Twuijverweg, dan irïoet men zich.' garant vterkla- ren en Langendijk niet isolteerteu- Maar wij als gemeenschap hebben tie zorgien voor bevordering van <le veiligheid. Samenwerking is er noodig. Ik hoop dan ook dat gp het voprstel van Oud karspel wordt ingegaan, om een uitspraak te krij gen en die conferentie wordt uitgebreid met de gemeenten Sint Pancras en Alkmaar. Dan kan er gepraat worden misschien over eten bescheidener plan. Wil men in het gtebeel niet mee werken dan wordt de weg tot alles afgesneden. De heer Berkhout. Ik heb niet gezegd, dat het niet noodig is dat de Twuijverweg wordt verbe terd, maar er bestond geen behoefte aan de auto bussen, omdat de trein er is. Wat ik gezegd heb over bekrompen raadsleden is niet aan het adres van Zeeman, die is teen te getrouw krantenlezer om niet te wtetien, waar die woorden gestaan hebben. Maar ik meen dat wij een dergelijke beschuldiging niet verdienen. Het voorstel van B. en W. om afwijzend te be schikken, wordt hierna aangenomen, met de h.h. Kramer en Zeeman tegen. De heer Zeeman doet hierna het voorstel om dit onderwerp in samenwerking met ande:e ge meenten te bespreken, alzoo gevolg te geven aan het komende verzoek van Oudkarspel. De heer Kramer ondersteunt. Diit voorstel wordt aangenomen met de hoe ren Kramer, Zeeman, Groen en Biekkler voor, de h.h. Kroon, Berkhout en Du Burck tegen. f De voorz. doet hierna mededeleling van hiet in gekomen verzoek van Oudkarspel om deel te ne men aan een gecombineerde vergadering over dit onderwerp. Ingevolge het pas genomen besluit zal hieraan, worden deelgenomen en zal wordlea verzocht te vens Sint Pancras en Alkmaar uit te noodigen. In behandeling komt thans opnieuw de reeds zooveel stof opgewaaid hebbende „Winkelsluiting" Een schrijven is ingekomen van Gea. Staten, waarin zij, naar aanleiding van een adres van een aantal ingezetenen, den raa,d in de gle'.egenheid stel len deze invoering nader in overweging te nemen of het initiatief te nemen, in hoeve" d «4 Langc- dijker gemeenten ten gelijke verordening kunnen maken. De voorz. is van oordeel dat men zich met het laatste niet behoeft bezig te houden, daar dit on derwerp reeds in 2 andere radlen is behandeld, en men niet tot invoering wilde overgaan. Men kan dus gevoegelijk alleen het eerste behandelen. De meerderheid van B. cn W. stelt voor om de geheele verordening ongedaan te maken. De minderheid stelt voor alleen de gewone da gen te regelen eij cjen Zondag vrij te laten. De heer Kramer is er verbaasd o\|sr dat dit punt thans aan de orde komt. Voor mij, zoo zegt spr., staat het principieel vast, dat de verorde ning moet worden gehandhaafd. Het heeft mij echter verwonderd dat de veror dening niet bij de stukken ter inzage lag, zoodat zij niet kon worden ingezien, en wij niet wisten waarover Ged. Staten hebben geschne /en. Eigenaardig is het dat door Ged. Staten wordt gesproken over vervroegde winkelsluiting, terwijl in net adres aan Ged. Staten is verzocht de al- geheele winkelslu^jng op te heffen. Datgene kon niet nalaten een eigenaardigen in druk te vestigen over de samenstelling van de verordening. Het gevolg is geweest dat Ged. States aan de hand doen de avondsluiting te herzien, terwijl 12-' van de Zondagsluiting niet gerept wordt. Spreker zou derhalve het adres van Ged. Staten voor kennisgeving willen aannemen. Ook doet hij de vraag of de adressanten de verordening hebben kunnen inzien. De voorz- Onbekendheid dcet u zeker deze woorden spreken. In één verordening wordt de winkelsluiting geregeld, waaronder ook is begie- pen de Zondagsluiting. Het schijven van Ged. Staten slaat derhalve op de algeheje'je verordening, iWat uw vraag betreft, aan adressanten is geen inzage verleend. De heer Kramer. Het hc(eft mij gefrappeerd dat Ged. Staten spreken van vervroegde sluiting. De Zondagsluiting kan daaronder niet begrepen zijn Ik begrijp eruit dat alleen de avondsluiting wordt bedoeld. Wanneer adressanten de verordening niet heb ben ingezien, begrijp ik niet hoe zij aan hun argu mentatie komen in de memorie van toelichting, vooral ook waar de raad niets wist van verschil lende dagen. Daar is toch nog geen regieling voor getroffen. Ook begrijp ik niet het bericht in de krant, waarin werd 'gesproken over verwerping van de verordening. Onwillekeurig "kwam men tot de ge dachte of de pers meer wist dan de raadsleden. Dergelijke berichtgeverij is e;hter niet bevorder lijk voor de samenwerking hier. Htet meest waar schijnlijke is dan ook, dat de berichtgever ver keerde berichten instuurt. De voorz. is het ten opzichte van de berichtge ving met spr. eens. Wat het andere betreft, hier zijn wel degelijk dagen genoemd, die in acht ge nomen moesten worden. Wat de verordening betreft, die:|e is gemaakt, zooals de raad dat wenschte. Dat de verordening niet getoond is, berust geheel en al op een ver gissing. Ik vertrouw dan ook dat u dit van mij zult aannemen. De heer Zeeman begrijpt niet, hoe in de memo rie van toelichting geschreven kan worden, dat de winkels op Maandag en Dinsdag van kermis gesloten moeten zijn. De voorz. Ik stel er prijs op te verklaren dat de verordening gemaakt is, zooals de raad dat heeft gewenscht. De verordening wordt hierna voorgelezen. Wethouder Bekker is op de Zondagsluiting te ruggekomen, omdat Noordscharwoude de geheele winkelsluiting niet heeft aangenomen. Om bet hier dan toch door te voeren acht ik voor de burgers nadeelig. De 9-uur sluiting wensch ik echter te handhaven. De heer Berkhout. Wanneer ik mijn stem er gens aan geef, doe ik dit niet tegen mijn overtui ging. Mijn meening is nog dezelfde als de vorig|e maal en wensch daarom geen gevolg te ge .-en aan het verzoek van Ged. Staten. Wel kan ik er in meegaan samenwerking te zoetten roet andere ge meenten. Waar wij ons besluit hebben genomen, is het verzoek van Ged. Staten voor mij overbodig. Ik ben niet van plan mijn overtuiging te grab bel te gooien, ook al krijg ik honderd ongetee- kende brieven. De voorz. Wanneer men samenwerking wil zc|e- ken, moet men ook aan Eroek vrageti. Daar is ook geen officieele sluiting. De heer Groen kan zich volkomen aansluiten bij den heer Berkhout. Het luejeft gieen zin om de voordeden van de winkelsluiting nog eens op te halen. Het besluit is naar onze overtuiging ge nomen en er is geen motief aanwezig om het nu weer te gaan veranderen. H(et is jammer dat Nrd.- scharwoude niet gevolgd is. Maar h,et is zekpr goed eens voorbeelden t|e stellen. Dit is zekier een goed besluit geweest. Wanneer wij gesloten zijn, betee- kent dit dat de halve Langendijk gesloten is. Dan zullen de andere gemeente besturen biet nog wel eens ernstig overwegen wanneer wij het verzoeken. Ik zie geen reden om van htet ingenomen stand punt af te wijken. De heer Zeeman. Ik sta volkomen op het standpunt van den heer du Burck. Die toch heeft in de vergadering van 9 Augustus 19x3, van de vereeniging „Vooruit" naar aanleiding van de daar gevoerde discussies het voorstel gedaan een adres te richten aan den raad met verzoek om wettelijke regeling van die Zondagsluiting. Mis- scihen is hij nu veranderd. De heer Du Burck. Ik verander niet. De heer Zeeman. Hij heleft een oude plunje aangetrokekn of een verlegen. De voorz. hamert terwijl de heer du Burck ap- plaudiseert. De voorz. Mijnheer Zeeman, ik verzcjek u, u van persoonlijkheden te onthouden. Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niiet. De heer Zeeman. De gle'jsgenheid was te mooi om het niet te noemen. Het is van groot belang en nut voor den mid denstand, dat de winkels worden gesloten. De memorie van toelichting echter wieroslt van leugens. Dat kan ik bewijzen. 1 De voorz. U moet u tot het adres bepalen. De heer Zeeman. Ik erkiea dat niet het feit aan wezig is dat aan alle 4 gemeenten is geadresseerd- Maar practisch -is Broek toch reeds gesloten. Wanneer wij samenwerking zoeken zal Breek ze ker met ons meegaan om moneeliea steun te ver kenen. Wijken zal ik niet. Als eerlijk mensch zal ik mijn overtuiging blijven volgen. De voorz. U moet uw houding bepalen zooals het behoort. U moet niet persoonlijk worden, daar ik mij anders genoodzaakt zie u het woord te ontnemen. U hebt te bedenkiea dat u hier zit voor de gemeentebelangen. De heer Zeeman. Men trapt e ;n pot zoolang, tot hij terug trapt. De heer Du Burck meent dat er genoeg aanlei ding is 01)1 de aangenomen houding te herzien. Noordscharwoude was niet voor de verordening te vinden, en de voorz. van de Hanze heleft het adres wel onderteekend.. maar was niet voor de winkel sluiting. De heer Zeeman zegt als soc. democraat voor de sluiting te zijn, en ook dat het op het partijprogram stond. Enkele weken later wordt in Rotterdam de winkelsluiting verworpen, met alle soc. democraten tegen. Moet dan iemand in den persoon van den heer Zeieman ons erop wij zen dat dit op het program staat. Er worden ons dus dingen verteld, die het licht der waarheid niet kunnen zien. Ook ik ben er niet tegen iets te nemen eh te geven. Ik zou mij ermee kunne® \eneenigen te sluiten wanneer ook de anaiere gemeenten het de den en dienovereenkomstig san te ïwerking te zoe ken. Maar blijft men daar op het ingenomen stand punt staan, dan staat Zuroscharwoude alleen. Maar al zoeken wij ook samenwerking zal het niet tot stand komen. Maar dan moeten ook wij niet star aan het besluit vasthouden. Op het voorstel van Ged. Staten wordt hierna afwijzend beschikt met de hes 1 te 1 Kroon, du Burck en Bekker voor. De heter Bekker doet h:tena het voorstel om al leen de avondsluiting te handhaven. De heer Du Burck ondersteunt dit. De heer Kramer is tegen het voorstel omdat de verordening is gemaakt hoofdzakelijk voor de Zondagsluiting. Op principieele gronden zal hij zich cr tegen verklaren en njet meewerken om de Zondagsluiting weer teniet te doen. De heer Zeeman. Die 9-uur-sluiting is needs in de verordening geregeld, zoodat ve hierover niet behoeven te spreken. De voorz. Dat kunt u gerust' aan mij overlaten. Het voorstel wordt verworpen met de hearen du Burck, Kroon en Bekker voor. De voorz. Dan mag ik zeker hieruit afleiden, dat de heeren de bestaande verordening wenschen te handhaven. De heer Berkhout dcet het voorstel om aan de andere gemeenten van det Langendijk te verzoe ken eeii eensluidende verordening te maken. De heer Du Burck. En wanneer de ancenen bet niet doen, doen wij het ook niet? I De heer Berkhout. Wij handhaven de tlerordening Dte voorz. Het heeft weinig zin een schrijven aan den raad van Noordscharwoude te richten. Ik be twijfel of dit een anderen indruk zal maken dan het adres van de Hanze. Ook in Oudkarspel was er geen meerderheid voor. te vinden. Ik zou u dan ook willen afraden een verzoek om opnieuw be handeling, want het zal zeker voor kennisgeving worden aangenomen. De heer Kroon. Het heeft gteen zin. Het is toch al te dwaas. 1 De heer Du Burck. Wanneer wij hier de veror dening handhaven berokkent dit schade aan de burgers. Deze schade zouden wij kunnen vermin deren door andere gemelentan tot ons trachten over te halen. Ik verwacht echter weinig heil van een adres. De voorz. Dtps u wenscht, dat wanneer wij sluiten ook anderen sluiten. De heer Kramer wil den beter Berkhoutsteu nen om hierdoor de sluiting bij Ged. Staten wet telijk geregeld te krijgen. Is hiet niet vanuit den raad, dan zal het zeker vanuit andere richting worden geprobeerd. De voorz. Ik zal zeker voorstellen het ad: eb voor kennisgeving aan te nemen. U moet toch ro ker respect hebben voor de opvatting van lean raad die het zoo kort geleden hoeft verworpen. Een voorbeeld kan genciemd worden do be handeling van hét initiatief-voorstel Plaatselijk» Keuze in de Eerste Kamer. Daar bobben de voor standers tegen gestemd, omdat pas anderhalf jaar geleden dit was verworpen. En dit was thans in strijd met het prestige van de Eierstls Kamer. Wanneer hier een diergelijk adres kwam zou het ook voor kennisgeving worden aangenomen. Wanneer men het onderwerp kleeft overwogen waarna is besloten, dan moet men niiet meter pro- beeren dat te veranderen. De heex* Du Burck is het hiermteda volmaakt eens en zal niet voorstemmen. De uitslag is dat het voorstel wordt aangenomen met de heeren Kroon cn Du Burck tegen. Benoeming lid1 van de PI. comm. van school toezicht, aftredend de heer Jb. Kroon. De aanbeveling bestaat uit de heie.en Jb. Kroon en J. de Geus Pz. De aftredende wordt met 6 tegen 1 stem op den heer De Geus, herkozen. Het kohier* voor de hondenbelasting wordt vastgesteld op een bedrag van f2.50. Rondvraag. De heer Zeeman bespreekt de muggenvlerdiel- ging, en vraagt of de r.i.d.s. niet aanbevolen kan worden als een gemakkelijke m|ethode. De voorz. zegt zich te zullen onthouden van aanbevelingen van het eten of and|er bestrijdings middel. Over dit onderwerp zal echter nader ge sproken worden in verband met de oprichting van plaatselijke commissies. Dan zal de bestrijding worden uitgevoerd zooals dat behoort te geschieden De heer Zeeman is tevreden met dit antwoord en hoopt dat spoedfg maatregelen van verdelging zullen worden genomen. De heer Du Burck vraagt of de tijd voor het be talen van de landhuren niet later kan worden gesteld, omdat deze moeten worden voldaan in een tijd dat nog weinig van de producten is ver kocht, of expres daarvoor moet worden verkocht. De voorz. antwoordt dat sinds lang en overal Kerstmis de tijd van betaling is. Verdient het ech ter aanbeveling dit te wijzigen, zoo zullen B. en W. dit gaarne onderzoeken. De Tondvraag levert verder niets op, waarna slui ting der vergadering volgt. Het leven in de Hoofdstad 1 |0m de misdaad op den Overtoom De anti winkelsluitingsactie her leeft. Een Haarlemsche jongen. De publieke tribune. De berichten en sensationeele nieuwtjes inzake den tien jaar gepleegden moord op den Overtoom, volgen elkaar op en gelijken op elkaar. Het pu bliek wil smullen en de courant geeft 's morgens eri 'savonds volle portie's. Blijkbaar wordt meer op de kwantiteit dan op de kwaliteit van den verstrekten sensatickost. gelet, is ieder welkom bij sommige nieuwskooplieden (ik laat in t mid den of dit op een bepaalde redactie dan wel op een dito persbureau slaat) die iets te vertellen h)eeft. Zo owerd dezer dagen verband gebracht in een sensatiebericht tusschen de misdaad en het comité voor de sporttentoonsfelling, die in 1920 in Zond- voort zo uworden gehouden. Willekeurig werden daarbij genoemd de namen Geerling en Carton en wel met zulke niets-zeggen de, maar zooveel te meer te denken gevende woorden, dat de op schandaal beluste menigte bijna aangespoord werd te fluisteren, die twee weten er méér van, waren minstens lid van een bende, waarvan 'Muylwijk het hoofd was. Ik ben op onderzoek gegaan, om uit te visschen het verband tusschen Muylwijk en de sportten toons telling die niet doorgegaan Is in het Palais d'Eté in Zandvoort. En wat is mij gebleken? In 1915 werd teen permanent co mité voor het houden van internationale vak- tentoonstellingen in Nederland opgericht. Hel eore-oomité bestond uit de heeren H. M. Bar n Collot d'Escury, weth. van Zandvoort; mr. M. A H. L. vanJjier, Timon Maris, de kunstschil der en de gent.-secretaris van Zandvoort, de heer le Vries. Voorzitter van 't dagelijksch bes+uur was een zekere Moussailt, die sport uitslagen le verde, vice voorz. de heer Brokmeyer, bestuurder van den Zyandvoortsehen Middenstandsbond; serr. wijlen journalist v. Meurs; penningmeester de thans befaamde Muylwijk, en gewone leden de heeren Geerling, die als directeur van het ge bouw dit aan 't comité afstond .en de architect Gelder. Verder trad de heer Carton altijd als impress i- ric op voor het Palais d'Eité (en andere inrichtin gen) en zou dit zeker ook voor de 'sport ten toon stelling hebben gedaan en artisten en orkest heb, ben geleverd.... als deze doorgegaan was. Verder was met de reclame-exploitatie en het verpachten de rstands belast de heer Vcrwulften. Waarom dus alleen de namen Carton en Geerling genoemd, en nog wel op zulk een infaam-verdachtmaken- do wijze? Als ik. ten slotte hier nog aan toevoeg, dat Me „zekere Carton" (een ter goeder naam en faam bekend staand impressario) den vermoorden he)er Putsch nooit heeft gekend en eerst vijf jaar 'na de misdaad zeer terloops en uitsluitend zakelijk met Muylwijk kennis heeft gemaakt, dan hoef ik u niet te zeggen, hoezeer, de laster, dank zij het perfide krantenbericht zeer welig heeft kan nen woekeren. „De winkelsluiting is er nu eenmaal en geen mensch zou ze weer op willen doeken". Daze enormiteit vertelde nog niet zoo heel lang gele den de soc. dem. Vliegen in den Baad* en schrijver dezes was er als de kippen bij om hem op de vingers te tikken. Nu „de uitzonderingen die den tegel moeten bevestigen" zijn opgeheven, is de actie weer in vollen gang. fToen de sluit ings- dwang pas was aangenomen, werd op vergade ringen betoogd, dat men zich moest verzeilen en de winkels moest openhouden. Er gebeurde toen'niets de enkele volhardende overblijver kreeg boete of hechtenis: o.a. bakker Maas op de Eegulierbrcestraat. Maar als men zijn winkel aanziet, zou men toch niet zeggen dat de „straf" hem veel kwaad heeft gedaan. Thans is het aantal overtreders niet te tellen en men denkt er al over ,om voor eiken open- blijvenden visch winkel een agent te posten -— net als voor de beroovingshuizen. Als al die agenten dan aan den dienst worden onttrokken, valt er voor de heeren inbrekers, straatroovers, en apachen ook weer wat te verdiènon. Intusschen is het winkelsluitingsvraagstuk van te groot algemeen belang en dus niet van een speciaal winkeliersbelang, om er luchtig overheen !te praten. Ik kom er dus öp terug. Een Haarlemsche Jongen, een sympathieke ver schijning. beschaafd en dus bescheiden, verscheen vcor de rechtbank te Amsterdam. Wat hij ge daan had was niet mooi, hij had drie verschellen ie personen een fiets gehuurd en deze direct be leend. Toen hij de derde bij Oome Jan bracht, wa-, hij meteen voor den bakker. Het jonge mensch, een zekere H. P. J. H. H. was in Am sterdam een agentuur in gramofoonplaten begon nen, maar in den laatsten tijd. hebben de men- schen zelfs daar geen geld voor. Daarbij kwam, dat H.'s meisje, wier vader voor de derde maal gehuwd was en tegelijk zijn kinderen had ver- stooten, al een jaar zonder betrekking was, elke week wel twintig brieven op advertenties schreef, doch niets kon krijgen. Daarom voelde H. zich 'gedrongen voor liaar te zorgen, maar in den laatsten tijd was hem dit onmogelijk. Iemand, uit Aerdenhout, die daar op een groote villa woont, zou hem f100 leenen, daarvoor had hij de beleende fietsen willen lossen, maar de vriend bleef langer in het buitenland dan gedacht werd. Een beeld van zijn vergulde armoede, van ellende, onder de heeren met hoeden op, die genoeg ge leerd hebben, beschaafd zijn en zich in wanhoop vergrijpen... Feitelijk was de eisch 9 maanden niet hocg, maar de verdediger hoopt nog op voorwaar delijk op grond van vele goede rapporten. De publieke tribune geeft meermalen ergernis door hare houding. U begrijpt wel, dat ik de meiischen bedoel, die er op zitten. En 't is dus olvkomen verklaarbaar dat de meeste presidenten 't niet erg op die tribunes hebben. Teekenen van goed- of afkeuring te geven als in 't theater, is steeds streng verboden. En 'tis dan ook wel een novum, dat heden de vice-president der vierde kamer zich niet alleen op de publieke tribune beriep, maar er zich zelfs solidair mee verklaar-, 'de. Het betrof een man, die ergens ingebrjoke.u had. een kast had geopend, daaruit een kistje had genomen, dit. ook had geopend, er een doosje met stuivers en een met halve stuivers in gevonden had, doch alles weer in 't kistje had gesmeten, omdat hij berouw kreeg. „Ik scheed er met uit!" De tribune grinnikte van plezier onder die 'verklaring. 1 „Zie je, wel," merkte de pres. op, „op de publie ke tribune lachen ze ook al om wat je nu vertelt." „Da's treurig genoeg," was het antwoord van den beklaagde. Intusschen, als we nu, waar een rechtbank president openlijk voeling houdt met het oordeel der publieke tribune, niet in een democratischen tijd 'leven, weet ik het niet. Nieuwstijdingen. Een geheimzinnige geschiedenis. In verband met den aanslag op den nachtwaker van de Nederlandsehe Spoorwegen Simon 'de Wit te Amsterdam kan de {,Tel." nog het volgende mededeclen: De getroffene, die inmiddels uit 't Binnengasthuis ontslagen is, ontkent op zieh zelf geschoten te hebben. Hij zegt, dat hij met zijn gelaat vlak bij de omheining was,, toen hij plot seling aan de andere zijde op nog geen meter afstand een man zag. Hij meenit, dat dit Arie Vink was. Van vlakbij eerst was verklaard op een afstand van ongev. 15 M. loste deke per soon tweemaal een schot op den nachtwaker. Deze trok ook een revolver en loste een schot in de lucht. Daarna- liep hij naar de telefoon en vertelde aan de politie, dat hij getroffen was. Op hem werd eten revolver met één ledige kamer aange troffen. Dat de schoten van den onbekende van dichtbij waren gelost en niet op een langen afstand, kon 'werden opgemaakt uit het feit, dat op de jas, vlak bij een der kogelgaten, kruitslijm aanwezig was. Arie Vink kan niet geschoten hebben, om dat hij naar gebleken is op dat uur niet op den Westerdoksdijk geweest kan zijn. Wel beeft hij er zich eenigen tijd' «evoren vertoond, doch hij staa jgeheel vrij van 't hem oorspronkelijk ten laste gelegde. Een ander feit, dat vreemd genoemd mag wor den, is dat de nachtwakier tijdens het gebeurd»» zijn loon dat hij des middags ontvangen had!, heeft verloren. Het bevond zich in zijn broekzak en al loopendte moet 't gieheele salaris er uitgeval len zijn. Ofschoon na het ongieval politie aanwe zig was en alles werd afgezocht, werd geen geld stuk over den kleinen afstand, die De Wit van de omheining naar het goederenstation aflegde, gevonden. I Hoe het mogelijk is, dat twee revolverschoten vap vlak bij gelost zulk eten betrekkelijk lichte 'verwonding hebben kunnen veroorzaken, is niet gemakkelijk te vatten. Buitenland Een stad doei' de zee verzwolgen. Porto Alexandra verdwenen. De Portugeesche regeering heeft officieel be richt ontvangen van een ramp, welke het stadie Porto Alexandra op een klein eilandje vlak voor de kust van Mossamedes (xPortugeesch West- Axfrika) gelegen, heeft getroffen. Het is door een vloedgolf verslonden en van de oppervlakte der zee verdwenen. Drijvend wrakhout en lijken wij zen nog op de plek, waar zich eens het bloeiende plaatsje bevond. Het schijnt dat er geen enkele overlevende is, behalve een paar visschers, -lie juist waren uitgevaren toen de ramp plaats vond. Het is niet bekend of zch op dat tijdstiip buiten- landseho schepen in de haven bevonden. Het stadje had eertijds een uitsluitend inland- sche bevolking, doch jaren geleden reeds vestigden de Portugeezen er zich, en de inwoners waren thans voor het meerendeel blanken. Ooggetuigen verhalen hoe de zee zich vrij on verwachts huizenhoog verhief, een woeste maal stroom werd, waarin het eilandje verzonk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 5