be mmmmi beb hmb.
Hij acht he{ geen bezwaar om vanuit de Ka'aer
op uitvoering van de plannen van de* Comm. v.
Aalst aan te dringen.
Doet de Kamer het niet, zoo zal dit geen in
vloed meer uitoefenen op de plannen der Comm.
van Aalst.
De heer Nobel zegt dat het niet de bedoel i.tig
ia dat plan tegen te werken,-al gaat men niet
accoord met eenige onderdeelen. De Comm. van
4 zal .spoedig met haar rapport komen over het
plan rondom Hoorn.
De heer Schmalz dringt ook aan op uitvoering
van de Comm.-van Aalst.
Die heer Ringers .wijst op de toenadering die
tusschen beide Comm. bestaat en zou verder van
uit de Kamer geen stappen willen doen. -
Besloten wordt een afwachtende houding aan
té nemen.
8. Bespreking inzake eene ondiepte in het vaar
water voor. de Handelskade.
De voorz. zegt dat de schepen 2 a 3 Meter
vanuit den «wal moeten begeven, hetgeen veel
last veroorzaakt bij de lossing daarvan.
jSpr. zou een adres voor verbetering willen
richten aan Eijk en aan Gemeente.
De heer Kuiper zou tevens een adres willen
richten voor verbetering van den toestand vóór
Alkmaar Packet en de werf van Stoel, die geen
ligplaats mogen hebben aan het jaagpad.
De heer Hoogland zegt dat het meeren var;
schepen in de bocht van het kanaal een bezwaar
zal be teekenen voor de scheepvaart, daar het
noodig is, dat men daar vrij uitzicht houdt.
De heer Kuiper zegt dat het een gedeelte van
het kanaal betreft, nog voor de bocht.
Het verzoek van den heer Kuiper wordt in
handen gesteld van de Verkeerscommissie.
Wat het Kanaal aan de Handelskade betreft
zal een adres worden gericht.
9. Uitgegane stukken.
a. Adres der Kamer aan den Inspecteur Ier;
Posterijen en Telegrafie te Amsterdam tot behoud
van het Hoofdpostkantoor te Winkel.
B. Adres aan Z.E. den Minister van Finan
ciën, strekkende te geraken tot afschaffing van
het visum voor reizen naai- Duitschland.
C. Adres aan Z. F. den Minister van Arbeid
Handel en Nijverheid, waarin wordt verzocht
te bevorderen, dat het transportbedrijf niet on
der de bepalingen der Arbeidswet zal worden
omdat zij het ongepast achtte, daï een dagblad
in oorlogstijd voor geld stemming maakte voor een
der strijdende partijen.
De Rechtbank was evenwel ,van meening, dat
hoezeer een geoorloofde critiek op de handelwijze
van de „Tel." in deze gerechtvaardigd was, de
schrijver van „Het Volk" de grenzen daarvan
had overschreden. Derhalve achtte de Rechtbank
een schadevergoeding van f50 voldoende, terwijl
de proceskosten gecompenseerd werden, omdat bei
de partijen in zekere punten in het ongelijk zijn.
DRIEKONINGEN.
(6 Januari).
h „Dry Koningen met eene sterre
Kwamen gerezen al van zoo verre....
Oudtijds vierde de Oostersche Kerk het zooge
naamde Epifaniënfeest ter gedachtenis aan den
doop van Jezus, tevens openharing zijner waar
digheid. Tijdens de regeering van Constantijn den
Grooten werd dit feest door de Westersche kerk
overgenomen en wel hoofdzakelijk als gedachte
nisviering van de komst der wijzen
Kerske, kerske onder de been,
En al wie daar niet over kan,
Die weet er niet veel van,
springt men achtereenvolgens over de Kaarsen
heen.
Wie een kaarsje dooft of omver werpt, moet
een pand betalen, dat dan later weer wordt inge
lost. r
Ook waren er kaarsjes met drie armen, waar
van de middelste zwart geverfd was en het
Moorken (is Melchior) heette. Bij het dansen zong
menI
Kaarsies, kaarsies, drie aan een,
Springen wij er over heen,
Al wie daar niet kan,
Die en weet er niemendal van.
Jammer, dat die oude gebruiken zoo 'lang
zaam aan verdwijnen.... T.
Kletspraatjes van Veteraan
'kHeb heden een verre reis gedaan. Naar de
f hoofdstad des rijks is voor ons geen alledaag-
- 1 sche reis. M'n schoonzoon wederom in den lande
De drie wijzen uit het oosten, di é„de ster naar 1 terug, vierde z'n behouden thuiskomst. Als ik
Bethlehem volgden" heeten Melchior, Kaspar en zeg behouden thuiskomst, bedoel ik inderdaad
D1. Ondersteuning van het adres der K. v. K.
te Tiel, inzake zegelrecht van incasso-nota's.
E. Aanvrage gericht tot Z. E. den Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid ter goedkeuring
van de te verleenen subsidies.
F. Schrijven aan den Directeur-Generaal der
Posterijen en Telegrafie, teneinde centralisatie te
verkrijgen in het telefoonverkeer in de Gemeente
Anna Paulowna.
G. Verzoek aan de K. v .K. te Leiden, waarii
wordt geadviseerd het onderwerp maximum eL
'minimum tarief, ter bespreking te geven aan
de Vereéniging van Kamers in Nederland.
H. Verzoek aan de Kamer van Koophandel te
Amersfoort, inzake het adres dd. 30 October IJ.
wijziging Gemeentewet.
I. Verzoek aan de Directie der Ned. Spoorwe
gen om de abonnementen in. den vervolge ooi; dei
vijftienden van elke maand verkrijgbaar te
stellen. f
Rondvraag.
D eheer Schmalz brengt dank aan het bureau
voor de medewerking aan de adressen van de
Schager Middenstandsvereeniging.
Hierna sluiting.
Kiespijn en
Aangezichispijn
verdrijft men spoedig met
Mijnhardt
SANAPIRIN
Tabletten
Nieuwstijdingen
De burgemeester van IJmuiden heeft ver
gaderd met de bes-turen der arbeiders-organisaties
ter bespreking van de bemiddelingsvoorwaarden,
in de visschersstaking, om die later voor te stellen
aan de reeders. Naar vernomen wordt, konden
deze voorwaarden de goedkeuring wegdragen der
organisaties, behalve van de federatie, die ze
onaannemelijk vond. Heden zal een eonferentie
tusschen den burgemeester en het bestuur der nee-
dersvereenigingen plaats hebben. Gezien de hou
ding der federatie zal deze tot geen tastbaar
resultaat kunnen leiden. Inmiddels wordt de toe
stand nijpend. Ook voor den vischhandel zou het
gewenscht zijn, dat een deskndige commissie man
daat kreeg voor het zoeken naar een oplossing.
Zoo scherp als thans is het conflict nog nooit
geweest.
„Die Telegraaf" contra „Het' Volk".
De Amsterdamsehe Rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de procedure tegen mx. P. J. Troelstra
en J. F. Ankersmit, hoofdredacteuren van „Het
Volk", welke procedure door de directie van de'
„Telegraaf" aanhangig was gemaakt op grond
van indertijd in „Het Volk" verschenen buiten-
land-sch overzicht, waarin voorkomt een critiek
op de handelingen van de „Tel." in zak ede pu
blicatie van het Russisch bijvoegsel.
De Rechtbank leidde uit een artikel van de
„Tel." af, dat bij de vóorstelling, alsof het een
redactioneel bijvoegsel was, verzwegen werd, dat
het een door de Russische regeering betaalde pu
blicatie was, hetgeen de Rechtbank uit het oog
punt van journalistieke waarheid ongeoorloofd
achtte. De Rechtbank achtte bovendien de uitgave
van, het bijvoegsel van de ,,Tel." ongeoorloofd,
Balthazar.
Volgens de legende werd het stoffelijk over
schot der Drie Koningen in de twaalfde eeuw
naar Keulen overgebracht, waar het nog bewaard
•wordt. Sedert dien tijd werd hun vereering ook
bij de Christenen van het "Westen meer algemeen.
Zoo deed Koning Edmond van Engeland de ge
lofte, dat hij ieder jaar op Driekoningen veel meer
zou offeren dan gewoonlijk. Tengevolge van deze
plechtig e gelofte bverwon hij zijn vijanden.
Een koning van Denemarken offerde aan de
Heilige Drie Koningen te Keulen, drie gouden
Koningskronen en kreeg van hen op wonderbare
wijze goud, wierook en myrrhe. als tegengeselien-
ken. Hij leefde daarna nog drie en dertig jaren
in voorspoed en geluki G Januari kreeg zoo den
naam van Driekoningendag. Ook na de verbrei
ding van den Hervormden godsdienst heeft deze
feestdag algemeene bekendheid verworven. In de
dertien dagen tusschen Kerstmis en G Januari
de laatste dag heette oudtijds dertiendteli
zag men verkleede mannen en jongens met pa
pieren kroontjes op, door de straten gaan. Ieder
troepje was voorzien van een langen stok, waarop
een papieren stok. Trokken ze aan een koord,
dan draaide de veelkleurige en verlichte ster als
een molen. Een hunner was met roet zwart ge
maakt. Luid zingend gingen de groepjes van huis
tot huis; t
Dit loopen met de ster vindt zijn oorsprong
misschien in de aloude mysteriespelen, die door
de studenten en scholieren aan het volk vertoond
werden. Zoo is er in 1498 op !6 Januari een spel
van de Drie Koningen gespeeld in de Nieuwe
Kerk te Delft. De rondtrekkende sterredragers
zongen
Wij komen getreden met onze sterre,
Wij zoeken Heer Jezus, wij komen van verre.
Wij kwamen al voor Herodes zijn deur,
Herodes, de Koning, kwam zeivers veur.
Herodes, die sprak met valscher hart:
„Hoe ziet er do jongste van driën zoo zwart?"
?„Hij ziet er wel zwart, maar hij is welbekend,
Jlet is er de Koning van Oriënt."
Wij kwamen den hoogen berg opgegaan.
Daar zag men de starre stille staan,
Ja stille staan.
Och starre, jij moet er niet stille staan,
Je moet er met ons naar Bethlehem gaan.
Tot Bethlehem, in die schoone stad,
Daar Maria met haar klein kindeke zat.
Hoe kleiner kind, hoe grooter God:
Een zalig jaar verleen ons God.
In Limburg zingt men nog van de „Dryko
ningen met eene sterre". In Nijmegen loopen de
jongens met een uitgeholde pompoen, waarin een
kaars en zingen het Driekoningenlied. In N.
Brabant, voornamelijk te 's Hertogenbosch, zin
gen de kinderen:
Drie Koningen, Drie Koningen,
Geeft mij een nieuwen hoed;
Mijn oude is versleten,
Mijn moeder mag 'tniet weten,
Mijn vader heeft het geld
Op den rooster geteld.
In Vlaanderen klinkt het nog op 6 'Januari:
Kaspar, Melchior en Balthazar
Zij gingen alle drie te gaer,
Om te gaan zoeken,
Het kindje in d edoeken, enz.
Het kindje in de doeken, enz.
Op Driekoningendag bakte men het Driekonin
genbrood, n.l. een brood, waarin een boon werd
gebakken. Hij, die de verborgen boon vindt, is
Koning en zoekt een gemalin. Is de boon echter
in handen gevallen van een zij, dan is deze Ko
ningin en zoekt een gemaal. Dit Driekoningen
brood gaf aanleiding tot allerlei grappen. Wat 'de
oorsprong van de Driekoningenboon betreft, zij
opgemerkt, dat oudtijds bij het loten en stem
men gebruik gemaakt werd van boonen. Daarom
werd het kiezen van overheidspersonen in den
goeien ouden tijd dan ook „te boone gaen ge
noemd. In ons kostelijk Museum van Oudheden
men moest er veel vaker eens een middagje
zoek brengen vindt men nog den breedgeranden
hoed met de witte en zwarte boonen, die hier
ter stede vroeger bij het stemmen in de Raads
zaal gebruikt werden.
Een ander oud gebruik op Driekoningen is
het kaarsesspringen, dat in N.-Brabant nog hier
en daar in zwang moot zijn. Men plaatst vijf,
zes brandende kaarsjes in halve turven op den
grond, zóó dicht bij elkaar, dat men er juist even
tusschen door kan. Onder het zingen van:
een zeer bizonder geval. In de eerste plaats ter
verduidelijking moet ik u nogmaals onder de
oogen brengen dat m'n oudste dochter getrouwd,
is met een N.V.B.-scheidsrecllter. Bit is op zich
zelf geen bizonder geval. Echter is hij ongeveer
een half jaar geleden op de internationale lijst
geplaatst. H.H. Scheidsrechters in dezen omtrek
zullen moete nerkennen dat dit hetzelfde is als
men b.v. tot ridder wordt verheven. Ik bedoel
dat men hiervoor wel zeer bizonder voor in den
kijkert moet loopen. Enfin, indien men hier op
staat kan men worden aangewezen voor interland
wedstrijden, d.w.z. wedstrijden van twee landen
tegen elkaar. Welnu 3 maanden geleden is hij
naar Argentinië vertrokken voor het leiden van
den interlandwedstrijd
Argentinië—Uruguay.
Hij is weer terug nu en om hem nu te ver
welkomen, waren wij naar A'dam gegaan. Ka
en ik, ondergpteekende ook om tevens een ver
slag van dezen wedstrijd voor onzen Sportrubriex
te verkrijgen.
We zouden 2e klas reizen. Ik was echter in
de veronderstelling, dat indien de sneltrein weer
zoo 'vol was. wij wel le klas konden gaan zitten.
Enfin we arriveerden per nieuwste autobus der
„Eerste" op tijd in Alkmaar. In de bus boging
Kaatje haar eerste domme zet door (kletsgraag
als di evrouwen zijn) haar heele hebben en hou-
den aan enkele medepassagiers te vertellen, ja
zelfs Veteraan werd niet gespaard. Natuurlijk
waren het toevallig weer zeer bekende club-sup
porters, die dit relaas zwijgend aanhoorden en
het heeft mij ettelijke porren gekost eer ze nijdig
als een spin zweeg. 'I
In Alkmaar kroop Kaatje in de wachtkamer
en Veteraan wandelde het perron op, zocht naar
de klok, welke ten slotte vlak boven zijn hoofd
Plotseling werd ik aangesproken door een heer
welke mij beleefd om lucifers vroeg.
Ik gaf ze hem en ze mij weder overreikend,
vroeg hij mij
„Meneer heeft u de nieuWsite lucifers al ge
zien?" 1
,.Neen meneer, di eeer heb ik nog niet gehad.
Och meneer, u moet toch eens goed opletten.
Ze zijn duidelijk kenbaar. De koppen zitten pre
cies aan het andere eind als bij onze gewone.
Tevens heb ik u nog een groot geheim te
openbaren." I 1 j
Maar meneer....
„Zwij meneer. U kunt zwijgen, dat zie ik. Ik wn
n.l. een fabriek opzetten van theekopjes en ketels,
nachtvaatwerk enz. met het oor aan den verkeer
den kant. Dat is voor personen die links zijn,
ziet u?l"
De sneltrein donderde binnlsn.
„Stik!" zei ik.
„Na u meneer." 1
Die had mij te pakken. Dat was zeker Argus-,
oog. Hij stapte lachend in een re klasse coupé.
Ik holde naar de wachtkamer waar ik Kaatje
nog in een genoeglijk «gesprek vond met een da
me van 180 pond en ongeveer zeventig lentes tel
lende.
„Mensch moet je nog mee? Die trein vertrekt
haast."
Ze vloog op, gooide een tafeltje om liep twee
kinderen tegen den grond en joeg mij de stuipen
op het lijf door luidkeels om den conducteur te
gillen.
„Welke klas mevrouw?"
„Eerste" bulderde ik.
Een portier werd opengegooid en Ka verdween
Ln de opening.
Plotseling gilde ze van binnen: „Mn karabies
m'n karabies."
Ik; vloog terug en wist het verwenschts ding
te vinden bij de buffetjuffrouw, welke bet had
gevonden en meegenomen.
Ik kreeg het terug en wist nog net dien trein,
dief al ging, in te halen, rukte een coupé open
en sprong erin precies op de tsenen van den
lucifersmeneer.
Ik zei heel beleefd: „Pardon meneer, u heeft
harde eksteroogen."
„Lompe boer, kijk waar je loopt," was het nu
lang niet malsche bescheid.
Nu was het mijn beurt geworden.
„U behoeft uw voeten niet ondier de mijne te
zetten, meneer" en meteen zn' lakneuzen bekij
kend, waarvan een 'n diepe buil vertoonde, zei
:k nog: „Als ik zulke voeten had nam ik een
coupé alleen."
Toen zei hij niks terug, had z'n bekomst.
Ik keek de coupé eens rond en zag allemaal
lachende, mij onbekende gezichten. Tot mijn ver
wondering was Kaatje niet ondier de aanwezigen,
doch in de haast was ik een verkeerde coupé
binnengestapt. Ik vermoedde mijn huisplaag een
paar deuren verder en kwam tot de conclusie,
dat ik toch ie klas zat. Jonge dat zit lekker,
vooral als men 2e heeft betaald.
Plots ging meneer Argusoog aan 't scharrelen in
z'n horlogezakje, haalde dit eruit en ik zag te
vens z'n treinkaartje op den coupévloer rollen.
Hij bukte zich snel, maar niet zo ovlug of ik
had de kleur gezien. Als dit menieer Argusoog was
zou ik hem voor schandaal zetten in onze ru
briek. Hij had hetzelfde kaartje als ikin een
ie klas coupé.
Maar er gebeurde meier.
Ik had een lichte sigaar aangestoken, maar de
eerste trekjes had ik gedaan of hij snauwde mij
toe: „U kunt hier niet rooken." t
..Ik wel dat ziet u," beet ik terug.
„Ja, maar het is hier geen plaats" en hii
sloeg met den vuist op een bordje „Niet rooken."
Ik keek rond mij en zag wederom niets dan
lachende gezichten.
Dit sterkte mij in m'n voornemen om door te
gaan.
„Sla het emaille er maar niet af" treiterde ik
na een paar flinke trekken.
„Ik roep in Uitgeest den chef."
„Gaat uw gang."
Toen rijpte een duivelsch plan in m'n brein.
Zoodra de trein stond en Argusoog het portier
openrukte en den chef wenkte, sprong ik op en
.vloog eveneens naar voren.
De chef kwam haastig aanloopen maar voor
de praatsmaker iets kon zeggen riep ik al:
„Chef deze heer most eruit, hij reist op epn.
2e klas kaartje."
Opeens was Argusoog een beroerte nabij, hij
wou iets zeggen maar kon niet.
„Laat hij z'n kaartje toonen" hield ik vol.
Het was zoo. Argusoog werd weggeleid en wij
vertrokken onder daverend gelach van m'n me
depassagiers.
Verder kyamen we zondier incidenten in Am
sterdam waar ik Kaatje in den pesten welstand
vond. Ze was toch waarachtig blij dat ze me zag.
M'n schoonzoon had veel te vertellen, maar een
wedstrijdverslag kon hij niet geven. Alleen dit:
De Argentijnen vertoonden ten uitmuntend spel
zelfs stonden ze met 2I voor. Toen echter be
gonnen ze zoo intens gemeten te spelen dat het
publiek de afzettingen verbrak en deze spelers
het veld afjoeg. Hij heeft toen ook de kuiten
maar genomen.
Dat de Urugeezen zoo spelen spelen is in Parijs
bewezen. Dit is er nogmaals «en bevestiging van.
Maar met dit alles was het voor mij een avon
tuurlijke reis. VETERAAN. i
Aan Veteraan.
Het kleine onweerswolkje wat onze vriend
schap bedreigde, is gelukkig overgewaaid. We
zijn blij dat het tusschen ons weer in orde is.
En we zijn een volgende keer wat voorzichtiger
met onze woorden, nietwaar Veteraan. We laten
geen van allen, de kaas van ons brood eten. We
happen altijd flink! U zegt niet ten onrechte dat
we bij de hand zijn. Bijdehand zijn en happen
staat gelijk, maar we willen het weten. Enfin,
we stoppen dit in de doofpot. Uw Ka heeft be
paald geen gelukkige dag meer in haar leven,
ze lijkt ons tegenwoordig nogal mopperig. Of
bewaart ze daar een goed hart onder. Nu juf
frouw Ka wij denken nog niet zoo slecht over
u, hoor. En wat heeft u een lollige dienstbode,
die moet u ook wel inpalmen. Hét is zekor een
echte boeren Trien, die kunnen zoo uit de hoek
schieten. We hopen nog veel van haar te hooren.
En ook van Zaza, Vronedames, Daisy, Dick en
Ocme Piet. Want al kiften we eens, we hooren
toch bij elkaar. D.T.S. moet Zondag voor do
zocveelste maal naar Alkmaar. Laten we onze
ver-erwijere inddvlksbuiten een goede uitslag
doen toekomen, hé jongens. Nu Veteraan een
sportgroet als steeds van De DAMES.
Aan Veteraan.
'Geachte beste vriend heer Veteraan
Mag ik (met verlof) tegen u nog eens aan
't rijmen gaan
'li Heb zoo tegen u gezegd mijnheer
De laatste tijd veel pech doet me zeer.
Zooals u wel gelezen heb in de Courant
Was oome Piet ni.et amusant
Eenzijdig werd mij meegedeeld 'tging
zonder haten
Maar liep toch voor me zelf vies in de gaten.
"kWensch u nog voor ik verder gaan
Een gelukkig nieuwe jaar anders ben ik niet
voldaan
En verder wensch ik alle vrienden en vriendinnen
Mijn zelfde geluk maar laat ik nu weer tegen
1 u beginnen.
Dat keeren en nog eens keeren met die
verkortingsnamen
Vond ik prachtig hoe krijgt u 't zoo te samen
Dat van Holland nee dat ging boven al de wijn
En al is ons landje nog zoo klein Holland zal
het zijn.
Holland blijft toch altijd maar neutraal
Die laat zich niet verleien op 't een of andere bal
Jammer dat een lid van Holland zich zoo
kranig houdt
Anders hadden ze voor hem misschien nog wel
een winkeltje gebouwd.
Heer Argusoog daar hoor ik niets meer van
Heb u ook niets gehoord hij leeft toch wel
die man
Zou hij zonder het ons te zeggen
's Avonds in de maneschijn lijntjes aan gaai?„.
leggen' x
'kHoop dan voor die goede man
Dat ie 'e avonds mooie vischjes vangen kan
Maar weet ie dat als ie visschen gaat voor plezier
Ook een acte noodig is al is zijn lijntje nog zoo
fier.
De Dames geachte Veteraan
Die zijne over Oome Piet volstrekt nog niet
voldaan
Ze raden vaak wie dat het wel mag zijn
Maar Veteraan ze raden net alsi u maar vergeten
•mijn.
i OOME PIET.
arel staand'
gen, dat tfe
Wat-
Dat i
Iers zoo g<
nens mij c
nijn partie
nee. Ten e
leider zit.i
liet geluk
veet niet
litgedroogc
vanneer di
aal genoej
diegen is,
ezeD«
venscli u a
Van den
leef achte
Een
Het gebc
ie zich b
en ook tc
elt de „L.
Oude;
enige dag*
snhoef, me
et postkai
e Smidsbr
oed af en
iet ruim J
ellijk teru
wenen. Di
en veldwa
ens diens
oor v. B.
-oning gei
erdwenen.
Toen de
eerde, wei
en, di eh<
iet de rui
De veldv
i K. die h<
ïim beloo
Hoe het
fzonderlijli