M/jnfiarc/t's Kee/p/jn-t DE WiNTERLEZINGEN TE BROEK OP LANGENDIJK Twijfel. Den 8sten Januari trad alhier in de Neder- lancUoh-Hervormde kerk op Prof. Dr. Haitjoma met bovenstaand onderwerp. Gezongen wordt Ps. 103:2 waarna Z. Hooggel. voorgaat in gebed. Gelezen wordt nu Hebreën 11 ver 1—10. Het onderwerp voor hedenavond is te breed om in één lezing te worden belioht. Op verlerlei terrein en in allerlei gedaante treedt de t wij tel op. Ge treft dit verschijnsel aan in de wijsbegeerte en op dat terrein wordt de twijfel vaak tot een marteling van het verstand en doet menig ge leerde mismoedig vragen, is er dan nog wel eenige ■waarheid j ij- Deze twijfel is van anderen aard als die op t er erg in heeft. Jonge menschen verliezen ue energie, mat en moe, zitten ze te peinzen» de blijdschap is weg. "Wel wordt het heimwee naar 'tverleden, naar den gezonden toestand gevoeld, de vleugelen der ziel zijn zwaar belast, het ver heffingsvermogen naar boven lijdt onder die twij- 'felballast. ,.r Bij de jongelui, die geloovig zijn opgevoed, komt dan de zucht naar critiek. Bange vragen ko men on. Is er wel een God? Bestaat er een he mel? 'Vat moet ik, kan ik nog aannemen van Christus. Allemaal twijfelvragen. Jongelui uit andere kringen in de puberteits-penode hebben ook hun twijfel, en bij deze komen vragen op als „waarvoor ben ik op de wereld; wat is toen de wereld, hoe is ze ontstaan; waarvoor werk ik; 'wat is het doel van het leven. Ook daar brengt de twijfel ziekelijke verschijn- solen als levens mat- en moeheid. In dit stadium is de veel aangenomen houding, de bezwaren weg te lachen, gevaarlijk. Ze godsdienstig gebied. Ze is op l worden dan, evenals bij de griep in 'tb?gin -rei nzeker met a-enne; te achten; doch bij de ver ï.v.hteliik gevoelde bezw rei nzeker niet gering- Icbijnselen van twijfelingen van dezen aard kan spreker zich niet ophouden; beperking is noodig Voor 't betoog. Een ander soort twijfel is die der bekommerden op godsdienstig gebied. Ts er onder de groote menigte, onder het volk veel twij fel omtrent de wezenlijkheid van God, en over de onzienlijke dingen, de twijfel der bekommer den is van tegengestelden aard. Daar is men zeker van Gods bestaan, men vreest Hem; als een ver teerend vuur; hier twijfelt de bekommerde al leen aan eigen zielestaat voor -God. Ook deze twijfel is niet "klein te achten, vele zielen gaan er onder gebogen, komen den wan hoop soms nabij. Deze menschen behooren voorwerpen te zijn van herderlijke zielszorg; ze dienen te worden bewerkt en vertroost vanaf den kansel en door huisbezoek ,en te worden gewezen op de be loften Gods. De twijfel aan 't Godsbestaan ls m ons va derland. een veel voorkomend ziekteverschijnsel der ziel, inzonderheid bij jonge menschen. Ze zijn aangetast, voor ze er erg in hebben. Veelal vertoont de ziekte zich eerst niet, ze is er wel, maai- heeft meer 't karakter van een verzwegen en voor anderen onbekenden en verborgen kwaal. De heimelijkheid maakt, dat 'tziektebeeld erger inwendig voortwoekert. Hoeveel jonge menschen op fabrieken en werkplaatsen gaan door het aan houdend- aanhooren van redeneeringen, die gods dienst en zede ondermijnen, niet twijfelen. Be staat- God wel? Is er een eeuwigheid» Ze wenschen niet uitgelachen te worden, daar om praten ze er maar niet over. Opmerkelijk i» het feit, dat jonge menschen uit onze christelijke kringen zoo bijna nooit zich uiten omtrent hun bezwaren in eigen kring. De eerlijke uitspraak blijft veelal uit. Een bekend Deensch theoloog Dr. Mertensen Larsen vertelt in een van zijn boeken, hoe een student eens een lezing bijwoonde van een be roemden kanselredenaar. De jongeling, zelf aanstaand predikant, was door 'tgehoorde met vuur van overtuiging voor gedragen, geboeid geworden niet alleen, maar ook ontroerd. En in eigen ziel kwam de gedachte, rijpte de begeerte, o wierd ook mij die besliste zekerheid gegeven. Na de samenkomst vergezelt de student den gevierden spreker naar huis. 'tls avond en 'lun weg gaat door 'tstille, zwijgende landschap. Een zame stilte leidt tot vertrouwelijkheid. En toen ontlastte de prediker zijn hart en bekende zijn twijfel, zijn zieleslingeringen. Hij miste zelf die •geestdrift, die gewenschte vastheid. Hoe bitter werd de student teleurgesteld. Ook twijfel en onzekerheid alzoo bij een zoo groot en begaafd man, die met zooveel klem anderen de zekerheid des geloofs wist aan te prijzen. Nu zijn er, die den twijfel als een geneesmid del aanprijzen. Deze methode stonden de wijs- geere-n van Hellas voor; ze wilden door het ver wekken van twijfel hun gehoor tot nadenken brengen. Ook in de gemeente Gods treft men er aan, die de twijfel als geneesmethode heilzaam ach ten. De boom der godsdienstige overtuiging zaL door twijfelstormen vaster wortelen. Als heil zaam aanbevolen, moet toch deze methode als te gevaarlijk worden afgewezen. Inzonderheid in dezen tijd. 'tMoet al een zee rkundige zielearts zijn die de juiste verdunning van het geneesmid del weet te treffen. Daarom is het zo ohoogst 'gevaarlijk, zoo licht vervalt de patiënt van liet eene uiterste in *t andere en verwerpt alles. De twijfel is een krankheid, een ziekte van 't zieleleven. Ze kan worden vergeleken met de gevaarlijke infectieziekte de Spaansche griep. Deze ziekte heeft in 1918 in ons vaderland en da ai-buiten vele slachtoffers geëischt. De spreker wenscht zijn gehoor te wijzen op. 1. Het ziektebeeld van den twijfel. 2. De infectie zwangere atmosfeer. 3. De oorzaak der ziekte. 4. Den Heelmeester. "5. Het genezingsproces. Het ziektebeeld van den twijfel te teekenen is het moeilijkst, en vooral zoo bezwaarlijk, wijl er zich steeds, evenals bij de Spaansche griep, altijd weer nieuwe verschijnselen voordoen. Hoe stonden de geneesheeren niet machteloos bij de zoo vreemde en bij "de steeds wisselende 'verschijnselen gedurende de griepepidemie. Het is met den twijfel eenzelfde geval. Daarom kun- 'oen slechts enkele algemeen voorkomende ver schijnselen van het ziektebeedd van den twijfel worden geteekend. Men herkent zich zeiven niet, soms wordt het geestelijk onwel zijn eerder door anderen opge merkt dan door den lijder zelf. Algemeen trek- trekken, die op het eerste onwel gevoelen val- (gen, zijn geestelijke moeheid, matheid, krachte loosheid net als bij griep. M,en heeft 'tsoms al onder de leden, voor men geteld, de nog maar lichtelijk gevoelde bezwaren. Zelfs zijn er die dan coquet'teeren met den twij fel Professor La Sausayc verhaalt van dit ver schijnsel in zija werk „Twijfel en .zekerheid een typisch geval Een jong scholier van de ti.B.s. reeds 17 jaar staat voor den spiegel, de hand in t haa ren vindt zich zelf nu ook al gewichtig, waar hij bij zich zelf eenige twijfel meent te kun nen bespeuren. Dat is coquetteeren met den twij fel bij jongeren van jaren veelal voortkomend, die er zich eigenlijk in verheugen, nu ook ai vraagteekens te kunnen plaatsen. Een verder verschijnsel is geestelijke tempc- ratuur-stijging, als bij griep de hoogere lichaams warmte door de te snelle bloedcirculatie. Het verstand gaat bij de twijfelzieken door de teugels heenbreken, door het tweetal teugels, die God aanlegt, Zijn Woord en de eigen concienrns. 't Verstand slaat op hol, geraakt in een ver warden kringloop. Men krijgt in dit stadium al lerlei gedachten, verward en ongerijmd omtrent ie immers Liefde is; alles wordt door God bestuurd en hoe is dat dan met zooveel el lende te rijmen? n Verdere en andere vragen rijzen. Wie is vjo4 - Een vrije persoonlijkheid? Wordt niet alles b<s- heerscht door de wet van oorzaak en gevolg? Wat is vrij? Als God een persoonlijkheid is, moet Hii ook begrensd zijn. En dat kan toch niet Of weer anders en in anderen vorm. Vaar is God? Er is toch geen plaats, die Hem kan bevat ten en zoo raast het verstand door._ Als God bestaat, waarom zorgt Hij er dan niet voor, dat wij Hem kunnen bewijzen in Zijn be staan, zooals we kunnen aantoonen of redelijk aannemen de wetten in natuur en scheikunde. Een derde trek is de koude huivering der zie Ook bij de griep komen ze voor, die koude xil- 1 in een. Geestelijke temperatuursverhooging gaat gepaard met cynisch koude zielehuivermgen Dan worden kunstmiddelen aangewend. Met energie werpt men kieh dan aan zijn levens taak in ambt of beroep en blijft toch geestelijk zoo kil, dor en koud. Men zoekt beul en hulp en afleiding in hechte genegenheid van vrienden of wel bij de teere aardscbe liefde. Om toch te moeten komen tot de eenige uitkomst, het een noch het ander geeft baat- De zieleko uhoudt aan. Het denkvermogen ar beidt koortsachtig druk, en de ziel verkild- Gezonge nwordt nu Ps. 42le» 7, Pauze. (Wordt vervolgd.) INDIEN MEN ER IN ANDERE LANDEN OOK ZOO EENS OVER DACHT?! Ik zal u de geschiedenis vertellen van „Scharn- horst" en „Gneisenau"; het zal wel een beetje eentonig zijn! Weet u, wie „Scharnhorst" en „Gneisienau wa ren? U denkt zeker aan Pruisen, nd Jcna en Auerstadtaan de lieftallige koningin Louise; en aan vanzelf ook aan „maarschalk Voorwaarts en Gneisenau, den chef van den gieneraten staf, door wiens ingrijpen de slag bij Waterloo ten voordoek van de Verbondenen werd beslist, en aan generaal Scharnhorst, die bij Gross.-Görschen zijn leven gaf voor de bevrijding van Pruisen in i8{3! Maar urn hebt u niet op de aanhalingsteefaems gstet. „Sharnhorst" en „Gneisenau" die ik op het oog heb, waren twee gepantserd(e kruisers van de Duitsche marine, metende omstreeks 11.500 ton, zwaarder- gepantserd - grootste dikste van het gordelpantser 14V2 c.M.; pantsering der geschut- torens 1-7Va c.M. dik en zwaarder bewapend ij kanonnen van 20I/2 c.M., behalve middelbaar ge schut dan "hunne soortgenooten uit andere ma rines; echter niet zoo zwaar als de later ontworpen gevechtskruisers, waarvan zij als het ware de voor- loopers waren. Deze beide schepen tezamen met de kruisers „Leipzig" „Dresden" en „Nürnberg", allen af komstig uit Tsingtao, het Duitsche pacht gebied i" China, maakten in het begin van den w-ereldoor- ,ag den Grooten Oceaan onveilig voor de Brit- sche koopvaardij; alleszins begrijpelijk, dat En- gelschen en Japanners trachtten daar een einde aan te maken. In, NovemDer 1914 heeft er op de kust van Chü. een ontmoeting plaats gehad tusschen deze vijf Duitsche schepen en een uit visr kruisers samen gesteld Engelsch smajdeel. De Duitschers hadden het; voordeel van verder dragend geschut nl. op „Scharnhorst" en .„Gneisenau" en ze toonden daarvan gebruik te kunnen maken. De Engelschen verloren twee schiepen, de gepantser- de kruisers „GOQ-d Hop6" van I4 ton sterk- ste pantser 15.4 c.M- mei slechts 2 zware kanonne» van 23.4 c.M. bewapend en „Mon mouth" van 9800 ton sterkste pantser 12.7 c.M. uitsluitend met middelbaar geschut be» W£J&et Duitsche eskader is daarna opgejaagd door Engelsche en Japansche oorlogschepen; teen het in den Grooten Oceaan te onveilig wtexd, zetten de Duitschers koers om Kaap Hoorn en stevenden den Atlantischen Oceaan in. Bij de Falklands, een eilandengroep ten oosten van de zuidpunt van Zuid-Amerika, werden de Duitsche schepen den 8sten December door een Engplscbe overmacht aangevallen, waartoe behoorden de moderne ge vechtskruisers „Inflexible" en „Invincible", water- verplaatsing omstreeks 17.250 ton, grootste dik te van het gordelpantser 171/2 c Mj-> pantsering der geschuttorens 171/2 c.M. dik, bewapend met 8 ka nonnen van 30I/2 c.M. Daarbij houde men er re kening mee, dat „Scharnhorst" en „Gneisenau" tegelijk konden afvuren, vooruit of achteruit 4 kanonnen, opzij 6 kanonnen; „Inflexible" en „In vincible" daarentegen konden vooruit of achter uit vuur geven uit 6, opzij uit 8 kanonnen. Van te voren stond derhalve vast, dat de Duitschers te strijden hadden met oen tegenpartij, die in aantal en bewapening hun meerdere was. Dus „Scharnhorst" „Gneisenau" en „Leipzig" -werden na een gevecht van «enige uren in dien grond ge boord; de „Nürnberg" trachtte den ondergang te ontloopen, maar werd op de vlucht ingehaald en insgelijks tot zinken gebracht; alleen de „Dresden" heeft zich kunnen readen. Wat batten moed, beleid en zeemanschap tegenover zooveel zwaarder pant ser en geschut? Of zoudt u denken, dat hst zee manschap vrfn den commandant van de „Gneisenau" ten oosten van Kaap Hoorn ineens veel geringer geweest is dan ten westen van die kaap? Hij had een vijand tegenover' zich, die moer water ver plaatste en dus was hij ten ondergang gedoemd. En hiermee is de geschiedenis van „Sharnhorst" en „Gneisenau" ten eindie. Maar wat is er vervolgens van de Engelsche overwinnaars terecht gekomen? hoor ik vragen. Dat is spoedig verteld. Den 3isten Mei 1916 en in den daarop volgenden nacht beeft er ten westen van de kust van Jutland een zeeslag plaats gehad tusschen de Engelsche en de Duitsche vloten. In het begin van den slag werd het kruiser-eskader van admiraal Beatty waartoe o.a. behoorden „In vincible", „Inflexible" en het zusterschip „Inde fatigable" aangevallen door de zoo goed als vol ledige Duitsche slagvloot. Natuurlijk beschikken slagschepen over meer en verder dragend geschut dan slagkruisers; evenzeer zijn ze zwaarder ge pantserd. Desondanks had Beatty den slag aan- yvaard en zich aan den vijand vastgeklampt, tot dat de door hem gewaarschuwde vloot van En gelsche slagschepen onder admiraal Jellicoe op daagde. Omdat Beatty aanvankelijk in de minber- heid was, leden de Engelschlen toen de grootste verliezen; de gevechtskruisers „Invincible" en „In defatigable" gingen verloren benevens een viertal (minder zwaar) gepantserde kruisers. Zoodra de slagschepen van Jellicoe die de Duitsche sche pen in aantal overtroffen aan het gevecht kwa men deelnemen, keerde de kans; de Duitschers trokken terug, en op dezen terugtocht verloren zij een belangrijk aantal schepen. Wat zien wij hieruit? Dat de tijd van Tromp, en De Ruyter, toen zeeslagen beslist werden door zeemanschap van de scheepskapiteins, door moed en onverschrokkenheid van de bemanningen, voorbij; is, absoluut voorbij. Ondanks persoonlijke dapper heid die zeker nog evenzeer als voor twee hon derd vijftig jaren te vinden en te waardeeren valt beslissen in dezen tijd van oorLog van staal en goud, uitsluitend de hoeveelheden ijzer en staal, jie aan de schepen zijn verwerkt; hoe meer ijzer, dus hoe grooter waterverplaatsing, hoe zwaarder de pantsering kan zijn, hoe zwaarder de machines dus hoe grooter de snelheid kan zijn, hoe zwaarder en talrijker de vuurmonden, dus hoe grooter de aanvalskracht kan zijn. 't Is gewoon een ingenieurs sommetje. Nu is de aanbouw van „groot materieel" in Ne derland vrijwel van de baan; maar geLdt ten aan zien van „klein materieel" niet hetzelfde, althans wat het aantal betreft?! Moetien wij aan dien bewa- peningsstrijd maar dan in het klein trachten mee te doen, alleen maar om de traditie van Tromp en De Ruyter in eene tie houden? Of zullen wij een streep onder de rekening trekken, en dan de zwaarden slaan tot spaden en d» spiesjsn tot sik kelen? vloed worden, de gelegenheid, die het bestaanhe kiesstelsel biedt, thans aahgrijpen. st, verliest Wie nu zijn kans mist, daardoor voor vier jaren het recht te mopperen over den gang van zaken van 's lands politiek en over den te grooten invloed der partij-„bosses." En objecten van mopperlust verliezen wij immers niet gaarne die koesteren wij als iets heel dierbaars. Daarom is er maar één advies van politieken aard, dat wij thans hebben te geven aan onze lezers: bemoei u thans eens met de pc%tiek, zij bemoeit zich dagelijks met u, met uw zakien, met uw boterham, met uw zedelijke en geestelijke be hoeften. Als gij de gelegenheid, die thans zich biedt, niet aangrijpt, hebt gij het u zelf te wijten als de regeering en het parlement dat uit de ver kiezingen van den komenden zomer voortvloeien, u zedelijk, geestelijk laten hongeren, maatregelen nemen, die uw zaken belemmeren, of vergeten, dat de overheid het particuliere Leven ongemoeid behoort te laten behalve wannieer het geldt hen te beschermen, die zich zelf niet kunnen helpen. WIEN STELT MEN CAN Dl DA AT? Het „Hbld." schrijft: „Er wordt op het oogenblik door zeer velen een gelegenheid verzuimd, die in de eerstvol gende jaren niet terugkeert. Men leest herhaaldelijk van bijeenkomsten van kiesverenigingen van verschillende partijen waar groslijsten worden samengesteld van de candiha- cen, die een gooi zullen moeten doen naar het lidmaatschap der Tweede Kamer, of waar hoor jartijinstanties met ouderlijke zorgzaamheid .oorbereide lijsten moeten worden „goedgekeurh." De menschen, die straks hun stem zullsn moeten uitbrengen en dan tot de conclusie komen, dat er* op de lijst, waaraan ze wellicht anders hun, stern gaarne zouden gegeven hebben, geen can- didaten staan vermeld, hie hun voorkomen wer kelijke waarborgen te Leveren voor een richtige bevordering van de politieke idealen en behoelin- gen der partij, zullen dat zichzelf hebben te wij ten, indien ze thans niet probetenen, om bij de keuze der candidaten hun inzicht en hun .poli tieke voorkeur te doen gelden. Richtingsvraagstukken behoeven niet steeds een zool sensationeel grooten invloed te hebben, zoo geruchtmakend te zijn als thans in de R. K. Staats partij. Er zijn ook in partijen, die niet bijeengehou den worden door den band van een religieus® organisatie, zoo stevig als die bij de R. K. Staats partij', haar kracht uitoefent, principieel zeer be langrijke verschillen denkbaar. Vraagstukken van medezeggenschap in de bedrijven en andere quaes- ties van maatschappelijke ontwikkeling, verschil in denkrichting teft aanzien van de internationale po litiek van ons land, onderscheid van opvatting over de meest wisnschielijfee vormen van financie- ele staatkunde, mee 11 ingsvierscheidenheid over de taak van de overheid ten aanzien van liet parti culiere leven, het bedrijfsleven in het bijzonder, kunnen voor de taktiek en voor het succes bij de kiezers van verschillende staatkundigs groepen van beteekenis zijn. „Nous en passons et des meilleurs", aan de koloniale staatkunde en de de fensiepolitiek, hadden wij bijv. ook nog kunnen herinneren zonder gevaar volledig te zijn. Al deze verschilLen kunnen tot uitdrukking ko men in de personen van de candidaten, die een panij stelt voor de algemeen® verkiezingen. Ze kunnen dat alleen, indien de Lsden der partijen en die het om der, wille van het persoonlijken in- Nieuwstijdmgen Het eere-docolraat dar Koningin. Het bericht dat de Koningin honoris causa doc tor in de beide rechten zal worden, brengt ons, schrijft het „Hbld." een anecdote in bet geheugen terug, die voor een jaar of vijftien in Ekn Haag werd verteld. [Wij waren in die dagen in onderhandeling over de Noordzee-conventie. Buitienlandsche Zaken zou daarover een nota uitzenden naar Berlijn en een concept, daarvan was ter goedkeuring aan H.M;. gezonden. De Koningin wenschte een advies van enkele leden van den Raad van State en mr. T. M. C:, Asser werd door de Koningin tot een bespreking uitgenoodigd. In plaats van zooals gebruik was, de nota aan den staatsraad ter hand te stellen, las H.M. den heer Asser deze nota voor. Deze laatste ging met den inhoud van het stuk gaarne accoord. In het bijzonder met een viertal argu menten van juridischen aard toonde de rechts- kenner zich ingenomen. Waarop de Koningin zei (U weet niet hoe u mij vleit, excellentie! Drie van de vier .door u zoozeer gewaardeerde opmerkingen heb ik met potlood aan den rand van het stuk bijgevoegd. Daarom het ik u het stuk niet Lezen, Ik vreesde dat u mijn handschrift zoudt her kennen. De Leidsche academische senaat, die H. M. het doctoraat honoris causa verleende, had dus a pri ori de instemming in zekeren zin van wijlen den beroemden Jurist. Vruchten in onverniste bussen. Het Maandblad tegen de Vervalsching schrijft Reeds herhaalde malen wiezen wij op de onver antwoordelijke wijze, waarop men o.a. in Amerika Amerika steeds voortgaat, ondanks alle protestei met het conserveer|sn van sterk zure vruchten in onvernist blik. {Wij hebben nu weer een record te dier zake te melden en bevonden nl. in het sap van de vertinde bussen geconserveerde ananas (volg< opgave zoo juist geimporteerd) niet minder dan 450 milligram metallisch tin per liter. Het is denkbaar, dat personen met zeer sterkf organen ongestraft tegelijk met andere spijzen, der gelijke hoeveelheden metaal kunnen verdragen, doch men denkee ook aan zwakken, zieken o kinderen, die dit sap als versnapering gebruiken en o.i. zal zeer besiist ieder geneeskundige dezei het gebruik van zulke artikelen ontraden. Wij we zen reeds in 1923 op de schadelijke gevolgen Engeland (Midlethian) waargenomen, door het gï- bruik van peren in blik en canstatieerden, toen da naar aanleiding onzer publicaties ten dezie hei Landbouw Ministerie te Washington de z: handen had genomen. Intusschen is er geien ver beteren g hoegenaamd te konstateeren en blijft men in de Ver. Staten het beginstsl toegedaan, dat d< verschillende landen hun eischsn behooren te stel len, waaTaan dan zal kunnen worden voldaan. In dien onze importeurs in deze belangrijke aange legenheid niet het initiatief wenschen te nemen en dus de invoer van schadelijke metaalhoudend! producten, ongehinderd door blijft gaan, gevei wij in ernstige overweging bij den invoer den wet telijken eisch te stellen, dat vruchten (in het al gemeen) met sap, uitsluitend in behoorlijk gevei niste bussen geimporteerd zuLLen mogen worden Waar het evenwel alle vertinde bussen betref; zoude het noemen van enkele namen van fabri kanten een onbillijkheid zijn, en ligt het in hi welbegrepen eigenbelang der importeurs zeiven, 01 de noodige garantie in deze te eischen, alvoren zij door geconstateerde schadelijke gevolgen var het gebruik met den strafrechter te maken zou den krijgen. De beide georoeders B., landbouwers Haastrecht, waren met de 24-jarige uit Utrecl afkomstige dienstbode C. van L., naar de kei- geweest en re dsn met een tentwagen naar hui woning in de Vlist. Niet ver van huis, schrikt het paard voor een met stroo geladen wagen. D tentwagen reed in het vrij diepe kanaal. Een d« gebroeders B. wist nog bijtijds op den walkant springen. De andere wist even later ook op vasta grond te komen, doch het meisje, dat achter den wagen zat, kon geen uitweg vinden. Het paai was met den wagen achter zich tot bijna aai den overkant van het water gezwommen wat redding nog meer bemoeilijkte. Met een bo< kon men eindelijk het rijtuig bereiken en door h< opensnijden van de kap het meisje er uit halen Zij bleek echter reeds bewusteloos te zijn. In we wil van de pogingen van een dokter en een wijl verpleegster, mocht het niiet gelukken het lev: Hoef kade op te wekken. Geldsmokkelhandel. Het „H-bld. van Antwerpen" maakt meldiï ^ze van eeti grooten smokkelhandel in gouden zilveren munt van België uit over de Nederlafl' sche grens. Oneerlijke lieden, zegt het blad, ga; in het binnenland van deur tot deur om geld to koopen tegen hoogere prijzen; als deze ahnt vaderlanders een sommetje bijeen hebben, kom< pajijJVV®f zij op geheime wijze naar de grens. Om in Nederland te geraken, nemen zij toevhich ste dage gouden de zadel hun rijt Een I geld. D lander» drijf, w men noj geld teg Gedui lieden b len geg< lijke gel Een 1 station 1 had een Sederl soneel t Loos en Eenigi cntslage het werl 'satie bei gerd wé: bij den De g< dert de heeft aa Toen door een bedreigd peper ge kreeg. D cafe's ge erd a a Gister 'uit een stand is In dei "bij de fi ges, geve •ingebrok De po allen goi ren. Het J. J. S. Uit hi langs eei steeg, h< ven zij Hofman ze naar kantoren vlug gei maar he< •kast die zich een vond ,lie Met d zilveren, f 2500, t D« kast staanden man e n eveneens hem gec was. De veer 6 u traten. cn daarn Onmid side d< Dit was voorzicht de politii briek te afkomatij man, de teerd. Af van een gekocht, kentenis Zijn ai bovengen Bewaring proces-ve; daarna v. De pol beslag gi Bij een Cate te mist. De bosch te; briefje ii waarin h de buit 1 aan den 1 eindigde nachtelijl Omstre eenige vo ehijnlijk den nach mannen X. werd een politii een alop, dijksche s van zulk De te geven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 4