WDWüer ctnrai nwe Blad)
DE FEESTEN TElüiMli EN NELDER.
dan werd de looi»
zingen van:
in drieën, van
van vijven,
drijven."
peciaal, omdat
sel is van .jen hei
ritus of „regenzau
g den onontbeerlij
jen.
t dit gebruik. Dak
het water gegooij
tene man" of zooa!
dat hij geheel me
jmeene Pinkster
laats genoemd wo:
of „Pmksterbruii.
king van de .giroei
Loemkroon en loof
ste meisje van he
in onder gejuich ei
l ontaardde dit
bedelpartijen.
Jurmerend, ging
l, met bloemen ge
beker in de hai
jeleider, d/ie.een me
de hand droeg. Ij
Limburgsche dor
deze pinksterbloem
lat uit de rijmpja
ilijkt, dat 't heele
als Pinksterhruii
ren. Wel is 't oen
Ier vruchtbaarheid
iteilen, werd uitver
jn Pinkster morgei
Ie kroon van brand
'er met brandnetel
ik aan herinneren
kiuksternacht wordi
r een stroopop op
L, vergezeld van
voorkomen als deze
3chouwen,
rouwen,
gaan,
taan."
Heen nog bekend
West-Priesland.
wil ik nog wijzen
ruiken. Op de eer
en", wat in ander:
Lag geschiedt,
kmorgen, vroeg op.
tdferen. En dan de
de~ zon nauwelijks
as opgegaan, langs
Ie goudien-regen en
irns" naar de pleet
/ergetelijke schoon:
van verre u tege-
aroom van de „toe-
in ons land heb ik
urend als in de ge-
f. Ik geloof zeker,
n-den-vreemde gaal
evallen, als er eeiu
met' 'n lichte wee
heimwee terugdenk
k dit prachtige ge
[k heb ze elk jaar
i getrouwen, die na
ooër café's hun ven
an naar de muziek,
en de koralen van
>on vroege uur door
van deze religieuze
diuizende toehoor-
wijdingsvolle stem-
rgen.
gebruik betreft het
In den goeden ou
de wegen onveilig
ssen en Fordjes
loerenzoons met de
Pinksterrijden. Het
opgetuigd voor de
ing het 's mi
en stadwaarts, waar
ntspanningsgelogen-
tot „meikerstijd"
een verklaring van
i er nog geen, die
lig, dat op sommige
i dag de bekende
ïebben. Dan rijden
ie paarden driemaal
and is het „F
ere rijden daar om
de vruchtbaarheid,
Evangelie gelen®11
jtdens dezen orom®'
,ter afwering van
Pinksterrijden mis-
ienstigen oorsprong
vil ik nog even wij
Pinksterdag, zooM
olland beperkt. B'
it in vroegeren W-
onbekende luxe wa
uitgekozen vverh'j
ontspannen. Hoofd
hter: mooi stral®11'
ook alle Piok3lSr'
boewensch.
l 1
Drenthe.
jenfi bijzondere aan
igere tijden ni»®6
WOENSDAG 3 JUNI 1925.
HET HONDERD-JARIG
BESTAAN VAN HET GROOT
NOORD-HOLLANDSCH
KANAAL.
Blo officieele opening to Helder.
(Worden op het oogenblik de feesten'door hei
ïouden van verschillende publieke vermakelijk
heden voortgezet, of beter, was het te verwachten
lat de aangekondigde kanaalfecsten zich niet al-
een zouden bepalen tot het houden van water-
ochten, roei- en zeilwedstrijden, in het algemieen
watersport dus, de officieele herdenking van het
londerd-jarig bestaan van het Groot Noord-Hol-
andsch Kanaal heeft plaats gehad.
Het was zeker een goede gedachte, die tot
iiting is gekomen, om de herdenkingsfeesten, voor
beide steden Alkmaar en Helder te combi
neren.
Kan men dus zeggen, -dat Alkmaar in het fee-
ten der herdenkingsfeesten staat, hetze fde geldt
roor Helder. Laatstgenoemde stad heeft da-ar-
een tentoonstelling georganiseerd, die er mag
i en ons op scheep- én luchtvaart, radio, ham
en industrie, electriciteit en gas een ich.t
erend beeld geeft van de nijvere prestaties van
;t intellect dezer stad.
Zaterdag woonden wij de officieele opening
lezer alleszins bezienswaardige tentoonstelling
jij. Door een perscommissie werden de verschil.
ende persvertegenwoordigers ontvangen.
Na in het tentoonstellingsgebouw te zijn ge-
rriveerd werden zij onder voorlichting van den
ngen. van de Marinewerf, den heer Bijvoet, de
chitterend gearrangeerde tentoonstelling rand ge-
eid. In één woord, keurig. Men vindt er alles
- marinegóbied, kustverliehting, en verschillen-
- vertegenwoordigers van Heldersche firma's.
Iet is een lust voor de odgen. Men raakt er niet
litgezien naar de prachtige scheepsmodellen en
e inzendingen van het scheepvaartkundig mn-
(eum. En wel als groote indrukwekkende opluis.
ering, zijn in de zaal twee vliegtuigen, (jagers)
ip gehangen.
De tentoonstelling is een bezoek ten zeerste
■aard.
Men krijgt er een schitterend uitzicht over de
tad Helder door een periscoop, in de zaal aan
gebracht. Prachtige vergezichten over de haven
zee.
We willen nog de mededeeling doen dat hei
omité in samenwerking met de marino-autoritei-
an deze belangwekkende en belangrijk etentoon-
telling heeft ingericht. Een ieder die dte stad
leider gedurende de feestdagien bezoekt, mag
iet nalaten de tentoonstelling te bezichtigen^
mdat anders veel belangrijks wordt gemist, en
ïen niet ziet, wat waariijk gezien „moet" wor-
en. Dingen, waardoor men een inzicht krijgt in
erschillcnde onbekende zaken, en ons een blij-
end beeld geven, van wat de Nederlandschfe
jchniek Vermag.
Nadat onder groote belangstelling de tent'oon-
tolling was bezichtigd, werd gewacht tot de
fficieelè opening, waarbij, toen het daarvoor
es temde uur was genaderd', tegenwoordig waren:
Minister Westerveld, min. van Marine met zijn
djudant, le luit. ter Zee Termijteien, B. en W.
an Anna Paulowna, de burgemeester van Alk-
laar ,de hoer Wendelaar, de heeren Kooiman en
lichels, leden van Ged. Staten ,het 2e kamerlid
;h. S. v. d. Bildt uit (dten Helder, de Buigemeestii
an Callantsoog en de voorz. en seer, van de
•V.V. te Callantsoog, de commandant van het
liegkamp „De Kooij", de commandant van Ie
larinekazerne, overste Vink, overste van Meurs,
bef van de stoomwerkplaats, kapitein Fabius,
ertegenwoordiger van het garnizoen, dr. Minke-
waarnemend chef van het hospitaal, Vice-
dmiraal Eock met zijn adjudant le luit. ter Zee
C. H. Hoogh, Jhr. Bappard, directeur van de
'armewerf, kolonel Quant, commandant van de
teuwe kruiser „Java" en dr. van Mierlo, direc-
■'?.,van de Zeevaartschool.
Hij het binnenkomen in de zaal van ontvangst
'erden door mej. Bakker bloemen overhandigd
an mevr. Houwing, mevr. Bappard, mevr. Fock
a mevr. Biersteker,
wanneer allen zijn verzameld, verkrijgt de heer
ïersteker, voorz. van het hoofdoomité het woord
spreekt dan de volgende rede uit:
t Is met een gevoel van voldoening, ja zelfs
'et zonder gevoelens van trots, dat wij u hier
welkom mogen toeroepen, zegt spr. en gaat:
torna de geschiedenis van de totstandkoming
ezer feestelijke herdenking na. Voor onze stad
er reden om met dankbaarheid het tot stand
°®en van het Kanaal te herdenken.
Immers door dat Kanaal voornamelijk is Hel-;
er> vooral in de jaren 18601880, tot ongeken-
en bloei gekomen. Al heeft dat Kanaal thans
et meer dezelfde beteekenis als voorheen, voor.
e doch is het voor ons als binnen-scheup
aar verbinding nog van groot belang, 'tls waar,
a door gewijzigde omstandigheden met name
rde korte verbinding van de Hoofdstad des
met de Noordzee, dit economische toestand
rstad dreigde te verworden. Doch na een;
fcte&dige inzinking nam de ontwikkeling ge-
'g weer toe door uitbreiding als Marine
611 en het vestigen van Maritieme lnricntin-
-Met dankbaarheid maken we hiervan te
plaatse gewag. Alleszins begrijpelijk zal
ai\ °oh voor een ieder zijn, idJat de inzendingen
Marine en van 'sfiijks Marinewerf op(
deze tentoonstelling zeer belangwekkend zijn.
Gaarne grijp ik deze gelegenheid aan om onzen
dank uit te spreken in. de allereerste plaats aan
H. M. de Koningin, die voor deze tentoonstelling
scheepsmodellen heeft afgestaan. Vervolgens aan
Zijne Exc. den Minister van Marine, die ons
in zoovele opzichten steun heeft verleend. Dank
ook aan ons Gemeentebestuur en voorts aan al
en rdie ons financieel steunden.
Maar vooral voelen wij ons verplicht aan de
leden van ons Eerc-Comité, Z. Exc. den Vice-
xAdmiraal Fock er den heer Directeur van
x's Bijkswerf, Jhr. H. Bappard.
Spr. wijst op de medewerking van zee rvele
plaatsgenooton, waarbij in de eerste plaats moet
w rden genoemd le naam van den heer Monhe-
mius, ho fd-ingenieur var. 'sB^kswerf, en van
den he r Teune Directeur der Water- en Licht-
bedrijven alhier, die beide zeer veel voor de ten-
toonsteHing tot stand brachten.
Dames en heeren, het stomt tot groote tevreden
heid, dat hier door een censwillend streven het
doel zoo schitterend is h«reikt. Dat do cl is toch
niet anders dan aan velen, die helaas nog onbe
kend zijn met de gunstige ligging en de r dme ge
legenheden voor handel en industrie, die hier nog
braak liggen, te kunnen aantoo-nen. Heldor toch
is bij duizenden Nederlanders, om maar niet te
spreken van de buitenlanders, nog totaal on
bekend. Hoevelen in ons land hebben van onze
stad nooit gehoord, en al3 men er al van ge
hoord heeft, dan is 't jf Helder zoo'n verloren
hoekje is, aan het eind van de bewoonde we-
re'd; een visschersdorpje met een beetje Marino.
Juist tot hen, die aldus redeneeren, roepen wij
toe: „Komt en ziet!" Wij zijn overtuigd, dat
gij dan anders zult oorjieelen. Herhaaldelijk mo
gen wij hooreu van menschen, die bij een bezoek
alhier vol bewondering waren over onze mooie
haven ,over het mooie strand, en de rustieke
grachten. „Onbekend maakt onbemind". Daarom
is het onze bedoeling door deze tentoonstelling
de aandacht op onze stail te vestigen. Helder
met zijn bevolking van ruim 30.0000 inwoners
heef tracht op meerdere belangstelling, maar heeft
■ook behoefte aan meerdere expansie. Veel valt
er op economisch gebied in onze stad nog te
doen. Inderdaad >'s het noodig dat hier naar
nieuwe bronnen van welvaart wordt uitgezien;
de gelegenheid is er om langs nieuwe banen te
wate ren te land de handeJsvlag te voeren. On
middellijk gelegen aan de nieuwe Zuideraee-pol-
ders is de outillage van onze haven uiterst gun
stig. Naast de groote werken van het Marine
etablissement en de belangrijkheid als Marine
haven ,wat naar we hopen en vertrouwen wel
lang zal blijven, is hier voldoende en ruime ge
legenheid om handel en industrie uit te breiden.
Een verblijdend toeken noemde spr. het, dat
ook in marinekringen meer en meer wordt inge
zien, dat medewerken aan verbetering van dien
feconomisch-en toestand noodig is. Wij zouden gaar
ne zien, dat de samenwerking tusscben Marine
en burgerij nog hechter werd.
Het aanboren van nieuwe bronnen van inkom
sten is voor onze gemeente, met baar overbe
last budget, dringend noodig. Op het thans door
ons bedreden tenein is vruchtbare samenwer
king noodig, waaroij geen politieke verschillen
verwijdering behoeven te brengen.
Aan ons Gemeentebestuur de taak om daartoe
(de bakens uit te zetten, het terrein te verkennen
en de wegen te effenD. 'tis voor de nneesten
uwer dames en heeren, niets nieuws wat wie hier
zeggen ,doch we koesteren de stille hoop, i'at
onze klanken verder zullen weerklinken, en dat
door het bezoek aan onze tentoonstelling en on
ze stad, enkele zaadjes worden uitgestrooid, die
wellicht later zullen ontkiemen en vruchten op
leveren. Wij zijn slechts de zaaiers; als ons nage
slacht de vruchten zal mogen plukken, dan is
ons werk met vergeefsch geweest, (applaus).
Daarna verkrijgt de Burgemeester van Helder
de heer Houwing het woord en spreekt het
volgende
Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heeren.
Met groote belangstelling is de opzet van deze
tentoonstelling door ons Gemeentebestuur ge
volgd. Wij zien hierin toch eene ernstige poging
van onzeburgerij zelve om er toe mede ie wer
ken, onze gelneeme te onttrekken aan het isole
ment, waarm zij zoo lange jaren hóeft verkerd.
Ons Gemeentebestuur is daarin voorgegaan door
zooveel mogelijk de toegangswegen van onze naas
te omgeving naar de siad te verbeteren, waar
het dit zelf ter hand kon nemen en door het
aandrmgen top verbetering der verkeerswegen bij
Bij ken Provincie, wanneer dez evoor onze ge
meente maar eenigszins van belang waren.
Van harte wordt deze poging onzer burgerij
dan ook door het gemeentebestuur toegejuicht,
waarvoor zeker wel het beste bewijs is het, dat
onze gemeenteraad met vrijwel algemeene stem
men den financieelen steun verleende, door het
Bestuur van deze tentoonstelling gevraagd.
Em wat nu de tentoonstelling zelve betreft,
ten spijt van de ook in onze gemeente nog wel
eens voorkomende pessimisten, die zeggen „Hel
der kan toch niets", is door onze burgerij hier
mede bewezen, dat Helder wel degelijk iets kan,
mits Helder maar eensgezind is. Marine, land
macht en de overige buigerij hebben zich bij
deze gelegenheid nu eens éen van zin getoond om
van deze tentoonstelling iets goeds te maken,'
en al zullen wij ons nu niet vleien dat deze sa
menwerking een wereldwonder heeft gewrocht,
mijnheer de Voorzitter, ik ben het geheel niet u
eens dat daardoor tot stand is gekomen oen ten
toonstelling die gezien mag worden, die menige
provinciestad ons kan benijden en die naar ik
hoop dan ook de noadige belangstelling van on
ze omgeving zal trekken.
i Alvorens tot de opening over te gaan, meen
mogen nalaten onze .groote erkende-
i ir °r °Ver spreken, dat Zijne Exc.
do Min. van Marine de ojjening van déze tentoon-
stelling wel met zijne tegenwoordigheid heeft
willen vereeren. Excellentie, toen gij hier nog
in ons midden verkeerdet en aan het hoofd stond
van een der belangrijkste bedrijven, hebt gij ge
toond warme belangstelling te hebben voor onze
gemeente. "Wij stellen het op hoogen prijs dat
gij als Minister van de Kroon nog we lblijk hebt
willen geven dat de gemeente Helder u nog steels
ter harte gaat.
Namens ons Gemeentebestuur zeg ik u hier-
voo rbarlelijk dank. (applaus).
Ton slotte, mijnheer de Voorzitter, meen ik
namens het Gemeentebestuur ■en woord van dank
aan u en uwe medebestuurders- te moeten bren
gen voor hetgeen door u reeds is tot stand' ge-
Iracht. Ik weet hoeveel moeite en tijd het heeft
gekost om alles voor elkander te krijgen;'ik
voorzie dat er ook nog veel van u gevergd zal
'.worden om de zaak tot een goed einde te briengen.
Ik heb echter goede hoop, gezien het nu reeds
bereikte resultaat, dat gij dan ook de groote vol
doening zult smaken goed werk te hebben verricht
in het belang van onze burgerij en dus in het
belang van onze gemeente. En hiermede verklaar
ik de tentoonstelling ,yStad Held'er 1925" voor
geopend, (applaus).
Hierna worden dé aanwezigen onider het ga-
leide van het eere-eomité de tentoonstelling rond
geleid, die door de hooge autoriteiten met die
grootste belangstelling werd bezichtigd.
Hierna verkregen de heeren journalisten gele
genheid tot het bezichtigen van de kruiser „Ja
va", daartoe speciaal uitgenoodigd.
We werden ontvangen door den commandant,
kolonel Quant in zijn kajuit, die in een hartelijke
oespraak de heeren welkom heette en het op
hoogen prijs stelde dat die vertegenwoordigers
der Pers aan boord een kijkje kwamen nemen.
Hierna werd aan ons voorgesteld luitenant ter
zee Furtsner, die het doel, waarvoor deze kruiser
is gebouwd, uiteenzette, en dezen oorlogsbodem
een belangrijke aanwinst vöor de vloot in Inure
noemde, een schip, dat met andere schepen uit
het buitenland kon concurreeren. Spr. wijst te
vens op de eischen die aan een oorlogsschip voor
Indië worden gesteld, waarvoor een bijzonder
systeem noodig is.
Hij zet uiteen hoe dit schip in samenwerking
met de onderzee booten zal moeten optuedien, om
een event ueele aanval van een groote hoeveelheid
vijandelijk licht materiaal te heipén afslaan. Het
is als het ware de vuist van een zoodanige on-
derzee macht.
Door de vele ervaringen in den grooten oorlog
opgedaan, is deze kruiser zeer gemoderniseerd,
en voldoet aan de eischen die aan een diergelijke
kruiser, als oorlogswaarde, kunnen worden ge
steld.
Het is een oorlogsbodem van 7600 ton, ge
bouwd door de Mij. „De Schelde", die hiermede
heeft getoond wat technici vermag.
De snelheid was gecontracteerd op 30 mijl,
terwijl bij de proefvaart een snelheid werd vei
kregen van 31.3 mijl.
De bewapening bestaat uit 10 kanonnen van
15 c.M., 4 anti-luchtvaar „kanonnen van 7 c.M.,
terwijl tevens de kruiser met zieh voert 2 wa
tervliegtuigen, ieder met een motor van 450 P.k.
die de vliegtuigen een snelheid kuniuen geven
van 180 K.M. per uur. Hierdoor kan liet schip
dus tevens worden beschouwd als een verplaats
baar Station voor vliegtuigen, en het doen van
verkenningen dus zeer in de hand werkt.
Verder is het schip voorzien van 3 schroeven
en turoines, terwijl de macfiines gestookt war
den met olie.
Wat de inrichting van het schip betreft, deze
is practisch, maar waarbij tevens de uiterste so-
ber.ieid is betracht.
De hut van den commandant is een toonbeeld
van eenvoud. Geheel vau ijzer, waarin geen en
kel stukje hout is verwerkt. Absoluut geen luxe
is daar aangebracht. Toch heerscht er gezellig
heid, die wordt Verhoogd door een keurige voor
stelling van de eerste reis van Houtman naar
Indië.
Bondgeleid d'oor het gehèele schip, moesten wij
dezen kru.ser ais een maatschappij op zieh zelf
bewonderen. Alle ruimte is er benut, en nogmaals
alles munt uit door groote eenvoud.
Alles is er aanwezig.
Men vindt er waschgelegenheden en badka
mers voor het personeel, een koeïmachineKauier,
een monteurswerkpiaais, een niachinewencpLa:»,
waar ade mogelijke hers„euingen kunnen worden
verricht. Het zickenverblijf is frisch en luchtig,
natuurlijk een van de voornaamste eischen, waar-
naast aanwezig zijn de operatiekamer en de apo- J
theek van den dokter. Door het geheele schip
is centrale verwarming aangebracht.
Tevens is de kruiser voorzien van 4 mijnenbe-
schermers, waarvan de praktijk bewezen heeft,
dat ze absoluut afdoende zijn.
Ondanks dit ontbreken natuurlijk de noodi ge
motorsloepen en reddingbooten niet.
Het achterdek is ingericht voor het bergen
van een 40-tal mijnen.
Het electrisch bedrijf aan boord heeft de res
pectabele kabellengte van 70 K.M.
Tenslotte want om een volledige beschrijving
te geven is natuurlijk ondoenlijk is de kruiser
bemaud met 500 koppen én 30 officieren, terwijl
de bemanning is voorzien van vernuftige instru
menten tegen giftgas.
Overal frisehheid en reinheid, en dhidelijk
spreekt uit alles, dat het schip gebouwd is voor
Men mag het dan niet eens zijn met het doel
waarvoor deze schepen worden geoouwdi, de tech
niek moet men bewonderen, zoodat wij met een
gerust geweten den commandant op zijn vraag,
hoe wij het schip vonden, konden antwoorden,
bewonlerdZen 0oriog8to(3te®1. .aIs fen zeefste
Hiermede eindigdé voor ons deze dag in Heller
en werkelijk voldaan, met een aangename her
innering, keerden wij huiswaarts.
Echter het was de eerste 'dag van een dlrletal
dagen die op den rol stonden.
1 Maandag 1 Juni.
begaven wij ons naar Alkmaar om daar deel te
nemen aan de feestelijkheden, die ter herden
king van het 100-iarig bestaan van het kanaal
waren georganiseerd.
Mooi we-r. een heerlijke wind, juist wat we
noodig hadden, om de zeilwedstrijden van de Zaan
landsehe zeilvereeniging bij te wonen.
's Morgens om acht uur in Alkmaar komende,
werd het oog getroffen door het vele vlagver
toon lan"-s de Handelskade, waardoor ©en leven
dig en vroolijk aspect werd verkregen.
Tegen negen uur kwamen de „Langedijlnte"
het kanaal opvaren en meerden aan de Handels
kade.
De Langedijkers. Ja, een dertigtal motorboo
ten van „Schuttevaer" en „Beurtbevrachting"
zouden den tocht naar het Alkm. Meer medema-
ben.
Keurig en velen schitterend gepavoiseerd, kwa
men zij aan, en geen wonder, dat hónderden
df tr'o.r geboeid, langs de Hindelskade vertoef
den, om ge uige te zijn van de wijze waarop de
Langedijker schippersbevolking het 100-jarig be-
c aan van het kanaal wenschto mee te vieren.
Wij merkton onder de ve'o motorbooten óp,
°ffi e schepen van de GrjothaudelarenVereen.
„Le Koophandel", en van de Groentenveilingeu
„De No r.lerma ktbond' 'te Noordjschaxvvoude, „De
Langedijker Groenten-Centrale" te Broek op Lan-
gendrk en „De Cen ride Veilingsvereeniging" te
W rmenhuizen en Omstreken.
In één woord schitterend waren idte verschillende
mo'r ooten verzo:gd. De Langedijker Schippers
hadden eer van hun werk, en een woord van hulde
voor de waardige wijze waarop zij hun medewer
king ver .eenden om de feesten zoo goed mogelijk
te doen slagen.
Waar schipperij is ,daar is leven, en voelt men
natu r ijk voor de Westfriesche kanaalplannen,
om het varen naar Westfriesland met grootere
schepen mogelijk te maken. En niet minder na
tu .r.ijk is het, dat men dan reclame maakt voor
een dergelijke zaak, wat ook wel bleek uit het
opschrift dat een der motorbooten met zich voer
de n.l.:
„Beeds 100 jaar dit kanaal bestaat
„En nog geen schip door Westfriesland gaat"
En daar meerde aan de Handelskade ook de
„Prins Hendrik", het instruetlevaariuig van het
Onderwijsfonds, ingesteld voor deskundige oplei
ding van schipperskinderen.
Nadat ook wij da„r aan boord waren gegaan,
zien wij daar reeds aanwezig: minister Van
Swaaij, minister van Waterstaat, Vice-Admiraal
Fock, burgemeester Weadeiaar van Alkmaar,
uurgeineester Hotiwing van Helder, burgemeesters
uic omiiggenue gemeenten, vertegenwoordigers
van De Kamer van Koophandel in Hollands
Noorderkwartier, en vele andere autoriteiten.
Te ongeveer half elf verlaat de „Prins Hen-
dr.k" de Handelskade, gevolgd door de lange
s.eep van de in vlaggentooi wedijverende Lan
gedijker motorbooten, koers zettende naar het
Aikmaarder Meerster bijwoning van de Nitto-
Zeil wedstrijden.
Leze tocht op zich zelf is niet alleen aange
naam, mar.r een bijzonder genot, wanneer men
'langs de groene boorden van ftet Kanaal stevent,
een wijden blik kunnende werpen op Je vruclit-
'bare polderlanden van ons toch zoo mooie Noord-
Hoilund.
Overal langs het kanaal' staan honderden
nieuwsgierigen, die zich-verlustigen in den aan
blik van dit groot aantal vaartuigen.
Aan board van „De Prins Hendrik" werden door
lieftallige jongedames niet alleen versnaperin
gen, maar ook heerlijke verfrisschingen aangebo
den. Het Comité van Alkmaar heeft zich een
waardig en niet genoeg te waardeeren gastheer
getoond.
Bij het opvaren van het Alkmaarder Meer
wordt het oog bekoord dóór een „mastenboseh'',
dat ons de plaats wijst, waar dó ranke, vlugge
jach.en, n,et vlag cn wimpel in top, vroo
lijk wapperende in den frissehen wind, liggen te
wachten totdat ook zij tegen elkaar moeten
kampen.
Ais vogels scheren de jachten over het water
vlak en is liet een ware verlustiging wanneer men
'de met die mooie witte zeilen getuigdte jachten,
door den wind voortgedreven, ziet gaan.
Het eilandje was een plaats voor eenige uren
van aangename verpozing.
Na nog wat op het meer te hebben rondgeva
ren, waarbij de Langedijker motorschepen ge
filmd werden, werd de terugtocht onder een
hoogst aangename en luchtige stemming aan
vaard, terwijl het orchestje aan boord van de
„Pruis Hendrik" voor de noódlge afwisseling
Zoo kwamen wij terug in Alkmaar om de zwem
wedstrijden bij te wonen in. het kanaal, gevolgd
door een wedstrijd over 300 en 1000 M. voor
kano's en daarna door wedstrijden in de Kenne-
mersingelgracht, in het liardvaren mét schuitjes
door Langedijkers.
Om half zeven veréenigden het comité en de
genoodigden zich aan een diner in de Unie, aan
geboden door het gemeentebestuur van Alkmaar,
waa reen gezellige stemming heersehte en waar
verschillende personen het woord voerden.
De maaltijd werd ingezet met cen dronk op
II. M. de Koningin.
Aan tafel heette de burgemeester de genodig
den welkom, dank brengende speciaal aan den
minister, aan het hoofdcomité en itan allen, dia