W LI
te
l V
KOREN OP ONZEN MOLEN.
DE TWÜÏJVERWEG.
f De Twuijverweg.
.Xs er dan nog niet genoeg over gesproken
en gesehreven Is die zaak dan nog niet vol
doende onder de oogeri gezien?
Wij schrikken er dan ook eenigszins voor
terug, nog eens aan dit onderwerp een ar
tikel, eene beschouwing te wijden, die naar
wij hopen niet verwachten toch nog
eenigen invloed zal hebben. Wij werden er toe
opgewek door de bekendte circulaire van den
A. N. W. B., voorkomende^ in ons nr. van
17 Januari jl. Wij twijfelen niet of onze lezers
herinneren zich nog haar inhoud. Deze is zoo
volkomen naar onzen geest gesteld, hij ver
tolkt zoo gebeei onze gedachte en ons inzicht,
in dezen, dat wij niet konden nalate te spre
ken van „koren op onzen molen."
Maar dit geldt niet voor ons alleen, maar
voor allen, die hartelijk wenschen, dat toch
allen mochten samenwerken om den Twuij-
weg tot een alleszins betrouwbaren verkeers
weg te mqken. Omdat het noodzakelijk
is! Maar, wij hebben weinig hoop.
Oudkarspel kijkt de kat uit den boom. En
kele raadsleden richtten hun blikken naar
Schagen, waarbij zij er op wezen, dat het
dan ook noodzakelijk was, in die richting de
wegen in orde te maken, omdat ook daar er
wat aan haperde. Het zou, volgens hunne mee
ning, „een gevaarlijk precedent" scheppen,
wanneer men ging offeren voor de verbete
ring van den Twuijverweg. Zoo, meende men,
kon men aan den gang blijven, elke ge
meente heeft genoeg aan zich zelf.
Wij weten niet of men er wel eens aan ge
dacht heeft, maar, we willen er wel even de
aandacht op vestigen, dat Den Helder het
eindpunt is van het verkeer op het vaste land.
Daar is de tuit van den Noord-Hollandschen
trechter. Men loopt er stellig vast, daar
houdt het verkeer op. Wij hebben dus onzen
blik andersom te wenden, in de richting van
het groote verkeer, dat precies den anderen
kant uit gaat, dan waarheen enkele raadsle
den van Oudkarspel uitzien, Niet in de rich
ting van Schagen, maar in de richting van
Alkmaar ligt onze weg. Men moet ons niet
verkeerd begrijpen. Natuurlijk hebben de meer
noordelijke bewoners evenzeer recht op een
goed en gevaarloos verkeer, en wij zouden
het heelemaal niet dwaas vinden, wanneer bij
voorbeeld de z.g. „Rooden dijk", liggende
tusschen Groenveld en Schagen, door belang
hebbende gemeenten of polders gezamenlijk
werd verbeterd. Wij stellen natuurlijk maar
een voorbeeld. Maar de Langedijkers gaan
naar Alkmaar en verder. De eenige weg, dien
zij langs moeten, is de Twuijverweg. Langs
dien weg passeert alles. Rijtuigen, vrachtwa
gens, auto's, vracht-auto's, motor-rijwielen, en
wielrijders, behalve dan nog de voetgangers, -
het geheele verkeer, in al zijn omvang,
waarbij zich nu nog hebben gevoegd de auto-
omnibussen, waarvan er een vijftigtal eiken
dag dien weg passeeren, twee, drie, of meer
achter elkaar, gevuld met reizigers^
naar Alkmaar of elders. Den trechter uit,
naar het hart van Holland, waar om heen de
kloppingen worden gevoeld van den handels
geest, die zich openbaart op industrieel zoo
wel als op economisch gebied.
Waardoor kenmerkt zich onze tijd tegen
woordig? Het is een jagen en jakkeren, een
zweeten en zwoegen om het bestaan. Rei
zigers en handelslieden komen van heinde en
ver hun waren presenteeren, die de le-
FEUILLETON.
vensbehoeften eischen. Heeft men voor
die levensbeweging dan geen oogen? Ziet men
dan niet, dat intellect en practische ervaren
heid elkander de hand reiken, de ontwikke
ling steeds meer baan breekt en het' oude
verdrijft? Heeft men dan heelemaal ge«?n oog
meer voor der nijveren voortvarendheid en
kloeke ondernemingsgeest, waarvan onze tijd
getuigt? -
Wij begrijpen dan ook niet, waarom men z n
medewerking onthoudt om den Twuijverweg
tot een alleszins betrouwbaren verkeersweg te
maken. Wat zou het van de vier Langfedijker
gemeenten een treffend voorbeeld zijn ter na
volging, wanneer zij konden besluiten elkander
in dezen de hand te reiken. Maar er is eene
tegenwerking, die haar invloed doet gelden
y in meer dan één gemeenteraad, die over dit
vraagstuk hebben te beslissen. Die tegenwer-
J king komt in hoofdzaak van de zijde eens
j Burgemeesters, aan wien de belangen der twee
J gemeenten Noordscharwoude en Zuidschar -
I woude zijn toevertrouwd. Het doet onaange-
Inaam aan te hooren, dat geen geldelijke offers
voor dezen weg kunnen worden gebracht, om
dat de weg aan Alkmaar behoort, de gemeente
Sint Pancras het toezicht daarover heeft en
deze moet verlichten, alsof de beide genoemde
gemeenten geen belang bij dezen weg heb
ben, althans niet zooveel, dat er geldelijke
offers voor gebracht kunnen worden, hoewel
zij het zeer op prijs zouden stellen, wanneer
deze weg verbeterd werd.
Men had mogen verwachten, dat die tegen
werking niet van die zijde gekomen was. Wij
herinneren ons bij voorbeeld eene vergadering,
waarin als spreker optrad de heer De Vries
van Purmerend, die het had over de vereeni-
ging van gemeenten, in verband met plannen
tot samenvoeging der vier Langedijker ge
meenten. Wij herinneren ons verder de fabel,
die Z. A., nadat de heer De Vries had gespro
ken, debiteerde. „Er was eens een koppige
boer, die, niettegenstaande hij over een brug
kon gaan om zijn land te bereiken, nog steeds
door sloot waadde, want zijn vader, groot
vader, overgrootvader en betovergrootvader
hadden precies hetzelfde gedaan." Nu zou
men daaruit mogen afleiden, dat een vooruit
strevende geest leiding zou geven aan de rich
ting, waarin ook het gemeenschapsleven moet
gestuurd worden. Het boven aangehaalde
geeft ons' het antwoord daar op. Het laat
ons natuurlijk totaal koud, welke meeningen
en inzichten door dezen magistraat worden ver
kondigd, voor zoover die geen invloed hebben
op de publieke opinie en zich niet doen gel-
doen gelden in de raadzaal. Anders wordt
het, wanneer dat wel het geval is. Dan komen
wij een woordje meespreken. Daartoe achten
wij ons geroepen, daartoe gevoelen wij ons.
verplicht. Wij zijn meermalen in verzet geko
men tegen een optreden, dat getuigde van
een dictatorisch drijven, waarmede het alge
meen belang en onze! bevolking tniet is gediend.
Zoo is ook het angstvallig vasthouden aan de
letter der wet een fout, waarmede, zooals reeds
is gebleken, niet allen het eens zijn. We zuilen-
die feiten thans laten rusten, maar wij wen
schen in dezen toch te waarschuwen tegen
een al te slaafs meegaan en zich voegen naar
een oordeel en advies, dat wij in strijd achten
met een gezonde democratie. Wij achten het
al erg genoeg, dat één persoon de gelegenheid
neen, het recht is gegeven, zijn invloed in twee
raadscolleges te kunnen doen gelden. Het be
grip „algemeen belang" mag niet begrensd
liggen binnen de enge lijnen vain een invloeds
sfeer, die uitgaat van één persoon. Wan
neer die invloed echter steunt op algemeene
OM HAAR GELD.
XXIX.
Zij stond op en zag in den spiegel. Met op-
merkzamen blik beschouwde zij haar bleeke, droe
vige gelaat met de rood geweende oogen. Met
een bitteren trek om den mond wendde zij zich
weder af. Neen, mooi zag zij er niet uit. Wat
zou hem dan toch zoo plotseling bekoorlijk aan
haar voorkomen. Slechts medelijden immers had
hem die woorden van liefde in den mond- gege
ven. Hij wilde daarmede goedmaken, wat bij
haar had aangedaan. En het meisje, dat hij lief
had, was voor hem verloren gegaan. Daarom
was. al het andere hem onverschillig geworden;
zoo was het, daarom scheen hem de huwelijks
band niet meier zoo zwaar toe. Zijn geliefde,
nu ja, was hem ontgaan, maar leefde nog in
zijn hart. Daarom was het leven hem waarde
loos geworden, en wilde hij naar Afrika gaan,
of eene samenleving met haar, die hij niet
bemiDde. Slechts me.delijden, niets dan medelij
den was het gtevoel, waarmede hij zich zelf wilde
wijs maken, dat dit liefdie was en waarvan hij
haar trachtte te overtuigen. Wanneer zij besloot
met hem mede te gaan, hoe spoedig zou hij
tot de entdekking komen, dat hij zich zelf had
bedrogen, dat de huwelijksband hem als hoeien
zou klemmen. En het reeds gekoesterde wantrou
wen zou nieuw voedsel ontvangen, telkens, wan
neer zij hem aanzag, haar blikken de zijne ont
moetten, die haar steeds zouden zeggen, dat hij
haar nooit bemind had, dat hij haar nimmer
zou lief hebben.
Dan was het duizendmaal erger dan thans;
'dan zou zij zich nog dieper vernederd en belee-
digd gevoelen. Dan zou zij ook nog haar eigen
waarde verliezen.
Het was goed zoo, dat zij sterk en standvas
tig was gebleven. Nooit zou zij weder aan zijn
liefde kunnen gelooven, nooit. Maar wat zou
er dan van hem worden? Hoe kon zij hem steu
nen? Ach, zij had hem toch zoo lief, zoo onein
dig lief; zij zou het niet kunnen verdragen, niet
dulden, niet kunnen aanzien, dat hij gebukt ging
onder de zorgen des levens. Hij was te trotsch
iets van haar aan te nemen, terwijl hij zonder)
die hulp moest ondergaan. Dat begreep zij ten
volle, en besefte het maar al te zeer. Schroom
vallig had zij hem haar hulp geboden, omdat zij
geen anderen uitweg had geweten.
kennis en gezond verstand, helder inzicht,
en een breeden, practischen kijk op het maat-,
schappelijk leven, of op eene na ernstige studie
verkregen en beproefde ontwikkeling, dan
kunnen wij ons indenken, dat memi gaarne z'n
-oor te luisteren legt, zonder eigen oordeel
daardoor te verzaken. Zoo lang dit nog niet is
gebleken, blijft een anderer houding „aanvecht
baar", een woord, waarvan de voorzitter van
den gemeenteraad van Broek op Langendijk
zich bij voorkeur bedient.
Wij komen tot de besprekingen, naar aan
leiding van de ingekomen missieve van de
Kamer van Koophandel" inzake het voorge
stelde plan tot verbetering van den Twuijver
weg, in den Gemeenteraad van Broek op Lan-
gendijk gehouden.
Het plan kon eenvoudiger.'Men kan wel zieni
dat het van de stad uitgaat.
Op deze wijze insunieert men, dat het „goed
riemen snijden is van andermans leer."
Nu wandelen wij in gedachten Langendijk
eens door. Wat. zouden wij onze vroede vade
ren van voorheen dankbaar zijn geweest, wan
neer zij reeds rekening hadden gehouden met
de reeds zich openbarende en langzaam, maar
zeker voortschrijdende ontwikkeling op elk ge
bied en bepalingen hadden vastgelegd, die
ons een breederen verkeersweg hadden ge
schonken.
Ziet men dit op het oogenblik dan niet in?
Weet men dan nog niet, dat, als men iets on
derneemt, men het goed moet doen? Kan dan
het voorbeeld, door Alkmaar gegeven, als
„aanvechtbaar" worden beschouwd? Moeten
wij, in dezen tijd, het voorbeeld van den „kop-
pigen boer" volgen, en ons angstvallig vast
houden aan tradities en gewoonten, die, zooals
reeds is gebleken, zich zullen wreken in de
toekomst? Heeft men zoo gedacht, toen de
sluis te Oudkarspel werd gebouwd? Herinnert
men zich het enthusiast samengaan bij het leg
gen van de spoorlijn stationdorp Noord
scharwoude en het stichten van de veiling?
Golden dergelijke overwegingen bij het bou
wen van het raadhuis te Zuidscharwoude en
toonde men een bekrompen inzicht toen het
raadhuis, het postkantoor, de toevoerlijn, de
veiling en het betaalkantoor te Broek op Lan
gendijk werden gesticht? Men' stapte toen blijk
baar wat lichter over financieele offers heen.
en schenen de planner* minder „aanvechtbaar."
En zou men' er ooit berouw over hebben?
Veertig jaren lang zal men z'n bijdrage van
driehonderd gulden per jaar moeten betalen.
„Wie dan leeft, wie dan zorgt."
Dat is de moraal,; die er schuilt in de klacht,
dat dit veel te lang duurt. Kom, kom!
Wie zou in dezen zijn voeten in zijn grootva
ders schoenen willen steken? O zeker, wij
kunnen er inkomen, dat men zich in Broek op
Langendijk afvraagt: „Waarom moeten wij
vijf honderd gulden betalen en de andere ge
meenten maar driehonderd? Daar is eene
oplossing voor te vinden. Ongetwijfeld. Dit
bezwaar kan zeker overbrugd worden, maar
in de eerste plaats samenwerken! En het
doet goed, laten wij er dit bijvoegen, dat uit
alles blijkt, of beter is gebleken, dat met Oud
karspel en met Broek op Langendijk zeker
valt te praten.
O, kostelijke Vooruitgang! Wij hebben vrou
wenkiesrecht gekregen. Waren het nu allen
maar vrouwelijke raadsleden, want, dan
kwam ongetwijfeld het plan tot werkelijkheid.
Zij zouden zich wellicht laten leiden door vrees,
die in sommige gevallen een slechte geleidster
is, maar in dit geval
Laten wij er niet aan denken, dat de tijd
verloren gaat met praten en delibireeren, tot
dat een noodlottig ongeluk plaats vindt.
Thans zat hij beneden bij haar tante, aan wie
hij natuurlijk alles vertelde, wat tusschen hen
besproken was. Wellicht wist haar tante een
uitweg, kon zij raad schaffen. Wanneer men
zich eens to-t Ronalds moeder wendde? Of tot
Lotte Hechingen Wellicht kon er door tusschen-
komst van zijn moeder of zuster iets voor hem
Worden gedaan, zondier dat hij er iets van
merkte, zondier te weten, van waar die hulp
kwam. Maar zouden die beide vrouwen daartoe
zijn te bewegen?
Zoo peinsde Liza in haar eenzaamheid om
Ronalds toekomst, waardoor zij eigtenlijk haar
eigen leed vergat. Zij wilde alles ten offer bren
gen, zelfs op de meest bescheiden voet leven,
zij zou met haar lot tevreden zijn, wann.ee*
zij helpen kon, wanneer zij zijn leven lichter en
onbezorgder kon doen worden.
Heden avond nog, wanneer hij weer vertrokken
was. wilde zij alles met haar tante bespraken.
Ongeveer een uur later trad tante Anna bij
Liza de kamer binnen. Liefdevol omarmde zij
haar.
Altijd nog hoofdpijn, mijn kind?
Liza sloeg de armen om haar tante's hals.
Ik heb ge»en hoofdpijn, lieve, goede tante.
Het was mij alleen onmogelijk met Ronald samen
te zijn. 0 tante, het viel mij zoo zwaar,' zoo
vree-el ijk zwaar, met hem te spreken.
Mevrouw von Rahnsdorf liefkoosde haar zacht.
Ik geloof het, Liza. Maar thans is dit toih
achter den rug. Je zal nu toch veel rustiger zijn.
Liza zuchtte.
Heeft Ronald u alles verteld?
Alles, kind; en ik geloof, dat je hem on
recht aandoe, door aan zijn liefde te twijfelen.
Liza zag haar vragend aan. 1
Gelooft u er dan aan?
Ja, onherroepelijk.
Liza schudde het hoofd.
Ik kan het niet nooit, zeide zij moe
deloos.
A'ch, lief kind geen woord wordt zoo
misbruikt als dat nietige woordje „nooit", dat
zoo'n groote beteekenis heeft. „Nooit", dat klinkt
zoo trotsch, zoo machtig als de eeuwigheid, en
duurt veelal n iet Enger dan uren of dagen. Maar,
laten wij onzen ijd hiermede niet verspillen,
Lies je. Dit moet je voor je zelf uitmaken. Het
geloof kan ik je niet geven, dit moet je zelf
zien deelachtig te worden. Helaas kan ik je
jdaarbij niet helpen.
Neen, tantetje, dat kan geen mensch. Maar
Wie zou zich nu nog als een vijand van den
vooruitgang durven opwerpen?
Niemand!
Omdat wij ons niet kunnen onttrekken aan
den tijdgeest, die ons opeischt, en aan
wiens stem wij gehoor hebben te geven. Wij
mogen tegenstreven, meegesleurd worden
we toch en daarom zal het verstandig zijn
niet tegen te stribbelen. De vooruitgang breekt
zich baan, en ge moogt hoofdschuddend
uw verbazing te kennen .geven, het baat
u niet. De gevolgen van den ommekeer, dien
hij brengt, hebben wij te aanvaarden, waarbij
het persoonlijk belang heeft onder te doen
voor het algemeen belang.
Laten wij niet vergeten, dat jaarlijks rond
twee-en-twintig duizend omnibussen alleen van
den „Langendijker Auto-omnibusdienst", dien
weg passeeren. Wanneer wij tien personen
voor elke omnibus rekenen, dan kunnen wij
naar onze schatting, en naar wij gelooven,
zonder overdrijving aannemen, dat twee
honderd duizend personen met dit vervoermid
del worden vervoerd, waaronder gij en ik,
uw kinderen en familieleden, uw medemensch!
Zijn wij voor hen verantwoordelijk of niet?
Zouden wij nu den „koppigen boer" willen
navolgen, of zouden wij langs de brug gaan,
door Alkmaar geslagen?
De keuring op de omnibus is er; wij kun
nen veilig rijden voor twee cent per jaar en
per hoofd.
Wij herhalen de woorden, zoo juist in de
circulaire gezegd: „Bij de eenheid van ge
dachte over den toestand onzer wegen ten op
zichte van het verkeer, past de daad om hier
in verbetering te brengen."
Zoo is 't.
Als de goede wil voorzit, is het niet moeilijk
meer het voorgestelde plan uit te voeren. Elke
tegenwerking in dezen straft zich zelf.
Plaatselijk Nieuws
- OUDKARSPEL.
Gevonden voorwerpen.
i rijwielplaat}--.
Verloren voorwerpen.
I paar grijze dameskousen.
Inlichtingen bij den gemeenteveldwachter.
- BROEK OP LANGENDIJK.
De monsteropname voor da tuinbouwcombina-
tiie alhiier van een partij kalizout 40 p.Ct., geleverd
door den hieer J. Bakker van St. Pancras, groot
zijndie 30000 kilo wees een gehalte aan van 41.71
pCt. oplosbare kali.
- NOORDSCHARWOUDE.
Wie kent ze niet de humoristische, satyrische,
zielkundige en gevoelvolle liedjes van den bekieo.
den dichter-zanger Clinge Doornbos?
Zijn er ook misschien velen die ze nooit onder
de oogen krijgen, zij en de anderen die ze wel
kennen, wordt het ganot geschonken, deze liedjes
aanstonds te kunruan hooren.
Niemand minder dan Clinge Doornbos zelf zal
aanstonds velen vergasten door 8 Februari in
„Concordia" alhier op te treden.
ik wil uwe hulp voor een andere aangelegenheid
inroepen. Ik maak mij zoo bezorgd voor Ronald's
toekomst. U weet, hij is armhij wil van mij
niets aannemen, wanneer ik niet tot hem terug
keèr.
Daarvoor moet ik hem prijzen; ik deed het
ook niet in zijne omstandigheden.
Ach tante, dat domme geld. Waarom
maakt men daarvan zooveel ophef?
Zulk een dwaze vraag kan alleen mijn dom
me Liza doen, antwoordde haar tante lachend.
U moet mij niet misverstaan, tante. Is daar
dan nog onderscheid tusschen of ik bij hem ben
of niet. Wanneer ik met hem samenleefde, zou
hij het geld stellig van mij aannemen. Nu ik
dat niet kan en wil, beleedigt het zijn eergevoel.
Nu, pleizierig is het voor een man in geea
geval steeds te moeten denken, dat hij van het
geld van zijn vrouw moet leven. Maar het hu
welijk sluit gemeenschap in en geldt het „mijn
en dijn", voor beiden. Het huwelijk is officieel
gesloten. Ronald kan dat begrip van gemeen
schap niet hebben zoo lang jij van hem geschei
den ben.
Dan moet ik hem tegen zijn wil zien te
helpen, en daarvoor heb ik uw raad noodig,
lieve tante. U is zoo verstandig en goedik reken
stellig op u.
Wel, wel, hoe mijn Liesje vleien kan.
Om je vertrouwen nu niet te beschamen, moet
ik je helpen! Je kom toch aanstonds beneden,
met ons thee drinken, niet waar Liza? Ronald
heeft nog niets gegeten, zoo lang hij op Rahnsdorf
is. Hij wacht op ons.
Liza zag verschrikt tot haar op.
Ik wilde liever hier blijven; ik zeg hem
straks nog even goeden dag.
Maar, Liza, dat is niet goed van je. Kom,
wasch je oogen eens af en knap je eens wat op.
Ilc wil je daarbij helpen, dan ga je met mij
naar beneden en je praat kalm en vriendelijk
met. hem. Je wil je toch niet vijandig tegenover
'hem toonen?.
Neen, 0 neen.
Zie je wel. Wanneer je wegbleef, zou dat
zeer onvriendelijk van je zijn. Hij is toch onze
gast. En binnen twee uur moet hij reeds weer,
opbreken. Kom, Liza. Ik steek je het haar wat
op, dat er heelemaal verwilderd uitziet. Tot be
loon ing vertel ik je intusschen, hoe ik jou Ronald
aan een vasten werkkring zal helpen.
Liza.wierp zich in haar armen.
Tantetje, lieve, goede tante! U weet reeds
een uitwegü Toe, vertelt u al vast.
Nieuwstijdingen.
Treinontsporing.
Van den personentrein 1817, te 9 u. 23 van
Vork vertrekkend in de richting Arnhem, ont
spoorde tengevolge van verkeerden wisselstand
de locomotief en een bagagewagen. Dank zij den
geringen gang kwamen geen persoonlijke ongeluk
ken voor. De reizigers gingen met een anderen
trein ,op verkeerd spoor, naar Eist verder en kwa
men met geringe vertraging te Arnhem aan.
Onder den trein.
Op het Centraal Station te Utrecht is de ar
beider W. Schouten door een binnenkomenden
trein gegrepen en levensgevaarlijk verwond.
Wanneer je mee naar beneden ga.
Ja, ja vertelt u nu maar.
Terwijl mevrouw von Rahnsdorf met liefde
volle zorg Liza's haar opmaakte, zeide zij
lachend
Nu dan, Ronald zal zijn ontslag uit den
dienst nemen, gaat dus den dienst verlaten en
naar mijn ouden vriend Wustrow. Je weet, wien
ik bedoel, ik vertelde je eens van hem. No?
heden avond schrijf ik naar Wustrow en zal er
voor zorg dragen, dat hij daar een onafhankelijk
bestaan heeft. Wustrow zal hem zoo lang houden,
tot Ronald zelf wenscht te veranderen en wel
licht wat beters zal hebben gevonden. Door mijn
ou den vriend kunnen wij zijn inkomen vergroot en.
zonder dat hij het merkt. Als volontair zou bij
natuurlijk nog green vergoeding krijgen, maar
mijnheer von Wustrow zal dat natuurlijk niet
toestaan en er op aandringen, dat hij wel een
salaris ontvangt. Dat Ronald een flinke steun
voor mijn ouden vriend zal zijn, daarvan ben ik
ten volle overtuigd, want werkelijk, gedurende
den tijd, dat hij op Rahnsdorf is geweest, toon
de hij reeds een helder inzicht in en een zeer goed
begrip omtrent het bedrijf te hebben. Ik geloof,-
dat hij oen geboren landheer is. Daarbij, hij heeft
met genoegen mijn voorstel aangenomen. Zoo is
zijn toekomst niet zoo duister als het zich liet
aanzien. Hij heeft nu zekerheid een bestaan te
hebben en zich nuttig te kunnen maken. Het
weinig vooruitzicht biedende garnizoensleven kan
hij nu gelukkig vaarwel zeggen.
Liza zag door den spiegel haar tante met
vreugde en blijdschap aan.
Dat u een goede, lieve en verstandige vrouw
is, met een hart van goud; en dat ik u van dank
baarheid wel kon dooddrukken, wanneer u mar'
eerst mijn vlechten los laat!
Ik hou je vast, kindje; met dat dooddruk
ken ga! ik nog niet acooord.
Mevrouw von Rahnsdorf kuste haar nicht, dj®
haar tante omhelsde en haar innige dankbaarhiJ®
toonde door die kus meervoudig te beantwoorde
Tantetje, het is mij thans zoo heerlijk opv
lucht. Mijn hart is reeds niet meer zoo bekleniu,
'als steeds. Dat hare gevoel, dat steeds weer
nieuw terug keer die, is nu verdwenen, nu ik w
dat ik mij niet meer behoef te bekommeren oveï
het, lot van Ronald en ik mij geen verwijt meet
behoef te maken, dat ik hem in zorgen b?
gebracht. 1
(SEprdt vervolgd).
Z Al
J aarverg
„De Tuinbc
's nam. 2 ui
De voorz
gadering n
De toest-i
betreft, ia
jnen. Dank
loon voor c
geleden, so
dekt, zoo da
betere basif
De teelt,
over 1924
bedrijf als
Toch zij m.
risico, d
weer een 1
al reeds zc
Toch kar
worden op
men in het
is dit met
lijk, daar
zijn aangei
kosten ,en
gen, daarb:
evensondei
van den tu
een betere
lust en de
bijblijven,
te leven on
schende mo
Hierna
Hoogland
gelezen en
veranderd
Het Jaar
,uit blijkt c
gen zijn g
ugel were
Bakker.
ter werden
als misluki
moeten ter;
zijn aange!
laatste nie
sluit met
Rekenin
De ontvi
^uitgaven
ning sluit
Ontvang*
een f600
Onder d"
ove rl923 -
vorig jaar
den dat m
maakt.
ingekom<
Een aanl
pelen van
prijzen
per 100 kil
13.50, exc
f 12.pre
enoi
mers f 8.5C
f 15.
Mededeel
De voor:
delde op d<
reeds versl
Verder c
keuringsdie
Aangenoi
Over 192
van f4 mii
treft echtex
over een sei
nog bij 192
kco! prijzen
over 124 e
1923 worde
Vaststelli
Het best
lari-s te ge\
oden voorzi
ie gewone
'1 voor de
De heer
van den se.
De voorz
>estuur var
secretaris ei
werk hiera
'et product
De lieer
van den se-
De secret
van f50.—,
'ankoop ve
O vereenk
vordt door
Besprekii
r'ng- van de
3 Voorst!
De heer i
'er te over]
rmeer n
'aal meer j
De heer
i't hier wei
"igen kuni
Wat het
smal is,
'etgee nzee
van de
dat 2
tevens
**k. Het i
Wanneer he
De heer
Wachtlokaal
16 klein, D>
ir !e
p- 'en