«TE»
mm
jN
ring
Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
ÏG
LDEft
Donderdag 16 Januari 1926
84e Jaargang
J. EL KEIZER.
per 3 maanden f 1,15
van:
siafd,
MTiniwiE onTWFPfi en
IHTEMIAIIOIILE RECHTSBESGNERmiNG.
ct zonder dat
mans), en is
in de oogen
>rt (Schaper),
an dit te be-
lgemeen ont-
oed, wat hij
voor poëzie
voor littera-
ijd, en tegen
1 duur leven
:s tegen ("Wi
p)), en loopt
bflanel rond
s huiselijk en
b een slechten
3 vrouw (ik
een hart van
3 vindingrijk,
ie is, die was
nschenpaar is
in gedachten
ike jongeman
zestien jaren,
en zij had-
en, maar ste-
irin werd ge-
ier goede hoe
den geprezen,
steld, om van
eds met haar
zelf gezworen
ion van uit-er
zon toebehoo
was de brief
de minnaar
dat het een
sr al eens een
nu feitelij k
ooveel als 'de
ie werd uitge
kamp, stond
het een, noch
jn er nog een
vader van 't
;oede gronden,
i knnnen aan-
3n prins geen
>oit een goed
a of te zullen
combineerend
en om Grietje
hoor te onder
doen. Probeer
dat mislukte.
zelve 't heele
dat zij zelve
dat het haar
Pjs liefde
endijk
er St. Gen
NO. 6 iiYtKË, ITKLKIPNtttl
NIEUWE
LANGEDIJKER COURANT.
Dese courant verschijnt Dinsdags, Donderdags en Zaterdags.
B O R REMERTSPBIJfS
BED AOTKUB-UITMVBR
BUBBEL:
loordicharwoude.
Tm 1—1 regali 78 ct., elke regel meer II at.
CrMti letters «f vignetten worden our plutminti berekend
Brieven reehtotreeki ui dee Uittevir
icr bestaat uit twee Bladen.
fiFJROTB BLAD.
V erk-
iraal-
Oud-
rdijn-
srzeil,
goederen
Buitenlandsch Overzicht
Nadruk verboden,
anneer men de menschen aan hun portemo-
komt, dan is het met de goede vriendschap
oonlijk gauw gedaan. Het is geen bewijs van
elen zin. Maar we hebben de eigenschap als
vrijwel algemeen mensehelijke, die ons na-
'lijk egoïsme, onze felle begeerlijkheid en ons
tan in de materieele dingen des levens, tot
ïdslag heeft, nu eenmaal te aanvaarden. Want
verloochent zich nooit. De hech'tste vriend-
p blijkt tegen finantiëele aanvallen niet be-
d. En de uitdrukking „men moet eerst maar
samen een erfenis gedeeld hebben", is ken-
enend. Of dief of diefjesmaat, dan wel over-
aende staten, den gewonnen buit verdeelen
p, het loopt gewoonlijk op ruzie en vaak op
we vechtpartijen uit.
at heeft aan de te Parijs gehouden finan-
e conferentie haar gevaarlijk karakter gege-
We hebben sinds den vrede al heel wat ge
lijke conferenties gehad. Maar de gevaar
te zijn altijd gebleken, die, waar het om
ntiën ging. Gelukkig bestaat het gevaar niet
e kans op nieuwe vechtpartijen. Niemand in
)pa heeft na de algemeene rush nog kracht
nst voor een nieuwe knock-out. En de Ver
fde Staten, die er zeker wel de kracht toe
en hebben, zouden geen enkelen partner kun-
vinden. Men behoeft maar te zien, hoe be-
zaam zelfs Engeland den. Amerikaansehen
zijn afwijkende meening tracht duidelijk te
ïn, om te begrijpen, met welk respect men
Vmerikaansche kracht aanziet. Maar niet te-
kunnen op een dergelijke conferentie allerlei
ontstaan, die het herstel van Eurtopa ja-
uig zouden tegenhouden. Want feitelijk is
eele finantiëele eindregeling van den oorlog
j ter sprake gekomen.
it ging om de verdeeling van de opbrengst
Roerbezetting, waarvan Frankrijk eerst de
'tingskosten wilde aftrekken, om de Belgi-
voorkeur en om het deelen van Amerika in
pbrengst der Duitsche schadevergoeding,
daarachter loerde voortdurend de gevaar-
kwestie der onderlinge schulden, die vooral
Frankrijk zijn voornemen te kennen heeft
en om Amerika af te betalen, in haar kri-
stadium gekomen is. Ten opzichte van Ie
ngst der Roer-bezetting schijnt Frankrijk
zin gekregen te hebben. En in zijn wensch
iee te deelen Amerika,
ar dit juist maakt het gevaar, dat uit de
ie der onderlinge sculden dreigt, nog drin-
>r. Wanneer Engeland aan alle kanten eeft
?even, iS het begrijpelijk, dat het ten op-
i van de schuldkwestie o pzijn stuk zal
n staan en een evenredige afbetaling van
n'ijk eischen, zoo dti Amerika afbetaalt,
deze eisch maakt elke Fransche afbetaling
ir. Want het plan tot afbetaling van Ame-
scheen reeds uit te gaan van een langdurig
orium en een rente van een 1/21 a 1 procent,
ijk verkeert Frankrijk, evengoed als Duitsch
in den toestand van een schuldenaar, die
opgehouden te betalen, waar ten «snzent
«einent op pleegt te volgen. Het overweegjt
>ok al de aanvrage van een soort surséance
«taling in den vorm van een nieuwe Dawes-
^sie, die de Fransche betalingiscapaoiteit als
cr de Duitsche, zal hebben wast te stellen.
J een -dergelijke commissie een betalingsataat
Frankrijk vaststellen en de wijze der Fran-
glossing regelen, dan zo uzeker de eenvou-
5 manier zijn de sommen, die Frankrijk van
phland ontvangt, maar rechtstreeks naar de
ikaansche schatkist over te hevelen,
t Engeland dan van Frankrijk te goed heeft,
let eerst over het kanaal behoeven te gaan,
kis afbetaling van Engeland aan Amerika
'becks naar dat land afvloeien. En wan-
°ok de andere staten dit voorbeeld zouden
volgen zou het zeker de eenvoudigste en
onmiddellijke weg wezen, wanneer Europa
zijn vordering op Duitschland maar aan Amerika
endosseert.
Dat is nu nog niet gedaan. Amerika krijgt zijn
bezettingskosten en zijn schadevergoeding in jaar-
lijksche termijnen uit de bedragen, die Duitsch
land overeenkomstig de Dawes rapportem zal op
brengen, al heeft het dan het verdrag van Ver
sailles niet ge teekend, wat Engeland éen reden
vond om het heelemaal niet in die opibrengst te
'doen deelen. Die betaling wordt gevonden uit
een vermindering van België's aandeel en duurt
25 jaar. W anneer althan3 Duitschland nog zoo
lang blijft betalen. De gealliëerden hebben dat
op hun conferentie stilzwijgend aangenomen. Maar
'de stemming die oogenblikkelijk in Duitschland
heerscht, schijnt de zekerheid daarvan niet te
waarborgen. Het Duitsche volk blijkt tengevolge
van de weigering der Entente, om de Keulsehc
zóne te ontruimen en aldus een begin te maken
met, de ontruiming der Rijnprovincie overeenkom
stig het vredesverdrag, op zijn achterste beenen
geraakt. En het natuurlijke gevolg daarvan is een
nieuwe neiging naar rechts. Ofichoon de verkie-
zingetl dan ook een versterking van de sociaal
democraten en midden-partijen hebben gefcracht
(schijnt een ministerie uit de rechterpartij^n het.
resultaat te zullen zijn. Dat is nu zeker niet
alleen het gevolg van de houding der Entente.
De weigering der Volkspartij om zonkler de
Duitsch-nationalen aan de regeering deel te ne
men en de tegenzin van het centrum tegen een
coalitie van sociaal-democraten, demoeraten en
centrum hebben een andere oplossing van de crisis
vrijwel onmogelijk gemaakt. Maar de verbitterde
stemming heeft zeker de houding van het centrum
in niet geringe mate beïnvloed. Steunt dit de
regeering uit Duitsch-nationalen en Volkspartij
daadwerkelijk, dan behoeft die, waar ook de Bei-
ersche bond en enkele kleine partijen zullen mee
gaan, van de oppositie der sociaal-democraten niet
al te bevreesd te zijn.
Dinsdagavond sprak voor de afd. Oudkarspel
van den Vrijz. Dem. Bond, Mr. Oud, lid der 2e
Kamer over bovengenoemd onderwerp.
De voorz. der afd. de heer G. Hart, opent de
bijeenkomst met welkom aan de aanwezigen, in
het bijzonder aan den spr. van hedenavond. 3(pr.
'doet dit met te meer genoegen, omdat ook eeni-
ge dames aanwezig zijn.
Met den wensch dat men hedenavond majg ge
nieten en leeren van het gesprokene, verkrijgt
Mr. Oud het woord en begint met te zeggen,
dat toen de afd. hem uitnoodigde voor het hou
den van een politieke lezing, en aan hem het on
derwerp werd overgelaten, hij meende, niet beter
in den tegenwoordigen geest te kunnen handelen,
dan de ontwapening tot zijn onderwerp te kiezen.
Een vraagstuk, dat na de rede van Prof. van
Embden, waarin deze de verschrikkingen van den
'oorlog in de toekomst schilderde, de geestem heeft
wakker geschud.
Deze rede heeft alom diepen indruk gemaakt-,
en men heeft zich afgevraagd, of men goed doet
met nog langer den weg van thans te bewande
len onder leiding van de rechtsche regeering en
de rechtsche partijen. En wij, V. D. hebben ons
afgevraagd of we dit onderwerp niet duidelijker
in ons beginsel moesten omschrijven.
Op een vraag daartoe aan Prof. v. El gedaan,
heeft deze geantwoord, dat men van een weer
macht moest afzien, doch met instandhouding
van een politieleger. De „oorlogs"-vloot en het
;,oorlogs"-leger moeten worden afgeschaft.
Daarna is op 1 Nov. in een "vergadering te
Utrecht van de V.-D. met algemeene stemmen
'het 'denkbeeld van Prof. v. El aanvaard. En zoo
gaan wij thans den verkiezingsstrijd in- onder
de leuze van de Nationale Ontwapening.
Toen dit besluit door ons was genomen,, is
door de rechtsche partijen en Vrijhleidsbonders
gezegd dat wij verandering braohten in om ze
politiek.
Integendeel, wat wij thans in ons programma
schrijven is een gevolg van de ontwikkeling der
denkbeelden in Nederland en van de internatio
nale omstandigheden. Wij zijn nooit een militaire
partij geweest. Altijd een anti-militairistische.
Betreffende vloot en leger hebben wij steeds
andere eischen hieraan gesteld; reeds voordat wij
de ontwapening in ons program schreven.
In 1901, den tijd dat de V.-Dl Bond werdi opge
richt, leefde nog de gedachte dat wij een staand
leger moesten hebben. En juist daardoor ontstond
en werd gemaakt zoo'n scheefe scheiding tusschen
het leger en de burger maatschappij.
Nu is het legér hier nooit populair geweest;
een ieder had een hekel aan dienien. Wanneer men
in 't leger was, verlangde men terug naar de
burgermaatschappij. 1
Eu de groote grief van de V.-D. tegen liet
leger was, dat de burgerjongen niet werd be
schouwd als burgerjongen, omdat men niet be
greep de Opofferingen die zij moesten brengten.
Opofferingen die zoo licht mogelijk gemaakt moes
ten worden.
Zoo propageerden wij de idéé van het vormen
van een Volksleger, Een zéér democratisch stand
punt.
Deze democratische idéé komt uit Zwitserland.
Daar kent men niet- het leger zooals hier. Daar
is het vormen van soldaat geregeld in plaatselijke
oefeningen en is het Zwitsereche leger altijd
geweest het democratische leger. Een leger dat
nooit anders is geweest dan een verdedigingslegfcr.,
in tegenstelling met Frankrijk en Duitschland,
die aanvalslegers hadden.
Reeds in den tijd van Napoleon III waren het
de democraten, die tegen de toen heerschende mili
taire politiek opkwamen. Zij propageerden het
stelsel van het Zwitsersche leger, in plaats van
het vormen van een aanvalsleger. Maar zij werden
door do regeering, die de meerderheid steundjo,
uitgelachen.
Zoo is het Zwitsersche stelsel altijd geweest
het stelsel van den vrede.
Zetten wij daar nu tegenover het stelsel van 't
staande leger. Vanaf 1871, toen de Fransch Duit
sche oorlog beëindigd werd tot aan 1914, noe
men de geschiedschrijvers dit het tijdvak van de
gewapende vrede. Fn al was dit ook niet ons
stelsel, wij weten maar al te goed hoeveel lasten
en andere volken in dien tijd hadden te dragen.
Hel was nergens anders om to doen dan om
een sterk leger te houden. Men zag angstval
lig uit naar wat anderen deden. De een volgde
den ander na.
Alle militairistische elementen waren er voor
dat men moest zorgen steeds beter oorlogs-ma-
terieel te hebben dan een ander. Daardoor ont
stond de wedstrijd in de algemeene bewapening. 1
Fn zoo was het ook bij de vloten. Enrelands
politiek was er op gericht de sterkste vloot te
hebben, een wereldmarkt, daarmee te kunnen vor- j
men. Het was een wedstrijd tusschen staal en
ijzer en kanonnen.
Het gevolg hiervan was dat de lasten voor de
volken hoe langer hoe zwaarder werden, dat de j
begrootingen voor oorlog en marine steeds h.00-
ger liepen.
[Maar het ergste was dat men dit beschouwde j
als een middel voor het handhaven van den vre- j
de, omdat de een den ander niet zou durven aan- I
vallen. En men beriep zich daarbij op 'de latijn-
sche spreuk: „Indien gij den vrede wilt, bereidt j
u ten oorlog." 1
Ook hier heeft men altijd dit lied hooren zin-
gen .Men heeft het kunnen hooren in het debat
tusschen generaal Snijders en Prof. v. Embden.
En toch, reeds voor het uitbreken van den
grooten wereldoorlog was het voor ons ondoen
lijk om aan den bewapeningsstrijd mede te doen
om de eenvoudige reden, dat wij' het niet be j
talen konden. f 1
Daarom is het misleidend zich op de geschie- l
•denis te beroepen, om te herinneren aan den tijd j
van Tromp, De Ruijter e.a. De oorlog is thans
'heel anders dan in hun tijd. Toen lag nog per- i
soonlijke moed en zeemanschap gewicht in de
schaal. Die tijd is voorbij.
Het is thans geen kwestie meer van persoonlijke
bekwaamheid. ï?e oorlog is geworden een vraag
van technic. De vraag is .tevens: „kan men ge
noeg geld geven voor het aanmaken van kanon
nen. Be oorlog is geworden een middel van mag
sa moord en volks verdelging.
Die waarheid is thans diep in de lagen der vol
keren doorgedrongen. En eveneens de waarhieid
dat het verkeerd is zich op den leugen te beroe
pen, dat wanneer men den vrede wil, men zich
ten oorlog moet bereiden.
'Wij weten maar al te goed hoe 'wij in de jaren
voor den oorlog steeds geleefd hebben onder den
druk van het oorlogsgevaar. En wel dachten "wij
dat niemand dien ontzettenden ramp zou dur
ven ontketenen, maar de tijd heeft het anders
belezen. r
Het is nu ruiió 10 jaar geléden dat die ver
schrikkelijke baierd van vuur werd ontketend
en wij weten hoe snel het in die dagen van de
'maand Juli is gegaan. 1
Rusland mobiliseerde, en toen Duitschland het
ultimatum stelde, dat Rusland moest demobilisee-
ren, en anders de oorlog zou worden verklaart,
■was daarmede reeds de oorlog ontketend. Is dit
mede een der grondoorzaken voor het uitbre
ken van dien wereldbrand.
Wat op het gebied van oorlogstechnic vóór
1914 was bereikt, is slechts een kleinigheid tot
dat., wat in de jaren na 1919 is uitgevonden.
Waren in en voor den oorlog de groote kanon-
'nem tanks en giftige gassen uitgevonden, de
scheikunde heeft voor den oorlog een toekomst
geopend, waarvan het einde niet te overzien is.
En zoo is dan thans de vraag naar voren geko-
ïuen: „Moet dit nog langer zoo voortgaan?"
„moet het spelletje van leger en vloot in orde
te brengen, thans opnieuw beginnen I?"
Met de verschrikkingen van den oorlog die
achter ons ligt, voor oogen, zijn er enkele voor-
gangers geweest, die hierin verandering hebben
willen brengen.
De eerste man hiervan is geweest wijlen prési
dent Wilson, de President van de groote Ameri-
'kaansche Republiek. Hij is het geweest, die ge
zegd heeft: „dit moet de laatste oorlog geweest
zijn. De oorlog is de grootste misdaad van den
Staat, die hem begint. Er is noodig een inter
nationaal politieleger om den Staat die den oor
log begint, te dwingen hem te beëindigen.
Zoo is ontstaan de Volkenbond.
Deze gedachte was echter niet nieuw. Reeds
Aoór den oorlog was dit denkbeeld naar voren
gekomen.
Het is de V.-Dl Prof. v. Vollenhoven geweest,
die de gedachte van een internationaal politie
leger heeft ontworpen. De man die zich afvroeg,
waarom het niet zo ugaan tusschen de Staten
.zooals tusschen de menschen.
Wij weten welk een groote vooruitgang het is,
dat wii rustig kunnen gaan mi Btaan. Dat het
recht niet gekwetst wordt.
En waarom zou het zoo niet kunnen gaan tus-
bchen de verschillende landen? Waarom zouden
nun geschillen niet aan een onpartijdige inter
nationale rechter kunnen worden onderworpen?
Waarom zou het zoo niet kunnen, door het
sluiten van een tractaat, waaraan men was on
derworpen, om de geschillen voor dien rechter
te brengen Door het stichten van een internatio
naal politieleger, dat zou optreden tegen een hals-
starrigen Staat, dié weigerde zich aan den rechter
'te onderwerpen. 1
Zoo werd dan door Wilson de Volkenbond op
gericht. Niet alleen werd door hem verdedigd
aan dezen oorlog een einde te maken, maar tevens,
dat men moest zorgen, dat er in de toekomst
geen oorlog meer kwam.
Een groote teleurstelling is voor hem geweest
dat Amerika geen instemming betoonde voor het
stichten van den Volkenbond. Het land, dat
sprak: Amerika voor de Amerikanen, Europa
voor 'de Europeanen.
Zoo heeft de Amerikaansche Senaat (le Ka
mer) besloten geen lid te worden van den Vol
kenbond. De Volkenbond is echter nog lang niet
wat hij wezen moet. Lang alle landen zijn nog
geen lid. Toen de Bond te Versailles werd opge
richt, werd het een bond van overfwinnaars. Daar
na werden de neutrale landen als lid toegelaten,
en zijn thans onderhandelingen gaande om ook
Duitschland lid te laten worden. Dat is de le
jstap in de goede richting. t
lerhof