ar toch JOKKEN' sverschil moeten Ie partij, andere tstoffen, zool Donderdag* 81 Dècember 1926 84e OUD EN NIEUW Algemeen Overzicht Het schieten in Oudejaarsnacht Bij het scheiden Wo. 164 l«™» riLKPRBOR u NIEU WE LAMGEDIJKER COERANT Die nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Hoe de mensch ook is, geloovig of ongetoovig, rijk of arm van geest, ernstig of lichtzinnig, jong of oud, wanneer hij weer een mijlpaal in het loven heeft afgelegd, houdt hij een oogenblik stil en werpt hij een blik op den afgeslagen weg. Zoo gebeurt het bij de herdenking van geboorteda gen, huwelijks- en ambtsjubilea en in 't bijzonder bij de jaarwisselingen. Dan trekken we leering uit gedane ondervinding, maken balans van de in het leven behaalde^ voor- en nadoelen, winst of verlies in moreele waarde, levensgeluk, materi- eelen welstand. Waarom we dat doen? Omkat elke afgelegde mijlpaal ons weer leert, hoe kort het leven is, hoe gauw de laatste levensmijl werd afgelegd en hoe dwaas het dus is, tijd te verspil len aan genietingen, die geen werkelijke winst op leveren voor het leven, ons hart niet in hooger ba nen hebben geleid, ons niet geestelijk en moreel hebben gesterkt. Wat gaat de tijd toch snel, wat is het leven kort, zoo is telkens onze overdenking. En de geioovige voegt er aan toe: wat heb ik to oh wei nig gedaan om nader te komen tot Hem, Die rne dit korte leven schonk als een overgang, een voor bereiding tot het eeuwige leven. Wat hebben we een moeite en zorgen besteed voor het behalen van eenig materieel voordeel, het naloopeu vaa minderwaardige genoegens en hoe weinig dachten we aan het groote doel van dit loven, het opgaan tot den Schepper. Van Hem ontvingen we het leven, als een zaak, ons ter behartiging toevertrouwd. Als het jaar ten einde is, maakt een zakenman zijn balans op, boekende aan de eene zijde de voordeelen, aan de andere zijde de nadoelen, en onderaan staat het winst- of verliescijfer. Hoe is het gesteld met de balans van uw leven Behaaldet gij winst of ver lies in het afgeloopen jaar? Zoekt dat eens uit, maar staat niet te lang stil bij de resultaten, want aan die balanscijfers is toch niets meer te veranderen. Een zakenman, die zich dagenlang zou overgeven aan vreugd over behaalde voordee- len of treurnis om geleden verlies, die verspeelt daarmee alweer een paar kostbare dagen van het nieuwe jaar. Zoo moet het niet. Een balans wordt opgemaakt, een oogenblik beschouwd tot het trek ken van conclusies en dan in- het archief opgebor gen .Met nieuwen moed en geleerd door onder vinding begint hij aan zijne begrooting voer het nieuwe jaar, die hij zóó inricht, dat de fouten uit het afgeloopen jaar vermeden worden en nieuwe plannen voor winst worden opgenomen. Hoe zit uwe begrooting voor 1926 in elkaar? Hebt ge daarin nu alles geschrapt, wat vroe ger slechts leidde tot verlies, geestelijk, moreel of materieel verlies? En hebt ge nieuwe wel doordachte plannen gemaakt om vbordeelen te behalen Dan met ernst er naar gestreefd om uwe begrooting uit te voeren, ^iet meer treuren om verliezen, nieit bij voortduring teren op vroeger behaalde winsten, maar voorwaarts zien, werken, om u en de uwen geestelijk en maat schappelijk omhoog te werken langs wegen van rechtvaardigheid'. Aanvaardt de hulp van twee goede compagnons uw levenszaak: liefde en plicht. De liefde zal u hoeden voor egoisme, voor bonadeeling van uw evenmensch, voor materialisme en zij zil u sterken in uw wil, zal u in staat stellen tot volhouden, tof werken, als de moed u dreigt te ontzinken. Liefde en plicht, als ge u door die compag nons laat leiden, dan moet ge in het komende jaar winst halen en zult ge winnen aan levensgeluk, levensvreugd, en vergaart ge u verdiensten voor oen leven hiernamaals. Hoe ook de balans van het afgeloopen jaar streeft met ernst en vasten wil in het ko kende jaar naar het goede. Wenseht dat op he- uen u zelve toe en aan al de uwen. Laat dat ue heteekenis zijn van de heilwensehen, die ge, j°''als de traditie dat wil, aan uwe bekenïen doet geworden, waarbij ook wij ons ten opzichte ajj€<? Geen wereldschokkende gebeurtenissen hebben de Kerstweek gekenmerkt. 'tZijn stille feestda gen geweest .allerminst door het weer begunstigd! en zelfs de huiseHjke gezelligheid van een verlicn- ten Kerstboom was -niet in staat ons een zucht van verlichting te doen inhouden, toen de ree'» Zondagen voorbij was en het leven weer haar dagelijksehen gang ging. Het familiedrama in Zwolle heeft de vreiigj stemming van het Kerstfeest wel ernstig ge stoord voor 'degenen, die 'er kennis van namen. Slachtoffer was in dit geval een algemeen gea:ht ingezetene, die op den 2en Kerstdag zijn 45en geboortedag vierde en thuisgekomen uit de kerk, op afschuwelijke wijze werd gedood door zijn 53-jarigen broeder, een zenuw-patiënt, die ver moedelijk geheel ontoerekenbaar voor zijn daad geacht moet worden. De arme jeugdige kindaren die hun vader te hulp wilden komen, werden mede ernslig mishandeld door den moorlenaar. Dit al les echter is een drama, zooals e rmeer gebeuren helaas en dat we er te dezer plaatje op terugkomen, heeft een andere oorzaak dan meelii met den getroffene. De moordenaar had een zeer verantwoordelijken werkkring; hij was machinist bij de Ned. Spoorwegmaatschappijhonderden men sehenlevens waren dagelijks aan hem toever trouwd. Dat zoo'n zenuwpatiënt niet eerier van de locomotief verwijderd is, daarover wilden we net in 't bijzonder hebben. Zeker, men was juist van plan hem voor vier weken naar een zenuw inrichting te zenden, maar wat zal zoo'n vier- weeksche kuur uithalen? Ein bovendien- reeds lang was de man overspannen; hij mishandelde zijn vrouw, die hem daarom verliet en bedreigue zijn buren. Nu heeft hij zijn broer overhoop ge stoken, maar had het niet even goed in ziin brein kunnen opkomen om een trein te pletter te laten loopen. Men mag in het belang van de reizigers eischen, dat de Spoorwegen zeer hooge eischen stellen aan de lichamelijke en geestelijke eigenschappen van het locomotiefpersoneel. In den Haag werd de vredige rust van de erst dagen eenigszins verstoord door eene staking van de bioscoop-musici, die een wekelijksdhen rus Mag verlangen. Een billijk verlangen. Of het proclameeren der staking even tactisch als het verlangen billijk is, dat zouden we niet gaarne durven bevestigen. De bioscopen maken over het algemeen een slechten tijd door; de loonen waren niet bijzonder laag te noemen 40150 gulden per week en de werkweek van 38 uren niet buitengewoon zwaar. Diaarbij komt, dat er nog steeds groote werkeloosheid heersen!, heel veel miensohen die „aan muziek doen" en velen gaarne bereid zijn om de open plaatsen in le nemen. Hetgeen intussohen dan ook geschied is, zoodat die stakende musici er zieer waarsA Mi- lij k voor goed uit liggen, wat hun Kerststem ming wel niet bevorderd! zal hebben. H»t sta kingswapen kan een machtig wapen zijn, maar 't blijft een gevaarlijk wapen, vooral wanneer het gehanteerd wordt in de handen van personen, die op vak-organisatorisch gebied nog maar wei nig ervaring hebben. Zooals de musici. Ds. Lingbeek, de leider van de Gereformeerde Staatspartij is do vredige kerststemming mede komen verstoren door de uitzending van een proefblad voor een nieuw protiestantsch orginn. Dat is op zichzelf niet zoo heel erg we hebben meer protestantsehe organen, die veler respeet afdwingen. Ds. Lingbeek echtier blijkt zijn pro- testantsch orgaan 't moet een dagblad wor den op negatieven grondlslag tie bouwen en wel: strijd tegen Rome en den Katholieken godsdienst „bijgeloof" en „afgodendienst" gieheeten. Aan zulk een orgaan is in ons land niet zoo'n buitensporige behoefte. De tegenstellingen tusschen klassen, godsdiensten, politieke partijen zijn in ons landje al scherp genoeg en méér zullen we het „Vrede op aarde" dienen door den menschen eerbied voor elkanders overtuiging bij te brengen, dan tnor strijd te prediken tegen degenen, die anders La ken dan wij. Ds. Lingbeek blijkt zich den 3tcnn verworven te hebben van den politieken avontu rier Dr. van der Mijle, die al langs tal van wegen geprobeerd heeft in de Kamer te komen, daar Ine zelfs een Nationale Biezuiniging3partij stichtte en nu aan de hand van Ds. Lingbeek op hiot Binnenhof tracht te komen. De politiek leidt t >t Van al onze lezers en lezeressen aansluiten in oprecht jgemeend GELUKKIG NIEUWJAAR. Toen Frankrijk slaag kreeg in Marokko, was het zeer vredielïevend; het betreurde het zeer, dal die koppige Abd-el-Krim maar van geen vre de wilde weten, want Frankrijk zou hem giarne zooveel gezag en aan hot Rifgebied zooveel on afhankelijkheid verleenen, als maar mogelijk was, maar nu die niet wilde, moesten er mansenappen en kanonne nkomen om de beschaving te redden. De kansen keerden, de Riffijnen kregen klop en Abd-el-Krim werd vredelievend. Hij zond een En- gelschen kapitein Cunning naar den president van Frankrijk om vrede aan te bieden. Deze ech ter: heeft den vnedle-boodschapper in de Kerstweek afgewezen en geweigerd hem te ontvangen. Waarmee de vredoshuichelarij van de politieke en diplomatieke wereld in Frankrijk voldoende getypeerd is, ook al betreft het een cartel-ree-ee- ring van z.g. democraten. Een zwak Frankrijk wenseht vrede; een sterk Frankrijk wijst hem af. In China vierden de „christen"-generaal Feng- Joe-Sjang en zijn Boedd|histischen collega met hffj hun aanhang Kerstfeest op de slagvel dien lij Tietsin, waar ze elkaar bevochten en tien duizend dooden achterlieten. Wist men nu nog maar waarvoor die mensóhen eigenlijk vochten, mad rdat weet niemand. Als de Sjongen en Sjan- gen met elkaar afgerekend hebben, beginnen ge neraals mef andere onuitsprekelijke namen van voren af. Tsang-Tso-Lin, de dictator van Mand- sjoerije, een oogenblik door oen zijner opstandige generaals verslagen, verwon dezen op zijn beurt en beeft daarop Moekden versierd met de hoofden van den opstandige en zijn vrouw, gestoken cp spiesen. Zoo draait de wereld rond. Hoeveel eeuwen houden nog moeten verlootten, eer de harten der menschen toegankelijk gespor den zijn voor Christus' liefdeprediking en ein delijk ..Vrede op Aarde" zal zijn geworden? We schreven reeds vroeger, dat verschillende volksgebruiken zich. met wndere taaiheid uit Je heidensche oudTiëid tot op den huidigen dag gehandhaafd hebben. Een gdier gebruiken is het schieten in Oude-Jaarsnacht. Nu mag men niet aannemen, dat de oude Germanen ook al met buks en jachtgeweer omgingen, want zij zijn het niet, die het buskruit hebben uitgevonden, maar de gewoonte om bij feestelijke gelegenheden om dezen tijd van het jaar gedruisch te maken, stamt van hen en het huidige schieten is slechts eeu bewijs, dat het volk in het handhaven van oude gebruiken toch met de mogelijkheden van den nieuwen tijd rekening hield. De agenda van een dor zittingen in October 1868 van den Amsterdamsehen Gemeenteraad icwam een merkwaardig punt voor, n.l. het toe laten of verbieden van zeker nieuw jaarsgebruik, 'het. afschieten van geweren op straat of uit hui zen. Het gebruik werd afgekeurd om redenen van practischen aard, maar het verdween met dit ver bod nog niet. „Het heeft in elk geval zoo .ang geleefd," zegt Aug. Gittée in „Vragen van dm Dag" van 1896, „dat de meeste lezers er wel cenige herinnering van zullen bewaard hebben." Genoemde schrijver beschouwde~dit gebrüik aus 30 jaar geleden wèl als uitgestorven. Hoezeer heeft, hij zich vergist, want het schieten en ge druisch maken hoort men in Oude-Jaarsnacht nog op bijna alle plaatsen van ons land. Het strookt eigenlijk in 't geheel niet met de prozaïsche strek king van de beschaving in onzen tijd. Herhaaldelijk in de laatste drie eeuwen had de raad van Amsterdam het lossen van vuurroeden ter gelegenheid van het Nieuwjaarsfeest verbo den. Dit verbod echter was geheel platonisch, vooral daar de heeren, schijnt het, al te graag zelf deelnamen aan zulke kermispret. In vroeger tijd had men trouwens een diepen eerbied tfoor der gelijke oude gebruiken, zoodat ook net schieten gebruik bleef ondanks de besluiten der overheid. Te Amsterdam is het op dien dag dan ook steeds een leven geweest als een oordeel. Bij troepen trokken de jongelingen door de straten, schot op schot knalde uit koffie- en wijnhuizen en de bur gers bleven niet ten achter en schoten van hun stoepen. Zelfs haddon de meeste Amsterdammers in die vroegere eeuwen een klein kanonnetje, dat op Oudejaarsmorgen van den zolder kwam. Toen in den nacht van 1760/1761 erge baldadigheden gebeurden, schijnt de raad meer nadruk op zijn verbod gelegd te hebben, wat niet belette, 1 vt »Ue3 in het volgend jaar weer even rumoerig toeging. Niet overal had de feestviering met, haar balda digheden plaats in Oude-jaarsnacht. In Oudewater o.a. kwamen de burgers op Nieuwjaarsmorgen sa men voor de deur van eonige kapiteins, vaandra gers en anderen. Het schieten ging overal met veel lawaai gepaard. In geheel Duitsehland kent men het gebruik van schieten eveneens, gewoonlijk in den Oude jaarsnacht, maar in enkele streken met Kerstmis, gelijk ook in bepaalde streken van België, in do provincie Luik en in een gedeelte van de provin cie Luxemburg knalt het geweer gedurende den 'heiligen nacht. Op de meeste plaatsen gaat het schieten ge- paar dmet ander 'lawaai, als het kletsen met de zweep, het roeren van de trom, hot blazen op hoorns en trompetten. Waarop dat schieten en lawaai-maken dan wel duidt In het volksgeloof heet het, dat het' „ouda jaarvan de dorpen en akkers verjaagd moet worden, ook wel, dat de „booze geesten" en „hek sen" verwijderd moeten worden. Dat alles zegt niet veel, doch aan de hand oer geschiedenis van de volksfeesten hebben we er aanwijzingen in om trent de beteekeni3 dezer en dergelijke gebrui ken, die zonder twijfel in het heidendom wor telen. De oude heidensche Germanen geloofden in eene voortzetting van het leven na het afsterven van het lichaam. Ze meenden, dat de dooden vaak terugkwamen om zich onder de levenden ie vermengen en met dez ete genieten. Op alle feesten en die vielen ook als thans in midden- winter werd goed voor de dooden, die terug keerden, gezorgd. Spijs en drank werd voor h-m gereed gezet om hun gramschap, die door de levenden zeer gevreesd werd, niet op te wekken. Op die feesten gebruikten de levenden veel drank en ze maakten groot lawaai en gedruisch, om dat de dooden tevreden gesteld moesten worden en genoegen verschaft. De aanwezige geesten wil den verlustigd worden: aan tranen en klachten hadden ze niets. Die feesten golden dus als eene genoegdoening voor de dooden. Waren de feesten ten einde, dan steeg het gedruisch. en lawaai ten toppunt, want daarmee moest den geesten wor den duidelijk gemaakt, dat het spul was afgeloo pen en werd er vriendfelijken aandrang op hen uitgeoefend om heen te gaan en de levenden niet lastig te vallen met booze voornemens. Met de bekeering der Germanen tot het Chris tendom, veranderde de voorstelling van het leven hiernamaals. Voor de geioovige zielen kwam het Allerzielenfoest (993), maar dat dfe zielen van afgedwaaldën, demonen, op de oude volksfeesten terugkeerden) werd nog vele eeuwen geloofd. Dio demonen moesten geweerd' worden en voor dat doel handhaafde zich het maken vah lawaai en gedruisch, waarvan de geweerschoten de laatste vorm zijn. Nog eene andere wijziging ondterging het ge bruik. De heidenen verwijderden de geesten eerst na het feest; de vroegere christenen integendeel, zochten zich tegen de booze geesten te allen tijde te vrijwaren en verjoegen ze daarom reedis vóór den aanvang der feestelijkheden. Niemand, die heden nog het oude gebruik volgt, denkt aan de oude beteekenis er van. Het volks geheugen heeft die beteekenis vergeten. Men héét er wat anders van gemaal»'-, als het oude jaar wegschieten enz. Sommige bijgeloovige menschen hebben nog een zwak begrip van het oude doe! en rechtvaardigen de onbegrepen handeling met een algemeene bewering, „dat het goed' is." De laatste klokslag viel. Het sterfuur heefi) geslagen De nagalm van den toon zinkt neer in d'eeuwighei(ty Herinnering doet u zien op droev' en blijde dagen De hoop verzelle u weer bij 't wiss'len van den tijd1. Gesloten is het boek, dat voor ons houdt verborgen Een leven rijk in vreugd of rijk in rouw en smart; Gesloten i3 het boek van voorspoed en van zorgen Van nameloos geluk of foltering voor 't hart. 'tls beter, sterveling, niet in dat boek te lezen Dut slechts een wisseling van vreugd en smart bevat;' Verlang geen wetenschap van hopen en van vreezen, 01 wat gij vinden zult, op( 't onzeker levenspad'. •genmiddag in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1925 | | pagina 1