M/jnfiarc/t's Kee/p/jn-t
DE WiNTERLEZINGEN TE
BROEK OP LANGENDIJK
Twijfel.
Den 8sten Januari trad alhier in de Neder-
lancUoh-Hervormde kerk op Prof. Dr. Haitjoma
met bovenstaand onderwerp.
Gezongen wordt Ps. 103:2 waarna Z. Hooggel.
voorgaat in gebed. Gelezen wordt nu Hebreën
11 ver 1—10.
Het onderwerp voor hedenavond is te breed om
in één lezing te worden belioht. Op verlerlei
terrein en in allerlei gedaante treedt de t wij tel
op. Ge treft dit verschijnsel aan in de wijsbegeerte
en op dat terrein wordt de twijfel vaak tot een
marteling van het verstand en doet menig ge
leerde mismoedig vragen, is er dan nog wel eenige
■waarheid j ij-
Deze twijfel is van anderen aard als die op t
er erg in heeft. Jonge menschen verliezen ue
energie, mat en moe, zitten ze te peinzen» de
blijdschap is weg. "Wel wordt het heimwee naar
'tverleden, naar den gezonden toestand gevoeld,
de vleugelen der ziel zijn zwaar belast, het ver
heffingsvermogen naar boven lijdt onder die twij-
'felballast. ,.r
Bij de jongelui, die geloovig zijn opgevoed,
komt dan de zucht naar critiek. Bange vragen ko
men on. Is er wel een God? Bestaat er een he
mel? 'Vat moet ik, kan ik nog aannemen van
Christus. Allemaal twijfelvragen. Jongelui uit
andere kringen in de puberteits-penode hebben
ook hun twijfel, en bij deze komen vragen op
als „waarvoor ben ik op de wereld; wat is toen
de wereld, hoe is ze ontstaan; waarvoor werk ik;
'wat is het doel van het leven.
Ook daar brengt de twijfel ziekelijke verschijn-
solen als levens mat- en moeheid.
In dit stadium is de veel aangenomen houding,
de bezwaren weg te lachen, gevaarlijk. Ze
godsdienstig gebied. Ze is op l worden dan, evenals bij de griep in 'tb?gin
-rei nzeker met a-enne; te achten; doch bij de ver ï.v.hteliik gevoelde bezw
rei nzeker niet gering-
Icbijnselen van twijfelingen van dezen aard kan
spreker zich niet ophouden; beperking is noodig
Voor 't betoog. Een ander soort twijfel is die
der bekommerden op godsdienstig gebied. Ts er
onder de groote menigte, onder het volk veel twij
fel omtrent de wezenlijkheid van God, en over
de onzienlijke dingen, de twijfel der bekommer
den is van tegengestelden aard. Daar is men zeker
van Gods bestaan, men vreest Hem; als een ver
teerend vuur; hier twijfelt de bekommerde al
leen aan eigen zielestaat voor -God.
Ook deze twijfel is niet "klein te achten, vele
zielen gaan er onder gebogen, komen den wan
hoop soms nabij.
Deze menschen behooren voorwerpen te zijn
van herderlijke zielszorg; ze dienen te worden
bewerkt en vertroost vanaf den kansel en door
huisbezoek ,en te worden gewezen op de be
loften Gods.
De twijfel aan 't Godsbestaan ls m ons va
derland. een veel voorkomend ziekteverschijnsel
der ziel, inzonderheid bij jonge menschen. Ze
zijn aangetast, voor ze er erg in hebben. Veelal
vertoont de ziekte zich eerst niet, ze is er wel,
maai- heeft meer 't karakter van een verzwegen
en voor anderen onbekenden en verborgen kwaal.
De heimelijkheid maakt, dat 'tziektebeeld erger
inwendig voortwoekert. Hoeveel jonge menschen
op fabrieken en werkplaatsen gaan door het aan
houdend- aanhooren van redeneeringen, die gods
dienst en zede ondermijnen, niet twijfelen. Be
staat- God wel? Is er een eeuwigheid»
Ze wenschen niet uitgelachen te worden, daar
om praten ze er maar niet over. Opmerkelijk i»
het feit, dat jonge menschen uit onze christelijke
kringen zoo bijna nooit zich uiten omtrent hun
bezwaren in eigen kring.
De eerlijke uitspraak blijft veelal uit.
Een bekend Deensch theoloog Dr. Mertensen
Larsen vertelt in een van zijn boeken, hoe een
student eens een lezing bijwoonde van een be
roemden kanselredenaar.
De jongeling, zelf aanstaand predikant, was
door 'tgehoorde met vuur van overtuiging voor
gedragen, geboeid geworden niet alleen, maar ook
ontroerd. En in eigen ziel kwam de gedachte,
rijpte de begeerte, o wierd ook mij die besliste
zekerheid gegeven.
Na de samenkomst vergezelt de student den
gevierden spreker naar huis. 'tls avond en 'lun
weg gaat door 'tstille, zwijgende landschap. Een
zame stilte leidt tot vertrouwelijkheid. En toen
ontlastte de prediker zijn hart en bekende zijn
twijfel, zijn zieleslingeringen. Hij miste zelf die
•geestdrift, die gewenschte vastheid.
Hoe bitter werd de student teleurgesteld. Ook
twijfel en onzekerheid alzoo bij een zoo groot en
begaafd man, die met zooveel klem anderen de
zekerheid des geloofs wist aan te prijzen.
Nu zijn er, die den twijfel als een geneesmid
del aanprijzen. Deze methode stonden de wijs-
geere-n van Hellas voor; ze wilden door het ver
wekken van twijfel hun gehoor tot nadenken
brengen.
Ook in de gemeente Gods treft men er aan,
die de twijfel als geneesmethode heilzaam ach
ten. De boom der godsdienstige overtuiging zaL
door twijfelstormen vaster wortelen. Als heil
zaam aanbevolen, moet toch deze methode als
te gevaarlijk worden afgewezen. Inzonderheid in
dezen tijd. 'tMoet al een zee rkundige zielearts
zijn die de juiste verdunning van het geneesmid
del weet te treffen. Daarom is het zo ohoogst
'gevaarlijk, zoo licht vervalt de patiënt van liet
eene uiterste in *t andere en verwerpt alles.
De twijfel is een krankheid, een ziekte van
't zieleleven. Ze kan worden vergeleken met de
gevaarlijke infectieziekte de Spaansche griep.
Deze ziekte heeft in 1918 in ons vaderland en
da ai-buiten vele slachtoffers geëischt.
De spreker wenscht zijn gehoor te wijzen op.
1. Het ziektebeeld van den twijfel.
2. De infectie zwangere atmosfeer.
3. De oorzaak der ziekte.
4. Den Heelmeester.
"5. Het genezingsproces.
Het ziektebeeld van den twijfel te teekenen
is het moeilijkst, en vooral zoo bezwaarlijk, wijl
er zich steeds, evenals bij de Spaansche griep,
altijd weer nieuwe verschijnselen voordoen.
Hoe stonden de geneesheeren niet machteloos
bij de zoo vreemde en bij "de steeds wisselende
'verschijnselen gedurende de griepepidemie. Het
is met den twijfel eenzelfde geval. Daarom kun-
'oen slechts enkele algemeen voorkomende ver
schijnselen van het ziektebeedd van den twijfel
worden geteekend.
Men herkent zich zeiven niet, soms wordt het
geestelijk onwel zijn eerder door anderen opge
merkt dan door den lijder zelf. Algemeen trek-
trekken, die op het eerste onwel gevoelen val-
(gen, zijn geestelijke moeheid, matheid, krachte
loosheid net als bij griep.
M,en heeft 'tsoms al onder de leden, voor men
geteld, de nog maar lichtelijk gevoelde bezwaren.
Zelfs zijn er die dan coquet'teeren met den twij
fel Professor La Sausayc verhaalt van dit ver
schijnsel in zija werk „Twijfel en .zekerheid een
typisch geval Een jong scholier van de ti.B.s.
reeds 17 jaar staat voor den spiegel, de hand in t
haa ren vindt zich zelf nu ook al gewichtig,
waar hij bij zich zelf eenige twijfel meent te kun
nen bespeuren. Dat is coquetteeren met den twij
fel bij jongeren van jaren veelal voortkomend,
die er zich eigenlijk in verheugen, nu ook ai
vraagteekens te kunnen plaatsen.
Een verder verschijnsel is geestelijke tempc-
ratuur-stijging, als bij griep de hoogere lichaams
warmte door de te snelle bloedcirculatie. Het
verstand gaat bij de twijfelzieken door de teugels
heenbreken, door het tweetal teugels, die God
aanlegt, Zijn Woord en de eigen concienrns.
't Verstand slaat op hol, geraakt in een ver
warden kringloop. Men krijgt in dit stadium al
lerlei gedachten, verward en ongerijmd omtrent
ie immers Liefde is; alles wordt door
God bestuurd en hoe is dat dan met zooveel el
lende te rijmen? n
Verdere en andere vragen rijzen. Wie is vjo4 -
Een vrije persoonlijkheid? Wordt niet alles b<s-
heerscht door de wet van oorzaak en gevolg?
Wat is vrij? Als God een persoonlijkheid is, moet
Hii ook begrensd zijn. En dat kan toch niet
Of weer anders en in anderen vorm. Vaar is
God? Er is toch geen plaats, die Hem kan bevat
ten en zoo raast het verstand door._
Als God bestaat, waarom zorgt Hij er dan niet
voor, dat wij Hem kunnen bewijzen in Zijn be
staan, zooals we kunnen aantoonen of redelijk
aannemen de wetten in natuur en scheikunde.
Een derde trek is de koude huivering der zie
Ook bij de griep komen ze voor, die koude xil-
1 in een. Geestelijke temperatuursverhooging gaat
gepaard met cynisch koude zielehuivermgen
Dan worden kunstmiddelen aangewend. Met
energie werpt men kieh dan aan zijn levens
taak in ambt of beroep en blijft toch geestelijk
zoo kil, dor en koud. Men zoekt beul en hulp
en afleiding in hechte genegenheid van vrienden
of wel bij de teere aardscbe liefde. Om toch te
moeten komen tot de eenige uitkomst, het een
noch het ander geeft baat-
De zieleko uhoudt aan. Het denkvermogen ar
beidt koortsachtig druk, en de ziel verkild-
Gezonge nwordt nu Ps. 42le» 7,
Pauze. (Wordt vervolgd.)
INDIEN MEN ER IN ANDERE LANDEN OOK
ZOO EENS OVER DACHT?!
Ik zal u de geschiedenis vertellen van „Scharn-
horst" en „Gneisenau"; het zal wel een beetje
eentonig zijn!
Weet u, wie „Scharnhorst" en „Gneisienau wa
ren? U denkt zeker aan Pruisen, nd Jcna en
Auerstadtaan de lieftallige koningin Louise; en
aan vanzelf ook aan „maarschalk Voorwaarts en
Gneisenau, den chef van den gieneraten staf, door
wiens ingrijpen de slag bij Waterloo ten voordoek
van de Verbondenen werd beslist, en aan generaal
Scharnhorst, die bij Gross.-Görschen zijn leven gaf
voor de bevrijding van Pruisen in i8{3! Maar
urn hebt u niet op de aanhalingsteefaems gstet.
„Sharnhorst" en „Gneisenau" die ik op het oog
heb, waren twee gepantserd(e kruisers van de
Duitsche marine, metende omstreeks 11.500 ton,
zwaarder- gepantserd - grootste dikste van het
gordelpantser 14V2 c.M.; pantsering der geschut-
torens 1-7Va c.M. dik en zwaarder bewapend
ij kanonnen van 20I/2 c.M., behalve middelbaar ge
schut dan "hunne soortgenooten uit andere ma
rines; echter niet zoo zwaar als de later ontworpen
gevechtskruisers, waarvan zij als het ware de voor-
loopers waren.
Deze beide schepen tezamen met de kruisers
„Leipzig" „Dresden" en „Nürnberg", allen af
komstig uit Tsingtao, het Duitsche pacht gebied
i" China, maakten in het begin van den w-ereldoor-
,ag den Grooten Oceaan onveilig voor de Brit-
sche koopvaardij; alleszins begrijpelijk, dat En-
gelschen en Japanners trachtten daar een einde
aan te maken.
In, NovemDer 1914 heeft er op de kust van Chü.
een ontmoeting plaats gehad tusschen deze vijf
Duitsche schepen en een uit visr kruisers samen
gesteld Engelsch smajdeel. De Duitschers hadden
het; voordeel van verder dragend geschut nl.
op „Scharnhorst" en .„Gneisenau" en ze
toonden daarvan gebruik te kunnen maken. De
Engelschen verloren twee schiepen, de gepantser-
de kruisers „GOQ-d Hop6" van I4 ton sterk-
ste pantser 15.4 c.M- mei slechts 2 zware
kanonne» van 23.4 c.M. bewapend en „Mon
mouth" van 9800 ton sterkste pantser 12.7
c.M. uitsluitend met middelbaar geschut be»
W£J&et Duitsche eskader is daarna opgejaagd door
Engelsche en Japansche oorlogschepen; teen het
in den Grooten Oceaan te onveilig wtexd, zetten de
Duitschers koers om Kaap Hoorn en stevenden
den Atlantischen Oceaan in. Bij de Falklands, een
eilandengroep ten oosten van de zuidpunt van
Zuid-Amerika, werden de Duitsche schepen den
8sten December door een Engplscbe overmacht
aangevallen, waartoe behoorden de moderne ge
vechtskruisers „Inflexible" en „Invincible", water-
verplaatsing omstreeks 17.250 ton, grootste dik
te van het gordelpantser 171/2 c Mj-> pantsering der
geschuttorens 171/2 c.M. dik, bewapend met 8 ka
nonnen van 30I/2 c.M. Daarbij houde men er re
kening mee, dat „Scharnhorst" en „Gneisenau"
tegelijk konden afvuren, vooruit of achteruit 4
kanonnen, opzij 6 kanonnen; „Inflexible" en „In
vincible" daarentegen konden vooruit of achter
uit vuur geven uit 6, opzij uit 8 kanonnen. Van
te voren stond derhalve vast, dat de Duitschers te
strijden hadden met oen tegenpartij, die in aantal
en bewapening hun meerdere was. Dus
„Scharnhorst" „Gneisenau" en „Leipzig" -werden
na een gevecht van «enige uren in dien grond ge
boord; de „Nürnberg" trachtte den ondergang te
ontloopen, maar werd op de vlucht ingehaald en
insgelijks tot zinken gebracht; alleen de „Dresden"
heeft zich kunnen readen. Wat batten moed, beleid
en zeemanschap tegenover zooveel zwaarder pant
ser en geschut? Of zoudt u denken, dat hst zee
manschap vrfn den commandant van de „Gneisenau"
ten oosten van Kaap Hoorn ineens veel geringer
geweest is dan ten westen van die kaap? Hij had
een vijand tegenover' zich, die moer water ver
plaatste en dus was hij ten ondergang gedoemd.
En hiermee is de geschiedenis van „Sharnhorst"
en „Gneisenau" ten eindie.
Maar wat is er vervolgens van de Engelsche
overwinnaars terecht gekomen? hoor ik vragen.
Dat is spoedig verteld. Den 3isten Mei 1916 en in
den daarop volgenden nacht beeft er ten westen
van de kust van Jutland een zeeslag plaats gehad
tusschen de Engelsche en de Duitsche vloten. In
het begin van den slag werd het kruiser-eskader
van admiraal Beatty waartoe o.a. behoorden „In
vincible", „Inflexible" en het zusterschip „Inde
fatigable" aangevallen door de zoo goed als vol
ledige Duitsche slagvloot. Natuurlijk beschikken
slagschepen over meer en verder dragend geschut
dan slagkruisers; evenzeer zijn ze zwaarder ge
pantserd. Desondanks had Beatty den slag aan-
yvaard en zich aan den vijand vastgeklampt, tot
dat de door hem gewaarschuwde vloot van En
gelsche slagschepen onder admiraal Jellicoe op
daagde. Omdat Beatty aanvankelijk in de minber-
heid was, leden de Engelschlen toen de grootste
verliezen; de gevechtskruisers „Invincible" en „In
defatigable" gingen verloren benevens een viertal
(minder zwaar) gepantserde kruisers. Zoodra de
slagschepen van Jellicoe die de Duitsche sche
pen in aantal overtroffen aan het gevecht kwa
men deelnemen, keerde de kans; de Duitschers
trokken terug, en op dezen terugtocht verloren
zij een belangrijk aantal schepen.
Wat zien wij hieruit? Dat de tijd van Tromp,
en De Ruyter, toen zeeslagen beslist werden door
zeemanschap van de scheepskapiteins, door moed
en onverschrokkenheid van de bemanningen, voorbij;
is, absoluut voorbij. Ondanks persoonlijke dapper
heid die zeker nog evenzeer als voor twee hon
derd vijftig jaren te vinden en te waardeeren valt
beslissen in dezen tijd van oorLog van staal en
goud, uitsluitend de hoeveelheden ijzer en staal,
jie aan de schepen zijn verwerkt; hoe meer ijzer,
dus hoe grooter waterverplaatsing, hoe zwaarder
de pantsering kan zijn, hoe zwaarder de machines
dus hoe grooter de snelheid kan zijn, hoe zwaarder
en talrijker de vuurmonden, dus hoe grooter de
aanvalskracht kan zijn. 't Is gewoon een ingenieurs
sommetje.
Nu is de aanbouw van „groot materieel" in Ne
derland vrijwel van de baan; maar geLdt ten aan
zien van „klein materieel" niet hetzelfde, althans
wat het aantal betreft?! Moetien wij aan dien bewa-
peningsstrijd maar dan in het klein trachten
mee te doen, alleen maar om de traditie van Tromp
en De Ruyter in eene tie houden? Of zullen wij
een streep onder de rekening trekken, en dan de
zwaarden slaan tot spaden en d» spiesjsn tot sik
kelen?
vloed worden, de gelegenheid, die het bestaanhe
kiesstelsel biedt, thans aahgrijpen.
st, verliest
Wie nu zijn kans mist,
daardoor voor
vier jaren het recht te mopperen over den gang
van zaken van 's lands politiek en over den te
grooten invloed der partij-„bosses." En objecten
van mopperlust verliezen wij immers niet gaarne
die koesteren wij als iets heel dierbaars.
Daarom is er maar één advies van politieken
aard, dat wij thans hebben te geven aan onze
lezers: bemoei u thans eens met de pc%tiek, zij
bemoeit zich dagelijks met u, met uw zakien, met
uw boterham, met uw zedelijke en geestelijke be
hoeften. Als gij de gelegenheid, die thans zich
biedt, niet aangrijpt, hebt gij het u zelf te wijten
als de regeering en het parlement dat uit de ver
kiezingen van den komenden zomer voortvloeien,
u zedelijk, geestelijk laten hongeren, maatregelen
nemen, die uw zaken belemmeren, of vergeten,
dat de overheid het particuliere Leven ongemoeid
behoort te laten behalve wannieer het geldt hen
te beschermen, die zich zelf niet kunnen helpen.
WIEN STELT MEN CAN Dl DA AT?
Het „Hbld." schrijft:
„Er wordt op het oogenblik door zeer velen
een gelegenheid verzuimd, die in de eerstvol
gende jaren niet terugkeert.
Men leest herhaaldelijk van bijeenkomsten van
kiesverenigingen van verschillende partijen waar
groslijsten worden samengesteld van de candiha-
cen, die een gooi zullen moeten doen naar het
lidmaatschap der Tweede Kamer, of waar hoor
jartijinstanties met ouderlijke zorgzaamheid
.oorbereide lijsten moeten worden „goedgekeurh."
De menschen, die straks hun stem zullsn moeten
uitbrengen en dan tot de conclusie komen, dat
er* op de lijst, waaraan ze wellicht anders hun,
stern gaarne zouden gegeven hebben, geen can-
didaten staan vermeld, hie hun voorkomen wer
kelijke waarborgen te Leveren voor een richtige
bevordering van de politieke idealen en behoelin-
gen der partij, zullen dat zichzelf hebben te wij
ten, indien ze thans niet probetenen, om bij de
keuze der candidaten hun inzicht en hun .poli
tieke voorkeur te doen gelden.
Richtingsvraagstukken behoeven niet steeds een
zool sensationeel grooten invloed te hebben, zoo
geruchtmakend te zijn als thans in de R. K. Staats
partij. Er zijn ook in partijen, die niet bijeengehou
den worden door den band van een religieus®
organisatie, zoo stevig als die bij de R. K. Staats
partij', haar kracht uitoefent, principieel zeer be
langrijke verschillen denkbaar. Vraagstukken van
medezeggenschap in de bedrijven en andere quaes-
ties van maatschappelijke ontwikkeling, verschil in
denkrichting teft aanzien van de internationale po
litiek van ons land, onderscheid van opvatting
over de meest wisnschielijfee vormen van financie-
ele staatkunde, mee 11 ingsvierscheidenheid over de
taak van de overheid ten aanzien van liet parti
culiere leven, het bedrijfsleven in het bijzonder,
kunnen voor de taktiek en voor het succes bij de
kiezers van verschillende staatkundigs groepen
van beteekenis zijn. „Nous en passons et des
meilleurs", aan de koloniale staatkunde en de de
fensiepolitiek, hadden wij bijv. ook nog kunnen
herinneren zonder gevaar volledig te zijn.
Al deze verschilLen kunnen tot uitdrukking ko
men in de personen van de candidaten, die een
panij stelt voor de algemeen® verkiezingen. Ze
kunnen dat alleen, indien de Lsden der partijen
en die het om der, wille van het persoonlijken in-
Nieuwstijdmgen
Het eere-docolraat dar Koningin.
Het bericht dat de Koningin honoris causa doc
tor in de beide rechten zal worden, brengt ons,
schrijft het „Hbld." een anecdote in bet geheugen
terug, die voor een jaar of vijftien in Ekn Haag
werd verteld.
[Wij waren in die dagen in onderhandeling over
de Noordzee-conventie. Buitienlandsche Zaken zou
daarover een nota uitzenden naar Berlijn en een
concept, daarvan was ter goedkeuring aan H.M;.
gezonden.
De Koningin wenschte een advies van enkele
leden van den Raad van State en mr. T. M. C:,
Asser werd door de Koningin tot een bespreking
uitgenoodigd. In plaats van zooals gebruik was,
de nota aan den staatsraad ter hand te stellen,
las H.M. den heer Asser deze nota voor. Deze
laatste ging met den inhoud van het stuk gaarne
accoord. In het bijzonder met een viertal argu
menten van juridischen aard toonde de rechts-
kenner zich ingenomen. Waarop de Koningin zei
(U weet niet hoe u mij vleit, excellentie! Drie van
de vier .door u zoozeer gewaardeerde opmerkingen
heb ik met potlood aan den rand van het stuk
bijgevoegd. Daarom het ik u het stuk niet Lezen,
Ik vreesde dat u mijn handschrift zoudt her
kennen.
De Leidsche academische senaat, die H. M. het
doctoraat honoris causa verleende, had dus a pri
ori de instemming in zekeren zin van wijlen den
beroemden Jurist.
Vruchten in onverniste bussen.
Het Maandblad tegen de Vervalsching schrijft
Reeds herhaalde malen wiezen wij op de onver
antwoordelijke wijze, waarop men o.a. in Amerika
Amerika steeds voortgaat, ondanks alle protestei
met het conserveer|sn van sterk zure vruchten
in onvernist blik.
{Wij hebben nu weer een record te dier zake
te melden en bevonden nl. in het sap van de
vertinde bussen geconserveerde ananas (volg<
opgave zoo juist geimporteerd) niet minder dan
450 milligram metallisch tin per liter.
Het is denkbaar, dat personen met zeer sterkf
organen ongestraft tegelijk met andere spijzen, der
gelijke hoeveelheden metaal kunnen verdragen,
doch men denkee ook aan zwakken, zieken o
kinderen, die dit sap als versnapering gebruiken
en o.i. zal zeer besiist ieder geneeskundige dezei
het gebruik van zulke artikelen ontraden. Wij we
zen reeds in 1923 op de schadelijke gevolgen
Engeland (Midlethian) waargenomen, door het gï-
bruik van peren in blik en canstatieerden, toen da
naar aanleiding onzer publicaties ten dezie hei
Landbouw Ministerie te Washington de z:
handen had genomen. Intusschen is er geien ver
beteren g hoegenaamd te konstateeren en blijft men
in de Ver. Staten het beginstsl toegedaan, dat d<
verschillende landen hun eischsn behooren te stel
len, waaTaan dan zal kunnen worden voldaan. In
dien onze importeurs in deze belangrijke aange
legenheid niet het initiatief wenschen te nemen
en dus de invoer van schadelijke metaalhoudend!
producten, ongehinderd door blijft gaan, gevei
wij in ernstige overweging bij den invoer den wet
telijken eisch te stellen, dat vruchten (in het al
gemeen) met sap, uitsluitend in behoorlijk gevei
niste bussen geimporteerd zuLLen mogen worden
Waar het evenwel alle vertinde bussen betref;
zoude het noemen van enkele namen van fabri
kanten een onbillijkheid zijn, en ligt het in hi
welbegrepen eigenbelang der importeurs zeiven, 01
de noodige garantie in deze te eischen, alvoren
zij door geconstateerde schadelijke gevolgen var
het gebruik met den strafrechter te maken zou
den krijgen.
De beide georoeders B., landbouwers
Haastrecht, waren met de 24-jarige uit Utrecl
afkomstige dienstbode C. van L., naar de kei-
geweest en re dsn met een tentwagen naar hui
woning in de Vlist. Niet ver van huis, schrikt
het paard voor een met stroo geladen wagen. D
tentwagen reed in het vrij diepe kanaal. Een d«
gebroeders B. wist nog bijtijds op den walkant
springen. De andere wist even later ook op vasta
grond te komen, doch het meisje, dat achter
den wagen zat, kon geen uitweg vinden. Het paai
was met den wagen achter zich tot bijna aai
den overkant van het water gezwommen wat
redding nog meer bemoeilijkte. Met een bo<
kon men eindelijk het rijtuig bereiken en door h<
opensnijden van de kap het meisje er uit halen
Zij bleek echter reeds bewusteloos te zijn. In we
wil van de pogingen van een dokter en een wijl
verpleegster, mocht het niiet gelukken het lev: Hoef kade
op te wekken.
Geldsmokkelhandel.
Het „H-bld. van Antwerpen" maakt meldiï ^ze
van eeti grooten smokkelhandel in gouden
zilveren munt van België uit over de Nederlafl'
sche grens. Oneerlijke lieden, zegt het blad, ga;
in het binnenland van deur tot deur om geld
to koopen tegen hoogere prijzen; als deze ahnt
vaderlanders een sommetje bijeen hebben, kom< pajijJVV®f
zij op geheime wijze naar de grens.
Om in Nederland te geraken, nemen zij
toevhich
ste dage
gouden
de zadel
hun rijt
Een I
geld. D
lander»
drijf, w
men noj
geld teg
Gedui
lieden b
len geg<
lijke gel
Een 1
station 1
had een
Sederl
soneel t
Loos en
Eenigi
cntslage
het werl
'satie bei
gerd wé:
bij den
De g<
dert de
heeft aa
Toen
door een
bedreigd
peper ge
kreeg. D
cafe's ge
erd a a
Gister
'uit een
stand is
In dei
"bij de fi
ges, geve
•ingebrok
De po
allen goi
ren. Het
J. J. S.
Uit hi
langs eei
steeg, h<
ven zij
Hofman
ze naar
kantoren
vlug gei
maar he<
•kast die
zich een
vond ,lie
Met d
zilveren,
f 2500, t
D« kast
staanden
man e n
eveneens
hem gec
was. De
veer 6 u
traten.
cn daarn
Onmid
side d<
Dit was
voorzicht
de politii
briek te
afkomatij
man, de
teerd. Af
van een
gekocht,
kentenis
Zijn ai
bovengen
Bewaring
proces-ve;
daarna v.
De pol
beslag gi
Bij een
Cate te
mist. De
bosch te;
briefje ii
waarin h
de buit 1
aan den 1
eindigde
nachtelijl
Omstre
eenige vo
ehijnlijk
den nach
mannen
X. werd
een
politii
een alop,
dijksche s
van zulk
De
te geven.