ffltm: taaaeffiBer Gown iih Blad)
Gemeenteraad oudKaraaei.
w,x d-s -«-SS
iS. J m hUUr h6eft °Pnieuw in te
ZATERDAG 19 SEPTEMBER 19;5.
TWEEDE BLAD.
HET GOUDEN WiTTE KRUIS
Feestrede, 17 September 1925 te Alkmaar uit-
geeproKen door Doctor M. JSIiemeijer, Arts, Eiere-
lid ider V|ereeniging.
i iMotio: „Ik heb het geloof behouden"
Timotlieus li, Hooldst. IV, vers 6,
iaame regel.
Het Witte Ivruis viert leest, zijn gouden feest
en bij zoo n feest benoort eene lees trede en om
die te liouden, is een feestredenaar noodig. Zoo
daelit althans het hoofdoestuur der jubiieerende
vereenigmg toen dit mij bij monde van den voor
zitter uitnoodigde dien taak op mij te willen
nemen. Eerst was ik door die vereerende uitno>
«iiging wei een beetje beduusd, ik had haar niet
verwacht, maar even nadenkende, verdween dat
gevoei, omdat ik reeds op betrekkelijk jeug-ligen
leertijd de zegeningen van het W.itte a ruis op
veieriei manier heD ïeeren kennen en waar luercu,
zoowel van mijne patiënten, als voor mij zei ven
Zeer verheugd ben ik, daarvan heden in het
openbaar te mogen getuigen in tegenwoordig}-
heid va nZ. K. Hooghield, den Prins der Nederlan
den; van den Minister van Arbeid, Mtr. Lietaert
Peer bollen, directeur generaal van de Volksge
zondheid; van den Commissaris der Koningin in
dez eprovinoie, den eere-voorzitter van deze ver
eniging van Dr. Josephus Jitta, voorzitter van
den Centralen Gezondheidsraad, van het hoofd
bestuur, van veie afgevaardigden, van leden en
belangstellenden, allen niet met name te noemen.
Reeds bijna 40 jaar toch ben ik getuige geweest
van en heb ik een werkzaam aandeel genomen in
den arbeid van „Het Witte Kruis". Vrij iatiem.
was mijne kennismaking met de jubilaresse; ik
was aanwezig bij de geboorte van meerdere barer
kinderen. Ik hielp ©en handje bij de komst van
haar eersteling, de goed opgegroeide Heidehieuvel;
ik hield een harer on ts me ttmgsmr ic-'h t i a gen ten
dooop en kan autoriteiten en belangstellenden
toonen, dat zij was welgeschapen en levensfrisclr.
Ik deed meer, wat maakt, dat ik op grond van
eigen waarneming en ervaring een oordeel uit
mag spreken over „Het Witte Kruis" en dit mag
noemen een weldoende en nuttige vereeniging.
Het zij mij vergund van deze plaats het hoofd
bestuur en de leden van harte geluk te wensehen
met dit jubileum, daarbij de hoop uitsprekende,
dat de N.H.V. „Het Witte Kruis" tot in lengte
van dagen mogen groeien en bloeien, velen tot
zegen, velen tot heil.
Vergunt mij thans uwe aandacht te vragen voor
eene kleine schets ter historie getrouwelijk na
verteld.
Anno 1886 vestigde zich, pas komende van de
Universiteit, waar mén wei heel veel leerde, maar
weinig of niets vernam van wat er omgaat in
l«n dageiijksonen arbeid van den geneesheer
een jeugdig aris in een der doode steden aan de
Zuiderzee in de provincie Noordhoiland. Daar
laerecihte typhus in vrij hevige mate, vlektyphus
in buiktypüus beiden, zooals later bleek. Door
le zorg van het gemeentebestuur waren twee
lovenzaien van het ouderweisohe waaggebouw
ngericht voor ziekenzalen van het ouderwetsohe
waaggebouw ingericht voor ziekenzalen, waar sa
wn 8 zieken werden verpleegd, 6 mannen en 2
'rouwen. Hij zijln komst (zijn voorganger was
laags te voren afgereisd naar een andere stand-
ilaais) werd hij aan de boot opgewacht door
et hoofd der gemeente, die er blijkbaar trotseh
p ging, dat alles zoo goed was ingericht en uie
jongen geneestieer direct naar het waaggie-
(v leidde, wijl Z.Ea.Acdtbare dacht, dat daar
ijn hulp wel in de allereerste plaats noodig zou
ijn. En terecht deze vond daar, ais eerste keu-
i8inaking met de realiteit van het leven des
©eesheers, die acht zieken op die twee zalen,
'ïer er van lagen te ijlen of droomerig voor zich
i'B,arende aan de dekens te piuKken, geheel bui-
tn bewustzijn en bovendien zwemmende in a,t-
eloopen faecaalmarjas en urine.
Twee waren koud van neus en ledematen en
en dood nabij. Dienzelfden dag stierven zij dan
»k. De zieken lagen in houten kribben, die zeer
tag op pooten stonden en zeer hooge zijkanten
adden, zoodat het uiterst moeilijk was deze pa-
ënten behoorlijk te helpen, te verschoonen en
onderzoeken. Zij lagen op stroomatrassen, had-
in niet al te sohoone lakens en grijsgare dekens.
6 verpleging was toevertrouwd aan twee man-
in en een vrouw en deze lieden maakten op den
ügen arts, en zooals later bleek terecht, niet
n indruk van netheid en betrouwbaarheid,,
dpmiddelen voor ziekenverpleging, voor tem-
iratuur-controle enz. ontbraken bijna geheel en
at er nog was, was zeer onpractisch en zeer
hygiënisch. Ik zal u de bijzonderheden daarom-
ant sparen.
De burgemeester was van meening, dat de ge-
aante alles in het werk had gesteld, wat maar
at mogelijkheid kon worden verlangd; en waren
ziekenzalen, één voor mannen „n éen voor
vrouwen, er waren twee oppassers en één op-
aaeres, er waren ledikanten, er was beddegoed
I enz. Hij zelf kwam alle dagen in eigen per-
't naar den toestand der zieken informeereo,
'de jonge arts
dij had in het ziekenhuis den toestand wel
gezien; hij wist dat het bijl deze zieken
op goede verzorging aankwam; hij deen
II best om zelf de hiaten aan te vullen, hielp
Patiënten reinigen, verbedden enz. en had de
'doening, dat meerderen, ook buiten het waag-
touw in eigen omgeving verpleegd, genazen,
"ij meende zich neer te moeten leggen bijl den
'and, zooals hij dien vond; de burgemeester
fèereerde ook hem dat alles blijkbaar in orde
*i onervaren ais hij was in sociaal economisch
1 werk, meen'de hij niets meer te mogen en fte kun
nen verlangen. Hij roeide met de riemen, die hij
had. De epidemie verminderde om daarna weer
wat toe te nemen en gedurende die verheffing
werd de medicus zelf aangetast en aan het zien-
bed gekluisterd, direct buiten kennis. Zijne jon
ge vrouw had moeite een plaatsvervanger te vin
den (de N. M. t. b. d. G. had nog geen bemidde
lingsbureau) en kreeg ten slotte een semi-arts.
Gelukkig was een der leermeesters van den pa
ent zoo welwillend geregeld den lijder te bezoe
ken; deze hoogleeraar was een schoonzoon van
Mevrouw Saiomonson en Mevrouw Salomousd'
was directrice van de afdeeiing ZiekenverpJe<nti
van de Amsterdamsctie afdeeiing der N.H°V.&
„Het Wiute Kruis". De hoogleeraar hield niet
van halve maatregelen en nam direct ter verple
ging mede twee verpleegsters van het Witte
Kruis, toendertijd zeer sonaarsche en zeer zeld
zame exemplaren. Dank zij al die goede hulp
kwam de patiënt er door heen en in het herstel-
lingstijdperk vernam hiji veel van de toen 10 a
11-jarige vereeniging Het Witte Kruis. Zoo hoor
de hij dat zijl in 1875 was opgericht, op initiatief
van de toenmalige leden van den geneeskundigen
raad voor Noordholland. Dr. J. Eeurs en Dr.
G. N. Ailebé en bedoeld was als eene vereeniginc
tot bevordering van de' volksgezondheid en het
weren van epidemiën.
Ook in het doode stadje hoorde men er van,
en men beklaagde zich dit niet eerder te hebben
geweten. Spoedig werd eene afdeeiing opgeri.-nt,
ik meen, zij was de elfde of de dertiende en
al spraken enkelen van de put dempen, als net
kalf verdronken is, de afdeeiing kwam, verpleeg
materiaal werd aangekocht en de jonge aóctor
werd secretaris-penningmeester en als regel afge
vaardigde naar de algemeene vergadering. Daar
kwam hij in aanraking met mannen als Barnouw,
Bloukers, Perk, Ankersmit, van Eildik Thieme,
van Balen Blanken, Ereebaart, Teixeiros de Mat-
Itos en anderen en daar leerde hij veel en werd
zijne sociaal-medische ervaring verrijkt.
Ik weet, dat van degenen, die de oprichters-
vergadering van het Witte Kruis hebben bijge
woond, Dr. Barnouw de eenig achtergebleveue is
Dankbaar wil ik hier gedenken het vele dat door
hem in verschillende functies en nog meer door
(hem als edel denkend menschenvriend, voor liet
Witte Kruis is verricht. Gaarne had ik hem het
-voorrecht, hier de feestrede te mogen houden, ge
gund ,maar zijn gezondheidstoestand verhindert
hem zulks te doen. Al is hij in persoon niet hier,
zijne gedachten zijtn zeker wel bij deze belangrijke
gebeurtenis van zijn geliefd Witte Kruis. Gaarne
(breng ik Dr. Barnouw een eeresaluut!
-Dk spreek thans eene feestrede uit en in een
feestrede moeten juichtonen worden gehoord. Is
het geen juichtoon waard, dat die zelfde medious,
wiens ervaringen en gedachten ik zeer van nabij
ken, voor zooverre iemand zieh zeiven ooit kent,
nog eens in dat plaatsje eener epidemie van vlek
typhus heeft zien dreigen, dat toen de beide
patiënten direct konden worden opgenomen in
een doelmatig ingericht isoleergebouwtje, gesticht
"door de afdeeiing van het Witte Kruis, dat de
verpleging opgedragen kon worden aan ue direct
overgekomen zuster van het Witte Kruis, dat
deze voldoend verpleegmateriaal en beddegoed en
linnen ter harer beschikking had, 'dat de beide
patiënten onder haar trouwe verzorging genazen
en dat de epidemie zich niet heeft uitgebreid.
De medicus dacht toen menigmaal aan zijn eerste
patiënten, aan zijne intrede in de praetijk en
aan de omstandigiueden waaronder toen moest
worden gewerkt. Hij maakte vergelijkingen en
hoe kan het anders hij zegende de bemoeiingen
van het Witte Kruis.
De afdeeiing Amsterdam had zich o.m. op voor
stel van de doctoren Barnouw en Gunning tot
taak gesicid de ziekenverzorging te verbeteren.
Zij ricntie cursussen in voor vrouwen uit eon
ontwikkelde omgeving, maakte dat de aldus theo
retisch onderwezenen zich practisch konden be
kwamen in de zieaenhuizenzij sieide een examen
in, gaf diplomas uit en had zelve een klein aan
tal in vasten dienst, om deze tegen klasse-tarief
en zoo noodig ook gratis te laten verplegen in
gezinnen, waar hulp werd aangevraagd.
De aideeiing heeft daarmede den stoot gegeven
aan de ontwikkeling van het instituut geschoolde
verpleegsters in ons vaderland.
Nu Dr. Barnouw het beleefd heeft, wat mede
dooor zijn initiatief is tot stand gekomen en
hoe wij thans de geschoolde verpleegster niet meer
zouden willen en kunnen missen, hij zal moeten
toegeven, dat zijne stoutste verwachtingen zijn
overtroffen. Ziekenverpleging, wijkverpleging,
kraamvrouwenverpleging, schoolverpleging en fa-
brieksverpleging, al te maal loten van denzelf
den stam! Mogen wij niet juichen bij de her
denking van dezen arbeid van Het Witte Kruis
Toch schuilt .hierin een gevaar; de herhaalde
toejuichingen en bewondering, veranderde hier
en daar in eene bijna afgodische vereering; met
een zeker „timbre" werd uitgesproken het wo>r.-i
„zuster".
Niet alle zusters konden daartegen: ,,'tZijn
sterke beenen, die de weelde dragen". Op die
over het paard tilling reageerde een reel der
zusters met zelfoverschatting en eigenwijsheid.
(Em hoewel ik er van overtuigd ben, dat de medi
cus aan het ziekbed niet alles vermag, dat niet
vertrouwd mag worden op de alleen zaligmakende
kracht van het drankje, het poedertje of hoi
doosje pillen of op het getrouw opvolgen van een
voorgeschreven leefregel, maar dat een zeer groo-
te plaats in de ziekenverzorging moet worden
toegekend aan de goedgeschoolde ziekenverple
ging zoo ben ik er eveneens van doordrongen,
dat aan het ziekbed één persoon de leiding moet.
hebbe nen dat die leiding moet berusten in hand,
hoofd en hart van den geneesheer. Zeker moei hij
kennis niemen van de waarnemingen en de opmer
kingen van de verpleegster en als regel zal dit
zijne patinëten ten goede komen, maar hiji moet
zijn de persoon, die de teugels in handen houdt.
Gtóeti tweë kapifeing op éen' «Kip'. - 'i'V"
p eene vergadering van het Groene Kruis, was
■het meen ik Me. van Hulst, die er de aand-
daoht op vestigde dat „Wijkverpleging" over het
algemeen bij vele geneesheeren niet dië sympathie
ondervond, die zij meende dat haar toekwam. In
dienzelfden geest heb ik mij geuit, toen ik sprak
bij gelegenheid van het zilveren jubileum van
de Hiiversumsohe Vereeniging voor Wijkverple
ging en Ziekenverpleging. Ik geloof dat gedeel
telijk in bovengenoemde mentaliteit van meer
dere zusters de oorzaak van dit vreemde ver-
senijnsel te vinden is.
Maar ik keer terug naar Het Witte Kruis. Hel
kan onmogelijk de taak van een fees fredenaar
zijn, tevens geschiedschrijver te willen wezen.
Trouwens de historie en de ontwikkeling van het
Witte Kruis zijn meermalen gesouetst in woord
en geschrift. Memoreeren wil ik echter het leit
van de premieieening. D evereeniging werd door,
een eoombinati evan financiers voor de volgen
de kwestie gesteld: „Laat ons uitgeven eene pre
mieieening, genaamd „Het Witte Kruis" en wij
geven u in contanten een belangrijk bedrag, het
geen door u moet worden bestemd voor een of
meer stichtingen van algemeen nut in de provin
cie Noordholland. „Ernstig en breed is over dit
punt in meerdere vergaderingen gedelibereerd; ër
waren leden tegen om principieele redenen. De
klanken „Loterij" en „Loten" hadden voor velen
een bitteren en onaangenamen bijsmaak. Maar het
Witte Kruis heeft zijn naam gegeven en de gelden
ontvangen. Nog altijd vind ik het verkrijgen van
Hie som gelds een juichtoon waard, vooral omdat
het Witte Kruis daarmede zoo heel veel goeds
heeft gedaan. Wat, hoop ik, aanstonds in bet
kort uiteen te zetten. Eerst wil ik even uwe aan
dacht vragen voor een zinsnede uit de herinner
ringsrede, door dr. H. Beekenkamp uitgespro
ken op het 1 en 2 Sept. j.l. te Utrecht gehouden
1 weede Groene Kruis Jubileum-congres. Hij zei-
de daar: „Nog altijd toch is het mij een raadsel
en ik kan het mij niet verklaren, dat de verbete
ring der huiselijke ziekenverpleging in Noord-
holland door het Witte Kruis reeds een 25-tal
5jaren was beoefend, terwijl het overige Neder
land dit niet zag. Men wist van Het .Witte
Kruis alleen dat er Witte Kruis-loten bestonden.
Als dr. Beekenkamp verklaart dat nij toen van
het Witte Kruis niet veel anders wist, dan dat
er Witte Kruis-loten waren, dan wi.i ik daaruit
de gevolgtrekking maken, dat de algemeene zie
kenverpleging en de praotische hygiëne destijds
niet zoo zeer zijne belangstelling hadden als
thans. En waar men minder belang in stelt, dan
slaat men in de couranten wel eens over, of men
loopt er luchtigjes over heen en vergeet het
spoedig. Maar toendertijd stonden er .ïeusch in
de groo te bladen evenals nu, geregeld verslagen
van de algemeene vergaderingen, regelmatig wer
den kortere of langere uittreasels van het jaar
verslag en van de verrichtingen der afdeelingen
opgenomen; de Witte-Kruis zusters begonnen
naam te maken, ook builen Noordhoiland; Heide-
heuvel werd meer bekend en bezocht ook door
vrouwen uit andere provincies van Nederland
en in het Medisch Weekblad plaatste \k zelf
regelmatig verslagen van de vergaderingen en
ssupuieerde ik geregeld datgene, wat weten mij
voo rmijne ambtsnroeders wenschelijik scheen.
En dat alles zou den grooten „men" buiten
Noordhoiland totaal zijn voorbijgegaan P ik kan
het niet gelooven. Het is waar, aan het Witte
Kruis ontbrak iemand met stuwende, propagan
distische kracht van dominé Eieisener, maar het
staat bij mij vast dat mijn geaclile collega voor
zichtiger had gedaan niet te spreken van liei
„overige Nederland" maar ui,sluitend over zich
zeiven Men duide mij deze kleine opmerking
niet te nkwade; onvriendelijk is ze niet be.loeld.
De genoemde premieieening nu heeft gemaakt,
ten eersten dat aan d ebestaande afdoe Ungeiii
ieder een som gelds kon worden uitgekeerd voor
eene stichting ter plaatse.
De eene afdeeiing s achtte een badhuis, de an
der een isoieergebouwtje, een derde droeg zorg
.«voor betere watervoorziening, een vierde bezorgde
een tonnenstelsel, kortom eik wat wils. Verder
kan voortaan aan alle afdeelingen, ook aan u,.-
(nieuw bijkomenden eene jaarlijksene subsidie wor
den verstrekt. En dan de stichting Heide-
(heuvel kon worden opgericht, waar in het gc-
(zonde, sohoone Hilversum, zoo vele vrouwen en
(meisjes gezondheid en levenskracht herwonnen.
Toen hiet Hoofdbestuur met deze plannen in
de algemeene vergadering van 17 September J8S9
vooor den dag kwam, heeft het duchtig gespan
nen. Weinigen uwer zullen dit hebben medege-
■maakt. Onze vriend van Eildik Thieme, noemde
mij destijds in eene herinneringsrede de vader van
'Heidleheuvel; ik heb hem er altijd van verlacht
toen een loopje met mij te hebben willen nemen,
maar er is geen koe bont, zegt men, of er zit
een vlekje aan. Het hoofdbestuur kwam met het
voorstel, aan te koopen een heerenhuis met tuin
en bosch te Hilversum; en dat in te richten als
(Herstellingsoord.
Wij, die in het heden leven, en overal rustnui-
zen, herstellingsoorden en sanatoria hebben zien
'verrrijzen en die inrichtingen hebben leeren be
schouwen als nuttige instrumenten in de zie
kenverzorging, wij moeten den vooruitzieuden
blik van dat hoofdbestuur bewonderen. Maar
Ivel eafgevaardigden konden zich daar niet in den
ken, zij meenden destijds dat zoo'n inrichting
ippeciaai de bewoners der groote steden ten goede
zou komen en niet de bewoners van het platte
■land, die hadden immers frissohe lucht voldoen
de. En daarom waren velen er tegen en werd het
«voorstel verworpen met een kleine meerderheid.
Het hoofdbestuur trok zich terug om zijne ver
dere houding te bepalen en in die korte spanne
tijds gelukte het den afgevaardigde van Monni
kendam de brug te vinden, die de verdeelden tot
elkaar bracht, zoodat na de pauze een nieuw, ur
gent verklaard voorstel, door dien afgevaardigde
(ingediend werd en wat werd aangenomen.
Vergadering van den Raad dezer gemeente on
Vrijdag 18 september 1925 de? avonus half acht
Voorz. de Burgemeester. Allen aanwezig.
T W€lke ziJ'n afgeven worden geen
Ingekomen stukken.
Goedkeuring op het besluit tot het aangaan van
een geldleening groot 5000 gulden.
Danklietuiging van de vereeniging voor vacan-
tiekoionies voor de ontvangen subsidie
Een adres van het gemeentebestuur 'van Zoe-
terwoude oin adhaesie op een aan de regeerm*
te zenden adres inzake afschaffing zomertijd
schikken. gUÜStig be"
mü? h6eÜ De ?°er het daarmee eens. Alles
moet worden gedaan om de zomertijd weg te krijt-
gen. Besloten wordt adhaesie te betuigen.
rooes ver baal van kasopname bij den gemeente-
ontvanger, waarbij overeenkomstig de boeken
«en bedrag van I598.78y2 in kas bleek te zijn
Em verzoek van G. Klomp Cz. te Koedijk om
^5 st*llen voor om op dit verzoek afwif
°P g™',<i str,ks d,!
De heer Bakker merkt op, dat de raad onlang
de wenscheiijkheto uitgesproken heeft van voort-
gebruik van het land onder zekere voorwaarden
wordem D°S nader besProken moet
Bij de volgende ingekomen stukken zal het
•procesverbaal ter inzage gelegd worden, waarop
dan de raad de bezwaren kenbaar kan maken
De heer Kostelijk merkt op, dat de landcom-
besproken heeft, doch omdat het
aooo moeilijk is een tusschenweg te vinden tus-
schen wei en geen voortgebruik ze er wel eenig>
zins op teruggekomen zijn. Spr. wil op dit aihes
afwijzend beschikken.
De heer Groen. Wie kunnen gerust zeggen hoe
we er over denken.
De heer Bakker. De vorige vergadering was ik
itoLg<f i!n f tIaar het vrii algemeen als een
middel beschouwd werd om het land beter te
maken.
De heer Groen Ik voel er ook veel voor voor
hen die het land doelmatig gebruiken. We zijn
^Lt Sjeest en kwamen tot de conclusie
dat het zoo moeilijk is een grens te bepalen.
Daarom hebben we besloten om het niet voort
te ia.en gebruiken doen het in plaats van voor
4 jaar voor 6 jaar te verhuren.
De heer Bakker. Besloten zegt u?,
stellen661 Gr06n' Ja' 668101611 om het voor te
Tie heer J. Kroon zegt dat er twee aan vronen
van Langendijlk en een van Klomp
beiden te Koedijk. Ik vind, aldus spreker, dat we
moeten wachten tot de nieuwe verhuring.
De heer de Boer dacht dat het heel goed was
het recht van georuik te geven. Het zal een a in
spiring zijn om het land goed te gebruiken.
De heer Groen. Hoe moet het dan met ie huur.
De heer Paarlberg. Het wordt soms gedaan, nat
het voor ae geschafte waarde opnieuw kan wor
den mgeiiuurü, terwijl dan het loskomende land
alleen openbaar verpacht wordt. Dan behoeft met
steeds hetzeilde bedrag te blijven staan, doch
wordt na eiken termijn opnieuw naar waarde
gescnat. Dit kan, aldus spr. een oplossing zijn.
Besloten werd dit punt in een volgende verga
dering opnieuw te bespreken.
Tien verzoek van den genieenteopziohter Kroon
en een dito van den gemeenteveldwachter v. d.
Mem/en om saiarisvernooging zal bij de begroo
tmg worden oe..andeid.
Ter «a.ei komt liet aangehouden adres van het
veeionds om voor het afgekeurde vee geen Keur
loon te iieifen.
Het is door de betrokken B. en W's. besproken
en i.e. advies is om er gunstig op te beschikken.
Aldus wordt oesioieii met ingang van 1 Jan. '26.
beerd^1 VOürl<x,Plg voor een Jaax worden gepro-
B. en W. vragen de goedkeuring op een suppl.
begrooiing diensc 192o tot een bedrag van
fiu9 78.Ö8 mei f 1856.88y2 voor onvoorzien.
De lieer Bakaer kan met deze suppl. begroeting
niet meegaan omdat daarin voorkomt een hoo°-ere
saianspost voor den ontvanger dan door den raadi
bepaald is.
De heer Paarlberg is van hetzelfde gevoelen
en ook de heer Groen is van oordeel dat dit niet
moet worden toegegeven.
De heer Kostelijk is van hetzelfde gevoeiea
dat het bedrag te hoog is, doch zal voorstem
men omdat er toch niets aan te doen is.
De heer Bakker merkt op, dat destijds de betrok
ken persoon zelf meegewerkt heeft om te trach
ten een ander bedrag dan het door Ged. Staten
.bepaalde op de begrooting te krijgen. We moeten
hem nu de eer geven dat we het zelfde doen
De heer Kostelijk. Ik ben zelf ook tegenstanden
geweest en ik ben het nog, doch we moeten er
wrede mee nemen.
Met 4—3 st. wordt besloten de suppl. begroo
ting niet goed te keuren. Tegen de post stemmen
de heeren P. Groen, P. Kroon Jbz., H. Bakker en
C. Paarlberg.
Voorz. deelt mee het besluit van den raad niet
te kunnen uitvoeren, doch zal er mededeeiiag
van doen.
Hierna komen de verschillenden begrootingen
aan de orde.
Voorz. vraagt of een algem. beschouwing ge-
wenscht wordt.
De heer Paarlberg zegt van dit groote woord
ditmaal gebruik te willen maken namens do
ooc. Dom. raadsfractie. Spr. krijgt het woord voer
«ie tvoigende:
ui Li «.a;! J lit ki ki (ii ill it iÉ ijki