn.
•Geen man laat het zich lijdelijk welgevallen,
dat hem de grond onder de voeten wordt wegge-
nomen!, ai heeft hij! ef ook overigens weinig waar
de aan gehecht, en Koert was maar al te
goed bekend met het oordeel' van zijn kring,,
om niet in te zien, dat hij in ernstige onaange
naamheden gewikkeld zou kunnen worden. „Mij
ne arme moeder!" voegde hij1 er bij1, aan haren
gekrenkten trots denkend/en in het berouwvolle
gevoel, door h'et in den wind slaan van haren,
raad zich in dezen toestand gebracht te hebbten.;