nans ILaaaeHimer coara.il (MeBiad) heimers 4.50^ .elingen. 6, 11 spexciebooa ^eruien. Zilvi [o. Zilvernep s uien 10.80— 15.40—22.60. 10 kilogram witte kool 3,j 3— u.6o. 8000 bLoemkool ei 5-30. Schotsche mui— uk-en 4.30-4.8 leimers 4.80 Drielingen kilogram sper tuinöoonen j ruien 7.80—84 ;p 13.70-27.5 0.10—10.60. h 25.40. 500 m mode kool 2-90—3-30- 17 350 bos wort< >oort 11.90—2; elingen 6.80 -7.90. Graai .30. Egenhei .10. Bloemkool 13.90—14.00, 4.40—5.30. G 0. Zilveruien Gele nep n, oer 63000 kilo i kool, 1200 k ivernepp, 150 leinkool, 30 k elingen 6.10—6 aaijes 7.70. icrs 6.20—6.90, al xe soort 19 Roode kool 4 1 3-30—3.7° gen 11.20—11 len. 650 kiloj_ 01, 1500 kdog; rnep, 1700 Zwai 100 kg. Aardappelen 4, 24.80 per 100 kg. Tuinl telen 8.40—15, ar 100 kg. Koj ts. Kropsla 16.8023.40 o28.60 per 10.2016.40 p nen. idem zoi s met merk 64. idem met merk 61 stuk. Meloent zante) RM. u nkenthaler) R3 n (Muskat) R1 M. 1.45 A R1 k RM. 0.25 p 2.90 per "kis 0.26 per stui per stuk. Rop< 1. 1.40 per h RM. 1.20 pe sond. Bloemkoo imkommers nen RM. 0.96 2.20 k RM. y r 50 ko. ?,ORT MAAT1 OER 21 Wagon 26 42 33( 44 38 204 LN.DIJK. 70 toi 207 toi 75 99 tot 102 toi 135 688 toi^ 24 ,WagonS 16 19 17 ZATERDAG 1 AUGUSTUS 11)25- MÜOEKNE jj RECHTtSANKSüriETSEN .Woningnood'» laa.s.e stuiptrekkingen. Deze scneis, naar puré en aoiueieie werkelijk heid, die ik op 't punt sta uit oude aariteeKemn gen voor de lezers van dit blad op 't papier te brengen ,kan misschien een historisch document worden. Men kan ze bewaren en lauer-aan -zijn hinderen en kleinkinderen lanen lezen hoe meu in ïi)22 in de hooidstad, als kiein-kapitalist en huisbaas bijna geen dak boven zijn hooid kan krijgen en bij al te hardnekkige pogingen om eeuigszins menschelijk te wonen op 't randje al 3 gevangenis voor Dij tippelt. „Men moet leven en leven laten, 1 „Zeiden dat een huisbaas 't kent, „Want die het hart op de recnte plaats draagt, „Dat zijn hoogstens twee procent!" Dat liedje had de oude Straus, de manke ambts broeder in de komiekigheid van Michel Solser, een goede dertig jaar geleden bij „Victoria" in do bles gezongen en Wambersen had dit versje zijn leven lang onthouden. Hij was erg tegen de „huisjesmelkers", had er altijd tegen gesput terd en er zijn heele leven mee overhoop gele gen. In den oorlogstijd weijd het er niet beter op; toen z'n laatste huisbaas weigerde z.i. nood zakelijke reparaties te laten verrichten, was hij er ais de kippen bij om deze zelf op te geven eb toen de opzichter met de kwitantie kwam h1em tegen-kwitantie onder den neus te duwen, kwam natuurlijk een opzegging voor wanbe taling en nadat via huuroommissie en kanton rechter alle rechtsmiddelen waren uitgeput en le zaak anderhalf jaar met telkens vernieuwd uitstel slepende was gehouden, kwam er 'n mo- gr neut dat Wambersen óf goedschiks verhuizen aoest of wel met zijn knappen inboedel en zijn lejaarde vrouw op straat gezet zou worden. Over „bejaard" gesproken, Wambersen was zelf jok niet zoo heel jong meer, maar hij was met rijn -grijze kop nog een krasse kerel. Zijn vrouw laarentegen was een beetje zwaarlijvig, leed aan thart. Hij zelf had jaren lang den staat als op to ichter bij 't Rijks Waterstaat gediend, was al ong in dienst gekomen en teerdie derhalve nu al aren ojp 'zijn pensioen, waarmee zij als twee «nige menschen best kondien rondkomen. Het apitaaltje dat hij in den loop der jaren had bije engegaard, had hij niet behoeven aan te spreken, eodat hij op 't oogenblik van de woningcatv trofe dan ook geenszins van middelen was onb loot. Toch was zijn toestand penibel. Want denk eens in verhuizen in 1919. Ja, er was misschien wel en huis te koopen geweest met een on verhuurde on<i tage op goeden stand, maar zoover reikten zijn aiddelen niet. Wat moest hij doen? Voor 't ogenblik was er maar één keus: zijn meubeltjes rgens opslaan en met z'n vrouw in een klein bo el kruipen.... „Nou, mijnheer Wambersen", zei juffrouw Iruipsteen, die nogal medelijdend van natuur PEUlLLfclQN. GEWROKEN. was, zet uwee uwes boeltje dan maar bij inloop zolder en gaat u er dan zelf ook maar met uw vrouw wonen, n Huisbaas is toch ook 'n menseh. Den beetje water kan u van mij altijd wel krij gen als ik tenminste thuis ben an ais u of uw 'vrouw.... nu ja u begrijpt me wel, dan klopt u hm, en. dan mag u gerust op „Ik ben u heel dankbaar," was Wambersen's antwoord, en reeds den volgenden dag werd zijn boeltje uit de opslagplaats gehaald en naar den zolder van het door hem' met peperdure zil veren pannen gekochte huis in de Kinder buurt gebracht. Zoo ver was het nu al met hem gekomen. Om op een zolder te zitten, waar hij niet koken en zooveel niet kon was hij huisoaas moeten wer den. Eerst had zijn vrouw hem geplaagd en 't liedje van de twee procent gezongen. Maar toen zij eenmaal op zolder zaten, dank zij de goeder tierenheid van de juffrouw van drie hoog met het groote huishouden, waar echter meestal geen 'mensen thuis was, toen verging het zingen haar al spoedig. Want ze zaten er koud en ellendig bij een petroleumkacheltje, dat de winterkou niet kon verdrijven. En dat ioopen om water, met emmers de trappen opsjouwen. De vorige eigenaar had hem gezegd dat met de bewoonster van de tweede etage, een eenige (en ongehuwde juffrouw, die als verpleegster vaak dagen achter elkaar afwezig was, wei wat te be ginnen zou zijn. Die zou gemakkelijk een on gemeubileerde kamer binnenshuis hunnen krij gen, dus als men haar een aanbod deed.... Maar toen Wamberse eenmaal op zolder zat, bemerkte hij al spoedig dat met juffrouw Ham mes de verpleegster van twee hoog niets te beginnen was. Vriendelijke en geldelijk verlei delijke voorstellen lieten haar al even koud als dreigementen. Ze bleef waar ze zat en de huis baas (op zolder) moest maar eens zien hoe hij haar er afkreeg. En nu herhaalde de geschiedenis zich maar... in omgekeerde richting. Nu moest hij den deur waarder voor zijn exploit betalen, werd hij voor de huurcommissie geroepen en toen hst spelletje maandenlang was gerekt, had hij 't dank zijl de bemiddeling der huurcommissie zoover gekregen, dat, hij de voorkamer en de alcoof van het tweede bovenhuis mocht betrekken, terwijl juffrouw Ham mes zich met achterkamer en keuken moest te vreden stellen. De heeren hadden 't goed bedoeld, maar er niet aan gedacht dat in de afgesloten, voor juffrouw Hammes gereserveerde achterwoning zich bevon den de waterleiding en de W. C. Wamberse was dus maar erg betrekkelijk geholpen. Juffrouw Hammes was veelal uiet thuis, soms dagen en nachten niet, dat bracht haar beroep mee. Dan sloot zij haar woning al, waar zijl recht op had. (Effi als zij wel thuis was, -dan liet zij' Wamberse en diens vrouw ook uiet bij de kraan en op haar W. C., waar geen menseh haar toe dwingen kon. Juffrouw Uitenthuis van één hoog, was 't roe rend eens met juffrouw Hammes, boycotte den huisbaas «omjmiv. t*-x drie hoog, ach, daar was meestal geen- menscLh thuis. Eiken Maandag als Wamberse bij juffrouw Hammes zijn kwitantie presenteerde je bent huisbaas of je bent 't niet in de stille maar P°n end ik« R1 m' XL1. Renate zag angstig naar zijn peinzend gelaat, laar handen samenvouwende hief zij deze smee- tot hem op. Papa, lieve papa, wees goed, ik vraag er u Tracht hem te leeren kennen, papa. Stel em op den proef, maar ontneem mij niet alle Laat mij niet moeten twijfelen aan de oedheid en de rechtvaardigheid van mijn vader. Hij trok haar aangedaan naar zich toe. looit heb ik je inniger en meer liefgehad dan oist nu, mijn kind, geloof mijl Ik. maak mij be* teesd over jou geluk. Maar je mag mij niet ten wechte verwijtingen maken en wantrouwen koes- eren. Zooals je wenscht, zal geschieden; zend ezen mijnheer von Rodenfels naar mij toe, ik H met hem spreken. Ik dank u hartelijk, papa! Stel je echter niet te veel van dit onder- voor, mijn kind. Ik geloof niet, dat hij vói- n den proef zal doorstaan. Ik zie scherper ïjï- Zij lachte ongeloovig. U zal u persoonlijk kun ea overtuigen, dat hij eerlijk is en zonder neven- delingen mij zijd liefde schenkt, papa; dat hij mer aan Rodenfels heeft gedacht en mij ook 'et zal opgeven, zelfs al ware ik een bedelares1 Goed, ik zal 't probeeren en hem aan een onderzoek onderwerpen. Maar ik zeg je eed® bij voorbaat, hij zal er niet tegen bestand ijn. Maar wanneer dit wel 't geval is, ik ge- *>1 er stellig aan za) u ons dan uwe toestem- si geven, lieve, dierbare papa? Belofte tegen belofte. Wanneer die proef ®keerd uitvalt, wil je dan mijn verstandig lnd zijn? Wanneer hij zich vrijwillig terus;- wanneer ik hem zal hebben overtuigd, dat huwelijk met jou voor hem tot de onmoge- Pheden behoort, of hem niet die voordleelem d brengen, die hij er van verwacht, beloof ®ij dan hem te zullen vergeten? Ronate slaakte een diepe zucht. Dat kan ik beloven, papa. Wanneer George von Roden- e« zijn woord van trouw breekt, wanneer hij: ll]Q liefde versmaadt uit zelfzuchtige overwe gen dan is hij niet de man, dien ik zou kua- e" liefhebben, dan zal ik trachten hem te ver* Ik ben echter overtuigd, dat hij mij niet zal loslaten tot geen enkelen prijs! Wachten wij dit af en ga thans, om mijn heer von Rodenfels hier te roepen. Renate omhelsde hem hartelijk. Vergeef mij, dat ik u zooveel zorgen be rokken, vader. Maar ik kan niet anders! Hij kuste haar teeder. Ik ben niet boos op je, mijn kind. Ga nu en stel vertrouwen in mij. Ik beoog uitsluitend jou geluk, mijn kind. Dat weet ik papa, maar vaders kunnen zich somtijds ook vergissen. Zij liep langzaam naar de deur. Voordat zij deze echter achter zich dichttrok, keerde zij zich nog eenmaal om. Papa, beloof mij, dat u hem niet zal beleedigen of hem door onheusche be jegeningen dwingen zal te gaan. Dit beloof ik je. Zij ging met een beklemd hart heen, niettegen staande de halfbevochten zege. Coulmann staarde haar na. Duizend gedachten dwarlden door zijn hoofd. Doch één loste zich klaar en duidelijk daaruit op„Het kon en mocht niet zijn."' Een gedwongen rust kwam over hem. Hij haal de zijn portefeuille voor den dag en nam er een brief uit, welks gele randen getuigden, dat hij reeds jaren geleden moest zijn geschreven. Hij las hem langzaam door, woord voor woor 1. De 'trekken op zijn gelaat werden harder, zijn oogen kregen een scherpe koude uitdrukking. Hij vouw de den brief weder zorgvuldig toe en borg hem weder weg. Daarop dronk hij snel een glas wa ter en ging weer zitten. George zag Renate uit het huis komen ea liep haar tegemoet. Zij zag hem met haar mooie oogen droevig aan. Liefste, mijn vader is zeer opgewonden.' Eten zekere vijandschap moet tussdhen hem en jou vader hebben bestaan. George zag getroffen in haar weemoedig en 'droevig gelaat. Dat zou ik nimmer hebben kunnen vermoe den! Kende jou vader dan wellicht den mijne? Dat moet wel zoo zijn. In elk geval wil hij mij niet gelooven, dat jij mij liefhobt en mij gelukkig wil maken. Hij greep haar hand. En jij lieveling? Twijfel ook jij daaraan? vroeg hij bedrukt. Zij zag hem vol liefde en vertrouwen aan. Neen, George! Ik geloof in jou en geef je nimmer op. Dat heb ik ook papa gezegd. Thans ,wil hij met je persoonlijk spreken. Je moet direct naar hem toegaan. Laat je door niets uit het bteeds verijdelde hoop dat zij niet zou kunnen b*t al-en vroeg hij haar dringend met hem van woning te willen ruilen: zij vóór, hij achter. Hij •Jaagde zijn leed en bij hem was altijd iemand thans: juffrouw Hammes zou er geen spijt van hebben. Doch hoe aardig Wamberse ook praatte- juffrouw Hammes bleet' onvermurwbaar.... Op zekeren Maandair, 'n maand oi' drie geleden, was er „reuzenheibel" in 't huis van de Kanker buurt. Juffrouw Hammes lag op den grond in de alcoof te schreeuwen ais een mager varken. Juf frouw Uitenthuis van één hoog, die zoo groot met haar was, had politi egehaald. met haar was, had politie gehaald. Wat was er gebeurd? Je moet je eigen rech ter wezen, hadden ze Wambers gezegd. En laar- om had deze Smit, 'n werkloozen jongen, die graag f 5. wilde verdienen, aangenomen om te verhuizen, juffrouw Hammes naar voren en hij naar achteren. Maar juffrouw Hammes had ge protesteerd en de politie had de voltooiing van het misdrijf belet. 'tZag er leelijk uit voor Wamberse en Smit, toen zij j.l. Vrijdag voor den politierechter ver schenen. Want de officier vond 't erg, eischic gevangenisstraf en om den dood niet voorwaarde lijk: tegen no. 1, 2 maanden; tegen Smit 3 weken. Maar de goede rechter, mr. Slingenberg, kon het toch niet over zijn hart verkrijgen een huisbaas in de lik te stoppen en nog zoo'n schlemiel van 'n huisbaas op zolder zonder waterleiding en W. C. Wambersen kreeg f50, en Smit de dilettant- kruier f 15 boete. Het leed zal nu spoedig geleden zijn. Want met Allerheiligen moest juffrouw Hammes verhuizen. De huurcommissie heeft niet langer uitstel gege ven. Dan zal Wamberse in zijn woning, in zijn huis koning zijn en vroolijk het refrein kunnen .zingen: Die het hart op de rechte plaats draagt, Dat zijn er hoogstens twee procent! Dteze historische schets beware men voor 't nageslacht: Het lot eens huisbaas in 1922 in de hoofdstad)! De heer Lek zegt niet te willen spréken over een tekort in de notulen, maar over een teveel. Naar aanleiding van het indienen van het verzoek 11e door mij aan Muhrling gevraagd of hij mis schien is aangezet daartoe door iemand die zware beschuldigingen uit. Niet heb ik er acuter aan ge voegd: tegen de vroedvrouw. Ik had daarmee iets anders op het oog. De notulen zullen overeenkomstig de geuitte aanmerkingen worden veranderd. Ingekomen stukken. Goedkeuring van Ged. Staten op de wijziging van de begrooting 1924; verslag van de werk zaamheden der N. H. Comm. voor Maianabestrii- ding; verslag van den toestand der Prov.ncie over 1924; bericht van den accountant der licht* bedrijven dat kas en boeken in orde werden be vonden. t Deze stukken woorden voor kennisgeving aan« mnmpn De raad vergaderde gistermiddag 3 uur in vol tallige zitting. Voorz.-Secret. de burgemeester. Na opening volgt lezing der notulen, naar aan leiding waarvan de heer Duif zegt dat waar I doo rden heer Van Kampen is gezegd dat door een onderhoud met een hooggeplaatst persoon, hem gebleken is dat Ged. Staten spoedig zul len beslissen inzake de kwestie met de vroed vrouw, dat door hem is gezegd, dat juist door dit onderhoud een beslissing moet worden go- nomen over al of niet schorsing, en dit niet in de notulen staat vermeld. De voorz. zegt van dergelijke dingen moeilijk de besprekingen woordelijk te kunnen weergeven van de gevoerde besprekingen. Spr. wil gaarne nog opnemen wat door weth. Duif is gezegd. De heer Duif vindt het niet noodzakelijk. De heer Van Kampen. Dan heb ik 't er graag in. veld slaan, ik verzoek je daarom vriendelijk. Vader is opgewonden en driftig. Blijf jij rustig en zie je te beheerschen, denk dat het mijn om geluk geldt! Wees gerust, lieveling, ik beloof 't je. En zet och niet zoo'n droevig, troosteloos gezicht, weef toch niet zoo moedeloos, ik kan het niet in benandeling komen thans de rekeningen van het gas- en eiectrisoh bedrijf, die bij de raads leden hebben gecirculeerd. Zonder discussie worden deze vastgesteld op een batig saldo resp. van f 305.45 en f 1287 85V->. Thans komt ter tafel de hoofdschotel: AANSLUITING BIJ D|H WATERLEIDING. Een verzoek is ingekomen, onderteekend door 169 gemeenicnaren, om bet daarheen te leiden, dat de gemeente aan de wateneiding wordt aan- psloten. Met het oog op de algemeene gezond heid wordt dit dringend noodzakelijk geacht, vooral ook waar men weken zonder drink- en waschwater zit. De voorz. zegt dat dit verzoek in B. en W. breedvoerig is besproken. Men weet waarom de vorige maai niet tot aansluiting werd overgegaan* Thans hebben B. en W. gemeend, waar .een zoo grooten aandrang uit de gemeente komt, zich niet tegen de aansluiting te verzetten. Den raads lede nzijn de voorwaarden van aansluiting toe gezonden, en stellen B. en W- voor tot aansluiting over te gaan. De heer Zeegers zegt dat hij bij de vorige be sprekingen niet in den raad zat. Echter is hij wan oordeel dat de besprekingen wel wat ver uit elkander liggen. De voorz. antwoordt dat men de vorige maal met de verplichte aansluiting niet meeging, en is met algemeene stemmen toen afwijzend be sloten. Mocht de raad nu wél tot aansluiting besluiten ,dan is een ieder verplicht aan te slui ten, die binnen een afstand van 40 M. uit dem as van de weg woont. Was men de vorige maal ■'met algemeene stemmen tegen verplichte aanslui-- ting, men was er met 43 stemmen ook niet koor zonder verplichting, in de overtuiging dat me nhier goed welwater had. Natuurlijk zijn er bij aansluiting kosten voor de verhuurders van woningen aan verbonden, maar dit zal zeker op de huur worden gelegd. Gold de vorige maal 'als motief ook, dat er menschen zouden zijn, die aanleg e.d. niet zouden kunnen betalen, dit mo- uiex is nu vervallen, waar die menschen zelf •mede t verzoek teekenden. De heer Zeegers zegt dat hem medegedeeld is, IbestaTt U<brp Diet der«eliJke verplichting Zj glimlachte even tegen h'em en streek zich ove: het voorhdofd. Ga nu, George 1 Je zult mij niet prijs geven wat ook komen mag! Ej drukte haar hand. Ik geef je niet op, Reate, want jij bent mijln geluk, mijn le vel En wanneer je vader mij heden afwijst wi zullen trots alles elkander trouw blijven. Eemaal toch moet hij tot de overtuigiag ko- me, dat onze liefde sterk genoeg is om alle hiderpalen te weerstaan. Slechts moed, Rena te - wij zien elkander straks weer, je zal spedig weten, wat ik heb kunnen bereiken. lug liep hij op het huis toe. Renate ging lang- zaa naar de anderen terug. Hoe is t met papa riep Mary haar ras tegemoet. - Beter. Mijnheer von Rodenfels is bij hem. anroordde Renate en zich naast Mary neder- zeïnde, fluisterde zij haar in het oor: - Vraag thans niets meer, leidt de anderen zoeel mogelijk af. Ik vraag je er dringeni om, .aar ginds gaat 't om mijn geluk. ary begreep, dat er iets was dat Renate's ge3edsrust verstoorde; zij voldeed stilzwijgend aa het verzoek en praatte onbevangen met de ariren, om de opmerkzaamheid van Renate af teeiden. Paula zag echter eenigszins bezorgd na Renate, maar had natuurlijk geen vermoeden vi de scène, die was afgespeeld. Dat George ths met haar vader net beslissende onderhoud h: meende ze wel te kunnen aannemen. Zij hi het voor zeker, dat Coulmann George's jasoek niet zou afwijzen, ritz Coulmann was weder geheel de koel oieggende zakenman geworden, vast besloten z wil door te zetten. Zijn beslistheid en stand- v-igheid hadden voor hem altijd gunstige go- yen gehad, ook thans zou dit de gewenschte werking hebben in zijn strijd tegen een dwaze isjesgril en tegen een gelukzoeker van de erg- ssoort. Daarvoor hield hij nu eenmaal George, oiuigd als hij voor zich zelf er van meende tiijn, dat hij de slechte eigenschappen van 2 vader had geërfd. Maar zelfs, ook wanneer (rge een geheel ander karakter en eigenschap pen mocht bezitten, uit deze verbintenis kon nooit wat worden, tusschen de namen Roden- tels en Coulmann lag een onoverbrugbare klove Toen George zijn kamer binnentrad wierp hij hem een koelen harden blik toe. De jonge man stond hoog opgericht voor hem en doorstond dien blik kalm en rustig. Mijn dochter heeft mij medegedeeld, dat u naar -haar hand dingt, begon Coulmann onmid dellijk en zonder eenigen omslag. George boog. Zoo is 't, mijnheer Coulmann. Den eersten dag vau uw thuiskomst wilde ik u niet met mijn verzoek lastig vallen, hoewel dit slechts eenig uitstel beteekende, doöh nu ver zoek ik u hiermede recht hartelijk om de hand' van uw dochter Renate, zeide hij heel gewoon doch met warmte. Coulmann had hem een stoel aangeboden. De beide mannen stonden bewegingloos tegenover elkander. Zoo duidelijk, kort en bondig als uw ver zoek is, zal ook mijn antwoord zijn. Ik wei°ier u de hand mijner dochter! George verbleekte. Ik hoop, dat dit niet uw laatste woord is, mijnheer Coulmann. U zult het geluk van uw kind op den duur geen bezwa ren in den weg leggen. Renate en ik houden van elkaar. Coulmann maakte met de hand een lichte af werende beweging. Ik zie in deze verbintenis geen geluk voor mijn dochter, wel het tegendeel. Zij zal die dwaze neiging spoedig genoeg over wonnen hebben! George's oogen verhelderden zich. Renate behoort niet tot die vrouwen, die wispelturig en veranderlijk van aard, met haar gevoel spelen en van inzicht wisselen a's van hunne kleederen. Ik ken haar trouw karakter en hare standvastigheid en ik verzoek u nogmaals dringend ons een zwaren strijd te besparen' .Wijl zullen elkander toch niet opgeven! Dat zullen wij zien! Laten wij voorloopig mijn dochter buiten spel. Hoe ik haar van deze doellooze neiging zal genezen, is mijn zaak. 'Thans heb ik alleen met u te doen. U tracht natuurlijk mijn dochter te bezitten met do bedoeling, den een of anderen dag Rodenfels weder uw eigen dom te kunnen noemen. George voelde een schok door zijn leden gnan, maar hij beheenschte zich. Dit voornemen ligt niet aan mijn liefde tot uwe dochter ten grondslag, zeide hij met klem. Coulmann z'ag hem scherp aan. (J£ordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 3