-■-
Als jong hoofd deed L. zijn intrede, in de een-
voudige volksschool in de Tullinghstraat in Den
Haag, waaraan hij altijd, verbonden,, is gebleven.
De beroemd geworden school in 'de! Tullingh
straat heeft L. behouden tot zijn dóód, waaruit
één van d-e mooie karaktereigenschappen van Jan
L. spreekt. ■- v-
•JMaar Het heele terras is vol attentie, vol afwaeh-
tijis- Dar toetert de meneer door zijn hoorn:
„Gusiaafhé GustaafZeg, ga vanavond mee
naar het. „Gasino dé Paris," daar moét een prachi-
revne gegeven worden!" Én nog èens: „Naar het
„Gasino de Paris" een praehtrevue geven ze
'daarMeteen rijdt de auto verder. De café-gasten
hegrijpen, dat ze te doen hebben met een bijzon
der handige manier van reclame maken,n uitge
vonden door den directeur van het Casino.
De kracht van het gesproken woord, een goed
gedocumenteerde rede, beide zijn niet te onder
schatten en zelfs schriftelijk kan men heel goed
zijn belangen bepleiten, mits... in den goeden
toon en stijl.
'f Gebeurde onlangs in zekere garnizoensplaats
dat de comp.-commandant zijn manschappen liet
aantreden. Toen de mannen netjes in 't gelid ge
richt stonden, beval de kapitein:
Wie van muziek houdt, maakt twee passen
voorwaarts. 'nStuk of zes soldaten traden uit
de compagnie naar voren.
Dan halen jullie bij sergeant Bruin vier
hoog de oude piano en brengen die naar de ean-
tine. Ingerukt marsch!
Niet letterlijk opgevat moet ook hef volgende
gespxek
Slager (tot zijn knecht): „Jan, een beetje vlug
Vandaag, 'tis morgen feestdag en er is nog heel
wat te doen. Vooruit dus. Hak de beenen eens af
van mijnheer Diaters, kap het ruggestuk weg
van mevrouw Pieman, snij de tong uit -van juf
frouw Niemen, rangeer de ribben van professor
Klub".
Jan: „Ja baas, zoo dadelijk. Ik ben juist bezig
met de lever uit te halen van buurman Stug,
dan moet ik de kalfspoot nog afzagen van dok
ter Belt, dan de hersens uithalen van den school
meester. De kalfskop van den hotelhouder zal ik
maar laten zitten tot vanavond."
Zeker, men moet bij 't werk op zijn tellen pas
sen, want kleine oorzaken kunnen g?oote gevol
gen hebben. Een ingenieur 'in een fabriek in
iTwenthe had bij het verstrekken van een belang
rijke prijsopgave een rekenfout in de becijfering
der duizendtallen gemaakt, met als gevolg 'n
veel te lage. prijsberekening en schade voor de
fabriek. Deze sprak hem om schadevergoeding
aan, welke de ingenieur weigerde te betalen, 't
iWerd een procedure voor de rechtbank te Alme
lo, De rechtbank wees den eisch van de fabriek
af. Bij hare motiveering maakte zij onderscheid
dusschen grove en lichte nalatigheid. Voor grove
nalatigheid nam zij aansprakelijkheid aan, maar
de. rekenfout beschouwde de rechtbank als een
licht verzuim, want ieder' mensch is niet altijd
op zijn best en kan zich wel eens vergissen. Maar
de -ingenieur had toch moeten bedenken, voerde
de fabrieksdireetie aan, dat een telfout in de
duizendtallen dadelijk een heel ander cijfer geeft.
Zeker, ze ide rechtbank, maar vergissen blijft al
tijd menschelijk, en als men met recht een inge
nieur voor dergelijke fouten aansprakelijk zou
willen stellen, dan zou men moeten beginnen
met- zijn salaris op zoodanig peil te brengen, dat
er rekening gehouden wordt met de kans van,
dergelijke misrekeningen.
Vergissen, we zijn het met den magistraat eens,
is'een zeer menschelijke eigenschap, die groot.ere
proportie aanneemt naarmate het denkvermogen
eclipseert. Gebeurt dit echter door den drank
dan. wordt dit gedebiteerd onder een ander hoofd.
In enkele café's in Noord-Brabant leest men de
volgende wijsheid:
Het drinken leert men eerst,
Eerst later leert men eten,
Zou hij dan, als hiji ouder wordt,
Het drinken dan vergeten?
Een inwoner van hét vriendelijke stadje Hoel
had eenige drinkgelegenheden bezocht en, niet
tegenstaande er geen alcoholische dranken meer
'worden geschonken, was hij in de opgewekte stem
ming geraakt, waarin men tegen de politie zoo-
Wel als tegen de voorbijgangers zijn hart -uit
spreekt.
De rechtbank van Ho-ei mocht dat niet lijden.
Die drinkebroer werd veroordeeld en wel tot één
maand gevangenisstraf en 150 frs. geldboete,
subs. 15 dagen, ter zake beleediging en ops+and
tegen de politie; 6 maanden omdat hij de politie
met een mes had bedreigd; 1 maand en 150 frs.
geldboete, subs. 15 dagen ter zake slagen en
verwondingen aan een voorbijganger; 60 frs. geld
boete, subs. 3 dagen, ter zake beleediging van
denzelfden voorbijganger; 75 frs. geldboete ter
zake bedreigingen, tegenover denzelfde; 75 frs.
geldboete ter zake slagen toegebracht aan diens
ihond!; 45 frs. ter zake dronkenschap in 't open
baar. i i
De beklaagde had het geluk gehad slechts één
politieagent, één voorbijganger en éen hond te
ontmoeten.
Belgisch® Brieven
VI.
JD!e Vlaamsche taalbeweging;
(Slot). i
Men moet zich afvragen: "VVat willen de, het
onderste uit de kan willen hebbende Vlamingen?
Laren wij de zaak eens opjectief zonder sym-
of antipathie beschouwen. Deze ultra's willen
een .splitsing van België, zooiets dus als een per-
soneole unie, zooals die indertijd tusscheu Zweden
en Noorwegen bestond. Natuurlijk zou dit slechts
een eerste stap zijn. Elk der deelen zo uizijn
eigen weg moeten gaan, de betrekkelijke macht
van. België, waar dank zij den moed zijner zonen-
tóe'hnog wel eenige respect voor is, zou gebro
ken. zijn. Vat zou er met Brussel moeten gebeu
ren? Zou het een neutraal Vlaamsch-Vaalsch
miniatuurlandje op zich zelf moeten worden ft<Of
zou het. ook verdeeld moeten worden, met de
grens in 't midden der groote boulevards, zoodat
je 's avonds op de Place de Brouckhère bij Métro-
ipole ging soupeeren in Vallonië om na afloop
aan den overkant in Vlaanderen -de revue „Ga
y est" in de Scala te gaan zien? Want als men
eerlijk aan 't verdoelen gaat, zou men Brussel
noch bij het, een noch bij hét andere nieuwe landje
kunnen inlijven.
Brussel is de ziel van België, voila tout. De
geest van Uilenspiegel, de Eransche beschaving
het Vlaamsche karakter met al zijn deugden en
gebreken, de blaaskakerij a la Conscience, de Beu-
alemanserie, de religieuse mystiek, de piëteit voor
het verleden, het romantische, critiseerende re-
volutiestroovuur als in de Stomme van Portiei.
„Het vaderland gaf mij 't leven
Ik geef het de vrijheid weer",
de stoer-krachtige bloedmenging met het zestien
de eeuwsche Nederlanders lichaam en de onder
Eranschen invloed vervormden geest, die toch
nooit een copy van Parijs zal worden.
Vat zou men van Brussel willen maken? Een
waterhoofd op een klein zwa. Michaampje als
Veenen nu is? Nogmaals wat willen de ultra's?
Twee landjes creëeren, die te zwak zijn om op
eigen beenen te staan? Vallonië, zal best in 't
groote Eransche lichaam worden opgelost. Dit
proces zal weinig moeite kosten. Maar Vlaand:
ren:
Er zijn altra's die denken aan een samenvoeging
der Vlaamsche provincies met Nederland. Ik zal
hierop maar niet verder ingaan, maar er alleen
aan herinneren dat Noord-Nederlanders en Vla
mingen heel beste buren kunnen zijn, "van tijd
to ttijd ook als vrienden met elkaar kunnen om
gaan, maar wanneer ze gedwongen altijd te saam
moeten zijn, onverbiddellijk in voortdurende twist
moeten leven. Zijn wij nuchter, de Hollander is (in
't algemeen) het nog erger. Er zijn natuurlijk uit
zonderingen: Hollanders diewat hun karakters en
opvattingen betreft nader staan bij ons dan bij
hun landgenooten. Maar met de groote massa is
dit niet het geval: hij komt graag in onze groote
steden, hangt er vaak de beest uit, is soms zeer
onhebbelijk, bespot alles wat hij niet begrijpt, niet
kent en anders is dan in Noord-Nederland.
Er zijn ook Nederlanders, die niet uitbundig
zijn, maar hun echt-Holland)schen geest toonen
door.., onbeholpenheid. Als wij dan misschien
even glimlachend fluisteren „Keeskoppen" dan
bewijst dit voldoende, dat Noord-Nederlanders (in
't algemeen) en Vlamingen veel verder van elkaar
staan dan laatstgenoemden en Valen.
Ook de Noord-Nederlanders voelen niets voor
zulk een fusie; zeker niet de katholieken, die
meermalen verklaren dat de mentaliteit in onze
katholieke centra geheel anders is dan bij hen.
'Er is een oogenblik sprake geweest dat Zuid-
Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen om strategische
redenen „Bels" zou moeten worden. Voor 1900 zou
'tnog zoo gek niet geklonke nhebben, wijl toen
de bewoners dier streken zich absoluut niet! Hol-
landsch gevoelden. Hun mentaliteit was „Bels",
zij dachten als Belgen, intéresseerden zich in
hoofdzaak voor wat in België geschiedde, terwijl
het Nederlandsche geld daar een zeldzaamheid
was. Men sprak in Maastricht, in Sas. van Gent
Eransch en rekende met Erancs of in Zuid,Lim
burg ook met Marken. Men deed alleen zaken
met België (en Duitschland). Elk Zuid-Limburger
kende goed den weg in Luik, Brussel en Antwer
pen, elke Zeeuwsch-Vlaming in de heide laatste
steden en Gent. Maar in Amsterdam had mis
schien geen 2 pet. van de bevolking dier streken
o.oit een voetgezet. Als men in 1900 een yolks-
stemming had gehouden, dan ben ik overtuigd dat
75 pet. voör aansluiting bij België had gestemd.
De oorlog heeft echter een groote ommekeer ge
bracht in die zienswijze. Zij begrepen het als
neutrale Hollandsche grensbewoners beter te heb
ben dan als Belgen. Ook de politiek (bijv. het
langdurig ministerschap van jhr. B.uys de Bee-
renbrouck) is hierop van invloed geweest.
Doch stel u nu eens voor- dat menschen uit die
streken luidruchtig manifesteerden voor aanslui
ting bij België, dat er Belgen overkwamen om hen
een handje te helpen, zij spectakel maakten voor
de woningen der Nederlandsch gezinde burgers,
dat zij ook naar Amsterdam gingen en daar rel
letjes maakten op Dam 'en Bembrandtplein, wat
zou politie en justitie en waarschijnlijk ook !de
burgerij met deze brutale burgeroorlog zoekende
landverraders doen? Met de menschen dus, die
de patriotten voor „Nederlandsche kliek" uitschel
den? i
Datzelfde gebeurt thans in België, de Vlaam
sche ultra's die den burgerkrijg' zoeken, noemen
de loyale landgenooten Belgicisten, Belgen, maar
op een schampere, minachtende wijze. Wanneer
in een ander land, zco door een deel der bevolking
werd opgetreden, werd dit misschien doodgeslagen
als ratten. 1
België is o zoo nuchter! Elke Belg £wetst wel
eens graag en vindt het ook niet zoo erg als een
ander het doet. Het laat maar schreeuwen. Maar
te verwonderen is het niet, wanneer in onze pers
van tijd -tot tijd een an'ti-Hollandsche stem klinkt.
Het spreekt van zelf dat deze ultra's aan da
'Vlaamsche zaak veel schade doen. Waar men zich
in-België vrijelijk van de twee talen kan bedienen,
is hét begrijpelijk dat men nu bij voorkeur geen
Vlaamsch spreekt, om duidelijk te doen uitkomen
dat men met de verraderspartij in geen relatie
staat.
België maakt thans een moeilijken tijd door.
Men wijt dit voor een deel aan 't Vlaamsche ge
zwets. Wat 'België noodig, heeft als brood is
vreemdelingenverkeer en vooral de dwangwetten
ten opzichte van alcohol-verkoop in 't kléin heb
ben veel schade gedaan. Het vreemdelingtenver-
keer lijdt er onder, de financiën nog meer. Bijna
geheel België snakt er naar-dat die dwangwetten
zullen worden opgeheven, in 't bijzonder de partij
die in 't dagblad „La nation Beige" haar orgaan
heeft. En 'tis dezelfde partij, die ook ten krach--
tigste de ultra flaminganten bestrijdt.
Er zit dus nog wel iets anders aan vast dan
alleen de kwestie van welke taal men zich
wenscht te bedienen om zijn gedachten uit 'te
drukken. Daarvoor vecht een verstandig Belg niet
Rheumatiek, Influenza, Gevatte Koude, Kiespijn
Geen beter mitMel hiertegen dan Mijnhardt's Sanapirin-tabletten.
Hij is blij dat hij 't voordeel heeft op den
Eranschman en den Nederlander dat hij zich ge
makkelijk in de beide talen kan uitdrukken. Aan
welke taal hij in privé de voorkeur geeft, is zijn
eigen zaak. Wanneer hij een of andere min of
meer officieele gelegenheid thans geweigerd
wordt Vlaamsch te spreken, dan vindt dat zijn
oorzaa kin het provoceerend optreden der ultra-
flainiganten en der Hollanders, die zich in een
binnenlandsch-Belgisch geschil mengen.
Willen wij strijden niet met de wapenen
dér harharen, maar met gepaste middelen voor
onze schoone Vlaamsche taal, laten wij dan voort
gaan, zooals wij ook in 1914 deden, onze pers
<en tooneel op steeds hooger peil te brengen, bij
voorkeur en in 't publiek Vlaamsche dagbladen
te lezen en in de Vlaamsche deelen van 'tland
ook tegen vreemden in de eerste plaats, Vlaamsch
te spreken. Blijkt het dat zij onze kaal niet' vol
doende machtig zijn, dan kunnen wij ze geluk
kig! te hulp komen. f
Maar, naast deze vrijheid, die we voor ons zelf I
eischen, laten we ook de Walen en de bij voor
keur Fransch-sprekenden, dezelfde vrijheid. Het
•Eransch klinkt ons niet in de ooren als de taal
van Ludendorff, Naast Frankrijk hebben we ge
streden en overwonnen. Zij waardeeren hen, dé
Belgen wier opvoeding op Eranschen leest was
geschoeid. Leeuwen, die achter bet Yzerfront
tegen de Teutonische rooverbenden hebbfen ge
streden, mits wij ons niet encanailleeren met de
verradersbent.
Laten wij zorgen dat onze mooie Vlaamsche
intellectueele strijd niet bezoedeld wordt door
.scheurmakers en wie weet door nog aan Duitsch
land verkochten. Het zijn moeilijke dagen voor
ons oprechte Vlamingen, maar wij zullen er door
komen. Zonder hulp van huiten, zonder hulp van
dat deel onzer Nederlandsche broeders, dat een
geheel verkeerd denkbëéld heeft van onzen strijd
en dat denkt dat wij arme schapen zijn, die door
de Eranschen, Franskiljons of Walen (dit weten
zij zoo precies niet) worden onderdrukt en die
er naar smachten het juk af te werpen, maar
bovenal zonder hulp van de pro-Duitsche pers
in zekere bevriende nabuurstaat, wier zo,et ge
fluit ons niet lokken zal.
Plaatselijk Nieuws
NOORDSCHARWOUDE.
Hieronder laten wij volgen de lezing, door den
heer Mallekote, hoofd der school alhier, gehouden
op ide ouderavond van Maandag j.l.
JAN LIGTHART.
Wanneer ik boven deze inleiding tot opschrift
plaats „Jan Ligthart", dan moet ik beginnen met
te zeggen, dat het ten 'eisnen male onmogelijk is,
in een kort bestek alles omtrent dezen grooten
paedagoog 'mede te deelen.
Het zou niet moeilijk vallen de stof te splitsen en,
dan als onderwerpen te kiezen:-
i. Ligthart als schoolhoofd.
1 2. Ligthart als taalleeraar.
3. Ligthart - als schrijver.
4. Ligthart als Christen.
5- Ligthart als spreker.
6. Ligthart als .mensch. f etc.
Zonder uit deze één bepaald onderdeel te kie
zen, heb ik mij voorgenomen u eerst iets te ver
tellen uit Ligthart's lpven.
Daarna hem te bezien als onderwijzer, om te
■eindigen met u eenige van zijn mooiste lessen uit
onze schoolboekjes voor te lezen.
Het aantal groote mannen, dat de geschiedenis
op verschillend gebied telt, is vrijwel gering. Zeer
zeker mag dit gezegd worden, wanneer wij bet ter
rein der opvoedkunde onder den lens nemen.
Wel treft men vaak onderwijzers en onderwijze
ressen aan, die in hun naaste omgeving naam heb
ben gemaakt .en die bekend staan als „een goeie
meester" of „een uitstekende juffrouw", een enke
le slaat zijn vleugels nog wat wijder uit en weet
een boekje op zijn of haar naam te doen uitgeven,
daar blijft het bij. Hun namen zijn na volbrach
ten diensttijd spoedig verloren.
Werkelijk 'groote mannen komen in de onder
wijswereld zeer zelden vóór. Dat moeten zijn man
nen. of vrouwen, die iets hebben voortgebracht,
over wien bij hun leven een groot gedeelte der
beschaafde wereld spreekt en.die de historie ons
nageslacht zal doen kennen.
Het' zijn er slechts enkele, maar van die weinigen,
meen ik, dient Jan Ligthart vermeld te worden.
Bij zijn leven hebben veel personen waaron
der velen uit het buitenland hem van nabij gade
geslagen en heel wat geschriften hebben zijn idee-
en andéren deelachtig doen worden.
Thans nog een jaar of 8 na zijn dood heeft
dé naam Ligthart in Zweden, Noorwegen en ande
re landen een goeden klank, in Zweden vooral
werd hij zeer hoog geacht^ meer gewaardeerd mis
schien dan in eigen land.
r
Jan Ligthart eigenlijk Gerard Jan Ligthart
werd ii Januari 1859 te Amsterdam geboren.-
Zijn vader behoorde tot een bekende Amsterdam-
sche familie, was een teer, goedig man, doch ge
noot een zwakke gezondheid. In erge mate lijden-
do aan toevallen, met weinig inzicht in zaken,
was het hem onmogelijk zijn gezin op maatschap
pelijk peil te houden.
Zorgen en moeite waren dagelijkschie bekenden
in de woning der Ligtharts.
Gelukkig was daar iemand, die bereid en in
staat was, met blijmoedige opgewektheid aan alle
nood-en het hoofd te bieden.
Dat was de moeder van Jan Ligthart, een domi-
née's dochter uit Klundert, een eenvoudige christin,
dia in haar leven getoond heeft, dat hst geluk voor
zich zelven gezocht en gevonden wordt in hst ge
luk,; dat men- anderen bereidt.
Door haar kinderen werd zij zeer bemind ,en een
der gevoeligste en meest teere verzen van „haai
Jan" is aan Haar gewijd.
Ongetwijfeld zou zij getoond hebben, bij verdere
studie, een vrouw te zijn met talenten.
Over de jeugd van Jan Ligthart wensch ik niets
te) zeggen. Ieder zou ik met klem aanraden eens te
lezen „Jeugdherinneringen", een zeer aanbevelens
waardig werk van L.'s Jiaa4,. waarin hij tot, in;, bij
zonderheden alles uit zijn jfeugd' .'ijlèedeelt/ knop.
gesmukt, precies zooals de gebeurtenissen in zijn
jeugd hem voor den geest stonden.
Zijn oudste broer Dorus L. kon er van
zeggen, dat ze geheel juist wapen, alleen had Jan
L. te veel licht laten vallen op zijn kwajongens.
|strleken5te weinig op zijn deugden*
Jan was een buitengewoon lief kind, evenwel
geen heilig boontje die met zijn makkers best kon
meedoen.
Na zijn schooljongenajaren werd hij kweekeling
en kwam als zoodanig aan de school van den heer
Mitze.
Na de school bezocht hij de „sthSsiés^éii"
zich theoretisch in hef bnderwijsvakte "bèkwamfeS;
De zorgen thuis waren in dié jarén" gïöötéf idatr
ooit. -
In den winter kon er eén ovéijas. ntet op oyer,
schieten. r
„Ik hard me", zei Jan.,- als,hij,in denioppas. zijn
ouderlijk huis opzocht, zijn lief ouderlijk huis, waar
van een buitenstaander niet wist, welks nöötjëii'
daar heerscliten. v
fl
Jan deed examen, slaagde, en kwam als onder
wijzer aan dezelfde school'bij dén heer Mitze, waar
hij als kweekeling zijn opleiding had genoten,
Eenige moeilijke jaren' van zoeken, naar ,antwöör-
den op de verschillende, godsdienstige vraagstuk
ken! heeft hij tóen doorgemaakt.' .4%
Aan die school leerde hij een orid'érwij'zëresje Éeni-;'
nen, Rachel Maria Lien.' Cachet, éen dochtfèr'vall
een Amsterdamsch schoolhoofd, van Joodsche 'af
komst, wier familie -een streng christelijke (calvi
nistische) levensopvatting was toegedaan.,-; m-
Zij is het geweest, dié Ligthart in latere, jaren,
heeft geschraagd bij zijn werk,, vooral toen; zijp ze-
zondheid begon te wankelen.^
Een zeer gelukkig huwelijk van in de dertig ,j&
ren js het geweest. -: -
Pe Leer Mitze zag hem vaak met grOöte|Ée?örgd-
h-eid: aan en verwachtte niets minder clan'- bèm 'nog
eens dood voor de. klas te vinden;
De heer Mitze vergiste zich evenwel. Ligthart
wist stand te houden, zette: zich over, zijn- lMha-
m-elijk-e zwakheid heen en .studeerde, y.oör zijn Mge-
meene ontwikkeling en zijn examens- als de. heste.j
Na één mislukking te Utrecht haalde hij de
hoofdacte en ging toen aan den arbeid voof. de
vergelijkende examens als hoofd van eén school.
Om tot hoofd eener school- in èèii der groote
steden benoemd te worden,., was. hét in -de!"jareii
i860 tot 1890 vrijwel dealgemeene gewoonte, de
sollicitanten aan een examen te onderwerpen. Die,
waren niet gemakkelijk en eisch tien van de can:
di-daten ontzettend veel voorbereiding..
Na zijn beroemd worden had hij' on'getwijfèld één
hoogere betrekking kunnen krijgen-..- Mien heeft hém.
daartoe nooit aangezocht omdat men wist, dat het
hem leed zou doen, zijn .school te verlaten.
Er is eens sprake geweest.van 4estichting yan
een model-kw-eekschool. Het directeurschap!-moest
bij de uitvoering van die plannen op£ëdragëh' wor
den aan Ligthart. Gelukkigvoor L. is het zoover
niet gekomen. Die hem van nabij gekiend hébben;'
beweren, dat .hij misschien zou hebben aangeriomërij'
niet omdat hij tuk was op' di-e ojidëf-schëiding, doch
alleen omdat hij aan die inrichting :kon werken in
het belnag van jijn medemenschen.,
41- jaar heeft hij -de leiding, in handen ,g,ehad: iep,
nooit is tusscheu hem en een zijner ondièrgéso'tóÉteni
een hard of leelijk woord gewisseld" En zijn leer
lingen? y y ::y - -:-:v
1 „Kindervreugde" had zijri. scMMil -künnéh! ttèëtieh;
Vroolijkheid en vreugde- trachtte' Jari' in'"de
school aan te kweeken. Zonder deze kan een kind
niet tieren. .- .-.
De kinderen beschouwden hem alë- een -gropten
peelkameraad -en terecht, want L .gaf zich- geheel
a al. y
Hij was een kind onder de kinderen.
- y:
Aan;-zijn school heerschte de meest 'mógelijke
vrijheid. Evenwel vrijheid zonder tucht leidt tot
tot lasbandigheii. y
Kinderen moeten vrijheid hebben vrijheid so
te doen wat wij willen.
Om zoo'n vrijheid te verkrijgen: moest er- gs-i
strengheid heer'schen. En Ligthart was streng,-
Toch' zouden de kinderen vreemd opgekeken; heb
ben. als men ze over het streng-zijin van L. had ge
vraagd. Voor hen was hij'de goedheid'in persoon,
die zelden gromde en nooit lichamelijk kastijdde,
Door zijn invloed werd op 'de school nooit ge
slagen. Zijn straffen waren zijn woorden en zijn
blik, die tot in het hart dér leerlingen do brdrorig.
Za gevóelden dat zij niet uit wraak, maar om te
verbeteren werden gestraft- -.-!■
L. eischte -een stipte géhoorzaamhieid. Bij zijn
onderwijs was het in de klas altijd stil. Verbieden
kwam! zelden voor.
Op z':n tlijd klonk een vroolijk gelach door'hét
lokaal, doch was het tijd van werken, dari géeri
pardon.
Onverbiddelijk werd aan dien regel vastgehouden:
Hij wist het kind tot zich te trekken, zijn volle
persoonlijkheid werd aan d-e kinderen gegeven en
met zekerheid kan worden geziegd, dat Ligthart
in de. harten der oud-leerLingen blijft voortleven.
(Slot volgt.)
UIT DEN OMTREK
HKKKiirmuvAAiii:.
Onder leiding van den heer Kleinjan, veearts
te Alkmaar^ zal voor de afdeeling van de Holl.
Maatschappij van Landbouw een1 öursus "worden
gehouden in veekennis. Hiervoor hebben zich elf'
deelnemers aangemeld. Binnenkort zal deze cur
sus worden geopend. y y - -y
t
Kiei
sch
arëi
J
;Bec