m\m umeduier mmi ZATERDAG 13 ;S|ED|T®MB[E|Ri 1924. TWEEDE BLAD. Belgische Brieven, [W|a.t zal het einde' zijn van de Vlaamsche bewie- ging in België [Wij hebben er een der bekendste doch tevens meest gematigde voormannen der Vlaamsche t aaivoorstanders over geraadpleegd en deze gaf ons een geschiedkundig overzicht der laatste 'twintig jaar. geschiedenis dus', die niet uit boeken en geschriften tot hem; gekomen was, doch die hij zelf had mee- en voor een deel zelf had gemaakt. Bij, u zoo; zeid'e hij ongeveer bezi|et men de Vlaamsche kwestie in België uitsluitend van jflft derlandsch standpunt. Men stelt er bijzonder veel belang in of men Hen Nederlander, die slechts van zijn eigen taal gebruik' maakt, bjij; ons verstaat. ,CJ j .ziet verder dat er Vlaamsche en Wjaalsche pror vincies zijn, stelt vast dat in de laatste slechts. Eransch wordt gesproken en meent dat in de eerste van sommige hoofdplaatsen de betere stan den uit schijn-deftigheids allures-geen Vlaamsoh Willen verstaan, terwijl de volksklasse een afsehu- welijk dialect spreekt. Onmiddellijk wordt daar aan een politiek inzicht vastgeknoopt. De Vlaamsch sprekenden zouden het bijzonder be treuren dat België en Holland eenmaal zijn ge scheiden, terwijl de oi pen top verfranschte Wialen niets liever zouden wenschen dan dat hun land zoo spoedig mogelijk bij Erankrijk zou worden ingelijfd. Moge er in dengrond iets waars zijn in deze beschouwing, anderzijds geeft zij toch een zeer verneerd beeld van den werkelijken toestand. Die Hollander beziet alles door eigen bril, een zijdig, de Belg (die' wel degelijk bestaat, al zijn er ook ultra's en buitenlanders, die beweren dait dit niet het geval is) reageert anders op dezelfde indrukken. Oppervlakkig. Hollanders redeneeren bijv. aldus: België is voor een groot deel Hol- landsch, jé kunt er best met Hollandsch terecht, de menschen houden er veel van de Hollanders, allen zien zij hoog tegen ons bp op de wijze van kleine kinderen tegen groote. menschen. Alles in Holland is heter en degelijker en, waar zij' als kinderen die pas praten' hebben geleerd hun eigen moedertaal radbraken, „klapt men in Olland zoo schoon GlomsDat is een intens Hollandsche beschouwing, die na den oorlog in zooverre is ge wijzigd, dat de Vlamingen erg ondankbaar zijn en van groote broers niet veel is overgebleven. Natuurlijk overdreven zij daarbij weer in de andere richting en zeggen zij dat de Hollandter in België gezien is als de rotte kool bij1 de groente-, vrouw. De Belg redeneert ©enigszins anders, en zegt: Ons vaderland wordt bewoond door twtee volken, de Vlamingen, Germanen, die slechts in bepaalde doelen van de landstreek, geheel onder .Fransehen invloed zijn geraakt, en Wjalen, die, als de oudste bewoners van Engeland en de Bretons, oorspron kelijk Kelten zijn, doch die in zeden, gewoonte en taalgevoel bijna geheel door Eranscben geest werden bezield. De noodzakelijkheid dwong d>e Belgen met al hun gewestelijke spraakjes boven hun moedertaal zich een gemeenschappelijke taal eigen te maken en deze werd', om vele begrijpe lijke redenen, het Eransch'. 1 FEUILLETON^ HORA. Diat zij hem goed begreep, bleek duidelijk uit de regelen, die zij thans op schrift bracht en die ep naïef kinderlijke wijze haar vaste vertrouwen hare bezorgheid voor zijn welzijn, en haar mede lijden uitdrukten, maar ook onbewust in ieder woord hare liefde verraadde. Zij' sloot er het harte lijke artikeltje bij in, waarna zij den kapelaan "smeekte, alle pogingen in het werk! tfe/ stellen om den .armen Koert verdere onaangenaamheden te hesp,aren, en het hem gemakkelijk, te maken opdat hij niet ziek zou worden. Accuraat als zij was, voegde zij' er al de voor Koert '"in dien tusschentijd gekomen brieven en andere stukken .aan toe. „Er zou iets bij, kunnen zijn, dait ihij thans noodzakelijk moet weiten," dacht zij'. Nadat de brief verzonden was, had Lily weer v'red© met hare gedachten, uitgenomen dien éënen heimelijken angst, dat „Kocht toch niet meer Zoo ver weg zou gaan." 1 Hare liefde had haar vermoeden op het juiste spoor geleid. Evenals het aangeschoten wild in het dichte hakhout vlucht, om zich te verber gen, had Koert met zijne smart de eenzaamheid' gezocht. Zijn© ougU woning, die1 thans ledig stond, had hem vertrouwelijk toegewenkt. Zijn weg voerde hem door de boofdstadi; een oogenblik aarzelde hij, of hij daar nog inlichtingen zou trachten in te winnen. Maar het bericht was op een te stelligen en beslisten toon gegeven. Over iemand, die zoo bekend was als Nora, kon geen vergissing of onzekerheid bestaan. Zijn hart kwam in opstand tegen de gedachte, de jobstij- ding uit den mond van anderen te moeten hooren zijne oogen- hadden het imlmers door eigen aan schouwing gezien, hij zelf had uit haren mond het „te laat!" vernomen. Hare eigene! lippen hadden het bekend, maar zijn hartstocht had het niet willen begrijpen. "Wlait hij voor ©ene zich overgevende liefde en trouw had aangezien, was niets anders dan bitter berouw, dan zielsangst geweest, de laatste opflikkering van- 'haar eigen Ik! „Zij heeft mjij de opheldering spoedig genoeg gegeven," dacht hij met een bitter glim lachje, en zonder zich een oogenblik op te houden,r eed hij door. De: bedienden op Koert's oudvaderlijk kasteel waren onbeschrijfelijk verbaasd, toen zij den jon gen graaf zoo alleen zagen aankomen. Men had reeds plannen gemaakt vioor een plechtige .ont vangst en begroeting, w;anneer hij, na jarenlange Van zelfbeschikkingsrecht is voor 1830 voor de Zuidelijke Nederlanden nimmer sprake geweest We weten, dat voor Keizer Karei V, Groot- Nederland, als ik het zoo noemen mag, waartoe' het tegenwoordige Nederland, België, helt Groot hertogdom Luxemburg, het nu in Frankrijk lig gende Artesia (is Artois', zijnde het tegenwoordige departement du Nord en een deel van Pas dia Calais, die laatste stad,- in 't Vlaamsch Kate) inbegrepen, het nu Pruissisch Oost-Eriesland en 't land van Kleef, behoorden uit zelfstandige, on derling vaak oorlogvoerende landjes, bestond. Karei V gelukte 'het (hoe, kan men in 'elk geschiedenisboek leeren) al die landjes' onder zijn scepter te vereenigen. Hij werd' dus Graaf van Holland en Zeeland en Henegouwen, Hertog van Brabant, enz., maar het was slechts' een per soonlijke unie, elk markiezaat, markgraafschap,- enz,, bleef zelfstandig. Dte tachtig-jarige oorlog bracht die los met elkaar verbonden landjes in opstand tegen hun gemeenschappgilijken' vorst (Ei?' lips II) en waar een deel dier landjes, door dte pacificatie van Gent, zich aan het gezag onder wierp, was het resultaat van den krijg, dat de door de Unie van Utrecht verbonden deelen van Groot Nederland, als de Republiek der Vereenig- d'e Nederlanden, een zelfstandig bestaan gingen voeren, terwijl de Zuidelijke Nederlandten, eerst onder Spaansche, later ouder Oostenrijksehe beer: schappij kwamen. Napoleon bracht ze weer te samen; doch als weer anders gegroepeerde deelen (departementen) van een groot geheel. Na Napoleons val werd' groot Nederland voor 't, eerst een gemeenschappelijk koninkrijk, met dien verstande, dat Eransch-Vlaanderen bij Frankrijk, Oost-Friesland en 'tland Kleef bijl Pruisen ble ven, terwijl Luxemburg, bestaande uit 't tegen woordig Groot Hertogdom en de Belgische pro- ci en 't Hertogdom Limburg (Hollandsch en Bel gisch Limburg) slechts door personeele Unie iets1 met Groot-Nederland hadden te- maken, anderzijds' ook weer deel waren van teen Duitschen Staten bond. Wjanneer Willem I meer tact had getoond zou deze verbinding van den handel van het N-oo^den met de industrie van helt Zuiden een zegen hebben kunnen zijn vioor 't verteenigd Ne- (Ierland. Tot- vlak vóór den oorlog waren vele Wjalen, die volstrekt niet allen chauvinist, doch zeer koel berekende menschen zijn, die meening, toegedaan. Diat de houding van officieel en han del drijvend Nederland (buiten Amsterdam) ge durende den oorlog die meening nu op een tafeltje doet gelijken, spreekt van' zelf. Ook onder Willem 1 bestond er reeds een taalstrijd, doch vooral in Wallonië. Op weinig tactvolle wijze werden de Walen, die toen een vijfde der bevolking vorm den en die naast hun moedertaal zich een vrij. grondige kennis van 'tEransch hadden éigen ge maakt, geprest zich van 'it voor hen zoo moeilijke Nederlandsch te bedienen. In' de zuiver Vlaamsche stroken was van taalstrijd geen sprake, de regee ring liet de spreektaal zooals ze waser wièrd niet de minste moeite voor gedaan om de kennis der Nederlandsche taal op hooger niveau te bren gen. Diat de betere standen onder elkaar Fransch spraken, vond men in 't geheel niet vreemd,, dat deed mien in den Haag en Maastricht toch ook. (Alleen bij bepaalde officieel© gelegenheden had alleen de Nederlandsche taal rechtskracht en 't is-te begrijpen, dat de Walen' zich verongelijkt,, gevoelden. Toch hadden zij' hét nooit tot een schei ding kunnen brengen, atë Willem I ook de Katho lieke Vlaming niet ernstig had gegriefd. Htet spel was toen spoedig gespeeld. 'Onder welk gezag de Vlamingen ook hebben gestaan, zij zijn steeds zichzelf geblevten. Zelfs in hun eigen eenheid zijn zij' niet opgelost. Die spreektaal in de vijf Vlaamsche provincies ver schilt aanmerkelijk. M,aar ook de schrijftaal is niet absoluut gelijk, al is in- de jaren in die rich ting veel verbeterd. Officielel is de schrijftaal natuurlijk gelijk aan 't Nederlandsch doch in de praktijk is dat absoluut niet het geval. In de eerste plaats komen in 't gesehrevten beschaafde Vlaamsch woorden voor, die in onze taal geheel verouderd en vergeten zijn. Dpi zend© Noord-Hollanders, die nooit met .Bel gië in aanraking zijn geweest of speciale taal studie hebben gemaakt weten absoluut niet wat „stiel" (beroep) beteekenlt. Vlaamsche woorden hebben soms geheel .andere beteekenissen dan in 't Hollandsch. Als men als- Winschotenaar in een aankondiging in de „Nieuwe! Gazet'1' leest dat voor een deftig meisje v.an den buitien een schoone plaats wordt aangeboden-, dan moet hij de Vlaam sohè taal ©enigszins kennen om te begrijpen dat 't Zelfde geldt natuurlijk ook voor den Vla- aanbiedt. men een fatsoenlijk buitenmeisje een goede diénst ming die in een Hollandsche Courant een dier gelijke iadvertentie leest. (Wiordt vervolgd). Nieuwstijdingen Eene betrekking geweigerd1. Dte heer H. E. Brune, gewezen onderwijzer aan een bijzondere school te 's Gravenhage, thans wo nende te De Bilt, yas door den minister van On derwijs met ingang von 1 April 1924 op wacht geld gesteld, groot f1547. Op '5 Mei 1924 is dit wachtgeld echter terug gebracht tot. f 275, uit overweging, dat. aan Brune door den minister van Marine was aangeboden de betrekking van burger-onderwijzer bijl ,de oplei dingen van de zeemacht, welke betrekking even wel niet door hem was aanvaard, o.a. op grond, dat hij zich met den. geest, dien het onderwijs bij' de opleiding der mariniers ademt, niet "kan jvfer- eenigen, dat bij zich op 29-jarigen leeftijd ni-eft dte geschikte persoon voelt om onderwijs te geven aan volwassenen en dat hij niet voldoende tijd heeft voor eigen studie, waardoor zijn- kanseD om als hoofd geplaatst :te worden, in niet geringe mate dalen. Van de beslissing van den' minister ging Brune in beroep bij de Kroon, doch blij! Kon. besluit is klemmend genoeg zijn om het niet aanvaardlen overwogen, dat de aangevoerde bezwaren niet der aangeboden betrekking -te rechtvaardigen, en is het beroep ongegrond verklaard'. i leiding, schrijft Het „Roitt. NblcL" om in dit' luxu- i eus kantoor te gaan informeexen, hoe het eigen- i lijk gesteld is met deze zaak. Te meer, omdat er in den 'laatsten tijd mieer. 1 (geruchten rondgaan, die er op schijnen te wijzen, 'Mat de Broekhuys-sneeuwbal minstens aan het versmelten, zou wezen. Zoo wordt b.v. verteld, dat ook het kantoorpersoneel j.l. Zaterdag niet- zou zijn betaald. Ten kantore der vennootschap gaf men van het geschil met de firma Kiessel deze verklaring: genoemde firma zou een vordering hebben inge diend, waarvan een bedrag vanminstens f6000 'cp 1 September te betalen, terwijl bij' verifi catie met het daarvoor geleverde de vennootschap slechts kwam tolt een bedrag van f 2640. Aange boden is toen f -2800 bij exploit van den deurwaar der Eon tijne. De firma Kiessel wees- dat aanbod af, en handhaafde haar vordering en het bedrag, zoodat de rechter straks zal hebben hit te ma ken, wie hier gelijk heeft. (Ten kantore der vennootschap zag men injheit .beslag enkel -een poging om door de daaraan ge geven publiciteit pressie uit te oefenen om als> /nog betaling van de' te hoogs rekening te krijgen. Van anderen kant vernam het i blad' nog dat de kasmiddelen der vennootschap in den laatsten tijd zoo vloeiden, als zttjl wel w-enschte; de hteer \Broekhuys zo uaan een- zijner crediteuren zelf- hebben verklaard, dat de zaken in ons land niet •gingen, zooals was verwacht, maai dat -zijn hoop nu op België was gevestigd'. Deze crediteur had echter lot dusver wat hem toekwam, regelmatig ontvangen. i Ondert-usschen hebben de uitgevtexs van de bro chure „De Obligatiezwendel" dén heer Broek- huys in een open brief uitgedaagd, nu eindelijk eens de aanklacht wegens smaadschrift in te die nen tegen hen en den heer Henning, opdat de' justitie zal kunnen uitmaken of er al dan niet gezwendeld is. Ten slotte nog de meening van ©en ander groot crediteur, die zich in staat achtte de fin-ancie|el-e situatie'der vennootschap te heoordeelen. Deze verzekerde, dat hier te lande hef vertrou wen in de affaire wel blijkt geschokt, maar dat de nieuw te beginnen zaak in België er zoo voor lijkt te staan, dat ze de- vennootschap weer -aan middelen zal helpen om' niet alleen daar het ver trouwen te vestigen, maar' ook hier te herwinnen. Ongevallen. Dinsdagavond reed op den .Oostsingel te-Delft' een auto, komende uit de richting Den Haag, in volle vaart tegen de ophaalbrug aan de Oost- poort. Dte ruiten van den .auto werden verbrijzeld terwijl de inzittenden verwondingen opliepen. 'W|. (Bimekhuys. Hoewel beslaglegging in een civiel geschil tus- schen debiteur en crediteur een dagelijksoh ver. •schijnsel is, vonden we in het herieht, da!t mr. H. J. Sasburg, ten behoeve der meubelfabriek v.h. Kiessel beslag heeft ...gelegd op de" go,en doren door deze firma gelevterd ter meubileering van het heerenhuis aan den Heiemraadss-ingel te (Rotterdam, door de commanditaire vennootschap „Broekhuys sneeuwbal systeem" betrokken, aan- af wazigheid, na eene gelukkig te bovten gekomen ziekte, met zijne moeder huiswaarts zou keeren, „volkomen hersteld," zooals de gravin, waar schijnlijk bij wijze van geruststelling, herhaalde lijk geschreven had'. (De -menschen trokken -hunne schouders'"op. „Diat een volkomen herstelde?!" zoo bleek, zoo ern stig en stil, en zóó vermoeid, dat hij ternauwer nood een vluchtigen groet voor de pijnlijk ver raste bedienden overhad! Al zijne vroegiere min zaamheid en opgeruimdheid scheen verdwenen; voor de opzichters en administrateurs, die zich bij hem aanmeldden, had h'iji niets dan de kortste en onverschilligste woorden ten beste.' Zelfs tegen den kapelaan bleef hij zwijgend en gesloten; als reden voor zijn plotselinge komst gaf hij! op, dat hij alle festiviteiten en ceremonieel© begroetingen,, die hem steeds zulk een innigen afkeer inboezem den, had willen voorkomen. D'e kapelaan, die in de verste verte geen ver moeden van het voorgevallene- had', dacht dat Koert ten prooi was aan- innerlijken- tweestrijd, dien hij meende te hegrijlpen; en hij bleef ook nu weder getrouw aan zijne vroegere zienswijze, dat 't het beste was, alles zich in stilte 'te lafenl .ophelderen. 1 L Koert was en bleef stil, eenzaam en afge sloten in zijne kamer als een hermiet in zijn kluis, of uren lang; eenzaam te paard' of te voet door zijne bosschen dwalend. De personen uit zijne naaste omgeving zagen het hoofdschuddend aan; en de oudste dienstboden voorspelden zelfs, dat zoo iets niet goed kon afloopen. Zelfs den kapelaan begon dit gedrag totaal onverklaarbaar voor te komen, toen Lily's brief bet groote raadsel plotseling voor hem oploste. Ten diepste werd ook hij geschokt door de tij ding, van de treurige wending, die er eensklaps, in den loop der zaak" gekomen was. Aan het hate lijke artikeltje schonk hij1 ev'enmin geloof als 'Lily. Maar toch kende hij de wereld genoeg om te weten, welk een zee van onaangenaamheden er voor den jonkman uit kon voortvloeien, en hoe moeilijk de indruk zich! zou laten uitwisschen., De kapelaan kwam eindelijk tot! het besluit, het' stilzwijgen te moeten verbreken. Hij ging Koert in zijne kamer opzoeken, en zag hem daar zooals tegenwoordig bijna altijd het geval was droomend aan het venster staan, met de hand .tegen het voorhoofd gedrukt, schijnbaar naar bui ten kijkend, zonder evenwel in werkelijkheid iets te zien. 1 De kapelaan stelde, bij w'ijke v'an inleiding, hem de medegekomen brieven ter hand. Koert wierp; ze, na er een onverschilligen blik op geslagen te hebben, lusteloos ter zijde, met een adres van Diahnow's hand, hield hij bij! zich. Vragend zag hij! den kapelaan aan, op wiens gelaat hij las, dat hij nog i-ejts op Ihet hart had. Zwijgend schoof deze hem het infame couranten kel toe, tegelijk met den brief Van- Lily, dien hij' als het beste middel Iter kalmeering beschouwde-. Met een half verbijsterden, half wezenloozen blik blëef Koert eenige minuten op hfcffc stuk pa pier staren; doch daarna gaven de spanning en opgewondenheid van al de laatstverloopen dagen zich plotseling lucht in' een uitbarsting van toorn zooals zijn zachtmoedig karakter -er tot dusver nog nooit een te zien had gegeven. Na de courant tot een prop saamgeknepien en van zich' af 'gje- /slingerd tie hebben; bleef hij' vruchteloos naar woorden hijgen.- j jMet een snerpenden spotlach' stamüelde hij- -ein delijk: „Zoo- is het -goed! !W|ie met pek omgaalt, wordt er mee besmet !Ik heb in mijn- Verliefder dwaasheid een vermolmd stuk' hout voor een schit terend juweel aangezien, 't Is heel goed zoo.; wie zich met canaille afgeeft, verdient als canailfe behaniael'd te worden. En dat alles ter wille van een paars machtende oogen! Lach mij toch; eens uit, kapelaan! lach dan toch, zooals de ge- heele wereld mij uitlachen zalGij wteet nog nietb eens, wat ik had willen doendat ik op heitt punt v.an trouwen m-eit het duifje stond... -Maar lach dan toch. kapelaan! Dioch gij hebt u óók Vergist: gij hebt vroeger óók gesproken van zulk een onbeschrijfelijke achting!" En hij begon scha terend te lacheln. „Koert," antwoordde de kapelaan met den meest mogelijken ernst, „wat is! -er waarheid of onwaarheid in de bewering, dat gij weder een onderhoud met -haar hebt gehad? Aan al de ove rige geinsinueerd'e gemeenheden zal Nora wel teven onschuldig zijn als gij" „Onschuldig? Ja, zij ziet er vreeselijk onschul dig uit, zoadat ik hare eigene woorden niet ge loofde. Zij was oprecht genoeg om mij ten- minste te zeggen, dat het te laat was!" I „Dus hebt gij haar toc'h' werkelijk gezien en gesproken?" „Ja, ik heb haar gezien en- gesproken!" ant woordde Koert op .een hooghartigen toon. „Ik ben haar gaan opzoeken, zoodra Lily van haar bezoek was thuisgekomen. Ik wilde mij bevrij den van het verwijt, haar onverhoord veroor deeld te hebben; ik wilde haar redden, als dat nog mogelijk was, en zou zelfs toen nog alles getrotseerd hebben, zóó rein en zó óedel was zij I in mijhe oogen! O God, ik heb dwaas die I ik was! haar zoo onuitsprekelijk liefgehad!" Aan de Getfertweg te Enschede brak van een verhuiswagen, pp welks hok en treeplank bij t den voerman nog vier pprsónen, onder wie drie kinderen^ waren gezeten, door de overbelasting de treeplank af en viel met de drie kinderen op de paarden, die door den schrik Óp hol sloegen. Het 14-jarig zoontje van den heer Qlaassen ge- raakte onder de wielen en werd gedood. De voer- -Iikhï die een dei- -kindereTi-ïtog---poogde---te ;gri]'pén viel zelf ook van den bok en is in zorgwekken- den toestand naar het ziekenhuis vervoerd. Dc anderen kwamen er met lichte .verkondin gen af. kreunde hij onder de folteringen der felste ziele- smart. ,En die man heeft haar toen in-uw bijzijn aan getroffen vroeg -de kapelaan- .met onrustige, ge jaagdheid verder. „Dan kan dit artikel ook wel het uitvloeisel van laagharltigen liaat en geprik kelde- jaloezie zijn. Vertel mijl eens-, Koert, hoe ge- elkaar ontmoet hebt." ■En nu v erhaalde Koert met enkele onsamen- hangende woorden, hoe alte zich had toege- „Zij zelve heeft u dus gezegd', dat htet te laait' e was? Zij beloofde u opheldering, en' drong er toch op aan dat gij; zoudlt heengaan Dat laat' zich moeilijk rijmen. Wjat het armemeisje toti dezen tweeden noodlott gen stapheeft, aangedre ven, mag de hemel weten!" 1 i- „Schijn! allemaal schijn en vertooning!" riep;' Koert met onbeschrijfelijke bitterheid. „Zij. heeft .v-an het-eerste oogenblik af hare rol maft veel succes gespeeld. Mijne moeder had in den -afgrij-; selijksten zin van het ..jssrpprd! gelijk; mtet: hare yoprspelling, toen zij profeteerde, dait hare' op-, voeding haars lechts te befep. geschikt voor eene- intrige zou maken-." „IVees nu niet moedwillig blind in uw. haat,, zooals gij het vroeger1 in uwe lief degeweest zijlt!" waarschuwde de kapelaan op strengen toon. „Het is'buitengewoon moeilijk, in dit geval een oordeel uit .te spreken. Wjaar wij- heit.zekerst mteenen te kunnen en 'te moeten veroordeel en, vergissen wij ons hetgemakkelijksti (Meer durfde de kapelaan!, niet- zeggenhij wilde ,de liefde niet weer doen- ontwaken, die, zoqals hiji duidelijk zag, nog altijd kraqjitig'gepoeg,.was, sen"'.evenmin wilde hij den toorn .opzweepeii, dien hij- .ondanks alles voor onrechtvaardig hield. „Lees eerst den brief uvyer nicht," z-eidë bij, ina eenige ©ogenblikken in stilte rfcé hebbten nage dacht. „En laat ons daarna bespreken, wait -er het beste gedaan kan worden oïn deze laaghartigheid! naar verdienste te logenstraffen." „Mijne geheeïe positie is vernietigd!" riep Koert weder in. vlam menden toorn. •Geen man laat het zich lijdelijk welgevallen, dat hem de grond onder de voeten wordt wegge- nomen!, ai heeft hij! ef ook overigens weinig waar de aan gehecht, en Koert was maar al te goed bekend met het oordeel' van zijn kring,, om niet in te zien, dat hij in ernstige onaange naamheden gewikkeld zou kunnen worden. „Mij ne arme moeder!" voegde hij1 er bij1, aan haren gekrenkten trots denkend/en in het berouwvolle gevoel, door h'et in den wind slaan van haren, raad zich in dezen toestand gebracht te hebbten.;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 3