"Ja"' n ze niet; ei- met sport te schien slechts ïu in het zes- iet buitenland nger. Bekend edstrijden van tail." waaraan. >che inzendci t rij d word zes zooveel suco nat sen in ons ouden werden, ven echter de strijd ook dit de belangstel, men- en bui overzicht on de inrichting voorbeeld die :bergen nemen bekende hoen uit zes jongn i reservehen. nding geboren en, of ze zijn n worden daar zooals we die bracht en ge- gn afgerasterd It nu door dn gedurende een Dctober tot i houdt slechts es kippen be ien ook gecon- pas berekend hentijds mocht laats vervangt, e eieren wordt de gestorven productie van us de leg per lke kip afzon lnesten moga- imatisch afge betreedt, zoo zonder behulp die haar de immer van de eld, te hebben afstrijden? ioogte van den nd, haar vóór zij ons welke en goede eier- len, ten derde ade winterpro* ij het aan over de bes- voor de le in aanmerking voornaamste, ischappen van rden bijv. ook en afwijkingen^alh l, enz, jn we con. zeer leerzaam, iport van den L, welke thans rtrent de pro- nde Juni 1925 ir o.m- de vo! igrassen Witte :e Wyandottes 167.8 203 182.7 145-3 171 161 164 .ntal hoenders: ie; het der van één toom: e hen. de pluimvee- staat, tenmin- et kennis van iductio in ons er kip en pei Iers gemiddeld len, waaronder ie is behaald iet gemiddelde 180 bedragen boven de 200 >0 dicht zullen en. En 'zeg 1 kan ik nooit >ben natuurlijk wr Beekbergen behalen. Alle :n, zijn jonge d, die of nog f eerst enkele :ijn. De inzen- deal hoenders T wat ze wèl n van moeders iben en vaders ïen zijn voort jonge hennen s dat behoort ier geschieden k zeker goed- 4, even zeker ■erzorging' ing" is hooge van Beekber- kleinen kop behoefte van 1 te voorzien ilegenheid om en en op J'6 dieiten broed- Daarvoor heb- ;n de legwed stammen heb- 1 onze broed.- lijk wel wal ontrole-werK- amheden moeten ook Vergoed wordien, maar 0 eene verhoogde eierenproductie verdienen we derd malen terug, wat we moesten uitgeven. Eiene vergelijking met de vorige wedstrijden te jekbergen leert ons, hoe eene goede voorlichting zake pluimveeteelt steeds betere resultaten d bereiken. De wedstrijden vingen er steeds October aan en de stand was telken jare op t einde van Juni: gem. prod, van beste hen. alle dieren Nederlandsche legwedstrijd: 105 182 166 183 107 196 122 228 123 193 133 212 jfen ziet dus, hoe de gemiddelde productie ^eds stijgt. Het cijfer van de beste hen was den 4en legwedstrijd wat hooger, maar zoo'n dividueel beste-hen-cijfer is natuurlijk meer toevalligheid. Die hen heeft in dat jaar !a eindcijfer van 313 eieren in één jaar bereikt, jarmee het nóg ongeslagen record voor Europa estigende. De hen behoorde toe aan de Gebre. Alleman te Buurmalsem. Dé hen leeft nog en aar eieren worden in het hroedseizoen verkocht oor f 10 per stuk! De hen, die in den thans openden wedstrijd aan de spits staat, is ook .{;,r een hoen van dezelfde eigenaars. Meen eqh- v niet, dat ge steeds meerstere guldiens voor sn goed breidei moet geven. Eilk goed hoender) ark kan eieren leveren van kippen met eena inductie van 160200 eierten en rnet twee kwar- jes moet zoo'n ei in ieder geval betaald kunnen lorden. Weet ge, wat ge eens doen moet? Schrijft Iken dag eens op, hoeveel eieren ge van uw kip- en geraapt hebt. Dat gaat b.v. heel goed op een aaandkalender. Op het einde van de maand re ent ge dan eens uit hoeveel het gemiddelde, di emaand per kip was, dan zal ik elke maand deze rubriek het gemiddelde van het Proeffok- tation in Beekbergen mededeelen en kunt ge jecies zien, hoever ge achter zij t- Men moet c(p rekenen, dat mijne mediedeeling telkens eist' pl.m. 3 weken na beëindiging van de laand komt. In Juni legden de 377 kippen te ieekbergen gemiddeld 238.7 eieren per dag (63.3 en de productie was per kip over de hjeele maand gemiddeld 20 eieren. Vragenbus: volgende week. Sport- en Wedstrijden HOLLANDNIEUWS. londerdagavon 1 speelde Hollan 1 I een wedstrijd egen een toerclub van Alcma-'a, met name de lkmaarsche Corinthians, bestaande uit spelers van ie, 2e en 3e elftal. Holland kwam met het olgende elftal uit: J. Groothuizen. W. C. van Dijk J. de Haas P. Commandeur H Deliën F. Bekker ti. Mol, A. Kwadijk C. Ha.*- -n Vroling Kansen looals men uit deze opstelling ziet, met 3 in- llers. De Corinthians: J. Amoureus, A. Nol G. P. Hartland B. Elte Jo. Hartland Th. Ooms, ijer Th. de Boer P- Mulders R. Vis A. de Groot Onder leiding van Van der Hoven wordt be- ;onnen en al dadelijk is het aanpakken voor de chterhoede van H. wat haar echter goed is toe- Het Photo-Mysterie. Naar het Engelsch vrij bewerkt door J. H. Nadruk verboden. III- Zijn huisjuffrouw ontving ons met een bezorgd gezicht en voerde ons behoedzaam, op de teenen nopend ,naar de ziekenkamer. ,Hij is bij bewustzijn,"1 fluisterde zij. „Maar rindt u hem in godsnaam niet op; de dokter leeft de uiterste voorzichtigheid bevolen." Met leze woorden opende zij de deur en liet ons bei- ien, Becker en mij, binnengaan. De zieke lag met gesloten oogen in de kussens )m zijn hoofd was een breed wit verband waar- loor de bleekheid van zijn gezicht nog sterker litkwam. Een poosje stonden wij zwijgend bij zijn bed a keken hem aan. „Hij is wakker," fluisterde Becker mij toe, „zie maar hoe de pupillen onder i» oogleden heen en weer bewegen." Ik legde voorzichtig mijn hand op de arm van len patiënt. „Mijnheer Weingarten..." zei ik heel lacht.... ij sloeg verschrikt de oogen op en zag ons verward aan. Toen kwam er een uitdrukking ®an herkenning op zijn gezicht; er was iets als •en zachte glimlach om zijn mond en met zwaake ïtem fluisterde hij: i,Dat is goed, dat u gekomen bent."' De huisjuffrouw maakte de deur open en bracht as twee stoelen. Zij wierp een blik op den zieke, fjens oogen verlangend naar het kleine tafeltje Hen; zij knikte begrijpend en schonk een glas perry in, dat ze hem toereikte. Hij dronk 'het h drie teugen uit en er kwam heel gauw wat "eer kleur in zijn gezicht. Zijn stem was veel 'aster, toen hij weer begon te spreken. i,IVat zegt u me van die historie? Een aanval een armen fotograaf... Als zooiets nog epn man overkomt... dat is tenminste te begrij:- p, maar een arm man.i."! Decker greep Weingarten's hand en drukte die •Wig. „We hebben er allemaal veel verdriet "ai, waarde collega," zei hij hartelijk. „Iemand 'h u, die geen vlieg kwaad doet. Van een wraak- "rming kan geen sprake zijn, nietwaar, want wie op u boos zijn? "Men kan bijna aannemen, het de daad van een waanzinnige is. Want is immers ook niets gestolen..."1 De zieke schudde van neen. „Neen, ik ben niets Hjtgeraakt. Tenminste niets dat eenige waart- vertrouwd. Uit een misverstand van de C.-achter- hoede maakt H. het eerste doelpunt, doch spoedig maakt de rechtsbinnen der C. gelijk- Hierna is. het rusten. Na de rust hetzelfde spel. met de C. in de meerderheid. Als er nog een kwartier te spelen is, wordt er gestaakt vanwege den regen, wat zeer jammer te noemen is. Doch naar men mijl vertelde komen de C volgende week Donderdag dezen, wedstrijd in zijn geheel overspelen. (Zeer sportief). De C. is een ploeg, bestaande uit goede en sportieve- jongens, met aanvoerder Hartland aan het hoofd Holland kan dan ook zeer tevreden zijn met dezen uitslag 1 1. Bij H. waren hedenavond de keeper de beide backs de spil en linksbuiten goed in con ditie. x Kle'spraatj'-s van Vet ijaaa. Hij die verre reizen doet kan veel verhalen... en onbeschofte leugens vertellen zooals m'n vriend in Pancras. Het. volgende is echter gecondenseer de waarheid, alleen is door de Redactie aanmer king gemaakt op verschillende zinnen. Het 13 eigenlijk.... te netjes. Het kampleven heeft ons wat ruwer gemaakt, omdat we ons moeten behel pen als soldaten zonder de onontbeerlijke zorgen van vrouwen en dientengevolge had ik heel wat gebeurtenissen vermeld, welke voor dames eigen lijk niet leesbaar zijn. Als dus onze Sportlezeres- sen en lezers af en toe zullen denken: „Sjonge wat een nette kerels," dan moet ik me veront schuldigen en zeggen: „zóó netjes waren we niet." In onze tent languit op de veldbedden lagen we. Zoo juist hadden we vanaf onze uitkijkpost een blik geslagen o|p een file autobussen met schoolkinderen van den Langendijk toen een ge weldige bui ons met stroomen water tentwaarts joeg. Arme kleinen De „katjang" (we hebben hier allen een kamp- naam) stak z'n teleurstelling niet onder stoelen en banken omtrent het weer en pruttelde reeds een kwartier als een oude koffiepot toen de or donnans des Ritmeesters mij een brief bracht va nden volgenden inhoud: Beste Hartenboer. Jullie wordt bevolen uwe facie's hedenavond 8 uur te laten zien in m'n wigwam ter be3pre- king van een groote kamptocht naar Zandvoort. 1 Lange pijpen meebrengen. R itmeester La We hadden dien avond willen wandelen, doch het hemelwater joeg ons om '8 uur wigwam- waarts. Reeds van verre was de tent schitterend! zichtbaar door dén enormen voorraad brandende kaarsen en de geweldige rookwolken welke zich met moeite een uitweg baanden door een nauwe opening. We traden, na aangediend te zijn, bin- gven „Moge Heeren." Uit den nevef klonken wedergroeten en als ■onze oogen aan de omzettingsproducten van de „toefaek" zijn gewend zien we een achttal kamp broeders zitten welke met ijver bezig zijn een drukdampende schoorsteenpijp na te bootsen. Onze commandant rijst uit z'n luie stoel en slaat met een „pollepel" op een in staat van ontbinding verkeerend waschbiik. „Stilte." „Broeders, kampgenooten". „Ik heb u allen hier laten verzamelen om u in de ooren te bulderen dat mijne opperste lei ding het noodig heeft geoordeeld dit kamp na r ■elders te verplaatsen. We hebben drie weken een zalige rust en een stalen tucht genoten, ons va:, de bewoonde wereld niets aangetrokken, doch ik ben door de Rijksveldwacht attent gemaakt op het nuchtere feit dat hier overdag van geen rust de had.'" „Dus tóch?"- vroeg ik met een angstig voorge voel. „Iets ontbreekt er dus toch wel?" „Ja,"' antwoordde hij en er gleed weer iets als een glimlaöh over zijn bleek gezicht. „De po litie was vanochtend vroeg hier, om een soort inventaris op te maken. Er ontbreekt niets... niets, behalve...." behalve..... vroegen wij beiden tegelijk, in de uiterste spanning. „v.iBehalve een negatief dat ik in mijn zak had.'" Becker wendde zijn gezicht naar mij toe. Ik voelde dat er een ijskoude rilling over mijn rug liep. Het suisde in mijn ooren en ik voelde een verlammende druk op mijn hoofd., „Eien negatief?" herhaalde ik mechanisch, „een negatief en een afdruk? Stond daar zoo iets ge wichtigs op, dat dat zulk een misdrijf verklaar baar maakt?" Ik trommeld ezenuwachtig met mijn vingers tegen de spijlen van het bed, terwijl 'ik hem angstig aanstaarde. Becker legde zijn arm op de mijne en keek mij in de oogen. „Blijf kalm," las ik in zijn ernsti- gen blik. De zieke draaide zich onrustig om en plotseling kwam er kleur op zijn wangen. „Niets bijzon ders," zei hij met een stem die opvallend veel zwakker was geworden. „Niets bijzonders. Inte gendeel. Dat is juist het gekke van de heele geschiedenis. Niets dan twee appelenventers, die elkaar afranselen en een derde die tusschenbeide (komt,." Ik had op dit oogenblik het ^gevoel of de zolde- Ying van de kamer op mij zou neervallen. De laatste woorden van den patiënt, klonken mij sidderend, als een echo vertienvoudigd hoonend en dreunend in de ooren. Ik wilde opspringen. Becker dwong mij door den druk van zijn hand, die het mij haast deed uitschreeuwen, om te blijven zitten. De zieke mompelde iets, dat ik niet verstond. Daarop wendde hij zich met een lustelooze be weging naar de muur en sloot de oogen. „Koorts", fuisterde Becker. „Kom, we zullen maar gaan." Een tijd lang liepen we zwijgend naasl el kaar, ieder met zijn eigen gedachten bezig. Dui zend mogelijkheden flitsten door mijn brein; even snel verwierp ik deze. Neen, ik zag geen uitweg uit dit labyrinth, geen verklaring voor al dit raadselachtige. "Wat op het eerste gezicht een 1 krankzinnige mop van een onschadeiijken dwaas meer sprake is. Bij goed weer wemelt het hier van allerlei jonge en oudelui, welke er schijn baar op uit zijn om de aanwezigheid van Vete raan alias Hartenboer te ontdekken en hij voor wiens veiligheid ik persoonlijk borg moe" staan, heeft kans gezien om een dag met een nacht aan m'n oogen te ontsnappen. Dit is iets wat niet toelaatbaar is en ouvert eenigbaar met het reglement van orde, hoewel het voor hem pleit dat de snoodaard zichzelf weer heeft aangemeld. Dit is echter niet de hoofd zaak. Augustus staat voor de cent en dit is bij uitnemendheid de vacantiemaand. Van velen on zer wordt echter zoo af en toe de aanwezigheid. vereischt op onze bureau's en ik heb het noodig geoordeeld het kamp der „krantenluiajes" wat meer naar het Zuiden te verplaatsen in de na bijheid der hoofdstad. Ik heb de beschikking gekregen over een reeks duinen kusschen Bloe- mendaal en Zandvoort, particulier eigendom van een bekende familie uit Aerdenhout en we zul len nog deze week opbreken en vertrekken. M'n plan is om de voetbal en. de athletiek afdeel ing er loopende heen te dirigieeren. Met de leiding van dezen tocht wordt belast onze vriend „Blauw kous" de populaire Alkmaarache langeboan „crack". A.s. Zaterdag 's morgens 8 uur le af- marsch. Bezwar-n schriftelijk in te dienen bin nen 3 maanden bij de afdeeUng Kunst aan het nieuwe Departement van Binnenlandsebe Amu sementen, hetwelke vermoedelijk het volgend jaar zal worden opgericht. Dank u." We wisten voorloopig genoeg en we zouden ons weer verwijderen toen ik werd teruggeroepen. De ritmeester keek ernstig. „Jij zult me een groot genoegen doen om jè Sverder aan onze reglementen strikt te houden. Ik ontving van morgen van jou Redacteur een schrijven waarin mijl met klem werd aangeraden je binnen de perken der welvoeglijkheid te hou den, terwijl je ega me schreef dat ze jeu niet meer kan begrijpen. Je daden en leefwijze zijn lijnrecht met elkaar in sitrijld. Zooals je schrijft doe je in 't leven niet. Je bent gewaarschuwd en kunt gaan.."1 Tot zoover dit verhaal. Het verdere wordt u later verteld. Wat of Veteraan schrijft en wat of hij doet dat gaat m'n corpscommandant niets aan en niemand. September kom ik weer hij jelui terug en beginnen we onze Sportrubriek \veer. Ik ben nu vrij in m'n doen en laten cru Kaatje kan van mij schrijiven wat ze wil. Ook zij zal meer levenservaring krijlgen. .(...en toen bij zonsondergang de groote kamp- vlag naar heneden daalde en de hoornblazers het Wilhelmus bliezen, salueerde ook Veteraan strak en stram.... VETERAAN. Pcniu-kraysen van Kaatje. Het was j.l. Zondag gelukkig geschikter weer voor voetbal. Ikzelf ben nergens geweest, ik ge voel me vreeselijk „down'" en zal ten slotte toch weer blij zijn als m'n man weer thuis is. He+ werk is voor mij druk genoeg en ik ben er 01 k niet zoo goed mee op de hoogte. Hoe of hij het vorigen winter allemaal uit eikaar heeft kunnen houden, is mij een groot raadsel. Het lijkt me gewoonweg ondoenlijk. En nu wil men met 'Sep tember de rubriek nog uit gaan breiden. Ik wacht het maar af hoe men dit in wil kleeden. De wedstrijd D'.T.S.—Holland heeft schijnbaar niet aan de verwachtingen beantwoord. De lei ding van den heer Korst an je bleek hier onvjl leek groeide hier voor mijn geest uit tot een geraffineerd plan, tot een misdadig systeem. Er was methode in dezen waanzin. En wat mij, eerlijk gezegd, op dat oogenblik het sterkst vo>r den geest stond, ik zelf was in gevaar. Ikzelf. Want ik had immers ook zoo'n opname gemaakt ja, ik had het negatief nog bij mij. Ik keek in verwarring achter mij. Kwam misschien het on heil al achter me? Beloerde het mij? Was ik (misschien reeds onherroepelijk gevonnist? Zou ik mijzelf met open oogen en gekruiste armen aan dit noodlot uitleveren? Ik dacht aan mijn kleine woning in de Lin- denallee; die afgelegen, stille woning op de bovenst everdieping. En plotseling huiverde ik ervoor. Ik dacht aan de avondiuren, alls de zware schaduwen over de daken van de groote stad gaan als ik alleen zat, over mijn boeken geboden.... ,.Ik kan niet,!' zei ik plotseling. „Ik kan niet naa rmijn woning teruggaan. Om negen uur komt hij. Tot dan ben ik alleen." Becker was zwijgend met mij meegeloopen, zon der met een. enkel woord mijn inwendigen strijd' te onderbreken. Plotseling zei hij, terwijl hij bleef staan:' „Herbert Porter is hier. Ik zag het gisteren in de courant." De detective, die met langzame passen het vertrek op en neer geloopen had, bleef staan en wendde zich naar het venster. Het lic'ht van de scheidende winterzon viel schuin in de reedsi schemerige kamer en speelde om de fij'ne trek ken van het jonge meisje, dat met angstige span ning naar den Engelschman opzag. „Een buitengewoon geval,'" zei hij.^„Misschien een van de buitengewoonste, die mij ooit zijn voorgekomen. Voor zoover het in mijn vermogen is, wil ik natuurlijk graag probeeren om u te 'helpen." Het jonge meisje stond op, keek den Engelsch man in de oogen en stak hem de hand toe. „Ik dank u, Mr. Porter. U neemt me een pak van het hart, dat kunt u gerust gelooven." „Dus om negen uur is de besteller van plan te komen om de foto af te halen? Natuurlijk zal ik u niet alleen laten. Wat ik intusschen noodig heb, zijn de adressen van uw collega's, die voor u van dezen eigenaardigen klant de eer hebben gehad." .Conrad Becker woont op de Ludwigkadc No. i 28 en Wjolfgang Weingarten op het Oude Markt- doende. Van mijn lievelingsclub is het me erg tegengevallen, dat ze van N.V.V. zoo verplette rend kon verliezen. Zou Vrone de hoogste tred van de sportladder reeds gehad hebben? Ik hoop a.s. Zondag tegen D'.T.|S. anders te mogen zien. Ik zal ze geweldig aanmoedigen. Tot Zondag. KAATJE. Nuchterhiaidjes. De Jaarlijksche Algemeene Vergadering van den N.H.V.B. wordt 23 Augustus a.s. te Alkmaar gehouden. Wie er tegen dien tijd iets te .smous jassen"' heeft steke z'n vinger in de azijn. Dat Holland de uitnoodiging van D.T.3., om een wedstrijd te spelen, aannam is van deze club een bewijs van hare sportiviteit. Het ware te wenschen, dat beide clubs besloten tot samen smelting. Zeer zeker zouden de heeren eenige uitmuntende elftallen aan den N.H.V.B. kunnen presenteeren. De Langendijk zou spoedig trotoch kunnen zijn op een N.V.B.-elftal met eenige puike reserve-elftallen. Men denke er eens ernstig over. Bij goed weer zal de nederlaagwedstrijd D.T.S. Vrone a.s. Zondag enorme belangstelling trek ken. Het Langedijker publiek zorge er voor zich tegenover de gasten „waardig" te gedragen. D. TJS. zorge voor een beslist onpartijdige scheids rechter. Argusoog is opnieuw geschorst tot 1 Septem ber wegens het opendoen van een „grooten muil"' te:,en den Sportredacteur. Hij had n.l. voorge.- F eld om de „Nuchterbeidjes" te veranderen in „Hatelijkheidjes". Zaza heeft langen tijd niets van zich laten hooren. Zou dit soms in verband staan met het kampleven van Veteraan? Indien ze „bobbed hair" heeft is het lieve kind nog niet gelukkig. DWARSKOP. Aan Hoogland. Uw brief kwam onder onweersbuien cn wa- erluchten in mijn bezit. M'n hartelijke dank oor uwe hartelijke woorden. Alleen in de ver schillende pseudoniems is u hopeloos „van de .ook" want u zult moeten inzien dat al die pertbijdragen onmogelijk van één persoon kun- :en komen. Dan zou ik niets anders te doen moeten hebben. Ik weet natuurlijk wel wie onze medewerkers zijn doch sla soms hun bijdragen over. Ik werk geheel alleen en heb een speciale aparte werkkring. Dat de bewuste uitdrukking op Argusoog van toepassing is is best mogelijk, >doch daar ik momenteel met vacantie ben en me zeer weinig met de sportrubriek bemoei, zult u toch uw woorden moeten intrekken. Het is toch te belachelijk als ik bedenk dat we weken achterden rug hebben waarin we elkaar dagelijks hebben gesproken. Dat gijl naar Vete- r.an gist dat is een feit doch ik blijf ook voor| u steeds de „onbekende". Voor Dwarskop is de spor redacteur verantwoordelijk en deze weet m.i. best hoever hij gaan kan. U doet echter met al uw redevoeringen uw vereeniging geen oizonde ren dienst. Let eens wat beter op de stemming van het publiek in Pancras. Dit is een voornaam punt van overweging, want uw club heeft dit zeer zeker noodig. Waarde Vriend, ik eindig met een vriendschap pelijk pootje. Nogmaals, herroep uw woorden. Ik heb ze werkelijk niet verdiend. Het laat me ver der echter koud. VETERAAN,. plein No. 74."' De detective schreef de adressen op in zijn no titieboekje. „Nog iets. Weet u ook misschien de plaatsen, waar de opnamen hebben plaats gehad Het jonge meisje dacht na. „Het huis, dat 11.' gefotografeerd heb was Augusta-Boulevard 177 do beide anderen weet ik niet maar, wacht, ik geloof dat Becker iets zei van de Dierentuin.'' Herbert Porter sloeg zijn notitieboekje dieht. „Ik zal probeeren zelfs van de beide heeren wat meer gewaar te worden." „Wat zal ik nu doen, Mr. Porter?"1 „Wel u moet in de eerste plaats beginnen met de plaat te ontwikkelen. Misschien is het u mogelijk dit op neutraal tedrein te doen misschien bij een van uw collega's?" „Natuurlijk. Ik zal naar mijn vroegeren pa troon gaan, naar mijnheer Eckstein in de Poort- slraat." „Goed. Maakt u uw werk gereed en haal mij dan om half negen af.'" „Hier in het hotel"1 Herbert Porter stond aan het venster van het kleine atelier in de Lindenallee en keek zwij gend naar beneden, naar de donkere straat. Juist sloeg het negen uur. Een auto werd uit den nevel zichtbaar en hield beneden voor het huis stil. Het licht van de lantaarn viel op een heer, die uitstapte en met langzame passen op het. huis toetrad. „Is dat uw klant?" Het jonge meisje boog verder uit het raam en tuurde naar beneden. „Ja," fluisterde zij mét kloppend hart. „Ja, hij is het."1 Een zacht geluid begon door het stille huis te zoemen. „De lift,'" zei ze halfluid. Deuren sloegen. Men hoorde een diepe mannen stem en daarna het beleefde antwoorden van den portier. Daarop ging de deurbel. i „Denk er om, dat u mij niet voorstelt,'" zei Her- bert Porter lachend. „Ik ben alleen maar uw be diende." Else Hoffman ging naar buiten en opende de deur. Eien welgedaan en goedgekleed heer trad binnen. „Goeden avond," zei hij. „Wel is ons werkje gelukt?" „Zeker,"' antwoordde de fotografe. „Hier is het negatief en daar is de afdruk. U ziet, het is heel scherp en duidelijk gewordlen."1 (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 5