Akker-s Abdijsiroop
MIJNHARDT'S
Hoest
siropen
llit <ien Omtrek
i
Alle? I'M
Ontstoken keel
is hei begin
end, vorderde het Ü.M. tegen G. R'. f4 boete
of 4 dagen, tegen A. de B, f 8 boetje of 8 da
gen, tegen C. D. f20 boete of 10 dagen, tegen
N. L. f25 boete of 25 dagen en tegen A. de
V. f 16 boete of 8 dagen. Uitspraak in al deze
zaken op 27 November.
Te lang gewerkt.
Een aannemer van een in aanbouw zijnde
nieuwe kerk, die op verschillende dagen 4
arbeiders een arbeid van 9 uur had doen ver
richten, werd aan het bestaan van een 8V2-uri-
gen werkdag herinnerd door het opleggen van
16 maal 2 gulden boete of 16 maal 2 dagen
hechtenis.
De vlugge arbeids inspectie.
Een aannemer uit Oudorp had te Uitgeest
spoedwerk te verrichten, doordat een oud
stoomgemaal moest worden uitgesloopt, om
plaats te maken voor een nieuwe inrichting.
Het was noodzakelijk dat het spoedig gebeur
de, daar de polders niet zonder bemaling kon
den blijven. De aannemer vroeg te Haarlem
verlenging aan om 10 uur per dag te mogen
werken, maar de inspecteur, wie het vermoe
delijk koud laat of de polders onder water kun
nen loopen, verleende eerst na drie weken die
vergunning, aldus de aannemer, die zoo lang
niet had kunnen wachten en nu terecht stond
wegens een aantal overtreaingen van, de ar
beidswet.
De ambtenaar was zoo loyaal voor te stellen
beklaagde geen straf op te leggen.
De heer Kantonrechter evenwel, min of meer
sceptisch gestemd, omtrent verklaringen van
beklaagden, wenschte a.s. week de zaak voort
te zetten en zal alsdan den verbalisant W.
Rus als getuige doen oproepen.
Kippen op twee beenen.
Een kalkbrander uit het lommerrijke Bergen
stond terecht wegens ongepeimiteerde af
slachting van een schaap, dat uit noodzaak om
zeep was gebracht. Beklaagde beweerde dat
het vleesch bestemd was voor de kippen. Ja,
op 2 beenen, lachte de kantonrechter. Heb
ben ze bij ons allemaal, zei de kalkbrander
slagvaardig. Daar het reeds de tweede maal
was, dat hij zoo'n kippenschaap in behandeling
had. werd beklaagde veroordeeld tot f 15 boe
te of 7 dagen.
Hoe zal dat uitpakken.
Een schiidersknecht te Uitgeest, gecalan-
ceerd ter zake overtreding der visscherijwet,
beweerde dat de veldwachter wat voorbarig
was geweest. Er zouden eerst bekeuringen ge
maakt worden als er bordjes gezet waren. De
kantonrechter wil dit eens controleeren en
heeft de zaak aangehouden tot a.s. week, ten
einde alsdan den verbalisant Witvliet te hooren
Professorale ve.strooidh.
Een pakkistenfabriek was er tus .chcn geno
men wegens de afwezigheid van een arbeiders-
lijst in de fabriek. Beklaagde erkende zulks.
Hij had de lijst gelegd in een kantoorboek dat
hij niet meer gebruikte en was dit vergeten^
Ook had hij weer vergeten om die lijst nu mede
te brengen. Het gevolg van al die verstrooid
heid was f5 boete of 3 dagen.
Een verkeersongeval.
Een chauffeur uit den Helder had met zijn
verhuisauto op den Kennemerstraatweg een
groentenkar aangereden. De groentenboer, kort
geleden verblijd met de geboorte van een drie
ling, kan geen extra klappen velen en verzocht
f4.50 schadevergoeding wegens een bescha
digde weegschaal. De beklaagde, ook een lid
van geef ons heden ons dagelijksch brood,
zeide van de aanrijding niets te hebben ge
merkt. De getuige stond te praten met een an
deren groentenboer, de karren stonden naast
elkaar
Ja, zegt de kantonrechter, dat heb ik al
meermalen opgemerkt dat gebabbel op een
hoek of in een straat.... De politie moest daar
meer op letten..
Beklaagde zegt voorts, voldoende te hebben
gesignaleerd
De groentenboer repliceert, dat de wagens
niet naast, rhaar achter elkaar stonden. Hij
kwam doperwtjes te kort en nam die over
van een collega. De wagens stonden aan den
j kant op de voormalige trambaan. Er was
j ruimte genoeg voor beklaagde om te passeeren
j Besioten werd de zaak- tot a.s. week aan te
j houden, teneinde nog eenige andere getuigen
i te hooren. Beklaagde kon desverkiezend wel
j thuis blijven.
De muzikale hengelaar.
Een vioolvirtuoos Uit Alkmaar bevond zich
j te Broek op Langendijk, in de hoop wat baars
jes te kunnen snappen. Hij betrad een rooie-
I koolakker en werd ter zake overtreding art.
264 op den bon gezet. Beklaagde een net
jongmensch, erkent zijn fout. Hij heeft echter
zorgvuldig de kantjes gehouden en het gewas
gespaard.
De ambtenaar betoogt, dat de koolbouwers
moeten beschermd worden tegen de invasie
van de vele hengelaars, vooral uit Amsterdam.
Zij brengen den bouwers veel schade toe.
Eisch f4 boete of 4 dagen, vonnis f3 boete
of 3 dagen. De leutige musicus vraagt lachend
waar hij zijn belasting kan betalen.
Op den goeden weg.
Een marktveetransporteur, die meer van 'n
biertje houdt dan goed voor 'm is, staat terecht
voor 2 gevallen van kennelijken staat. Met
trots wijst hij er op, thans aspirant lid te zijn
van een Chr. geheelonthoudersbond. De kan-
1 tonrechter raadt hem aan, koffie, melk of ander
onschuldig dorstverdrijvend goedje te consu-
meeren. Beklaagde, die reeds meermalen is'
geverbaliseerd, belooft plechtig alle pils van
j zijn lippen te weren. Hij wordt veroordeeld tot
2 geldboeten f 12 en f 15 te_ vervangen door
resp. 6 en 10 dagen hechtenis.
(Geen faciliteiten meer.
Voortgezet wordt de zaak betreffende over
treding van de arbeidswet, het niet aanwezig
zijn van een arbeidslijst voor een 14-jarig strijk
stertje, tégen een directeur van een stoomwas-
j scherij te Alkmaar. Beklaagde had zich er op
i beroepen, dat een faciliteit der politie, die hem
de arbeidslijsten thuis bezorgde, buiten zijn
j voorkennis, plotseling Was ingetlrokken.
De ambtenaar deelt mede, dat onder den
vroegeren commissaris van politie een agent v.
politie wel eens een arbeidslijst in de bus
stopte als hij nachtdienst had. De-tegenwoor
dige commissaris had hieraan echter in Ja
nuari 1925 een eind gemaakt en het verbaasde
spreker, dat dit aan beklaagde in Juli nog
niet bekend was. Deze werd thans veroor
deeld tot f5 boete of 3 dagen hechtenis.
Zonder licht gepeddeld.
Een tuinder van den omval, die zich in den]
avond van 7 Nov. langs 3en Schermerweg per
fiets huiswaarts begaf en dit rijwiel niet had
voorzien van een behoorlijk lichtappa-
raat moest deze nalatigheid bezuren met f 2.50
boete of 3 dagen hechtenis.
Schriftelijk vonnis.
De kantonrechter uitspraak doen'de in de
zaak contra P. A. de L., industrieel te Héiloo,
veroordeelde hem terzake overtreding, art. 27
bis der gemeenteverordening, het aanbrengen
van prikkeldraad langs den openbaren weg
vanaf de Kuillaan tot de Regulierslaan langs
den Rijksstraatweg, ter plaatse van de- voor
malige trambaan tot f 10 boete of 5 dagen.
verzachtende jé* J
Mijnhardt-s Borsthoning-Siroop flac.öOct
Mijnhardt'S Thijmsiroop per flacon 75d
Anga-Siroop(ookby Kinkhoest) flac.1.75
Bij Apoth.en Drogisten
„O, neen, mijmneer. Mevrouw is niet iemand cm
aanmerkingen te maken. Zij is veeleer te in
schikkelijk. Niemand kon zachter wezen dan zij
jegens mij was. God weet, dat als zij mijn eteeo
dochter was, ik haar niet meer had kunnen lief
hebben, dan ik deed.'
Hier schoot Tabitha's gemoed vol en ziji snikte
over1, ui.
„Kom, kom, goedaziel, wees maar niet bedroefd
zeide Disney door haar aandoening getroffen. „Je
hadt haar lief; je moest haar wel liefhebben, niet
waar? En toch heb je haar verlaten."
„Ik werd oud en vermoeid, mijnheer; en ik hadi
geld genoeg overgespaard om een klein huisje te
iueubileerenen mijn zuster, vrouw David, een
weduwe, die kind noch kraai heeft, en een kost
huis aan den zeekant houdt, wilde dat ik met
haar samen zou doen. Mijn zuster 'kookt uitste
kend, veel beter dan ik. Ik liet mij overreden, en
nu ben ik hier. Gedane zaken nemen geen keer,
mijnbeer Martin maar als mevrouw Disney ooit
ziek mocht worden of in naarheid kwam, en mij
noodig mocht hebben, zou ik geen oogenblik ver
liezen om naar haar toe te gaan. Ik kan nooit
vergeten dat zij uw vrouw is en dat zij altijd een
goede meesteres voor miji is geweest"
Martin Disney haalde ruimer ade;,- na dit ger
sprek. Het denkbeeld dat er een Li uk tusschea
zijn vrouw en de oude getrouwe dienstbode was,
- SINT PANCRAS.
Gisterenavond gaf het kinderkoor „De klei
ne Stem" te Sint Pancras een openbare uit
voering in het Gemeentelijk Vergaderlokaal
aldaar. Reeds eerder schreven wij over dit
koor en zijn directeur waardeerende woorden
en durfden wij het wagen er veel goeds van te
voorspellen, natuurlijk aan de hand van wat
en hoe er toen werd gezongen. Thans kunnen
wij verklaren, dat wij ons in die voorspelling
niet hebben vergist, al blijft er dan hier en
daar nog wel iets aan te merken. Zoo konden
we ons niet altijd vereenigen met de uitspraak
van sommige klinkers. De meest beschaafde
uitspraak is nu eenmaal voor mooi zingen van
het allerhoogste belang. Echter willen we
volmondig getuigen, dat onze indruk beter,
bepaald beter was, dan den vorigen maal. Wel
klonken, vooral in het begin, sommige liederen
ietwat onzuiver, maar wat we later hoorden
was werkelijk goed, zoo goed, dat wij gerust
I had hem niet weinig verontrust.
I „Welnu, Tabby, ik ben ten minste bliji dat je
1 geen kwade vrienden met mijln vrouw bent.'' zei
de hij. „Ik heb niet gaarne dat oude bandien veil-
broken worden. En nu moet ik weg. Mijln vrouw
wacht mij in „de Groene Heuvel".
Tabitha scheen een weinig onthutst toén zij'
hoorde dat haar gewezen meesteres in Falmoutb
was, maar zij Zfeide er niets op.
I „Adieu, Tabby. Wacht, je kunt me een genoe
gen doen. Bezorg mij een goede keukenmeid. Dn?
i wij nu hebben Is een dagelijksch verdriet
„Tk zal wel een betere voor u weten te vinden,
mijnheer. Van middag ga ik er op af om een goede
te zoeken."
1 Disney gafhaar op den drempel de hand, eo
tot dat hij aan de bocht van den weg verdween,
stond zij hem met een droevig gelaat na te staren.
VIII.
Tedereen in Trelasoo en in den omtrek scheen
verheugd te zijn kolonel Disney weer te 'zien
Dp voornaamste families binnen een rit van zes
mijlen kwamen in de week na zijn terugkomst
op Angler's Nest, en Isola had de handen vol.m
al haar bezoekers te ontvangen. Iedereen wensch
te haar geluk dat zij haar held uit den oorlog
terug had.
„Ge moogt wel trotsch zijn op uw man, me<-
vrouw Disney," aeide Vansittart Crowther, mat
kunnen zeggen „daar werd soms mooi gezon
gen." Vooral roemen wij het piano. En wij
zouden er aan willen toeyoegen, dat, mocht er
hier en daar dan al eens iets aan te merken
zijn, dit weer ten deele werd vergoed mede
door Jiet blijmoedig gezicht der vele kleine
zartgers en zangeressen. En teven meenen wij,
dat, waar er bestaat een goede, neen een uit
stekende verhouding tusschen -kinderen en di
recteur, waar bovendien deze directeur be
schikt over een goede muzikale ontwikkeling,
hetgeen blijkt uit de goede, onzes inziens vaak
de juiste opvatting der te zingen liederen, suc
ces niet kan uitblijven. En in dit licht bezien
durven we den heer Sinjewel nog veel goeds
te voorspellen met dit koor, mits er steeds een
flinke medewerking zal bestaan. Is onze in
druk juist, dan ontbreekt het hieraan niet.
Het dirigeeren van den heer Sinjewel is
werkelijk goed en wij hebben jreden om aan
tee nemen, dat er met ijver, zorg, geduld en
toewijding is gestudeerd.
Wij roemen de samenstelling van het pro
gramma. Voor aantrekkelijke afwisseling was
goed gezorgd. Veel genoegen deed het ons
weer te mogen luisteren naar het mooie viool
spel der heeren S. Zeegers en P. Modder, die
waarlijk beschaafd en zuiver en gevoelvol
speelden.
Voor het eerst maakten wij dezen avond
kennis met het dubbel mannenkwartet „Zang-
lust." Wij merkten er enkele zeer goede stem
men in op. Overigens hadden „Morgenlied"
van Viotta en het bekende „Wilt heden nu
treden" meer onze sympathie dan „Zingen/' eiu
„Hou zee." Waren deze liederen niet wat al
te kindeViijk?
Het zou teveel aandacht van onze lezers
vergen, als we alle door de kinderen gezongen
liederen gingen bespreken. Daarom doen we
er slechts een greep uit. Het „Aan mijn Va
derland" van Schmölling hebben we wél eens
beter hooren zingen. Misschien ligt de oor
zaak gedeeltelijk aan de acustiek van de zaal
in elk geval was „De Nacht" van Abt heel
wat beter, evenals „Lente" van A. Lijsen. Het
„Jongens Duinlied" van A. Spoel" maar boven
al het „Kikkerliedje" van Wierts, waren bij
zonder zuiver van toon en duidelijk van uit
spraak en daardoor heel mooi. Het laatste
maakte bovendien een heel aardig effect.
Wij hebben de gehcele uitvoering niet kun
nen bijwonen. W§ gelooven echter, dat het
talrijke publiek tot het einde toe heeft geluis
terd met veel aandacht en met veel genoegen.
Be dagboekschrijver in de/Telegraaf vond dezer
dagen het volgende briefje "in z'n bus:
Mijnheer,
Ondergeteekende brengt het volgende ter
uwer kennis:
Zooals u bekend, werden pl.m. 160 werklooze
kantoor- en handelsbedienden aangenomen voor
de woningtelling. Ik was een dezer. Duur van
onzen arbeidstijd werd geschat op pl.m. 2 we
ken, eer langer dan korter.
- Reeds gisteren werd het grootste gedeelte
van oqs ontslagen, omdat wijl het werk zoo
snel verricht hadden. Nietrambtenaren, die
werk verrichten in 3/4 van den tijd, welke
ambtenaren er voor noodig zouden hebben 1"
De sChrijVer zegt naar aanleiding hiervanDaar
krijgen zij een kans langer dan twee weken
aan den arbeid te zijin en in stede daarvan een
gepast misbruik van te maken door de veertien
dagen tot een maandje uit te rekken, werken ze
zoo hard dat ze na zes dagen alweer op straat
staan. Ik vind dit onverantwoordelijk, vooral in
dezen tijld. Em hoe weinig collegiaal tegenover de
gemeente-ambtenaren, die thans een zonderling
figuur slaan, nu niet gemeente-ambtenaren slechts
drie-kwart van den tijd noodig gehad hebben dien
zij er anders aan besteed zouden hebben. Ein dat
vlak voor de behandeling van de Begrooting, nu
ijverige raadsleden op zoek zijn naar onderwerpen
i om hun bez'uinigingswoede aan te koelen.
Indien 'de handels- en kantoorbedienden 'denken
dat zij een kranig stuk werk verricht hebben, J
zooals „Het Volk" geestdriftig schrijft, dan heb
ben zij het. glad mis. Een dergelijk optreden, een
dergelijke beschaming van het in hen gestelde I
vertrouwen, is niet in staat de Gemeente aan te
moedigen in den vervolge hun weer eens een of
ander werk op te dragen.-»JZoo brengen zij de
klad er in.
zijn air alsof hij de heele wereld onder zijn be- I
scherming nam.
j „Ik ben altijd trotsch op hem geweest," aot-
woordde Isola. „Vóór den Birmaschen oorlog was
I ik ook al trotsch op hem."
„Uw vrouwtje heeft er de laatste maand of wat. j
zeer treurig uitgezien," zeide mevrouw Crow-
ther tot den kolonel, met een moederlijken blik j
op Isola „Ik heb werkelijk wel lust gehad om o
te schrijven en u te verzoeken uw terugkomst te
bespoedigen, als gij haar bij uw tehuiskomst niet
in een vergevorderden toestand van Jcwijning wilt-
det vinden."
„Mijn waarde mevrouw Crowther, Wat een on
zin!'' riep Isola, hij deze moederlijke welwillend
heid vuurrood wordende. „Ik ben volstrekt niet.
ziek of in kwijnenden toestand geweest. Men
kan er niet altijd zoo^ blozend als een boeren
deerne uitzien."
„Mijn lieve, ge moogt zéggen wat ge wilt, maar
ge zaagt er heel slecht uit. Als een van mijn
dochters er zoo slecht had uitgezien, zou ik haar
dadelijk naar Buxton gezonden hebben, om de
baden te gebruiken."
Dat bezoek van de Crowthers scheen veel* lan
ger te duren dan een van de andere bezoeken. De
Crowthers, man en vrouw en oudste dochter, had1-
den zo oiets vorschenda, meende Isola, zoo iets,
alsof zij het er op gezet hadden haar huis en haaif
Tot besluit het volgendeIn de dagen toen
.jdas Militair" in Duitschlanti alles was en een
Uniformdrager meende, dat hij van geheel andier
deeg gebakken was dan het overige menschdom,
gebeurde te Berlijn eens het volgende:
Een jong luitenantje komt een café binnen.
„Ober!"
„Herr Oberleutnantl"
„Die Kartel"
„Bitte schönj"
De ober haalt de spijskaart, biedt deze den
officier aan. Die neemt de kaart niet aan.
„Lesen Sief'
De ober leest:
Kalbsbraten.
[Wiener Schnitzel.
Ëohwedische BeefsteaCk.
„Sonst nichts?"
„Nein, Herr Oberleutnantl"
„Also hringen Sié ein Bier!"
Een groepje jongelui, een tafeltje verder, be
gint te lacheo.
„Was will Majestat mit dem Jungen?" vraagt
iemand en meer spot werd gehoord. De luite
nant kleurt. Hij roept:
„Ober 1"
„Herr LeutnantI"
„Ueberreichen Sie das dem Herrschaften I"
„Bitte schönl"
Een visitekaartje gaat naar het oneerbiedig ge
zelschap. Dit neemt het niet aan.
„Lesen Sief'
De ober leest:
Egon Vladimir Freiherr von Kranzenstein von
Krell. Oberleutnant 3e Preusisohe Uhlanen Re
giment Potsdam. i
„Sonst nichts?"
„Nein, mein Herr."
„Also hringen Sie ein Bierl"
Laat die niet verergeren en stel
U niet bloot aan 't gevaar het
slachtoffer te worden vaneen ver
waarloosde verkoudheid. Wordt
geen borst- of asthmalijder. Be
schermt U daarom dadelijk met
deslijmoplossende, verzachtende
UIT D|E BEGROOTING VAN WATERSTAAT,
i i Enkele aanieckcningen.
II.
Van de Waterstaatswerken, waarmede de be-
grooting dit jaar wordt bezwaard, zal de Noij-
malisatie van Nedei«-Rijn en Lek volgens raming
in het geheel f6.900.000 vorderen. De Minister
hoopt in 1926 met de uitvoering dezer werken
te beginnen en heeft daarvoor f142.500 uitge
trokken.
Betreffende de Maaskanalisatie voorziet de Mi
nister de voltooiing in 1926 van het kanaal Wes
semN ederweert.
Ten aanzien van de Twentekanalen wordt vef
wacht, dat in 9216 alle contracten gesloten zul
len zijn; dat in dat jaar de aankoop van grond
zal kunnen aanvangen en een begin van uitvoff
ring met de werken kan worden gemaakt. Voor
aanleg van de uitmonding van het kanaal u
de IJsel is flOO.OOO voor grondaankoop fl30.000
geraamd.
Voor onderhoud en verbetering van het Noord
zeekanaal vraagt de minister f 6.60.0005 (v. jaar
f4.017.500).
Als bijdrage aan het Zuiderzeefonds voor
kosten van afsluiting en droogmaking der Zui
derzee wordt f2.000.000 uitgetrokken.
De posten voor wegenverbetering toonen, dat,
zelve en haar omgeving eens goed op te neme»
dat haar onverdragelijk was; hoewel zij wist, Is'
dit vorschen van mevrouw Crowther's kant, ka
ter voortsproot uit een goedhartig karakter, over
vloeiend van welwillendheid.
„Ik had wel gewild dat gij mij geschreven ha®
mevrouw Crowther,' 'zeide Disney. „Ik had nic'
vroeger thuis kunnen komen, maar ik had
zuster Allegra- kunnen telegrapheeren om mij'
vrouw in haar eenzaamheid op te beuren. Zij
hier al dien tijd moeten wezen, ik ben gek f
weest dat ik daar niet voor gezorgd heb."
„Zou ik niet liever de kamer uitgaan terwijl e'
consult "over miji wordt gehouden?" vroeg
wrevelig, ,,'t Is voor de patient alles behalve aa«
genaam in koelen bloede haar toestand te hoore'
hespreken. Het verveelt mij gedurig te verkh
ren dat ik niet ziek geweest ben, en 'dat het tw
ongeluk en niet mijn schuld is een bleeke S!
laatskleur te hebben."
(Hordt vervolgd)-