WDWüer ctnrai nwe Blad) DE FEESTEN TElüiMli EN NELDER. dan werd de looi» zingen van: in drieën, van van vijven, drijven." peciaal, omdat sel is van .jen hei ritus of „regenzau g den onontbeerlij jen. t dit gebruik. Dak het water gegooij tene man" of zooa! dat hij geheel me jmeene Pinkster laats genoemd wo: of „Pmksterbruii. king van de .giroei Loemkroon en loof ste meisje van he in onder gejuich ei l ontaardde dit bedelpartijen. Jurmerend, ging l, met bloemen ge beker in de hai jeleider, d/ie.een me de hand droeg. Ij Limburgsche dor deze pinksterbloem lat uit de rijmpja ilijkt, dat 't heele als Pinksterhruii ren. Wel is 't oen Ier vruchtbaarheid iteilen, werd uitver jn Pinkster morgei Ie kroon van brand 'er met brandnetel ik aan herinneren kiuksternacht wordi r een stroopop op L, vergezeld van voorkomen als deze 3chouwen, rouwen, gaan, taan." Heen nog bekend West-Priesland. wil ik nog wijzen ruiken. Op de eer en", wat in ander: Lag geschiedt, kmorgen, vroeg op. tdferen. En dan de de~ zon nauwelijks as opgegaan, langs Ie goudien-regen en irns" naar de pleet /ergetelijke schoon: van verre u tege- aroom van de „toe- in ons land heb ik urend als in de ge- f. Ik geloof zeker, n-den-vreemde gaal evallen, als er eeiu met' 'n lichte wee heimwee terugdenk k dit prachtige ge [k heb ze elk jaar i getrouwen, die na ooër café's hun ven an naar de muziek, en de koralen van >on vroege uur door van deze religieuze diuizende toehoor- wijdingsvolle stem- rgen. gebruik betreft het In den goeden ou de wegen onveilig ssen en Fordjes loerenzoons met de Pinksterrijden. Het opgetuigd voor de ing het 's mi en stadwaarts, waar ntspanningsgelogen- tot „meikerstijd" een verklaring van i er nog geen, die lig, dat op sommige i dag de bekende ïebben. Dan rijden ie paarden driemaal and is het „F ere rijden daar om de vruchtbaarheid, Evangelie gelen®11 jtdens dezen orom®' ,ter afwering van Pinksterrijden mis- ienstigen oorsprong vil ik nog even wij Pinksterdag, zooM olland beperkt. B' it in vroegeren W- onbekende luxe wa uitgekozen vverh'j ontspannen. Hoofd hter: mooi stral®11' ook alle Piok3lSr' boewensch. l 1 Drenthe. jenfi bijzondere aan igere tijden ni»®6 WOENSDAG 3 JUNI 1925. HET HONDERD-JARIG BESTAAN VAN HET GROOT NOORD-HOLLANDSCH KANAAL. Blo officieele opening to Helder. (Worden op het oogenblik de feesten'door hei ïouden van verschillende publieke vermakelijk heden voortgezet, of beter, was het te verwachten lat de aangekondigde kanaalfecsten zich niet al- een zouden bepalen tot het houden van water- ochten, roei- en zeilwedstrijden, in het algemieen watersport dus, de officieele herdenking van het londerd-jarig bestaan van het Groot Noord-Hol- andsch Kanaal heeft plaats gehad. Het was zeker een goede gedachte, die tot iiting is gekomen, om de herdenkingsfeesten, voor beide steden Alkmaar en Helder te combi neren. Kan men dus zeggen, -dat Alkmaar in het fee- ten der herdenkingsfeesten staat, hetze fde geldt roor Helder. Laatstgenoemde stad heeft da-ar- een tentoonstelling georganiseerd, die er mag i en ons op scheep- én luchtvaart, radio, ham en industrie, electriciteit en gas een ich.t erend beeld geeft van de nijvere prestaties van ;t intellect dezer stad. Zaterdag woonden wij de officieele opening lezer alleszins bezienswaardige tentoonstelling jij. Door een perscommissie werden de verschil. ende persvertegenwoordigers ontvangen. Na in het tentoonstellingsgebouw te zijn ge- rriveerd werden zij onder voorlichting van den ngen. van de Marinewerf, den heer Bijvoet, de chitterend gearrangeerde tentoonstelling rand ge- eid. In één woord, keurig. Men vindt er alles - marinegóbied, kustverliehting, en verschillen- - vertegenwoordigers van Heldersche firma's. Iet is een lust voor de odgen. Men raakt er niet litgezien naar de prachtige scheepsmodellen en e inzendingen van het scheepvaartkundig mn- (eum. En wel als groote indrukwekkende opluis. ering, zijn in de zaal twee vliegtuigen, (jagers) ip gehangen. De tentoonstelling is een bezoek ten zeerste ■aard. Men krijgt er een schitterend uitzicht over de tad Helder door een periscoop, in de zaal aan gebracht. Prachtige vergezichten over de haven zee. We willen nog de mededeeling doen dat hei omité in samenwerking met de marino-autoritei- an deze belangwekkende en belangrijk etentoon- telling heeft ingericht. Een ieder die dte stad leider gedurende de feestdagien bezoekt, mag iet nalaten de tentoonstelling te bezichtigen^ mdat anders veel belangrijks wordt gemist, en ïen niet ziet, wat waariijk gezien „moet" wor- en. Dingen, waardoor men een inzicht krijgt in erschillcnde onbekende zaken, en ons een blij- end beeld geven, van wat de Nederlandschfe jchniek Vermag. Nadat onder groote belangstelling de tent'oon- tolling was bezichtigd, werd gewacht tot de fficieelè opening, waarbij, toen het daarvoor es temde uur was genaderd', tegenwoordig waren: Minister Westerveld, min. van Marine met zijn djudant, le luit. ter Zee Termijteien, B. en W. an Anna Paulowna, de burgemeester van Alk- laar ,de hoer Wendelaar, de heeren Kooiman en lichels, leden van Ged. Staten ,het 2e kamerlid ;h. S. v. d. Bildt uit (dten Helder, de Buigemeestii an Callantsoog en de voorz. en seer, van de •V.V. te Callantsoog, de commandant van het liegkamp „De Kooij", de commandant van Ie larinekazerne, overste Vink, overste van Meurs, bef van de stoomwerkplaats, kapitein Fabius, ertegenwoordiger van het garnizoen, dr. Minke- waarnemend chef van het hospitaal, Vice- dmiraal Eock met zijn adjudant le luit. ter Zee C. H. Hoogh, Jhr. Bappard, directeur van de 'armewerf, kolonel Quant, commandant van de teuwe kruiser „Java" en dr. van Mierlo, direc- ■'?.,van de Zeevaartschool. Hij het binnenkomen in de zaal van ontvangst 'erden door mej. Bakker bloemen overhandigd an mevr. Houwing, mevr. Bappard, mevr. Fock a mevr. Biersteker, wanneer allen zijn verzameld, verkrijgt de heer ïersteker, voorz. van het hoofdoomité het woord spreekt dan de volgende rede uit: t Is met een gevoel van voldoening, ja zelfs 'et zonder gevoelens van trots, dat wij u hier welkom mogen toeroepen, zegt spr. en gaat: torna de geschiedenis van de totstandkoming ezer feestelijke herdenking na. Voor onze stad er reden om met dankbaarheid het tot stand °®en van het Kanaal te herdenken. Immers door dat Kanaal voornamelijk is Hel-; er> vooral in de jaren 18601880, tot ongeken- en bloei gekomen. Al heeft dat Kanaal thans et meer dezelfde beteekenis als voorheen, voor. e doch is het voor ons als binnen-scheup aar verbinding nog van groot belang, 'tls waar, a door gewijzigde omstandigheden met name rde korte verbinding van de Hoofdstad des met de Noordzee, dit economische toestand rstad dreigde te verworden. Doch na een; fcte&dige inzinking nam de ontwikkeling ge- 'g weer toe door uitbreiding als Marine 611 en het vestigen van Maritieme lnricntin- -Met dankbaarheid maken we hiervan te plaatse gewag. Alleszins begrijpelijk zal ai\ °oh voor een ieder zijn, idJat de inzendingen Marine en van 'sfiijks Marinewerf op( deze tentoonstelling zeer belangwekkend zijn. Gaarne grijp ik deze gelegenheid aan om onzen dank uit te spreken in. de allereerste plaats aan H. M. de Koningin, die voor deze tentoonstelling scheepsmodellen heeft afgestaan. Vervolgens aan Zijne Exc. den Minister van Marine, die ons in zoovele opzichten steun heeft verleend. Dank ook aan ons Gemeentebestuur en voorts aan al en rdie ons financieel steunden. Maar vooral voelen wij ons verplicht aan de leden van ons Eerc-Comité, Z. Exc. den Vice- xAdmiraal Fock er den heer Directeur van x's Bijkswerf, Jhr. H. Bappard. Spr. wijst op de medewerking van zee rvele plaatsgenooton, waarbij in de eerste plaats moet w rden genoemd le naam van den heer Monhe- mius, ho fd-ingenieur var. 'sB^kswerf, en van den he r Teune Directeur der Water- en Licht- bedrijven alhier, die beide zeer veel voor de ten- toonsteHing tot stand brachten. Dames en heeren, het stomt tot groote tevreden heid, dat hier door een censwillend streven het doel zoo schitterend is h«reikt. Dat do cl is toch niet anders dan aan velen, die helaas nog onbe kend zijn met de gunstige ligging en de r dme ge legenheden voor handel en industrie, die hier nog braak liggen, te kunnen aantoo-nen. Heldor toch is bij duizenden Nederlanders, om maar niet te spreken van de buitenlanders, nog totaal on bekend. Hoevelen in ons land hebben van onze stad nooit gehoord, en al3 men er al van ge hoord heeft, dan is 't jf Helder zoo'n verloren hoekje is, aan het eind van de bewoonde we- re'd; een visschersdorpje met een beetje Marino. Juist tot hen, die aldus redeneeren, roepen wij toe: „Komt en ziet!" Wij zijn overtuigd, dat gij dan anders zult oorjieelen. Herhaaldelijk mo gen wij hooreu van menschen, die bij een bezoek alhier vol bewondering waren over onze mooie haven ,over het mooie strand, en de rustieke grachten. „Onbekend maakt onbemind". Daarom is het onze bedoeling door deze tentoonstelling de aandacht op onze stail te vestigen. Helder met zijn bevolking van ruim 30.0000 inwoners heef tracht op meerdere belangstelling, maar heeft ■ook behoefte aan meerdere expansie. Veel valt er op economisch gebied in onze stad nog te doen. Inderdaad >'s het noodig dat hier naar nieuwe bronnen van welvaart wordt uitgezien; de gelegenheid is er om langs nieuwe banen te wate ren te land de handeJsvlag te voeren. On middellijk gelegen aan de nieuwe Zuideraee-pol- ders is de outillage van onze haven uiterst gun stig. Naast de groote werken van het Marine etablissement en de belangrijkheid als Marine haven ,wat naar we hopen en vertrouwen wel lang zal blijven, is hier voldoende en ruime ge legenheid om handel en industrie uit te breiden. Een verblijdend toeken noemde spr. het, dat ook in marinekringen meer en meer wordt inge zien, dat medewerken aan verbetering van dien feconomisch-en toestand noodig is. Wij zouden gaar ne zien, dat de samenwerking tusscben Marine en burgerij nog hechter werd. Het aanboren van nieuwe bronnen van inkom sten is voor onze gemeente, met baar overbe last budget, dringend noodig. Op het thans door ons bedreden tenein is vruchtbare samenwer king noodig, waaroij geen politieke verschillen verwijdering behoeven te brengen. Aan ons Gemeentebestuur de taak om daartoe (de bakens uit te zetten, het terrein te verkennen en de wegen te effenD. 'tis voor de nneesten uwer dames en heeren, niets nieuws wat wie hier zeggen ,doch we koesteren de stille hoop, i'at onze klanken verder zullen weerklinken, en dat door het bezoek aan onze tentoonstelling en on ze stad, enkele zaadjes worden uitgestrooid, die wellicht later zullen ontkiemen en vruchten op leveren. Wij zijn slechts de zaaiers; als ons nage slacht de vruchten zal mogen plukken, dan is ons werk met vergeefsch geweest, (applaus). Daarna verkrijgt de Burgemeester van Helder de heer Houwing het woord en spreekt het volgende Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heeren. Met groote belangstelling is de opzet van deze tentoonstelling door ons Gemeentebestuur ge volgd. Wij zien hierin toch eene ernstige poging van onzeburgerij zelve om er toe mede ie wer ken, onze gelneeme te onttrekken aan het isole ment, waarm zij zoo lange jaren hóeft verkerd. Ons Gemeentebestuur is daarin voorgegaan door zooveel mogelijk de toegangswegen van onze naas te omgeving naar de siad te verbeteren, waar het dit zelf ter hand kon nemen en door het aandrmgen top verbetering der verkeerswegen bij Bij ken Provincie, wanneer dez evoor onze ge meente maar eenigszins van belang waren. Van harte wordt deze poging onzer burgerij dan ook door het gemeentebestuur toegejuicht, waarvoor zeker wel het beste bewijs is het, dat onze gemeenteraad met vrijwel algemeene stem men den financieelen steun verleende, door het Bestuur van deze tentoonstelling gevraagd. Em wat nu de tentoonstelling zelve betreft, ten spijt van de ook in onze gemeente nog wel eens voorkomende pessimisten, die zeggen „Hel der kan toch niets", is door onze burgerij hier mede bewezen, dat Helder wel degelijk iets kan, mits Helder maar eensgezind is. Marine, land macht en de overige buigerij hebben zich bij deze gelegenheid nu eens éen van zin getoond om van deze tentoonstelling iets goeds te maken,' en al zullen wij ons nu niet vleien dat deze sa menwerking een wereldwonder heeft gewrocht, mijnheer de Voorzitter, ik ben het geheel niet u eens dat daardoor tot stand is gekomen oen ten toonstelling die gezien mag worden, die menige provinciestad ons kan benijden en die naar ik hoop dan ook de noadige belangstelling van on ze omgeving zal trekken. i Alvorens tot de opening over te gaan, meen mogen nalaten onze .groote erkende- i ir °r °Ver spreken, dat Zijne Exc. do Min. van Marine de ojjening van déze tentoon- stelling wel met zijne tegenwoordigheid heeft willen vereeren. Excellentie, toen gij hier nog in ons midden verkeerdet en aan het hoofd stond van een der belangrijkste bedrijven, hebt gij ge toond warme belangstelling te hebben voor onze gemeente. "Wij stellen het op hoogen prijs dat gij als Minister van de Kroon nog we lblijk hebt willen geven dat de gemeente Helder u nog steels ter harte gaat. Namens ons Gemeentebestuur zeg ik u hier- voo rbarlelijk dank. (applaus). Ton slotte, mijnheer de Voorzitter, meen ik namens het Gemeentebestuur ■en woord van dank aan u en uwe medebestuurders- te moeten bren gen voor hetgeen door u reeds is tot stand' ge- Iracht. Ik weet hoeveel moeite en tijd het heeft gekost om alles voor elkander te krijgen;'ik voorzie dat er ook nog veel van u gevergd zal '.worden om de zaak tot een goed einde te briengen. Ik heb echter goede hoop, gezien het nu reeds bereikte resultaat, dat gij dan ook de groote vol doening zult smaken goed werk te hebben verricht in het belang van onze burgerij en dus in het belang van onze gemeente. En hiermede verklaar ik de tentoonstelling ,yStad Held'er 1925" voor geopend, (applaus). Hierna worden dé aanwezigen onider het ga- leide van het eere-eomité de tentoonstelling rond geleid, die door de hooge autoriteiten met die grootste belangstelling werd bezichtigd. Hierna verkregen de heeren journalisten gele genheid tot het bezichtigen van de kruiser „Ja va", daartoe speciaal uitgenoodigd. We werden ontvangen door den commandant, kolonel Quant in zijn kajuit, die in een hartelijke oespraak de heeren welkom heette en het op hoogen prijs stelde dat die vertegenwoordigers der Pers aan boord een kijkje kwamen nemen. Hierna werd aan ons voorgesteld luitenant ter zee Furtsner, die het doel, waarvoor deze kruiser is gebouwd, uiteenzette, en dezen oorlogsbodem een belangrijke aanwinst vöor de vloot in Inure noemde, een schip, dat met andere schepen uit het buitenland kon concurreeren. Spr. wijst te vens op de eischen die aan een oorlogsschip voor Indië worden gesteld, waarvoor een bijzonder systeem noodig is. Hij zet uiteen hoe dit schip in samenwerking met de onderzee booten zal moeten optuedien, om een event ueele aanval van een groote hoeveelheid vijandelijk licht materiaal te heipén afslaan. Het is als het ware de vuist van een zoodanige on- derzee macht. Door de vele ervaringen in den grooten oorlog opgedaan, is deze kruiser zeer gemoderniseerd, en voldoet aan de eischen die aan een diergelijke kruiser, als oorlogswaarde, kunnen worden ge steld. Het is een oorlogsbodem van 7600 ton, ge bouwd door de Mij. „De Schelde", die hiermede heeft getoond wat technici vermag. De snelheid was gecontracteerd op 30 mijl, terwijl bij de proefvaart een snelheid werd vei kregen van 31.3 mijl. De bewapening bestaat uit 10 kanonnen van 15 c.M., 4 anti-luchtvaar „kanonnen van 7 c.M., terwijl tevens de kruiser met zieh voert 2 wa tervliegtuigen, ieder met een motor van 450 P.k. die de vliegtuigen een snelheid kuniuen geven van 180 K.M. per uur. Hierdoor kan liet schip dus tevens worden beschouwd als een verplaats baar Station voor vliegtuigen, en het doen van verkenningen dus zeer in de hand werkt. Verder is het schip voorzien van 3 schroeven en turoines, terwijl de macfiines gestookt war den met olie. Wat de inrichting van het schip betreft, deze is practisch, maar waarbij tevens de uiterste so- ber.ieid is betracht. De hut van den commandant is een toonbeeld van eenvoud. Geheel vau ijzer, waarin geen en kel stukje hout is verwerkt. Absoluut geen luxe is daar aangebracht. Toch heerscht er gezellig heid, die wordt Verhoogd door een keurige voor stelling van de eerste reis van Houtman naar Indië. Bondgeleid d'oor het gehèele schip, moesten wij dezen kru.ser ais een maatschappij op zieh zelf bewonderen. Alle ruimte is er benut, en nogmaals alles munt uit door groote eenvoud. Alles is er aanwezig. Men vindt er waschgelegenheden en badka mers voor het personeel, een koeïmachineKauier, een monteurswerkpiaais, een niachinewencpLa:», waar ade mogelijke hers„euingen kunnen worden verricht. Het zickenverblijf is frisch en luchtig, natuurlijk een van de voornaamste eischen, waar- naast aanwezig zijn de operatiekamer en de apo- J theek van den dokter. Door het geheele schip is centrale verwarming aangebracht. Tevens is de kruiser voorzien van 4 mijnenbe- schermers, waarvan de praktijk bewezen heeft, dat ze absoluut afdoende zijn. Ondanks dit ontbreken natuurlijk de noodi ge motorsloepen en reddingbooten niet. Het achterdek is ingericht voor het bergen van een 40-tal mijnen. Het electrisch bedrijf aan boord heeft de res pectabele kabellengte van 70 K.M. Tenslotte want om een volledige beschrijving te geven is natuurlijk ondoenlijk is de kruiser bemaud met 500 koppen én 30 officieren, terwijl de bemanning is voorzien van vernuftige instru menten tegen giftgas. Overal frisehheid en reinheid, en dhidelijk spreekt uit alles, dat het schip gebouwd is voor Men mag het dan niet eens zijn met het doel waarvoor deze schepen worden geoouwdi, de tech niek moet men bewonderen, zoodat wij met een gerust geweten den commandant op zijn vraag, hoe wij het schip vonden, konden antwoorden, bewonlerdZen 0oriog8to(3te®1. .aIs fen zeefste Hiermede eindigdé voor ons deze dag in Heller en werkelijk voldaan, met een aangename her innering, keerden wij huiswaarts. Echter het was de eerste 'dag van een dlrletal dagen die op den rol stonden. 1 Maandag 1 Juni. begaven wij ons naar Alkmaar om daar deel te nemen aan de feestelijkheden, die ter herden king van het 100-iarig bestaan van het kanaal waren georganiseerd. Mooi we-r. een heerlijke wind, juist wat we noodig hadden, om de zeilwedstrijden van de Zaan landsehe zeilvereeniging bij te wonen. 's Morgens om acht uur in Alkmaar komende, werd het oog getroffen door het vele vlagver toon lan"-s de Handelskade, waardoor ©en leven dig en vroolijk aspect werd verkregen. Tegen negen uur kwamen de „Langedijlnte" het kanaal opvaren en meerden aan de Handels kade. De Langedijkers. Ja, een dertigtal motorboo ten van „Schuttevaer" en „Beurtbevrachting" zouden den tocht naar het Alkm. Meer medema- ben. Keurig en velen schitterend gepavoiseerd, kwa men zij aan, en geen wonder, dat hónderden df tr'o.r geboeid, langs de Hindelskade vertoef den, om ge uige te zijn van de wijze waarop de Langedijker schippersbevolking het 100-jarig be- c aan van het kanaal wenschto mee te vieren. Wij merkton onder de ve'o motorbooten óp, °ffi e schepen van de GrjothaudelarenVereen. „Le Koophandel", en van de Groentenveilingeu „De No r.lerma ktbond' 'te Noordjschaxvvoude, „De Langedijker Groenten-Centrale" te Broek op Lan- gendrk en „De Cen ride Veilingsvereeniging" te W rmenhuizen en Omstreken. In één woord schitterend waren idte verschillende mo'r ooten verzo:gd. De Langedijker Schippers hadden eer van hun werk, en een woord van hulde voor de waardige wijze waarop zij hun medewer king ver .eenden om de feesten zoo goed mogelijk te doen slagen. Waar schipperij is ,daar is leven, en voelt men natu r ijk voor de Westfriesche kanaalplannen, om het varen naar Westfriesland met grootere schepen mogelijk te maken. En niet minder na tu .r.ijk is het, dat men dan reclame maakt voor een dergelijke zaak, wat ook wel bleek uit het opschrift dat een der motorbooten met zich voer de n.l.: „Beeds 100 jaar dit kanaal bestaat „En nog geen schip door Westfriesland gaat" En daar meerde aan de Handelskade ook de „Prins Hendrik", het instruetlevaariuig van het Onderwijsfonds, ingesteld voor deskundige oplei ding van schipperskinderen. Nadat ook wij da„r aan boord waren gegaan, zien wij daar reeds aanwezig: minister Van Swaaij, minister van Waterstaat, Vice-Admiraal Fock, burgemeester Weadeiaar van Alkmaar, uurgeineester Hotiwing van Helder, burgemeesters uic omiiggenue gemeenten, vertegenwoordigers van De Kamer van Koophandel in Hollands Noorderkwartier, en vele andere autoriteiten. Te ongeveer half elf verlaat de „Prins Hen- dr.k" de Handelskade, gevolgd door de lange s.eep van de in vlaggentooi wedijverende Lan gedijker motorbooten, koers zettende naar het Aikmaarder Meerster bijwoning van de Nitto- Zeil wedstrijden. Leze tocht op zich zelf is niet alleen aange naam, mar.r een bijzonder genot, wanneer men 'langs de groene boorden van ftet Kanaal stevent, een wijden blik kunnende werpen op Je vruclit- 'bare polderlanden van ons toch zoo mooie Noord- Hoilund. Overal langs het kanaal' staan honderden nieuwsgierigen, die zich-verlustigen in den aan blik van dit groot aantal vaartuigen. Aan board van „De Prins Hendrik" werden door lieftallige jongedames niet alleen versnaperin gen, maar ook heerlijke verfrisschingen aangebo den. Het Comité van Alkmaar heeft zich een waardig en niet genoeg te waardeeren gastheer getoond. Bij het opvaren van het Alkmaarder Meer wordt het oog bekoord dóór een „mastenboseh'', dat ons de plaats wijst, waar dó ranke, vlugge jach.en, n,et vlag cn wimpel in top, vroo lijk wapperende in den frissehen wind, liggen te wachten totdat ook zij tegen elkaar moeten kampen. Ais vogels scheren de jachten over het water vlak en is liet een ware verlustiging wanneer men 'de met die mooie witte zeilen getuigdte jachten, door den wind voortgedreven, ziet gaan. Het eilandje was een plaats voor eenige uren van aangename verpozing. Na nog wat op het meer te hebben rondgeva ren, waarbij de Langedijker motorschepen ge filmd werden, werd de terugtocht onder een hoogst aangename en luchtige stemming aan vaard, terwijl het orchestje aan boord van de „Pruis Hendrik" voor de noódlge afwisseling Zoo kwamen wij terug in Alkmaar om de zwem wedstrijden bij te wonen in. het kanaal, gevolgd door een wedstrijd over 300 en 1000 M. voor kano's en daarna door wedstrijden in de Kenne- mersingelgracht, in het liardvaren mét schuitjes door Langedijkers. Om half zeven veréenigden het comité en de genoodigden zich aan een diner in de Unie, aan geboden door het gemeentebestuur van Alkmaar, waa reen gezellige stemming heersehte en waar verschillende personen het woord voerden. De maaltijd werd ingezet met cen dronk op II. M. de Koningin. Aan tafel heette de burgemeester de genodig den welkom, dank brengende speciaal aan den minister, aan het hoofdcomité en itan allen, dia

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 3