-■- Als jong hoofd deed L. zijn intrede, in de een- voudige volksschool in de Tullinghstraat in Den Haag, waaraan hij altijd, verbonden,, is gebleven. De beroemd geworden school in 'de! Tullingh straat heeft L. behouden tot zijn dóód, waaruit één van d-e mooie karaktereigenschappen van Jan L. spreekt. ■- v- •JMaar Het heele terras is vol attentie, vol afwaeh- tijis- Dar toetert de meneer door zijn hoorn: „Gusiaafhé GustaafZeg, ga vanavond mee naar het. „Gasino dé Paris," daar moét een prachi- revne gegeven worden!" Én nog èens: „Naar het „Gasino de Paris" een praehtrevue geven ze 'daarMeteen rijdt de auto verder. De café-gasten hegrijpen, dat ze te doen hebben met een bijzon der handige manier van reclame maken,n uitge vonden door den directeur van het Casino. De kracht van het gesproken woord, een goed gedocumenteerde rede, beide zijn niet te onder schatten en zelfs schriftelijk kan men heel goed zijn belangen bepleiten, mits... in den goeden toon en stijl. 'f Gebeurde onlangs in zekere garnizoensplaats dat de comp.-commandant zijn manschappen liet aantreden. Toen de mannen netjes in 't gelid ge richt stonden, beval de kapitein: Wie van muziek houdt, maakt twee passen voorwaarts. 'nStuk of zes soldaten traden uit de compagnie naar voren. Dan halen jullie bij sergeant Bruin vier hoog de oude piano en brengen die naar de ean- tine. Ingerukt marsch! Niet letterlijk opgevat moet ook hef volgende gespxek Slager (tot zijn knecht): „Jan, een beetje vlug Vandaag, 'tis morgen feestdag en er is nog heel wat te doen. Vooruit dus. Hak de beenen eens af van mijnheer Diaters, kap het ruggestuk weg van mevrouw Pieman, snij de tong uit -van juf frouw Niemen, rangeer de ribben van professor Klub". Jan: „Ja baas, zoo dadelijk. Ik ben juist bezig met de lever uit te halen van buurman Stug, dan moet ik de kalfspoot nog afzagen van dok ter Belt, dan de hersens uithalen van den school meester. De kalfskop van den hotelhouder zal ik maar laten zitten tot vanavond." Zeker, men moet bij 't werk op zijn tellen pas sen, want kleine oorzaken kunnen g?oote gevol gen hebben. Een ingenieur 'in een fabriek in iTwenthe had bij het verstrekken van een belang rijke prijsopgave een rekenfout in de becijfering der duizendtallen gemaakt, met als gevolg 'n veel te lage. prijsberekening en schade voor de fabriek. Deze sprak hem om schadevergoeding aan, welke de ingenieur weigerde te betalen, 't iWerd een procedure voor de rechtbank te Alme lo, De rechtbank wees den eisch van de fabriek af. Bij hare motiveering maakte zij onderscheid dusschen grove en lichte nalatigheid. Voor grove nalatigheid nam zij aansprakelijkheid aan, maar de. rekenfout beschouwde de rechtbank als een licht verzuim, want ieder' mensch is niet altijd op zijn best en kan zich wel eens vergissen. Maar de -ingenieur had toch moeten bedenken, voerde de fabrieksdireetie aan, dat een telfout in de duizendtallen dadelijk een heel ander cijfer geeft. Zeker, ze ide rechtbank, maar vergissen blijft al tijd menschelijk, en als men met recht een inge nieur voor dergelijke fouten aansprakelijk zou willen stellen, dan zou men moeten beginnen met- zijn salaris op zoodanig peil te brengen, dat er rekening gehouden wordt met de kans van, dergelijke misrekeningen. Vergissen, we zijn het met den magistraat eens, is'een zeer menschelijke eigenschap, die groot.ere proportie aanneemt naarmate het denkvermogen eclipseert. Gebeurt dit echter door den drank dan. wordt dit gedebiteerd onder een ander hoofd. In enkele café's in Noord-Brabant leest men de volgende wijsheid: Het drinken leert men eerst, Eerst later leert men eten, Zou hij dan, als hiji ouder wordt, Het drinken dan vergeten? Een inwoner van hét vriendelijke stadje Hoel had eenige drinkgelegenheden bezocht en, niet tegenstaande er geen alcoholische dranken meer 'worden geschonken, was hij in de opgewekte stem ming geraakt, waarin men tegen de politie zoo- Wel als tegen de voorbijgangers zijn hart -uit spreekt. De rechtbank van Ho-ei mocht dat niet lijden. Die drinkebroer werd veroordeeld en wel tot één maand gevangenisstraf en 150 frs. geldboete, subs. 15 dagen, ter zake beleediging en ops+and tegen de politie; 6 maanden omdat hij de politie met een mes had bedreigd; 1 maand en 150 frs. geldboete, subs. 15 dagen ter zake slagen en verwondingen aan een voorbijganger; 60 frs. geld boete, subs. 3 dagen, ter zake beleediging van denzelfden voorbijganger; 75 frs. geldboete ter zake bedreigingen, tegenover denzelfde; 75 frs. geldboete ter zake slagen toegebracht aan diens ihond!; 45 frs. ter zake dronkenschap in 't open baar. i i De beklaagde had het geluk gehad slechts één politieagent, één voorbijganger en éen hond te ontmoeten. Belgisch® Brieven VI. JD!e Vlaamsche taalbeweging; (Slot). i Men moet zich afvragen: "VVat willen de, het onderste uit de kan willen hebbende Vlamingen? Laren wij de zaak eens opjectief zonder sym- of antipathie beschouwen. Deze ultra's willen een .splitsing van België, zooiets dus als een per- soneole unie, zooals die indertijd tusscheu Zweden en Noorwegen bestond. Natuurlijk zou dit slechts een eerste stap zijn. Elk der deelen zo uizijn eigen weg moeten gaan, de betrekkelijke macht van. België, waar dank zij den moed zijner zonen- tóe'hnog wel eenige respect voor is, zou gebro ken. zijn. Vat zou er met Brussel moeten gebeu ren? Zou het een neutraal Vlaamsch-Vaalsch miniatuurlandje op zich zelf moeten worden ft<Of zou het. ook verdeeld moeten worden, met de grens in 't midden der groote boulevards, zoodat je 's avonds op de Place de Brouckhère bij Métro- ipole ging soupeeren in Vallonië om na afloop aan den overkant in Vlaanderen -de revue „Ga y est" in de Scala te gaan zien? Want als men eerlijk aan 't verdoelen gaat, zou men Brussel noch bij het, een noch bij hét andere nieuwe landje kunnen inlijven. Brussel is de ziel van België, voila tout. De geest van Uilenspiegel, de Eransche beschaving het Vlaamsche karakter met al zijn deugden en gebreken, de blaaskakerij a la Conscience, de Beu- alemanserie, de religieuse mystiek, de piëteit voor het verleden, het romantische, critiseerende re- volutiestroovuur als in de Stomme van Portiei. „Het vaderland gaf mij 't leven Ik geef het de vrijheid weer", de stoer-krachtige bloedmenging met het zestien de eeuwsche Nederlanders lichaam en de onder Eranschen invloed vervormden geest, die toch nooit een copy van Parijs zal worden. Vat zou men van Brussel willen maken? Een waterhoofd op een klein zwa. Michaampje als Veenen nu is? Nogmaals wat willen de ultra's? Twee landjes creëeren, die te zwak zijn om op eigen beenen te staan? Vallonië, zal best in 't groote Eransche lichaam worden opgelost. Dit proces zal weinig moeite kosten. Maar Vlaand: ren: Er zijn altra's die denken aan een samenvoeging der Vlaamsche provincies met Nederland. Ik zal hierop maar niet verder ingaan, maar er alleen aan herinneren dat Noord-Nederlanders en Vla mingen heel beste buren kunnen zijn, "van tijd to ttijd ook als vrienden met elkaar kunnen om gaan, maar wanneer ze gedwongen altijd te saam moeten zijn, onverbiddellijk in voortdurende twist moeten leven. Zijn wij nuchter, de Hollander is (in 't algemeen) het nog erger. Er zijn natuurlijk uit zonderingen: Hollanders diewat hun karakters en opvattingen betreft nader staan bij ons dan bij hun landgenooten. Maar met de groote massa is dit niet het geval: hij komt graag in onze groote steden, hangt er vaak de beest uit, is soms zeer onhebbelijk, bespot alles wat hij niet begrijpt, niet kent en anders is dan in Noord-Nederland. Er zijn ook Nederlanders, die niet uitbundig zijn, maar hun echt-Holland)schen geest toonen door.., onbeholpenheid. Als wij dan misschien even glimlachend fluisteren „Keeskoppen" dan bewijst dit voldoende, dat Noord-Nederlanders (in 't algemeen) en Vlamingen veel verder van elkaar staan dan laatstgenoemden en Valen. Ook de Noord-Nederlanders voelen niets voor zulk een fusie; zeker niet de katholieken, die meermalen verklaren dat de mentaliteit in onze katholieke centra geheel anders is dan bij hen. 'Er is een oogenblik sprake geweest dat Zuid- Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen om strategische redenen „Bels" zou moeten worden. Voor 1900 zou 'tnog zoo gek niet geklonke nhebben, wijl toen de bewoners dier streken zich absoluut niet! Hol- landsch gevoelden. Hun mentaliteit was „Bels", zij dachten als Belgen, intéresseerden zich in hoofdzaak voor wat in België geschiedde, terwijl het Nederlandsche geld daar een zeldzaamheid was. Men sprak in Maastricht, in Sas. van Gent Eransch en rekende met Erancs of in Zuid,Lim burg ook met Marken. Men deed alleen zaken met België (en Duitschland). Elk Zuid-Limburger kende goed den weg in Luik, Brussel en Antwer pen, elke Zeeuwsch-Vlaming in de heide laatste steden en Gent. Maar in Amsterdam had mis schien geen 2 pet. van de bevolking dier streken o.oit een voetgezet. Als men in 1900 een yolks- stemming had gehouden, dan ben ik overtuigd dat 75 pet. voör aansluiting bij België had gestemd. De oorlog heeft echter een groote ommekeer ge bracht in die zienswijze. Zij begrepen het als neutrale Hollandsche grensbewoners beter te heb ben dan als Belgen. Ook de politiek (bijv. het langdurig ministerschap van jhr. B.uys de Bee- renbrouck) is hierop van invloed geweest. Doch stel u nu eens voor- dat menschen uit die streken luidruchtig manifesteerden voor aanslui ting bij België, dat er Belgen overkwamen om hen een handje te helpen, zij spectakel maakten voor de woningen der Nederlandsch gezinde burgers, dat zij ook naar Amsterdam gingen en daar rel letjes maakten op Dam 'en Bembrandtplein, wat zou politie en justitie en waarschijnlijk ook !de burgerij met deze brutale burgeroorlog zoekende landverraders doen? Met de menschen dus, die de patriotten voor „Nederlandsche kliek" uitschel den? i Datzelfde gebeurt thans in België, de Vlaam sche ultra's die den burgerkrijg' zoeken, noemen de loyale landgenooten Belgicisten, Belgen, maar op een schampere, minachtende wijze. Wanneer in een ander land, zco door een deel der bevolking werd opgetreden, werd dit misschien doodgeslagen als ratten. 1 België is o zoo nuchter! Elke Belg £wetst wel eens graag en vindt het ook niet zoo erg als een ander het doet. Het laat maar schreeuwen. Maar te verwonderen is het niet, wanneer in onze pers van tijd -tot tijd een an'ti-Hollandsche stem klinkt. Het spreekt van zelf dat deze ultra's aan da 'Vlaamsche zaak veel schade doen. Waar men zich in-België vrijelijk van de twee talen kan bedienen, is hét begrijpelijk dat men nu bij voorkeur geen Vlaamsch spreekt, om duidelijk te doen uitkomen dat men met de verraderspartij in geen relatie staat. België maakt thans een moeilijken tijd door. Men wijt dit voor een deel aan 't Vlaamsche ge zwets. Wat 'België noodig, heeft als brood is vreemdelingenverkeer en vooral de dwangwetten ten opzichte van alcohol-verkoop in 't kléin heb ben veel schade gedaan. Het vreemdelingtenver- keer lijdt er onder, de financiën nog meer. Bijna geheel België snakt er naar-dat die dwangwetten zullen worden opgeheven, in 't bijzonder de partij die in 't dagblad „La nation Beige" haar orgaan heeft. En 'tis dezelfde partij, die ook ten krach-- tigste de ultra flaminganten bestrijdt. Er zit dus nog wel iets anders aan vast dan alleen de kwestie van welke taal men zich wenscht te bedienen om zijn gedachten uit 'te drukken. Daarvoor vecht een verstandig Belg niet Rheumatiek, Influenza, Gevatte Koude, Kiespijn Geen beter mitMel hiertegen dan Mijnhardt's Sanapirin-tabletten. Hij is blij dat hij 't voordeel heeft op den Eranschman en den Nederlander dat hij zich ge makkelijk in de beide talen kan uitdrukken. Aan welke taal hij in privé de voorkeur geeft, is zijn eigen zaak. Wanneer hij een of andere min of meer officieele gelegenheid thans geweigerd wordt Vlaamsch te spreken, dan vindt dat zijn oorzaa kin het provoceerend optreden der ultra- flainiganten en der Hollanders, die zich in een binnenlandsch-Belgisch geschil mengen. Willen wij strijden niet met de wapenen dér harharen, maar met gepaste middelen voor onze schoone Vlaamsche taal, laten wij dan voort gaan, zooals wij ook in 1914 deden, onze pers <en tooneel op steeds hooger peil te brengen, bij voorkeur en in 't publiek Vlaamsche dagbladen te lezen en in de Vlaamsche deelen van 'tland ook tegen vreemden in de eerste plaats, Vlaamsch te spreken. Blijkt het dat zij onze kaal niet' vol doende machtig zijn, dan kunnen wij ze geluk kig! te hulp komen. f Maar, naast deze vrijheid, die we voor ons zelf I eischen, laten we ook de Walen en de bij voor keur Fransch-sprekenden, dezelfde vrijheid. Het •Eransch klinkt ons niet in de ooren als de taal van Ludendorff, Naast Frankrijk hebben we ge streden en overwonnen. Zij waardeeren hen, dé Belgen wier opvoeding op Eranschen leest was geschoeid. Leeuwen, die achter bet Yzerfront tegen de Teutonische rooverbenden hebbfen ge streden, mits wij ons niet encanailleeren met de verradersbent. Laten wij zorgen dat onze mooie Vlaamsche intellectueele strijd niet bezoedeld wordt door .scheurmakers en wie weet door nog aan Duitsch land verkochten. Het zijn moeilijke dagen voor ons oprechte Vlamingen, maar wij zullen er door komen. Zonder hulp van huiten, zonder hulp van dat deel onzer Nederlandsche broeders, dat een geheel verkeerd denkbëéld heeft van onzen strijd en dat denkt dat wij arme schapen zijn, die door de Eranschen, Franskiljons of Walen (dit weten zij zoo precies niet) worden onderdrukt en die er naar smachten het juk af te werpen, maar bovenal zonder hulp van de pro-Duitsche pers in zekere bevriende nabuurstaat, wier zo,et ge fluit ons niet lokken zal. Plaatselijk Nieuws NOORDSCHARWOUDE. Hieronder laten wij volgen de lezing, door den heer Mallekote, hoofd der school alhier, gehouden op ide ouderavond van Maandag j.l. JAN LIGTHART. Wanneer ik boven deze inleiding tot opschrift plaats „Jan Ligthart", dan moet ik beginnen met te zeggen, dat het ten 'eisnen male onmogelijk is, in een kort bestek alles omtrent dezen grooten paedagoog 'mede te deelen. Het zou niet moeilijk vallen de stof te splitsen en, dan als onderwerpen te kiezen:- i. Ligthart als schoolhoofd. 1 2. Ligthart als taalleeraar. 3. Ligthart - als schrijver. 4. Ligthart als Christen. 5- Ligthart als spreker. 6. Ligthart als .mensch. f etc. Zonder uit deze één bepaald onderdeel te kie zen, heb ik mij voorgenomen u eerst iets te ver tellen uit Ligthart's lpven. Daarna hem te bezien als onderwijzer, om te ■eindigen met u eenige van zijn mooiste lessen uit onze schoolboekjes voor te lezen. Het aantal groote mannen, dat de geschiedenis op verschillend gebied telt, is vrijwel gering. Zeer zeker mag dit gezegd worden, wanneer wij bet ter rein der opvoedkunde onder den lens nemen. Wel treft men vaak onderwijzers en onderwijze ressen aan, die in hun naaste omgeving naam heb ben gemaakt .en die bekend staan als „een goeie meester" of „een uitstekende juffrouw", een enke le slaat zijn vleugels nog wat wijder uit en weet een boekje op zijn of haar naam te doen uitgeven, daar blijft het bij. Hun namen zijn na volbrach ten diensttijd spoedig verloren. Werkelijk 'groote mannen komen in de onder wijswereld zeer zelden vóór. Dat moeten zijn man nen. of vrouwen, die iets hebben voortgebracht, over wien bij hun leven een groot gedeelte der beschaafde wereld spreekt en.die de historie ons nageslacht zal doen kennen. Het' zijn er slechts enkele, maar van die weinigen, meen ik, dient Jan Ligthart vermeld te worden. Bij zijn leven hebben veel personen waaron der velen uit het buitenland hem van nabij gade geslagen en heel wat geschriften hebben zijn idee- en andéren deelachtig doen worden. Thans nog een jaar of 8 na zijn dood heeft dé naam Ligthart in Zweden, Noorwegen en ande re landen een goeden klank, in Zweden vooral werd hij zeer hoog geacht^ meer gewaardeerd mis schien dan in eigen land. r Jan Ligthart eigenlijk Gerard Jan Ligthart werd ii Januari 1859 te Amsterdam geboren.- Zijn vader behoorde tot een bekende Amsterdam- sche familie, was een teer, goedig man, doch ge noot een zwakke gezondheid. In erge mate lijden- do aan toevallen, met weinig inzicht in zaken, was het hem onmogelijk zijn gezin op maatschap pelijk peil te houden. Zorgen en moeite waren dagelijkschie bekenden in de woning der Ligtharts. Gelukkig was daar iemand, die bereid en in staat was, met blijmoedige opgewektheid aan alle nood-en het hoofd te bieden. Dat was de moeder van Jan Ligthart, een domi- née's dochter uit Klundert, een eenvoudige christin, dia in haar leven getoond heeft, dat hst geluk voor zich zelven gezocht en gevonden wordt in hst ge luk,; dat men- anderen bereidt. Door haar kinderen werd zij zeer bemind ,en een der gevoeligste en meest teere verzen van „haai Jan" is aan Haar gewijd. Ongetwijfeld zou zij getoond hebben, bij verdere studie, een vrouw te zijn met talenten. Over de jeugd van Jan Ligthart wensch ik niets te) zeggen. Ieder zou ik met klem aanraden eens te lezen „Jeugdherinneringen", een zeer aanbevelens waardig werk van L.'s Jiaa4,. waarin hij tot, in;, bij zonderheden alles uit zijn jfeugd' .'ijlèedeelt/ knop. gesmukt, precies zooals de gebeurtenissen in zijn jeugd hem voor den geest stonden. Zijn oudste broer Dorus L. kon er van zeggen, dat ze geheel juist wapen, alleen had Jan L. te veel licht laten vallen op zijn kwajongens. |strleken5te weinig op zijn deugden* Jan was een buitengewoon lief kind, evenwel geen heilig boontje die met zijn makkers best kon meedoen. Na zijn schooljongenajaren werd hij kweekeling en kwam als zoodanig aan de school van den heer Mitze. Na de school bezocht hij de „sthSsiés^éii" zich theoretisch in hef bnderwijsvakte "bèkwamfeS; De zorgen thuis waren in dié jarén" gïöötéf idatr ooit. - In den winter kon er eén ovéijas. ntet op oyer, schieten. r „Ik hard me", zei Jan.,- als,hij,in denioppas. zijn ouderlijk huis opzocht, zijn lief ouderlijk huis, waar van een buitenstaander niet wist, welks nöötjëii' daar heerscliten. v fl Jan deed examen, slaagde, en kwam als onder wijzer aan dezelfde school'bij dén heer Mitze, waar hij als kweekeling zijn opleiding had genoten, Eenige moeilijke jaren' van zoeken, naar ,antwöör- den op de verschillende, godsdienstige vraagstuk ken! heeft hij tóen doorgemaakt.' .4% Aan die school leerde hij een orid'érwij'zëresje Éeni-;' nen, Rachel Maria Lien.' Cachet, éen dochtfèr'vall een Amsterdamsch schoolhoofd, van Joodsche 'af komst, wier familie -een streng christelijke (calvi nistische) levensopvatting was toegedaan.,-; m- Zij is het geweest, dié Ligthart in latere, jaren, heeft geschraagd bij zijn werk,, vooral toen; zijp ze- zondheid begon te wankelen.^ Een zeer gelukkig huwelijk van in de dertig ,j& ren js het geweest. -: - Pe Leer Mitze zag hem vaak met grOöte|Ée?örgd- h-eid: aan en verwachtte niets minder clan'- bèm 'nog eens dood voor de. klas te vinden; De heer Mitze vergiste zich evenwel. Ligthart wist stand te houden, zette: zich over, zijn- lMha- m-elijk-e zwakheid heen en .studeerde, y.oör zijn Mge- meene ontwikkeling en zijn examens- als de. heste.j Na één mislukking te Utrecht haalde hij de hoofdacte en ging toen aan den arbeid voof. de vergelijkende examens als hoofd van eén school. Om tot hoofd eener school- in èèii der groote steden benoemd te worden,., was. hét in -de!"jareii i860 tot 1890 vrijwel dealgemeene gewoonte, de sollicitanten aan een examen te onderwerpen. Die, waren niet gemakkelijk en eisch tien van de can: di-daten ontzettend veel voorbereiding.. Na zijn beroemd worden had hij' on'getwijfèld één hoogere betrekking kunnen krijgen-..- Mien heeft hém. daartoe nooit aangezocht omdat men wist, dat het hem leed zou doen, zijn .school te verlaten. Er is eens sprake geweest.van 4estichting yan een model-kw-eekschool. Het directeurschap!-moest bij de uitvoering van die plannen op£ëdragëh' wor den aan Ligthart. Gelukkigvoor L. is het zoover niet gekomen. Die hem van nabij gekiend hébben;' beweren, dat .hij misschien zou hebben aangeriomërij' niet omdat hij tuk was op' di-e ojidëf-schëiding, doch alleen omdat hij aan die inrichting :kon werken in het belnag van jijn medemenschen., 41- jaar heeft hij -de leiding, in handen ,g,ehad: iep, nooit is tusscheu hem en een zijner ondièrgéso'tóÉteni een hard of leelijk woord gewisseld" En zijn leer lingen? y y ::y - -:-:v 1 „Kindervreugde" had zijri. scMMil -künnéh! ttèëtieh; Vroolijkheid en vreugde- trachtte' Jari' in'"de school aan te kweeken. Zonder deze kan een kind niet tieren. .- .-. De kinderen beschouwden hem alë- een -gropten peelkameraad -en terecht, want L .gaf zich- geheel a al. y Hij was een kind onder de kinderen. - y: Aan;-zijn school heerschte de meest 'mógelijke vrijheid. Evenwel vrijheid zonder tucht leidt tot tot lasbandigheii. y Kinderen moeten vrijheid hebben vrijheid so te doen wat wij willen. Om zoo'n vrijheid te verkrijgen: moest er- gs-i strengheid heer'schen. En Ligthart was streng,- Toch' zouden de kinderen vreemd opgekeken; heb ben. als men ze over het streng-zijin van L. had ge vraagd. Voor hen was hij'de goedheid'in persoon, die zelden gromde en nooit lichamelijk kastijdde, Door zijn invloed werd op 'de school nooit ge slagen. Zijn straffen waren zijn woorden en zijn blik, die tot in het hart dér leerlingen do brdrorig. Za gevóelden dat zij niet uit wraak, maar om te verbeteren werden gestraft- -.-!■ L. eischte -een stipte géhoorzaamhieid. Bij zijn onderwijs was het in de klas altijd stil. Verbieden kwam! zelden voor. Op z':n tlijd klonk een vroolijk gelach door'hét lokaal, doch was het tijd van werken, dari géeri pardon. Onverbiddelijk werd aan dien regel vastgehouden: Hij wist het kind tot zich te trekken, zijn volle persoonlijkheid werd aan d-e kinderen gegeven en met zekerheid kan worden geziegd, dat Ligthart in de. harten der oud-leerLingen blijft voortleven. (Slot volgt.) UIT DEN OMTREK HKKKiirmuvAAiii:. Onder leiding van den heer Kleinjan, veearts te Alkmaar^ zal voor de afdeeling van de Holl. Maatschappij van Landbouw een1 öursus "worden gehouden in veekennis. Hiervoor hebben zich elf' deelnemers aangemeld. Binnenkort zal deze cur sus worden geopend. y y - -y t Kiei sch arëi J ;Bec

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1924 | | pagina 4