ffltm: taaaeffiBer Gown iih Blad) Gemeenteraad oudKaraaei. w,x d-s -«-SS iS. J m hUUr h6eft °Pnieuw in te ZATERDAG 19 SEPTEMBER 19;5. TWEEDE BLAD. HET GOUDEN WiTTE KRUIS Feestrede, 17 September 1925 te Alkmaar uit- geeproKen door Doctor M. JSIiemeijer, Arts, Eiere- lid ider V|ereeniging. i iMotio: „Ik heb het geloof behouden" Timotlieus li, Hooldst. IV, vers 6, iaame regel. Het Witte Ivruis viert leest, zijn gouden feest en bij zoo n feest benoort eene lees trede en om die te liouden, is een feestredenaar noodig. Zoo daelit althans het hoofdoestuur der jubiieerende vereenigmg toen dit mij bij monde van den voor zitter uitnoodigde dien taak op mij te willen nemen. Eerst was ik door die vereerende uitno> «iiging wei een beetje beduusd, ik had haar niet verwacht, maar even nadenkende, verdween dat gevoei, omdat ik reeds op betrekkelijk jeug-ligen leertijd de zegeningen van het W.itte a ruis op veieriei manier heD ïeeren kennen en waar luercu, zoowel van mijne patiënten, als voor mij zei ven Zeer verheugd ben ik, daarvan heden in het openbaar te mogen getuigen in tegenwoordig}- heid va nZ. K. Hooghield, den Prins der Nederlan den; van den Minister van Arbeid, Mtr. Lietaert Peer bollen, directeur generaal van de Volksge zondheid; van den Commissaris der Koningin in dez eprovinoie, den eere-voorzitter van deze ver eniging van Dr. Josephus Jitta, voorzitter van den Centralen Gezondheidsraad, van het hoofd bestuur, van veie afgevaardigden, van leden en belangstellenden, allen niet met name te noemen. Reeds bijna 40 jaar toch ben ik getuige geweest van en heb ik een werkzaam aandeel genomen in den arbeid van „Het Witte Kruis". Vrij iatiem. was mijne kennismaking met de jubilaresse; ik was aanwezig bij de geboorte van meerdere barer kinderen. Ik hielp ©en handje bij de komst van haar eersteling, de goed opgegroeide Heidehieuvel; ik hield een harer on ts me ttmgsmr ic-'h t i a gen ten dooop en kan autoriteiten en belangstellenden toonen, dat zij was welgeschapen en levensfrisclr. Ik deed meer, wat maakt, dat ik op grond van eigen waarneming en ervaring een oordeel uit mag spreken over „Het Witte Kruis" en dit mag noemen een weldoende en nuttige vereeniging. Het zij mij vergund van deze plaats het hoofd bestuur en de leden van harte geluk te wensehen met dit jubileum, daarbij de hoop uitsprekende, dat de N.H.V. „Het Witte Kruis" tot in lengte van dagen mogen groeien en bloeien, velen tot zegen, velen tot heil. Vergunt mij thans uwe aandacht te vragen voor eene kleine schets ter historie getrouwelijk na verteld. Anno 1886 vestigde zich, pas komende van de Universiteit, waar mén wei heel veel leerde, maar weinig of niets vernam van wat er omgaat in l«n dageiijksonen arbeid van den geneesheer een jeugdig aris in een der doode steden aan de Zuiderzee in de provincie Noordhoiland. Daar laerecihte typhus in vrij hevige mate, vlektyphus in buiktypüus beiden, zooals later bleek. Door le zorg van het gemeentebestuur waren twee lovenzaien van het ouderweisohe waaggebouw ngericht voor ziekenzalen van het ouderwetsohe waaggebouw ingericht voor ziekenzalen, waar sa wn 8 zieken werden verpleegd, 6 mannen en 2 'rouwen. Hij zijln komst (zijn voorganger was laags te voren afgereisd naar een andere stand- ilaais) werd hij aan de boot opgewacht door et hoofd der gemeente, die er blijkbaar trotseh p ging, dat alles zoo goed was ingericht en uie jongen geneestieer direct naar het waaggie- (v leidde, wijl Z.Ea.Acdtbare dacht, dat daar ijn hulp wel in de allereerste plaats noodig zou ijn. En terecht deze vond daar, ais eerste keu- i8inaking met de realiteit van het leven des ©eesheers, die acht zieken op die twee zalen, 'ïer er van lagen te ijlen of droomerig voor zich i'B,arende aan de dekens te piuKken, geheel bui- tn bewustzijn en bovendien zwemmende in a,t- eloopen faecaalmarjas en urine. Twee waren koud van neus en ledematen en en dood nabij. Dienzelfden dag stierven zij dan »k. De zieken lagen in houten kribben, die zeer tag op pooten stonden en zeer hooge zijkanten adden, zoodat het uiterst moeilijk was deze pa- ënten behoorlijk te helpen, te verschoonen en onderzoeken. Zij lagen op stroomatrassen, had- in niet al te sohoone lakens en grijsgare dekens. 6 verpleging was toevertrouwd aan twee man- in en een vrouw en deze lieden maakten op den ügen arts, en zooals later bleek terecht, niet n indruk van netheid en betrouwbaarheid,, dpmiddelen voor ziekenverpleging, voor tem- iratuur-controle enz. ontbraken bijna geheel en at er nog was, was zeer onpractisch en zeer hygiënisch. Ik zal u de bijzonderheden daarom- ant sparen. De burgemeester was van meening, dat de ge- aante alles in het werk had gesteld, wat maar at mogelijkheid kon worden verlangd; en waren ziekenzalen, één voor mannen „n éen voor vrouwen, er waren twee oppassers en één op- aaeres, er waren ledikanten, er was beddegoed I enz. Hij zelf kwam alle dagen in eigen per- 't naar den toestand der zieken informeereo, 'de jonge arts dij had in het ziekenhuis den toestand wel gezien; hij wist dat het bijl deze zieken op goede verzorging aankwam; hij deen II best om zelf de hiaten aan te vullen, hielp Patiënten reinigen, verbedden enz. en had de 'doening, dat meerderen, ook buiten het waag- touw in eigen omgeving verpleegd, genazen, "ij meende zich neer te moeten leggen bijl den 'and, zooals hij dien vond; de burgemeester fèereerde ook hem dat alles blijkbaar in orde *i onervaren ais hij was in sociaal economisch 1 werk, meen'de hij niets meer te mogen en fte kun nen verlangen. Hij roeide met de riemen, die hij had. De epidemie verminderde om daarna weer wat toe te nemen en gedurende die verheffing werd de medicus zelf aangetast en aan het zien- bed gekluisterd, direct buiten kennis. Zijne jon ge vrouw had moeite een plaatsvervanger te vin den (de N. M. t. b. d. G. had nog geen bemidde lingsbureau) en kreeg ten slotte een semi-arts. Gelukkig was een der leermeesters van den pa ent zoo welwillend geregeld den lijder te bezoe ken; deze hoogleeraar was een schoonzoon van Mevrouw Saiomonson en Mevrouw Salomousd' was directrice van de afdeeiing ZiekenverpJe<nti van de Amsterdamsctie afdeeiing der N.H°V.& „Het Wiute Kruis". De hoogleeraar hield niet van halve maatregelen en nam direct ter verple ging mede twee verpleegsters van het Witte Kruis, toendertijd zeer sonaarsche en zeer zeld zame exemplaren. Dank zij al die goede hulp kwam de patiënt er door heen en in het herstel- lingstijdperk vernam hiji veel van de toen 10 a 11-jarige vereeniging Het Witte Kruis. Zoo hoor de hij dat zijl in 1875 was opgericht, op initiatief van de toenmalige leden van den geneeskundigen raad voor Noordholland. Dr. J. Eeurs en Dr. G. N. Ailebé en bedoeld was als eene vereeniginc tot bevordering van de' volksgezondheid en het weren van epidemiën. Ook in het doode stadje hoorde men er van, en men beklaagde zich dit niet eerder te hebben geweten. Spoedig werd eene afdeeiing opgeri.-nt, ik meen, zij was de elfde of de dertiende en al spraken enkelen van de put dempen, als net kalf verdronken is, de afdeeiing kwam, verpleeg materiaal werd aangekocht en de jonge aóctor werd secretaris-penningmeester en als regel afge vaardigde naar de algemeene vergadering. Daar kwam hij in aanraking met mannen als Barnouw, Bloukers, Perk, Ankersmit, van Eildik Thieme, van Balen Blanken, Ereebaart, Teixeiros de Mat- Itos en anderen en daar leerde hij veel en werd zijne sociaal-medische ervaring verrijkt. Ik weet, dat van degenen, die de oprichters- vergadering van het Witte Kruis hebben bijge woond, Dr. Barnouw de eenig achtergebleveue is Dankbaar wil ik hier gedenken het vele dat door hem in verschillende functies en nog meer door (hem als edel denkend menschenvriend, voor liet Witte Kruis is verricht. Gaarne had ik hem het -voorrecht, hier de feestrede te mogen houden, ge gund ,maar zijn gezondheidstoestand verhindert hem zulks te doen. Al is hij in persoon niet hier, zijne gedachten zijtn zeker wel bij deze belangrijke gebeurtenis van zijn geliefd Witte Kruis. Gaarne (breng ik Dr. Barnouw een eeresaluut! -Dk spreek thans eene feestrede uit en in een feestrede moeten juichtonen worden gehoord. Is het geen juichtoon waard, dat die zelfde medious, wiens ervaringen en gedachten ik zeer van nabij ken, voor zooverre iemand zieh zeiven ooit kent, nog eens in dat plaatsje eener epidemie van vlek typhus heeft zien dreigen, dat toen de beide patiënten direct konden worden opgenomen in een doelmatig ingericht isoleergebouwtje, gesticht "door de afdeeiing van het Witte Kruis, dat de verpleging opgedragen kon worden aan ue direct overgekomen zuster van het Witte Kruis, dat deze voldoend verpleegmateriaal en beddegoed en linnen ter harer beschikking had, 'dat de beide patiënten onder haar trouwe verzorging genazen en dat de epidemie zich niet heeft uitgebreid. De medicus dacht toen menigmaal aan zijn eerste patiënten, aan zijne intrede in de praetijk en aan de omstandigiueden waaronder toen moest worden gewerkt. Hij maakte vergelijkingen en hoe kan het anders hij zegende de bemoeiingen van het Witte Kruis. De afdeeiing Amsterdam had zich o.m. op voor stel van de doctoren Barnouw en Gunning tot taak gesicid de ziekenverzorging te verbeteren. Zij ricntie cursussen in voor vrouwen uit eon ontwikkelde omgeving, maakte dat de aldus theo retisch onderwezenen zich practisch konden be kwamen in de zieaenhuizenzij sieide een examen in, gaf diplomas uit en had zelve een klein aan tal in vasten dienst, om deze tegen klasse-tarief en zoo noodig ook gratis te laten verplegen in gezinnen, waar hulp werd aangevraagd. De aideeiing heeft daarmede den stoot gegeven aan de ontwikkeling van het instituut geschoolde verpleegsters in ons vaderland. Nu Dr. Barnouw het beleefd heeft, wat mede dooor zijn initiatief is tot stand gekomen en hoe wij thans de geschoolde verpleegster niet meer zouden willen en kunnen missen, hij zal moeten toegeven, dat zijne stoutste verwachtingen zijn overtroffen. Ziekenverpleging, wijkverpleging, kraamvrouwenverpleging, schoolverpleging en fa- brieksverpleging, al te maal loten van denzelf den stam! Mogen wij niet juichen bij de her denking van dezen arbeid van Het Witte Kruis Toch schuilt .hierin een gevaar; de herhaalde toejuichingen en bewondering, veranderde hier en daar in eene bijna afgodische vereering; met een zeker „timbre" werd uitgesproken het wo>r.-i „zuster". Niet alle zusters konden daartegen: ,,'tZijn sterke beenen, die de weelde dragen". Op die over het paard tilling reageerde een reel der zusters met zelfoverschatting en eigenwijsheid. (Em hoewel ik er van overtuigd ben, dat de medi cus aan het ziekbed niet alles vermag, dat niet vertrouwd mag worden op de alleen zaligmakende kracht van het drankje, het poedertje of hoi doosje pillen of op het getrouw opvolgen van een voorgeschreven leefregel, maar dat een zeer groo- te plaats in de ziekenverzorging moet worden toegekend aan de goedgeschoolde ziekenverple ging zoo ben ik er eveneens van doordrongen, dat aan het ziekbed één persoon de leiding moet. hebbe nen dat die leiding moet berusten in hand, hoofd en hart van den geneesheer. Zeker moei hij kennis niemen van de waarnemingen en de opmer kingen van de verpleegster en als regel zal dit zijne patinëten ten goede komen, maar hiji moet zijn de persoon, die de teugels in handen houdt. Gtóeti tweë kapifeing op éen' «Kip'. - 'i'V" p eene vergadering van het Groene Kruis, was ■het meen ik Me. van Hulst, die er de aand- daoht op vestigde dat „Wijkverpleging" over het algemeen bij vele geneesheeren niet dië sympathie ondervond, die zij meende dat haar toekwam. In dienzelfden geest heb ik mij geuit, toen ik sprak bij gelegenheid van het zilveren jubileum van de Hiiversumsohe Vereeniging voor Wijkverple ging en Ziekenverpleging. Ik geloof dat gedeel telijk in bovengenoemde mentaliteit van meer dere zusters de oorzaak van dit vreemde ver- senijnsel te vinden is. Maar ik keer terug naar Het Witte Kruis. Hel kan onmogelijk de taak van een fees fredenaar zijn, tevens geschiedschrijver te willen wezen. Trouwens de historie en de ontwikkeling van het Witte Kruis zijn meermalen gesouetst in woord en geschrift. Memoreeren wil ik echter het leit van de premieieening. D evereeniging werd door, een eoombinati evan financiers voor de volgen de kwestie gesteld: „Laat ons uitgeven eene pre mieieening, genaamd „Het Witte Kruis" en wij geven u in contanten een belangrijk bedrag, het geen door u moet worden bestemd voor een of meer stichtingen van algemeen nut in de provin cie Noordholland. „Ernstig en breed is over dit punt in meerdere vergaderingen gedelibereerd; ër waren leden tegen om principieele redenen. De klanken „Loterij" en „Loten" hadden voor velen een bitteren en onaangenamen bijsmaak. Maar het Witte Kruis heeft zijn naam gegeven en de gelden ontvangen. Nog altijd vind ik het verkrijgen van Hie som gelds een juichtoon waard, vooral omdat het Witte Kruis daarmede zoo heel veel goeds heeft gedaan. Wat, hoop ik, aanstonds in bet kort uiteen te zetten. Eerst wil ik even uwe aan dacht vragen voor een zinsnede uit de herinner ringsrede, door dr. H. Beekenkamp uitgespro ken op het 1 en 2 Sept. j.l. te Utrecht gehouden 1 weede Groene Kruis Jubileum-congres. Hij zei- de daar: „Nog altijd toch is het mij een raadsel en ik kan het mij niet verklaren, dat de verbete ring der huiselijke ziekenverpleging in Noord- holland door het Witte Kruis reeds een 25-tal 5jaren was beoefend, terwijl het overige Neder land dit niet zag. Men wist van Het .Witte Kruis alleen dat er Witte Kruis-loten bestonden. Als dr. Beekenkamp verklaart dat nij toen van het Witte Kruis niet veel anders wist, dan dat er Witte Kruis-loten waren, dan wi.i ik daaruit de gevolgtrekking maken, dat de algemeene zie kenverpleging en de praotische hygiëne destijds niet zoo zeer zijne belangstelling hadden als thans. En waar men minder belang in stelt, dan slaat men in de couranten wel eens over, of men loopt er luchtigjes over heen en vergeet het spoedig. Maar toendertijd stonden er .ïeusch in de groo te bladen evenals nu, geregeld verslagen van de algemeene vergaderingen, regelmatig wer den kortere of langere uittreasels van het jaar verslag en van de verrichtingen der afdeelingen opgenomen; de Witte-Kruis zusters begonnen naam te maken, ook builen Noordhoiland; Heide- heuvel werd meer bekend en bezocht ook door vrouwen uit andere provincies van Nederland en in het Medisch Weekblad plaatste \k zelf regelmatig verslagen van de vergaderingen en ssupuieerde ik geregeld datgene, wat weten mij voo rmijne ambtsnroeders wenschelijik scheen. En dat alles zou den grooten „men" buiten Noordhoiland totaal zijn voorbijgegaan P ik kan het niet gelooven. Het is waar, aan het Witte Kruis ontbrak iemand met stuwende, propagan distische kracht van dominé Eieisener, maar het staat bij mij vast dat mijn geaclile collega voor zichtiger had gedaan niet te spreken van liei „overige Nederland" maar ui,sluitend over zich zeiven Men duide mij deze kleine opmerking niet te nkwade; onvriendelijk is ze niet be.loeld. De genoemde premieieening nu heeft gemaakt, ten eersten dat aan d ebestaande afdoe Ungeiii ieder een som gelds kon worden uitgekeerd voor eene stichting ter plaatse. De eene afdeeiing s achtte een badhuis, de an der een isoieergebouwtje, een derde droeg zorg .«voor betere watervoorziening, een vierde bezorgde een tonnenstelsel, kortom eik wat wils. Verder kan voortaan aan alle afdeelingen, ook aan u,.- (nieuw bijkomenden eene jaarlijksene subsidie wor den verstrekt. En dan de stichting Heide- (heuvel kon worden opgericht, waar in het gc- (zonde, sohoone Hilversum, zoo vele vrouwen en (meisjes gezondheid en levenskracht herwonnen. Toen hiet Hoofdbestuur met deze plannen in de algemeene vergadering van 17 September J8S9 vooor den dag kwam, heeft het duchtig gespan nen. Weinigen uwer zullen dit hebben medege- ■maakt. Onze vriend van Eildik Thieme, noemde mij destijds in eene herinneringsrede de vader van 'Heidleheuvel; ik heb hem er altijd van verlacht toen een loopje met mij te hebben willen nemen, maar er is geen koe bont, zegt men, of er zit een vlekje aan. Het hoofdbestuur kwam met het voorstel, aan te koopen een heerenhuis met tuin en bosch te Hilversum; en dat in te richten als (Herstellingsoord. Wij, die in het heden leven, en overal rustnui- zen, herstellingsoorden en sanatoria hebben zien 'verrrijzen en die inrichtingen hebben leeren be schouwen als nuttige instrumenten in de zie kenverzorging, wij moeten den vooruitzieuden blik van dat hoofdbestuur bewonderen. Maar Ivel eafgevaardigden konden zich daar niet in den ken, zij meenden destijds dat zoo'n inrichting ippeciaai de bewoners der groote steden ten goede zou komen en niet de bewoners van het platte ■land, die hadden immers frissohe lucht voldoen de. En daarom waren velen er tegen en werd het «voorstel verworpen met een kleine meerderheid. Het hoofdbestuur trok zich terug om zijne ver dere houding te bepalen en in die korte spanne tijds gelukte het den afgevaardigde van Monni kendam de brug te vinden, die de verdeelden tot elkaar bracht, zoodat na de pauze een nieuw, ur gent verklaard voorstel, door dien afgevaardigde (ingediend werd en wat werd aangenomen. Vergadering van den Raad dezer gemeente on Vrijdag 18 september 1925 de? avonus half acht Voorz. de Burgemeester. Allen aanwezig. T W€lke ziJ'n afgeven worden geen Ingekomen stukken. Goedkeuring op het besluit tot het aangaan van een geldleening groot 5000 gulden. Danklietuiging van de vereeniging voor vacan- tiekoionies voor de ontvangen subsidie Een adres van het gemeentebestuur 'van Zoe- terwoude oin adhaesie op een aan de regeerm* te zenden adres inzake afschaffing zomertijd schikken. gUÜStig be" mü? h6eÜ De ?°er het daarmee eens. Alles moet worden gedaan om de zomertijd weg te krijt- gen. Besloten wordt adhaesie te betuigen. rooes ver baal van kasopname bij den gemeente- ontvanger, waarbij overeenkomstig de boeken «en bedrag van I598.78y2 in kas bleek te zijn Em verzoek van G. Klomp Cz. te Koedijk om ^5 st*llen voor om op dit verzoek afwif °P g™',<i str,ks d,! De heer Bakker merkt op, dat de raad onlang de wenscheiijkheto uitgesproken heeft van voort- gebruik van het land onder zekere voorwaarden wordem D°S nader besProken moet Bij de volgende ingekomen stukken zal het •procesverbaal ter inzage gelegd worden, waarop dan de raad de bezwaren kenbaar kan maken De heer Kostelijk merkt op, dat de landcom- besproken heeft, doch omdat het aooo moeilijk is een tusschenweg te vinden tus- schen wei en geen voortgebruik ze er wel eenig> zins op teruggekomen zijn. Spr. wil op dit aihes afwijzend beschikken. De heer Groen. Wie kunnen gerust zeggen hoe we er over denken. De heer Bakker. De vorige vergadering was ik itoLg<f i!n f tIaar het vrii algemeen als een middel beschouwd werd om het land beter te maken. De heer Groen Ik voel er ook veel voor voor hen die het land doelmatig gebruiken. We zijn ^Lt Sjeest en kwamen tot de conclusie dat het zoo moeilijk is een grens te bepalen. Daarom hebben we besloten om het niet voort te ia.en gebruiken doen het in plaats van voor 4 jaar voor 6 jaar te verhuren. De heer Bakker. Besloten zegt u?, stellen661 Gr06n' Ja' 668101611 om het voor te Tie heer J. Kroon zegt dat er twee aan vronen van Langendijlk en een van Klomp beiden te Koedijk. Ik vind, aldus spreker, dat we moeten wachten tot de nieuwe verhuring. De heer de Boer dacht dat het heel goed was het recht van georuik te geven. Het zal een a in spiring zijn om het land goed te gebruiken. De heer Groen. Hoe moet het dan met ie huur. De heer Paarlberg. Het wordt soms gedaan, nat het voor ae geschafte waarde opnieuw kan wor den mgeiiuurü, terwijl dan het loskomende land alleen openbaar verpacht wordt. Dan behoeft met steeds hetzeilde bedrag te blijven staan, doch wordt na eiken termijn opnieuw naar waarde gescnat. Dit kan, aldus spr. een oplossing zijn. Besloten werd dit punt in een volgende verga dering opnieuw te bespreken. Tien verzoek van den genieenteopziohter Kroon en een dito van den gemeenteveldwachter v. d. Mem/en om saiarisvernooging zal bij de begroo tmg worden oe..andeid. Ter «a.ei komt liet aangehouden adres van het veeionds om voor het afgekeurde vee geen Keur loon te iieifen. Het is door de betrokken B. en W's. besproken en i.e. advies is om er gunstig op te beschikken. Aldus wordt oesioieii met ingang van 1 Jan. '26. beerd^1 VOürl<x,Plg voor een Jaax worden gepro- B. en W. vragen de goedkeuring op een suppl. begrooiing diensc 192o tot een bedrag van fiu9 78.Ö8 mei f 1856.88y2 voor onvoorzien. De lieer Bakaer kan met deze suppl. begroeting niet meegaan omdat daarin voorkomt een hoo°-ere saianspost voor den ontvanger dan door den raadi bepaald is. De heer Paarlberg is van hetzelfde gevoelen en ook de heer Groen is van oordeel dat dit niet moet worden toegegeven. De heer Kostelijk is van hetzelfde gevoeiea dat het bedrag te hoog is, doch zal voorstem men omdat er toch niets aan te doen is. De heer Bakker merkt op, dat destijds de betrok ken persoon zelf meegewerkt heeft om te trach ten een ander bedrag dan het door Ged. Staten .bepaalde op de begrooting te krijgen. We moeten hem nu de eer geven dat we het zelfde doen De heer Kostelijk. Ik ben zelf ook tegenstanden geweest en ik ben het nog, doch we moeten er wrede mee nemen. Met 4—3 st. wordt besloten de suppl. begroo ting niet goed te keuren. Tegen de post stemmen de heeren P. Groen, P. Kroon Jbz., H. Bakker en C. Paarlberg. Voorz. deelt mee het besluit van den raad niet te kunnen uitvoeren, doch zal er mededeeiiag van doen. Hierna komen de verschillenden begrootingen aan de orde. Voorz. vraagt of een algem. beschouwing ge- wenscht wordt. De heer Paarlberg zegt van dit groote woord ditmaal gebruik te willen maken namens do ooc. Dom. raadsfractie. Spr. krijgt het woord voer «ie tvoigende: ui Li «.a;! J lit ki ki (ii ill it iÉ ijki

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 3