Gemeenteraad
ZUIDSCHARWOUDE.
DE WINKELSLUITING.
De raad dezer gemeente vergaderde Donderdag
avond in voltallige zitting.
Voorzitter de burgemeester^
Secrtearis de heer Kunnen.
Na opening worden de notulen goedgekeurd.
De heer Berkhout zegt naar aanleiding van de
notulen, dat door hem in de vorige vergadering
is gezegd, dat art. I van het huish. reglement van
de lichtbedrijven zegt, dat het bestuur bestaat uit
4 leden. Door den voorz. werd gezegd dat dit met
het geval is en art. i zegt dat het bestuur ge
vormd wordt door de burgemeesters van Langen
dijk en Sint Pancras, zelfs zoo, dat wanneer Noord-
schanvoude overmorgen een ander burgemeester
kreeg, deze zitting had in het bestuur. Uit het reg
lement is mij echter gebleken dat art. i zegt dat
het bestuur bestaat uit 4 leden, zijnde de burge
meesters van Langendijk en Sint Pancras. Wat u
zei was dus niet juist. De 5e burgemeester kar.
niet ambtshalve zitting nemen in het bestuur, of
eerst moet het reglement worden herzien.
De voorz. Waar u het reglement heeft geraad
pleegd, neem ik gaarne aan dat de redactie zoo
luidt. De bedoeling is echter dat het bestuur be
staat uit de burgemeesters van Langendijk en St.
Pancras. Het reglement zal dus te zijner tijd moe
ten v,orden gewijzigd. Het spijt mij dat ik u ten
onrechte u toen hierop heb attent gemaakt.
Van liet comité ter herdenking van het 100-ja-
rig bestaan van het Gr. N. H. Kanaal is het ver
zoek ingekomen een medaille beschikbaar te stel
len voor de te houden zeilwedstrijden.
De voorz. zegt, dat door B. en W., behoudens
goedkeuring van den raad een medaille is gege
ven ten hoogste tot een waarde van f 15.—
De raad hecht zijn goedkeuring aan de hande
ling van B en W.
De voorz. zegt dat B. en W. hiervan natuurlijk
geen gewoonte zullen maken, maar dat het is
gedaan door de bijzondere omstandigheden. Spr.
dankt voor de verleende goedkeuring.
Van Ged. Staten is ingekomen de regeling van
de 'jaarwedden voor de gemeente-ontvangers.
Voor deze gemeente bedraagt het aanvangs-sa—
laris f630 en het eind-salaris f 980.—.
Van B. en W. van Alkmaar is ingekomen de
begrooting van den keuringsdienst op waven.
Voor kennisgeving aangenomen.
Eveneens van B. en W. Van Alkmaar het ver
slag van den directeur van den keuringsdienst op
waren, .over het afgeloopen kalenderjaar.
Dit zal circuleeren.
Een verzoek van de afd. Alkmaar van het Gen.
tot zedelijke verbetering van gevangenen, om een
subsidie van fio.
De voorz. zegt dat reeds eenige jaren die subsi
die wordt verleend; en vermoedt <}at het de bedoe
ling is die subsidie te verleenen tot wederopzegging-
In dit verband adviseeren B. en W. goedgun
stig te beschikken.
Overeenkomstig wordt besloten.
Op het verzoek van P. Ploeger om een half jaar
ontheffing van de hondenbelasting wordt gunstig
beschikt.
In behandeling komt het verzoek van de^ atd.
Langendijk van de N.H. vereen. Het Witte Kruis,
om voor de gezinsverpleging een subsidie toe te
staan van .5 cent per inwoner.
Op voorstel van B. en W. wordt- goedgunstig
beschikt.
Ter tafel wordt gebracht een adres van de win
keliers uit deze gemeente om de verordening op
de Winkelsluiting in te trekken.
De heer Du Burck zegt het adres met aandacht
te hebben gelezen. Het heef); hem eveneens goed
gedaan dat het adres was ingekomen. Het geeft
zoo volkomen weer wat onder de bevolking en de
winkeliers leeft. Als zij meenen dat hun door de
verordening onrecht wordt aangedaan, dan juich
ik het toe dat zij in hun actie volharden, om ver
betering in den toestand te brengen. Ik kan mij
dan ook volkomen met de in het a'dres genoemde
argumenten vereenigen. De aanleiding tot dit adres
is het aanstaande concours geweest en de vraag
aan u mijnh. de voorz. om voor dien dag onthe-f
fing te verleenen. Nu ben ik het met u eens dat u
zooals de verordening daar ligt geen ontheffing
kunt verleenen. Maar als in de gemeente een con
cours wordt gehouden, en we iets krijgen wat niet
iederen dag komt, daarbij denkende aan het spreek
woord „waar het vol is, is nering" dan kan men
het van de winkeliers best begrijpen, dat zij van
zoo'n gelegenheid gebruik wenschen te maken, om
iets te verdienen. Daarom is op grond an dit ie
argument om intrekking van de verordening ver
zocht. U weet echter voldoende hoe ik o er de
verordening denk. Waar de winkels hier gesloten
moeten zijn en in andere gemeenten niet, daarom
is het van de winkeliers goed om bij de vertegen
woordigers van de gemeente te e o ken hun
standpunt in deze te herzien. Ik kan mij dan ook
volkomen aansluiten bij het a gument, dat dit een
schromelijke onbillijkheid is Waar zij hebben er
varen dat ze schade van de verordening hebben,
dan moeten wij trachten de burgers ter wille te
zijn, en het hun mogelijk maken eens een extra-
verdienste te hebben De verordening is dan ook
met alieen onbillijk maar ook niet noodzakelijk.
De winkeliers maken van het afwezig zijn van een
verordening geen misbruik, door inbreuk te ma
ken op de arbeidswet, doordat zij niet met per
soneel werken. De sociale maatregelen komen dus
ook nietin het gedrang. Door de verordening wordt
het overtreden in de hand gewerkt. Zeker, er moet
ingegrepen worden, wanneer het noodzakelijk is,
maar door dergelijke verordeningen wekken wij op
tot het plegen van overtredingen, en werken in de
hand, dat men geen eerbied heeft voor wetten
en verordeningen. Wij moeten trachten mede te
werken, dat de burgers wel eerbied hebben voor
wetten en verordeningen. Mijnh. de voorz., uit het
adres mag ons dan temeer blijken dat de winke
liers schade van dezen maatregel ondervinden, en
hoop ik van harte dat de raad dezen avond zal
besluiten de verordening in te trekken.
De heer Kroon zegt dat het nu allen wel be
kend is, hoe de uitkomst van de toepassing is, en
hoe de verordening door de ingezetenen wordt op
gevat. Het aantal bekeuringen wijst er zeker op,
dat van de neringdoenden geep medewerking is
te verwachten. Waar we zien het ongerief van een
dergelijke verordening en de verminderde inkom
sten voor de winkeliers, komt onwillekeurig de
gedachte naar voren of het wel goed is de ver
ordening langer te handhaven, vooral ook waar
andere naburige gemeenten niet sluiten.. In den
raad is een meerderheid er voor geweest om deze
verordening te maken. Maar nu we hooren welk
een geest er tegen de verordening bestaat, is het
zeker in het belang van de gemeente om deze on-
gewenschte verordening ongedaan te maken. Ik
zou dan ook willen herinneren aan het spreekwoord
beter ten halve gekeerd dan t«n heele gedwaald."
'Ook' geef ik de raad in ernstige overweging rde
verordening in te trekken.
De heer Berkheut zégt altijd een voorstander
van de winkelsluiting te zijn geweest. Ik had de
officieele zekerheid, enkele jaren terug, dat de
meerderheid van de winkeliers voor sluiting was.
Het schijnt echter dat de winkeliers veranderd
zijn. Waardoor deze verandering heeft plaats gehad
zal ik in het midden laten. Ik hej> een grondig
oonderzoek ingesteld hpe de winkeliers over de
verordening dachten, en daarbij is gebleken dat
een groote meerderheid, ongeveer drie vierde te
gen de sluiting was. Deze uitkomst heeft mij doen
besluiten van gedachten te veranderen. Nu gebleken
is dat de verordening naar den letter en in alle ge
strengheid wordt toegepast en uitgevoerd, had ik
dit echter anders verwacht. Er bestaat een groot
verschil tusschen soepel en gestreng. De bedoeling
vari mij is steeds geweest om de verordening op da
gen zooals het aanstaande concours niet toe te
passen. Nu dat niet het geval zal zijn, is dit voor
mij een reden temeer om met het adres mee te-
gaan en voor intrekking van de verordening te
zijn.
De voorz. zegt dat B. en W. niet met een prae-
advies zijn gekomen, omdat het standpunt van dit
college volkomen bekend is, en men zoo langza
merhand uit-geprae-adviseerd raakt. Het verwon
dert mij echter dat de heer Berkhout spreekt over
een soepele toepassing van de verordening. Wan
neer een verordening in het leven wordt- geroepen,
kan men niet anders verwachten, dat ze uitge
voerd wordt zooals ze luidt. Men moet van mij niet
verwachten dat ik de verordening dan soepel zal
toepassen en op verzoeken om ontheffing zal in
gaan. Wanneer de raad een verordening vaststelt,
zal ik die uitvoeren, ook al ben ik het er niet mee
eens en in hoe een ver/elende positie ik daardoor
ook zal komen. Meneer Berkho-t het kan bij u
geen ernst zijn, wanneer u zegt dat u een soepele
toepassing heeft verwacht.
De heer Kramer zegt dat het misschien niet zoo
beoheft te verwonderen dat het adres is binnen
gekomen Maar wel dat wij nu hebben wat wij m
de vorige vergadering niet hadden. De vorige ver
gadering w erd het ingekomen adres zonder bespre
kingen voor kennisgeving aangenomen. En het ver
wondert mij ten zeerste ook nu niet een dergelijk
prae-aüvies van B. en W. te hebben gekregen.
Niettegenstaande dit is de toestand bij mij echter
precies hetzelfde gebleven. Over de in het adres
ggenoemde argumenten kan men verschillend den
ken. Maar door den heer du Burck is gesproken
over een onrecht dat den winkeliers wordt aange
daan. Hebben de winkeliers dan meer recht dan
de andere burgers? Niemand heeft het recht op
Zondag te arbeiden
De heer Du Burck. De herbergiers.
De heer Kramer vervolgt: du B. zegt de her
bergiers, maar dat is een geheel andere kwestie,
dat is een geheel anderen aard van bedrijf. Iemand
die een winkel heeft, kan in zes dagcfri zooveel
verdienen dat hij in z'n levensonderhoud kan voor
zien, wat anderen ook moeten. Daarom moet men
niet spreken over onrecht. Met verwondering heb
ik in het adres gelezen dat er over schade gespro
ken wordt. Het verheugd mij, dat de winkeliers in
onze gemeente zoo'n goede boekhouding hebben,
dat zij nu reeds kunnen constateeren, dat zij door
de verordening schade lijden. Ik ben echter van
meerling dat dit echter moeilijk met cijfers valt
aan te toonen. Berkhout zegt dat gebleken is dat
de toestand onder de winkeliers anders is gewor
den. Dat één vierde voor en drie vierde tegen de
winkelsluiting is. Uit het verslag van de winke-
liersvereeniging blijkt mij echter dat er 63 winke
liers vcor en 69 tegen de sluiting waren gerekend
over den geheelen Langendijk. met 21 blanco en
9 voorwaardelijk. Steeds is de winkelsluiting door
Berkhout ten rechte verdedigd en hij kan dit nog
doen. De toestand in Zuidscharwoude is echter
zoo dat er 11 voor en 31 tegen de sluiting waren.
De uitslag van den georganiseerden middenstand
voor deze gemeente was echter 25 voor 21 tegen
en 2 voorwaardelijk. Uit deze cijfers blijkt dus,
dat de meerderheid er voor was. Het spijt mij, dat
deze besprekingen nu weer gehouden worden. Ik
il thans ook niet meer de voordeelen naar voren
brengen. Ik denk er niet aan mijn standpunt in
deze te gaan wijzigen.
De heer Zeeman zegt over veel te zullen zwij
gen wat door du Burck, Kroon en Berkhout naar
voren is gebracht. Veel hier\an is reeds door deii-
heer Kramer beantwoord. Met cijers werken is
altijd gevaarlijk. Toen we hoorden dat er 11 voor
en 32 "tegen waren, ging me nzich afvragen, „hoe
komt dat". En dan hebben die cijfers niet die
waarde die er aan wordt toegekend. Het verwon
dert mij echter in hooge mate dat Berkhout zijn
standpunt in deze zaak thans gaat wijzigen. Een
man die altijd een goed voorstander van de slui
ting is geweest. Zich wijzigt door een actie zoo
als die hier is ontketend. Maar er is nog een an
dere weg voor den heer Berkhout. De bedoeling
is steeds geweest, dat op dagen zooals het con
cours en feesten, gelegenheid werd gegeven aan
1 de neringdoenden om in de behoeften van het pu
bliek te voorzien. Wanneer ik lid \an den raad
van de gemeente Bergen was, dan zou ik zeker
een ander standpunt innemen, dan als raadslid
van Zuidscharwoude. Wanneer een dorp geheel
afhankelijk is van het vreemdelingenverkeer, dan
zou ik mij wel tweemaal bedenken voor een der
gelijke verordening mee te helpen maken. De Zon
dagsluiting behoeft hier geen schade te berokke
nen, misschien op een enkele uitzondering na. Al
tijd zal er een enkele onder lijden. Wanneer het
idéé vrijheid wordt hooggehouden, dan ben ik daar
niet bijzonder gevoelig \oor. Vrijheid is slechts
een beperkt begrip. Echter ben ik er wel voor
aan de bezwaren van de winkeliers tegemoet te
komen. Dat kan gemakkelijk, eri dit zeg ik dan
in het bijzonder tot den heer Berkhout. Wanneer
men een verordening gaat maken, leert men later
de gevaren daar. an kennen. Zoo staat in art. 4
dat B. en W. uitzonderingen kunnen toestaan voor
winkels „op" tentoonstellingen fancy fairs e. d.
Nu zou ik het woordje „op" willen veranderen
in „tijdens" omdat daarmee alles ondervangen
wordt. Dit drukt dan de bedoeling uti van Berk
hout en mij. Het was niet onze bedoeling om de
extra-verdienste bij dergelijke gelegenheden weg
te nemen. Dat is een fout in de redactie. Wan
neer we het artikel in dezen geest, wijzigen is aan
het bezwaar van de winkeliers tegemoet gekomen'
Overigens sluit ik mij aan bij het oordeel van een
winkelier, die zeide, dat wanneer het geld niet in
zes dagen wordt verdiend, dit op den zevenden
dag cok niet binnenkomt. Men kan ook nog niet
oordeelen of men schade van de verordening heeft
Wel valt te constateeren, dat de kinderen nu lee-
ren sparen.
(Gemompel van het publiek.)
De voorz. Ik verzoek het -publiek te zwijgen.
De heer Zeeman. Later wil ik gaarne met het
publiek den degen kruisen. Ik ben niet van plan
schuilevinkje te spelen. Alles snakt naar rust voor
al des' Zondags. Du Burck meent als pleiter te
moeten optreden, maar hij zal uit eigen ervaring
het best kunnen beoordeelen, dat een wet waar
men niet voor is, later een zegen is geweest. En
dan had dit reeds 13 jaar eerder moeten gebeuren.
Een ieder moet van z'n vrijheid kunnen gemeten,
en dan is het een geluk dat de verordening er is.
Wanneer de wijziging, zooajs die door mij wordt
voorgesteld, worden de bezwaren weggenomen, en
behoeft niet de geheele verordening ingetrokken
te worden.
De voorz. De een zegt dat de verordening niet
soepel wordt toegepast, een ander doet de ont
dekking dat de redactie niet zuiver is. Dien men-
schen zou ik willen mededeelen, dat de verorde
ning is vastgesteld, zooals de raad dat wenschte.
Dcor den laatsten spreker wordt zelfs voorgesteld
op tentoonstellingen en fancy fairs aan de winke
liers gelegenheid te geven te verkoopen. Maar ik
zou deze zelfde personen willen verzoeken, eerlijk
te zijn en zich niet te verschuilen achter datge
ne wat zij zelf hebben vastgesteld.
D; heer Zeeman. Mijnh. de voorz. het gaat nu
over een persoonlijk feit. Ik ben er niet over tevre
den, wanneer u zegt dat er met minder eerlijke
bedoelingen gewerkt wordt. De verordening kan
zooals ze hier ligt niet anders worden toegepast.
Maar het woordje „op" drukt niet onze bedoeling
uit Gaarne zou ik van u een nadere inlichting
wilien ontvangen op wat niet eerlijk is geweest.
Gaarne zou ik zien dat die uitdrukking door li
werd teruggenomen. Hier zitten bij ons geen on
eerlijke bedoelingen achter. Ik aanvaard die woor
den dan ook niet.
De voorz. Mijnheer Groen.
De heer Zeeman. Dus het kan niet?
Dc heer Groen had liever gezien dat over deze
zaak niet meer gesproken was. Het wordt thans
een bedenkelijke geschiedenis, terwijl ellenlange re
devoeringen worden gehouden Wat de bekeuringen
betreft, die zijn in hoofdzaak verleden Zaterdag
gevallen. Echter waien deze niet een ge.olg van
'de winkelsluiting maar van de tn voering van den
zomertijd. Wat de schade betreft, deze kan nog
niet geconstateerd worden. Ten opzichte van een
•nkeling, die erover valt, kan men toch geen ver
ordening maken, die voor. het algemeen goed
Deze zaak is ook in mijn partij besproken. De ar
gumenten zijn'gewikt en gewogen en het slot is
geweest, dat de kath. partij absoluut voor Zondag
sluiting is. In een vergadering van winkeliers is
ggezegd geworden, dat aan het raadslidmaatschap
van de heeren Kramer en Groen bij de a.s. ver
kiezingen wel een enide zou worden gemaakt, om
dat dan ook wel spoedig de Zondagsluiting van
de baan zou zijn. Maar ik kan verklaren dat onze
opvolgers e*" precies zoo o ver denken als wij. Het
beginsel staat bij ons het hoogste, tenzij het gaat
om uitzonderingsgevallen, zooals thans. Er is niets
tegen om de verordening in dezen geest te wijzi
gen, Maar het beginsel blijft.
De heer Berkhout antwoordt aan den heer Kra-'
mer, dat hij andersom is gegaan, omdat de meer
derheid van de winkeliers de verordening niet
wenscht In de laatste vergadering van de win-
keliersvereeniging is besloten dat de vereeniging
zich niet meer met de winkelsluiting zal bemoeien,
omdat de meerderheid van de winkeliers er tegen
is. Over den geheelen Langendijk zijn er net zoo
veel voor als tegen. Maar wij zitten hier niet voor
den geheelen Langendijk, maar voor Zuidschar
woude en hier waTen er 11 voor en 31 tegen. Daar
mede wordt door mij rekening gehouden. De win
keliers zijn van deverordening niet gediend en
verklaren er schade van te hebben. Voor mij is 't
echter geen beginselkwestie. Ik heb gemeend door
invoering in hun belang te handelen, maar nu zij
verklaren dat het niet in hun belang is, wil ik er
niet aan medewerken hun schade te berokkenen.
Tik dacht den winkelstand te dienen met de slui
ting, maar nu de meerderheid er tegen is, zal ik de
laatste zijn die schade wil berokkenen aan zijn
nevenmenschen. Mijnh. de voorz. volgens de letter
van de verordening kon u niet anders handelen,
maar de geest was anders. De bedoeling was om
op dagen zooals van het concours niet van kracht
te doen zijn. Ik kan dan ook niet met de verorde
ning meegaan, omdat de winkeliers zeggen dat ze
niet in hun belang is.
De heer Bekker is voor de winkelsluiting, maar
voor een soepele toepassing op concoursdagen en
andere dagen waarop feesten worden gehouden.
De heer Du Burck zegt dat het Kramer verwon
dert dat hij zegt dat aan de winkeliers onrecht
wordt gedaan. Dat behoeft in het geheel niet te
verwonderen. Moeten wij die menschen dan als
kwajongens beschouwen, die 3 maal achtereen met
een adres komen. Hieruit mogen wij de overtui
ging putten dat ze met oprechte bedoelingen ko
men. Wanneer de andere gemeenten geen winkel
sluiting invoeren, dan gaan onze burgers naar die
gemeenten om hun inkoopen te doen. Ik althans
denk er niet aan om de verordening te overtreden.
Daarom wordt den winkeliers onrecht aangedaan-
Ook houden de winkeliers over het algemeen geen
boek. jnaar ze weten weergaasch goed of ze nu
meer of minder verdienen. En ik geloof hen wan
neer zij zeggen dat ze minder verdienen dan an
ders Verder zegt de heer Zeeman over du Burck....
De voorz. Ik. geef u in o erweging niet in te
gaan op datgene v.at andere sprekers zeggen.
De heer Di Burck. Dan nog een zakelijk feit.
Zien,an zegt, dat -„anneei hij in Bergen was, niet
voor een winkelsluiting te zijn. Maar ik herinner
„.ij dat Z. in de vo.ige vergadering heeft gezegd:
zes dagen zult ge arbeiden en de zevende rusten.
Nu dacht ik dat de menschen in Bergen evengoed
moesten rusten als in Zuidscharwoude. In Bergen
is men van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in
het gareel ook des Zondags. Ten opzichte van de
rust zou men juist in Bergen de winkelsluiting;
moeten invoeren. Ik zal niet ingaan op art. 4.
Ik wil de winkeliers ter wille zijn. Wanneer de
verordening niet wordt ingetrokken, dan zal ik
mij daarbij hebben neer te leggen. Maar men
mrakt zich schuldig aan het feit, dat de win
keliers steeds zullen terugkomen om zich van de
ongemotiveerde verordening te ontslaan. Men
moet niet vergeten dat het door ongeveer 85 pCt.
van de belanghebbenden wordt ge.raagd. Ook al
was ik voorstander van sluiting, als democraat
zou ik dan voor het verzoek stemmen.
Tenslotte nog iets.
Ik heb hooren zeggen en ik meen het vrij ze
ker te weten, en ook Kroon is er mee op de (hoog
te, dat door een raadslid de verordening is overtre
den. Hij heeft gezegd „je moet het doen, de ge
volgen zijn voor mijn rekening." Als voorstander
is dit zoc absurd, dat die man niet voor de
winkelsluiting mag pleiten.
Tot stemming wordt overggeaan en wordt het
vfcrzoek van de winkeliers verworpen. Tegen stem
den de heeren Kramer, Zeeman, Groen en Bekker.,
Voor de heeren Kroon, Berkhout en du Burck.
Hierna stelt de heer Zeeman voor het woordje
,,op" in art. 4 te wijzigen in „tijdens."
De heer Berkhout. Dat geeft niets.
De heer Zeeman. Bij dergelijke gelegenheden
kunnen B. en W. dan permissie geven tot het
openen van de winkels.
De heer Kramer steunt het voorstel, omdat dit
steeds- de bedoeling is geweest.
De voorz. Wanneer men de verordeningen van
J andere gemeenten raadpleegt, zal men daarin ook
het gewraakte woordje „op" vinden.
a De heer Kramer. De ontheffing is toch niet al
leen voor winkels op het terrein van tentoonstellin
gen en fancy fairs.
De voorz. Als een dergelijke bepaling er niet
was, zouden daar geen winkels komen.
-De heer Kramer. Het is de bedoeling dat
winkeliers in dé gemeente dezelfde rechten krij
gen als die op terreinen.
De voorz. In art. 4 wordt gesproken van ten-
toonstellingen en fancy fairs. Ik verzoek u mede
te deelen op welke dagen dan ontheffing moet
worden verleend.
De heer du Burck zegt dat in 'de verordening
verschillende tegenstrijdigheden voorkomen. Spr.
zou daarom aan B. en W. prae-advies willen vra.
gen om de verordening te wijzigen, zoodat 2jj
duidelijk uitdrukt wat er bedoelt wordt. Er wordt
gesproken over werkdagen en Zondagen. Hoe
staat het dan met 2en Pinksterdag, 2en Paaschdag
en 2etj Kerstdag. Volgens de verordening zouden
de winkels dan gesloten moeten zijn.
De voorz. Wanneer men het letterlijk opv,
moeten de winkels des Zondags gesloten zijn, an
ders had men moeten spreken van Zondagen
erkende christelijke feestdagen. Dus op de door
u genoemde dagen mogen de winkels geopend
zijn,
De heer Groen zou willen spreken van bijzon
dere feestelijke gelegenheden.
De heer Berkhout zou de redactie zoo will-
dat aan B. en W. het recht wordt gegeven vrij.
stelling te verleenen op dagen waarop feestelijkhé.
den worden gehouden.
De heer Da Burck wil aan B. en W. de bevoegd,
heid verleenen van bij bijzondere gelegenheden
De voorz. zegt dat een dergelijke bepaling
Haarlem niet zal warden goedgekeurd. Hoe min-
Ier delegatie van macht aan B. en W. wordt
-eend, hoe liever het hun zal zijn, vooral aan on-
ie--geteekeri.de
Hierna wordt het voorstel van den heer Zeemar
om het woordje „op" in „tijdens" te verander,
met allen voor aangenomen.
Van de heeren Kuijt en Benschop barbiers,
het verzoek ingekomen, de verordening zoodanig
te wijzigen, dat gedurende de maanden waarin df
zomertijd geldt, zij hun zaken des Woensdags 011
10 en des Zaterdags om 11 uur mogen sluiten
Het verzoek wordt ingewilligd en daarbij woi
tevens aangenomen een voorstel van den heer Groei
om de verordening in dezen geest ook van krachi
te doen zijn op de andere winkeliers
In stemming wordt gebracht het verzoek van
de voorloopige commissie inzake den Twuij
weg, waarover in de vorige vergadering de stem
men staakten
Het verzoek om een commissielid te benoemei
en een bedrag van 100 gld. beschikbaar te
kn, wordt verworpen met de heeren Berkhout
Burck, Kroon en Bekker tegen, de heeren Zeemai
Groen en Kramer voor.
Aangenomen wordt het voorstel van de com
missie voor d elichttaedrijven, om den electriciteii
prijs voor lichtstroom te verlagen met 3 cent
te brengen van 40 op 37 cent, ingaande i J
Deze verlaging is mogelijk door stijging van hi
lichtst roomverbruik.
Rondvraag.
De heer Berkhout zegt opmerkzaam te zijn
maakt op het gevaar bij het pad tusschen bra
en Oosterdijk aan de zuidzijde, vooral als de ring
sloot hoog staat. Spr. meent dat dit gevaar
worden weggenomen door het aanbrengen van
leuning.
Dc voorz. zegt dat B. en W. hieraan hu
aandacht zullen schenken.
De heer Groen vindt het overbodig, vooral
het een zeldzaamheid is dat de ringsloot zoo hoo
staat. Er bestaat alleen kans voor een paar
voeten. Spr. noemt het overdreven.
De voorz. zegt dat alleen een onderzoek z:
worden ingesteld
De heer du Burck herinnert aan een aangenome
voorstel ten opzeihte van een schoolartsen. B.
W. zouden met de gemeentebesturen uit den om
trek deze zaak bespreken om gezamenlijk
schoolarts aan te stellen. Spr. vraagt hoever
met deze zaak is gekomen.
De voorz. antwoordt dat B. en W. in de volgei
de vergadering mededeelingen hopen te kunne
doen. Men meende voor deze zaak de Gezondheids
commissie te moeten raadplegen. De zaak is ecl
ter niet afgedaan omdat die commissie nog steei
zonder voorzitter is
De r ondvraag levert verder niets op, waarna slu
ting der vergadering volgt
ter
w
it
stel
Nieuwstijdingen,
Ele ongevallen met onze vliegtuigen.
Het heeft veler aandacht getrokken, zegt
„Haagsche Crt.", dat er den laatsten tijd nog-'
eens een ongeval plaats heeft gehad met een mi
tair vliegtuig. Wel loopt het in den regel vo<
de inzittenden goed af, maar het feit allot
reeds, dat meermalen noodlandingen moesicu wo
den gedaan, doet de vraag rijzen, of b.v. het
terieel wel van zoodanigen a^rd is, dat
met ee ngerust hart zich eraan kan itoevert.ro
wen.
Het materieel van onze militaire luchtvaat
diensten moet evengoed aan de allerhoogste
sehen voldoen als dat van verkeersluchtlijnc
Niet alleen, omdat men in geval van oorlog v
de veiligheid des lands mede afhankelijk ia 1
een goed functioneerenden militairen lucht va:
dienst (b.v. voor verkenningen), maar óók, en
ker niet minder, omdat minderwaardig maten
zou beteekenen: het in gevaar brengen van ®e
schenlevens. Dit zou stellig niet minder on vera'
woordelijk zijn.
Ons wil het dan ook voorkomen, dat de in d
laatsten tijd gewekte ongerustheid alleszins e
grondig onderzoek naar dp kwaliteit van e
militair luchtvaart-materieel wettigt. De uw«
lijkheid bestaat natuurlijk ook, dat er iets
niet direct aan de vliegtuigen, maar op
ander punt, b.v. de kwaliteit van de brand-
of wat het dan ook zijn moge. Een onderzc
zou zich dan ook over de volle breedte van d<
materie moeten uitstrekken, over materieeel, l1'
soneel, organisatie, leiding enz.
D-e zaak is, dunkt ons, wèl waard, dat
met klem gevraagd wordt.
I Een hotelhouder opgelieht.
Dezer dagen vervoegde zich bij een be»
hotelier onder den rook van Breida een A®«
kaan, die voor een gezelschap van 7 dam®3
8 heeren voor eenige weken pension wilde
stellen. Van uit Scheveningen zo uhet gezel
in twee groote Buick-wagens dezer dagen a'
veeren.
De hotelier ontving den Amerikaan beW
plooide het met zijn prijzen en voorwaarden
aanlokkelijk, dat de vreemdeling besloot U«
iel te freguenteeren. De kamers, eetzaab
jers, convers
eele hotel v
cteerd.
'0t slot had
wenschte el
coiffeur te 5
zou ondulet
.gelaat zou
a regeling v
oer-Holland
cd diner. Na
akee als eei
hem gaarne
1 d enacht
zwarten sli
toog de A
hotelhouder
_aden met de
rat, elschap rijke
ijk te maken
te nacht wa:
f rijke belof
[aar toen der
corridors lan
te halen, ten-
r fieererascho
,n net Is nu
de Amerika
choeid, in de
ien, zonder
te hotelier v
nsche gasten
[ij is een illi
oenen.
- Een tweet
:*e) groeve te
ter 6 a 7 kub
werkman Bi
ot bloot blo
odingen, doch
cel bedolven,
irens hij bevi
.rd ste, daar Pr.
bewusteloos 1
stand is than;
"Die'Worme
6urentwist
adding ge bra
let was een 5
eg met een
n "de vrouw
elden, trok le
buurman eei
was öe poli
teerde, het n
stig gewond*
irbrengen.
Het slachtoff-
peer 25 jaar 0
ensgevaarlijk
ge mengasthuis
- De vermoe
isje te Soubi
kl gehuwde werl
- Eenige bet
iongehoorden
oral des Zone
van Botte
Holland be
Hierom hebbe.
1 uit te vaart
beletten.
- In een Ber
[ooivliegtuig
srgestort. Het
ven Berlijn wi
beid einzitt
op.
waa
me
Achteruitgan
ZZweden had,
ri 1925 6.036
vorige jaar et
:t sterftecijfer
8 en bedroeg
Daaerentegen
•stig. Hoewel
«1 groot was a
•deren geboren
•d is de verht
18.83.) Zwed
ar.krijk en is, 1
met het k
Wat e
Al sinds geruin
stelijk gedeelt
omdat de
"gdurige droog
t eleveren. D
dig, dat de b
1 al sedert 3;
Pen ho-og gele.
men al bij
is de toe
brandweer nie
1 gebruik
druk onvc
- ook, moet c
«nhuizen zijn
Wolffberi-
van Charloti
'n en dat de
Ken eerst ih d-
'den genomen
Een dram
n het Bramle
®d men Woen:
ir, Carly verm
w'jl deze laats
'vetst werd g
K- De wonden
'verp toegebi
h den 35-jar
"broer van d
r v°nt! dezen
."«naburige g;
net hotel vo
da«bt sgehoa
J nuis bleken
_^ennoed word
,cl: ÊT'gr 'S ge'
heeft aan;
niet gevondt
«t hotel was
ila' dat het 1
°P den best
1 de
hap'
wijl
de
hierna
droevige