NIEU WE
Nieuwsblad voor LANGEDIJK en Omstreken.
If o. 100 ricLteffawxi» uw
Dinsda? 25 Augustus 1925
84? JKarja-^
per 3 maanden f 1,15
J.&H. KEIZER.
ü\(.EI)IJkER (OIRAVT.
Deie courant vergcüijnt Dingdags, Donderdags en Zaterdagg.
ABQSH**EHT8PBU»
BKü&ÜT g0g-(JtTeg r SK
BURBKfc!
Moordichariroude,
<J<£H AJ 4KI E.Sjf.14 N i
Ta» j 1—1 rag«i* 71 ct.» «Ik» regel nu II o«a<
Smit letten of Tigosttn win attr piaatxraiati berekend.
«riwei rasktitrasct «91 de» Uitgever'
iCIl Plaatselijk Nieuws
STEMMINGSBEELD op de
BROEKER VEILING
Krachtens zijn redelijik en zedelijk bewustzijn
houdt ieder mensch in meerdere of mindere mats
zicii bezig met de bestudeering van de verschijn
selen die zich in zijn werkkring voordoen, Zoo
ook houden onze praetische bouwers zich terdege
bezig met al de gebeurtenissen in 't groentevak.
De methode, die gevolgd wordt, zouaen de
geleerden de empirische (de proefondervindelijke)
noemen.
Als resultaat van jarenlang met aandacht ga
deslaan der verschijnselen, komt men tot tamelijk
vaststaande meeningen en oonclusiën.
Zoo geldt als een axioma, als waarheid die
geen bewijsvoering behoeft, er is verband tus-
gfihen de prijzen van gele kool en bloemkool
Practici beweren dat het dooréén genomen op
gaat; steeds meer eenzelfde beeld, beide groen
tesoorten of heel duur óf niets waard.
Maar als in de vorige week de bloemkool tot
60 gld. per honderd stuks kost en de gele kool
voor n daalder per honderd K.G. verkocht wordt,
dan duikelt het axioma tot hypothese. Het te
kort aan bloemkool kon de gele kool niet aan
vullen, blijkbaar denkt dit jaar 't koolconsumee-
rend publiek er anders over.
Een tweede algemeen geldende opvatting is,
als er weinig fruit is gegroeid, appelen en perm
schaarsch zijn, dan komt dat altijid de groente
ten goede.
Em thans? De peren zijn peperduur, appelen
schaarsch, maar de groente, behalve de bloem
kool, spot goedkoop.
Zoo ziet ge, dat de meest stellige uitspraken
gegrond op jarenlange praetische ervar'ngen,
•toch blijken slechts relatieve waarde te bezitten.
De bloemkoolprijs in* de vorige week was ab
normale heeft z'n schaduwzijde. Ter illustratie
daarvan geef ik u de volgende ontmoeting in
n Amsterdamsehe groentewinkel. In de winkel
in de hoofdstad, gelegen in de volksbuurt, loopt
't even na den middag geregeld af en aan. 't Is
nu de tijd van de sniji- en speircieboontjes, naast
deze artikelen prijkt onooglijk afgewaaid fruit.
Onder de klanten een gezette juffrouw,bui
tengewoon goed bespraakt, dialect hoog Haart-
lemmerdijksoh.
„Eijf Kilo piepers van de zes, niet zoo grof
as de forige keer, die ware niet te eten. Koken
af, goed foor de honden." De kruidenier geeft
de gevraagde piepers, groote eigenheimers. „Nog
lete, juffrouw?"
„Wat kost je bloemkool?" „Vijf en vijftig
^te.„Zeg, ben je wel bij je ferstand? Zoo-
teel foor 'n onnoozele bloemkool, dat is je rein
ste afzetterij."
De winkelier blijft heel gewoon, kent blijk
bar zijn cliënte en haalt doodbedaard een fac
teur voor den dag, en zegt: „Juffrouw, meent
d' dat ik u afzet: Hoeveel mag ik nu aan zoo'n
kooltje verdienen. U moet vooral ook rekenen
toet bederf; ik houd wel een tiental kooltjes
over." :i
„Nou, as je is faif spie an zoo'h kool fer-
teend, is 't welletjes."
„Best juffrouw," antwoordt de winkelier, daD
tetaalt u 1 cent meer, zie maar wat ze me
kosten, precies 50 ets. Den ik nu een afzetter1
Nu zoudt ge meenen, dat die mond van de
juffrouw gestopt was. O neen, nu krijgen de
uinders 'n beurt, die akelige, gierige, uitzuige
rs6 groenteboeren. Om voor zoo'n kooltje vijf-
«©nts te durven vragen. Ze worren raik fan
ouze zweetoente. Daar moet de Miranda (de be-
Amsterdamsohie wethouder) wat an doen.
En de juffrouw vraagt en verkrijgt instemming
v&n de andere klanten.
2e wil 't bloemkooltje niet hebben en koopt
«en roode kool van 3 Kg. voor 7f/2 ets- Daar
teft ze wel voor drie maaltijden genoeg aan,
7ar 26 zelf zegt. „Is dat ook een afzettersprijs
tetóg ik te vragen."
>>2e kennen 't er fast voor doen, anders deja
t niet," luidt het wijegeerig antwoord.
Onderwijl verandert zie van ehapitre en laat
de klaagtonen over die afzettende gierige boe
ren varen. Ze ziet 'n buurvrouw, klampt deze
aan, en niu ontspint zich een gesprek over het
evenement van de week, de fietswedistiïjden om
't wereldkampioenschap in 't stadion.
Dat was „reusef'ijn". Achter die „metoren",
je hield je hart fast. Met 'n reuzefaaxt wilden
ze mekaar foorhij, ze flogen, me liefe mensehen,
ze rejen meer as 100 K.M. per uur. Om fan te
ijzen. En dan die jonge knul die kampioen wier.
Wat 'n kerel, niet 's.
Ein Zondag ga ik weer, zei de juffrouw, die
'n bloemkooltje van 55 ets. niet kon betalen.
„Wat kost dat juffrouw." „Ik betaalde fan
de week twee gulden voor 'n staanplasie; Zon
dag kost 't me 'n achterwiel.
O tijden, o zeden.
lis hier geen arbeid te verrichten voor de pers
Om de menschen nu 'eens de oorzaken te vertel
len, waarom de bloemkool zoo duur is?
Of is het ons onverschillig of we voor afzet
ters worden uitgemaakt
Want heusch de jufrfouw uit de groentewinkel
staat niet alleen. Luistert slechts in spoor en
boot en waar ge de stedeling ontmoet, steeds
weer hoort ge 'n zelfde geluid.
ZUTBiSCH ARW OUDfEI.
De inteekenaren in het waarborgfonds voor
het gehouden zangconcours ter gelegenheid van
het 25-jarig bestaan van „Gemengd Koor" kre
gen de niet-prettige mededleeling thuis, dat 28
pot. van het waarborgfonds moet worden aan
gesproken. De ontvangsten bedroegen f936.15,
de uitgaven f 1906.41. Een onzer ingezetenen
had voor 10 pet, geteekend. In 't geheel was er
bovendien nog voor f3215.50 in dit fonds inge-
Uit den Omrtek,
HElERHüGOWAARDu
De afd. der HolL Maatschappij van Landbouw
.vergaderde 21 dezer in het lokaal van den lieer
J. Zijp. Aangezien de voorz., de heer P. Koste
lijk, door ziekte verhinderd' is, wordt de heer
D. de Jong aageweze om voor dzee vergadleringi
als voorz. te fungeer en. Deze opent met een
kort woord de vergadering, waarna door den heer
Van Slooten de notulen der vorige vergadering
worden gelezen; deze worden onder dankzeggiug
goedgekeurd.
Naar aanleiding der notulen wordt gevraagd
naa rhet bedrag der Kringkas en of daaraan
reeds een bestemming is gegeven. Dit blijkt niet
het geval te zijn, terwijl er ongeveer nog f100
in kas is. Voorgesteld wordt nu namens de af-
deeling te adviseeren dit bedrag ter beschik
king te stellen van het steuncomité voor het
oosten des lands. Met algemeene stemmen wordt
dit voorstel aangenomen.
Naar aanleiding der bespreking over splitsing
der Maatschappij, verklaart de vergadering zich
daa rniet voor.
Besloten wordt f 5 bij te dragen voor een hulde
blijk aan Dor. Hoek, bij zijn aftreden als Direc
teur-Generaal van Landbouw.
Ingevolge een circulaire der afd. Opmeer be
sluit men bij een volgende hoofdbest uurs verkie-
zing een eventueele candidatuur van den heer
iK. Brook, lid van genoemde afd1., te steunen.
Het verloop van den cursus in veekennis stemt
tot groote ontevredenheid; besloten wordt de aan- j
bieding van den heer Klein Jan, leider van den
cursus, om ter aanvulling nog een lezing te
houden, voor de cursisten en de leden der afdee-
ling, maar niet te aooepteeren om mogelijke te
leurstelling te voorkomen. Bij voldoende animo
zal komenden winter door de afdeeling een cur
sus worden gehouden in paardenkennis. Dr. Sta
pel van Spanbroek zal worden aangezocht voor
de leiding, terwijl de commissie van toezicht
zal bestaan uit den niew gekozen voorz., den
hee rD. de Jong, de nieuw gekozen secr.-pen-
ningm., den heer M. Spaan en den heer P.
Blauw. Nog wordt in het afdeelingsbestuur ge
kozen de heer J&c. Beeae, in plaats van den
heer Wuijs, aftr. doch niet herkiesbaar.
Ter versterking van het ledental zal getracht
worden door het zenden eener circulaire nieuwe
leden aan te nemen.
Hierna wordt door den voorz. de vergadering
.gesloten.
Van alles en nog wat
Nadruk verboden.
Dat er na regen zonneschijn :::i -
de groote Tijl Uilenspiegel, die daarom meer op
het eerste dan laatste hoopte, omdat het laatste
hem aangenamer was dan het eerste. De snaak
wist na voorspoed, tegenspoed, zoo is nu een
maal 't leven: ebbe en vloed. Na de vette jaren,
waarvan het bijbelverhaal spreekt, kwam een pe
riode van magere Maar daarvoor behoeven we
niet naar de oudheid terug te gaan, we hebben
alles in meer of mindere mate dit springgetij
meegemaakt en op heden is het ebbe, als maar
ebbe. Nu in de ambtenaarswereld en bij de bur
gerlijk ebetrekkingen een meer dan overvoerd
markt de salarissen naar beneden drukt, doet
zich nog 'n verschijnsel voor, 't welk als 'n uit
vloeisel van het grootè surplus te beschouwen
is. Als men 'n bediende noodig heeft en de keuze
is doo rhel gering aantal sollicitanten klein, dan
moet men z'n eischen middelmatig aanschroeven
■en vaak genoegen nemen met 'n kracht, welke
men niet geheel voldoende acht. Maar als de ge
gadigden zich bij bosjes aanmelden, het aantal
werkeloozen aanzienlijk, het aanbod dus groot
is, dan kan men z'n eischen strenger formulee
ren. In de dienstbodenwereld is echter nog van
geen surplus sprake, 't Baantje is blijkbaar wei-
nig ambitieus, Nelly en Betsy prefereeren de
kantoorlessenaar boven de gootsteen. Ook hier
door gevolg en oorzaak: Mannelijke kantoorbe
dienden te veel, want velen hunner zijn het
slachtoffer, van huiselijke zorgen en moeten nu
eenmaal voor meer dingen zorgen dan opschik
en vermaak, in rond Hollandsch gezegd: ze
moeten meer verdienen dan de geëmanicipeerdé
vrouw en worden te duur vöor de arbeidsmarkt.
Doch alles past Zich ten slotte aan en op den
duur zal ook dit arbeidsvraagstuk worden opge
lost. In een der dagbladen komt de volgende
advertentie voor:
„Gevraagd: Een Mant als dienstbode alleen.
Br. met opg. van referentiën, verl. sal., enz."
De omgekeerde wereld, we stemmen 't vol
mondig toe, doch verbazen over uitwassen, in
dezen tijd moet men zich niet, want dan zou 'n
mensch geen helder oogenblik mee rhebben,
daarvoo rzijn de uitloopers te vele en te won
derbaarlijk. De sportevement welke onlangs de
Tilburgianen bezig hield maakt geen uitzonde
ring. Om vooral een goede recette te maken,
had de directie iets origineels bedacht. Nadat
zij „twee onverschrokken Amerikanen" eenige
halsbrekende toeren had laten uithalen op hun
motoren, kwam de groot eattractie, die de men
schen naa rTilburg's renbaan moest trekken
de auto-rennen in de lucht. Een meneer en een
juffrouw met fantastische namen, die al naar
wensch Fransch en Duitsch uitgesproken kun
nen worden, lieten zich in auto's langs een 12
meter hooge glijbaan achter elkaar naar bene
den glijden, om aan het oploopende einde der
baan met auto en al een luchtsprong te maken
en in omgekeerde volgorde óp den grond neer
te komen, doordat de achterste auto in de lucht
onder den voorsten doorschoot.
Dan lijkt ons de hengelsport een onschuldi
ger vermaak, mits het niet vergaat als zekere
heer die voor enkele dagen naar de Loosdrecht-
sche plassen ging om te visschen. Den eersten
dag ving hij een reuze-snoek en enthousiast
stuurde hij zijn vrouw het volgende telegram:
Ik heb er een, weegt zeven pond, een pracht
exemplaar. Kort daarop werd in Jiet hotelletje
waar hij logeerde het volgende ant.voord be
zorgd: Ik heb er ook een; weegt tien pond;
geen schoonheid, want lijkt op jou. Kom thuis.
We hopen dat de gelukkige vader zijn spruit
betere opvoeding geeft, dan een 2i/2-jarig ventje
te Rinsumageest geniet. Als 't kereltje eerst op
z'n gemak een pijpje heeft gerookt, komt het
zich even late rversnaperen aan 's moeders borst
en bevredigt alzoo de verdere nooddruft van zijn
lichaam.
Was het Cats niet, dje zeide:
Indien de joncheit niet en deugt,
Zoo geeft de schuld niet aan de jeugt,
De vader self, verdient de straf,
Die haar niet beter les en gaf.
Over lessen gesproken: In zekere plaats ver
scheen de vrouw van den predikant in de kerk
met een hoed op, die haar in menig opzicht werd
benijd doo rvele harer mede-kerkgangsters. Deze
spraken daarover thuis met hunne mannen op
zulk een toon, dat de leden van den kerkeraad
wel genoodzaakt waren den predikant hierover
voor de vierschaar te dagen. Deze verscheen en
verbaasde zich over dien oproep.
Of er ook aan zijn preek iets gemankeerd had?
Neen dat was wel in orde. Er was echter iets
anders, dat de ergernis der gemeente had gaan
de gemaakt en dat in 't stemmig morgenuur
meer aandacht getrokken had dan dominé's
preek. Een hoed, zooals mevrouw dien morgen
op had, kon naar hunne rechtzinnige opvatting
nooit geoorloofd en betamelijk zijn. De predi
kant was direct bereid aan de gemoedsbezwaren
tegemoet te komen. Het bewuste hoofddeksel
uit huis halende, biedt hij dit den voorzitter aan,
tegelijk met een schaar en het verzoek: nu zoo
veel bloem, lint of ander versiersel van den
hoed af te knippen, als naar het oordeel der
vergadering wel betamelijk en geoorloofd zou
kunnen zijn. De voorzitter was er mee aan en
eveneens de andere leden van den kerkraad, doch
niemand waagde de schennende hand aan de
hoed te slaan, de dominé's vrouw ging vrij uit.
't Gevolg was dat een paar weken later vele
vrouwen ,ook die der leden van den kerkeraad,
een hoed op hadden, bijna gelijk aan dien van de
vrouw van den dominé.
Had de fietsende dame in de buurt van Rui-
nerwold een flinke zuidwester op haar hoofd
gehad, ze had veel leeds voorkomen. Even vóór
zij de kom binnenreed, kreeg ze een gevoel, alsof
er van achteren heftig aan haar haar werd ge
trokken. Toen ze echter een van haar handen
snel in de richting van haar achterhoofd bracht,
bleek haar tot haar ontzetting, dat er een andere
oorzaak was, die dat onaangename gevoel bracht
Wat toch was er gebeurd? Een groote zwerm
wespen had zich op haar achterhoofd nederge
zet. De insceten met hun kwade angels begonnen
haa rleelijk te bewerken. Ze vluchtte een huis
binnen waar men haar van de lastige „neder
zetting" bevrijdde. Intusschen hadden de wes
pen haar zoo gestoken, dat ze zich direct onder
dokters handen moest stellen.
De geneugten van 't buiten-zijn zijn niet om
verdeeld. De „Telegr." vertelt het volgende:
Met z'n allen waren ze per tandem en fiets er
op uitgetrokken en pufefnd en hijgend was de
karavaan aan 'n boschrand neergevallen, 't Ge
zelschap bestond uit de heer des huizes, een
Watt-type, lang en beenig, z'n ega, het tegen
beeld van haar gemaal, Holland's welvaren, 'n
tante, 'n stadstype in moesjesjapon, een vijftal
spruiten in diverse levensstadiums en de oudste
dochter, een maagd van twijintig jaren met holle
kaken en sproeten, geliefkoosd door met bril-
beglaasde oogen van 'n jongen, wiens hettijd
zoowat lag tusschen een koe en 'n kalf. Zooals
gezegd aan den boschrand werd gebivakkeerd.
„Nou eerst 't bier!" meende de Wattsman, z'n
jas uittrekkend, terwijl de dikke vrouw, 'r hoed
je achter op 'r nót-piekend haar, nog streed
met den tandem. „Merie, dat hè-jij ommers?
Frisch hier pfff lekker. Teun mojje rooke?
Nou je me schoonzoon wordt, hè?" De bebrilde
'jongeman kreeg 'n kleur en nam voorzichtig, en
bedankjes stotterend, 'n zwart sigaartje uit den
koker, dien de Sachem van den stam hem voor
hield. Hij keek er vreesachtig naar en sneed er
met 'n tornmesje keurig de punt af.
„Moe moè nou! Flippie hep de klapbesse
gegapt!" beschuldigde het jonge meisje.
„Och ik wil ze ommers maar uitpakke
jij mit je klès!" verweerde zich de jongen, „va
der di's 'n fèn plekkie! Net zoo glad
Watt snee kaas met z'n knipmes, z'n jas, boord.