DE OLYMPIADE DE ZOMERTIJD DE STAATSLOTERIJ. mm Geen regisering, van welk land ook, zal het een geheelbevolking naar den zin kunnen maken. Dat zien wij niet alleen elders, waar het misschie'- nog warmer naar toe gaat dan hier, maar tocb begint het in ons gezegend landje al aardig wa te worden. Nu zullen wij niist zeggen, dat onze regeering zulke bokkesprongen maakt, wij bedoe len, dwaasheden, die in de gaten loopen, tol dusver althans, maar het begint er nu toch op te gelijken, dat zij bet boekje een beetje zoek begint te raken. Drie ministers, zouden we zoo oppervlakkig zeggen, konden we eigenlijk wel mis sen. Dat zijn de drie excellenties Minister De Vis ser, Minister Van Swaay en Minister Aalberse Missen is het goeds woord niet, deze diplomater moesten vervangsn worden, m.i. althans, door an deren, die het beter zouden doen. Van wie verwacht mocht worden, dat zij het beter zouden doen. Maar er is een bekend spreekwoord dat zegt, wanneer je „pissebed" weggooi, dan krijg je „kakkebed" terug. Misschien waar, maar zoo als minister De Visser met ons onderwijs heeft omgesprongen en met de Leerplichtwet, hoor eens, honderden zouden het hem verbeterd heb ben. Nu heeft Z. Exc. weer een grap uitgehaald, door een MILLIOEN GULDEN uit de Staats kas te offeren voor de komende Olympische Spe len. 't Is toch wat?l De minister heeft er trou wens al heel wat over moeten hooren. Zoo kan Minister Colijn wel bezuinigen I En deze bewinds man wrijft men aan, wat eigenlijk aan het adres van zijn collega De Visser gericht moet worden. Had deze niet zoo woest omgesprongen met de dubbeltjes in onderwijszaken, Minister Colijn zou niet zoo aangevallen worden. Maar dat mil- lioen voor Olympische Spelen, dat is ook het Chr. Hist. Orgaan „De Nederlandier" te kras. Het geeft den Ministter aardig wat te slikken, lees- De Regeering geeft tot ondersteuning van haar voorstel een vijftal gronden. De eerste dezer gronden, n.l. dat eigenlijk Ideze steun in 1921 en in 1923 reeds is toege zegd, kan onze antipathie tegen dit voorstel slechts versterken. De tweede der aangevoerde gronden heeft zeker eenige waarde. Het houden dezer spelen in 1928 te Amsterdam zal Nederland voor ge- ruimen tijd plaatsen in het midden der Euro peeeche belangstelling en kan zeker leiden tot versterking van Nederland's economische posi tie te midden der andere volken. Dat, in de derde plaats, deze spelen het Ne- derlandsche sportleven zouden ten goede komen, achten wij een zwak argument. Een weinig minder sport en wat meer hart voor andere dingen, waaraan onze jongelui hunne vrije uren zouden kunnen besteden, zou o.i. hunne har monische ontwikkeling ten goede komen. Nog minder waarde heeft in ons oog de vierde der door de Regeering voor haar voor stel aangevoerde gronden, nl. de bevordering der kunst, op grond, dat bij de herleving der Olympische gedachte, juist het samengaan van sport en kunst sterk op den voorgrond trad. Wat wij het meest duchten van deze zooge naamde Olympische gedachte is juist de herle ving van den cultus van het mienschelijk li chaam, die in de oudheid het kunstzinnige maar Wufte Athene ten val bracht. Ten slotte vestigt de Regeering ook het oog op de onmiddellijke materieele voordeelen, die voortvloeien uit de aanwezigheid hier te lande van duizenden vreemdelingen uit alle oorden der wereld. Wij ontkennen dat materieel voor- FEUILLETON. OM HAAR GELD. XXXIX Den volgenden morgen werd aan de kletstafel, waaraan ook thans mijnheer von Naundorf ge regeld plaats nam, onder het ontbijt freule von Jagemann onbarmhartig belasterd. De generaais- weduwe vertelde met schaamroode wangen en gekwetst zedelijkheidsgevoel, dat freule von Jage- mann den vorigen avond nog over tienen alleen met mijnheer von Tomdorf aan het strand had gewandeld. Mon Dieu, die wereld, die wereld! Tegenwoordig beleeft men het onge- loofelijke, zoo zuchtte zij. Ik begrijp niet hoe de moeder van die jonge dame dit kan toestaan, zeide mevrouw von Rosen. Och, wat zal ik er van zeggen, zeide 'de Hofraad, en wreef zich lachend de kin, me vrouw von Jagemann is zelf nog zeer, ja, hoe zal ik me uitdrukken, een zeer vatbar® vrouw. Ja, de moeder geeft al een heel slecht voor beeld, zeide freule von Uechteritz scherp. Hebt u gisteravond de kleeding van haar aan 'tafel gezien? Ik stond versteld. Wel, wel hoe zou men zoo iets niet izien, het was toch wel zeer in het oog val-, lend, zeide de Hofraad. - Mevrouw von Rosen zag hem beschaamd aan. Niet wrevelig worden, lieve vriend, zeide zij feeder. Hij knipte met de oogen en bromde nog wat voor zich heen. De generaalsvrouw vond, dat de wangen van mevrouw von Rosen al te rood zagen heden avond. Zij was geërgerd en ontzag zelfs haar vrienden niet. Het gezelschap zat nog een poos zwijgend bij elkander, en zagen naar een nieuw slachtoffer uit. Vindt ge niet, dat, die eenzame roeitochtjes van freule Limbaeh wel wat wat geëmanci peerd zijn? begon freule von Uechteritz, die Liza niet mocht lijden en haar gaarne iets had aangewreven. Maar de generaalsvrouw nam haar dadelijk in bescherming. In elk geval is het fatsoenlijker, als wanneer zij in gezelschap van heeren was uitgeroeid, zoo als freule von Jagemann en mijnheer von Tom- derf. Ach, zie daar eens; wat moet dat beteekenen Allen wendden hun blikken naar het huis. Daar waren zooeven de Handelsraad! Jagemann met zijn vrouw en dochter verschenen. deel niet. Maar heeft de Regeering oöjk ge wogen het groot moreel nadeel, dat kan voort vloeien uit dit verblijf van zoovele, amateur- en beroepsrenners en vechters zoo ver van huis? Als wij alles samenvatten, dan zoeken wij tevergeefs naar vroed beleid bij de Regeering die een millioen gulden vraagt voor deze spe len, aan welke in Amerika een schitterend,, ontvangst verzekerd ware, die wij nun van harte gunden en dat in dezelfde maanden in welke op het sober loon van den brieven besteller f 3 wordt gekort en aan de onder wijzeres de f100, voor het door haar gegeven handwerkonderwijs, wordt ontnomen. Minister De Visser kan beginnen zich al vast schrap te zetten. Er broeit wat voor hem. De Zomertijd i Tjonge, tjonge, wat zal Braat zitten te popelen. Hij moet eerst wel eens gelachen hebben, dat onze regeering niet een wetsvoorstel voor den dag is gekomen, om den zonnetijd weder in te voeren. Wat al protesten. Het hieele land door. Men staat op z'n achterste beenen. Geen verieeniging in ons .and, die er zich niet mede bemoeit. Wilt gie een staaltje? De regeering, de „boertjes" en onze volksvertegenwoordiger Braat 'moeten het in de eerste plaats ontgelden in een ingezonden stuk in het „Handelsblad": Het stond aan den politiekien sterrenhemel ge schreven, dat de zomertijd moest worden afge. schaft. „Wij moeten de boerljes te vrind houden", lang voordat de commissie tot onderzoek van de voor- en nadeelen van den zomertijd met haar arbeid gereed was. Dat deze commissie er een voor de leus was, blaek reeds uit haar samenstel ling, wandt zorgvuldig was uit haar midden de zulken geweerd, die door hun werkkring bevoegdi waren de belangen van volksgezondheid enlicha- melijke opvoeding te bepleiten belangen die niet maar een deel ,doch de geheele bevolking raken: Deze dreigen nu ten achte rgesteld te worden bij het weinig ideaele, afzonderlijke belang, van ieen enkele groep, of juister van een klein deel er van. !Want het is niet waar, dat de geheele landbou-. wend estand van den zomertijd last en schade ondervindt. Wèl waar is het, dat de zwaarte van. den last en den omvang van de Schade schromelijk overdreven zijn voorgesteld. Zij zijn feitelijk zoo gering, dat er een Braad moest komen om het den „boertjes wijs te maken, dat zij van beteekenis zijn; een Braat, die, zooals nu wieer uit zijn strijd tegen den mol blijkt, eer hun vijand dan hun vriend is. Wij zien nu weer, waar grof egoïsme toe leidt: de .„boertjes", die zonder het te beseffen wel licht, elk grassprietje, elk graankorreltje op hun land aan de zon danken, misgunnen bet levens licht aan hun medeburgers, wien de omstandig heden het nu eenmaal niet mogelijk maakt, daar van genoeg partij te trekken. Doch zulks deert den heer Braat en zijn volgelingen niet, zoolang het hun maar naar den vleesche gaat. Men heeft ons wel eens de Chinieezen van Europa genoemd: nu wil de Regeering aan dit testimonium het rijkszegel hechten. En geeft dien bewindslieden, die van ons Hollan ders Chineezen willen maken, te verstaan, dat zij naar het Hemelsch eRijk kunnen verhuizen! X Men kan zich reeds spitsen op warme zomertijd- debatten. Zou de Regeering een klein verkiezings- manoeuvertje op het oog hebben? De Staatsloterij. De Staat had aan Broekhuys de Staatsloterij moeten verkoopen, toen hij nog in goeden doen was. Over het algemeen is men met hiet afschaf fen der Staatsloterij niet ingenomen. Men houdt wel van een gokkertje. Een inzender in het „Hbl." komt met het volgende idee: Freule von Jagemann hing met een „ongehoorde' gelukkige uitdrukking op het gelaat aan den arm van mijnheer von Tomdorf, die er niet min der gelukkig uitzag. Een algemeene kreet van verontwaardiging werd aan de kletstafel geslaakt. Aan den middagdisch maakte mijnheer von Jagemann de verloving bekend zijner dochter met mijnheer von Tomdorf. Het klaverblad van vier zat daar met lang® gezichten. Op ongehoorde wijze was het daar door de stof tot een lasterpraatje ontnomen. Onder de vroolijke en gezellige drukte, die aan tafel heerschte, juist toen mevrouw von Rahns- dorf en Liza het gelukkige paar feliciteerde, w erd plotseling aan mevrouw von Rahnsdorf een tele gram overhandigd. Liza schrok zóó hevig, dat zij ei- van beefde. Zij geloofde stellig, dat Ronald haar dit telegram had gezondien en zag haar tante aan, die verbleekte bij het doorlezen van het telegram. Tantetje wat scheelt u? vroeg zij ongerust. Mevrouw von Rahnsdorf staarde nog steeds op het telegram, maar wist zich echter spoedig te herstellen, vooral toen zij bemerkte, dat aller oogen op haar gevestigd waren. Op Rahnsdorf is brand uitgebroken, ik moet onmiddellijk vertrekken, zeide zij, zoo kalm als het haar mogelijk was, en reikte -iza het telegram over. Deze las: „In de schuur brand uitgebroken, slaat op de andere gebouwen over. Zoo mogelijk, ko men. Birkner." Mevrouw von Rahnsdorf nam met weinig woor den afscheid van het gezelschap. Ik kom terug, dames en heeren; ik verzoek u vriendelijk mijn nicht in uw gezelschap op te nemen, verzocht zij snel. Tantetje, ik ga met u mede, riep Liza haar arm vattende. Onzin, Liesje; ik kan je thans op Rahnsdorf niet gebruiken. Het zal daar natuurlijk een. toe stand zijn en men loopt elkander maar ui den weg. Jij blijft rustig hier en amuseer je zoo veel je kan. Zoodra ik kan, keer ik naar hier terug. We willen hopen, dat binnen enkele dagen hst ergste voorbij is. Liza hielp haar vlug bij het inpakken van enkele noodzakelijke dingen, waarna mevrouw von Rahnsdorf haar reiskleed aantrok. Ik heb liever, dat je hier blijf, kind. Je zou me werkelijk te veel zijn; met z'n tweeën düurt het langer bij het heen gaan. Maar u is dan geheel alleen met uw zorg daar. Aangezien binnen enkele dagen die afschaffing der Staatsloterij ter tafel komt, zoude ik u willen meeddeelcn, dat er vete anti-revolutionairen en Chr. Historisclièn zijn, die geregeld daarin mede spelen en het betreuren zouden dat deze staats loterij werd afgeschaft. Men moet niet spelen om rijk te wlilen worden, maai enkel met het doel een buitenkansje te bekomen en wie komt dat niet te pas in den ambtenaars- of werkmansstand lk zoude echter as loterij willen veranderd zien en wel zoo: Er worden (elke 3 maanden een loterij gehou den van 1.000.000 aandeelen a f5.—, verdeeld in onderaandeelen van f2.50, levert dus f5.000.000 op; hiervan gaat at voor den staat als winst en bezoldiging collecteurs f 1.000.000, ^blijft over voor prijzen f 4.000.000, welke als volgt moeten uit loten: 50 prijzen k f 5000 750 prijzen h f 1000 2000 prijzen k f 500 4000 prijzen k t 250 10000 prijzen h f 100 f 250.000 f 750000 f ioooo-o f 1000.00., f 1000.^00 16800 prijzen f4000.000 De prijzen worden dan zonder eenige korting uitbetaald. De twee eerste maanden geeft men de loten uit en in de ie helft der volgende maand heeft de trekking plaats. Op die manier maakt men pl.m. 70.000 menschen jaarlijks gelukkig en die niets krijgen, nu, die zullen van enkele malen f 5.niet arm worden. Verder moet men alle premieleeningen verbieden als de jaarlijksche uit- lotingen grooter zijn dan 1/20 van het gestorte kapitaal. Gokkend Nederland wordt een riem onder hiet hart gestoken I ZON. Nieuwstijdingen, Het 2-jarig zoontje van den heer V. te Voor burg, is tijdens een korte afwezigheid van zijn moeder, in een tobbe met heet waschwater gevallen en aan de gevolgen daarvan overleden. De gemeentewerkman C. H. Hoogenboom was in een perceel aan de Vondelstraat te Rotterdam, bezig een muur af te bikken, toen hij zonder het te bemerken een gasbuis stuksloeg. Door het uit- stroomende gas geraakte hij bewusteloos. Door den Geneeskundigen Dienst werd hij naar het zieken huis gebracht, waar men er in slaagde het leven weer op te wekken. Hij kon vervolgens naar zijn woning vertrekken. Ee nkameraad, die ook in de .Vondelstraat aan het werk was en naar het lek zocht werd eveneens bewusteloos. Deze man kon ter plaatse worden bijgebracht. De echtgenoot» van J. R. te Haarlemmermeer was even bij een buurvrouw een kqpje koffie gaan drinken liet zes kinderen onverzorgd thuis achter. Blijkbaar heeft een der kleinen met lucifers gespeeld waardoor een wagen vlam vatte, waarin een anderhalfjarig kind lag. Het is aan de bekomen wonden overleden. Terwijl de landbouwer Sp. te Bentelo op den hooizolder bezig was om hooi te lossen is hij geval len en zoo ongelukkig neergekomen, dat hij dood bleef liggen. t Hij was ongehuwd^ Sedert -cemge weken werd de kapper H. J. Engelkamp te Zeist vermist. Thans is zijn lijk uit het water bii Utrecht opgehaald. Aan boord van het stoomschip „Montferland" dat eenige dagen geleden de Amsterdamsche haven binnenliep is een ernstig ongeluk gebeurd. Kort na- aankomst van het schip werd door middel van blauwzuurgas van het ongedierte, dat zich steeds aan boord bevindt, ontdaan. Dit „gassen" werd verricht door een particuliere firma, die blijkbaar niet de noodigj voorzorgsmaatregelen genomen heeft. Want men liet een der koks naar zijn hut gaan om zich ter ruste te begeven. Den volgenden morgen vond men zijn lijk. Ach, kin-dje, daaraan ben ik toch immers gewoon. Neen, bezorgd maak ik mij niet, althans voorloopig niet. Op Rahnsdorf is iedere stroo- halm verzekerd. Wanneer maar geen vee bij den brand omkomt. Maar daarvoor zal ongetwijfeld de bedrijfschef wel zorgen. Blijf jij nu rustig hier; het is al genoeg, dat ik die lange reis twee maal moet maken. Fn voor goed naar huis gaan wil ik nog niet, daarvoor bevalt het #hj hier nog te goed. U behoeft eigenlijk heelemaal niet weg te gaan, tantetje; wanneer u thuis bomt is toch alles reeds voorbij. Toch wel, kind; na zoo'n brand zal er wel veel te regelen zijn. Daar moet ik zelf bij wezen. Zie zoo, Liesje, - mijn parasol. Ga maar eens zien, of het rijtuig al komt. Tot Nizza kan je mij vergezellen, wanneer je lust heb en in vijf minuten gereed kan zijn. Anders kom ik te laat. Liza maakte zich vlug gereed. Bij het rijtuig stonden naast mevrouw von Rahnsdorf enkele vrienden, dames en heeren, om haar een goede reis te wenschen. Ook het klaverblad ontbrlak niet, en de generaals weduwe sprak heel luid tot de dames, en stond er op, dat haar neef de dames zou vergezellen. Al protesteerden de dames daar ook nog zoo ernstig tegen, het hielp niets. Mijnheer von Naun dorf wiet zich met alle voorkomende bereidwil ligheid in het rijtuig te wringen; en daar men hem er niet kon afdringen, en de tijd te kort schoot hem duidelijk te maken, dat zijn gezelschap overbodig was, zoo overwon de „voortreffelijke" neef en nam tegenover de dames plaats. Mevrouw von Rahnsdorf bekeek de zaak maar van den goeden -kant. Ten slotte was het nog zoo kwaad niet, dat Liza niet alleen was, wan neer zij terug keerde. Zij amuseerde zich in stille ove rde moeite, die de „galante ridder" zich gaf, hij Liza een wit voetje te krijgen. Liza had zich voorgenomen, haar tante op haar reis naar Nizza in te lichten omtrent haar brief aan Ronald, doch nu maakte Naundorf'e aanwezigheid haar dit onmogelijk. Ronald was van het veld thuis gekomen. Hij gaf aan den stalknecht zijn paard over en liep op het huis toe. Aan een der ramen stond mevrouw von Wustrow, eene kleine,, gezette da me, met een frisch, vergenoegd gezicht. Ronald bemerkte haar en groette haar vrien delijk. Als Ronald zich van klöeding had verwis seld, trad hij de kamer binnen, waarin mevrouw von Wustrow zich bevond. Bij den schoorsteen zat mijnheer von Wustrow, reeds grijs van haar, forach gebouwd, hoog voorhoofd eu borstelige Hoewel algemeen beweerd werd dat de ongeluk kige die vader van vier kinderen is tengevolge» van influenza was overleden, hebben de politie de Geneeskundige Dienst en de havenpolitie een on drezoek ingesteld. Dit leidde tot de conclusie, dat zich in de hut nog cyaangas bevond, tengevolge waarvan de kok den vergiftigingsdood is gestorven Daar dit er op wijst, dat het vaartuig na de gassing niet behoorlijk gecontroleerd werd .heieft die politie het lijk in beslag genomen. I11 verband met het bovenstaande zij opgemerkt zget de „Tel dat men reeds geruimien tijd gele ien pogingen in het werk heeft gesteld om te voorkomen, dat niet deskundigen zich van deze gevaarlijke gassen bedienen. Buitenland Te Londen stond iemand terecht, die op de vrije" markt, waar goud en juweelen worden ver handeld, o.a. een broche ter waarde van 100 pond sterling voor 15 pond had gekocht. De beklaagde werd voor drie dergelijke koopjes veroordeeld, daar hij, aldus oordeelde de rechtbank, had moeten begrijpen dat de sieraden van diefstal afkomstig \varen. Bij dit proces werden interessante mededee- lingen gedaan over deze markt, die in Aldgate in de openlucht wordt gehouden. Die waren liggen er op doeken op straat uitgespreid. De sieraden zijn in sutkken gebroken, het goud is tot klompen ver smolten, teneinde iedere identificatie onmogelijk te maken. Zondags wordt de markt gemiddeld door 3 k 400 personen bezocht, des zomers vaak zelfs door een duizendtal. De koopiers behoeven zich evenmin te logitimeeren als de verkoopers. On langs zouden op deze markt nog Russische kroon juweelen verkocht zijn. Ingezonden (Buiten verantwoordelijkheid der redactie). OPEN BRIEF AAN DEN WELEDEL ACHTBAREN HEER JHR. A. L. VAN SPENGLER, BURGEMEESTER DER GEMEENTEN NOORD- en ZUIDSCHARiWOUDE. Weled. Achtb. Heier, Op de alg. vergaderingen der R.K. Kiesveneeni gingen van Noord- en Zuidscharwoude, gehouden op 19 Februari 1925, heeft een punt van ernstig* bespreking uitgemaakt het feit, dat U als burge meester, toestemming heeft verleend tot de op voering van het tooneelstuk „Allerzielen" tie Noord- scharwoude. Naar aanleiding hiervan is op beide vergaderinge: algemeen besloten, namens alle katholieken in bei de gemeenten, tegen het stellen van dezen daa krachtig te protesteeren en U het volgende te dee len: Het kon U Ed. Achtb, voldoende bekend zijn, dai dit stuk een zoodanig beleedigende strekking heefl voor de Kath. Kerk en Godsdienst, dat alleen hier om zeer vele burgemeesters in den lande zelfs in plaatsen.met een gering kath. bevolking uitvoering ervan niet hebben toegestaan. Maar al zou U dit niet bekend zijn geweest ongetwijfeld heeft U kennis genomen van eien stuk in de „N. L. Crt.", waarin een beroep werd gedaan op den burgemeester van Oudkarspel, in welke gemeente dan ook geen toestemming werd ver leend. Maar zelfs, al zou die wetenschap niet tot l zijn doorgedrongen, dan had het beroep op U ge daan in schriftelijke verzoeken van meerdere RjK verenigingen en vooraanstaande katholieken in het persoonlijk bezoek der R;K. Raadsfractie, de overtuiging moeten bijbrengen dat 2/5 deel de burgerij zich beleedigd gevoelde door deze opfbiibel D< voering. In elk geval was U toen er mee beken<§,jen g6W( gaan uit Misschien Jezus leii dat Paul werden e Lucas wenkbrauwen. Heb ik van mijn leven, al terug, Hechin 'gen! U rijdt als de duivel. Wel. Hoé staat he met het werk? Alles nog op pooten? Het is alles in orde, mijnheer von Wustrow Goed, goed. 'tls toch maar patent, dat ik heb. Ik wist anders niet, hoe ik het klaren moest met die vervloekte rheumatiek. Mevrouw vou Wustrcw had Ronald met een moederlijk lachje de hand gereikt, die hij aan de lippen braeht. U zal wel honger en dorst hebben, lieve baron. Nu, kom mee; het is alles gereed. Wij heb ben op u gewacht. Ja, mijn vrouw beweert, dat het niet zou goed meer smaakt, wanneer u er niet bij is, Ronald lachte en liep op den ouden h%r toe Mag ik u even ondersteunen? Natuurlijk, mag u. Wanneer ik niet cp sterken arm kan leunen, zou het een beetje!0^', ^oc moeilijk gaan met mijn stijve gewrichten naai L/fV de tafel te loopen. 1 W6* haeft Hij stond op, met de tarnden op elkaar ziin houdende, en ging langzaam naast Ronald voort naar de eetzaal aan de andlere zijde. Daar gaf Ronald verslag van zijn bevindingten op het werk, waar een paar ontevreden lie dei de anderen tot verzet aanspoorden. !Em u heeft een en ander weten te sussen, best. U heeft volkomen naar mijn geest gehandeld. Nu zal het wel een poosje rustig blijven, denkt u ook niet?. tiën-ten da ilechts iwamen i 'cheidenbe Daarvan houd ik mij ten volle overtuigd- lol^baaf0 Mevrouw von Wustrow had de soep zelf op gediend. Zie maar eens onder uw bord, Baron Hechin-ft^D "7" gen. Daar ligt een brief uit Nizza. Ik heb hent aerkwaari daar maar gelegd, opdat ik hiem niet zou verf ge ten. Ronald nam den brief in dfe hand. Hij had gedacht, dat het er een van mevrouw von Rahns- doxf zou zijn. Doch toen hij Liza's schrift her kende, schrok hij even en-zijn gelaat werd met een rooden gloed overtogen. Mijnheer von Wuntrow schonk wijn in de glazen. Nu, geneer u niet. Wanneer u dén brie! wil lezen, doe het dan gerust Ronald stak den brief echter, zonder hem t( iemej lezen ,in zijn jaszak. Hij begreep, dat deze brief de beslissing zou brengen en hij wilde hem daar om niet in het bijzijn van mijnheer en mevrouff von Wustrow lezen. Het heeft alle tijd tolt na tafel, zeide hij schijnbaar rustig. (Wordt vervolgd)- TE B Luce Spreki zang va Daa Een Van d een ster der prof: üatze] gelie vai Wie nu eens van Luc ■weinig 1 we niet: enkele 1 ge dit dat dit 2 er van aakt dc en Jezus menschel Hij, J Lucas kend. Pi senzen 4 de geliet dokter. J besehouv volgtrek dokter s schien is is deze meester, maar w De 01 voor arb heerschei hunner 1 teerden slaven, d versiteiu van hun meesters heeren, 1 De so houdt ve Het V der Apos fiius. De 1 te schrijven wor dt dc ver bovt Veronc zijn slaa ren en h< Lucas man dm schaafd, 1 ven de ai waren. Die fij de vier munten schier :d lebben 1; met den zus Chris keer van voor heel hem toen hij zoo ven wereld d< een en he Er is franje nu men huldi dat christ geest G-o-d doorstaan, weergalm' Met Pa kustbe Jezus Chi pielen, sc genoemd. Dit Eve 1 goed te 1 led-en als pkomende modern "aar het, h .7; >eem la&-d, dan '«mellichti Hoe zoo gunt, 1 d&n ga ;Pen. 'tJa< u diei 'ïonnen. 'V atl avond

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 2