LN
il
mee
aar
3N.
3 Juli
welk
en dit
sten
op
erlei
tieke
ns zich
gelijk
dat de
jk voor
hotel
nsgoe-
Slaap
)ekens
[apok
oerzei
voort
M"7"
(d^Ltori jtoo 'ie cm .bjsii n<
f"™s ,&r»v/ tegood iod
843 Jtrr*j
LafllnoaJinü i
Eülöto
vu.: ,K
sd .bncda
mw ogi
.giuloobod njim oicm ojhoJe ni obiotaoisl j -eg bed gew
317/ ot
i 3'i - 301
023130a 01
arcJ'
t9(f teb .nejyiow
1I0
lnenosneni
aosg.cqqo boog Ie
[is doo
lotori-o
ogai
ra r
i
erp der
le voor-
tduring
rechten
ik allen
rotectie.
noteerin
eau geeft
compleet
nduleeri
jKIVT A A
COÜRAIÏT.
3uitenlandsch Overzicht
Nadruk verboden,
t we ook dien oorlog ma arniet kwijt kunnen
i. Het zijn werkelijk niet alleen het veilig-
jgverdrag en de Fransche vrees en de Engel-
voorzichtigheid, die er ons aan herinneren,
eel ons leven gaat nog gehukt onder den last,
Europa zich vrijwilligdoor den oorlog op
ichouders legdte. En wanneer we dat niet altijd
I besfefen, dan komt dat, omidat je een last,
je langen tijd en voortdurend draagt, niet
er als zoodanig merkt, omdat hij er bij schijnt
taan hooren, deel van het geheel, dat je altijd)
iragen hebt.
Jaar soms een oogenhlik voel je hem, drukt
Dan word je onwillig en tracht hem af te
Het gaat niet, hij zit te vast gesjord,
x de pogingen gooien den boel een oogjenblik
overhoop en geven een algemeene conster-
lie, niet alleen om de herrie, die ze maken,
ar meer nog, omdat ieder plotseling den last
nerkt dien hij zelf op de schouders heeft.
)at iis nu in Frankrijk gebeurd, en duidelijker
ameembaar nog in Engeland. In Griekenland
ze als overal in het Zuiden wat ongedul.ii-,
en opgewondener. E11 wanneer Fransehen en
gelschen nog raadplegen over den last en die
nieren, om er af te komen, dan rollen ze zich
Griekenland al over den grond' als een paard
doet om zich van lastige vliegen op zijn rug
bevrijden, maar zonder 'dat het veel gjceft,
dat ze toch nog met den last op den rug weer
ten opstaan en verder moeten en die alleen,
beetje vreemd verschoven zit en daardoor
sk nog lastiger en drukkender is geworden.,
'eitelijk konden de Grieken dat nu wel weten,
hebben al een koning weggejaagd en nog een
«den koning en ministers doodgeschoten. En
is allemaal hetzelfde geblevende last blijft',
hebben ze de zaak minder hardhandig aan-
lakt. Blijkbaar heeft de ervaring geleerd. Want
imeer Michalahoepolos de minister president
zoo verstandig was geweest op het eerste
tel van de rebelleerende officieren op te stap-
dan was er allicht weer een zelfde bloedige
gedie gevolgd, als na den afstand van koning
nstantijn. Generaal PangaJLoe, het hoofd van
opstand, dezelfde, die indertijd den opstand
Konstantinistische officieren onder generaal
tanas onderdrukte, behoefde nu niet anders te
in dan de ambtskleeding van minister-president
m. En wanneer er gteen moeilijkheden
men met Zuid-Slavië, die dien Grieksohen buur
niet al te best gezind was den laats ten tijd' en
geschrokken is van Tangakte' redevoeringen
er de versterking van den Griekschen invloed
den balkan en het herstel van Griekenland's
ïcht, dan schijnt alles onbloedig en vrijwel
sisser te zullen afloopen. Wte weten dan
«n, dat er weer een andere generaal baas is
Griekenland en kunnen wachten, tot hij door
van zijn collega's, die Griekenland en zich-
er weer op wil helpen, wordt weggejaagd,
op zijn beurt weer door een ander te wordien
(drongen ongeveer zooals dat in Portugal gaat,
w ze ook om den anderen dag revolutie spelen,
zoo lang tot er geen generaals meer over
en ze of het rijtje weer van voren af moeten
ginnen of eindelijk het veelgeplaagde land, dat
»r den oorlog heelemaal uit zijn voegen ge-
•kt is, rust gunnen.
Frankrijk, dat ook een veelgeplaagd land' is
den laatsten tijd ook wat uit z'tjn voegen ge-
is, gaat het anders. De Franschen zijn
®tandiger dan dte Grieken en weten wel, dat
niet helpt of ze al revolutie maken, omdat
'ast toch op den rug vast blijft kitten. Ze
•Aten hem daarom los te niaken met andere
'ddelen. En dte nieuwste heeft Caillaux nu voor
bid. Ze verschillen niet zoo heel veel fan de
fee, die Clémentel, minister van financiën in
'kabinet Herriot en zijn opvolger De Monrie
'fe aanbevolen: verhooging van de voorsch ot -
van de Ban kvan Frankrijk met G milliard
aan nieuwe binnenlandsche leening. Maar de
Stscheu hebben inmiddels begrepen, dat er toch
anders op zat en hebben dus in kamer en
'aat met de voorstellen genoegen genomen,
feelen om die last werkelijk los te maken,
op Frankrijk's schouders rust en Frankrijk's
feoiën te herstellen, zijn het eigenlijk nog niet.
r'zijn niet anders dan noodzakelijke voorbe-
fe&gen, voor men naar die middelen op zoek
gaan. Frankrijk's begrooting moet allereerst
evenwicht en Frankrijk heeft oogenblikkelijk
feoodig. Als dat geregeld>is, wil Caillaux aan
'eigenlijke herstel beginnen. Door den oorlog
'Marokko wordt hij daarbij al bijl voorbaat op
"'eerlijke wijze gehandicapt. Oorlogen kost al-
geld. En het zijn juist dte consequenties van
.baarheid, die ons nu eenmaal den last op de
°uders hebben geschoven. Maar, bij allen open-
hij zich in een anderen vorm, in Engeland
den vorm van de geweldige moeilijkheden.,
•ermee er de industrie te worstelen heeft.
1920 had Groot-Brittanje een gunstige han-
talans van 252 millioen ponden, dat is onge-
24 millioen gulden, in 1924 een- van 27
n pond, terwijl de cijfers over de eerste
iaden van dit jaar een najdeelige balans van 29.
tot 30 millioen doen verwachten. Dat zijn cijfers,
die spreken. Em het is geen wonder, dat Engel-
sdhe oeoonomen en politici daar, tegenover een
oogenblik met de handen in het haar staan. Het
zijn niet enkel oorlogsgevolgen, die zich in dezen
toestand dememstreeren. Engeland xs als 't' ware
I overgeindustraliseerd, moet nu aan voedingsmid-
dele nen grondstoffen te veel invoeren en weet
voor zijn uitvoer uiet voldoende weg. Maar juist
in die laatste omstandigheid openbaart zich een
j oorlogsgevolg, waar toch de slechte oeoonomische
toestand der wereld zijn invloed doet gel dien.
Vooral de mijnen verkeeren nu in moeilijkheden,
waarmee men geen anderen uitweg ziet dan door
vverl aging der loonen en verlenging van den
werktijd, wat echter heit gevaar zou oproepen
van een ernstig oeconomisch conflict. Hetzelfde
dreigt bij de spoorwegen. Ein ook de staalindus+rie
en andere industrieën verkeeren in noodlijdenden:
toestand. Men roept om het redmiddel van be
schermende rechten. Maar men voelt zelf, dat dit
middel den toestand niet wijzigen kan.
Engeland niet alleen, wij allen voelen ons als
'tware in een slip, waarin we nog altijd in 't don
ker rondtasten en waarvan we den uitweg niet'
kunnen vinden. Maar het lijkt toch soms den
laatsten tijd, of een glimpje van licht door oen
wijkende kier dringt en of we iets beginnen te
begrijpen van de richting, waarin we den uitweg
to zoeken hebben.
Rechtzaken j
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK.
Zitting van 30 Juni.
De deur uitgestuurd.
Slechts 2 zaken stonden Dinsdag op het re
pertoire. En wat 'n mooie zaken.. Met 'n luchtje!
afoodat de reukzenuwen van het publiek en pers
niet geprikkeld mochten worden en al die on
bevoegden de deur uit werden gecomplimenteerd.
Het betrof hier art. 247, plegen van niet te noe
men handelingeh en beruchte art. 251bis, abor-"
tus provocates.
Beide beklaagden bevuilden zich in voorarrest.
A.s. week uitspraak.
Plaatselijk Nieuws
BROEK OP LANGENDIJK.
Aan het postkantoor Broek op Langendijk en
de daaronder ressorteerende hulppost.kantoren,
•werd gedurenidie de maand Juni 1925 ingelegd)
f5140.70, terugbetaald f4618.24.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven boek
je draagt het nummer 839.
Z UID18C H ARW OUDlEL
In tegenstelling met vroeger uit Oudkarspel
.gelanceerde berichten, kunnen we meedeelen, dat
'de heer Dijkhuizen zijn benoeming tot raadslid!
x heeft aangenomen.
BROEK OP LANGENDIJK.
Verloren voorwerpen: portemonnaie, inhouden-
de geld en een klaviersleutel; gouden dames-
armbandhorloge.
Gevonden voorwerpen: een vaarkloet.
Inlichtingen bij de politie ter Secretarie.
Gevonden voorwerpen: belastingplaatje 1925;
^portemonnaie met inhoud.
Inlichtingen bij de rijkspolitie.
UIT DEN OMTREK.
-WARMENHUIZEN.
Ba nne Warnianhuizen.
Wat betreft de wijziging van hef Bijzonder
Reglement van 'Üe banne „Warmenhuizen", stel
len Ged. Staten aan de Prov. Staten voor om art.
3 in overeenstemming met de ten aanzien van
'andere waterschappen in de laatste jaren alge
meen aangenomen regeling voor de verkiesbaar
heid tot lid van het bestuur te bepalen op 1 H A.
en niet zooals wordt voorgesteld op 3 H.A. Met
'd evoórgestelde wijziging van art. 5, volgens
welke van de 368 ingelanden, 207 het stemrecht
•deelachtig zullen worden, terwijl bij dte thans
geldende regeling slechts aan 91 ingelanden het
stemrecht toekomt, kunnen Ged. Staten zich ver-
'eenigen.
Naar aanleiding van de ter visie ligging van
het ontwerp-besluit is een bezwaarschrift inge
diend, waarmede het polderbestuur zijn instem
ming heeft betuigd.
Het bezwaarschrift heeft Ged. Staten ^een
aanleiding gegeven wijziging te brengen in het
ontwerpbesluit.
Het ingediende bezwaarschrift, onder te ekent
'door 30 stemgerechtigde ingelanden van Je banne
„Warmenhuizen" is van de volgende inhoud:
..Geven met verschuldip Vn eerbied te kennen,
onder-eteekenden, stemgerechtigden van -de ban
ne „Warmenhuizen" kennis genomen hebbende
van het ontwerp-besluit tót wijziging van het
bijzonder reglement voor de genoemde banne,
bezwaar te hebben tegen wijziging van art. 3,
zoodanig, dat het grondbezit voor verkiesbaar
heid tot lid van het bestuur vereischt, wordt
gebracht op 1 H.A-i uit overweging, dat het
grondbezit van 1 H.A. in ónze banne in den
regel zeer fictief is, als zijnde voor verreweg het
meerendeel bezwaard met hypotheek of zware
schuld;
„dat onder dteze categorie van "bezitters nu niet
bepaald die intellectueel hoogstaande krachten
schuilen, vereischt voor het met ruimen blik ver
vullen van bestuursfunctiën, juist het tegendeel
is het geval;
„dat, evenals voor de gemeen teraiJen, de eischen
om goed bestuurslid te zijn al hooger gesteld'
moeten worden;
„dat in verband met het bovenstaande het niet
wenschelijk is de mogelijkheid te scheppen, dat
in het bestuur een meerderheid zo ukunnen ge
kozen worden, uit en door minder intellectueelen,
welke zich. dan zou moeten uitspreken in vraag
stukken als b.v. kanalisatie van West-Friesland,
gelijkstelling Raaksmaat- en Schermerboezem, het
Wegenvraagstuk en dergelijke.
„Onderge teekenden zijn verder zo ovrij, op te
-merken, dat door het grondbezit voor st'emge-
rechtigheid vereischt, te bepalen op 1 H.A., reeds
ruimschoots invloed door bovengenoemde bezitters
kan uitgeoefend worden op ide samenstelling van
het Bestuur; j
„dat het aantal verkiesbaren n.l. bezitters van
3 H.A. en meer, ruim 80 bedraagt en uitbreiding
van dit aantal absoluut niet noodzakelijk is;
„dat ook in de bannen Koedijk, Noordscharwou-
de, Zuidscharwoude en Oudkarspel, welker Bij
zonder Reglementen ook binnenkort nog zijn her
zien, het grondbezit voor stemgerechtigheid en
verkiesbaarheid tot Bestuurslid vereischt, bepaald
is' op respectievelijk een en drie Hectaren.
Resumeerende nemen onderge teekenden de vrij
heid UEidelAchtbaar College dan ook in overwe
ging te geven artikel 3 van het Bijzonder Regle
ment van de Banne „Warmenhuizen" te doen
luiden als volgt:
„Het grondbezit voor de verkiesbaarheid tot
lid van het Bestuur vereischt wordt bepaald op
3HJA."
Hetdijkt ons van Ged. Staten zeer juist gezien,
om naar aanleiding van zulk een adres niet van
hun eenmaal ingenomen democratisch standpunt
af te wijken.
Nieuwstijdingen,
Het vlicgijrama.
De directeur van de Koninklijke Luchtvaart.
Mij., de heer Flesman, heeft in een bespreking
met de pers nadere bijzonderheden mediegedleeld
'over het ongeluk met het vliegtoestel van de
K. L. M. bij Landrecies. Allen, die voor dte K. L.
M. naar Le Quesnoy zijn geweest, benevens de
j familieleden der verongelukten, die zich er heen
1 gespoed hebben, zijn vol lof over de medewerking
en hulp van Fransche zijde verleend. In het bij
zonder werd dankbaar gewaagd van al betgeen in
het belang van een goede verzorging en het ver-
voe rder lichamen van de verongelukten door
den waarnemenden burgemeester van Le Ques
noy, den heer Paul Monneret, en den NederlanJ-
schen consul te Rijssel, den heer Roozendaal, is
gedaan. Eerstgenoemde heeft zijn eigen auto ter
1 .beschikking van de Nederlanders gesteld. Na
mens liet gemeentebestuur van Le Quesnoy heeft
hij, bij het vertrek van de lichamen uit de ge
meente, vier bloemstukken op de kistten gelegd,
in een rede herinnerend aan dten moeilijken tijd,
waarin vele bewoners uit den omtrek door hulp
uit Nederland waren gevoed en verzorgd.
De heer Plesman deelde voorts mede, dat thans
met zekerheid, op grond van de verklaringen van
de bevolking, de deskundigen en de familieledten,
die de ntoestand ter plaatje hebben gezien, valt
te zeggen 't geen oók door de officiee'e rappor*
ten zal worden bevestigd dat de bestuurder
door de bewolking, die op de boomen van het
Bois de Marmal, dat den heuvel 180 benoorden
Landrecies begroeit, dreef, en door den regen pas
op het laatste oogenblik bemerkt heeft, dat hij
tegen de toppen van de boomen in het bosch zou
aanvliegen. Hij heeft zijn toestel nog snel ia de
rechter bocht gebracht, om het geboomte te ont
gaan, maar de rechter vleugel werd krachtig
geraakt. Die is dan ook eenige honderdten meters
van het toestel af gevonden. Het toestel schoot
daarna met volle vaart in het geboomte.
Een paar boomen werden gewoon afgeknapt.
Berekeningen hebben uitgemaakt, dat het toe
stel in het geboomte te pletter is geslagen één
kwart seconde nadat de rechtervleugel getrof-
den was. De inzittenden moeten op slag gedood1
zijn. Uit een en ander blijkt, dat alleen dte piloot
den angst van het ondeelbaar oogenblik, dat hij
den gevaarlijken toestand begreep en moest hande
len om hem nog te ontgaan, heeft doorgemaakt.
De inzittenden moeten den dood zijn ingegaan,
zonder het zich bewust te zijn gewecvl.
De rand van het Bois de Marmal, zede de heer
Plesman, is voor den piloot, die den weg. naar
St. Quentin op de kaart mo t volgen. 00 een
gegeven oogenblik wegwijzer. Bij het onderzoek
ter plaatse is gebleken, dat een belangrijk deel
van het bosch den laatsten tijd is gerooid, waar
door de boschrand meer naar het Oosten is ver
legd en de piloot, den boschrand zoekend, diis
van zelf meer naar den geleidelijk oploopenden
heuvel 18.0 is gedreven.
Het ongeluk is echter te wijten sSta een samen
loop van ongelukkige omstandigheden, waarin het
plaatselijk zeer slechte weer een groote rol heeft
gespeeld. Had dte bewolking niet op hel geboom
te gehangen, dan had die piloot, die zelf reeds
moet hebben bemerkt dat bij een beetje te veel
naar het Oosten was gekoersd, het bosch tegen
en op den heuvel vanzelf tijdig in zicht gekre
gen. In ieder geval is het droevig ongeluk niet
het gevolg geweest van een technische storing.
Motor en toestel waren perfect' in orde. In zeke
ren zin is dit een geruststelling. Het ongeluk
geeft de K. L. M. edhter aanleiding, na te gaan,
of onjerweg nog meer weerberichten kunnen
•worden afgezonden ten behoeve dter vliegers, dan
Hu reeds geschiedt.
Vergiftiging?
Op den 15 Mei j.l. overleed te Koetsterïillo
de 47-jarige molenaarsknecht Tjerk R. Ongeveer
een week van te voren was hij ziek geworden..
Hij klaagd eover maagpijn en af en toe deden!
zich bij den patinët brakingen voor. Dr. Bouman,
van Twijzel, constateerde een maagaandoening en
toen de man overleed en hij die doodsehouw ver
richtte, werd ook als oorzaak van het overlijden
tapgegeven maaglijden.
Twee dagen na het overlijden was het lijk zoo
geweldig opgezet, dat het niet meer aan te zien
was, waarom de familie er op stond dlat de be
grafenis zoo spoedig mogelijk plaats vond. Het
geen ook gebeurde. Dr. Bouman heeft intusschen
in dien toestand het lijk niet meer gezien, zegt
het „Leeuw. N.bld."
Drie weken later trok de weduwe, dte pl.m.
■47-jarige Sietske J., met haar negen kinderen!
naar Holland, naar het plaatsje Krabbendam,
waar zij werk vond.
Nu werd dezer dagen door iemand uit de naas
te omgeving van den overledene, naar men zegt
een familielid, de Justitie gewaarschuwd, dat
er iets niet in orde zou zijn in verband met het
overlijden van R. Het gevolg hiervan was, dat
41e Officier van Justitie uit Leeuwarden, mr.,
J. N. Meindersma, de rechter-commissaris, mr.
H. Hannema, en de griffier der rechtbank, mr.
Mijhuizen, vergezeld van den heer Otor. Mieremet,
van Groningen, bij den doodgraver B. Douma
verschenen en hem opdracht gaven, op de be-
•graafplaats de lijkkist van R. op te graven en een
fefschutting van zeildoek om 't graf te plaatoen.
Onderwijl dit gebeurde, ging de Justitie de
woning, waar de familie R., vroeger woonde, een
zeer net huisje, gelegen aan het Kolonelsdiep,
bezoeken, en hadden de hoeren een onderhoud met
de buren.
Tegen half twee is toen door dr. Mieremet op
het kerkhof de sectie op het lijk verricht'.
In het dorp gaan geruchten, volgens welke de
(vrouw van den oveiïedene, die, in tegenstelling
jnet haar man, niet geheel gunstig bekend staat,
■haar man zou vergiftigd hebben.
f Opmerkelijk is echter, dat deze geruchten hun
loo Ipihebben genomen, nadat last gegeven is tof
het sectie-onderzoek. Tevoren was er absoluut
geen praat over, alsof R. niet zijn natuurlijken
dood zou gestorven zijn. En ook gelooven vele
dorpsgenooten de vrouw niet tot dit misdrijf in
staat.
Wel was de harmonie in het gezin van R. heel
vaak zoek. Man en vrouw hadden dikwijls hoog-
loopende ruzie, zoo zelfs, dat soms de politie er
in werd gemengd om als vredestichter op te
treden.
De voornaamste grief van den man was dat
de vrouw niet zuinig was, met haar huishoud
geld; ook met een van zijn zoons kon R. niet
goed overweg.
Zooals gezegd, stond R. zelf in het dörp goed
bekend. Hij was echter dikwijls werkloos. 'tLaatst'
arbeidde hij als loswerkman op 'den molen van
den heer De Vries aan het Kolonelsdiep. Hij
heeft toen al eens tegen zijn medearbeiders ge
klaagd over zijn maag, zoodat niemand het
vreemd vond, d;at hij aan een maagaandoening
overleed.
Volgens de door het dorp loopende geruchten
zo ude man vergiftigd zijn idoor centen in het
theewater mee te koken; er wordt bij verteld,
dat de vergiftigde drank te voren zou zijn gepro
beerd op een hond van ide familie R., die tenge
volge van het drinken van dat vocht ook ge
storven zou zijn.
Zoo spreken de menschen, doch wat hiervan
wa-r'-eid of „diohtung" is, we'en wij niet, zegt
gedoemd blad. In d rnelijke gevallen is de fan
tasie van het volk heel vaak bijzonder sterk.
In e"k geval staat vast, dat, voor de sectie ge
schiedde d$ justi ie geen bepaalde aanwijzingen
in haar bezit' had dat de vrouw R. door vergif
zou hebben om het leven gebracht. Van hetgeen
het sectie-onderzoèk aan 't licht heeft gebracht,
is nog niets bekend.