NIEUWE
yp 109. Donderdag 18 September 1934.88e Jaarga g
Officieel
Do Troonrede.
lUfiEDlJkER COURANT.
B1ENSTPMCHT.
Wieiischen omtrent inlijving.
1 Zij, die voor de lichting1 van het volgend jaar,
'zijn ingeschreven en hun wensch omtrent de in
lijving in geval van bestemming toib gewoon
dienstplichtige nielt reeds bij de kleuring en ook
niet rechtsitreeks aan den Districtscommandant,
hebben, waarom hun wensch veranderd is, kun-
hebben pp gegeven, of wel eenê bijzondere reden
nen vóór 5 October' a.s. hun verlangen ter gcmjeen-
teseeretarie opgeven, i
Er kan evenwel geen zekerheid worden ge
geven, dat met hun verlangen rekening kan wor
den gehouden. i
Zuidscharwoude, 17 September 1924.
J)je Burgemeester van Zuidscharwoude,
VA.N SPENGLED.
De Troonrede luidt:
liet verheugt Mij, leden der Sitaten-Generaal,
weder in Uw midden te verschijnen.
Schoon alle zorgen nog niet zijn weggenomen,
mag gehoopt worden, dat de economische crisis
thans haar diepste punt heeft bereikt. Zelfs valt
voor het oogenblik in sommige opzichten eenige,
zij het' geringe, opleving van handél, landbouw
,en nijverheid waar te nemen. 1
[Ook de verbétering inf den toestand van 's lands
financiën kan als een lichtpunt worden be
schouwd.' Het vooruitzicht is gewettigd, dat, in
dien ook thans hij de Staten-■Generaal nog1 aan
hangige maatregelen van financieelen aard zullen
zijh tot stand gekomen, de gewone uitgaven en
inkomsten voor hét dienstjaar 1925 in-evenwicht
zuilenzijn. Hoewel .aldus het onmiddellijk drei
gend gevaar voor 's lands financiën zal zijn ge
stuit, moet niettemin met onverzwaktén ij-vier
naar verdere bezuiniging worden gestreefd,, ten
einde mede daardoor de nood/zakelijke voorwaar
den te scheppen,' welke voor het herstel van de
volkswelvaart onmisbaar zijn. i
Die betrekkingen, welke [Wiji m'et de andere mor
gendheden onderhouden, zijn van den mleest
vriendschappelijken aard.
Andermaal zullen u voorstellen worden gedaan
tot regeling van de sterkte en de samenstelling
der zeemacht en tot vérdefeling van de kosten
daarvan over de Staatsbegrooting en de bégroo-
ting;, van Nederlandsch-Indië.
fWietsontwerp-en to,t heffing eener 'belasting op
-weelde-Verteringen en tot verlaging van sommige
te zeer drukkende directe belastingen zijn in
voorbereiding.
De indiening vian een wetsontwerp' tot nadere
regeling vlan de verplichte ziekte- en ongeval
lenverzekering van arbeiders is spoedig te wach
ten, terwijl verdere ontwerpen van wet betref
fende de herziening vjan de sociale verzekering
in voorbereiding zijn.
In den financieelen en economischien toestand
van Ned.-Indië valt vooruitgang te bespeuren.
Dé ontwerp-begrooting v;an dat gebiedsdeel, welke
u eerlang ter overweging.zal worden aangeboden,
rechtvaardigt de verwachting, dat het tijdperk
der tekorten op den gewonen dienst afgesloten is.
Bij die begroeting zullen voorstellen aan uw oor
deel worden onderworpen, strek-hendia om' tege
moet te komen aan die bezwaren, welke voor
rechtspersonen ,iafan de bestaande belasting-rege
lingen verhonden bleken te zijn.
Aan de voorbereiding der instelling, op de
grondslagen der bestuurshervorming van de pro-
-vincie Wlest-Java, zal die laatste hand .worden
gelegd. De ,a.s. opening der rechis-hoogeschool
te Batavia is wederom een schrede op den weg
der geestelijke ontwikkeling van Indië.
In Suriname blijft dé staat der lands-financiën
zorgelijk en maken handel en bedrijf nog steeds
moeilijke tijden door.
De gang van zaken in Cura§ao stemt daaren
tegen in menig opzicht tot voldoening.
iMoge God zijn zegen schenken aan Uwen ar-,
beid!
Ik verklaar de gewone/ zitting der Sitaten-Gjene-
ra;al geopend.
Persstemmen, uit de meest vooraanstaand!© bladen.
Het „Hdbl." schrijft:
De heden uitgesproken Troonrede vertoont in
haar bijzondere bondigheid de teekénen van het
afloopen dezer parlementaire période en, zeer.
waarschijnlijk, van het leven van dit reeds onge
woon bejaarde kabinet. Voor Nederland wordt,
zeer weinig nieuws meer aangekondigd, alleen
éen nieuwe Vlootwet, een weeldebelasting en ver
laging van sommige te zeer drukkende directe
'belastingen en een- Ziekte-, en Ongevallenwet. Van
dit weinig is trouwens alleen het voornemen
tol- hét indienen van een weeldebelasting eeniger-
mate nieuw: zulk een voornemen is door voor
gangers van minister Colijn reeds opgevat, maar
is toen weer losgelaten.
ÏW[at de behandeling van de nieuwe Ziektewet
helangt, die moet, .zooals men weet, de toets
steen worden voor de gezindheid der rechterzij dja
Pm tot verdere herziening der sociale wetgeving
mede te werken.- Specifieke rech'tsohé bin'dmid-
delen worden daarentegen ditmaal nielt aangekon-
digdze liggen, trouwens nog altijd gereedwij!
denken met name aan de Bioscoopwet. Ook de
Zondagswetherziening kan men opnemen... als'
men meent dat de rechterzijde die eensgezindheid'
zal steunen.
In de zinsnede betreffende' de Koloniën treft
.[voornamelijk de aankondiging van voorstellen tot
tegemoetkoming aan de bezwaren die voor rechts
personen aan de bestaande belastingregelingen
zijn verbonden.
De -algemeen© toon vlan deze rede kon, geluk
kig, behalve voor w;at Suriname aangaat, heel
,wat minder somber zijn, dan die van verleden
jaar. Zoowel wat den algemoenen ecönomischen
I toestand als wat lands financiën en die van de
i Indische betreft, wordt verbetering geconstateerd,
j Indische Begrooting „rechtvaardigt de ver-
nvachting dat helt tijdperk der tekorten op den
j S?^°nen dienst afgesloten is," en ook die voor
Nederland zal waarschijnlijk sluiten als1 de „nog
aanhangige maatregelen van financieelen aard zul
ien zijn tot stand gekomen". Hierbij heeft men
zeker vooral aan de T-ariéfwet te denken, waar-
j v:an de opbrengst, naar men nu weet, aanvankelijk
i tot dekking van helt Begrootingstekort en later
io.t verlaging van directe belastingen moet die-
-nen. De herinnering aan dé noodzakelijkheid om
onverzwakten ij:ver naar verdere bezuiniging
i ie streven is dan ook alleen reeds wegens- deze'
omstandigheid gerechtvaardigd. Immers, men zal-
j moeten zoeken nnar andere middelen om op den'
duur het tekoift te ouder;drukbenwil men heit
i tarief inderdaad kunnen aanwijzen als middel
tot verlaging der directe belastingen.
'In eén op-zicht stelt -déze Troonrede teleur.
Die van verleden jaar bevatte een zeer belang
rijke uiting ide belangrijkste van alle, docht -
ons toen over dé dringende noodzakelijkheid
voor de geheel© mensohheid, om de internationale
vraagstukken tot oplossing te brengen. Nu had'
men toch mogen verwachten dat de Troonrede I
van 1924, uitgesproken kort na! de conferentie
van Londen, met eenige Woorden had gezinspeeld/
op de toch onmiskenbare, zij hét dan ook nog I
maar aanvankelijke verheldering van den toe-
stand, die -ook op 'dit punt het hel an gr ij ks te
in vergelijking met verleden jaar is waar té
nemen. Doch hieromtrent wordft geheel' gezwegen.
Verzuim
Of overmatige voorzichtigheid?
„Het Volk" bespreekt dé rede ondér hét op
schrift „Koning Colijn" en schrijft o.a.:
De troonrede draagt geheel' hét stempel' van' den
minister' van 'Einanciën. Duidelijker dan door dit
staatsstuk kon niet aan hét licht treden,, dat de
■heer Ruys de eerenbrouck sléchts- minister-presi
dent 'in naam is:, doch er in werkelijkheid' voor
spek" en boonen bij zit en enkel' de eereplaats in
het kabinet warm houdt voor den heer Colijn,
die hem, ais de antirevolutionnaire bedoelingen
verwezenlijkt worden, na de verkiezingen zal af
lossen en dan ook naar het uiterlijke de macht ,j
in handen zal nemen die hij reeds in wezen tot'
Ach getrokken heeft. Een karakteristiek toeken
voor dezen toestand is, dat, terwijl dé financieel©
paragrafen van de troonrede haar geheel beheer-
schen en verder het militaire vraagstuk, dat van
'oude de liefde des heerfèn Colijn- bezit, er zich alsi
een dreigenae wolk over uitspant, dé minislter-pre-
IsidentJ, die levens minister van Binnenlandische
Zaken en van Landbouw is, .geen enkel zinnetje
tot het geschrift heeft bijgedragen. Hét maakt
den indruk, dat hij' zich in onverschilligheid of
Rusteloosheid geheel op den achtergrond heeft'
laten dringen, de teugels volledig uit handfen
gegeven heeft, alles maar loopén- laat zooals heft
reilt en zeilt, in -de gemoedelijke verwachting dat
hij zijn ministerieel endje wel halen zal.-
Dieze troonrede is de inzet v;an het Verkiezings
jaar. In verhand daarmede is zij' uiterst sober ge
steld. Er worden geen niejawe, nog onbekende pun
ten van- wetgeving aan dé orde geslte'ld; zij zouden j
in het- laatste jaar'vóór dé verkiezingen toch ni/ét,
meer behandeld kunnen worden. Hét voorrijdien
van paradepaarden, zooals door vorige kabinetten
m de laatste troonrede voor een vérkiezing vaak
geschiedo.e, is niet naar den geest van den heer
Colijn. Hij- versmaadt het den kiezers de oogen-
/te streelen met wat hij toch niet van plan is
tot uitvoering te brengen. Hij gaat rechtstreeks-
pp zijn -doel af en windt er geen doekjes om, wat
hij met de groote massa van het NederlandscKfc
volk voor heeft. Het zal zijne schuld niet zijn,
wanneer de kiezers het volgend jaar met open
oogen in hun verderf loopen. Hij heeft hun dui
delijk gezegd waar het op staat en wat zij van
hem te verwachten hebben.
maakt. N.u de Troonrede er v'an zwijgt, vreezien
W11 we^ ofschoon er misschien nog reden tot eeni
ge hoop ig; dat er van een voorstel der Rpgeering
m het komende jaar* geen sprake zal kunnen zijn...
;Eeuigsizins anders staat het met- een andjere
leemte. Het zou ons aangenaam zijn geweest als
jde Troonrede had gesproken van een voorstel tot
geleidelijke afschaffing van- de Staatsloterij-.
mi meenen echter in herinnering te mogen
brengen, dat de Minister van Einanciën een en
- andermaal heeft kenbaar gemaakt, dat van hem
pen zoodanig voorstel te verwachten was. Eu
dit sterkt ons in de hoop, dat het wegblijven der
(aankondiging in de Troonrede niet beteek-ent dat
hetgeen reeds werd toegezegd, zal uitblijven.
- „De Nederlander" (Chr. Hist.) vergelijkt de
troonrede met die van de laatste jaren -en noemt -
haar dan een „woord van blijdschap," doch be
klaagt zich -over de aankqnd'iging van de nieuwe
ziekte- en ongevallenwet, welke de wet-Talma
van 1913 „totaal verloochent". Het blad besluit:.
■Behoudens deze enkele zinsnede, zal de heden
uitgesproken troonrede niet nalaten, bij' de bevol
king eene stemming v.an' gerustheid en voldoening
fe wekken. Het herstel van het financieel even-
,-wicht, in buitengewoon snel tempo, eisoht in me-
mg opzicht pijnlijke maatregelen en moest slacht
offers maken. De toon der Troonrede verlevendigt
de hoop, dat aam hetgeen wat al te pijnlijk dreigt,
nog iets' zal kunnen worden verzacht.
„De Maasbode" zegt' o.ta.
Al mag men niet overmoedig worden, al móet'
teen zeker juist nog de bittere pil van het tarief
/slikken, het lang nagestreefde evenwicht van het'
budget komt dan nu in zicht. En indien in Juni
1925 de Regeering den verkiezingsstrijd mag
panzien in het besef, dat' zij' 's lands financiën
wederom heeft gezond gemaakt en dus de inflatie
een volksramp, heeft voorkomen in dé poging van
het economisch leven heeft mogelijk gemaakt, dan
'zal haar geweten in rust zijn. Dlan heeft zij
■het-besef in de. moeilijkste tijden de zwaarst denk
bare taak te hebben volbracht. En indien ook ,al
met de volksgunst haar deel zal zijn, dan zal zijl
toch zeker van de geschiedenis een roemrijk ge
tuigenis verwachten.
Twijfelen, dat het herstel v;an ons budgetair.
evenwicht niét geheel vóór z'ou gaan, (bij' hét in
dienen van een nieuwe vioo-twét) deden wij' in hét
begin des jaars niet. En du® ook thans- nog niet.-
/"Wjilde de Regeering in Januari haar gewteten
-ontlasten door aankondiging van nieuwe vloot-
voorstellen, ook thans is aan 'haar verklaring
jo.i. niet 'veeL grootere beteeken-is te hechten. Zij
zal aan dé door haar eenmaal aangenomen volg
orde moeten vasthouden. - Eerst budgetair even
wicht, dan nieuwe vloot-voorsltellen. D|at even
wicht is in aantocht. Wij nemen het gaarne aan.
Maar veiliger is het te zeggen: eerst zien.
En wij verwachten, dat Regeering en Kamjer
bedoelen aan ontwerpen aangaande vloot-voorziè-
ning het karakter van ontwerp niet eerdér te ont
nemen dan dat het budget in orde is.
I>e Uitkijk
„De Standaard" wordt door vele punten in de
rede bevredigd, maar heeft ook „eenige reden tot
teleurstelling"
jW ij hadden toch de aankondiging' verwacht
van een voorstel tot afschaffing van den stem
plicht. Het schijnt ons onhoudbaar toe een wet
te zien handhaven, welker overtreding, door dui
zenden, door d'e vingers wordt gezien. En om hét
beginsel, dat wij tegenstaan, en om het in wier-
kelijkheid krachteloos makén van d'e wet, behoor
de een eind aan den stemplicht te worden ge-
Nadruk verboden.
[Wie wind' zaait, zal' storm oogsten-. Zoo er o.oit
een tijd geweest is, die de waarheid dezer woor
den m zijn eigen gebeurtenissen bevestigde, dan
is het wel de onze. Wlant waarom traehte men
vergeefs do wereld tot rust te brengen na de ein-
delooze verschrikkingen van den wereldoorlog dan:
omdat we den storm niét kunnen bezweren, dien
we zelf hebben opgeroepen.' Wjie. het geweld' en de
haat en. de verbittering en het wantrouwen tot
de leidslieden maakt, die kan niet hopen -een
zachtmoedige, vredelievende en vertrouwende
menschheid te vinden, maar moet zich eindelooze
moeite geven om de beletsels uit den weg te rui-
men.die hij zelf opwierp, voor hij aan- de werke
lijke bevrediging en het herstel dier ontwrichte
wereld denken kan.
|M:ac Donald, de Ejn-gelsehe premier, heeft het
ongetwijfeld begrepen en Hérrio-t waarschijnlijk
ook. Hun pogen om/ een andere atmosféer te schep
pen m het internationale leven toont duidelijk
genoeg -dat ze de tallooze beletselen zien, die het
v reces werk verhinderen en thans ook den arbeid1
van den Volkenbond zoozeer bemoeilijken. Maar
■zullen zij alleen in"staat zijh door woord en voor-'
beeld den' storm te bezweren, die, schoon inge
sluimerd, nog altijd met haar donkere luchiteh
Europa bedreigt?
veel kanten. En dé landen, die in den oorlog
Ze kunnen ongetwijfeld veel hulp krijgen van
neutraal hieven, bizonder ïn de Scandinavische-
au en, ons land en Zwitserland, heerscht een
onweerstaanbaar verlangen naar een nieuwen tijd,
waarin niet het geweld' maar heit reöht de wereld
zal beheerschen.
Maar het feit, dat uit de Volkenbondcommissie,
die net vraagstuk der ontwapening had te bestu
deren aanvankelijk juist vertegenwoordigers de-
zer landen bleven uitgesloten, ©en fout, die
later_ hersteld werd toont wel, over hoe wei-
nf landen tBans beschikken.
De Volkenbond blijft nog altijd in de eerste plaat»
een vereeniging van entente-landen. En naast de
'groote mogendheden oefenen -er vooral die kleine-
staten invloed, die in het gevolg der groote mee
naar het slagveld trokken of aan de overwinning',
der Entente huil ontstaan of hun nieuwe betee-
kenis danken. Maar het is niet de geest, die in
.deze landen heerscht, waaraan we ooit de ont
wapening en den blijvenden vrede zullen kunnen
danken. Met hun voelen en denken staan' ze nog in|
'dén oorlogstijd. En hun gedachten gaan. nog yrijj-
wei uitsluitend naar versterking van eigen machts),
positie en onderdrukking van den tegenstandler
v.an zooeven. Ze leven nog in de oorlogspsyohfei.
En al durven- ze het in Engeland en Frankrijk t
éen anderen toon aanslaan, niet zoo openlijk mieer
uit te spreken, in- hun hakt gelooven ze nog altijd
aanhet geweld en het succes van dén haat. D'at
maakt de arbeid, die dé Volkenbond thans on
dersteunt, zoo buitengewoon moeilijk. D© Dleen-
sche afgevaardigde te Genève heeft eraan herin-
ènerd, dat ontwapening niet slechts einddoel, is,
maar door regeling van het arbitrage-vraagstuk
én van dat der waarborgen voor de veiligheid,
maar dat ontwapening ook een voorwaarde was
voor de veiligheid en dus een middel kan zijn in
de arbitrage-gedachte te verwezenlijken-. Maar hij!,
vergat, dat eerste en onvermijdelijke voorwaarde
voor ontwapening zoowel als voo-r arbitrage dé
geestelijke ontwapening is, de terugkeer van het
onderling vertrouwen en dat, zoolang de volken
elkaar in wantrouwen en bitterheid beloeren, ont
wapening nooit aan arbitrage en waarborging der-
veiligheid kan voorafgaan-. Draait daar eigen
lijk niet de h-eele zaak om? "Wlanneer men angstig,,
is om te ontwapenen en vooraf waarborgen
vraagt, dan teekent zich daarin het wantrouwen
af', dat nog in zoo sterke mate als wellicht nooit
tevoren t hans hét leven der volkeren beheerscht.
En dit wantrouwen w-ijat ongetwijfeld den ande
ren wegy dan dien de Deen zich voorstelde. Niet
eerst de ontwapening, waardoor men zich vei
liger aan arbitrage kan onderwerpen en 'die een
waarborgverdrag onnoodig maakt, maar eerst
waarborging der eigen veiligheid," die aan arbi
trage haar gevaarlijkste kant ontneemt,- voor men
zijn wapenen afgeeft.
En in die richting schijnt ook de Volkenbond-
de oplossing te willen. Het Volkenbonds-verdrag
zelf za-1 dan als grondslag dienen. Diat wil zeg
gen men zal geen afzonderlijk waarborgverdrag-'
opstellen, maar dit Volkenbondsverdrag zoodanig
wijzigen, dat daarin zekere waarborgen liggen
opgesloten. De verklaring van Engeland dat het
zijn vloot beschikbaar kan stellen voor blokkade-
paaatregel-en tegen -dén sltaat, die zijn arbitrage
verplichtingen schendt, maakt het blijkbaar voor
Frankrijk gemakkelijker daarmee genoegen te ne-
-men. En het gevaar voor oneenigheid' tussc'hen-
leden van den Volkenbond! wordt da-armeé
Br anting, de Zweedscbe gedelegeerde, verklaar
de nog eens nadrukkelijk, dat zijn land nooit tot
een waarborgverdrag zou -toetreden, wanlt dat hlet
.uit de verplichting tot o,economische sancties, door
het Volkenbondsverdrag gesteld, reeds gevaar'
voor zijh neutrale positie dreigèn zag en door een
waarborgverdrag zijn veiligheid ernstig bedreigd-'
zou voelen.
lMaar ook andere staten wilden in geen geval
van zoo'n waarborgverdrag hooren. De voorge-
-nomen wijziging zon men dan tevens overeenkom
stig' het voorstel van Jhr. Loudon kunnen' uit
breiden tot de bepaling in heit Volkenh ondsvhx -
drag, die een oorlog geoorloofd verklaren, wan
neer de Volkenbondsraad bij' een niet-juridisöb
geschil er niet in-' geslaagd is met eenstemmigheid
een- advies te geven. Wlant deze bepalingen halen'
den oorlog, dien men wil uitsluiten, weer binnen.
En al hoeft men zich zeker niet :te vlerbeelden,
dat de laatste oorlog beleefd is, in een -Volken-
hondsverdrag past toch zeker geen erkenning van
den oorlog. Het gewéld zal' altijd als uiterste'
middel in de handen v,an volken en menschjen
blijven.
Maar niettemin heeft men het recht van het
geweld met beslistheid te ontkénnen. Dat alleen
kan. den rechtsstaat, ook de internationale, mo
gelijk maken. Zoodra men een beroep op dit mid
del toelaat, is de krachit van het recht aangetast
en in principe d'e chaos ontstaan m©t haai' onaf
zienbare gevolgen.
Dat niet te hebben gezien is ook dé fout van
Mussolini geweest, die z-ach thans aan Italië,
wreekt. In elk land worden moorden gepleegdl
Maar in Italië is dé politieke moord tot systeem;
geworden* omdat men er het gewfeld als recht
erkend heeft.
'Op M-atteotti is Qasilini, dé fascist gevolgd.
[VV'ie volgt er nu? -
Voor- Mussolini's heerschappij beteekent dit
het naderende einde en voor Italië een nieuwe tijd'.
Het is het noodlot, dat het gewéld onver mijcüelijk
volgt. Straks vallen ook Primo de Rivera -en de
zijnen in Spanje ten offer. En de Spaanschei
.nederlagen in Marokko kunnen dien val slechts
verhaasten. i -
- Nog altijd' blijft: wie wind zaait, zal storm
oogsten. Mussolini en Primo de R-ivero ervaren
het. Ma,ar duidelijker dan die twee nog heeft
onze wereld het ervaren, die nu vergeefs tracht
in den gewekten' storm haar verloren evenwicht
fe herwinnen. t