NIEUWE Woensdag 3 Juni 1925 84e J**rg*~r Uit ons Parlement Mo. 65 fE8.£P«a»a 81 LAMIJKER COURAST. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Wegens het uitgeven van ons blad op heden Woensdag verschijnt het nr. morgen (Donderdag) NIET. De Uitg. Pensioenwetten en haar wijziging. Bolijn s mededeelingen in de Eerste Ka mer. Amendementen op de niéuwe regeling voor spoorwegambtenaren en op de militaire pensioenwetten. An- v dere ontwerpen. Mijnconcessies en v de subsidie voor de vroedvrouwenschool te Heerlen.. De Tweede Kamer heeft, alvorens op zomer reces te gaan, nog tal van ontwerpen afgedaan,al is zij da arme 2 niet geheel door de lijst heen geko men, die de agenda van werkzaamheden haar had voorgelegd. Het waren voor een groot deel Pensioen wetten, waarvan de noodzakelijk geworden wijziging haar aandacht vroeg. Over deze noodzakelijkheid heeft minister Colijn in de Eerste Kamer, die naast een nieuwe wettelijke regeling van de coöperatieve vereenigingen en een wijziging van de Lager On derwijswet en andere ontwerpen, o.a. ook de wij ziging van de Pensioenwetten van 1922 te behande len kreeg. De mihister wees daarbij in de eerste plaats op bepalingen als die, welke iemand op 18- jarigen leeftijd in dienst gekomen en wegens reor ganisatie op 25-jarigen leeftijd ontslagen, zijn hee- le verdere leven een pensioen van f 600 waarborgde en die anderen, volgens welke iemand na 10 jaar op wachtgeld gesteld, na 10 jaar dat wachtgeld genoten te hebben, over 20 jaar pensioen kreeg en herinnerde er vervolgens aan, dat het totale te kort op het pensioenfonds op 1 Juli 1922 ongeveer 200 millioen bedroeg en dat over 25 jaar jaarlijks 100 millioen aan pensioenen betaald zou moeten worden. In de Tweede Kamer zijn de Militaire Pensioen wetten behandeld, de Militaire Weduwenwet, de Pensioenwet voor Reservepersoneel en de Pensioen regeling voor Spoorwegambtenaren. En het zijn vooral het eerste en het laatste dezer ontwerpen geweest, die de Kamer geruimen tijd hebben be ziggehouden. Bij de eerste is het vooral de heer Ter Laan en naast dezen ook de heer Tilanus geweest, die door het voorstellen van amendemen ten wijzigingen in het voorgestelde ontwerp ten gunste van de pensioengerechtigden trachten te brengen. Bij het laatste hebben de heeren Van Braambeek en Wijnkoop en de laatste wel met bizonderen, maar vruchteloozen ijver, zich van de zaak gekweten. Als algemeen bezwaren liet men bij dit ontwerp gelden, waardoor de tus- schen 1 Juli 1922 en '25 ontslagenen niet dezelfde rechten kregen als ze anders zouden gehad hebben, en ook het terugnemen van de bepalingen inzake de wachtgeldjaren, die aanvankelijk voor pensioen zouden meetellen. De amendementen van den heer Van Braambeek wilden verder de toepassing en het beheer van het fonds niet enkel aan de direc tie laten, maar aan een bizonder bestuur, de pen sioenregeling van het spoorwegpersoneel in over eenstemming brengen met de pensioenwet van '22. en den dienst bij andere als in de overgangsbepa lingen genoemde spoorwegondernemingen als diensttijd aanmerken. Die van den. hear Wijnkoop wilden de werkelijke inkomsten tot grondslag ne men voor het pensioen, het pensioen op 55-jarigen leeftijd te doen aanvangen, de vermenigvuldigings factor op 2 inplaats van op 1V2 stellen een ver hoogd p ensioen toekennen aan op 45-jarigen leeftijd «gekeurden en dienstjaren bij andere openbare lichamen in rekening brengen. Maar alle amen dementen werden verworpen, die van den heer Wijnkoop vrijwel alle met alleen de stem van den voorsteller voor. Met de amendementen, die vooral de heer Ter Laan op de militaire pensioenwetten indiende, ging het iets beter. Dat tot het mogelijk maken van- beroep, wianneer bij wijze van straf het pensioen zal vervallen, werd aangenomen. Andere zoodat °m in plaats vanaf het 18de vanaf het 16de le vensjaar het pensioen te laten loopen en dat, 't Hku 00k .den tijd bij vliegdienst en onderzeedienst dubbel wilde laten tellen, werden ingetrokken. De andere amendementen, waaronder ook dat van den heer Tilanus, om beperking van commulatie van Pensioen met latere inkomsten, ook uit de publie- kas betaald, niet van toepassing te doen zijn dp voor Juli 1925 gepensionneerden, werden alle verworpen. En de behandeling van de motie van den heer Dresselhuijs om maatregelen te nemen eh einde tot verbetering van den, toestand van oud-geponsionneerdèn en hun weduwen en weezen- geraken, werd opvoorstel van den voorzitter h'fgesteld. Bij de behandeling van de Militaire Weduwen- wet, had de heer Tilanus eveneens een amendement voorgesteld, teneinde de voor 1 Juli 1925 met re serveplicht gepensionneerden niet te laten bijdra gen voor' het weduwen- en weezenpensioen. Maar hij was hiermee al evenmin gelukkig. Naast deze Pensioenwetten zijn nog allerlei ont- werpen in behandeling gekomen en aangenomen. Zoo het voorstel van den heer Dresselhuijs tot wijziging van het reglement van orde, dat tot aan vulling van de kieswet, om stemplicht bij gemoeds bezwaren te doen vervallen, waarbij art. 3, dat beroep op dergelijke bezwaren achteraf toestond, verworpen werd. Uitvoeriger werd daarbij alleen gehandeld over de bizondere regeling voor het verkenen van mijnconcessies, waarbij vooral de'heer Van der Waarden bezwaar maakte tegen het ver schuiven van staatsexploitatie der kolenmijnen voor een verre toekomst en o er de subsidie aan de vroedvrouwenschool te Heerlen. Die laatste aan gelegenheid was al eerder in de Kamer geweest, maar aangehouden, tóen deze niet geneigd bleek het aangevraagde toe te staan. Thans gold het alleen een bedrag van f 80.000 om het voortbestaan van dc school het eerst olgende jaar mogelijk te maken. Maar tal van afgevaardigden bleken ook hiertegen bezwaar te hebben. Men achtte de op zet van de school te groot, de ligging ongunstig en het contract van het Mijnwerkersfonds met het St. Jozef ziekenhuis een beletsel voor haar bloei, zoodat men de levensvatbaarheid der school niet hoog aansloeg. Maar bovendien bleek het uitge bracht rapport onvolledig en voor zoover gereed ongunstig en was men van oordeel, dat de minis ter over den finantieelen kant der zaak niet vol doende inlichtingen verstrekt had. Ten slotte werd het amendement van mevrouw De VriesBruins om inplaats van f 80.000 voorloopig f40.000 toe te staan en daarna ook het ontwerp aangenomen. Plaatselijk Nieuws - ZUIDSCHARWOUDE. De alhier gehouden -collecte ten behoeve van het „Tehuis voor alleen staande blinden" (Wolf- hezen,) heeft opgebracht f31.55. ZUIDSCHARWOUDE. Het Fanfarecorps „Kunst na Arbeid" gaf voor de Pinksterdagen een buitenconcert op de Muziek tent op het terrein van den heer S. de Boer in de Koog. Het bezoek had talrijker kunnen zijn, doch het weer werkte niet mee. Het was anders wel de moeite waard dit concert te hooren, voor al de nummers, waarmee op het concours te Dirkshorn zoo'n groot succes werd behaald. Een dier stukken, gecomponeerd door den heer Vles- sing te IJmuiaen, werd door dezen zelf gediri geerd. Het is in één woord een prachtnummer, dat den componist alle eer aandoen, die ook ten deel mag vallen aan het corps, dat pp zoo emi nente wijze dit stuk wist te vertolken. Het publiek had maar één woord van lof voor dit nummer, en die lof was verdiend. Ook met de andere num mers van het programma werd de goede reputa tie gehandhaafd, zoodat gezegd kan worden, dat dit concert aan de muziekliefhebbers een genot vollen avond heeft verschaft. Van alles en nog waf Nadruk verboden. iWie op des levens reis wil gaan, Hij steek' zich goed in 't pak, Hij grijp' de arbeid handig aan. jEm drage, qp der wijsheid baan, [Een cent beleefdheid in z'n zak, Dan kan hij veilig gaan. Zoo heeft de volksdichter Heye eens bezongen wat de beste aanbeveling is om met succes- te slagen ,als men de hulp van 'n kruiwagen moet ontberen en geen achterwielen of knetterend pa piergeld als ruggesteun dienst doen, omdat bij velen beide absent zijn. Maar beleefdheid en han dig, dat zijn eigenschappen die van huis uit ieder mee kan nemen. We zijn van de waarheid van 't bovenstaande dezer dagen nog weer overtuigd. Mijnheer N. vroeg bij advertentie een jongs hen bediende op zijn kantoor. Ongeveer vijftig jon gens meldden zich bij hem aan, uit wien hij na korten tijd er één uitkoos, terwijl hij de an deren wegzond. „Maar," zeide hem een vriend, „ik kan me maar niet begrijpen, waarom gij juist dien jongen hebt uitgekozen, die toch gesn en kele aanbeveling medebracht". „Gij vergist u deerlijk, waarde vriend" was het antwoord. „Deze jongen had veel aanbevelingen, en als ge éen oogenblik wilt luisteren, zal ik er u eenige op noemen. Deze jongen veegde zijn voeten af, toen hij binnenkwam, en sloot de deur achter zibh toe; een bewijs van beleefdheid en voorzichtig heid. Hij stond dadelijk op, toen een oude mau mij wilde spreken, en bood hem zijn stoel aan, waar doo rhij een bewijs gaf van zijn eerbied. Op mijne vragen antwoordde hij bescheiden maar flink. iEen boek, dat ik met opzet op den grond hal laten liggen, nam hij op, en legde het op tafel, terwij 1de anderen er over hen stapten, of het 'o pzij schoven. Terwijl ik met hem sprak, be merkte ik ,dat zijn kleederen goed geborsteld jwaren en zijn haar netjes gekamd was, dat hij ér zindelijk uitzag, en mij met een paar heldere hogen flink aankeek. Zoo'n paar heldere oogen, ze zijn onweerstaan baar en als die dan u tegenlonken uit een lief, frisch meisjesgezicht, dan moet men den grooten Nurks in eigen persoon zijn, om er niet van onder ®en invloed te komen. Wrigley u kent hem, sportlievende lezer de groote yAmerikaansehè kauwgomkoning die een kwart ton in het garantiefonds voor de Olympiade gaf de han dige zakenman, die werd door zoo'n stralend oogenpaar verteederd, toen hij onlangs in Den Haag was. Daar schoot een jongedame met een busje op hem af en zegt: „Toe meneer gfeeft u wat voor de Olympiade." „Waar is dat voor? Ik gaf juist f25.000 voor uw Olympiade, is dat nog niet genoeg?" „Toe meneer, wees no uniet zoo flauw, met die grapjes. Het is voor een goed doel, we staan niet voor grapjes in die hitte. „In orde, ik geef 25001 gulden!" En loet die 1 !in de bus. Meisje blij mek haar gulden af, dat is beter als zoo'n flauwe mop over 25.000 gulden, denkt het lieve kind, die nog altijd aan de waar heid twijfelt. IEen Brusselsch kapper is (geruineerd door een pagekopje. Was hij aangedaan of beefde hij, na dat hij het lange haar, citroenig van kleur, hal kortgeknipt Droomde hij of was hij verliefu Een feit is het, dat hij het zoete kind in brand heeft gestoken. Die het zelf nooit deed, werpe hem den eersten steen. Hij had haar- een lekkere •wassching gegeven met essences van petroleum en ether. Het slot was dat het pagekopje in een oogwenk in iets als een biljardhahwas herschapen, dat het pagetje er uit zag als een oude raaisfofcr met een schedel van gepoetst ivoor. Wel draagt men de pageharen korter van dag tot dag, doch het. dient toegegeven dat deze kapper, door net haar van zijn beminnelijke klant met wortel en al uit te roeien, op de mode is vooruitgeloopen. Diaarvoor zijn er advocaten en rechters te Brus sel. De kaalhoofdige dame heeft den ongelukkigen kapper voor deze heeren gedaagd. Geen looche nen mogelijk: haar hoofd blonk in al zijn naakt heid. Hij stond beschaamd: Hij heeft 150 francs geldboete opgeloopen. Aan de kaalhoofdige partij "werd niet minder dan 10.000 francs schadever goeding toegewezen. Onder zoo'n page-dosch troont niet altijd rein en zacht verstand. We moeten om eens ouder- wetsch te rillen wat verder van huis, daar waar het bloed sneller stroomt en de tempera turen om een kleinigheid om en nabij 't kook punt stijgen. In Joego-slavië is een misdaad ont dekt, zóó afgrijselijk, dat zij herinnert aan de donkerste tijden der middeleeuwen. Voor den rech ter van insfructie van Groot-Berkerekul in Ser vië, staat de dertigjarige beeldschoone vrouw* Benici terecht, onder beschuldiging, twee harer echtgenooten, haar 10-jarigen zoon en 32, zegge twee en dertig minnaars met voorbedachten rade te hebben vermoord door arsenicum in hun eten te doen. De lijken harer slachtoffers verborg zij in tonnen in den kelder van haar huis. E.lk deze rtonnen is voorzien van een etiket, waarop naam en leeftijd van den vermoorde, alsmede de duur van de liefdesbetrekking tusschen be klaagde en den betrokken persoon vermeld staan. De vermoorden zijn bijna allen jonge kooplieden tusschen 23 en 30 jaar. van wie 14 Boemenen. Mevrouw Benici placht haar minnaars telkens 6 a 7 maanden bij zich in huis te houden. In dezen tijd leefde het paar in de grootste harmo nie en gelukzaligheid tot de niets vermoedende vriend plotseling verdween. Het was voor d'e jonge opvallend mooie vrouw niet moeilijk, de mannen tot zioh te lokken. Haar moorden pleegde zij met koel overleg en geraffineerde handigheid!. Zij heeft hare misdaden bekend- en legt bij het ,verhoo reen weerzinwekkend cynisme aan den dag. Op een vraag van den rechter van instructie, waarom zij zoovele onschuldige menschen had omgebracht, antwoordde zij: „Uit jalouzie. Want ik weet dat zij morgen een andere vrouw naloo pen... Daarom heb ik tegen me zelf gezegd, dat zij beter bij mij rustig in den kelder kunnen slapen." Bewijzen van toegenegenheid, van hoogachting, of van liefde, ze mogen, wanneer ze hij 't leven den gelukkige worden toegezwaaid1, vereerend zijn ,als ze het pad effenen naar mageren Hein, clan kan men beter 't eerbetoon afwimpelen. Uiter lijke bewijzen brengen altijd moeilijkheden mee. I11 Noord-Bra bant zijn streken waar men het mijn en dijn niet streng weet te scheiden. Maar de langvingerigen zijn gladde vogels, die al menig varkentje hebben gewasschen. In Den Bosch zou den ze ook eens hun slag slaan. Terwijl de brand kast „geopend" was en de inspectie in vollen gang. verscheen de huisbewaarder met een grooten hond ten tooneele. „Pak aan", beval hij den hond'. Deze liet dit niet tweemaal zeggen, de inbre- j kers sloeeen op de vlucht en wel zoo haastig dat 't gereedschap achterbleef. Later werden ze opgespoord en aangehouden. Natuurlijk ontkenden ze allen schuldig te zijn. Ook toen hun bewijzen i werden voorgehouden, waartegen ze niets kon- 1 dep inbrengen, bleven ze nog hun onschuld vol houden. Maar er werd nog een andter doorslaand 1 bewijs gevonden. De hond van den portier, een 1 kranig dier, had het dten heeren vrij lastig ge maakt. Het dier is herhaaldelijk op de inbrekers toegesprongen en op zeker oogenblik moet één hunner een flinken knauw hebben gekregen in 1 zijn „achterwerk". De drie inbrekers moesten nu i met afgestroopte broek voor de politie passeeren... de uitslag was doorslaande. Bij één hunner werd op het gedeelte van zijn lichaam, waar de rug van naam verandert, de schoonste afdruk ge vonden van een hondebeet, dien men maar den ken kan. Dit bewijsstuk zal over eenigen tijd den heeren rechters worden getoond ter overtuiging. Men zoekt intusschen naar meer bewijzen, want handige advocaten, ze weten dioor de mazen van het net wel heen te komen. De eenige dochter j van John Bockefeller Jr., die op één na de rijkste man ter wereld is, heeft uit pur edank- baarheid haar verdediger hart en hand en ook een deel van haar vermogen geschonken. Dat kwam zoo: miss Bockefeller had tallooze malen demaximum snelheid voor auto's door haar rijden xovertreden. De advocaat die haa rverdedigdè, had daarbij menig succesje te boeken. Gevolg; nadere kennismaking, verloving, huwelijk. In Engeland is de wet voor natuur geneeskunili- gen minder soepel dan 'Voor overtreders der maxi mum snelheid. Zoo'n geneeskundige, Homer Ty- rell Lane heet hij, is veroordeeld tot deportatie, omdat in z'n woning brieven van zielszieke dames uit de hoogere 'kringen werden gevonden, die begonnen met 'n aanhef als deze: „Mijn zonne straal!" De rechter oordeelde,, dat dergelijke ont boezemingen moeten vallen buiten het kader der watergeneeskundige. Vandaar z'n streng vonnis; de dokter had. misbruik van vertrouwen gemaakt. Afwijkingen, men ontmoet ze in hooge en lage standen der samenleving. In de steden treden deze misstanden eerder op den voorgrond dan elders, 't Volgende stadsehetsje komt voor in 't Aprilnr. j van „Hulp aan onbehuisden" Vader.... komt weer opname voor zijn kinderen vragen. Vorig jaar had hij ze teruggenomen, om dat hij weer getrouwd was. Maar.... „Moeier was nu al een pa tr weken weg naar een an der", zoo zegt hij en hij vervolgt: „Ik ben naar de Kinderpolitie gestuurd, maar me kinderen zijn geen boeven en toen ben ik bij den Armenraad, terechtgekomen, Ik weet niet wat te doen. Geef u me eens raad. De kinderen willen natuurlijk liever thuis blijven. Ik mot zegge, mijn vrouw zorgde goed voor de kinderen en ze wil ook wel terugkomen, want ze zegt, dat ze er spijt van heeft, maar ik kan 't toch als een man, op wiens niets te zeggen valt, niet hebben ,dat ik met den vinger nagewezen word, dat mijn vrouw weg geweest is. De heele buurt weet het nifuur- lijk. Ik zou ze, als ik er goed over denk, wel een ongeluk kunnen toebrengen en toch is ze me niet onverschillig." Volgenden dag. Zijn vrouw komt binnen, is door mij' ontboden. ,,'k Heb er reuzespijt van," zegt ze, „maar we hadden woorden en ik werd al eenig eweken lastig gevallen door iemand, dien ik vroeger ge kend had en n una vijf jaar uit Amerika kwam. Hij beloofde me de hemel op aarde, maar ik zag al gauw in, dat ik verkeerd gedaan had en dat heb ik me man gezegd. Ik kan begrijpen, aat hij me maar niet dadelijk met open armen ont vangt ,dat zo uik ook niet doen, maar ik ga ook geen knieval voor hem doen. Hij mot me ook nooit wat verwijten als ik zou kunnen terugko men, want da nzo u't mis zijn. Ik heb me twee handen an me lijf en dan ga ik uit werken, maar eigenlijk dacht ik altijd, dat me man niet om me gaf en dat de kinderen niet van me hielden en nu merk ik zoo, dat het juist andersom is. Ik kan d'r 's nachts niet van slapen, dat ik .tl m'n hulsboeltje daar weggehaald heb en dat die kin deren no utelkens vragen of ik toch terug kom." Volgende week. Vader komt binnen. Ik kom u eens bedanken voor uw goede raad en voor uw tusschenkomst, dat u met me Vrouw hebt gesproken. Nou, ik ben d'r overheen gestapt. Zij heeft de spulle weer allemaal teruggebracht en alles is tveer goed voor mekaar... En als ik nog oens raad noodig heb, mag ik dan nog eens bij u komen?.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 1