DE OLYMPIADE DE ZOMERTIJD
DE STAATSLOTERIJ.
mm
Geen regisering, van welk land ook, zal het een
geheelbevolking naar den zin kunnen maken.
Dat zien wij niet alleen elders, waar het misschie'-
nog warmer naar toe gaat dan hier, maar tocb
begint het in ons gezegend landje al aardig wa
te worden. Nu zullen wij niist zeggen, dat onze
regeering zulke bokkesprongen maakt, wij bedoe
len, dwaasheden, die in de gaten loopen, tol
dusver althans, maar het begint er nu toch
op te gelijken, dat zij bet boekje een beetje zoek
begint te raken. Drie ministers, zouden we zoo
oppervlakkig zeggen, konden we eigenlijk wel mis
sen. Dat zijn de drie excellenties Minister De Vis
ser, Minister Van Swaay en Minister Aalberse
Missen is het goeds woord niet, deze diplomater
moesten vervangsn worden, m.i. althans, door an
deren, die het beter zouden doen. Van wie
verwacht mocht worden, dat zij het beter zouden
doen. Maar er is een bekend spreekwoord dat
zegt, wanneer je „pissebed" weggooi, dan krijg
je „kakkebed" terug. Misschien waar, maar zoo
als minister De Visser met ons onderwijs heeft
omgesprongen en met de Leerplichtwet, hoor
eens, honderden zouden het hem verbeterd heb
ben. Nu heeft Z. Exc. weer een grap uitgehaald,
door een MILLIOEN GULDEN uit de Staats
kas te offeren voor de komende Olympische Spe
len. 't Is toch wat?l De minister heeft er trou
wens al heel wat over moeten hooren. Zoo kan
Minister Colijn wel bezuinigen I En deze bewinds
man wrijft men aan, wat eigenlijk aan het adres
van zijn collega De Visser gericht moet worden.
Had deze niet zoo woest omgesprongen met de
dubbeltjes in onderwijszaken, Minister Colijn
zou niet zoo aangevallen worden. Maar dat mil-
lioen voor Olympische Spelen, dat is ook het
Chr. Hist. Orgaan „De Nederlandier" te kras. Het
geeft den Ministter aardig wat te slikken, lees-
De Regeering geeft tot ondersteuning van
haar voorstel een vijftal gronden.
De eerste dezer gronden, n.l. dat eigenlijk
Ideze steun in 1921 en in 1923 reeds is toege
zegd, kan onze antipathie tegen dit voorstel
slechts versterken.
De tweede der aangevoerde gronden heeft
zeker eenige waarde. Het houden dezer spelen
in 1928 te Amsterdam zal Nederland voor ge-
ruimen tijd plaatsen in het midden der Euro
peeeche belangstelling en kan zeker leiden tot
versterking van Nederland's economische posi
tie te midden der andere volken.
Dat, in de derde plaats, deze spelen het Ne-
derlandsche sportleven zouden ten goede komen,
achten wij een zwak argument. Een weinig
minder sport en wat meer hart voor andere
dingen, waaraan onze jongelui hunne vrije uren
zouden kunnen besteden, zou o.i. hunne har
monische ontwikkeling ten goede komen.
Nog minder waarde heeft in ons oog de
vierde der door de Regeering voor haar voor
stel aangevoerde gronden, nl. de bevordering
der kunst, op grond, dat bij de herleving der
Olympische gedachte, juist het samengaan van
sport en kunst sterk op den voorgrond trad.
Wat wij het meest duchten van deze zooge
naamde Olympische gedachte is juist de herle
ving van den cultus van het mienschelijk li
chaam, die in de oudheid het kunstzinnige maar
Wufte Athene ten val bracht.
Ten slotte vestigt de Regeering ook het oog
op de onmiddellijke materieele voordeelen, die
voortvloeien uit de aanwezigheid hier te lande
van duizenden vreemdelingen uit alle oorden
der wereld. Wij ontkennen dat materieel voor-
FEUILLETON.
OM HAAR GELD.
XXXIX
Den volgenden morgen werd aan de kletstafel,
waaraan ook thans mijnheer von Naundorf ge
regeld plaats nam, onder het ontbijt freule von
Jagemann onbarmhartig belasterd. De generaais-
weduwe vertelde met schaamroode wangen en
gekwetst zedelijkheidsgevoel, dat freule von Jage-
mann den vorigen avond nog over tienen alleen
met mijnheer von Tomdorf aan het strand had
gewandeld. Mon Dieu, die wereld, die
wereld! Tegenwoordig beleeft men het onge-
loofelijke, zoo zuchtte zij.
Ik begrijp niet hoe de moeder van die
jonge dame dit kan toestaan, zeide mevrouw
von Rosen.
Och, wat zal ik er van zeggen, zeide
'de Hofraad, en wreef zich lachend de kin, me
vrouw von Jagemann is zelf nog zeer, ja,
hoe zal ik me uitdrukken, een zeer vatbar®
vrouw.
Ja, de moeder geeft al een heel slecht voor
beeld, zeide freule von Uechteritz scherp.
Hebt u gisteravond de kleeding van haar aan
'tafel gezien? Ik stond versteld.
Wel, wel hoe zou men zoo iets niet
izien, het was toch wel zeer in het oog val-,
lend, zeide de Hofraad.
- Mevrouw von Rosen zag hem beschaamd aan.
Niet wrevelig worden, lieve vriend, zeide
zij feeder.
Hij knipte met de oogen en bromde nog wat
voor zich heen.
De generaalsvrouw vond, dat de wangen van
mevrouw von Rosen al te rood zagen heden
avond. Zij was geërgerd en ontzag zelfs haar
vrienden niet.
Het gezelschap zat nog een poos zwijgend bij
elkander, en zagen naar een nieuw slachtoffer uit.
Vindt ge niet, dat, die eenzame roeitochtjes
van freule Limbaeh wel wat wat geëmanci
peerd zijn? begon freule von Uechteritz, die
Liza niet mocht lijden en haar gaarne iets had
aangewreven.
Maar de generaalsvrouw nam haar dadelijk
in bescherming.
In elk geval is het fatsoenlijker, als wanneer
zij in gezelschap van heeren was uitgeroeid, zoo
als freule von Jagemann en mijnheer von Tom-
derf. Ach, zie daar eens; wat moet dat
beteekenen Allen wendden hun blikken naar
het huis. Daar waren zooeven de Handelsraad!
Jagemann met zijn vrouw en dochter verschenen.
deel niet. Maar heeft de Regeering oöjk ge
wogen het groot moreel nadeel, dat kan voort
vloeien uit dit verblijf van zoovele, amateur-
en beroepsrenners en vechters zoo ver van
huis?
Als wij alles samenvatten, dan zoeken wij
tevergeefs naar vroed beleid bij de Regeering
die een millioen gulden vraagt voor deze spe
len, aan welke in Amerika een schitterend,,
ontvangst verzekerd ware, die wij nun van
harte gunden en dat in dezelfde maanden
in welke op het sober loon van den brieven
besteller f 3 wordt gekort en aan de onder
wijzeres de f100, voor het door haar gegeven
handwerkonderwijs, wordt ontnomen.
Minister De Visser kan beginnen zich al vast
schrap te zetten. Er broeit wat voor hem.
De Zomertijd i
Tjonge, tjonge, wat zal Braat zitten te popelen.
Hij moet eerst wel eens gelachen hebben, dat onze
regeering niet een wetsvoorstel voor den dag is
gekomen, om den zonnetijd weder in te voeren.
Wat al protesten. Het hieele land door. Men staat
op z'n achterste beenen. Geen verieeniging in ons
.and, die er zich niet mede bemoeit. Wilt gie een
staaltje? De regeering, de „boertjes" en onze
volksvertegenwoordiger Braat 'moeten het in de
eerste plaats ontgelden in een ingezonden stuk
in het „Handelsblad":
Het stond aan den politiekien sterrenhemel ge
schreven, dat de zomertijd moest worden afge.
schaft. „Wij moeten de boerljes te vrind houden",
lang voordat de commissie tot onderzoek van de
voor- en nadeelen van den zomertijd met haar
arbeid gereed was. Dat deze commissie er een
voor de leus was, blaek reeds uit haar samenstel
ling, wandt zorgvuldig was uit haar midden de
zulken geweerd, die door hun werkkring bevoegdi
waren de belangen van volksgezondheid enlicha-
melijke opvoeding te bepleiten belangen die niet
maar een deel ,doch de geheele bevolking raken:
Deze dreigen nu ten achte rgesteld te worden
bij het weinig ideaele, afzonderlijke belang, van ieen
enkele groep, of juister van een klein deel er van.
!Want het is niet waar, dat de geheele landbou-.
wend estand van den zomertijd last en schade
ondervindt. Wèl waar is het, dat de zwaarte van.
den last en den omvang van de Schade schromelijk
overdreven zijn voorgesteld. Zij zijn feitelijk zoo
gering, dat er een Braad moest komen om het den
„boertjes wijs te maken, dat zij van beteekenis
zijn; een Braat, die, zooals nu wieer uit zijn strijd
tegen den mol blijkt, eer hun vijand dan hun
vriend is.
Wij zien nu weer, waar grof egoïsme toe leidt:
de .„boertjes", die zonder het te beseffen wel
licht, elk grassprietje, elk graankorreltje op hun
land aan de zon danken, misgunnen bet levens
licht aan hun medeburgers, wien de omstandig
heden het nu eenmaal niet mogelijk maakt, daar
van genoeg partij te trekken. Doch zulks deert
den heer Braat en zijn volgelingen niet, zoolang
het hun maar naar den vleesche gaat.
Men heeft ons wel eens de Chinieezen van Europa
genoemd: nu wil de Regeering aan dit testimonium
het rijkszegel hechten.
En geeft dien bewindslieden, die van ons Hollan
ders Chineezen willen maken, te verstaan, dat zij
naar het Hemelsch eRijk kunnen verhuizen!
X
Men kan zich reeds spitsen op warme zomertijd-
debatten. Zou de Regeering een klein verkiezings-
manoeuvertje op het oog hebben?
De Staatsloterij.
De Staat had aan Broekhuys de Staatsloterij
moeten verkoopen, toen hij nog in goeden doen
was. Over het algemeen is men met hiet afschaf
fen der Staatsloterij niet ingenomen. Men houdt
wel van een gokkertje. Een inzender in het „Hbl."
komt met het volgende idee:
Freule von Jagemann hing met een „ongehoorde'
gelukkige uitdrukking op het gelaat aan den
arm van mijnheer von Tomdorf, die er niet min
der gelukkig uitzag.
Een algemeene kreet van verontwaardiging
werd aan de kletstafel geslaakt.
Aan den middagdisch maakte mijnheer von
Jagemann de verloving bekend zijner dochter
met mijnheer von Tomdorf.
Het klaverblad van vier zat daar met lang®
gezichten. Op ongehoorde wijze was het daar
door de stof tot een lasterpraatje ontnomen.
Onder de vroolijke en gezellige drukte, die aan
tafel heerschte, juist toen mevrouw von Rahns-
dorf en Liza het gelukkige paar feliciteerde, w erd
plotseling aan mevrouw von Rahnsdorf een tele
gram overhandigd. Liza schrok zóó hevig, dat
zij ei- van beefde. Zij geloofde stellig, dat Ronald
haar dit telegram had gezondien en zag haar
tante aan, die verbleekte bij het doorlezen van
het telegram.
Tantetje wat scheelt u? vroeg zij
ongerust.
Mevrouw von Rahnsdorf staarde nog steeds
op het telegram, maar wist zich echter spoedig
te herstellen, vooral toen zij bemerkte, dat aller
oogen op haar gevestigd waren.
Op Rahnsdorf is brand uitgebroken, ik
moet onmiddellijk vertrekken, zeide zij, zoo
kalm als het haar mogelijk was, en reikte -iza
het telegram over.
Deze las:
„In de schuur brand uitgebroken, slaat op
de andere gebouwen over. Zoo mogelijk, ko
men. Birkner."
Mevrouw von Rahnsdorf nam met weinig woor
den afscheid van het gezelschap.
Ik kom terug, dames en heeren; ik verzoek
u vriendelijk mijn nicht in uw gezelschap op te
nemen, verzocht zij snel.
Tantetje, ik ga met u mede, riep Liza
haar arm vattende.
Onzin, Liesje; ik kan je thans op Rahnsdorf
niet gebruiken. Het zal daar natuurlijk een. toe
stand zijn en men loopt elkander maar ui den
weg. Jij blijft rustig hier en amuseer je zoo veel
je kan. Zoodra ik kan, keer ik naar hier terug.
We willen hopen, dat binnen enkele dagen hst
ergste voorbij is.
Liza hielp haar vlug bij het inpakken van
enkele noodzakelijke dingen, waarna mevrouw
von Rahnsdorf haar reiskleed aantrok.
Ik heb liever, dat je hier blijf, kind. Je
zou me werkelijk te veel zijn; met z'n tweeën
düurt het langer bij het heen gaan.
Maar u is dan geheel alleen met uw zorg
daar.
Aangezien binnen enkele dagen die afschaffing
der Staatsloterij ter tafel komt, zoude ik u willen
meeddeelcn, dat er vete anti-revolutionairen en
Chr. Historisclièn zijn, die geregeld daarin mede
spelen en het betreuren zouden dat deze staats
loterij werd afgeschaft. Men moet niet spelen om
rijk te wlilen worden, maai enkel met het doel
een buitenkansje te bekomen en wie komt dat
niet te pas in den ambtenaars- of werkmansstand
lk zoude echter as loterij willen veranderd zien
en wel zoo:
Er worden (elke 3 maanden een loterij gehou
den van 1.000.000 aandeelen a f5.—, verdeeld in
onderaandeelen van f2.50, levert dus f5.000.000
op; hiervan gaat at voor den staat als winst en
bezoldiging collecteurs f 1.000.000, ^blijft over voor
prijzen f 4.000.000, welke als volgt moeten uit
loten:
50 prijzen k f 5000
750 prijzen h f 1000
2000 prijzen k f 500
4000 prijzen k t 250
10000 prijzen h f 100
f 250.000
f 750000
f ioooo-o
f 1000.00.,
f 1000.^00
16800 prijzen f4000.000
De prijzen worden dan zonder eenige korting
uitbetaald. De twee eerste maanden geeft men
de loten uit en in de ie helft der volgende maand
heeft de trekking plaats. Op die manier maakt
men pl.m. 70.000 menschen jaarlijks gelukkig en
die niets krijgen, nu, die zullen van enkele malen
f 5.niet arm worden. Verder moet men alle
premieleeningen verbieden als de jaarlijksche uit-
lotingen grooter zijn dan 1/20 van het gestorte
kapitaal.
Gokkend Nederland wordt een riem onder hiet
hart gestoken I
ZON.
Nieuwstijdingen,
Het 2-jarig zoontje van den heer V. te Voor
burg, is tijdens een korte afwezigheid van zijn
moeder, in een tobbe met heet waschwater gevallen
en aan de gevolgen daarvan overleden.
De gemeentewerkman C. H. Hoogenboom was
in een perceel aan de Vondelstraat te Rotterdam,
bezig een muur af te bikken, toen hij zonder het
te bemerken een gasbuis stuksloeg. Door het uit-
stroomende gas geraakte hij bewusteloos. Door den
Geneeskundigen Dienst werd hij naar het zieken
huis gebracht, waar men er in slaagde het leven
weer op te wekken. Hij kon vervolgens naar zijn
woning vertrekken. Ee nkameraad, die ook in de
.Vondelstraat aan het werk was en naar het lek
zocht werd eveneens bewusteloos. Deze man kon
ter plaatse worden bijgebracht.
De echtgenoot» van J. R. te Haarlemmermeer
was even bij een buurvrouw een kqpje koffie gaan
drinken liet zes kinderen onverzorgd thuis
achter. Blijkbaar heeft een der kleinen met lucifers
gespeeld waardoor een wagen vlam vatte, waarin
een anderhalfjarig kind lag. Het is aan de bekomen
wonden overleden.
Terwijl de landbouwer Sp. te Bentelo op den
hooizolder bezig was om hooi te lossen is hij geval
len en zoo ongelukkig neergekomen, dat hij dood
bleef liggen. t
Hij was ongehuwd^
Sedert -cemge weken werd de kapper H. J.
Engelkamp te Zeist vermist. Thans is zijn lijk uit
het water bii Utrecht opgehaald.
Aan boord van het stoomschip „Montferland"
dat eenige dagen geleden de Amsterdamsche haven
binnenliep is een ernstig ongeluk gebeurd. Kort na-
aankomst van het schip werd door middel van
blauwzuurgas van het ongedierte, dat zich steeds
aan boord bevindt, ontdaan. Dit „gassen" werd
verricht door een particuliere firma, die blijkbaar
niet de noodigj voorzorgsmaatregelen genomen
heeft. Want men liet een der koks naar zijn hut
gaan om zich ter ruste te begeven. Den volgenden
morgen vond men zijn lijk.
Ach, kin-dje, daaraan ben ik toch immers
gewoon. Neen, bezorgd maak ik mij niet, althans
voorloopig niet. Op Rahnsdorf is iedere stroo-
halm verzekerd. Wanneer maar geen vee bij den
brand omkomt. Maar daarvoor zal ongetwijfeld
de bedrijfschef wel zorgen. Blijf jij nu rustig
hier; het is al genoeg, dat ik die lange reis twee
maal moet maken. Fn voor goed naar huis gaan
wil ik nog niet, daarvoor bevalt het #hj hier
nog te goed.
U behoeft eigenlijk heelemaal niet weg te
gaan, tantetje; wanneer u thuis bomt is toch
alles reeds voorbij.
Toch wel, kind; na zoo'n brand zal er
wel veel te regelen zijn. Daar moet ik zelf bij
wezen. Zie zoo, Liesje, - mijn parasol. Ga maar
eens zien, of het rijtuig al komt. Tot Nizza kan
je mij vergezellen, wanneer je lust heb en in
vijf minuten gereed kan zijn. Anders kom ik te
laat.
Liza maakte zich vlug gereed. Bij het rijtuig
stonden naast mevrouw von Rahnsdorf enkele
vrienden, dames en heeren, om haar een goede
reis te wenschen. Ook het klaverblad ontbrlak
niet, en de generaals weduwe sprak heel luid tot
de dames, en stond er op, dat haar neef de dames
zou vergezellen.
Al protesteerden de dames daar ook nog zoo
ernstig tegen, het hielp niets. Mijnheer von Naun
dorf wiet zich met alle voorkomende bereidwil
ligheid in het rijtuig te wringen; en daar men
hem er niet kon afdringen, en de tijd te kort
schoot hem duidelijk te maken, dat zijn gezelschap
overbodig was, zoo overwon de „voortreffelijke"
neef en nam tegenover de dames plaats.
Mevrouw von Rahnsdorf bekeek de zaak maar
van den goeden -kant. Ten slotte was het nog
zoo kwaad niet, dat Liza niet alleen was, wan
neer zij terug keerde. Zij amuseerde zich in stille
ove rde moeite, die de „galante ridder" zich gaf,
hij Liza een wit voetje te krijgen. Liza had zich
voorgenomen, haar tante op haar reis naar Nizza
in te lichten omtrent haar brief aan Ronald,
doch nu maakte Naundorf'e aanwezigheid haar
dit onmogelijk.
Ronald was van het veld thuis gekomen.
Hij gaf aan den stalknecht zijn paard over en
liep op het huis toe. Aan een der ramen stond
mevrouw von Wustrow, eene kleine,, gezette da
me, met een frisch, vergenoegd gezicht.
Ronald bemerkte haar en groette haar vrien
delijk. Als Ronald zich van klöeding had verwis
seld, trad hij de kamer binnen, waarin mevrouw
von Wustrow zich bevond. Bij den schoorsteen
zat mijnheer von Wustrow, reeds grijs van haar,
forach gebouwd, hoog voorhoofd eu borstelige
Hoewel algemeen beweerd werd dat de ongeluk
kige die vader van vier kinderen is tengevolge»
van influenza was overleden, hebben de politie de
Geneeskundige Dienst en de havenpolitie een on
drezoek ingesteld. Dit leidde tot de conclusie, dat
zich in de hut nog cyaangas bevond, tengevolge
waarvan de kok den vergiftigingsdood is gestorven
Daar dit er op wijst, dat het vaartuig na de gassing
niet behoorlijk gecontroleerd werd .heieft die politie
het lijk in beslag genomen.
I11 verband met het bovenstaande zij opgemerkt
zget de „Tel dat men reeds geruimien tijd gele
ien pogingen in het werk heeft gesteld om te
voorkomen, dat niet deskundigen zich van deze
gevaarlijke gassen bedienen.
Buitenland
Te Londen stond iemand terecht, die op de
vrije" markt, waar goud en juweelen worden ver
handeld, o.a. een broche ter waarde van 100 pond
sterling voor 15 pond had gekocht. De beklaagde
werd voor drie dergelijke koopjes veroordeeld, daar
hij, aldus oordeelde de rechtbank, had moeten
begrijpen dat de sieraden van diefstal afkomstig
\varen. Bij dit proces werden interessante mededee-
lingen gedaan over deze markt, die in Aldgate in de
openlucht wordt gehouden. Die waren liggen er op
doeken op straat uitgespreid. De sieraden zijn in
sutkken gebroken, het goud is tot klompen ver
smolten, teneinde iedere identificatie onmogelijk te
maken. Zondags wordt de markt gemiddeld door
3 k 400 personen bezocht, des zomers vaak zelfs
door een duizendtal. De koopiers behoeven zich
evenmin te logitimeeren als de verkoopers. On
langs zouden op deze markt nog Russische kroon
juweelen verkocht zijn.
Ingezonden
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie).
OPEN BRIEF
AAN DEN WELEDEL ACHTBAREN HEER
JHR. A. L. VAN SPENGLER,
BURGEMEESTER DER GEMEENTEN
NOORD- en ZUIDSCHARiWOUDE.
Weled. Achtb. Heier,
Op de alg. vergaderingen der R.K. Kiesveneeni
gingen van Noord- en Zuidscharwoude, gehouden
op 19 Februari 1925, heeft een punt van ernstig*
bespreking uitgemaakt het feit, dat U als burge
meester, toestemming heeft verleend tot de op
voering van het tooneelstuk „Allerzielen" tie Noord-
scharwoude.
Naar aanleiding hiervan is op beide vergaderinge:
algemeen besloten, namens alle katholieken in bei
de gemeenten, tegen het stellen van dezen daa
krachtig te protesteeren en U het volgende
te dee len:
Het kon U Ed. Achtb, voldoende bekend zijn, dai
dit stuk een zoodanig beleedigende strekking heefl
voor de Kath. Kerk en Godsdienst, dat alleen hier
om zeer vele burgemeesters in den lande zelfs
in plaatsen.met een gering kath. bevolking
uitvoering ervan niet hebben toegestaan.
Maar al zou U dit niet bekend zijn geweest
ongetwijfeld heeft U kennis genomen van eien stuk
in de „N. L. Crt.", waarin een beroep werd gedaan
op den burgemeester van Oudkarspel, in welke
gemeente dan ook geen toestemming werd ver
leend.
Maar zelfs, al zou die wetenschap niet tot l
zijn doorgedrongen, dan had het beroep op U ge
daan in schriftelijke verzoeken van meerdere RjK
verenigingen en vooraanstaande katholieken
in het persoonlijk bezoek der R;K. Raadsfractie,
de overtuiging moeten bijbrengen dat 2/5 deel de
burgerij zich beleedigd gevoelde door deze opfbiibel D<
voering. In elk geval was U toen er mee beken<§,jen g6W(
gaan uit
Misschien
Jezus leii
dat Paul
werden e
Lucas
wenkbrauwen.
Heb ik van mijn leven, al terug, Hechin
'gen! U rijdt als de duivel. Wel. Hoé staat he
met het werk? Alles nog op pooten?
Het is alles in orde, mijnheer von Wustrow
Goed, goed. 'tls toch maar patent, dat ik
heb. Ik wist anders niet, hoe ik het klaren moest
met die vervloekte rheumatiek.
Mevrouw vou Wustrcw had Ronald met een
moederlijk lachje de hand gereikt, die hij aan
de lippen braeht.
U zal wel honger en dorst hebben, lieve
baron. Nu, kom mee; het is alles gereed. Wij heb
ben op u gewacht.
Ja, mijn vrouw beweert, dat het niet zou
goed meer smaakt, wanneer u er niet bij is,
Ronald lachte en liep op den ouden h%r toe
Mag ik u even ondersteunen?
Natuurlijk, mag u. Wanneer ik niet cp
sterken arm kan leunen, zou het een beetje!0^', ^oc
moeilijk gaan met mijn stijve gewrichten naai L/fV
de tafel te loopen. 1 W6* haeft
Hij stond op, met de tarnden op elkaar ziin
houdende, en ging langzaam naast Ronald voort
naar de eetzaal aan de andlere zijde.
Daar gaf Ronald verslag van zijn bevindingten
op het werk, waar een paar ontevreden lie dei
de anderen tot verzet aanspoorden.
!Em u heeft een en ander weten te sussen,
best. U heeft volkomen naar mijn geest gehandeld.
Nu zal het wel een poosje rustig blijven, denkt
u ook niet?.
tiën-ten da
ilechts
iwamen i
'cheidenbe
Daarvan houd ik mij ten volle overtuigd- lol^baaf0
Mevrouw von Wustrow had de soep zelf op
gediend.
Zie maar eens onder uw bord, Baron Hechin-ft^D "7"
gen. Daar ligt een brief uit Nizza. Ik heb hent aerkwaari
daar maar gelegd, opdat ik hiem niet zou verf
ge ten.
Ronald nam den brief in dfe hand. Hij had
gedacht, dat het er een van mevrouw von Rahns-
doxf zou zijn. Doch toen hij Liza's schrift her
kende, schrok hij even en-zijn gelaat werd met
een rooden gloed overtogen.
Mijnheer von Wuntrow schonk wijn in de
glazen.
Nu, geneer u niet. Wanneer u dén brie!
wil lezen, doe het dan gerust
Ronald stak den brief echter, zonder hem t( iemej
lezen ,in zijn jaszak. Hij begreep, dat deze brief
de beslissing zou brengen en hij wilde hem daar
om niet in het bijzijn van mijnheer en mevrouff
von Wustrow lezen.
Het heeft alle tijd tolt na tafel, zeide
hij schijnbaar rustig.
(Wordt vervolgd)-
TE B
Luce
Spreki
zang va
Daa
Een
Van d
een ster
der prof:
üatze]
gelie vai
Wie
nu eens
van Luc
■weinig 1
we niet:
enkele 1
ge dit
dat dit 2
er van
aakt dc
en Jezus
menschel
Hij, J
Lucas
kend. Pi
senzen 4
de geliet
dokter. J
besehouv
volgtrek
dokter s
schien is
is deze
meester,
maar w
De 01
voor arb
heerschei
hunner 1
teerden
slaven, d
versiteiu
van hun
meesters
heeren, 1
De so
houdt ve
Het V
der Apos
fiius. De
1 te
schrijven
wor dt dc
ver bovt
Veronc
zijn slaa
ren en h<
Lucas
man dm
schaafd, 1
ven de ai
waren.
Die fij
de vier
munten
schier :d
lebben 1;
met den
zus Chris
keer van
voor heel
hem toen
hij zoo ven
wereld d<
een en he
Er is
franje nu
men huldi
dat christ
geest G-o-d
doorstaan,
weergalm'
Met Pa
kustbe
Jezus Chi
pielen, sc
genoemd.
Dit Eve
1 goed te 1
led-en als
pkomende
modern
"aar het, h
.7; >eem
la&-d, dan
'«mellichti
Hoe zoo
gunt, 1
d&n ga
;Pen. 'tJa<
u diei
'ïonnen. 'V
atl avond