r^u n deugdelijk gêbleken en de economische behoef-
en eischten een oplossing. Benesj werkte op het
ogneblik aan de vorming eener Donaufederatie
aarmede evenwel de kiem zou worden gelegd
jor nieuwe conflicten zooals er voor den oorlog
ooveel voorkwamen en die dezen hebben veroor-
aakt. Alleen Italië was daar tegen en wènschte in
e toekomst een gemeenschappelijke grens met
et Duitsche Rijk in plaats van de herleving der
ude Habsburgsche monarchie in een of anderer,
ieuwen vorm. Amerika en Engeland waren neu-
lat.
Oostenrijk zou naar het moederland Duitschland
eugkeeren en dit doel zou des te eerder worder
reikt, naarmate Duitschland zich zou weten vrij
houden van den schijn van elk imperialistisch
reven en als waarlijk democratischen vreedzamen
aat de achting en het vertrouwen der overige
:hoort bij een begi
daarachter liepen
rolgd werden door
e woonwagenbewon
amilieleden sloot
;peeld worden en
:hen, die langzaam
volgden den eig
olitiemacht was op
Nadat op de R.
[e wijding had pla,
;roeve neergelaten
;id van déze mensclB)|r]{en zou winnen,
trasteerde met
sgierigen.
gheid volgde onmi
emoniën: een nurnn
ïspeelde „opgwef
emd effect,
donk de muziek, t
plechtigheden ten
vonden.
len bij de waterpa
ïs een kinderlijkje
was gewikkeld in
waaraan een r<
n exemplaar van
'ebruari j.l. bevesti
amepgebonden.
3 afd. C. verzoekt
:ingen kan geven
hoofdbureau van
je is ter gerechteli
laar het
Drankwet.
biedt o.a. het hebb
ergunningsinrichtin-
jegevens meent
Ver. tot Afschaff
dat aan de
ch met een adres
;ewend, waarin
e brengen.
ingetwijfeld velen
Jitingen hebben b
ït aantal veroordee
chts enkele tiental!
dit nader toegeli
ana
tijd.
ai uueft een wetsva
strekking is, den
maanden Juni, Juli
periode tusschen
chting zegt de voi
ner reeds tweemaal
zomertijd met gra
hij nog met dit
:rgelijk te komen. I
rijdcommissie de
id en nog zeer kil
niet lang genoeg
ïnoegens in de buiti
men veilig kan aaj
gelden tot aan
:t geadviseerde in 1
van de Tijdcommis
rit te zetten, zijn i
Braat, bezwaren
ande, waar' toch
blijven, nog meer 1
/er roeging.
and
i
n vloot.
ïeld, dat Henry Foj
/aanbelangen uit
vloot te verwer
als die van de Sti
■trust. Hij zou <i*j
'oorzien en ze best
n Ford-producten
pa en Zuid-Ameril
0 pet. meer verdiecj
ippijen.
verpleegster.
lep. du Gard, kwan
dene sterfgevallen
r. Een zorgvuldig
ans aan het licht
ïr, Antoinette Sciej
ite zes harer patië
t wreede perversiti
;e te bestelen,
aan haar zorg wal
;el van chlorofo1]
lel, waarmede het
itgeroeid.
n is allesbehalve fra
ij prostituée in Aig1?
oen haar man aan f
regelmatig leven,
irugkeer piet meer t|
erpleegster te wordt
bekend zes zieken]
het gif in hun dra;
ikkigen onder vree
:schuldigt een vektf]
tigheid in drie
aving bevolen van
n, die gedurende
1 vergiftiging zijn 1
ig bij Duitschland-
iuden rede verklaag
Löbe, dat een besjt
van Oostenrijk bij/
alleen in econom'5
orden geacht. De z0J
ïtenrijk was volkon1
Tagal op de tentoonstelling van de
Bameskron>k.
Bij een bezoek aan de heden (17 April) geo-
ende tentoonstelling, officieel geheaten Zesde
iurs Dameskroniek, in het gebouw R.A.I. te
mslerdam, wordt^de aandacht onmiddellijk ge-
•okken door de sterk sprekende en in zeker op-
cht domineerende stand van de Pharmaeeutische
l Chemische Groothandel A. J. Ameye. Groote
orden boven aan den stand dwingen de aan
cht af voor Togal-tabletten en deze borden
jn zoodanig aangebracht dat men ze onmid-
Engelsch modebfcB^ljjk en altijd ziet, 'tzij men pas binnen bomt
zij men zich achter in de zaal bevindt.
Iets curieus is zeker wel het Togal-behangsel
aarmede in de eerste plaats de neerhangende
akken van de stand zijn bekleed. De verschil-
nde verpakkingen, waarin het heilzame genees-
iddel Togal wordt verkocht zijn op artistieke
ijze door den decorateur tusschen de ornamen-
gemeel >n geweven. Ook de tafels zijn met dit speciale
ogal-behangsel bedekt doch de verpakkings-orr
amenten zijn hier niet figuratief doch practieu-
>1 ,zooals men in tooneeltermen zou zeggen. Men
oet zichzelf van deze goed gevonden reclame
vertuigen en ieder zal moeten erkennen dat 't
eusch niet aan te weinig bekendheid geven aan
ligt, wanneer er nog menschen zijn die
le hand wordt geho et Rheumatiek rondloopen. Wie weet hoeveel
jder3 aan deze lastige en pijnlijke kwaal zich
oor deze sprekende reclame opgewekt zullen go-
—oe'en een proef te nemen met Toga'l, waarbij al
dat van de 25648 pe )0vejen baat hebben gevonden,
s openbare dronk
Uit „de lichtloo' wor ld".
Overgenomen uit het „Nwsbl. v. h. Noorden".
Vanaf het eentonige Alkmaar che tweede per-
n blonken naar het Westen de schi'terende duin-
ippen van Ber en en Schoorl in zonnepracht.
Prachtig gezicht zoo over die groene weiden
et het echt-Hollandsehe bonte vee „bevlekt"
r die zonnige hoogten aan de Noordzee, he
cantie-oord bij uitnemendheid.
Nu was het druk, overvol op het perron van a'
e dolblije schoolkinderen, voor wie vandaag de
oote dag was aange" roken, dat ze in duin en
sch, aan het strand mochten ravotten naar
rtelust.
Nu lieten de „meesters" en de „juffrouwen"
touwtjes maar vieren, behoefden ze niet stil
zitten en aandachtig te luisteren, maar moch-
n ze zich uitleven in dolle uitgelatenheid. Vari-
ag was 't feest.
Weer een ander groepje vraagt de aandacht,
zijn de kleine kolonisten, de „bleekneusjes
e na een zesweeksch of langer verblijf in een
r Tehuizen van de vereeniging Vacant rnkd-
inias" te E.gmond aan Zee, nu naar huis keeren...
a rtweehoog en driehoog achter de Leiiedwa.s
•aat, Anjelierstraat, Tuinstra.t, of hoe die
loonklinkend© straatnamen uit de arme, do.n-
re nauwe Jordaan meer mogen heeten. Nog
en springen ze vroolijk in 't rond met de vrien-
lijke geleidstertjes en klinkt het vroolijk op
„Komt kind'ren, komt ten dans,
Én laat ons vroolijk zijn.
Het leven duurt slechts korten tijd,
[En geeft veel zorg en moeilijkheid;
Komt kind'ren, komt ten dans
En laat ons vroolijk zijn."
Of ze begrijpen, de kleuters, die beide meddel-
3 regels? Neen, gelukkig! Maar gevoelen zul-
[n ze het... als ze, eenmaal groot geworden,
sschien ook weer zullen „huizen" in de dicht-
volkte stadsbuur'en.
Nu blikkeren ze nog in de zon: de lichtelijk ge-
uinde, ondervoede volkskindertjes, en heUDen
een prettigen tijd achter den rug... om nimmer
er te vergeten.
Lang zullen ze blijven denken aan 't zonnige
'and, aan de zee en de gezondmakende duinen.,
t eerst wanneer ze vanavond de kleine don-
re bedstee moeten deelen met nog twee of
'ie broertjes en zusjes in de armoe-woning.
Gelukkig, dat ze nu althans nog kunnen zingen
Komt kind'ren, komt ten dans
Eu laat ons vroolijk zijn.... 1
Ter eener zij van het perron komt de trein
ar Amsterdam: aan de andere zij wacht men
verbinding met Den Helder.
Daar, aan den kant van de restauratievertrek-
sn, staan er twee, die niet zingen.
Stijf tegen het kozijn gedrukt, om veilig' te
'n, staat daar de blinde vader en naast hem zit
den kant van de zwarthouten kistd, met al-
lrei koopwaar, het jochie van 'n jaar of uer-
sn. 't Zakje met bot rhammen bungelt hem over
u schouder. Voor die twee schijnt vandaag de
n niet. Voor den vader niet... omdat hij leelt
de „lichtlooze wereld", voor 't ach ie niet,
-dat zijn kinderjaren nu vrijwel voorbij zijn.
De laatste twee, drie jaar was zijn oudere
oer al den dag met vader mee geweest om hen.
n weg te wijzen en te leiden langs de huizen-
Ju moet hij mee. En vandaag is 't zijn eerste dag.
|ant broer moet een vak leeren. Om de beun
.oeten ze mee met den eenzame om met
fiD te gaan door 'teenzame, stikdonkere leven
[Als hij 't een paar jaar heeft volgehouden,
yijgt-ie ook een opvolger. Hoewel feitelijk nog
jong om van school te gaan, heeft men in dit
IjzondëTe geval aan den vader toestemming ge-
pv en om „broer" mee te nemen.
JNu zit 't jochie op den koffer met huishoude-
|ke artikelen en snuisterijen en wacht op den
Jein naar Den Helder. Vanaf de halte Zijdewind
pat do tocht beginnen van den „lichtlooze met
(in kind., omdat de ziende den blinde moet heT
Die beiden zien vandaag de zon niet. Ut
misschien toch', wanneer de plattelanders hun Bart
laten spreken en de kist lichter doen worden.
En onderwijl klinkt het nog eens vroolijk op
van de „bleekneusjes":
Komt kind'ren, komt ten dans
En laat ons vroolijk zijn!....
Dan komt de trein voor Amsterdam binnen-
snorre nen is 't een gejaag en gevlieg om den
juisten wagon te vinden.
Even maken we nog een praatje met den blin
de, den ongelukkige, die zoo in-zielig tegen het
raamkozijn wezenloos in de ruimte schijnt te
staren.
In werkelijkheid is het nacht voor den stum
per hij woont in het lichtlooze leven. Vanaf
zijn jeugd heeft hij 't gezicht moeten missen.
/Eerst schijn ik nog in het eene oog wat
licht te hebben gehad," vertelt-ie, „maar op mijn
zesde jaar werd 't eene oog al weggenomen
en toen was ik geheel blind. Toch zijn we niet
alleen in de wereld, meneer, want die benne
d'r nogal wat die 't gezicht moeten missen. E,n
vooral de oorLog heeft er natuurlijk duizenden
bijgemaakt. Alleen Frankrijk telt er op het oogen-
blik 22.000 en daar zijn er van allerlei soort on
der ,ook wel intellectueelen, advocaten, domino's
letterkundigen. Eu ook veel studenten. In de
meeste oorlogslanden wordt er heel, wat voor
de oorlogsblindan gedaan en veel er van kunnen
blijven doorstudeeren. Voor dokters gaat dat na
tuurlijk moeilijk. Maar anders gaat het wel met
onze apar e Brailleboeken. Ons land is op het ge
bied van de blindenverzorging bij die landen ech
ter wel ten achter. Maar ook hier sta je niet al
leen. Wij hebben met elkaar den „Blindenbond"
gesticht; 25 jaar geleden is die opgericht, waar
van Den Haag de grootste af deeling heeft. Ook
in ons land behoeven niet alle blinden rond te.
scharrelen en kun je wel wat worden als je
een „best verstand hebt" en zo je willen
helpen. Aan de „radio" doen de blinden ook al
en hier heb je al een stuk of zeven „radiotelegra
fisten". Maar de meesten komen op gebrekkige
-manier aan de kost, veelal met negotie, dat is
nog het gemakkelijkst. Maar toch altijd moet je
hulp hebben van „zienden". Zoo gaat vanaaag
voor 't eerst m'n jongen weer mee."
„le 't niet broer?".... en hij streek den flinken
jongen eens over het haar. „Nou zal hij vader
helpen."
„Hoor ik hem daar, meneer, de trein? 'kGeloof
dat-ie d'r aankomt. Kom broer, dan gaan we
marr...."
Even later stapten ze in met z'n beidjes, het
jongetje met zijn vader aan de hand, om hem te
leiden alle dagen door het trieste, donkere leven...
VAN C0KT;E(R3
De geneeskunde is zoo oud als de menschheid,
fei e ijk ouder dan de menschheid. Immers de
dieren ver oonen bij ziekte of bij wonden zooge
naamde ins ine'ieve verrichtingen, voortgekomen
uit een aangeboren natuur.heelkracht. Zooals men
weet, zullen di ren die verhit zijn, hun lichaam
verfrisschen door een bad te nemen. Hebben ze
daarentegen verstijfde ledematen, dan zullen ze
deze in de zon verwarmen. Honden, wier maag
bedor en is ,eten gras, om daardoor het braken
op te wekken. Breekt een hond een poot, dan hup
pelt hij op drie pooten en houdt de gebroken poot
zoo, dat de breuk heeft zonder dat er noemens
waardige verkorting plaats heeft. Men zou deze
voorbeelden met velen kunnen vermeerderen. Men
mag daarom gerust zeggen de geneeskunde is
ouder dan die menschheid.
De oorsprong van de ontwikkeling der Euro-
peesche geneeskunde dient men in Griekenland
te zoeken. Zaadkorreltjes van Azië, Afrika, voor
al uit Indië en Egypte naar Europa gekomen,
schoten in yGriekenland wortel.
Aeseulaap was de poëtische grondlegger van
de geneeskunde in 't algemeen. Volgens de legende
was Aeseulaap zoo wordt een dokter nog vaak
genoemd de zoon van Apollo en Koronis. Uit
ijverzucht doodde Apollo de moeder, maar ont
nam haar eerst den zoon waaraan zij zwanger
ging. Deze zoon was Aeseulaap.
Volgens een ander verhaal was Aeseulaap de
zoon van Apollo en Arsinoë en werd hij heimelijk
geboren op een berg en toen verlaten. Hij werd
door een herder wiens hond hem bewaakte, wiens
geit hem zoogde, oms< raald door een lichtkrans
gevonden. Hij werd door Chiron, die zich door
geneeskundige kennis onderscheidde opgevoed en
in de kruid- en geneeskunde onderwezen.
Van Aeseulaap wordt verteld, dat hij alleen
doo rwoorden kon genezen, dus door het zooge
naamde „bezweren". Zelfs dooden vermocht hij
wede rop te wekken. Hierdoor leed het rijk van
den god der onderwereld zooveel schade, dat hij
zich beklaagde bij Jupiter. De beheerscher der
goden velde toen met z'n geweldige bliksem
schicht Aeseulaap neer. Deze werd nu onder de
goden opgenomen en overal verrezen tempels ter
zijner eere.
Zieken riepen hem aan en herstelden brachten
hem als dankoffer een haan. Vandaar dat Socra
tes, toen hij den giftbeker gedronken had, dan
ook zei: „Slacht een haan!"
De slang, het zinnebeeld van leven en gezond
heid, was Aeseulaap bizonder heilig. Ook de haan
en de nachtuil stonden als zinnebeeld der waak
zaamheid bij hem in hooge eere. Een knoestige
staf met een kronkelende slang is zijn gewoon
attribuut. 1
De dochter van Aeseulaap was Hygieia, (waar
van ons woord hygiënisch); de .e werd als godin
der gezondheid vereerd. Haar beeld, een ranke
jonkvrouw met een offerschaal, uit welke een
slang, als zinnebeeld des levens, likt, stond in het
binnenste van de drie en zestig tempels aan
Aeseulaap gewijd. Zij bezat zelf echter ook tem
pels ,die vaak stonden in de nabijheid van dia
haars' vaders, en in beide werd de geneeskunde
beoefend.
Tallooze malen zijn de oude Dokters door de
Nedierlandsche schilders afgebeeld. Vooral van
Jan Steen bezitten we vele doktersschilderiien.
Meestal is bet een bezoek bij de(n) patiënt. Heel
vaak houdt de geneesheer een urinaal in de band,
waaruit hij de kwaal tracht te lezen. Angstig
wachten de patiënten en haar omgeving de beslis
sing van den dokter af.
In den goeien ouden tijd meende de dokter uit
een fleschje urin evan den patiënt de ziekte te
kunnen diagnosticeeren. Tegenwoordig zijn cr nog
van die zoogenaamde „waterdokters'kwakzal
vers, 'die helaas een grooten toeloop van
patiënten vinden.
Aan dit „urine-kijken" ligt oorspronkelijk ten
'Tondslag de oude theorie der vochtmenging, n.l.
de humoraal-pathologie.
Oudtijds werden er bij den mensch vier hu
meuren (vochten of sappen) aangenomen: het
)bloed, het slijm, de gele gal en de zwarte gal.
)In deze vochten en hun vermenging zocht men
den oorsprong van alle ziekten. De onderlinge
vermenging dezer vier vochten bepaalde ook het
temperament, het humeur. Waren de vier humeu
ren of vochten in goede verhouding vefmengd
dan was men in een goed humeur. Liet de ver
houding der vochten in 't mengsel te wenschen
over ,dan was men uit zijn humeur. Was de
zwarte gal in groote hoeveelheid aanwezig, dan
was men zwartgallig. Was de gele gal ruim ver
tegenwoordigd in het mengsel, dan liep iemand
de gal over.
Behalve de geneesheeren waren er een groot
aantal kwakzalvers, die beweerden wonderen te
kunnen verrichten met het urinaal (waterglas).
En niet alleen de ziekte kon men uit de urine
afleiden, de nroscoop (waterdokter) kon ook al
leen reeds door de urine, het geslacht van den
patiënt bepalen.
De uroscoop was in 't algemeen een „handige
kerel" hetgeen blijkt uit een boekwerk van Dr.
Johan van Beverwijck, in de eerste helft der 17e
eeuw arts te Dordrecht. Deze dokter streed tegén
het dwaze „urinekijken". Hij deelt eenige inte
ressante staaltjes mee.
Een landman bracht midden in den winter
•water bij een geneesheer. Deze vroeg, of het van
zijn vrouw was. „Ja," zei de boer, maar zie eens,
'of gij daaruit niet wat anders merkt." De dok
ter ziende, dat de urine een goede kleur had, on
derstelde eenige uitwendige pijn, en sprak in
dien zin. „Braaf!" riep de boer, „dat is goed ge
raden. Doch van waar komt de pijn, die zij in de
zijde voelt, en waar het blauw is?" Uit die woor
den kon de dokter ai eenigszins afleiden, dat die
blauwe plek door vallen of stooten veroorzaakt
was en vroeg dus: „Is uw vrouw niet gevallen?"
De boer verwonderd over zoo'n doorzicht, zei
„Meester zoo gij mij kunt zeggen op welke wijze
zij gevallen is, zoo zal ik u houden voor den
allerbeste." De dokter, de plompheid van Jen
boe rbemerkend en overleggend welke gelegenheid
tot vallen de landelijke woningen aanbieden, ga.
tot antwoord, dat zij ongetwijfeld van de trappen
gevallen was.
„Bij God," zei' de boer, zoo gij mij nu nog
kunt zeggen van hoeveel irappen zij gevallen is,
zal ik aan iedereen vertellen, dat gij een hupsch
man zijt." Hier had de geneesheer moeite zijn
lachen te bedwingen, en wetende, dat de boeren-
zolders niet zeer hoog zijn, antwoordde hij: „Van
omtrent 12 trappen". Hierop sprak de boer: „Be
zie het water eens terdeeg; want daar moeten or
meer zijn." De geneesheer bedacht wat anders.
Hij zette een ernstig gezicht en sprak: „De vorst
heeft de wegen glad en moeilijk gemaakt; bent ge
misschien onderweg gestruikeld en is er wat
water gestort?" De boer, den dokter voor een
soort profeet aanziende, bekende dat hij gevallen
was ,en water had gestort. Nu zei de dokter:
Wel man, op de plaats waar ge gevallen ber t,
moet gij de andere trappen zoeken, want in dit
glas zijn ze niet." De boer, verbaasd over zooveel
geleerdheid, vertrok en vertelde aan heel de we
reld de knapheid van den dokter.
Het gebruik van het urinaal was in die dagen
zoo algemeen, dat vermaarde hoogleeraren er niei
tegen durfden opkomen. Thans zijn de uririaals
verdwenen, alleen een hier of daar opduikende
„wonderdokter" zal ze nog gebruiken.
Sport- en Wedstrijden
1 Paasehoverzieht.
Dezen keer over onze vereenigingen niets dan
lof. 'k Vernam den uitslag van D'.T.S.Vrone
met verwondering. Hoe zit dat met die Vronis-
ten Dat begint nu toch een bedenkelijke tint te
krijgen. Men kan wel zeggen dat D.T.S. zich
hiermede volkomen heeft gerehabiliteerd tegen
over die „beroemde" historic met Uitgeest 2. We
krijgen dezen zomer dezelfde ontmoeting nog wel
eens op het Vroneveld ook nietwaar? Ditmaal
zal Veteraan niet ontbreken. Hoewel ik natuur
lijk niets vooruit kan zeggen. Men vertelde mij
dat le Paaschdag in Oiidkarspel een „pracht"
wedstrijd was gespeeld met als resultaat een „ge
vulde beurs" voor D.T.S. Kon het mooier? De
aandeelen krijgen waarde. Laat ze prolongoeren
praeses Ootjers. Uitgifte a pari. Dat kan vooi
mij een klein speculatief succesje worden, 'k Ben
[over beide Paasclidagen, wat D.T.S. betreft, best
te spreken. Ook N.V.V. verslagen. Wie ter wereld
kan nu van D.T.S. winnen....?
„Uitgeest en Verkade", zei de meid.
M'n D.T.S. dametjes vonden mij wel wat al
al te kort. Gelijk hebben ze. 'tStemt me dank
baar, dat er nog menschen zijn, die met mij
meeleven en die dadelijk merken als men eenigs
zins „anders als anders" is. Houdt moed beste
meisjes, we komen wel weer in den koers. Ik
wijd op 't oogenblik niet mijn volle kracht aan
den N.H.V.B., omdat het seizoen ten einde is.
De N.V.B. met .welke ik in nauw persoonlijk con
tact sta, vergt ook iets van m'n krachten, vooral
in deze weken met z'n internationale program
ma's en kampioenswedstrijden. U zult het mis
schien niet willen gelooven, maar voor het N.
V.B.-bestuur ben ik een voorname factor. M'n
adviezen worden werkelijk aanvaard en meerma
len neem ik deel aan de N.V.B.-conferenties ia
het Bondsgebouw te 's Gravenhage. U zult echter
weer gaan vragen: „Hoe is dan toch uw naam?''
Wat doet het er toe. What is a name iW ij
blijven onze vriendschap behouden. Gij als D.
T.S. -dames, ik als Veteraan.
M'n adspirantjes hebben zich ook zeer goed
gehouden en stuurden mij beiden een versaag.
Dat heeft er weer gespannen jongens. En doen
de he~ren ook al mee in serieweds jijden 'kBen
nieuwsgierig hoe of jelui er dat afbrengt. De
jonge Yroms.en zag ik vermeld onder de Adspi-
rantendag van den N.H.V.B. en de D'.T/S.-ers ko
men in Heiloo uit. Maar vertel me de volgeaae
keer eens: Wie is me nou die scheidstechter
Eiland? Is dat een nieuw ontdekte ster aan den
scheidsrechtershemel 'kKan dien kaam nu ner
gens thuisbrengen. Het schijnt mij tot nog toe
een onbewoond eiland toe. Enfin, dat hoor ik
nog wel eens.
Dan rest mij nog een ©eresaluut te brengen aan
S.V.V. te Schoorl. Een gelijk spel tegen Bergen ia
dit ten voll ewaard. 'k Wil me oen volgende keer
eens gaan overtuigen in het Schoorlsche spart-
park hij een eventueelen te verwachten mooien
weds'rijd wil tfchoorlenaar me wel eens even
waarschuwen van te voren, nietwaar?
Ik dien voorts te memoreeren het vertrek van
den Vrone-correspondent. Het doet mij leed, dat
deze heer is vertrokken èn voor de vereeniging
Vrone èn voor onze rubriek. Voor Vrone was hij
een actief verslaggever en in het afgeloopen sei
zoen hebben wij geen wedstrijd gemist. Ik hoop,
dat het Vrone-bestuur pogingen doet om een-
zelfd'en „meester van de pen" te vinden daar ik
persoonlijk gaarne onzen vriendschapsband met
Vrone zie behouden. Een goed. verslaggever is
een steun voor onze sport en een reclamemaker
voor z'n vereeniging. Ik hoop spoedig een opvol
ger te mogen begroeten en als vanouds het „Vro-
nenieuws" weer in onze rubriek te zien. Wie stelt
zich hiervoor beschikbaar?
Dan wil ik nog een woord van eerbiedige huidie
brengen aan de nagedachtenis van den helaas
te vroeg ontslapen voorzitter van de vereeniging
„Zeevogels", den heer Holman. Deze vereeniging
verloor in hem een onmisbaren steun, onze Bond
een pionier onzer sport. De dood kent helaas
geen pardon, ook vóór hem niet. Wij allen worden
telkens herinnerd aan wat ons ééns zal wachten....
Ik kende Holman zeer van nabij. Ik weet wat
men in hem heeft verloren.
Hij moge in vrede rusten dicht bij het veld!
waa rhij z'n jongens zoo menigmaal ter overwin-
ning voerde. Dat zijn geest onder z'n club mag
blijven voortleven en dat zij moge worden zooals
hij het zich had voorgesteld....
Mijn wenschen waren ook de zijneRust
zacht Holman.
Zondag 19 April.
Dezen dag kan ik onzen lezerskring een klein
programma aanbieden. Hoewel m'n voorspellin
gen voor dit seizoen ten einde zijn (men krijgt
volgende week m'n eindovcrzicht), kan ik toch
)e- kele weds rijden memoreeren en bespreken.
Van de drie le klas afdeelingen N.H.V.B. zijn
■lil de kampioenen bekend, te weten:
IA. Zaandijk I te Zaandijk.
IB. West Frisia 2 te Enkhuizen.
IC. H. R. C. 2 te Helder.
De~e dr'e „matadors" zijn aangewezen om een
heee oompetitie te spelen om één of twéé plaat-,
sen. in de 4e klasse N.H.V. Per club zullen deze
elftallen dus 4 wedstrijden moeten spelen. Tegen
e^k hunner tegenstanders een uit- en een thuis-
weds'rijd. Wie of het tenslotte „halen" zal is
een yroot vraagteeken. Dikwijls spelen de „zenu
wen' 'ee ngeducht woordje mee. De leiding van
zoo'n weds rijd wordt opgedragen aan drie soheids
rechters, waarvan de twee jongste in jaren als
grensrechters worden aangewezen. As. Zondag
heeft de eerste kampioenswedstrijd plaats te Zaan
dijk ,waar de club van dien naam H.R.C. 2
ontvangt. Volgens mijn verwachting zal hier de
thuisclub wel winnen.
Voor de competitie speelt Schagen 2 haar laat
stee weds rijd thuis tegen Geel Wit 2 „Lest
best' 'is een spreuk welke deze twee „rivalen
wel ter harte mogen nemen.
B.TjS. 2 zal Zeevogels 2 ontvangen. Het zon
me van Jackie c.s. nu eens afvallen als ze niet
wisten te winnen. Het eerste komt niet, hoor jon
gelui I Dus nu wordt er flink gewonnen nietwaar
Jelui hebt bij mij nog steeds iets goed te maken.
De jonge D.T.S.-ers welke de laatste weken
niets anders deden dan.... niet winnen, krijgen
Heiloo a „te gast". Het D.T.S.-kameraadje schrijft
wel weer een verliesbriefje nietwaar?
Voor het Gouden Kruis gaat Schagen naar
den Helder om van H.R.C. 3 een volgende ronde
„aan te vragen".
Het lijkt warempel wel of ik weer aan het
voorspelkwaaltje begin te lijden. Hoewel het dit
maal ongeldig is, daar het niet officieel is „ge
controleerd."
Morgenmiddag per D.-trein naar Zwitserland.
Het Oraneelftal verliest niet van de Zwitsers.
Kan je begrijpen. De N.V.B. betaalt goudgeld
voor een radio voorspelling.
Ik ga bergen zien, schaatsenrijden, qjiiloopen
en.... voetballen.
Allen „tot kijk". VETERAAN.
„IK T. S."—„Vrone" £—0.
12-4 1925 Wedstrijd D.T.S. 1 en Vrone 1.
Wijze: In naam van Oranje...
In naam van de sportlust, doe open de poort
En laat ons op 't groote terrein
Wij zien hier een wedstrijd van zeer goede soort
De sportclubs, zij kunnen er zijn.
Sint Pancrasser jongens en van D1.T.S.
Zij wetten hun zwaarden en slijpen het mes,
[Het mes is de bal en het zwaard is de schoen
En daarmee kan men 't wel doen.
Ze stelden zich op en de scheidsrechter floot
Zij zetten zich flink in postuur
Het gold hier een strijden op leven en dood
Nooit wijken en staan als een muur
't Publiek genoot mee jubelend langs de lijn
En riep steeds met vuur: „Nou ze "kunnen er
zij ut"
't Was rust en naar Jansen ging toen 't heele
spul,
De wedstrijd stond toen op 00.
Na rust kwam er weder een zeer harde strijd,
Men vocht weer als leeuwen om d'eer.
(Maar D.T.S. trapte er twee'over ft krijt
Ze wonnen met 't rollende leer
Sint Pancras verslagen en liefst met 0—2
En half Oudkarspel, dat jubelde mee
Hoeravoor de jongens, hoeravoor de vlag
Hoera! voor de clubs op deez' dag.
Mijn laatste couplet is aan Swagar gewijd
De aanvoerder hier van de bent.
Hij duldt onder vrienden geen twist, doch jolijt
Hij is steeds voor allen content.
Blijft trouw aan den keeper en trouw aan de
vlag.
Em breng ons publiek menig vroolijken lag
Dat is onze wenscli uit Oudkarspels land,
Lane leve de sportbroederband.
TRIO,