Gemeenteraad ZUIDSCHARWOUDE. DE WINKELSLUITING. De raad dezer gemeente vergaderde Donderdag avond in voltallige zitting. Voorzitter de burgemeester^ Secrtearis de heer Kunnen. Na opening worden de notulen goedgekeurd. De heer Berkhout zegt naar aanleiding van de notulen, dat door hem in de vorige vergadering is gezegd, dat art. I van het huish. reglement van de lichtbedrijven zegt, dat het bestuur bestaat uit 4 leden. Door den voorz. werd gezegd dat dit met het geval is en art. i zegt dat het bestuur ge vormd wordt door de burgemeesters van Langen dijk en Sint Pancras, zelfs zoo, dat wanneer Noord- schanvoude overmorgen een ander burgemeester kreeg, deze zitting had in het bestuur. Uit het reg lement is mij echter gebleken dat art. i zegt dat het bestuur bestaat uit 4 leden, zijnde de burge meesters van Langendijk en Sint Pancras. Wat u zei was dus niet juist. De 5e burgemeester kar. niet ambtshalve zitting nemen in het bestuur, of eerst moet het reglement worden herzien. De voorz. Waar u het reglement heeft geraad pleegd, neem ik gaarne aan dat de redactie zoo luidt. De bedoeling is echter dat het bestuur be staat uit de burgemeesters van Langendijk en St. Pancras. Het reglement zal dus te zijner tijd moe ten v,orden gewijzigd. Het spijt mij dat ik u ten onrechte u toen hierop heb attent gemaakt. Van liet comité ter herdenking van het 100-ja- rig bestaan van het Gr. N. H. Kanaal is het ver zoek ingekomen een medaille beschikbaar te stel len voor de te houden zeilwedstrijden. De voorz. zegt, dat door B. en W., behoudens goedkeuring van den raad een medaille is gege ven ten hoogste tot een waarde van f 15.— De raad hecht zijn goedkeuring aan de hande ling van B en W. De voorz. zegt dat B. en W. hiervan natuurlijk geen gewoonte zullen maken, maar dat het is gedaan door de bijzondere omstandigheden. Spr. dankt voor de verleende goedkeuring. Van Ged. Staten is ingekomen de regeling van de 'jaarwedden voor de gemeente-ontvangers. Voor deze gemeente bedraagt het aanvangs-sa— laris f630 en het eind-salaris f 980.—. Van B. en W. van Alkmaar is ingekomen de begrooting van den keuringsdienst op waven. Voor kennisgeving aangenomen. Eveneens van B. en W. Van Alkmaar het ver slag van den directeur van den keuringsdienst op waren, .over het afgeloopen kalenderjaar. Dit zal circuleeren. Een verzoek van de afd. Alkmaar van het Gen. tot zedelijke verbetering van gevangenen, om een subsidie van fio. De voorz. zegt dat reeds eenige jaren die subsi die wordt verleend; en vermoedt <}at het de bedoe ling is die subsidie te verleenen tot wederopzegging- In dit verband adviseeren B. en W. goedgun stig te beschikken. Overeenkomstig wordt besloten. Op het verzoek van P. Ploeger om een half jaar ontheffing van de hondenbelasting wordt gunstig beschikt. In behandeling komt het verzoek van de^ atd. Langendijk van de N.H. vereen. Het Witte Kruis, om voor de gezinsverpleging een subsidie toe te staan van .5 cent per inwoner. Op voorstel van B. en W. wordt- goedgunstig beschikt. Ter tafel wordt gebracht een adres van de win keliers uit deze gemeente om de verordening op de Winkelsluiting in te trekken. De heer Du Burck zegt het adres met aandacht te hebben gelezen. Het heef); hem eveneens goed gedaan dat het adres was ingekomen. Het geeft zoo volkomen weer wat onder de bevolking en de winkeliers leeft. Als zij meenen dat hun door de verordening onrecht wordt aangedaan, dan juich ik het toe dat zij in hun actie volharden, om ver betering in den toestand te brengen. Ik kan mij dan ook volkomen met de in het a'dres genoemde argumenten vereenigen. De aanleiding tot dit adres is het aanstaande concours geweest en de vraag aan u mijnh. de voorz. om voor dien dag onthe-f fing te verleenen. Nu ben ik het met u eens dat u zooals de verordening daar ligt geen ontheffing kunt verleenen. Maar als in de gemeente een con cours wordt gehouden, en we iets krijgen wat niet iederen dag komt, daarbij denkende aan het spreek woord „waar het vol is, is nering" dan kan men het van de winkeliers best begrijpen, dat zij van zoo'n gelegenheid gebruik wenschen te maken, om iets te verdienen. Daarom is op grond an dit ie argument om intrekking van de verordening ver zocht. U weet echter voldoende hoe ik o er de verordening denk. Waar de winkels hier gesloten moeten zijn en in andere gemeenten niet, daarom is het van de winkeliers goed om bij de vertegen woordigers van de gemeente te e o ken hun standpunt in deze te herzien. Ik kan mij dan ook volkomen aansluiten bij het a gument, dat dit een schromelijke onbillijkheid is Waar zij hebben er varen dat ze schade van de verordening hebben, dan moeten wij trachten de burgers ter wille te zijn, en het hun mogelijk maken eens een extra- verdienste te hebben De verordening is dan ook met alieen onbillijk maar ook niet noodzakelijk. De winkeliers maken van het afwezig zijn van een verordening geen misbruik, door inbreuk te ma ken op de arbeidswet, doordat zij niet met per soneel werken. De sociale maatregelen komen dus ook nietin het gedrang. Door de verordening wordt het overtreden in de hand gewerkt. Zeker, er moet ingegrepen worden, wanneer het noodzakelijk is, maar door dergelijke verordeningen wekken wij op tot het plegen van overtredingen, en werken in de hand, dat men geen eerbied heeft voor wetten en verordeningen. Wij moeten trachten mede te werken, dat de burgers wel eerbied hebben voor wetten en verordeningen. Mijnh. de voorz., uit het adres mag ons dan temeer blijken dat de winke liers schade van dezen maatregel ondervinden, en hoop ik van harte dat de raad dezen avond zal besluiten de verordening in te trekken. De heer Kroon zegt dat het nu allen wel be kend is, hoe de uitkomst van de toepassing is, en hoe de verordening door de ingezetenen wordt op gevat. Het aantal bekeuringen wijst er zeker op, dat van de neringdoenden geep medewerking is te verwachten. Waar we zien het ongerief van een dergelijke verordening en de verminderde inkom sten voor de winkeliers, komt onwillekeurig de gedachte naar voren of het wel goed is de ver ordening langer te handhaven, vooral ook waar andere naburige gemeenten niet sluiten.. In den raad is een meerderheid er voor geweest om deze verordening te maken. Maar nu we hooren welk een geest er tegen de verordening bestaat, is het zeker in het belang van de gemeente om deze on- gewenschte verordening ongedaan te maken. Ik zou dan ook willen herinneren aan het spreekwoord beter ten halve gekeerd dan t«n heele gedwaald." 'Ook' geef ik de raad in ernstige overweging rde verordening in te trekken. De heer Berkheut zégt altijd een voorstander van de winkelsluiting te zijn geweest. Ik had de officieele zekerheid, enkele jaren terug, dat de meerderheid van de winkeliers voor sluiting was. Het schijnt echter dat de winkeliers veranderd zijn. Waardoor deze verandering heeft plaats gehad zal ik in het midden laten. Ik hej> een grondig oonderzoek ingesteld hpe de winkeliers over de verordening dachten, en daarbij is gebleken dat een groote meerderheid, ongeveer drie vierde te gen de sluiting was. Deze uitkomst heeft mij doen besluiten van gedachten te veranderen. Nu gebleken is dat de verordening naar den letter en in alle ge strengheid wordt toegepast en uitgevoerd, had ik dit echter anders verwacht. Er bestaat een groot verschil tusschen soepel en gestreng. De bedoeling vari mij is steeds geweest om de verordening op da gen zooals het aanstaande concours niet toe te passen. Nu dat niet het geval zal zijn, is dit voor mij een reden temeer om met het adres mee te- gaan en voor intrekking van de verordening te zijn. De voorz. zegt dat B. en W. niet met een prae- advies zijn gekomen, omdat het standpunt van dit college volkomen bekend is, en men zoo langza merhand uit-geprae-adviseerd raakt. Het verwon dert mij echter dat de heer Berkhout spreekt over een soepele toepassing van de verordening. Wan neer een verordening in het leven wordt- geroepen, kan men niet anders verwachten, dat ze uitge voerd wordt zooals ze luidt. Men moet van mij niet verwachten dat ik de verordening dan soepel zal toepassen en op verzoeken om ontheffing zal in gaan. Wanneer de raad een verordening vaststelt, zal ik die uitvoeren, ook al ben ik het er niet mee eens en in hoe een ver/elende positie ik daardoor ook zal komen. Meneer Berkho-t het kan bij u geen ernst zijn, wanneer u zegt dat u een soepele toepassing heeft verwacht. De heer Kramer zegt dat het misschien niet zoo beoheft te verwonderen dat het adres is binnen gekomen Maar wel dat wij nu hebben wat wij m de vorige vergadering niet hadden. De vorige ver gadering w erd het ingekomen adres zonder bespre kingen voor kennisgeving aangenomen. En het ver wondert mij ten zeerste ook nu niet een dergelijk prae-aüvies van B. en W. te hebben gekregen. Niettegenstaande dit is de toestand bij mij echter precies hetzelfde gebleven. Over de in het adres ggenoemde argumenten kan men verschillend den ken. Maar door den heer du Burck is gesproken over een onrecht dat den winkeliers wordt aange daan. Hebben de winkeliers dan meer recht dan de andere burgers? Niemand heeft het recht op Zondag te arbeiden De heer Du Burck. De herbergiers. De heer Kramer vervolgt: du B. zegt de her bergiers, maar dat is een geheel andere kwestie, dat is een geheel anderen aard van bedrijf. Iemand die een winkel heeft, kan in zes dagcfri zooveel verdienen dat hij in z'n levensonderhoud kan voor zien, wat anderen ook moeten. Daarom moet men niet spreken over onrecht. Met verwondering heb ik in het adres gelezen dat er over schade gespro ken wordt. Het verheugd mij, dat de winkeliers in onze gemeente zoo'n goede boekhouding hebben, dat zij nu reeds kunnen constateeren, dat zij door de verordening schade lijden. Ik ben echter van meerling dat dit echter moeilijk met cijfers valt aan te toonen. Berkhout zegt dat gebleken is dat de toestand onder de winkeliers anders is gewor den. Dat één vierde voor en drie vierde tegen de winkelsluiting is. Uit het verslag van de winke- liersvereeniging blijkt mij echter dat er 63 winke liers vcor en 69 tegen de sluiting waren gerekend over den geheelen Langendijk. met 21 blanco en 9 voorwaardelijk. Steeds is de winkelsluiting door Berkhout ten rechte verdedigd en hij kan dit nog doen. De toestand in Zuidscharwoude is echter zoo dat er 11 voor en 31 tegen de sluiting waren. De uitslag van den georganiseerden middenstand voor deze gemeente was echter 25 voor 21 tegen en 2 voorwaardelijk. Uit deze cijfers blijkt dus, dat de meerderheid er voor was. Het spijt mij, dat deze besprekingen nu weer gehouden worden. Ik il thans ook niet meer de voordeelen naar voren brengen. Ik denk er niet aan mijn standpunt in deze te gaan wijzigen. De heer Zeeman zegt over veel te zullen zwij gen wat door du Burck, Kroon en Berkhout naar voren is gebracht. Veel hier\an is reeds door deii- heer Kramer beantwoord. Met cijers werken is altijd gevaarlijk. Toen we hoorden dat er 11 voor en 32 "tegen waren, ging me nzich afvragen, „hoe komt dat". En dan hebben die cijfers niet die waarde die er aan wordt toegekend. Het verwon dert mij echter in hooge mate dat Berkhout zijn standpunt in deze zaak thans gaat wijzigen. Een man die altijd een goed voorstander van de slui ting is geweest. Zich wijzigt door een actie zoo als die hier is ontketend. Maar er is nog een an dere weg voor den heer Berkhout. De bedoeling is steeds geweest, dat op dagen zooals het con cours en feesten, gelegenheid werd gegeven aan 1 de neringdoenden om in de behoeften van het pu bliek te voorzien. Wanneer ik lid \an den raad van de gemeente Bergen was, dan zou ik zeker een ander standpunt innemen, dan als raadslid van Zuidscharwoude. Wanneer een dorp geheel afhankelijk is van het vreemdelingenverkeer, dan zou ik mij wel tweemaal bedenken voor een der gelijke verordening mee te helpen maken. De Zon dagsluiting behoeft hier geen schade te berokke nen, misschien op een enkele uitzondering na. Al tijd zal er een enkele onder lijden. Wanneer het idéé vrijheid wordt hooggehouden, dan ben ik daar niet bijzonder gevoelig \oor. Vrijheid is slechts een beperkt begrip. Echter ben ik er wel voor aan de bezwaren van de winkeliers tegemoet te komen. Dat kan gemakkelijk, eri dit zeg ik dan in het bijzonder tot den heer Berkhout. Wanneer men een verordening gaat maken, leert men later de gevaren daar. an kennen. Zoo staat in art. 4 dat B. en W. uitzonderingen kunnen toestaan voor winkels „op" tentoonstellingen fancy fairs e. d. Nu zou ik het woordje „op" willen veranderen in „tijdens" omdat daarmee alles ondervangen wordt. Dit drukt dan de bedoeling uti van Berk hout en mij. Het was niet onze bedoeling om de extra-verdienste bij dergelijke gelegenheden weg te nemen. Dat is een fout in de redactie. Wan neer we het artikel in dezen geest, wijzigen is aan het bezwaar van de winkeliers tegemoet gekomen' Overigens sluit ik mij aan bij het oordeel van een winkelier, die zeide, dat wanneer het geld niet in zes dagen wordt verdiend, dit op den zevenden dag cok niet binnenkomt. Men kan ook nog niet oordeelen of men schade van de verordening heeft Wel valt te constateeren, dat de kinderen nu lee- ren sparen. (Gemompel van het publiek.) De voorz. Ik verzoek het -publiek te zwijgen. De heer Zeeman. Later wil ik gaarne met het publiek den degen kruisen. Ik ben niet van plan schuilevinkje te spelen. Alles snakt naar rust voor al des' Zondags. Du Burck meent als pleiter te moeten optreden, maar hij zal uit eigen ervaring het best kunnen beoordeelen, dat een wet waar men niet voor is, later een zegen is geweest. En dan had dit reeds 13 jaar eerder moeten gebeuren. Een ieder moet van z'n vrijheid kunnen gemeten, en dan is het een geluk dat de verordening er is. Wanneer de wijziging, zooajs die door mij wordt voorgesteld, worden de bezwaren weggenomen, en behoeft niet de geheele verordening ingetrokken te worden. De voorz. De een zegt dat de verordening niet soepel wordt toegepast, een ander doet de ont dekking dat de redactie niet zuiver is. Dien men- schen zou ik willen mededeelen, dat de verorde ning is vastgesteld, zooals de raad dat wenschte. Dcor den laatsten spreker wordt zelfs voorgesteld op tentoonstellingen en fancy fairs aan de winke liers gelegenheid te geven te verkoopen. Maar ik zou deze zelfde personen willen verzoeken, eerlijk te zijn en zich niet te verschuilen achter datge ne wat zij zelf hebben vastgesteld. D; heer Zeeman. Mijnh. de voorz. het gaat nu over een persoonlijk feit. Ik ben er niet over tevre den, wanneer u zegt dat er met minder eerlijke bedoelingen gewerkt wordt. De verordening kan zooals ze hier ligt niet anders worden toegepast. Maar het woordje „op" drukt niet onze bedoeling uit Gaarne zou ik van u een nadere inlichting wilien ontvangen op wat niet eerlijk is geweest. Gaarne zou ik zien dat die uitdrukking door li werd teruggenomen. Hier zitten bij ons geen on eerlijke bedoelingen achter. Ik aanvaard die woor den dan ook niet. De voorz. Mijnheer Groen. De heer Zeeman. Dus het kan niet? Dc heer Groen had liever gezien dat over deze zaak niet meer gesproken was. Het wordt thans een bedenkelijke geschiedenis, terwijl ellenlange re devoeringen worden gehouden Wat de bekeuringen betreft, die zijn in hoofdzaak verleden Zaterdag gevallen. Echter waien deze niet een ge.olg van 'de winkelsluiting maar van de tn voering van den zomertijd. Wat de schade betreft, deze kan nog niet geconstateerd worden. Ten opzichte van een •nkeling, die erover valt, kan men toch geen ver ordening maken, die voor. het algemeen goed Deze zaak is ook in mijn partij besproken. De ar gumenten zijn'gewikt en gewogen en het slot is geweest, dat de kath. partij absoluut voor Zondag sluiting is. In een vergadering van winkeliers is ggezegd geworden, dat aan het raadslidmaatschap van de heeren Kramer en Groen bij de a.s. ver kiezingen wel een enide zou worden gemaakt, om dat dan ook wel spoedig de Zondagsluiting van de baan zou zijn. Maar ik kan verklaren dat onze opvolgers e*" precies zoo o ver denken als wij. Het beginsel staat bij ons het hoogste, tenzij het gaat om uitzonderingsgevallen, zooals thans. Er is niets tegen om de verordening in dezen geest te wijzi gen, Maar het beginsel blijft. De heer Berkhout antwoordt aan den heer Kra-' mer, dat hij andersom is gegaan, omdat de meer derheid van de winkeliers de verordening niet wenscht In de laatste vergadering van de win- keliersvereeniging is besloten dat de vereeniging zich niet meer met de winkelsluiting zal bemoeien, omdat de meerderheid van de winkeliers er tegen is. Over den geheelen Langendijk zijn er net zoo veel voor als tegen. Maar wij zitten hier niet voor den geheelen Langendijk, maar voor Zuidschar woude en hier waTen er 11 voor en 31 tegen. Daar mede wordt door mij rekening gehouden. De win keliers zijn van deverordening niet gediend en verklaren er schade van te hebben. Voor mij is 't echter geen beginselkwestie. Ik heb gemeend door invoering in hun belang te handelen, maar nu zij verklaren dat het niet in hun belang is, wil ik er niet aan medewerken hun schade te berokkenen. Tik dacht den winkelstand te dienen met de slui ting, maar nu de meerderheid er tegen is, zal ik de laatste zijn die schade wil berokkenen aan zijn nevenmenschen. Mijnh. de voorz. volgens de letter van de verordening kon u niet anders handelen, maar de geest was anders. De bedoeling was om op dagen zooals van het concours niet van kracht te doen zijn. Ik kan dan ook niet met de verorde ning meegaan, omdat de winkeliers zeggen dat ze niet in hun belang is. De heer Bekker is voor de winkelsluiting, maar voor een soepele toepassing op concoursdagen en andere dagen waarop feesten worden gehouden. De heer Du Burck zegt dat het Kramer verwon dert dat hij zegt dat aan de winkeliers onrecht wordt gedaan. Dat behoeft in het geheel niet te verwonderen. Moeten wij die menschen dan als kwajongens beschouwen, die 3 maal achtereen met een adres komen. Hieruit mogen wij de overtui ging putten dat ze met oprechte bedoelingen ko men. Wanneer de andere gemeenten geen winkel sluiting invoeren, dan gaan onze burgers naar die gemeenten om hun inkoopen te doen. Ik althans denk er niet aan om de verordening te overtreden. Daarom wordt den winkeliers onrecht aangedaan- Ook houden de winkeliers over het algemeen geen boek. jnaar ze weten weergaasch goed of ze nu meer of minder verdienen. En ik geloof hen wan neer zij zeggen dat ze minder verdienen dan an ders Verder zegt de heer Zeeman over du Burck.... De voorz. Ik. geef u in o erweging niet in te gaan op datgene v.at andere sprekers zeggen. De heer Di Burck. Dan nog een zakelijk feit. Zien,an zegt, dat -„anneei hij in Bergen was, niet voor een winkelsluiting te zijn. Maar ik herinner „.ij dat Z. in de vo.ige vergadering heeft gezegd: zes dagen zult ge arbeiden en de zevende rusten. Nu dacht ik dat de menschen in Bergen evengoed moesten rusten als in Zuidscharwoude. In Bergen is men van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in het gareel ook des Zondags. Ten opzichte van de rust zou men juist in Bergen de winkelsluiting; moeten invoeren. Ik zal niet ingaan op art. 4. Ik wil de winkeliers ter wille zijn. Wanneer de verordening niet wordt ingetrokken, dan zal ik mij daarbij hebben neer te leggen. Maar men mrakt zich schuldig aan het feit, dat de win keliers steeds zullen terugkomen om zich van de ongemotiveerde verordening te ontslaan. Men moet niet vergeten dat het door ongeveer 85 pCt. van de belanghebbenden wordt ge.raagd. Ook al was ik voorstander van sluiting, als democraat zou ik dan voor het verzoek stemmen. Tenslotte nog iets. Ik heb hooren zeggen en ik meen het vrij ze ker te weten, en ook Kroon is er mee op de (hoog te, dat door een raadslid de verordening is overtre den. Hij heeft gezegd „je moet het doen, de ge volgen zijn voor mijn rekening." Als voorstander is dit zoc absurd, dat die man niet voor de winkelsluiting mag pleiten. Tot stemming wordt overggeaan en wordt het vfcrzoek van de winkeliers verworpen. Tegen stem den de heeren Kramer, Zeeman, Groen en Bekker., Voor de heeren Kroon, Berkhout en du Burck. Hierna stelt de heer Zeeman voor het woordje ,,op" in art. 4 te wijzigen in „tijdens." De heer Berkhout. Dat geeft niets. De heer Zeeman. Bij dergelijke gelegenheden kunnen B. en W. dan permissie geven tot het openen van de winkels. De heer Kramer steunt het voorstel, omdat dit steeds- de bedoeling is geweest. De voorz. Wanneer men de verordeningen van J andere gemeenten raadpleegt, zal men daarin ook het gewraakte woordje „op" vinden. a De heer Kramer. De ontheffing is toch niet al leen voor winkels op het terrein van tentoonstellin gen en fancy fairs. De voorz. Als een dergelijke bepaling er niet was, zouden daar geen winkels komen. -De heer Kramer. Het is de bedoeling dat winkeliers in dé gemeente dezelfde rechten krij gen als die op terreinen. De voorz. In art. 4 wordt gesproken van ten- toonstellingen en fancy fairs. Ik verzoek u mede te deelen op welke dagen dan ontheffing moet worden verleend. De heer du Burck zegt dat in 'de verordening verschillende tegenstrijdigheden voorkomen. Spr. zou daarom aan B. en W. prae-advies willen vra. gen om de verordening te wijzigen, zoodat 2jj duidelijk uitdrukt wat er bedoelt wordt. Er wordt gesproken over werkdagen en Zondagen. Hoe staat het dan met 2en Pinksterdag, 2en Paaschdag en 2etj Kerstdag. Volgens de verordening zouden de winkels dan gesloten moeten zijn. De voorz. Wanneer men het letterlijk opv, moeten de winkels des Zondags gesloten zijn, an ders had men moeten spreken van Zondagen erkende christelijke feestdagen. Dus op de door u genoemde dagen mogen de winkels geopend zijn, De heer Groen zou willen spreken van bijzon dere feestelijke gelegenheden. De heer Berkhout zou de redactie zoo will- dat aan B. en W. het recht wordt gegeven vrij. stelling te verleenen op dagen waarop feestelijkhé. den worden gehouden. De heer Da Burck wil aan B. en W. de bevoegd, heid verleenen van bij bijzondere gelegenheden De voorz. zegt dat een dergelijke bepaling Haarlem niet zal warden goedgekeurd. Hoe min- Ier delegatie van macht aan B. en W. wordt -eend, hoe liever het hun zal zijn, vooral aan on- ie--geteekeri.de Hierna wordt het voorstel van den heer Zeemar om het woordje „op" in „tijdens" te verander, met allen voor aangenomen. Van de heeren Kuijt en Benschop barbiers, het verzoek ingekomen, de verordening zoodanig te wijzigen, dat gedurende de maanden waarin df zomertijd geldt, zij hun zaken des Woensdags 011 10 en des Zaterdags om 11 uur mogen sluiten Het verzoek wordt ingewilligd en daarbij woi tevens aangenomen een voorstel van den heer Groei om de verordening in dezen geest ook van krachi te doen zijn op de andere winkeliers In stemming wordt gebracht het verzoek van de voorloopige commissie inzake den Twuij weg, waarover in de vorige vergadering de stem men staakten Het verzoek om een commissielid te benoemei en een bedrag van 100 gld. beschikbaar te kn, wordt verworpen met de heeren Berkhout Burck, Kroon en Bekker tegen, de heeren Zeemai Groen en Kramer voor. Aangenomen wordt het voorstel van de com missie voor d elichttaedrijven, om den electriciteii prijs voor lichtstroom te verlagen met 3 cent te brengen van 40 op 37 cent, ingaande i J Deze verlaging is mogelijk door stijging van hi lichtst roomverbruik. Rondvraag. De heer Berkhout zegt opmerkzaam te zijn maakt op het gevaar bij het pad tusschen bra en Oosterdijk aan de zuidzijde, vooral als de ring sloot hoog staat. Spr. meent dat dit gevaar worden weggenomen door het aanbrengen van leuning. Dc voorz. zegt dat B. en W. hieraan hu aandacht zullen schenken. De heer Groen vindt het overbodig, vooral het een zeldzaamheid is dat de ringsloot zoo hoo staat. Er bestaat alleen kans voor een paar voeten. Spr. noemt het overdreven. De voorz. zegt dat alleen een onderzoek z: worden ingesteld De heer du Burck herinnert aan een aangenome voorstel ten opzeihte van een schoolartsen. B. W. zouden met de gemeentebesturen uit den om trek deze zaak bespreken om gezamenlijk schoolarts aan te stellen. Spr. vraagt hoever met deze zaak is gekomen. De voorz. antwoordt dat B. en W. in de volgei de vergadering mededeelingen hopen te kunne doen. Men meende voor deze zaak de Gezondheids commissie te moeten raadplegen. De zaak is ecl ter niet afgedaan omdat die commissie nog steei zonder voorzitter is De r ondvraag levert verder niets op, waarna slu ting der vergadering volgt ter w it stel Nieuwstijdingen, Ele ongevallen met onze vliegtuigen. Het heeft veler aandacht getrokken, zegt „Haagsche Crt.", dat er den laatsten tijd nog-' eens een ongeval plaats heeft gehad met een mi tair vliegtuig. Wel loopt het in den regel vo< de inzittenden goed af, maar het feit allot reeds, dat meermalen noodlandingen moesicu wo den gedaan, doet de vraag rijzen, of b.v. het terieel wel van zoodanigen a^rd is, dat met ee ngerust hart zich eraan kan itoevert.ro wen. Het materieel van onze militaire luchtvaat diensten moet evengoed aan de allerhoogste sehen voldoen als dat van verkeersluchtlijnc Niet alleen, omdat men in geval van oorlog v de veiligheid des lands mede afhankelijk ia 1 een goed functioneerenden militairen lucht va: dienst (b.v. voor verkenningen), maar óók, en ker niet minder, omdat minderwaardig maten zou beteekenen: het in gevaar brengen van ®e schenlevens. Dit zou stellig niet minder on vera' woordelijk zijn. Ons wil het dan ook voorkomen, dat de in d laatsten tijd gewekte ongerustheid alleszins e grondig onderzoek naar dp kwaliteit van e militair luchtvaart-materieel wettigt. De uw« lijkheid bestaat natuurlijk ook, dat er iets niet direct aan de vliegtuigen, maar op ander punt, b.v. de kwaliteit van de brand- of wat het dan ook zijn moge. Een onderzc zou zich dan ook over de volle breedte van d< materie moeten uitstrekken, over materieeel, l1' soneel, organisatie, leiding enz. D-e zaak is, dunkt ons, wèl waard, dat met klem gevraagd wordt. I Een hotelhouder opgelieht. Dezer dagen vervoegde zich bij een be» hotelier onder den rook van Breida een A®« kaan, die voor een gezelschap van 7 dam®3 8 heeren voor eenige weken pension wilde stellen. Van uit Scheveningen zo uhet gezel in twee groote Buick-wagens dezer dagen a' veeren. De hotelier ontving den Amerikaan beW plooide het met zijn prijzen en voorwaarden aanlokkelijk, dat de vreemdeling besloot U« iel te freguenteeren. De kamers, eetzaab jers, convers eele hotel v cteerd. '0t slot had wenschte el coiffeur te 5 zou ondulet .gelaat zou a regeling v oer-Holland cd diner. Na akee als eei hem gaarne 1 d enacht zwarten sli toog de A hotelhouder _aden met de rat, elschap rijke ijk te maken te nacht wa: f rijke belof [aar toen der corridors lan te halen, ten- r fieererascho ,n net Is nu de Amerika choeid, in de ien, zonder te hotelier v nsche gasten [ij is een illi oenen. - Een tweet :*e) groeve te ter 6 a 7 kub werkman Bi ot bloot blo odingen, doch cel bedolven, irens hij bevi .rd ste, daar Pr. bewusteloos 1 stand is than; "Die'Worme 6urentwist adding ge bra let was een 5 eg met een n "de vrouw elden, trok le buurman eei was öe poli teerde, het n stig gewond* irbrengen. Het slachtoff- peer 25 jaar 0 ensgevaarlijk ge mengasthuis - De vermoe isje te Soubi kl gehuwde werl - Eenige bet iongehoorden oral des Zone van Botte Holland be Hierom hebbe. 1 uit te vaart beletten. - In een Ber [ooivliegtuig srgestort. Het ven Berlijn wi beid einzitt op. waa me Achteruitgan ZZweden had, ri 1925 6.036 vorige jaar et :t sterftecijfer 8 en bedroeg Daaerentegen •stig. Hoewel «1 groot was a •deren geboren •d is de verht 18.83.) Zwed ar.krijk en is, 1 met het k Wat e Al sinds geruin stelijk gedeelt omdat de "gdurige droog t eleveren. D dig, dat de b 1 al sedert 3; Pen ho-og gele. men al bij is de toe brandweer nie 1 gebruik druk onvc - ook, moet c «nhuizen zijn Wolffberi- van Charloti 'n en dat de Ken eerst ih d- 'den genomen Een dram n het Bramle ®d men Woen: ir, Carly verm w'jl deze laats 'vetst werd g K- De wonden 'verp toegebi h den 35-jar "broer van d r v°nt! dezen ."«naburige g; net hotel vo da«bt sgehoa J nuis bleken _^ennoed word ,cl: ÊT'gr 'S ge' heeft aan; niet gevondt «t hotel was ila' dat het 1 °P den best 1 de hap' wijl de hierna droevige

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 4