120 NIEU WE gein azijn Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken.3! ofmeststof. ;id af te gei mesthan Vitwgs'i, EEOING OEN eeding Donderdag 28 Maart 1925 34a per 3 maanden f 1,15 Uit ons Parlement fiemeenieraaa Sinl Pararas. d verscheidene ij De voorspelers q le 6e kregen ?.o Nu Jan de Ni tkwam zeker dat de "volgende weel; geest, dan is dit orbij. Maar we h Lappelijke wedistri Veteraan. Nu i DE 'DAME krnarva a, b. 1—4 1 weer gehoorza; en. Alcmaria ha probeeren eenige onmogelijk door "Wel wist Alema n wij een pinalty, Zoo kwam de i verdeeld. Töeh >ren. Zoo kwam aria. Het eerste i wij dat ook nog ADSPIRAh' ken t voor elkaar jeloopen :rd te naar. in gekocht ilmpje ;ezocht. lid ozen zijn bezit. dstrijd toen te buiten zijn kampioen. hem ah gerekend le ben. OOME Pil 1AR: alpeter en j ELEND, F, MORI rliof, onzer scherpe vroeger Diet tot -k vaste klanten gen. kwaliteit. ie winst vijfeld het ItO. 80 reuviias si LAMJKIR COURANT. Deie courant veminjnt Dinsdags, Donderdag» en Zaterdags. 5S; ABOHSI*E8T8PRMB aaUAUT80a-0ITftB7BE: J. H. KEIZER. ORBILi lfoordscfe«rwou4le. raus BEK IJ KKI KBÏiiBt Taa 1—5 regel» 78 et-, elke regel neer 18 e*. Srwti letters tf Tifoetten fordw naar plaatsraimte berekeoi. Brievea rechtstreek» iti den Uitgever1 Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Veranderde mentaliteit en het enquête recht der socialisatie-commissie. Schro melijke belas ting-ontduikingen en mid delen er tegen. De Jachtwet. Be grootingen van Ondierwijs en Water staat. Utrechtsche leerstoelen en be zuiniging. Onde rden invloed der sterk democratische, min of meer revolutionaire stroomingen, die zich on middellijk na den oorlog vrijwel overal in Europa deden gelden en van de revolutionaire beweging in Duitschland in het bizonder, openbaarde zich in 1918 en 1919 ook ten onzent een mentaliteit, die een radicalen omkeer in ons politiek en maat schappelijk leven leek te voorspellen. De uitspra ken, door den heer Van der Woerden opnieuw in het licht der openbaarheid gesteld, bewijzen, dat ook in onze Tweede Kamer die mentaliteit tot uiting kwam, waar zelfs de beer Treub ver klaarde, geen traan te zullen laten, wanneer het kapitalisme verdween en ook de heer Van Schnik zich scherp tegen het huidige kapitalistische stel sel uitsprak. Maar sindsdien is niet alleen in ons land in de Tweede Kamer die mentaliteit belang rijk gewijzigd. En het is dan ook geen wonder, dat voor het werk der socialisatie-eommissie, die van die mentaliteit een gevolg was en in 1920 ingesteld, fiu niet meer de belangstelling bestaat van voorheen. Dat kwam ook tot uiting bij de behandeling van het voorstel van den heer Van der Waerden, die aan deze commissie het enquête recht wilde toegekend zien omdat ze alleen daar mee, hetgeen ook de heer Kuiper erkende, haar arbeid van '5 jaar tot een goed einde zou kunnen brengen. Indertijd bleek haar dat beloofd en 'tal van leden hadden 3e aanvaarding van het lid maatschap daarvan afhankelijk gesteld. Tot einde 1921 had tusschen de commissie en de regeeriug volkomen overeenstemming geheerscht. Maar thans wilde blijkbaar regeering noch Kamer van de inlossing dezer belofte veel meer weten. Het recht zou de commissie een buitensporige macht geven met ver-strekkende gevolgen en een en quête zou onberekenbare schade toebrengen aan de bedrijven meende men. Bovendien waren de tijden er nu niet naar om handel en industrie no grneer te bemoeilijken. En de heer Biersma, zelf lid der commissie, meende, dat trustvorming nog niet altijd te veroordeelen viel. Het hielp dan ook niet, of de heer Marchant op de benzine- trust en de kolentrust wees, die de menschen millioenen te veel lieten betalen en of de heer Van der "Woerden al voor rekende, dat de winst van baksteen-, dakpannen- en schelp fabrikanten nog driemaal zoo hoog was als in 1913. Met 37 tegen 30 stemmen, die der socialisten, de vrijzin nig-democraten, de anti-revolutionair Smeenk en een 7-tal katholieken, verwierp de Kamer het voorstel. Een ander voorstel van de regeering en meer speciaal van minister Colijn uitgaande, stond fei telijk ook met de wijziging onzer mentaliteit in verband. Want al zal belasting-ontduiking wel altijd een veel voorkomend euvel geweest zijn, de afmetingen, waarvan de minister sprak en die in het belang van het land maatregelen beslist noodzakelijk maakten, dateeren toch van na den oorlog, die de moraliteit een heel eind omlaag taalde. T)e Kamer bleek dan ook tegen "dergelijke maatregelen geen bezwaar te hebben, maar wel tegen den maatregel, dien de minister aanvanke lijk in zijn ontwerp tot bevordering van een riehtige heffing der direct ebelastingen voorsitel- de. De buitengewone macht, die daarin aan den ambtenaar gegeven werd, achtte men een gevaar voor de rechtszekerheid der burgers. En de heer bnoeck Henkemans verklaarde dan ook nadruk kelijk tegen te zullen stemmen, wanneer niet aan de rechterlijke macht de beslissende uit spraak werd opgedragen. Mejuffrouw Catz.en andere spraken het bovendien nog als een ern- 'steg bezwaar uit ,dat geen voldoende onderscheid! werd gemaakt tusschen belastingontduiking en het ontgaan van belastingen op geoorloofde wijze, dat dus niet enkel sehijnhandelingen, maar ook volkomen oirhare rechtshandelingen werden ge troffen en uitte den wenseh, dat uit bepaalde feiten de opzet van belastingontduiking zou moe ten blijken. De minister en ook de heer Vliegen en enkele andere heeren hadden daartegen nogal wat in te brengen omdat nooit een wettelijke tekst samen ie stellen zo uzijn, die belasting ontduiking voldoende te achterhalen wist, wan neer alle rechtszekerheid door uitspraken van de rechterlijke macht moest blijven gewaarborgd. Maar te nslotte onderwierpen ze zich tdeh aan de amendementen van de heeren Oud en Van Sehaik ,die de bezwaren moeten opheffen. Daar door werd vastgesteld, dat voor vaststelling van den aanslag, door den inspecteur in een met rede nen omkleede mededeeling, mededeeling moet worden gedaan van zijn plan oin art. 1 toe te passen, dat wil zeggen, rechtshandelingen, als het omz'etten in een naamlooze vennootschap, nie tig te verklaren en dat daarvan beroep bij het Hooge Gerechtshof open stond, zoodat de belas tingbetaler 't advies van het Hof kon inroepen omtrent de rechtsgeldigheid zijner handeling en verder, dat alleen dan geen rekening met rechts handelingten zou worden gehouden door den fis cus, wanneer op grond der bepaalde feiten moest worden aangenomen, dat ze dienen voor belasting ontduiking. Behalve het aldus gewijzigde ontwerp,- werden nog dat tot wijziging van de wet ter regeling van het hoove landbouw- eu hooger veeartsenij- kundig onderwijs en door de Derste Kamer de Jachtwet en een paar begrootingen aangenomen. Die van Waterstaat gaf aanleiding tot het uit spreken van allerlei wenschen van localen aard, als de afwerking van de Vlissingsche haven, de kanalisatie van de Maas, het graven van kanalen in Twente, enz. Terwijl ook de verlaging der spoorwegtarieven en door den heer Moltmaker de toestand van het spoorwegpersoneel werd be sproken. De begrooting van Onderwijs lokte nog een uitvoerig debat over de Utrechtsche leerstoelen uit, waarover ook de heer De Muralt al had 'ge sproken. De .heer Van Embden meende, dat deze nieuwe hoogleeraren, benoemd om de Indilogische wettenschap te doceeren, in een richting tegen gesteld aan die der Leidsche hoogleeraren en betaald door Indische ondernemers, altijd tus schen hun wetenschappelijk geweten en hun ma terieel belang zouden zweven. En de heer Slote- maker de Bruin gaf toe, dat er wel reden was om te zeggen, dat de nieuwe stichting belangen groepen verdedigde. Maar de heer Anema, die ook de stichting niet heelemaal sympathiek was, wees er op, dat wetenschap zelden om haar zelfswil 'beoefend wordt en dat belangen er niet voor 't eerst een rol spelen, maar dat ten slotte het ant woord op de vraag of het doel een wetenschappe lijke is, den minister bij zijn beslissing móet lei den, wat minister De Visser toegaf. De heer Ossendorp besprak hoofdzakelijk de bezuiniging bij het onderwijs, die .vergeleken met 1923 121/2 procent, bij het lager zelfs 16.4 pro cent bedroeg, tegen 11 procent in 't algemeen en 2.7 bij oorlog. En hij wees er op, dat die hoofd zakelijk verkregen was door verlaging van -sala rissen, waarop met inbegrip van pensioenpremie, 25 tot 30 procent gekort was. De raad dezer gemeente vergaderde gisteravond in voltallige zitting, onder voorzitterschap van den burgemeester, dien E.A. Heer J. Kroonienburg. Na opening worden de notulen gelezen en goed gekeurd. Mededeelingen en ingekomen stukken: De collecte voor het Centr. Ziekenhuis heeft opgebracht f 148.30. proces-verbaal van de op 20 Maart gehouden kasverificatie, waaruit blijkt dat bet kassaldo be droeg f4860.90. goedkeuring van Ged. Staten tot het in erf pacht geven van een stukje grond aan de licht- bedrijven voor den bouw van een gashouder. Op de vraag of de gashouder gauw klaar zal zijn antwoordt voorz. dat deze is aangekocht vopr f 500 maatregelen zijn getroffen voor de aan neming; de inschrijving is reeds gehouden. - Ingekomen is de rekening van de toevoerlijn BroekAlkmaar, waaruit blijkt dat deze over '24 sluit met een voordeelig saldo van f 13505.08. De rentegarantie groot f 12000.is hierdoor terugge bracht op f9476.57, waarin het aandeel van de ze gemeente f 1184.57 bedraagt. Aan wagongel- den werd ontvangen f 23387.40. De totale opbrengst is f23656.90. De rijksvergosding over 1925 is door den Min. vastgesteld op f5100.—. Ingekomen is het verslag over de handelingen van de Gezondheids-Comm. over 1924. Naar aanleiding van het in de vorige vergade ring behandelde schrijven over de verslechtering van den Post-, Telefoon- en Telegraafdienst, is van de Vereen, van Ned. Gemeenten antwoord in gekomen op een aan haar gericht schrijven, waar in gezegd wordt, dat door aanneming van de mo tie-De Boer in de Tweede Kamer, gevoegelijk de verdere houding van den Min. kan worden afge wacht. Wordt het wenscbelijk geacht stappen te doen, zoo zal hiertoe worden overgegaan. Ingekomen van het gemeentebestuur van - Alk maar, de balans, winst- en verliesrekening van den keuringsdienst voor waren over 1923. Van den heer D. Koning is een schrijven ont vangen, dat hij niet kan instemmen met het be- sluii van den raad, omdat de raad niet gehandeld heeft overeenkomstig het gevraagde, naar aanlei ding van het advies van Dr. Vos. Deze stukken worden voor kennisgeving aan- geonmen. Rekening van de veenderij over 1924. Deze sluit met een nadeelig saldo groot f 3603.61 De totale uitgaaf bedraagt f6188.36, waaronder een post voor arbeidsloon groot f2935.08. Ontvangen aan verkochte turf f2684.75, waarvan f 2200 voor rekening komt van 1923. Overge houden is 350.000 stuks turf gewaardeerd tegen f6.is f2100.De totale ontvangsten bedra gen alzoo f 2584.75. Naar aanleiding van de rekening vraagt de hr. Lek of het noodig is een opzichter te hebben op eén salaris van f300. De heer v. Kampen zegt, dat wanneer er veel volk aan het werk is, er een opzichter moet zijn. De veencommissie beeft besloten dat de opzich ter gedurende 13 weken, dienst zal doen op een salaris van f 130. De heer Lek kan zich hiermede vereenigen. Verder zegt de heer Lek dat de molen indertijd is aangekocht voor f2600.—. Nu is door hem ver nomen dat de molen geheel waardeloos is. Is dat waar. Staat er geen garantie op? De heer v. Kampen antwoordt dat de molen niet waardeloos is. Alleen zal de vijzel 1 M. dieper moeten, wat volgens hem heel geschikt kan, er» ook de sloot een meter zal moeten worden uitge diept. De vijzel komt nu niet diep genoeg in het water. Dan is alles in orde. De molen is indertijd gekocht op een bemaling van 8 'bunder, terwijl het er maar 4 zal zijn. De heer Lek is ook met dit antwoord tevreden/ De rekening wordt hierna goedgekeurd. Het kohier voor de hondenbelasting bevat 76 honden en wordt vastgesteld op f 156. In verband met de verpleging van Mej. Grietjie Blok te Bakkum, zegt voorz. dat het vorig jaar door. Blok de helft is vergoed. B. en W. stellen, thans den raad voor de verpleging geheel voor rekening van de gemeente te nemen, waar het B. thans onmogelijk is bij te dragen. Wanneer 't hem eenigszins mogelijk is, zal hij weder betalen. Nadat hierover in comité eenigen tijd is gespro ken wordt besloten, voorloopig voor 1 jaar de verpleging voor gemeenterekening te nemen. Van het voorloopig comité voor de oprichting van een Prov. N. H. vereen, voor vreemdelingen verkeer is het verzoek ingekomen of de gemeente als lid wenscht toe te treden, tegen een contributie van f25.per jaar. B. en W. het nut erkennende voor groofce oen- tra's stellen voor afwijzend te beschikken, als zijnde van geen belang voor deze gemeente. Overeenkomstig wordt besloten. Een verzoek van J. Wiedijk om van de gemeente te mogen komen een stukje bouwterrein aan den Achterweg, ter breedte van 7 M. en tier diepte van af den weg tot aan het water. Door B. en W. is 1 dit stukje grond bezichtigd, en-bestaat er bij hen'geen bezwaar dit te verkoo- pen. Het is groot 1I/2 snees. Zij stellen voor een prijs hiervoor te bepalen van f200.—. De heer Lek. Maar met beding dat er een wo ning op komt. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten en zal met de overschrijving gewacht worden, tot 1 daadwerkelijk bewezen wordt dat er een woning komt. Door den heer Lek is het verzoek ingediend het woord te mogen voeren over feestavonden op Za terdagavond. Dc voorz. zegt gemeend te hebben, den heer Lek dit toe te staan. 1 De heer Lek zegt dan dat het hem gebleken is, dat den burgem. is gevraagd op Zaterdagavond een feestavond te mogen houden. Wij weten ook dat men daarmee steeds bot vangt. Daarom wordt het ai weinig gevraagd voor den Zaterdagavond. Anders zou dit zeker meer gebeuren. Ik meen echter dat dit van den burgem. niet juist is. Men moet den menschen gelegenheid geven den avond te kiezen, zooals zij dat zelf willen. Door de linkscho partij wordt de rechtsche ook nooit wat in den weg gelegd. Zou dit wel gebeuren, dan zou ik de eerste zijn om dit tegen te werken. Ik verzoek dan ook den burgem. met de wenschen van beide groepen rekening te houden. Waar hij als bur gem. boven de partijen moet staan, zal hem. door zijn partij daarvan nooit een verwijt kunnen wor den gemaakt. De voorz. Ik heb den heer Lek niet voor het hoofd willen stooten, door hem niet het woord te verleenen. Deze zaak behoorde echter in het geheel niet in den raad thuis. Dit is een zaak die als zoodanig uitsluitend bij den burgemeester be rust. Art. 188 van de gemeentewet Hat in dit op zicht aan duidelijkheid niets te wenschen over. Wat door den heer Lek wordt besproken slaat op een verzoek van de voetbalveraeniging. Een paar jaar terug is door mij toestemming verleend voor een feestavond op Zaterdag, met het gevolg, dat ik daarover Zondagsmorgens woorden kreeg. Toen is door mij gezegd dat ik het nooit meer zou toe staan. Nu is het weer gevraagd, terwijl het oor spronkelijk idéé was toestemming voor Donder dagavond te vragen. Ik heb mij echter gehouden/ aan mijn ingenomen standpunt, en is de feest-, avond op Donderdag zonder stagnatie en tot te vredenheid verloopen. Ook weet ik dat ik er Gerritsen een displei- zier mee zou doen, voor Zaterdagavond toestem-.- ming te verleenen. Deze uitte tegenover mij zijn misnoegen dat zoo iets aan de orde zou komen. Door hem is mij ook medegedeeld dat dit niet aan de orde komt door zijn toedoen, noch dat hij er achter zit. Hij zei verder, dat wanneer ik tooestemming voor den Zaterdag verleende, hij des Zoondags in de herrie zat, en daar graag vrij van bleef. i- Verder hangt het geheel van liet standpunt van den burgemeester af, hoe hij hierover 'besluit. Het is geheel en al een privézaak, en nooit is er eenige stagnatie - ondervonden. Men is zeer te vreden met de regeling door mij getroffen, en het heeft den vereenigingen nooit moeite veroorzaakt. Ik zou dan ook niet weten, waarom ik datgene zou doen, wat door den heer Lek wordt gevraagd. Ook begrijp ik het standpunt van den heer Lek niet. Het gaat er juist om om dergelijke dingen tie- voorkomen. En ook de SiD.A.P. spant zich daar voor in. Dat zien we aan de winkelsluiting op Langendijk, en aan de Zondagskermis op Heiloo. Ik werk in deze dingen graag mee. Nogmaals, ik meende in verband hiermede te moeten wijzen op. de gemeentewet, en miaen Lek voldoende te heb ben beantwoordt. De heer Lek. Ik verbaas mijerover dat de heer. Gerritsen zijn misnoegen" heeft geuit. Ik begrijp daar niets van. De voorz. Gerritsen heeft mij gezegd, dat ik er hem een genoegen mee deed, waiineer ik het re gelde, zooals dit steeds door mij wordt gedaan- De heer Lek. U zegt dat de S.D.A.P. meewerkt. Maar het gaat hier om den Zaterdagavond en du-r ren die avonden niet langer dan tot ongeveer 2 uur 's nachts. Dan is er geen kwestie van dat de Zondag wordt verbroken. Nogmaals, ik ver baas mij over Gerritsen. De voorz. Men zal in deze rekening hebben te houden met die personen, aan wie volgens de we» de macht is toegekend. En dit is onafscheidelijk aan den persoon verbonden. De heer Lek vindt het wel wat krenterig. Spgr. is er van overtuigd dat het anders meer zou wor den aangevraagd. De heer Muurling zegt zich met het standpunt, van den burgemeester te kunnen vtereenigen. De heer Duif zegt dat er ook in de wethouders vergadering over is gesproken. Wij hebben ons afgevraagd of de Zaterdagavond wel de gewenschte avond is. Dan hebben allen pas hef weekgeld ontvangen. Wij achten den Donderdagavond beter. De heer Lek zegt dat men hier te vier mee gaat. De voorz. zegt ftiet verplicht te zijn verant woording te geven over dergelijke dingen. Nooit heb ik er eenigie moeite rneie ondervonden, dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 1