"Ja"'
n ze niet; ei-
met sport te
schien slechts
ïu in het zes-
iet buitenland
nger. Bekend
edstrijden van
tail." waaraan.
>che inzendci
t rij d word zes
zooveel suco
nat sen in ons
ouden werden,
ven echter de
strijd ook dit
de belangstel,
men- en bui
overzicht on
de inrichting
voorbeeld die
:bergen nemen
bekende hoen
uit zes jongn
i reservehen.
nding geboren
en, of ze zijn
n worden daar
zooals we die
bracht en ge-
gn afgerasterd
It nu door dn
gedurende een
Dctober tot i
houdt slechts
es kippen be
ien ook gecon-
pas berekend
hentijds mocht
laats vervangt,
e eieren wordt
de gestorven
productie van
us de leg per
lke kip afzon
lnesten moga-
imatisch afge
betreedt, zoo
zonder behulp
die haar de
immer van de
eld, te hebben
afstrijden?
ioogte van den
nd, haar vóór
zij ons welke
en goede eier-
len, ten derde
ade winterpro*
ij het aan
over de bes-
voor de le
in aanmerking
voornaamste,
ischappen van
rden bijv. ook
en afwijkingen^alh
l, enz,
jn we con.
zeer leerzaam,
iport van den
L, welke thans
rtrent de pro-
nde Juni 1925
ir o.m- de vo!
igrassen Witte
:e Wyandottes
167.8 203
182.7
145-3 171
161
164
.ntal hoenders:
ie; het der
van één toom:
e hen.
de pluimvee-
staat, tenmin-
et kennis van
iductio in ons
er kip en pei
Iers gemiddeld
len, waaronder
ie is behaald
iet gemiddelde
180 bedragen
boven de 200
>0 dicht zullen
en. En 'zeg
1 kan ik nooit
>ben natuurlijk
wr Beekbergen
behalen. Alle
:n, zijn jonge
d, die of nog
f eerst enkele
:ijn. De inzen-
deal hoenders
T wat ze wèl
n van moeders
iben en vaders
ïen zijn voort
jonge hennen
s dat behoort
ier geschieden
k zeker goed-
4, even zeker
■erzorging'
ing" is hooge
van Beekber-
kleinen kop
behoefte van
1 te voorzien
ilegenheid om
en en op J'6
dieiten broed-
Daarvoor heb-
;n de legwed
stammen heb-
1 onze broed.-
lijk wel wal
ontrole-werK-
amheden moeten ook Vergoed wordien, maar
0 eene verhoogde eierenproductie verdienen we
derd malen terug, wat we moesten uitgeven.
Eiene vergelijking met de vorige wedstrijden te
jekbergen leert ons, hoe eene goede voorlichting
zake pluimveeteelt steeds betere resultaten
d bereiken. De wedstrijden vingen er steeds
October aan en de stand was telken jare op
t einde van Juni:
gem. prod, van beste hen.
alle dieren
Nederlandsche legwedstrijd: 105 182
166 183
107 196
122 228
123 193
133 212
jfen ziet dus, hoe de gemiddelde productie
^eds stijgt. Het cijfer van de beste hen was
den 4en legwedstrijd wat hooger, maar zoo'n
dividueel beste-hen-cijfer is natuurlijk meer
toevalligheid. Die hen heeft in dat jaar
!a eindcijfer van 313 eieren in één jaar bereikt,
jarmee het nóg ongeslagen record voor Europa
estigende. De hen behoorde toe aan de Gebre.
Alleman te Buurmalsem. Dé hen leeft nog en
aar eieren worden in het hroedseizoen verkocht
oor f 10 per stuk! De hen, die in den thans
openden wedstrijd aan de spits staat, is ook
.{;,r een hoen van dezelfde eigenaars. Meen eqh-
v niet, dat ge steeds meerstere guldiens voor
sn goed breidei moet geven. Eilk goed hoender)
ark kan eieren leveren van kippen met eena
inductie van 160200 eierten en rnet twee kwar-
jes moet zoo'n ei in ieder geval betaald kunnen
lorden.
Weet ge, wat ge eens doen moet? Schrijft
Iken dag eens op, hoeveel eieren ge van uw kip-
en geraapt hebt. Dat gaat b.v. heel goed op een
aaandkalender. Op het einde van de maand re
ent ge dan eens uit hoeveel het gemiddelde,
di emaand per kip was, dan zal ik elke maand
deze rubriek het gemiddelde van het Proeffok-
tation in Beekbergen mededeelen en kunt ge
jecies zien, hoever ge achter zij t- Men moet
c(p rekenen, dat mijne mediedeeling telkens
eist' pl.m. 3 weken na beëindiging van de
laand komt. In Juni legden de 377 kippen te
ieekbergen gemiddeld 238.7 eieren per dag (63.3
en de productie was per kip over de hjeele
maand gemiddeld 20 eieren.
Vragenbus: volgende week.
Sport- en Wedstrijden
HOLLANDNIEUWS.
londerdagavon 1 speelde Hollan 1 I een wedstrijd
egen een toerclub van Alcma-'a, met name de
lkmaarsche Corinthians, bestaande uit spelers van
ie, 2e en 3e elftal. Holland kwam met het
olgende elftal uit:
J. Groothuizen.
W. C. van Dijk J. de Haas
P. Commandeur H Deliën F. Bekker
ti. Mol, A. Kwadijk C. Ha.*- -n Vroling Kansen
looals men uit deze opstelling ziet, met 3 in-
llers.
De Corinthians:
J. Amoureus,
A. Nol G. P. Hartland
B. Elte Jo. Hartland Th. Ooms,
ijer Th. de Boer P- Mulders R. Vis A. de Groot
Onder leiding van Van der Hoven wordt be-
;onnen en al dadelijk is het aanpakken voor de
chterhoede van H. wat haar echter goed is toe-
Het Photo-Mysterie.
Naar het Engelsch vrij bewerkt door J. H.
Nadruk verboden.
III-
Zijn huisjuffrouw ontving ons met een bezorgd
gezicht en voerde ons behoedzaam, op de teenen
nopend ,naar de ziekenkamer.
,Hij is bij bewustzijn,"1 fluisterde zij. „Maar
rindt u hem in godsnaam niet op; de dokter
leeft de uiterste voorzichtigheid bevolen." Met
leze woorden opende zij de deur en liet ons bei-
ien, Becker en mij, binnengaan.
De zieke lag met gesloten oogen in de kussens
)m zijn hoofd was een breed wit verband waar-
loor de bleekheid van zijn gezicht nog sterker
litkwam.
Een poosje stonden wij zwijgend bij zijn bed
a keken hem aan. „Hij is wakker," fluisterde
Becker mij toe, „zie maar hoe de pupillen onder
i» oogleden heen en weer bewegen."
Ik legde voorzichtig mijn hand op de arm van
len patiënt. „Mijnheer Weingarten..." zei ik heel
lacht....
ij sloeg verschrikt de oogen op en zag ons
verward aan. Toen kwam er een uitdrukking
®an herkenning op zijn gezicht; er was iets als
•en zachte glimlach om zijn mond en met zwaake
ïtem fluisterde hij:
i,Dat is goed, dat u gekomen bent."'
De huisjuffrouw maakte de deur open en bracht
as twee stoelen. Zij wierp een blik op den zieke,
fjens oogen verlangend naar het kleine tafeltje
Hen; zij knikte begrijpend en schonk een glas
perry in, dat ze hem toereikte. Hij dronk 'het
h drie teugen uit en er kwam heel gauw wat
"eer kleur in zijn gezicht. Zijn stem was veel
'aster, toen hij weer begon te spreken.
i,IVat zegt u me van die historie? Een aanval
een armen fotograaf... Als zooiets nog epn
man overkomt... dat is tenminste te begrij:-
p, maar een arm man.i."!
Decker greep Weingarten's hand en drukte die
•Wig. „We hebben er allemaal veel verdriet
"ai, waarde collega," zei hij hartelijk. „Iemand
'h u, die geen vlieg kwaad doet. Van een wraak-
"rming kan geen sprake zijn, nietwaar, want wie
op u boos zijn? "Men kan bijna aannemen,
het de daad van een waanzinnige is. Want
is immers ook niets gestolen..."1
De zieke schudde van neen. „Neen, ik ben niets
Hjtgeraakt. Tenminste niets dat eenige waart-
vertrouwd. Uit een misverstand van de C.-achter-
hoede maakt H. het eerste doelpunt, doch spoedig
maakt de rechtsbinnen der C. gelijk- Hierna is.
het rusten. Na de rust hetzelfde spel. met de C. in
de meerderheid.
Als er nog een kwartier te spelen is, wordt er
gestaakt vanwege den regen, wat zeer jammer te
noemen is. Doch naar men mijl vertelde komen
de C volgende week Donderdag dezen, wedstrijd
in zijn geheel overspelen. (Zeer sportief). De C.
is een ploeg, bestaande uit goede en sportieve-
jongens, met aanvoerder Hartland aan het hoofd
Holland kan dan ook zeer tevreden zijn met dezen
uitslag 1 1. Bij H. waren hedenavond de keeper
de beide backs de spil en linksbuiten goed in con
ditie.
x Kle'spraatj'-s van Vet ijaaa.
Hij die verre reizen doet kan veel verhalen... en
onbeschofte leugens vertellen zooals m'n vriend
in Pancras. Het. volgende is echter gecondenseer
de waarheid, alleen is door de Redactie aanmer
king gemaakt op verschillende zinnen. Het 13
eigenlijk.... te netjes. Het kampleven heeft ons
wat ruwer gemaakt, omdat we ons moeten behel
pen als soldaten zonder de onontbeerlijke zorgen
van vrouwen en dientengevolge had ik heel wat
gebeurtenissen vermeld, welke voor dames eigen
lijk niet leesbaar zijn. Als dus onze Sportlezeres-
sen en lezers af en toe zullen denken: „Sjonge
wat een nette kerels," dan moet ik me veront
schuldigen en zeggen: „zóó netjes waren we niet."
In onze tent languit op de veldbedden lagen
we. Zoo juist hadden we vanaf onze uitkijkpost
een blik geslagen o|p een file autobussen met
schoolkinderen van den Langendijk toen een ge
weldige bui ons met stroomen water tentwaarts
joeg. Arme kleinen
De „katjang" (we hebben hier allen een kamp-
naam) stak z'n teleurstelling niet onder stoelen
en banken omtrent het weer en pruttelde reeds
een kwartier als een oude koffiepot toen de or
donnans des Ritmeesters mij een brief bracht
va nden volgenden inhoud:
Beste Hartenboer.
Jullie wordt bevolen uwe facie's hedenavond
8 uur te laten zien in m'n wigwam ter be3pre-
king van een groote kamptocht naar Zandvoort.
1 Lange pijpen meebrengen.
R itmeester La
We hadden dien avond willen wandelen, doch
het hemelwater joeg ons om '8 uur wigwam-
waarts. Reeds van verre was de tent schitterend!
zichtbaar door dén enormen voorraad brandende
kaarsen en de geweldige rookwolken welke zich
met moeite een uitweg baanden door een nauwe
opening. We traden, na aangediend te zijn, bin-
gven
„Moge Heeren."
Uit den nevef klonken wedergroeten en als
■onze oogen aan de omzettingsproducten van de
„toefaek" zijn gewend zien we een achttal kamp
broeders zitten welke met ijver bezig zijn een
drukdampende schoorsteenpijp na te bootsen.
Onze commandant rijst uit z'n luie stoel en
slaat met een „pollepel" op een in staat van
ontbinding verkeerend waschbiik. „Stilte."
„Broeders, kampgenooten".
„Ik heb u allen hier laten verzamelen om u
in de ooren te bulderen dat mijne opperste lei
ding het noodig heeft geoordeeld dit kamp na r
■elders te verplaatsen. We hebben drie weken een
zalige rust en een stalen tucht genoten, ons va:,
de bewoonde wereld niets aangetrokken, doch ik
ben door de Rijksveldwacht attent gemaakt op
het nuchtere feit dat hier overdag van geen rust
de had.'"
„Dus tóch?"- vroeg ik met een angstig voorge
voel. „Iets ontbreekt er dus toch wel?"
„Ja,"' antwoordde hij en er gleed weer iets als
een glimlaöh over zijn bleek gezicht. „De po
litie was vanochtend vroeg hier, om een soort
inventaris op te maken. Er ontbreekt niets...
niets, behalve...."
behalve..... vroegen wij beiden tegelijk,
in de uiterste spanning.
„v.iBehalve een negatief dat ik in mijn zak
had.'"
Becker wendde zijn gezicht naar mij toe. Ik
voelde dat er een ijskoude rilling over mijn rug
liep. Het suisde in mijn ooren en ik voelde een
verlammende druk op mijn hoofd.,
„Eien negatief?" herhaalde ik mechanisch, „een
negatief en een afdruk? Stond daar zoo iets ge
wichtigs op, dat dat zulk een misdrijf verklaar
baar maakt?" Ik trommeld ezenuwachtig met
mijn vingers tegen de spijlen van het bed, terwijl
'ik hem angstig aanstaarde.
Becker legde zijn arm op de mijne en keek mij
in de oogen. „Blijf kalm," las ik in zijn ernsti-
gen blik.
De zieke draaide zich onrustig om en plotseling
kwam er kleur op zijn wangen. „Niets bijzon
ders," zei hij met een stem die opvallend veel
zwakker was geworden. „Niets bijzonders. Inte
gendeel. Dat is juist het gekke van de heele
geschiedenis. Niets dan twee appelenventers, die
elkaar afranselen en een derde die tusschenbeide
(komt,."
Ik had op dit oogenblik het ^gevoel of de zolde-
Ying van de kamer op mij zou neervallen. De
laatste woorden van den patiënt, klonken mij
sidderend, als een echo vertienvoudigd hoonend
en dreunend in de ooren. Ik wilde opspringen.
Becker dwong mij door den druk van zijn hand,
die het mij haast deed uitschreeuwen, om te
blijven zitten.
De zieke mompelde iets, dat ik niet verstond.
Daarop wendde hij zich met een lustelooze be
weging naar de muur en sloot de oogen. „Koorts",
fuisterde Becker. „Kom, we zullen maar gaan."
Een tijd lang liepen we zwijgend naasl el
kaar, ieder met zijn eigen gedachten bezig. Dui
zend mogelijkheden flitsten door mijn brein; even
snel verwierp ik deze. Neen, ik zag geen uitweg
uit dit labyrinth, geen verklaring voor al dit
raadselachtige. "Wat op het eerste gezicht een
1 krankzinnige mop van een onschadeiijken dwaas
meer sprake is. Bij goed weer wemelt het hier
van allerlei jonge en oudelui, welke er schijn
baar op uit zijn om de aanwezigheid van Vete
raan alias Hartenboer te ontdekken en hij voor
wiens veiligheid ik persoonlijk borg moe" staan,
heeft kans gezien om een dag met een nacht aan
m'n oogen te ontsnappen.
Dit is iets wat niet toelaatbaar is en ouvert
eenigbaar met het reglement van orde, hoewel
het voor hem pleit dat de snoodaard zichzelf
weer heeft aangemeld. Dit is echter niet de hoofd
zaak. Augustus staat voor de cent en dit is bij
uitnemendheid de vacantiemaand. Van velen on
zer wordt echter zoo af en toe de aanwezigheid.
vereischt op onze bureau's en ik heb het noodig
geoordeeld het kamp der „krantenluiajes" wat
meer naar het Zuiden te verplaatsen in de na
bijheid der hoofdstad. Ik heb de beschikking
gekregen over een reeks duinen kusschen Bloe-
mendaal en Zandvoort, particulier eigendom van
een bekende familie uit Aerdenhout en we zul
len nog deze week opbreken en vertrekken. M'n
plan is om de voetbal en. de athletiek afdeel ing
er loopende heen te dirigieeren. Met de leiding van
dezen tocht wordt belast onze vriend „Blauw
kous" de populaire Alkmaarache langeboan
„crack". A.s. Zaterdag 's morgens 8 uur le af-
marsch. Bezwar-n schriftelijk in te dienen bin
nen 3 maanden bij de afdeeUng Kunst aan het
nieuwe Departement van Binnenlandsebe Amu
sementen, hetwelke vermoedelijk het volgend jaar
zal worden opgericht. Dank u."
We wisten voorloopig genoeg en we zouden ons
weer verwijderen toen ik werd teruggeroepen.
De ritmeester keek ernstig.
„Jij zult me een groot genoegen doen om jè
Sverder aan onze reglementen strikt te houden.
Ik ontving van morgen van jou Redacteur een
schrijven waarin mijl met klem werd aangeraden
je binnen de perken der welvoeglijkheid te hou
den, terwijl je ega me schreef dat ze jeu niet
meer kan begrijpen. Je daden en leefwijze zijn
lijnrecht met elkaar in sitrijld. Zooals je schrijft
doe je in 't leven niet. Je bent gewaarschuwd
en kunt gaan.."1
Tot zoover dit verhaal. Het verdere wordt u
later verteld. Wat of Veteraan schrijft en wat
of hij doet dat gaat m'n corpscommandant niets
aan en niemand. September kom ik weer hij
jelui terug en beginnen we onze Sportrubriek
\veer. Ik ben nu vrij in m'n doen en laten cru
Kaatje kan van mij schrijiven wat ze wil. Ook
zij zal meer levenservaring krijlgen.
.(...en toen bij zonsondergang de groote kamp-
vlag naar heneden daalde en de hoornblazers
het Wilhelmus bliezen, salueerde ook Veteraan
strak en stram.... VETERAAN.
Pcniu-kraysen van Kaatje.
Het was j.l. Zondag gelukkig geschikter weer
voor voetbal. Ikzelf ben nergens geweest, ik ge
voel me vreeselijk „down'" en zal ten slotte toch
weer blij zijn als m'n man weer thuis is. He+
werk is voor mij druk genoeg en ik ben er 01 k
niet zoo goed mee op de hoogte. Hoe of hij het
vorigen winter allemaal uit eikaar heeft kunnen
houden, is mij een groot raadsel. Het lijkt me
gewoonweg ondoenlijk. En nu wil men met 'Sep
tember de rubriek nog uit gaan breiden. Ik wacht
het maar af hoe men dit in wil kleeden.
De wedstrijd D'.T.S.—Holland heeft schijnbaar
niet aan de verwachtingen beantwoord. De lei
ding van den heer Korst an je bleek hier onvjl
leek groeide hier voor mijn geest uit tot een
geraffineerd plan, tot een misdadig systeem. Er
was methode in dezen waanzin. En wat mij,
eerlijk gezegd, op dat oogenblik het sterkst vo>r
den geest stond, ik zelf was in gevaar. Ikzelf.
Want ik had immers ook zoo'n opname gemaakt
ja, ik had het negatief nog bij mij. Ik keek in
verwarring achter mij. Kwam misschien het on
heil al achter me? Beloerde het mij? Was ik
(misschien reeds onherroepelijk gevonnist?
Zou ik mijzelf met open oogen en gekruiste
armen aan dit noodlot uitleveren?
Ik dacht aan mijn kleine woning in de Lin-
denallee; die afgelegen, stille woning op de
bovenst everdieping. En plotseling huiverde ik
ervoor. Ik dacht aan de avondiuren, alls de zware
schaduwen over de daken van de groote stad
gaan als ik alleen zat, over mijn boeken
geboden....
,.Ik kan niet,!' zei ik plotseling. „Ik kan niet
naa rmijn woning teruggaan. Om negen uur komt
hij. Tot dan ben ik alleen."
Becker was zwijgend met mij meegeloopen, zon
der met een. enkel woord mijn inwendigen strijd'
te onderbreken. Plotseling zei hij, terwijl hij
bleef staan:'
„Herbert Porter is hier. Ik zag het gisteren in
de courant."
De detective, die met langzame passen het
vertrek op en neer geloopen had, bleef staan en
wendde zich naar het venster. Het lic'ht van de
scheidende winterzon viel schuin in de reedsi
schemerige kamer en speelde om de fij'ne trek
ken van het jonge meisje, dat met angstige span
ning naar den Engelschman opzag.
„Een buitengewoon geval,'" zei hij.^„Misschien
een van de buitengewoonste, die mij ooit zijn
voorgekomen. Voor zoover het in mijn vermogen
is, wil ik natuurlijk graag probeeren om u te
'helpen."
Het jonge meisje stond op, keek den Engelsch
man in de oogen en stak hem de hand toe.
„Ik dank u, Mr. Porter. U neemt me een pak
van het hart, dat kunt u gerust gelooven."
„Dus om negen uur is de besteller van plan te
komen om de foto af te halen? Natuurlijk zal ik
u niet alleen laten. Wat ik intusschen noodig
heb, zijn de adressen van uw collega's, die voor
u van dezen eigenaardigen klant de eer hebben
gehad."
.Conrad Becker woont op de Ludwigkadc No.
i 28 en Wjolfgang Weingarten op het Oude Markt-
doende. Van mijn lievelingsclub is het me erg
tegengevallen, dat ze van N.V.V. zoo verplette
rend kon verliezen. Zou Vrone de hoogste tred
van de sportladder reeds gehad hebben? Ik hoop
a.s. Zondag tegen D'.T.|S. anders te mogen zien.
Ik zal ze geweldig aanmoedigen.
Tot Zondag. KAATJE.
Nuchterhiaidjes.
De Jaarlijksche Algemeene Vergadering van
den N.H.V.B. wordt 23 Augustus a.s. te Alkmaar
gehouden. Wie er tegen dien tijd iets te .smous
jassen"' heeft steke z'n vinger in de azijn.
Dat Holland de uitnoodiging van D.T.3., om
een wedstrijd te spelen, aannam is van deze
club een bewijs van hare sportiviteit. Het ware
te wenschen, dat beide clubs besloten tot samen
smelting. Zeer zeker zouden de heeren eenige
uitmuntende elftallen aan den N.H.V.B. kunnen
presenteeren. De Langendijk zou spoedig trotoch
kunnen zijn op een N.V.B.-elftal met eenige puike
reserve-elftallen. Men denke er eens ernstig over.
Bij goed weer zal de nederlaagwedstrijd D.T.S.
Vrone a.s. Zondag enorme belangstelling trek
ken. Het Langedijker publiek zorge er voor zich
tegenover de gasten „waardig" te gedragen. D.
TJS. zorge voor een beslist onpartijdige scheids
rechter.
Argusoog is opnieuw geschorst tot 1 Septem
ber wegens het opendoen van een „grooten muil"'
te:,en den Sportredacteur. Hij had n.l. voorge.-
F eld om de „Nuchterbeidjes" te veranderen in
„Hatelijkheidjes".
Zaza heeft langen tijd niets van zich laten
hooren. Zou dit soms in verband staan met het
kampleven van Veteraan? Indien ze „bobbed
hair" heeft is het lieve kind nog niet gelukkig.
DWARSKOP.
Aan Hoogland.
Uw brief kwam onder onweersbuien cn wa-
erluchten in mijn bezit. M'n hartelijke dank
oor uwe hartelijke woorden. Alleen in de ver
schillende pseudoniems is u hopeloos „van de
.ook" want u zult moeten inzien dat al die
pertbijdragen onmogelijk van één persoon kun-
:en komen. Dan zou ik niets anders te doen
moeten hebben. Ik weet natuurlijk wel wie onze
medewerkers zijn doch sla soms hun bijdragen
over. Ik werk geheel alleen en heb een speciale
aparte werkkring. Dat de bewuste uitdrukking
op Argusoog van toepassing is is best mogelijk,
>doch daar ik momenteel met vacantie ben en me
zeer weinig met de sportrubriek bemoei, zult
u toch uw woorden moeten intrekken.
Het is toch te belachelijk als ik bedenk dat
we weken achterden rug hebben waarin we elkaar
dagelijks hebben gesproken. Dat gijl naar Vete-
r.an gist dat is een feit doch ik blijf ook voor|
u steeds de „onbekende". Voor Dwarskop is de
spor redacteur verantwoordelijk en deze weet m.i.
best hoever hij gaan kan. U doet echter met al
uw redevoeringen uw vereeniging geen oizonde
ren dienst. Let eens wat beter op de stemming
van het publiek in Pancras. Dit is een voornaam
punt van overweging, want uw club heeft dit
zeer zeker noodig.
Waarde Vriend, ik eindig met een vriendschap
pelijk pootje. Nogmaals, herroep uw woorden. Ik
heb ze werkelijk niet verdiend. Het laat me ver
der echter koud. VETERAAN,.
plein No. 74."'
De detective schreef de adressen op in zijn no
titieboekje. „Nog iets. Weet u ook misschien
de plaatsen, waar de opnamen hebben plaats
gehad
Het jonge meisje dacht na. „Het huis, dat 11.'
gefotografeerd heb was Augusta-Boulevard 177
do beide anderen weet ik niet maar, wacht,
ik geloof dat Becker iets zei van de Dierentuin.''
Herbert Porter sloeg zijn notitieboekje dieht.
„Ik zal probeeren zelfs van de beide heeren wat
meer gewaar te worden."
„Wat zal ik nu doen, Mr. Porter?"1
„Wel u moet in de eerste plaats beginnen
met de plaat te ontwikkelen. Misschien is het
u mogelijk dit op neutraal tedrein te doen
misschien bij een van uw collega's?"
„Natuurlijk. Ik zal naar mijn vroegeren pa
troon gaan, naar mijnheer Eckstein in de Poort-
slraat."
„Goed. Maakt u uw werk gereed en haal mij
dan om half negen af.'"
„Hier in het hotel"1
Herbert Porter stond aan het venster van het
kleine atelier in de Lindenallee en keek zwij
gend naar beneden, naar de donkere straat.
Juist sloeg het negen uur. Een auto werd uit
den nevel zichtbaar en hield beneden voor het
huis stil. Het licht van de lantaarn viel op een
heer, die uitstapte en met langzame passen op
het. huis toetrad.
„Is dat uw klant?"
Het jonge meisje boog verder uit het raam en
tuurde naar beneden. „Ja," fluisterde zij mét
kloppend hart. „Ja, hij is het."1
Een zacht geluid begon door het stille huis
te zoemen. „De lift,'" zei ze halfluid.
Deuren sloegen. Men hoorde een diepe mannen
stem en daarna het beleefde antwoorden van
den portier. Daarop ging de deurbel. i
„Denk er om, dat u mij niet voorstelt,'" zei Her-
bert Porter lachend. „Ik ben alleen maar uw be
diende."
Else Hoffman ging naar buiten en opende de
deur. Eien welgedaan en goedgekleed heer trad
binnen. „Goeden avond," zei hij. „Wel is ons
werkje gelukt?"
„Zeker,"' antwoordde de fotografe. „Hier is het
negatief en daar is de afdruk. U ziet, het is heel
scherp en duidelijk gewordlen."1
(Wordt vervolgd).