Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken. Dinsdag: 24 Februari 1936. Sde'JTavgaaf J. H. KEIZER. per 3 maanden f 1,15 Uit ons Parlement If O. S3. iflTcne. rn.£PRMa m NIEU WE ft LAilGEDlJKER COURANT. Deie oonrant verschijnt Dinsdags, Donderdags en Zaterdags. BBDAOTBUB-UITBBVBB P8W8 DEK iJ. 181 EHïiüm I—6 regala 71 cl, elke refel neer II o«. ABOHHiHEKTBFBUB BÜBIBIii Voordicharwoude. firnti letten if Tifoettm wordn sur piistmiiti bmktoi. Brievea reebt»*re«ka in dee Ultfever' Dit nummer bestaat ait twee Bladen. BEttSTW BLADl De drang naar zelfbestuur in Indië en de wijze om er aan tegemoet te ko men. Het ontwterp tot wijziging van het Indisch regeringsreglement. Volksraad, Wetgevende Baad en Gou verneur-Generaal. Budgetrecht en an dere rechten. Het ligt soms maar aan eten woord, aan een wijze van uitdrukking. Dé hteer Van Bavensteyn sprak van een Aziatische revolutie, die snel aan het opkomen zo nzijn en waarbij ook ons Indië betrokken zou raken, de heer Albarda en an deren spraken van drang naar zelfbestuur, de heer Paber van veranderde mentaliteit, maar waarbij algemeene volksbeweging voor autono mie zou ontbreken en zelfs minister De Graaff moest_ toegeven,dat de instelling van een Volks raad in 1916 niet de rust gebracht had, die men er van verwachtte. Maar de conclusie, die de heerten voor Indië uit dezen toestand trokken, was evenals dte benamingen, die ze gebruikten, verschillend. Alleen de heer Van Ravenstevn wilde blijkbaar de verstrekkendste oplosing van het losmaken van eiken band tusschen ons land en de koloniën. Zelfs de sociaal-democraat Al barda ging dit te ver. Hij ontkende dat Indië voor een parlementair stelsel reeds rijp zou zijn, •waarmee hij in het schuitje van den heer Dres- selhuys en andere tegenstanders belandde, betwij felde zelfs of een dergelijke Westelijke instelling- voor het Oosten wel zou deugen,, maar vond niettemin, dat men dien weg had moeten op gaan. De andere heeren bleken van een soortge lijke opinie. En het verschil dat zich openbaarde scheen dan ook alleen een verschil in opvatting omtrent de vraag, ljoe ver men op dien weg gaan moet en of hét aangeboden ontwerp een stap en een goede stap op dien weg was. Tevreden over het ontwerp bleek feitelijk nie mand, wat den heer Van Bavensteyn deed op merken, dat geen der bourgeois-partijen, die im mers allen, evenals de regeering den emancipa tiedrang der Indische bevolking willen onder drukken, de invoering van de democratie wenschte en tusschen hen alleen een strijd was over zekere vormen van parlementarisme, maar wairuit de minister de wel wat eigenaardige conclusie trok, dat de regeering met de samenstelling goed ge slaagd was, omdat ze immers in het juiste mid den was gebleven, waar geen der uitersten haar bijviel. Al swoordvoerder van het eene uiterste- waarop de minister doelde, bleek alleen üe heer Butgers van Bozenburg op te treden, die vond' dat het ontwerp te ver ging. De andere sprekers bleken vrijwel allen van meening, dat bet niet ver genoeg ging, de heer Gerritsen wellicht al leen uitgezonderd, die dan waarschijnlijk het uiste midden vertegenwoordigde. De bezwaren er tegen wogen blijkbaar bij den een zwaarder en bleken talrijker te zijn dan bij den ander. Maar hierover scheen men het vrijwel eens, dat de Volksraad, die in plaats van adviseerend als tot nu toe, voortaan wetgevend moest zijn, te geringe macht had gekregen, om dat in werkelijkheid ook te zijn en dat vooral de "Wetgevende Baad, wel ker instelling al heel weinig instemming vond maar ook de macht van den Gouverneur-Generaal hem daarbij ernstig in den weg stonden. Vooral de heer Albarda mat deze bezwaren - breed uit en bleek, den heer Van Bavensteyn dan uitge zonderd, wel een der meest principieele tegen standers. De bepaling, dat bij het ontbreken van overeenstemming tusschen Gouverneur-Generaal en Volksraad de Nederlandsche regeering de be slissing kreeg en het feit, dat Ide begrooting on derworpen was aan de goedkeuring der Statcn- Generaal achtte hij voldoende om den Volksraad alle werkelijke macht te ontnemen, terwijl deze raad bovendien, doordat hij maar enkele zittingen h'.eld, van allerlei zou overlaten aan 'den Wetge- venden Baad en er zoo tusschen deze twee een verhouding zou ontstaan als tusschen Proviucia- •fi- en Gedeputeerde Staten. Verder keurde hij het j behoud van den Baad van State af en de exor bitante rechten van den Gouverneur-Generaal, die niet over interneering en externeering moest kun- nen beslissen, wat immers tot de competentie der rechterlijke macht behoorde. En ten slotte i keurde hij de wijze van verkiezing van leden van den Volksraad af en sprak dte meening uit, dat .men met deze reorganisatie een nieuwe lap op de oude dekeu van 1854 hadden gekregen in plaats van de nieuw© wet op de Indische Staatsinrioh- i ting, die bij de grondwetsherziening bedoeld was. Die laatste meening scheen feitelijk ook de heer Paber te deelen, die immers de hoop uitsprak, dat spoedig een fundamenteele herziening der staatsinrichting op deze reorganisatie zon volgen. De heer Oud maakte nog opmerkzaam op het ontbreken van een vernietigingsrecht ten aanzien van bestuursbesluiten van den Gouverneur-Gene raal en sprak, als ook anderte afgevaardigden, (dat in plaats van de regjeering, de Nederlandsche wetgever zou heslissen bij het ontbreken van eenstemmigheid tusschen den Volksraad en aen 'Gouverneur-Generaal. Minister De Graaf verdedigde het ontwerp en stelde daarbij als de algemeene gedachte voor op, dat de regelende bevoegdheid zooveel mogelijk in handen van in Indië gevestigde organen moest gelegd worden en dat de Indische bevolking een zoo gxoot mogelijken invloed op de samenstelling dier organen moest krijgen. Plaatselijk Nieuws NOORDSCHARWOUDE; „HET KLEINE TOONEEL" EN DE TOONEEL- WEDSTRIJD TE LEERDAM. Eenigen tijd geleden trok „Het Kleine Tooneel" vol goeden moed naar Leerdam, om daar uit te komen in de uitgeschreven Tooneelwedstrijd door „Union." Vol goeden moed, maar toch ook met isenigen vrees, want men wist dat men zware concurrenten zou moeten bekampen. Maar het beste beentje voor, en trachten toch in de rij der overwinnaars te worden opgenomen. (Wij laten hier dan allereerst het lijstje van deel nemende vereenigingen volgen, waaruit men kan zien, dat het niet de eerste de beste clubs waren, die eveneens naar de prijzen dongen. Lees maar: Tooneelvereeniging „Nieuw Leven" te 's-Gravenhage, met „Dolle Hans", 5 maal be kroond. Tooneelveresniging „Nieuw Leven" te Haarlem met „Tropenadel." Tooneelveraeniglng „Ons Genoegen" te Amster dam met „Het hoogste Recht." Kon. erkende Toaneslvereeniging „Wagemans Vrienden" te Rotterdam mist „Allerzielen" 50 maal ^De eerste vsreenigingsprijs is een pracht van een zilveren lauwerkrans, terwijl de overige prij zen bestaan uit zilveren medailles, en een pracht van een vaas. (De prijzen liggen ter bezichtiging in>de etalage bij den heer H. Stam,) Met welk aantal punten deze prijzen zijn be haald? Hieronder weer het lijstje: Voor de vereenigingen maximum aantal punten 130. ,,Het Kleine Tooneel" te Noordscharwoude ie prijs met 117 punten (met lof van de jury/) „Nieuw Leven" te 's-Gravenhage 2e prijs met 111 punten. „Nieuw Leven" te Haarlem 3e prijs met 97 pt. Voor de personeels prijzen kon een maximum van 80 punten worden verkregen. Mevr. Deutekomen-Berkhout 74 punten met bij zondere lof van de jury,) S. Kuiper 72 punten.* Voor samerispel was het maximum 30 punten. De prijs aan „Het Kleine Tooneel" toegewezen met 28 punten. Nog verkreeg de heer Jac. Prijs, als „Van der Sfchuijl" een eervolle vermelding met 69 punten. Van de acht beschikbaar gestelde prijzen, wer den er zes door „Het Kleine Tooneel" behaald. Heeft „Het Kleine Tooneel" hier zijn naam ge vestigd, ook te Leerdam heeft het bewezen, dat met het gezelschap rekening moet worden ge houden en het zich met vele ander© vereenigingen kan meten. Aan vereeniging en personeel© prijswinners onze felicitatie met het behaalde sucoes. cn oaaer Ps Amandel bekroond. Tooneelverosniging „Samenwerken Doet Ver sterken" te Rotterdam met „De Vrijbuiter" 45 maal bekroond. Tooneelveresniging „Het Kleine Toonieel" te Noordscharwoude met „De Violiers" 4 maal be kroond. Zoo kwam ook de beurt van optreden aan „Het Kleine Tooneel". Eenparig was men te Leerdam in het oordeel, dat „De Violiers" schitterend was gespeeld, maar, zoo voegds men er aan toe, „Dolle Hans" was ook mooi. Zich toetsend aan dit oordeel, vroeg men zich af niet alleen, maar had zelfs hoop, dat men in de prijzen zou zitten, en welke zou het dan zijn. Dagen van spanning. Daar kwam de eerste tij ding. De eerste (•eenige) personeele prijs voor da mes was behaald door Mevr. P. Deutekom—Berk- tout als „Rosa" en de eerste personefele prijs voor Heeren was toegewezen aan den heer Si. Kuiper in den titelrol als „Mark Violier." Met hem stond nog een ander even hoog in het aantal punten, zoodat de jury besloot voor de h.h. twee prijzen toe te wijzen. Maar hoe zou het nu met die vsreenigingsprijs wezen? Hoeveel moeite men ook deed om het te weten te komen, er werd niets los gelaten, om de spanning erin te houden tot j.l. Zondag, den dag waarop de volledige uitslag zou worden bekend gemaakt. Eenige leden van het gezelschap trokken naar Leerdam enZondagmorgen kwam het telegram: Eerste vsreenigingsprijs, de negieprijs en de prijs voor het beste samenspel. Piet prijs in den voordrachtwedstrijd, De laatste prijs werd nog ©ventjes door den heter Deutekom in de wacht gesleept Zaterdagavond, toen er voor de deelnemende vereenigingen een 1 voordrachtwedstrijd was georganiseerd, r I - OUDKARSPEL. „DE MASKERSPELERS" VAN BERGEN „TZINGANI." (Zigeuners en Zwervers.) 't Is maar een zigeuner 1 Smalend schokschouderend gaat men verder in domme verwatenheid zich mijlen hoog verheven achtend boven di ehavelooze in lompen gehulde schooier, die zwerver, met zijn op tambourijn ge tokkel dansende heer, z'n potsierlijk uitgedost aapje, met z'n oudeviool. De banneling.... die de plaats niet weet te noe men waar hij geboren werd en zwervend tot z'n laatsten snik, de plaats niet kan vermoeden, waar hij voor het laatst zijn moede leden strekken zal. Geboren in den vreemde zal hij tot stof vergaan in ballingschapver van zijn vaderland. Hij is 'n zwerver, miskend en veracht, uitgestoo- ten en verjaagd. Z'n Vaderland, daar brand er de zon.. Maar de lucht is er koud. Want zij komt van de toppen der bergen Welke misdaad moet wel zijn begaan dat zulk een zwaren vloek werd uitgesproken en met on- wrikb'ren wil aan dit volk werd ten uitvoer ge bracht? Geschiedenis vastgelegd in geschriften kent de zigeuner niet, hem leenen slechts de mon delinge overleveringen der Ouden. Eeuwen zwerven zij needs rond van Indië naar Perzzië, van Perzië naar Turkije, van Turkije naar Armenië, en als een vloedgolf kwamen zij van uit het Zuid-Oosten over Europa. Overalgevreesd en veracht. Vreemd... enwildl Waar komen zij vandaan? Vraag het de Stokoude zigeune-vrouw in wier verweerde trekken ge hooge wijsheid meent te kun nen bespeuren en zij zal u antwoorden met de we dervraag: „Weet gij, vanwaar zon en maan en ster ren gekomen zijn? 1 „Zij zijn er nu eenmaal.'' Het hoogste gezag over „de troep" berust in handen van een vrouw. Zij zijn te ens de prieste ressen, de uitdraagsters van het oude mystiek© zigeunergeloof, zij zijn de offeraarsters in de nach telijke godsdienstige plechtigheden, zij zijn de be waarsters van verborgen, voor ons onbekende krachten en machten. De vrouw vormt de stam, niet de man. En zou zulk een volk minderwaardig zijn aan het onze? De zigeuiisrziel bevat nog zoo vele ede- le hoedanigheden die verborgen bleven, maar een maal geopenbaard, getuigen van een „zielenadel" door weinigen vermoed. O, als men ook maar eenig vermoeden had van wat daar diep in het zigeunerhart leeft, van wat daar mooi en waar is en door hem slechts in den konden nacht bij het flikkerende vuur in weemoe dige liederen of in klagende tonen op z'n viool wordt uitgezongen. Danonder de met duizende starren bezaaiden hemel, in. Gods vrije onmetelijke en ondoorgrondelijke natuur, danvullen weer vele, oiude legenden en sagen uit het grijs verleden' zijn geest. n vaderland, daar brand er de zon, maar de lucht is er koud, want zjj komt van de toppen der bergen. De pruimenboom schiet nieuwe loten uitEn 't is een prieëel. Z'n vaderland. De muziek is den zigeuner in een wel buitenge woon groote mate gegeven en diep treffend is het wat de oude zigeunervrouw met wereldwijze trek weet te verhalen, hoe en waarom de muziek den Zigeuner gegeven werd om te bewaren en over de wereld te dragen als een Goddelijke gave, en met nadruk verzekert zij, dat door allé tijden, de grootste musici uit het zigeunerras zijn voort gekomen of er aan zijn verwant. Van Riemsdijk heeft dat alles aangevoeld, als hij het oor te luisteren legde aan wat in het binnen ste van den zigeuner leeft, wat hoop hij koesterd, wat zjjn verlangens zijn. En welgeslaagd mag dit werk heeten, waar hij de romantisch mystieke waas als een fijn web er door heen weet te vlechten. Op een waarlijk meesterlijke wijze is de vertol- king gegeven van dit stuk, dat de aandacht heeft weten te boeien, dermate, dat men de stilte- in de zaal als het ware hoorde. Door het bovenstaande heeft men ©enigszins kun nen begrijpen, wat de inhoud van „Tzingani" is. Een stuk met diepe strekking. Wat eenmaal van de stam was mag zich tijdelijk afwenden, steeds niét lósT" CT t°t t2rug' laten zigeuners elkander- „De Maskerspelers" hebben een zware taak ge had maar op schitterende wijze vervult. De spe lenden hebben, wat Van Riemsdijk voelde, toen hij dit stuk schreef, begrepen, hebben er licht en le ven in gebracht. Het milieu waarin het stuk speelde was in vol komen overeenstemming met den inhoud. En wanneer wij dan nog eens in gedachten dezen, mooien avond doorleven, dan willen wij hier thans in het bijzonder een woord van hulde brengen aan Gignoni na' ^aX'"0' 6611 oude Zigeunervrouw en Hun gebarenspel, gelaatsuitdrukking, samenspel, kortom alles, waren een uitbeelding van de rollen waardoor men begreep wat met dit stuk werd bedoeld. Een duidelijke uitspraak, rustig in hun optreden, rolvast. Drie factoren, die ertoe hebben geleid om de vertolking van „Tzingani" te doen zijn, wat ze geweest is. Geheel af De verschillende mooie tooneelen hespreken, zoi» tever voeren en daarom noemen wij alleen de ver- tolkers(sters.) Ook Hester gaf mooi spel, al hadden wij gaarni haar op sommige momenten nog wat losser gezien m haar optreden. Paolo, de zigeunerjongen, was een echt type, had zeker mooie fijngeteekende momenten, maar zal toch iets meer de hartstocht van het warme zigeunerbloed tot uiting moeten brengen daar, Waf/ dlt door hfet stu.k Sevraagd wordt. Maua het dienstmeisje, had een ondergeschikte rol, maar wat zij deed, was goed. Het geheel wij zeggen het nogmaals is één succes geveest, en zullen „De Maskerspelers" dat- gore steeds kunnen geven, waardoor het zooveel eisrhen stellend publiek geheel wordt voldaan. Het décor was schitterend verzorgd, met een kennis van zaken, waardoor alles volkomen tot zn recht kwam. Er werd een losheid, zonder op smuk te worden, ten toon gespreid, die weldadig aandeed, waardoor het tooneel een oog bekorend geehel werd. Het kap werk was op uitnemend© wijze verzorgd en de costumes pasten volkomen in het kader van het stuk. De leider van het gezelschap, in wiens handen tevens de regis berust, de heer G. Kooiman, voor ons een goede bekende, mag hier zeker eien woord van warmen dank en hulde worden gebracht, voor datgene wat hij met zijn gezelschap tot stand ge bracht heeft en ons heeft te genieben gegeven. Hij is de ziel, de stuwkracht van „De Maskerspelers" en het gezelschap mogen wij zeker fieliciteeren met het bezit van zoo'n leider, die het gezelschap tot deze hoogte heeft weten op te voeren. Wij sluiten ons volkomen aan bij het applaus van de aanwezigen, en wanneer wij zeggen „tot weerziens" is het zeker uit naam van allen, die de opvoering hebben bjjgewoond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 1