r^u n deugdelijk gêbleken en de economische behoef- en eischten een oplossing. Benesj werkte op het ogneblik aan de vorming eener Donaufederatie aarmede evenwel de kiem zou worden gelegd jor nieuwe conflicten zooals er voor den oorlog ooveel voorkwamen en die dezen hebben veroor- aakt. Alleen Italië was daar tegen en wènschte in e toekomst een gemeenschappelijke grens met et Duitsche Rijk in plaats van de herleving der ude Habsburgsche monarchie in een of anderer, ieuwen vorm. Amerika en Engeland waren neu- lat. Oostenrijk zou naar het moederland Duitschland eugkeeren en dit doel zou des te eerder worder reikt, naarmate Duitschland zich zou weten vrij houden van den schijn van elk imperialistisch reven en als waarlijk democratischen vreedzamen aat de achting en het vertrouwen der overige :hoort bij een begi daarachter liepen rolgd werden door e woonwagenbewon amilieleden sloot ;peeld worden en :hen, die langzaam volgden den eig olitiemacht was op Nadat op de R. [e wijding had pla, ;roeve neergelaten ;id van déze mensclB)|r]{en zou winnen, trasteerde met sgierigen. gheid volgde onmi emoniën: een nurnn ïspeelde „opgwef emd effect, donk de muziek, t plechtigheden ten vonden. len bij de waterpa ïs een kinderlijkje was gewikkeld in waaraan een r< n exemplaar van 'ebruari j.l. bevesti amepgebonden. 3 afd. C. verzoekt :ingen kan geven hoofdbureau van je is ter gerechteli laar het Drankwet. biedt o.a. het hebb ergunningsinrichtin- jegevens meent Ver. tot Afschaff dat aan de ch met een adres ;ewend, waarin e brengen. ingetwijfeld velen Jitingen hebben b ït aantal veroordee chts enkele tiental! dit nader toegeli ana tijd. ai uueft een wetsva strekking is, den maanden Juni, Juli periode tusschen chting zegt de voi ner reeds tweemaal zomertijd met gra hij nog met dit :rgelijk te komen. I rijdcommissie de id en nog zeer kil niet lang genoeg ïnoegens in de buiti men veilig kan aaj gelden tot aan :t geadviseerde in 1 van de Tijdcommis rit te zetten, zijn i Braat, bezwaren ande, waar' toch blijven, nog meer 1 /er roeging. and i n vloot. ïeld, dat Henry Foj /aanbelangen uit vloot te verwer als die van de Sti ■trust. Hij zou <i*j 'oorzien en ze best n Ford-producten pa en Zuid-Ameril 0 pet. meer verdiecj ippijen. verpleegster. lep. du Gard, kwan dene sterfgevallen r. Een zorgvuldig ans aan het licht ïr, Antoinette Sciej ite zes harer patië t wreede perversiti ;e te bestelen, aan haar zorg wal ;el van chlorofo1] lel, waarmede het itgeroeid. n is allesbehalve fra ij prostituée in Aig1? oen haar man aan f regelmatig leven, irugkeer piet meer t| erpleegster te wordt bekend zes zieken] het gif in hun dra; ikkigen onder vree :schuldigt een vektf] tigheid in drie aving bevolen van n, die gedurende 1 vergiftiging zijn 1 ig bij Duitschland- iuden rede verklaag Löbe, dat een besjt van Oostenrijk bij/ alleen in econom'5 orden geacht. De z0J ïtenrijk was volkon1 Tagal op de tentoonstelling van de Bameskron>k. Bij een bezoek aan de heden (17 April) geo- ende tentoonstelling, officieel geheaten Zesde iurs Dameskroniek, in het gebouw R.A.I. te mslerdam, wordt^de aandacht onmiddellijk ge- •okken door de sterk sprekende en in zeker op- cht domineerende stand van de Pharmaeeutische l Chemische Groothandel A. J. Ameye. Groote orden boven aan den stand dwingen de aan cht af voor Togal-tabletten en deze borden jn zoodanig aangebracht dat men ze onmid- Engelsch modebfcB^ljjk en altijd ziet, 'tzij men pas binnen bomt zij men zich achter in de zaal bevindt. Iets curieus is zeker wel het Togal-behangsel aarmede in de eerste plaats de neerhangende akken van de stand zijn bekleed. De verschil- nde verpakkingen, waarin het heilzame genees- iddel Togal wordt verkocht zijn op artistieke ijze door den decorateur tusschen de ornamen- gemeel >n geweven. Ook de tafels zijn met dit speciale ogal-behangsel bedekt doch de verpakkings-orr amenten zijn hier niet figuratief doch practieu- >1 ,zooals men in tooneeltermen zou zeggen. Men oet zichzelf van deze goed gevonden reclame vertuigen en ieder zal moeten erkennen dat 't eusch niet aan te weinig bekendheid geven aan ligt, wanneer er nog menschen zijn die le hand wordt geho et Rheumatiek rondloopen. Wie weet hoeveel jder3 aan deze lastige en pijnlijke kwaal zich oor deze sprekende reclame opgewekt zullen go- —oe'en een proef te nemen met Toga'l, waarbij al dat van de 25648 pe )0vejen baat hebben gevonden, s openbare dronk Uit „de lichtloo' wor ld". Overgenomen uit het „Nwsbl. v. h. Noorden". Vanaf het eentonige Alkmaar che tweede per- n blonken naar het Westen de schi'terende duin- ippen van Ber en en Schoorl in zonnepracht. Prachtig gezicht zoo over die groene weiden et het echt-Hollandsehe bonte vee „bevlekt" r die zonnige hoogten aan de Noordzee, he cantie-oord bij uitnemendheid. Nu was het druk, overvol op het perron van a' e dolblije schoolkinderen, voor wie vandaag de oote dag was aange" roken, dat ze in duin en sch, aan het strand mochten ravotten naar rtelust. Nu lieten de „meesters" en de „juffrouwen" touwtjes maar vieren, behoefden ze niet stil zitten en aandachtig te luisteren, maar moch- n ze zich uitleven in dolle uitgelatenheid. Vari- ag was 't feest. Weer een ander groepje vraagt de aandacht, zijn de kleine kolonisten, de „bleekneusjes e na een zesweeksch of langer verblijf in een r Tehuizen van de vereeniging Vacant rnkd- inias" te E.gmond aan Zee, nu naar huis keeren... a rtweehoog en driehoog achter de Leiiedwa.s •aat, Anjelierstraat, Tuinstra.t, of hoe die loonklinkend© straatnamen uit de arme, do.n- re nauwe Jordaan meer mogen heeten. Nog en springen ze vroolijk in 't rond met de vrien- lijke geleidstertjes en klinkt het vroolijk op „Komt kind'ren, komt ten dans, Én laat ons vroolijk zijn. Het leven duurt slechts korten tijd, [En geeft veel zorg en moeilijkheid; Komt kind'ren, komt ten dans En laat ons vroolijk zijn." Of ze begrijpen, de kleuters, die beide meddel- 3 regels? Neen, gelukkig! Maar gevoelen zul- [n ze het... als ze, eenmaal groot geworden, sschien ook weer zullen „huizen" in de dicht- volkte stadsbuur'en. Nu blikkeren ze nog in de zon: de lichtelijk ge- uinde, ondervoede volkskindertjes, en heUDen een prettigen tijd achter den rug... om nimmer er te vergeten. Lang zullen ze blijven denken aan 't zonnige 'and, aan de zee en de gezondmakende duinen., t eerst wanneer ze vanavond de kleine don- re bedstee moeten deelen met nog twee of 'ie broertjes en zusjes in de armoe-woning. Gelukkig, dat ze nu althans nog kunnen zingen Komt kind'ren, komt ten dans Eu laat ons vroolijk zijn.... 1 Ter eener zij van het perron komt de trein ar Amsterdam: aan de andere zij wacht men verbinding met Den Helder. Daar, aan den kant van de restauratievertrek- sn, staan er twee, die niet zingen. Stijf tegen het kozijn gedrukt, om veilig' te 'n, staat daar de blinde vader en naast hem zit den kant van de zwarthouten kistd, met al- lrei koopwaar, het jochie van 'n jaar of uer- sn. 't Zakje met bot rhammen bungelt hem over u schouder. Voor die twee schijnt vandaag de n niet. Voor den vader niet... omdat hij leelt de „lichtlooze wereld", voor 't ach ie niet, -dat zijn kinderjaren nu vrijwel voorbij zijn. De laatste twee, drie jaar was zijn oudere oer al den dag met vader mee geweest om hen. n weg te wijzen en te leiden langs de huizen- Ju moet hij mee. En vandaag is 't zijn eerste dag. |ant broer moet een vak leeren. Om de beun .oeten ze mee met den eenzame om met fiD te gaan door 'teenzame, stikdonkere leven [Als hij 't een paar jaar heeft volgehouden, yijgt-ie ook een opvolger. Hoewel feitelijk nog jong om van school te gaan, heeft men in dit IjzondëTe geval aan den vader toestemming ge- pv en om „broer" mee te nemen. JNu zit 't jochie op den koffer met huishoude- |ke artikelen en snuisterijen en wacht op den Jein naar Den Helder. Vanaf de halte Zijdewind pat do tocht beginnen van den „lichtlooze met (in kind., omdat de ziende den blinde moet heT Die beiden zien vandaag de zon niet. Ut misschien toch', wanneer de plattelanders hun Bart laten spreken en de kist lichter doen worden. En onderwijl klinkt het nog eens vroolijk op van de „bleekneusjes": Komt kind'ren, komt ten dans En laat ons vroolijk zijn!.... Dan komt de trein voor Amsterdam binnen- snorre nen is 't een gejaag en gevlieg om den juisten wagon te vinden. Even maken we nog een praatje met den blin de, den ongelukkige, die zoo in-zielig tegen het raamkozijn wezenloos in de ruimte schijnt te staren. In werkelijkheid is het nacht voor den stum per hij woont in het lichtlooze leven. Vanaf zijn jeugd heeft hij 't gezicht moeten missen. /Eerst schijn ik nog in het eene oog wat licht te hebben gehad," vertelt-ie, „maar op mijn zesde jaar werd 't eene oog al weggenomen en toen was ik geheel blind. Toch zijn we niet alleen in de wereld, meneer, want die benne d'r nogal wat die 't gezicht moeten missen. E,n vooral de oorLog heeft er natuurlijk duizenden bijgemaakt. Alleen Frankrijk telt er op het oogen- blik 22.000 en daar zijn er van allerlei soort on der ,ook wel intellectueelen, advocaten, domino's letterkundigen. Eu ook veel studenten. In de meeste oorlogslanden wordt er heel, wat voor de oorlogsblindan gedaan en veel er van kunnen blijven doorstudeeren. Voor dokters gaat dat na tuurlijk moeilijk. Maar anders gaat het wel met onze apar e Brailleboeken. Ons land is op het ge bied van de blindenverzorging bij die landen ech ter wel ten achter. Maar ook hier sta je niet al leen. Wij hebben met elkaar den „Blindenbond" gesticht; 25 jaar geleden is die opgericht, waar van Den Haag de grootste af deeling heeft. Ook in ons land behoeven niet alle blinden rond te. scharrelen en kun je wel wat worden als je een „best verstand hebt" en zo je willen helpen. Aan de „radio" doen de blinden ook al en hier heb je al een stuk of zeven „radiotelegra fisten". Maar de meesten komen op gebrekkige -manier aan de kost, veelal met negotie, dat is nog het gemakkelijkst. Maar toch altijd moet je hulp hebben van „zienden". Zoo gaat vanaaag voor 't eerst m'n jongen weer mee." „le 't niet broer?".... en hij streek den flinken jongen eens over het haar. „Nou zal hij vader helpen." „Hoor ik hem daar, meneer, de trein? 'kGeloof dat-ie d'r aankomt. Kom broer, dan gaan we marr...." Even later stapten ze in met z'n beidjes, het jongetje met zijn vader aan de hand, om hem te leiden alle dagen door het trieste, donkere leven... VAN C0KT;E(R3 De geneeskunde is zoo oud als de menschheid, fei e ijk ouder dan de menschheid. Immers de dieren ver oonen bij ziekte of bij wonden zooge naamde ins ine'ieve verrichtingen, voortgekomen uit een aangeboren natuur.heelkracht. Zooals men weet, zullen di ren die verhit zijn, hun lichaam verfrisschen door een bad te nemen. Hebben ze daarentegen verstijfde ledematen, dan zullen ze deze in de zon verwarmen. Honden, wier maag bedor en is ,eten gras, om daardoor het braken op te wekken. Breekt een hond een poot, dan hup pelt hij op drie pooten en houdt de gebroken poot zoo, dat de breuk heeft zonder dat er noemens waardige verkorting plaats heeft. Men zou deze voorbeelden met velen kunnen vermeerderen. Men mag daarom gerust zeggen de geneeskunde is ouder dan die menschheid. De oorsprong van de ontwikkeling der Euro- peesche geneeskunde dient men in Griekenland te zoeken. Zaadkorreltjes van Azië, Afrika, voor al uit Indië en Egypte naar Europa gekomen, schoten in yGriekenland wortel. Aeseulaap was de poëtische grondlegger van de geneeskunde in 't algemeen. Volgens de legende was Aeseulaap zoo wordt een dokter nog vaak genoemd de zoon van Apollo en Koronis. Uit ijverzucht doodde Apollo de moeder, maar ont nam haar eerst den zoon waaraan zij zwanger ging. Deze zoon was Aeseulaap. Volgens een ander verhaal was Aeseulaap de zoon van Apollo en Arsinoë en werd hij heimelijk geboren op een berg en toen verlaten. Hij werd door een herder wiens hond hem bewaakte, wiens geit hem zoogde, oms< raald door een lichtkrans gevonden. Hij werd door Chiron, die zich door geneeskundige kennis onderscheidde opgevoed en in de kruid- en geneeskunde onderwezen. Van Aeseulaap wordt verteld, dat hij alleen doo rwoorden kon genezen, dus door het zooge naamde „bezweren". Zelfs dooden vermocht hij wede rop te wekken. Hierdoor leed het rijk van den god der onderwereld zooveel schade, dat hij zich beklaagde bij Jupiter. De beheerscher der goden velde toen met z'n geweldige bliksem schicht Aeseulaap neer. Deze werd nu onder de goden opgenomen en overal verrezen tempels ter zijner eere. Zieken riepen hem aan en herstelden brachten hem als dankoffer een haan. Vandaar dat Socra tes, toen hij den giftbeker gedronken had, dan ook zei: „Slacht een haan!" De slang, het zinnebeeld van leven en gezond heid, was Aeseulaap bizonder heilig. Ook de haan en de nachtuil stonden als zinnebeeld der waak zaamheid bij hem in hooge eere. Een knoestige staf met een kronkelende slang is zijn gewoon attribuut. 1 De dochter van Aeseulaap was Hygieia, (waar van ons woord hygiënisch); de .e werd als godin der gezondheid vereerd. Haar beeld, een ranke jonkvrouw met een offerschaal, uit welke een slang, als zinnebeeld des levens, likt, stond in het binnenste van de drie en zestig tempels aan Aeseulaap gewijd. Zij bezat zelf echter ook tem pels ,die vaak stonden in de nabijheid van dia haars' vaders, en in beide werd de geneeskunde beoefend. Tallooze malen zijn de oude Dokters door de Nedierlandsche schilders afgebeeld. Vooral van Jan Steen bezitten we vele doktersschilderiien. Meestal is bet een bezoek bij de(n) patiënt. Heel vaak houdt de geneesheer een urinaal in de band, waaruit hij de kwaal tracht te lezen. Angstig wachten de patiënten en haar omgeving de beslis sing van den dokter af. In den goeien ouden tijd meende de dokter uit een fleschje urin evan den patiënt de ziekte te kunnen diagnosticeeren. Tegenwoordig zijn cr nog van die zoogenaamde „waterdokters'kwakzal vers, 'die helaas een grooten toeloop van patiënten vinden. Aan dit „urine-kijken" ligt oorspronkelijk ten 'Tondslag de oude theorie der vochtmenging, n.l. de humoraal-pathologie. Oudtijds werden er bij den mensch vier hu meuren (vochten of sappen) aangenomen: het )bloed, het slijm, de gele gal en de zwarte gal. )In deze vochten en hun vermenging zocht men den oorsprong van alle ziekten. De onderlinge vermenging dezer vier vochten bepaalde ook het temperament, het humeur. Waren de vier humeu ren of vochten in goede verhouding vefmengd dan was men in een goed humeur. Liet de ver houding der vochten in 't mengsel te wenschen over ,dan was men uit zijn humeur. Was de zwarte gal in groote hoeveelheid aanwezig, dan was men zwartgallig. Was de gele gal ruim ver tegenwoordigd in het mengsel, dan liep iemand de gal over. Behalve de geneesheeren waren er een groot aantal kwakzalvers, die beweerden wonderen te kunnen verrichten met het urinaal (waterglas). En niet alleen de ziekte kon men uit de urine afleiden, de nroscoop (waterdokter) kon ook al leen reeds door de urine, het geslacht van den patiënt bepalen. De uroscoop was in 't algemeen een „handige kerel" hetgeen blijkt uit een boekwerk van Dr. Johan van Beverwijck, in de eerste helft der 17e eeuw arts te Dordrecht. Deze dokter streed tegén het dwaze „urinekijken". Hij deelt eenige inte ressante staaltjes mee. Een landman bracht midden in den winter •water bij een geneesheer. Deze vroeg, of het van zijn vrouw was. „Ja," zei de boer, maar zie eens, 'of gij daaruit niet wat anders merkt." De dok ter ziende, dat de urine een goede kleur had, on derstelde eenige uitwendige pijn, en sprak in dien zin. „Braaf!" riep de boer, „dat is goed ge raden. Doch van waar komt de pijn, die zij in de zijde voelt, en waar het blauw is?" Uit die woor den kon de dokter ai eenigszins afleiden, dat die blauwe plek door vallen of stooten veroorzaakt was en vroeg dus: „Is uw vrouw niet gevallen?" De boer verwonderd over zoo'n doorzicht, zei „Meester zoo gij mij kunt zeggen op welke wijze zij gevallen is, zoo zal ik u houden voor den allerbeste." De dokter, de plompheid van Jen boe rbemerkend en overleggend welke gelegenheid tot vallen de landelijke woningen aanbieden, ga. tot antwoord, dat zij ongetwijfeld van de trappen gevallen was. „Bij God," zei' de boer, zoo gij mij nu nog kunt zeggen van hoeveel irappen zij gevallen is, zal ik aan iedereen vertellen, dat gij een hupsch man zijt." Hier had de geneesheer moeite zijn lachen te bedwingen, en wetende, dat de boeren- zolders niet zeer hoog zijn, antwoordde hij: „Van omtrent 12 trappen". Hierop sprak de boer: „Be zie het water eens terdeeg; want daar moeten or meer zijn." De geneesheer bedacht wat anders. Hij zette een ernstig gezicht en sprak: „De vorst heeft de wegen glad en moeilijk gemaakt; bent ge misschien onderweg gestruikeld en is er wat water gestort?" De boer, den dokter voor een soort profeet aanziende, bekende dat hij gevallen was ,en water had gestort. Nu zei de dokter: Wel man, op de plaats waar ge gevallen ber t, moet gij de andere trappen zoeken, want in dit glas zijn ze niet." De boer, verbaasd over zooveel geleerdheid, vertrok en vertelde aan heel de we reld de knapheid van den dokter. Het gebruik van het urinaal was in die dagen zoo algemeen, dat vermaarde hoogleeraren er niei tegen durfden opkomen. Thans zijn de uririaals verdwenen, alleen een hier of daar opduikende „wonderdokter" zal ze nog gebruiken. Sport- en Wedstrijden 1 Paasehoverzieht. Dezen keer over onze vereenigingen niets dan lof. 'k Vernam den uitslag van D'.T.S.Vrone met verwondering. Hoe zit dat met die Vronis- ten Dat begint nu toch een bedenkelijke tint te krijgen. Men kan wel zeggen dat D.T.S. zich hiermede volkomen heeft gerehabiliteerd tegen over die „beroemde" historic met Uitgeest 2. We krijgen dezen zomer dezelfde ontmoeting nog wel eens op het Vroneveld ook nietwaar? Ditmaal zal Veteraan niet ontbreken. Hoewel ik natuur lijk niets vooruit kan zeggen. Men vertelde mij dat le Paaschdag in Oiidkarspel een „pracht" wedstrijd was gespeeld met als resultaat een „ge vulde beurs" voor D.T.S. Kon het mooier? De aandeelen krijgen waarde. Laat ze prolongoeren praeses Ootjers. Uitgifte a pari. Dat kan vooi mij een klein speculatief succesje worden, 'k Ben [over beide Paasclidagen, wat D.T.S. betreft, best te spreken. Ook N.V.V. verslagen. Wie ter wereld kan nu van D.T.S. winnen....? „Uitgeest en Verkade", zei de meid. M'n D.T.S. dametjes vonden mij wel wat al al te kort. Gelijk hebben ze. 'tStemt me dank baar, dat er nog menschen zijn, die met mij meeleven en die dadelijk merken als men eenigs zins „anders als anders" is. Houdt moed beste meisjes, we komen wel weer in den koers. Ik wijd op 't oogenblik niet mijn volle kracht aan den N.H.V.B., omdat het seizoen ten einde is. De N.V.B. met .welke ik in nauw persoonlijk con tact sta, vergt ook iets van m'n krachten, vooral in deze weken met z'n internationale program ma's en kampioenswedstrijden. U zult het mis schien niet willen gelooven, maar voor het N. V.B.-bestuur ben ik een voorname factor. M'n adviezen worden werkelijk aanvaard en meerma len neem ik deel aan de N.V.B.-conferenties ia het Bondsgebouw te 's Gravenhage. U zult echter weer gaan vragen: „Hoe is dan toch uw naam?'' Wat doet het er toe. What is a name iW ij blijven onze vriendschap behouden. Gij als D. T.S. -dames, ik als Veteraan. M'n adspirantjes hebben zich ook zeer goed gehouden en stuurden mij beiden een versaag. Dat heeft er weer gespannen jongens. En doen de he~ren ook al mee in serieweds jijden 'kBen nieuwsgierig hoe of jelui er dat afbrengt. De jonge Yroms.en zag ik vermeld onder de Adspi- rantendag van den N.H.V.B. en de D'.T/S.-ers ko men in Heiloo uit. Maar vertel me de volgeaae keer eens: Wie is me nou die scheidstechter Eiland? Is dat een nieuw ontdekte ster aan den scheidsrechtershemel 'kKan dien kaam nu ner gens thuisbrengen. Het schijnt mij tot nog toe een onbewoond eiland toe. Enfin, dat hoor ik nog wel eens. Dan rest mij nog een ©eresaluut te brengen aan S.V.V. te Schoorl. Een gelijk spel tegen Bergen ia dit ten voll ewaard. 'k Wil me oen volgende keer eens gaan overtuigen in het Schoorlsche spart- park hij een eventueelen te verwachten mooien weds'rijd wil tfchoorlenaar me wel eens even waarschuwen van te voren, nietwaar? Ik dien voorts te memoreeren het vertrek van den Vrone-correspondent. Het doet mij leed, dat deze heer is vertrokken èn voor de vereeniging Vrone èn voor onze rubriek. Voor Vrone was hij een actief verslaggever en in het afgeloopen sei zoen hebben wij geen wedstrijd gemist. Ik hoop, dat het Vrone-bestuur pogingen doet om een- zelfd'en „meester van de pen" te vinden daar ik persoonlijk gaarne onzen vriendschapsband met Vrone zie behouden. Een goed. verslaggever is een steun voor onze sport en een reclamemaker voor z'n vereeniging. Ik hoop spoedig een opvol ger te mogen begroeten en als vanouds het „Vro- nenieuws" weer in onze rubriek te zien. Wie stelt zich hiervoor beschikbaar? Dan wil ik nog een woord van eerbiedige huidie brengen aan de nagedachtenis van den helaas te vroeg ontslapen voorzitter van de vereeniging „Zeevogels", den heer Holman. Deze vereeniging verloor in hem een onmisbaren steun, onze Bond een pionier onzer sport. De dood kent helaas geen pardon, ook vóór hem niet. Wij allen worden telkens herinnerd aan wat ons ééns zal wachten.... Ik kende Holman zeer van nabij. Ik weet wat men in hem heeft verloren. Hij moge in vrede rusten dicht bij het veld! waa rhij z'n jongens zoo menigmaal ter overwin- ning voerde. Dat zijn geest onder z'n club mag blijven voortleven en dat zij moge worden zooals hij het zich had voorgesteld.... Mijn wenschen waren ook de zijneRust zacht Holman. Zondag 19 April. Dezen dag kan ik onzen lezerskring een klein programma aanbieden. Hoewel m'n voorspellin gen voor dit seizoen ten einde zijn (men krijgt volgende week m'n eindovcrzicht), kan ik toch )e- kele weds rijden memoreeren en bespreken. Van de drie le klas afdeelingen N.H.V.B. zijn ■lil de kampioenen bekend, te weten: IA. Zaandijk I te Zaandijk. IB. West Frisia 2 te Enkhuizen. IC. H. R. C. 2 te Helder. De~e dr'e „matadors" zijn aangewezen om een heee oompetitie te spelen om één of twéé plaat-, sen. in de 4e klasse N.H.V. Per club zullen deze elftallen dus 4 wedstrijden moeten spelen. Tegen e^k hunner tegenstanders een uit- en een thuis- weds'rijd. Wie of het tenslotte „halen" zal is een yroot vraagteeken. Dikwijls spelen de „zenu wen' 'ee ngeducht woordje mee. De leiding van zoo'n weds rijd wordt opgedragen aan drie soheids rechters, waarvan de twee jongste in jaren als grensrechters worden aangewezen. As. Zondag heeft de eerste kampioenswedstrijd plaats te Zaan dijk ,waar de club van dien naam H.R.C. 2 ontvangt. Volgens mijn verwachting zal hier de thuisclub wel winnen. Voor de competitie speelt Schagen 2 haar laat stee weds rijd thuis tegen Geel Wit 2 „Lest best' 'is een spreuk welke deze twee „rivalen wel ter harte mogen nemen. B.TjS. 2 zal Zeevogels 2 ontvangen. Het zon me van Jackie c.s. nu eens afvallen als ze niet wisten te winnen. Het eerste komt niet, hoor jon gelui I Dus nu wordt er flink gewonnen nietwaar Jelui hebt bij mij nog steeds iets goed te maken. De jonge D.T.S.-ers welke de laatste weken niets anders deden dan.... niet winnen, krijgen Heiloo a „te gast". Het D.T.S.-kameraadje schrijft wel weer een verliesbriefje nietwaar? Voor het Gouden Kruis gaat Schagen naar den Helder om van H.R.C. 3 een volgende ronde „aan te vragen". Het lijkt warempel wel of ik weer aan het voorspelkwaaltje begin te lijden. Hoewel het dit maal ongeldig is, daar het niet officieel is „ge controleerd." Morgenmiddag per D.-trein naar Zwitserland. Het Oraneelftal verliest niet van de Zwitsers. Kan je begrijpen. De N.V.B. betaalt goudgeld voor een radio voorspelling. Ik ga bergen zien, schaatsenrijden, qjiiloopen en.... voetballen. Allen „tot kijk". VETERAAN. „IK T. S."—„Vrone" £—0. 12-4 1925 Wedstrijd D.T.S. 1 en Vrone 1. Wijze: In naam van Oranje... In naam van de sportlust, doe open de poort En laat ons op 't groote terrein Wij zien hier een wedstrijd van zeer goede soort De sportclubs, zij kunnen er zijn. Sint Pancrasser jongens en van D1.T.S. Zij wetten hun zwaarden en slijpen het mes, [Het mes is de bal en het zwaard is de schoen En daarmee kan men 't wel doen. Ze stelden zich op en de scheidsrechter floot Zij zetten zich flink in postuur Het gold hier een strijden op leven en dood Nooit wijken en staan als een muur 't Publiek genoot mee jubelend langs de lijn En riep steeds met vuur: „Nou ze "kunnen er zij ut" 't Was rust en naar Jansen ging toen 't heele spul, De wedstrijd stond toen op 00. Na rust kwam er weder een zeer harde strijd, Men vocht weer als leeuwen om d'eer. (Maar D.T.S. trapte er twee'over ft krijt Ze wonnen met 't rollende leer Sint Pancras verslagen en liefst met 0—2 En half Oudkarspel, dat jubelde mee Hoeravoor de jongens, hoeravoor de vlag Hoera! voor de clubs op deez' dag. Mijn laatste couplet is aan Swagar gewijd De aanvoerder hier van de bent. Hij duldt onder vrienden geen twist, doch jolijt Hij is steeds voor allen content. Blijft trouw aan den keeper en trouw aan de vlag. Em breng ons publiek menig vroolijken lag Dat is onze wenscli uit Oudkarspels land, Lane leve de sportbroederband. TRIO,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 5