1ND irkool VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER. !H,11 ster i 5 J pelen] leeft nog snkekl 2. DONDERDAG 7 JANUARI 1926. Eerste Jaargang Een vriendelijk verzoek onze Ghristelijke beginselen GELOERSCHI 31 Dbg» laat be Burgelijke Gemeente IG E L h m^8r'n9 ^t'ona'e ^fl0'op ^an" ilkmaa® T Het Gouden Jubileum van de Ghr. School te Broek op Langendijk. autoriteiten 2 en toen de ot een detac mde inmengi grijze koppei i marcheeren gelaten en hi toen de oud laald en de Ide. den ove chtsbetrachti ils goed soldi ton de gebi gelost en d< traden de in droeve hand en goi i den grond van dein li i beschoren «1; spreker, om te belei iet graf van arvoor beha ls paria's, r ve I iti blad verschijnt driemaal per week I DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. Bureau van Uitgave en Administratie: NOORDSCHARWOUDE A 108. Tel. 52.) - STUKKEN BETREFFENDE DE REDACTIE - Adres: BROEK OP LANGENDIJK 398. nementsprijs f 1.50 p. 3 maanden bij vooruitbetaling, tentiën 15 ct. p. regel. Bij contract laag tarief. Adres van de Redactie: BROEK OP LANGENDIJK 398. (Tel. 42.) - ADVERTENTIËN AAN DE ADMINISTRATIE- VAN DIT BLAD: NOORDSCHARWOUDE A 108. minister den audiëntie bi ge omstandi goedkooper. eer; tof u neer; t, vergeet, ;m vertreedt jezet. naar 't geli steenen, de Alfa en het huwelijli ve e noemen, hi sn zij waren den sprong l en ondertro geannonc ubileerd. bruigom i at op zich rie kijken u kunnen niet :om nog nie ïk voor een den éi ge: r, over het :t doophek laatkomers, - toch brui Dan gaat s weg. Ze RRISTELIJK NIEUWSBLAD :dankte de n de eer, die gewaardeer ;en we al onze correspondenten verzoeken,-1 die vertrokl te zorgen voor toezending van die predik t en alles wat op kerkelijk gebied voor pu amen uit na£c in aanmerking komt. jshorn komt in dezen een pluimpje toe. uurlijk komt dat terecht; een herinnering doende. iar op de he^en we onze „nieuwsbezorgers" in de om- de plaatsen nog ééns op 't hart drukken, ons alles wat in hun kring voor belang1 'oorvalt, melden? e oourant moet worden het algemeen ge- blad in onze omgeving, dtat al het nieuws ht noch weBlen dag uit onze streek geeft. zijn vol goeden moed. fende blijken van warme belangstelling os geworden. Jongelings- en meisjesvereenigingen vra- zendt ons uwe agenda toe. de christelijke actie vindt in ons blad niueid tot het publioeeren Van 't geen ze melden heeft, dt het ons toe. rubriek „Kerknieuws en Vereenigings- moet volledig zijn en juist zijn. n. een oude klacht, dat men de banden van :elijk. Wil o [eere en zijn Gezalfde verscheuren ivii en uwen van zich wil werpen, dat de konin in de vorsten- tezamen berraadslagen om van 17 Dei rzaamheid te weigeren. (Psalm- 2). g iin de kerk zijn er altijd geweest, die leefden naar het gedaan, bell unken van eigen hart en in de hoogheid ebben tijd, d ma denken zich waanden eigen meester te verdwijnen v Zoo beschouwd, is er niets nieuws onder tbaar gewori 1. miné vindt h ir het diep-droevige van thans is wel dit, met volk te e volkeren, dat machtige groepen, die de echt in het bi ngen van 't Christendom gesmaakt heb- cherp zich stellen tegenover datgene, wat maal ophief en adel gaf. as het Christendom, dat aan den arbeid arbeider zijn eereplaats gaf en de maat- Er was een tijd, dat de arbeider slaaf geminachte, de verschoppeling, dè ge- iseerde, de onwaardige, den menschennaam aardig; dat de edelen, de rijken met trotsen- beerzagen op zijn werk, en 't was huu i vernedering er toe gedwongen te worden vermaéht en geweld. as het christendom, d'at aan de vrouw haar itie schonk. Eenmaal was ze de slavin van iw'in, het voorwerp zijner zinnelijke lusten, OOgSlltfHspeeigoed, waar hij zich mee vermaakte, v«?VElE^iHcr zeifa aan getwijfeld!, of ze wel eén ziel het Christendom dat aan het gezag zijn die- carakter indrukte. We lezen immers in de lenis, dat de drager van 't gezag was m, de despoot, de geweldenaar, voor wien sefde, die meende, dat de duizenden wa- fcmaakt om hem te dienen, fas het Christendom, d'at de heerlijkheid -t recht predikte en 't voor dfen zwakke en ^kte opnam, voor degenen, die weerlooze [waren van ruwe krachtmenschen, die oipeel- ït het leven, die -het vertrapten en onteer- he eigendom alleen eerbiedigden zoolang maar sterker was dan zij. [as het Christendom, dat barmhartigheid ïde predikte tegenover haat en nijd, tegen- nardvoehtigheid' en wreedheid. Het Chris- braeht orde en regel, rust en zekerheid iligheid door te binden aan het goddelijk 8. v. HWi. 'roege voor] I Ires in ivestagd meermalen is er van onderscheiden zijden adacht op gevestigd, dat de burgers zoo weten van hetgeen er voorvalt op liet van de gemeenieiijke huisuouding. Dit dan in zijn algemeenen zin genomen. fn weten wel dat er een Raad bestaat, ook 1 een College van "Burgemeester en Wethoa- p. wel dat een Burgemeester het Hoofd der pdte is, ook wel dat er een secretaris is |fs dat er een Ontvanger is aan wien ze F de belastingpenningen betaalden, doch |ie menschen allemaal doen en waarom die aen dat alles doen, dat is hun niet bekenci. "jkt ons daarom goed in ons Christelijk! artikelenreeks te geven, opdat onze Pen iets meer te weten komen aangaande Jatseljjke overheid, rif zullen onze Christelijke beginselen die in geding zijn, daarbij ter sprake me, geachte lezers, van deze feestelijke mst> hoeveel stof ze ook biedt, slechts We zouden, wilden we u alle9 vertellen, moeten verschijnen in 't formaat van 't Handelsblad]. Zoo ver hebben we het nog niet gebracht I Om zeven uur opent de heer Van ZijyJen, de secretaris van de Sohoolvereen. die vergadering. Gezongen wordt Ps. 75:1. Da. vArkel gaat voor in gebed. De heer S. Wagenaar kan door droevige om standigheden deze vergadering niet leiden. De waarnemende voorzitter heet allereerst Wel kom den eersten voorzitter van het Schoolbestuur, den heer Ds. v. Arkel, den feestredenaar van hedenmiddag. Het verdere openingswoord ga ik niet weerge ven,, de feestavond van heden, Woensdag geeft daartoe nog wel gelegenheid. 't Betreft n.l. de lotgevallen van onze school. De eerste spreker is de heer v. Kalsbeek, de oud ste aanwezige onderwijzer. Twintig jaar gele den is het dat de heer v. Kalsbeek, Broek op Lan- gendijk heeft gezien. Hij geeft een vergelijking van den toestand toen hij hier kwam en nu. i 't Aantal kinderen in zijn klas bedroeg 70, dat was een gunstig geval voor dien tijd. In Friesland had hij er 100. Toen de heer Blok, zijn patroon, ziek werd, moest hij alleen voor t ge heel staan, voor 140 kinderen zorgen. Toen waren er 50.000 Leerlingen op de Chr. scholen, nu 250.000, verdeeld over 1700 scholen. Met 't salaris stond 't hier niet slecht; 'k kreeg f700, vele collega's moesten 't met f400 doen. Thans zijn de salarissen zes a zevenvoudig verhoogd. Hartelijk geluk, schoolbestuur en onderwijzers Ge hebt alle reden om dankbaar te zijn. Ds. v. Arkel moet de feestvergadering verlaten. De heer v. Zuylen dankt hem nogmaals voor zijn bezielende woorden, door hem in het kerkgebouw der Ned. Herv. gemeente, dezen middag, gespro ken. Spontaan staan allen op en zingen den hoog bejaarden en waardigen Dienaar des Woords toe- Dat 'sHeeren zegen op U daal. Bij 't verlaten van de feestzaal passeert Z.Eerw. uw verslaggever. Vriendelijk verzoekt dominé om toezending der verslagen. Wie onzer zou Ds. v. Arkel op dezen ^a,g zoo iets kunnen Weigeren Alles wat op ons feest betrekking heeft, zul len we u als een bewijs van warme erkentelijk heid toezenden. (Wordt veryolga). Be Feestrede van Ds. v. Arkel. De voorzitter van het schoolbestuur, de heer S. Wagenaar opent klokslag half drie de verga dering,, laat zingen Ps. 77: 7. 'k Zal gedenken, hoe voor dezen Ons de Heer heeft gunst bewezen. 'kZal de wond'ren gadeslaan, Die Gij hebt van ouds gedaan; enz. Daarna wordt gelezen Ps. 111; de bejaarde, nog stoere emeritis-predikant Ds. V. Arkel, schrijdt, voorafgegaan en gevolgd door de leden van het schoolbestuur, naar den kansel. Na het votum begint Z.Eierw. dadelijk aan de feestrede. Hij roept zijn hoorders, in zoo grooten getale opgekomen, een hartelijk welkom toe. Mijn ziel aldus de spreker is vervuld tot overvloeien toe met dank en blijdschap aan God en menschen. 'kHeb daar 'n persoonlijke reden voor. 'tls immers heden precies vijftig jaar geleien, op dezen zelfden datum, op 4 Januari, in ditzelfde bedehuis, dat ik 3tond op dezen zelfden kansel, en toen de openingsrede mocht uitspreken. Sommige banden verbinden mij aan het mij on vergetelijke Br. op Langendijk. 'k Gedenk, hoe hier rust het stof van mijn jong gestorven gade. En thans deze feestelijke, onvergetelijke ure. Ook ik zeg het den dichter na: „Ik zal verheugd in 't huis dies Heeren gaan, Om daar met lof Uw grooten naam te danken". Dankbaar ben ik aan God. Al die stoere man nen, uit uw midden, die mij steunden bij de stichting van de school, al die mannen zijn ont slapen. Ik ben de eenige van de oprichters, die aan u, aan 't nageslacht de wondere daden d*»? Heeren kan vertellen. Men feliciteert ziea zelf niet, 'k zou er haast toe in staaJti zijn, omdat ik dat u vertellen mag. Maar 'k feliciteer 't bestuur, de onderwijzers, de ouders van de kinderen en alle belangstellenden met dit gouden jubileum, dit jubeljaar uwer school. 'kWensch u geliuc met dit Godsgeschenk, en in uwe zielen leve het „Soli Deo Gloria. God stichtte, Hij zegende en stelde ifcen zegen. 1 Stellen we ons met den danktoon van het „Eben Haëzer" in 't hart, voor onzen God. Nu gaat Ds. v. Arkel de schare voor in 't gebed'. Gezongen wordt Ps. 150:1, 2 en 3. Tot tekst is gekozen Job. 37:14: Neem dit, o Job ter oore, sta stil en aanmerkt de wonderen Gods. Deze woorden sprak Job's vriend Eilihu, hij redeneerde met Job. Op diens redevoering is nog al wat af te dingen, maar toch vormt zijn woord' een goeden raad. Tevens is het een uitnemend gedachteniswoord; wij hebben veel te gedenken en te danken. Vergun mij, een bladzijde uit de geschiedenis voor u op te slaan. Den 4en Januari 1876 had de opening van de school plaats. Dat was een gebeurtenis in die dagen, een zaak van belang, een onderneming van beteekenis. De publieke opinie was tegen. Hier werkten nog na de zegenrijke gevolgen van het Reveil, de Chr. School is hier gekomen uit dra.no- des harten, gesticht uit liefde tot Christus, wat. Ls er vdor gebeden, gestreden en hoe hebben ve gedankt toen we eindelijk tot stichting konden overgaan. Is het ons' vreemd, dat de Mohammedanen hun school hebben, is het vreemd dat de Joden hun kinderen op Joodsche scholen doen onderwijzen? Immers neen. Eln zouden de christenen dan niet' hebben hun school Hebben de Christenen hun kinderen niet in den Doop des Heeren opgedragen? En hebben de ouders niét beloofd, hun kinderen te doen en te helpen onderwijzen in de voorzegde leer? Begreep men toch meer het wezen van den Doop. Hoeveel schatten van heil belooft God niet alleen, maar geeft de Heere ook in den Doop. Een grijsaard lag op z'n stervenssponde. Alle? ontviel hem, geen mensoh kon hem helpen, alle steun en steunsel ontviel. Heere, roept hij uit, alleen mijn doop geeft houvast, Gij hebt mij in den Doop afgezonderd, uw belofte gegeven. Op die godsbelofte in den Doop is die man ge rust ontslapen. Verstonden we toch meer onze roeping; hoe wordt door den Doop 'tcontact ge legd met de hoogere Wereld, met Christus. "Den 18 Febr. 1875 ben ik als predikant hier gekomen. Er was hier een levendig gevoelde be hoefte aan Chr. Onderwas. Er was reeds actie en er bestond een hulpvereeniging. Als hoofd van het kerkbestuur, door de leden van den kerkeraad krachtig^ gesteund, hebben we op 't bestaand® verder gebouwd. Met grooten eerbied noem ik de namen dier broeders, ik zie die in den goudglans der dank bare herinnering nog vóór mij, die getrouwen: Jan Slotomaker, Ds. Schieffer, P. Bouwens, P. Berkhouwer, Jae. Kostelijk, Jac. Wagenaar, Jan Wagenaar, Dirk Wagenaar, W. Balder, KL Plot, J. Dirkmaat, Voorzitter van de Jongel. Vereen., man vol energie; Aagje Hoogland, presidente van de meisjesvereeniging, K. Timmermans, C. Bak en G. Smit. Van br. K. Slot verneem ik, dat diens toestand bedenkelijk is, de Heere spreide zijn eterve.ns- peluw zacht. En zou ik hier kunnen vergeten, de j.l. Zater dag ontslapen broeder A. Slot, die voor enkele dagen nog zoo hartelijk hoopte, met ons op te gaan en God te loven en te danken, voor zijD gave in de Chr. School? Ook hij is niet meer, maar we weten, dat hij in vrede, in Jezus ontslapen is. Heel die oude gaxde is heengegaan, ik zegen hunne nagedachtenis, ze zijn voor mij ata be- hcoren ze allen tot dè groote wolk der getui gen, die wij rondom ons hebben liggende. 'tls mij, als knikten ze ons uit hooger en reiner sfeeren toe, zagen ze hier op ons neer, wuifden ze ons toe, die Godgewijde strijders, vol des geloofs. Mijne hoorders, waarvan er zoo velen mijn leer lingen waren, en nu al ouders, zelfs grootouders zijn geworden; uwe ouders vertelden het u, aie groote daden des Heeren. Neemt gij die taak over en vertel het uwe kin deren en uw geslacht. Door God'lijk licht geleid. Om 't nakroost, dat den Heer wordt toebereid Te melden 't heil van zijn gerechtigheid. En groote daden.' De Gereformeerde broeders uit de afscheiding kwamen spoedig tot ons, we waren één in den strijd voor onze Chr. School. Met hart en ziel hebben we samengewerkt, en 't is mij éen gr ooi en onuitsprekelijk voorrecht nu u allen in zoo grooten getale, van de drie samenwerkende ker ken, één van hart en zin, vereenigd te zien. Moge dit zoo blijven, moge blijven uwe eenheid in Christus. Hoe herinner ik mij nog die gift van een gouden tientje met 't bijschrift: „voor do Chr. School". Maar met niet mindere blijdschap ook die gift van f100, (éen aandeel in de geld- leening) van een kinderloos echtpaar, 'k Had voor een beroep bedankt. „Is het niet te veel voor u. broeder?" vroeg ik' hem. Je hebt een zwakke gezondheid1, denk ook om je ouden dag. Je bent nu nog in de verdienste. „Dominé, nu kan 't nog, straks misschien niet meer, neiem het vrijelijk aan;" dit kreeg ik ten antwoord. Wat was ik kinderlijk blij, ik heb dit aanvaard als een heerlijke wenk mijns Gods, als een toeken van Goddelijk Welbehagen. In 't eerste jaar van mijn verblijf hier is mor, den bouw begonnen, en in 't zelfde jaar is hier in deze kerk onder groote belangstelling de school geopend. Hier noem ik den naam van Ds. Rein- ders, predikant te Alkmaar, de groote voorveeh- ter in deze omgeving voor Chr. Ondierwijs, die j veel strijd geatredten heeft en veel smaad moest j verduren. Hij sprak toen interessante, treffende woorden. Hij noemde de stichting van de Ohr School uiting van practisoh christendom. Neem dit ter oore, o Job sta niet st'il en aanmerkt de wonderen Gods. We begonnen met 70 leerlingen. Het eerste hoofd der school was de heer Milo, een jonge man die van aanpakken wist, vol energie en idealen. Plotseling wordt hij door ©en ernstige ziekte aangetast, we vreesden voor vliegende te ring. Maar God gaf verrassende uitkomst +egen den dood. In gedachten is hij in ons midden, en met hoeveel genoegen zal hij 't verslag van ons samenzijQ lezen. Eenmaal is de oude school vergroot en in 1908 is de nieuwe school gebouwd, die thans 244 leer lingen telt. Er zijn in die vijftig jaar zes hoofden aan de school werkzaam geweest. Twee, de broeders v. Zuylen en v. Wermeskerken zijn reeds ontsle pen. De heer Ouwehand diende de school 31 jaar, cn thans staat de heer Buyze aan 't hoofd van onze school, die haar dient, daartoe bijge staan door drie onderwijzers en twee onderwij zeressen. Sta stil, broeder, geef Gode eer. k Weet mij de tolk van het bestuur, als ik u allen dank voor uw werk, vol ijver en toewij ding verricht. Moge dit feest, waarin we loven de goedertierenheid des Heeren, u geestdrift schen ken voor uw arbeid, den kinderen tot zegen en hen brengen, tot den grooten KindlervAend. De eere van uw Meester, Ls de cere van de knechten. De titel, hoofd der school is me nooit lief geweest, heeft me nooit liefelijk in de ooren geklonken, die titel is mij te Grieksch, te pa- ganistisch, te rationalistisch, 't is me niet warm genoeg. Niet 't hoofd der school, maar 'thart; dat klinkt warmer, intiemer. Die warmte moet t dioen, 't is in die opvoeding met als op den akker. Die bloemen bloeien in 't koesterend zonnelicht, de vogels kweelen dan hun schoonste liederen. Zoo moet de warmte 't hart ontsluiten, vatbaar maken voor indrukken. De Christelijke Schooi i moet zijn en blijven het instituut van Üe christe- lijke oonscientiën. Evenmin als de titel hoofd der school, klinkt het „school met den bijbel" liefelijk. Hoi zo,, j den foutieven indruk kunpfen wekken, als zou de bijbel er bij zijn, als zou een uur bijbebche ge- j sehiedenis of catechistisch onderwijs het school wezen tot christelijk stempelen. Neen, weten schappen en kunsten, gij allen behoort aan Chris tus. In zijn dienst moet gesteld, de kennis der historie, van de natuur- en de letterkun ie, alge- nicene kennis, ja alles, letterlijk alles. Hoe is het mogelijk een geslacht op te voeden, te be schaven zonder dien bijbelgeest. Heel onze per soonlijkheid moet doortrokken zijn van den^ee&t uit den bijbel, anders missen we inherlijke be schaving. Godskennis is eerste behoefte, nood zakelijk voor het wezen van een persoonlijkheid'. Hoe nameloos leeg, hoe groote leemte, hoe groot© oppervlakkigheid treft ge in onze dagen in zoo genaamd intellectueele kringen. 'tZijn de jam merlijke vruchten van de godisdienstlooze over- heiidjssohool. Hoe diep treurig het met die ken nis gesteld is, bewijst een brochure van Dr. Sein, leeraar te Utrecht. Hij stelde een onderzoek in bij leerlingen van H.B.S. en Gymnasia Op de vraag: Wat is Gethsemané, werd 't antwoord ge geven „een Ghartaagsche vesting". Salomo? Dat was een philosoof. Waar hij woonde? Men meende te Athene. Op 't ontkennend gebaar van den leeraar, volgde nu de meening, dait ^alomo te Egypte woonde. Of ze wel eens gehoord hadden van Salorao's eerste recht? Van David, Saul, Mozes? Neen, nooit. De Groote Verzoendag wordt voor den trouw dag der Joden gehouden. Samson wordt voor 'n schoenmaker versleten, terwijl de moeder des Heeren, Marie Anthonet.te in de Bastille zou heb ben bewaakt. Genoeg. Men zou geneigd zijn te lachen, indien het niet zoo' indroevig was. Be droefd om te zien, een volk, dat een Rembran J. 'n Vondel heeft voortgebracht, niet meer in staat deze grootmeesters te begrijpen. Van Luther en Calvijn weet men niets, in ontwikkeling en ware geestesbeschaving schiet men te kort- En dat alles omdat men los is van den bijbel. Zoo moeten we hebben op de school den bij- lel. Niet alleen voor 't verstand, maar bovenal voer het hart. Die bijbel is noodig 'tkan niet met minder voor de welvaart der zieleh, tot eere Gods. 't Is Gods gebod, wij willen geen schooi met den bijbel om politieke drijverij of om on edele motieven. De Christelijke school is geen vrucht van sectarische beginselen, maar is van fundamenteel belang; het instituut waardoor on ze kinderen nu christelijk en godzalig worden opgevoed. Indien we zelf zoo staan voor de zaak van het Chr. onderwijs, mogen we door de gunste Gods smaken en ervaren 'sHeeren zaligheden. Zelf gelukkig in dat onuitsprekelijk voorreehi, beijveren we ons, ook anderen hiervan te vertel len, in de hoop anderen zoo gelukkig te zien ads we zelf zijn. Gezongen wordt Gezang 97 vers 1, 2, 3. 1 C^ordt vervolgd)..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 5