wM ïgI NTÏÏFW17 5 MR 110,- kmaa RN's id. Dinsdag: 16 December 1926. 84a Jaarring IJK, tIJEN [250. spotprijzen elkoop. t koopen- i. DIJK. ra'ie jesleli uze voerhanden. asiteis. Uit ons Farlemsnt lemmingsbeeid op de Broekerveiling. go. 148 IMTIRO, lTKt.CI>il0ftai 11 LAHGËDIJKER C0ÜRAJIT I Subsidie aan de Vroedvrouwenschool te Heerlen. Reorganisatie en oplei ding. Een amendement. De zo mertijd en de voorsteilen der heeren Braat en Van der Waerden. De be- handeling van 's heeren Braat's voor- stel geschorst. )e regeeringsensis neeft de Tweede Kamer niet j jt enkele dringende ontwerpen in beuandeiing nemen. Daar was in de eerste plaats het sub- ievoorstel voor de Vroedvrouwenschool te Heer Indertijd Was tegen die subsidie nog al ver- gerezen, zoodat maar do helft was toege in en een onderzoek gelast onder voorzitter- ip van prof. Jitta. Het bleek nu, dat naar oordeel van verschillende kamerleden ae voor- len van deze commissie van deskundigen niet die opzionten gevolgd waren, dat daarom ue rgenomen reorganisatie onvoldoende was en praktische opleiding niet aan de te stellen wen voldeed. En mevrouw De VriesBruins, het feitelijk; het beste achtte van 3e school Staatsinrichting te maken wat de zaak niet xder maken zou, omdat wat betreft de saLa- aan die school hooger zijn dan aan soort- ijke rijksinrichtingen, diendie een motie in, rb ijde reorganisatie geen voldoende waar- bood voor doelmatige exploitatie/en voldoen - praktische opleiding, de regeering verzocht <d oprichting van een min of meer rijikskwesk- olen voor vroedvrouwen in het Zuiden des ds te overwegen en va nde uitkomst dier over gingen voor de behandeling der begróoting '27 ledleeling te doen. [mister Kooien bleek echter over de school de plaats gehad hebbende reorganisatie beter denken. De schoil had f45.000 subsidie en rbij was door zijn voorganger nog f80.000 rl925 aangevraagd. Men vroeg boven de toe- tane f40.000 nog slechts f27.000 voor 1925 't geheel maar f 80.000 voor 1269. De ex- itatie kostte dan nu ook f22.000 minder. En school voldeed, getuige den aandrang van isjes naar de scnool aan een dringjende be fte. De Kamer bleek het hiermede in meer- eid eens en keurde na verwerping van de :ie-De VriesBruins het verleenen der subsi- goed. let de voorstellen van de heeren Braat en Van Waerden inzake den zomertijd, liep het min- vlot. De laatste had voorgesteld den zomer- 40 minuten te vervroegen, wat dien heer Rappard geen verbetering achtte, en aan regeering het bepalen van het tijdstip van den Kr tijd over te laten, welke bevoegdheid de van Rappard bij amendement trachtte te erken. Maar de Kamer bleek noch van het ratel van den heer V an der Waerden, noch van amendement-Van Rappard gediend, lp art. 1 van het voorstel van den heer Braat, den zomertijd hoogstens wou toelaten van 31 tot 1 September had de hieer Bijleveld e°n ndement ingediend om die data te vervangen 10 Mei en 9 October. Toen dit amendement aangenomen, vroeg de heer Braat schorsing beraadslaging, die hij, nadat nog de hear sselhuys een motie had ingediend om de re- hg te verzoeken niet vóór 10 Mei den zo- tijd in te voeren, dan ook verkreeg En nu de oorzaken van de ontnuchtering, van de teleurstelling. We hadden niets aan te bieden, beschikten over geen enkel strijdmiddel, stonden met lecge handen. Wat we noodig hadden? Retorsiemaat regelen. Blijkens 't verslag is over die afweermiddelen, ook wel repressaillemiddelen genoemd, nog al ge sproken, en werd zelfs in overwieging gegeven 't, advies van Prof. Mr. Diepenhorst te vragen. '1 Zijta deze dingen, die mij zeer interesseeren, waar ik iets over schrijven wil. Thans zeer be knopt in een tweetal korte 'artikeltjes; dadelijk na 1 Januari '26 zal 't geheele moeilijke vraag stuk in dit blad aan de orde worden gestolü. Vele schrijvers van naam hebben over dit on derwerp hun licht laten schijinen; als de bekende Pierson, Dr. Nederbraeht, de voorzitter van le Nederlandsehe onderhandelingscommissie, a'smede de professoren v. Gijin, Treub en Diepenhorst. Zeer'kort geleden schreef er Dr. v. d. Waer'eo nog over in het Volk, terwijl om een geestverwant van den laatste te noemen, ook het standpunt, van den bekenden Amsterdamsche» wethouder Wibaut uit diens pennevruchten kan worden ge kend. Waar men op de vergadering den naam van den Amsterdamschen hoogleeraar aan de Vrije Univer siteit, den heer Mr. Diepenhorst, genoemd heeft, wil ik me tot diens geschriften bepalen. Dat men inzonderheid bleek prijis te stellen op diens advies wordt begrijpelijk als men weet, dat deze hoogleeraar zich ook volop in het practisobe leven beweegt. Hij is lid van de Eerste Kamer der Stalen Generaal, en voorzitter van dien Christe lijken Boeren- en Tuindersbond. Ervien gemakkelijk en vrij beweegt hij zich onder die boeren en tuin ders, als onder de deftige lieden van onzen Senaat. Nu wil het mij! vporkomen, dat het voor een ieder, die niet op denzelfden grondslag stoat in levens- en wereIdlblasehouwing als Prof. Diepen horst, uiterst moeilijk moet zijn, de beteekenis van diens werk naar waarde te schatten De Professor is econoom van calvinistische le vensbeschouwing, zijln wetenschap sluit zich har monisch aan aan het grootseh geniaal stelsel van den hervormer van Genève. Diezelfde grondge dachten, door Groen reeds ontwikkeld, door Kuy- per verder gedlacht, treft ge aan in de beroem de „Voorlezingen over de Economie" van Prof. Diepenhorst. Reeds de dissertatie, waarop- Mr. Diepenhorst promoveerde, toont die lijn, deze toch droeg tot titel: „Calvijn en de economie". En in de rede, door hem den 2den Juli 1921 gehouden op de wetenschappelijke samenkomst van de Vereeniging voor Gerief. Hooger Omfer wijls te Amsterdam, die tot titel draagt; De beginselen der Vrijhandelslieer", geeft de redenaar nadrukkelijk de lijn van Groen en Dr. A. Kuy per aan. Volkomen daarmee in overeenstemming ver werpt Prof. Diepenhorst de vrijlhandelsleer al3 (Nadruk, ook met vermelding van de bron, verboden.) ader die belangrijke gebeurtenissen van de n week, voor ons van belang, noem ik reerst de vergadering van de Provinciale Com- ie uit de veilingen uit Noordliolland, j.l. der dag te Alkmaar gehouden, et zeer groote belangstelling heb ik het zeer oerig verslag dier vergadering in dit blad a. doet het me genoegen, dat er inzake de tmethode der goedgekeurde aardappelen, ai- in principe, de lijn is gekozen, steeds in rubriek voorgestaan, fen is het er over eens gieworden, men zal 'ist aansturen op verplicht veilen dezer ar- ilen. och wil ik over deze zaak niet uitweidfcn; fas nog wel wat van te zoggen; maar veel T lacht het mij toe, eens in te gaan op de rede den heer Valstar. e voorzitter van het Centraal Bureau van de togen komt er rond voor uit, dat het ros ui- van de onderhandelingen met Duitschlana jvredigd zijn te noeonen. 'eet ge, waarom mjj deze uitspraak trof loorde laatst een nog al meelevend tuin der zeggen, die nog al eritisch is aango- „Let nu eens op, straks hoor je weer, dat de, dat nog verkregen is, hebben we .alleen de organisatie te danken, 'k Erger me al voorbaat aan die zelfverheerlijking." o is daar niets van gekomen, de heer Vals' ar Och ter en zakelijk'gebleven niet alleen, maar ■ot ook 't resultaat niet goed. Dat heeft me moffen; 'tblijkt nu dat men in de Javastraat ook zwart durft noemen. Laten we dat onthouden. Hij ziet daarin twee grondlfoutenhet oude beginsel der algeheele staatsonthouding en ten tweede het oosmopolitisme, in die leer, waarloor aar, het nationale economische leven geep waarde wordt gehecht. Men drijft de wereld'huishouding op de spits zonder in te zien, dat die in de volkshuishouding richtsnoer en uitgangspunt vindt. Toch leidt dit verwerpen van het vrijlhanrllels- dogma allerminst tot het andere uiterste, tot het protectionisme. Noch vrijhandel, noch bescherming wordt door Prof. Diepenhorst als exclusief beginsel aanvaard. Met ingenomenheid verwijst hij in die te Am sterdam gehouden rede naar de uitipraken van buitenlandsche geleerden, die, geheel los van hem, tot eenzelfde oonclusie komen. Inderdaad verrassend is de oonclusie van van Tvska, professor te Jena in diens ,,Volksw:rt- ftchaftiiche Theorieën", welke aldus luidt- (ver taald). „Men diene er op te letten, dat vrijhandel en bescherming geen ahsolu e axioma's 7ito of recepten, voor welker aanvaarding of verwer ping men zonde rmeer te kiezen heeft. Reide hebben bestaansrecht, ze zijn mij beide van relatieve waarde en steeds te beschouwen in verband met de werkelijke economische toeston den van het betreffende land." Deze toelichting omtrent het grondprincipe van Prof. Diepenhorst i3 beslist noodig, om diens oordeel over retorsiemaatriegelen naar waarde te kunnen echattten. Dit zullen we in een volgend artikel u trachten te schetsen. Ten besluite een korte tfeilingssChets, na deze ietwat zware kost. De vorige week.schreef ik, we zijn nooitzeiier van het weer, en ik vermoed, dat deze zin -nog niet was gedrukt, of die dooi was al ingevallen, terwijl het thans weer wintert. De koolprijzen zijn wat gezakt, maar heel erge afmetingen heeft die dialing toch niet aangenomen. Er werd nog al wat op bonnen gekocht; en nu was ik deze week na afloop van die veiling gj- tuige van zoo'n aankooppoging door een koopman. De aanval van diens zijde had plaats op een drietal jonge bouwers, patente kerels, ter veiling I op „het koor". De jonge koopman wilde van 't drietal een wagon gelen koopen. Nu weet ik werkelijk nieR wat meer viel te bewonderen, die overre lings- kraeht en gepaste woordenkeus van dieu hoop man,, dan wel de kalme beraden vasthoudend heid der bouwers. Daar staan ze, de drie bouw-rs, en ze vormen samen een half cirkeltje; de andere belft heeft de koopman alleen noodig; want niet al leen z ijm tong is in actie, ook zijn armen moeien' 't goede doel dienen. „Ik geef jelui veel geld, 'k betaal een halve gulden boven de markt, ik bied f5.50. Er is van ochtend hoogstens f5.voor deze soort be steed." Nu volgt een algemeen „niet waar" van de zijde der bouwers. „Jan heeft f5.40 gemaakt, Jaap f 5.50, Kees f 5.30, dus een halve gulden bov^r, de markt is zes gulden." Daarop weer een betoog van tegenovergestel len aard van den koopplan. Die koopman bestudeert ondlerwijl de gezien- ten ofóór hem. „Jij wijfeit," zegt hij menschkundig, „en je hebt gelijk als je het doet; neen, ik zeg 'tmaar niet, maar ik wou toch zeggen, 'k hoop dat je het doet, niet om mijl, hoor, maar 'k hoop dat je het doet voor 51/2. in je eigen belang. Ik kan, ik mag niet meer geven." De bouwers blijven halsstarrig. Koopman loopt naar de trap. „Doe je het," vóór de eerste tree. „Hak ken óp de eerste tree. Hoofdschudden vaa de bouwers. „Nou, ik kom straks nog eens kijken." Koop man af. Wat ben jelui toch stijlf, alzoo richt schrijver dezer zich tot de jonge bouwers. „Ja, dat moet wel, antwoordt er een; als je dat niet doet, en je niet stellig voorneemt het te zijn en te blijven, dan ben je in 14 dagen los, Weet jewe hebben den naam nogal „geveiS" te zijn. 't-Staat nooit stil. 'tis met de kooplui krek ak.._. als met ie bedelaars. Geef er een een cent, morgen heb je er twee. Verkoop vandaag op een bon, morgen heb je vier kooplui.' Groentenhandelaars aan den Langendijlk, dat is voor u de ridderslag -voor moed, volharding en durf. Vive les geuse. De raad dezer gemeente vergaderde gister middag 4 uur, in voltallige zitting. Als voorz. fungeert wethouder Ootjers, die bij de opening mededeelt dat de voorz. ver hindert is, en roept ieders medewerking in, om hem de leiding gemakkelijk te maken. Hierna worden de notulen van devorige vergaddering gelezen en goedgekeurd. Dankbetuiging is ingekomen van den A.N G.O.B. voor de verleende subsidie. Voor kennisgeving aangenomen. Een uittreksel uit het Kon. Besl. van 10 Sept. 1925 no. 21, waarbij het aantal vergun ningen is bepaald op een maximum van 5. Een verzoek van de burgerwacht om over 1926 een subsidie te mogen ontvangen, van 100 gla. Geschreven wordt dat 2onder de subs, de bürgerwacht niet kan blijven bestaan. Bui tengewone uitgaven zijn niet gedaan. Was er over '24 een klein voordeelig saldo, '25 zal met een klein nadcelig saldo sluiten. B. en W. hebben hierop geen advies. Maar voorz. herinnert aan het het vorig jaar genomen besluit, dat de subsidie toen is verleend1 met dien verstande, dat het voor het laatst zou zijn. en de burgerwacht te berichten hiermede re kening te houden. t De heer jes ziet het nut er niet van in om subsidie aan de burgerwacht te ,geven. Dje heer Duijvis is van tegengestelde mee ning en z. u het jammer vinden wanneer d- burgerwacht \ve;d opgeheven. Spr. wenscht d< subsidie wel te veileenen. De voorz. vindt dat men op een eigenaardig standpunt komt. Het vorig jaar is deze zaak ampei besproken en meende men toen de sub sidie nog te moeten verleenen met het oog op de tekorten, maar tevens is er gezegd dat het voor het laatst zou zijn. De heer De Geus. Zooals de zaak is geloo- pen, ben ik er niet voor hierop terug te komen. Ik ben oerdeel dat het aanhangsel is van de mobilisatie. Toen kon ik er mij bij neerleggen met het oog op de omstandigheden. Maar nu die omstandigheden zijn verdwenen!, kan ik mij niet indenken dat de burgerwacht noodza kelijk is. Voor den oqrlog was ze dat ook niet. En wat de rust betreft hebben wij denzelfden toestand als voor den oorlog. Het gaat moei lijk op nu weer op het verzoek in te gaan. De heer Barten zegt daf het besluit het vo rig jaar mpt meerderheid van stemmen is ge- romer,. Spr meent dat het nut van de burger wacht nog bestaat. We leven wel in een toe stand van rust, maar we weten niet wat er nog I komen kan. Tammer is het echter dat de zaak zoo is vertroebeld. Het schijnt dat het een zaak van rechts is, en is het jammer dat de linksche partijen niet meedoen. Mr. Marchant heeft in Der» Haag het verleenen van steun aan de burgerwacht ook verdedigd. Spr. wil de subsidie wel verleenen omdat hij het een j nuttige instelling acht. De voorz. wijst er op niet onsympathiek te genover de burgerwacht te staan. Hij acht den tijd gekomen om van gemeentewege geen sub sidie te verleenen. Wil de burgerwacht blijven bestaan dan zal zij haar uitgaven zoo dienen te regelen dat geen subsidie meer noodig is. Stelde het -rijk veel belang in deze zaak, dan lag het op onzen weg een subsidie te geven, maar die belangstelling blijkt niet. De heer Barten acht dit een gemeentebelang. Spr. wijst in verband hiermede op den land storm vrat een rijksbelang is. De burgerwacht is echter geneel plaatselijk en ligt het op den weg der gemeente steun te verleenen. Wanneer cte menschen reeds hun. tijd geven' voor het algemeen belang en zij zouden ook nog hun geid moeten geven, gaat dit toch wel wat al te ver. De voorz. antwoordt dat de menschen niet aangesteld zijn geworden, maar het geheel vrij is. Ook vertrouwt spr. niet zoo op den krach- tigen steun van de burgers en verwacht dat daar in tijden van nood weinig van terecht zal komen. Hij gelooft dat het rijk bij machte is om eventueele onlusten den kop in te drukken. Ook heerscht er in onze gemeente geen op roerige geest, waardoor de burgerwacht nood zakelijk is. De heer De Geus. Als zich weer verkeerde toestanden zouden voordoen, kan de burgger- wacki weer in het leven worden geroepen. Maar wanneer een dergelijke instelling niet noodza kelijk is waarom zouden wij haar dan hand haven. De heer Zut acht het een nuttige instelling en zou het jammer vinden als zeweg ging. Maar wanneer f 100 te hoog is laat men dap f50 geven. De heer Barten ondersteund dit, wanneer het verzoek wordt verworpen. Spr. voegt hieraan toe, dat wil men optre den, men geoefend moet zijn, ein wil hiervoor de gelegenheid geven. De voorz. zegt er niet tegen te zijn het saldo tekort uit de gemeentekas te betalen maar is niet voor verdere subsidie. Er bestaat geen reden terug te komen op het besluit van het vorig jaar. En voor 1926 kan hiermee rekening worden gehouden met het oog op het inrich ten van een huishouding, wanneer men wil blijven bestaan. Spr. weet niet wat het rijk vergoed. De heer Duijvis meent van f2.50 en voegt hieraan toe dat ook zaalhuur moet worden betaald. De voorz. zegt dat indertijd nog is gespro ken over het verstrekken van een gelegenheid. De heer Zut vindt het wel mooi het tekort oor gemeenterekening te nemen, als .we maar wisten, over welk bedrag het ging. De voorz. antwoordt dat er in het verzoek over een „klein" tekort geschreven wordt. Hierna wordt het verzoek in stemming ge bracht en wordt verworpen met voor de h.h. Barten, Duijvis en Zut. Tegen de h.h. Jes, Kooij De Geus en Ootjers/ Met dezelfde stemmenverhouding wordt het voorstel van f 50 verworpen. Dan zegt ide heer De Geus het wel wat astig te vinden te stemmen het tekort voor gemeenterekening te nemen. We stemmen over iaet tekort, maar weten niet hoeveel dit is. De voorz. zegt dat de tegenstanders het nut van de burgerwacht niet langer inzien. F.oh- er is van den aanvang af steun verleend, dus ïeeft de gemeente getoond medewerking te erleenen. Nu men voor een klein tekort staat raat het niet aan dat de leden dit uit eigen zak ijpassen. Of het tekort nu f 10, f 20, f 40 of 50 is, daar stap ik overheen. De heer Barten ondersteund het voorstel, lal alleen met den heer Jes tegen wordt aan genomen. Een verzoek is ingekomen van de Noordh. vereen. Het Witte Kruis om een subsidie te mo gen ontvangen voor het tekort óp haar ont- smettingsovens en een bedrag voor 1926 uit te trekken voor instandhouding daarvan. Met het oog op het nut vair deze instellin gen stellen B. en W. voor f 15 subsidie te geven De heer Kooij zal zich niet tegen de subsidie verzetten. In ide Prov. zijn echter 3 ovens, en wanneer er tekorten ontstaan is liet zaak er 1 te sluiten. We kunnen het met 2 best idoen. De heer Barten wijst er op dat de oven te Alkmaar het grootste tekort heeft en zou het dus op den weg van Het Witte Kruis liggen die te sluiten, hetgeen een-ongerief voor onze gemeente zou beteekenen. Wij willen de sub sidie verleenen om de oven in stand te houden. Gaat die weg, dan is er voor ons een groot belang weg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 1