De Kamer van Koophandel
FEUILLETON
Plaatselijk Nieuws
De roode Jonker
De Kamer, van Koophandel en Fabriek cm
„^oorHoUands Noorderkwartier, vergaderde gis
teravond- ten- Stadhwize te Alkmaar:
Aiwezig.de heeren Lakeman en Offers.
Dé'voorz., 'de heer Arntz. opent de vergade-
ving met welkom in het bijzonder een woord
'van welkom richtend tot het nieuw gekozen
lid den heer König van Schageix.
Dan wenscht spr. geluk de herkozen leden
van het kleinbedrijt
Verder wijst hij op het vertrek uit de Kamer
van den heer Dokter.
De heer Nobel had verzocht den heer Dokter
no. 1 op de Schager lijst te plaatsen, aan welk
verzoek werd voldaan, met als gevolg dat de
Kamer zullen zijn vertegenwoordigd.
Thans overgaande tot het geven van een
overzicht omtrent den toestand van Handel én
Industrie in ons district, zou ik 'dien tover 't
algemeen- meer bevredigend willen noe
men dari in hét voorafgaande jaar. Dit doe ik
ecther met eenige aarzeling, daar enkele be
drijven zelfs ongunstiger werkten dan -in 1924.
Ook elders in den lande is, volgens het ver
slag van het Centraal Bureau van Statistiek,
het verloop aldus geweest, nl.:
„Gedeeltelijk vrij bevredigend en soms gun
stige toestanden, maar daartegenover vele be
drijven, welke zich nog niet tot een bevredi
gend peil konden opwerken, of daarop hand-
„haven. De onzekerheid bleef het kenteekem
„van dezen tijd."
De huidige precaire toestand in Duitschland
Wat de exporthandel 'betreft, hiérvan kan I Hoe velen
xeveneens geconstateerd worden, dat deze zich h«l niét, fe
gedurende het afgeloopen seizoen günstig heeft
ontwikkeld in Limmen cm omgeving.
Ten aanzien van den Kaashandel iri het
afgeloopen jaar valt allereerst te constateerden
dat de dezen zomer nogal vrij hevig gèwoed
hebbende ziekte onder het vee, mond- en klauw
zeer, de productie ernstig heeft beïnvloed. Het
valt te betreuren, dat tot heden daartegen nog
altijd geen 'afdoend middel schijnt gevonden
te kunnen worden.
rondom het graf staan, ik
het niet te schatten-
Langzaam zakt de kist in 't graf.
De. de Jong, Geref. predikant, treedt
voren.
'tls niet gemakkelijk, aldus deze Elvangel
naar. soms hoogst moeilijk zelfs, aan 't. gr.
spreken. Dikwijls toch moet van don overlt
worden
(Slot volggend nummer).
afgelegen
ontslapene
een epre
Is als We s
ons neerzie
in die
in vrede,
heer J.
Geestmc
Door Gods genade is hi
i^miïn ïTJqt. 1-iii flit, an»c t oen U
de Joden s
en dé oonc
er hen geva
't pijnlijke weggenomen. Hier, bij dit graf
ons spreekt van vergankelijkheid, van al 1
tuurlijke, mogen we onzen God lof prijzen.
Zijn genade aan broeder A. Slot verheeiB®* v"
't Geestelijke is onvergankelijk, en blijft in p{
heid. Waar de lichaamskrachten minder wi
werden die van den geest niet minder. Zijn ieI Maat
heer Nobel niet genoeg stemmen verkreeg om zal zich op onzen exporthandel, die voorna
zitting te nemen in de K. v. K. De heer Dokter melijk op het oosten is aangewezen, oogetwij-
stelde toen direct zijn mandaat ter beschik- feld ernstig doen gevoelen.
king ten behoeve van dein'heer Nobel en meent Met betrekking tot den handel in grove
voorz., zonder te kort te doen aan de capaci- i Tuinbouw producten uit de streek Lan
teiten van den heer Dokter, de Kamer te kun
nen feliciteeren met het behoud van den heer
Nobel. (Applaus.)
Dan wordt door den voorzitter de volgende
NIEUWJAARSREDE
uitgesproken
Mijne Heeren,
Kon het vorige jaar in de openingsrede door
mij met vreugde worden opgemerkt, dat de
Kamer uit denzelfden kring bestond, als in
den aanvang van 1924, thans kan dit feit niet
worden geconstateerd.
Alhoewel de oorzaak daarvan gelukkig niet
behoeft te worden toegeschreven aan gezond j
heidsredenen van de leden, heeft de samenstel
ling der Kamer met ingang van. heden toch
een kleine wijziging ondergaan.
Bij de jongste verkiezingen, welke in No
vember 1.1. werden gehouden, achtte een ver-
eeniging, die zich niet voldoende vertegen
woordigd meende, het gewenscht, buiten de
aftredende leden, een candidaat naar voren
te brengen, die werd benoemd, waardoor wij
thans als nieuw lid in ons midden den heer
Bi. G. G. König van Schagen kunnen begroeten.
Onwillekeurig denk ik daarbij aan het schei
dende lid, den heer J. Dokter, die zich in het
bijzonder als voorz. van de Finantieele Comm.
sedert vele jaren, buitengewoon verdienstelijk
heeft gemaakt voor de Kamer. Derhalve wil^
ik hem ook van deze plaats, namens u allen,
hartelijk dankzeggen 1 voor hetgeen hij in het
belang van Handel en Industrie heeft gedaan,
waaraan ik de persoonlijke verklaring vast
knoop, dat het mij zeer leed doet, dat wij voort
aan zijn rechtschapen oordeel in onze verga
deringen zullen moeten missen. (Applaus.)
Het ligt allerminst in mijn bedoeling te wil
len onderschatten de goede medewerking, die
wij ongetwijfeld van het nieuw gekozen lid zul
len ondervinden, doch ik wil nogmaals uit
drukkelijk er op wijzen dat het, volgens mijn
oordeel, met de samenstelling der Kamer den
verkeerden kant opgaat, wijl de verschillende
organisaties in ons district er niet eenparig naar
streven, om te trachten vertegenwoordigers uit
in ons gewest van belangrijke beteekenis zijn,
in de Kamer te brengen, doch blijkbaar andere
motieven laten gelden, zoodat de Kamer gelei
delijk een eenzijdig karakter verkrijgt en hier
niet meer gehoord zal worjien de stem van
Handel en Industrie uit het geheele district,
doch slechts van een deel daarvan.
Dezen gang van zaken betreur ik werkelijk
zeer en ik vertrouw, dat er een middel zal kun
nen worden gevpnden, b.v. door vorming eener
centrale kiesvereeniging, of anderszins, waar
door in de toekomst een betere verdeeling zal
worden verkregen, opdat belangrijke groepen,
zooais b.v. de bloembollenhandel, ook in de
gendijk en Warmenhuizea willen wij in de al- j
lereerste plaats verwijzen naar onze laatste
Nieuwjaarsrede. Daarin werd reeds gewezen
op de groote hoeveelheden stapelproducten, die
begin 1925 in de pakhuizen aanwezig waren.
Waren die voorraden destijds groot, dit jaar
worden zij nog verre overtroffen en. naar schat
ting met circa 2000 wagons van 10.000 k.g.
De producten vonden een tamelijk gereeden j
afzet tot bevredigende prijzen.
Het nieuwe seizoen was voor „vroege aard
appelen" niet ongunstig, daar de aardappelen
tot looneride prijzen van de hand konden wor
den gedaan. Hetzelfde laat zich helaas niet
zeggen van de zomer- en herfstkool, waarbij
wij dan de alTbreerste partijtjes buiten beschou
wing wenschen te laten. Deze zomer- en herfst
kool verkreeg verre van gunstige prijzen, dik
wijls bevonden zich die prijzen op een buiten
gewoon laag peil, in het bijzonder toen 1 Oc
tober j.l. de invoerrechten in Duitschland wer
den toegepast. De Duitsche handel stond toen
vrijwel stil. Dat de toestand van het weer een
factor van buitengewoon belang is, bewezen
de sprongsgewijze oploopende prijzen van eind
November—begin December, toen plotseling
strenge vorst intrad. Daarmede viel ongeveer
samen het verlaagde invoerrechtentarief van
Duitschland, hetwelk een levendiger vraag in
de hand werkte. De uien en wortelen
mochten zich in het algemeeen in bevredigende
prijzen verheugen. Met bloemkool ging 't
al bijzonder voordeelig en dit artikel heeft
hooge prijzen bedongen.
Wat de cultuur betreft, zal men wel verplicht
zijn naar een anderen bouw om te zien, waar
door de groote aanvoeren zomer- en herfst
kool verminderd zullen worden. Eetn product,
dat als nieuwe cultuur dan o.a. in aanmerking
zou kunnen komen is bloemkool, gezien de
gunstige resultaten daarmede de laatste jaren
verkregen.
Nog moet ik erop wijzen, dat de precaire
toestand in Duitschland op 't oogenblik een
ongunstigen invloed op den handel ..in tuin
bouwproducten uitoefent.
Betrefefnde de cultuur in de duinstreek en
in de streek Heiloo, Limmen, Castricum, kan
worden medegedeeld, dat de boonen, doperw
ten en dergelijke, gunstige prijzen maakten,
terwijl het de aardbeien al heel gunstig ging,
t.w. ruime oogst en flinke prijzen.
In het algemeen kan dan ook in die streken
van een gunstig jaar worden gesproken.
Voor de blo embollenk weekerjje n is
1925 over het algemeen een zeer gunstig jaar
geweest. De oogstresultaten waren goed tot
best te noemen en de prijzen, welke voor de
bollen besteed werden, waren van dien aard,
dat zij het bedrijf zeer winstgevend maakten.
BROEK OP LANGENE1JK.
BiE TERAARDEBESTELLING VAN OUD-
RURGEiMEESTER A. SLOT Psn.
Den 5en Januari 1926 is het stoffelijk over
schot van den Oud-Burgemeester Arie Slot Pza.
ter aarde besteld.
't Loopt af en aan tegen twee uur in de nabij
heid van het raadhuis, een gaan en komen van
elf was ik
:en heeft 1
het graf
door He
de Weg, d
an het pol
hoe wi
ii.
Al etende was hij ongemterkt bij een driesprong
gekomen. De goede zorg van het Gemeentebes*uur
had" er een driearmigten handwijze roeplaatst,
zoodat ieder, die lezen kon, kon zien, nat men
recht doorgaande in Overburen; teruggaande in
Molenwerven en links afslaande in Meerbergen
kwam.
Wat zal 'k nemen?" vroeg hij zich zelf, ter
wijl hij besluiteloos staan bleef. „Zal ik maar
weer eens bij Papa's boeren gaan? Ha, .Papa
en de bedelaar schudde de roode lokken naar ach
teren, richtte zich in zijn volle lengte op, h'cf
de gebalde linkervuist dreigend in de hoogte, cn
staarde met van wraak bliksemende oogen naar
het zuiden.
Ha, daar, daar woont hij! Daar achter die
boomenl" en als zag hij den gevloekte voor zich,
bleef hij ©enigen tijd in dreigende houding-staan.
Zoolang ge leeft, zult ge mfet den rooien
Jonker Van doen hebben 1" borst hij uit, en zon
der zich een oogenblik vérder te bedenken, sloeg
bij den weg naar Meerbergen in.
De weg had niets aanlokkende, want de over
vloedige herfstregens hadden op den lagen grint
weg, waarlangs slechts hier en daar oen paar
boerenhofsteden stonden, groote plassen gevormd,
terwijl de stijgende armoede der burgerlijke ge
meen te oorzaak was, dat de weg niet genoeg
begrint werd, zoodat het nog aanwezige puin,
door het vele rijden, geheel fijn geworden en met
het water vermengd, een brijachtige massa had
gevormd, die nog ©enigszins aan de modderwe
gen van weleer herinnerde.
Aan weerskanten van den weg lagen hou oor
den bunders lage hooilanden, die niet bedijkt,
door het stijgende boezemwater overstroomd wv
ren, zoodat de weg op vele plaatsen iets van
een reuzenslang had ,di© zich door het water
kronkelde. W.ie aandachtig^ alles gadesloeg,' kon
zien, dat het water meer "dan één boer verrast
had, want zoowel aan den Oost-, als aan deu
Westkant was verdord gras 'tegen den weg aan
gespoeld. 'tLand was due gemaaid geworden,
maar men had het gras niet meer van 't landj
kunnen halen. i
De bedelaar lette echter op het een zoo min als
In 't raadhuis wachten de gemeentesecretaris
en -ontvanger, de geneesheer Dr. Verdook, de
raadsleden, politiemannen in ruste, de heeren
Dirkmaat en v. d. Molen, we zien de afgevaar
digden van polderbesturen, armvoogden, ook d«
burgemeester van Noord- en Zuidiseharwoude is
aanwezig, alsmede de directeur dér lichtbe irij -
ven. Ook de heer Jacob Balder is in 't raadhuis
aanwezig.
Straks sluiten al die vertegenwoordigers en
offieieele personen zich achter den 3toet, aan.
Voor 't. sterfhuis wordt de stoet inmiddels,
bestaande uit tal van rijtuigen, geformeerd. Lang-
zaam met den gemeenteveldwachter voorop, be
weegt zich de lange rij van zwarte rijtuigen
plechtig en statig langs de dorpsstraat.
'tGaat voorbij de christelijke school, de stich
ting, waarvoor de overleden burgervader zoo warm
voelde. Hoe had hij nog gehoept de feestverguae
1 ring te kunnen bijwonen; 't heeft niet mogen zijn.
j De stoet passeert de Chr. Geref. kerk- Hoevele
j muien is hier ouderling A. .Slot de voorganger
en catechiseermeester geweest, 'tls een stille Lul-
i de aan den oud-ouderling der Chr. Geref. kerk,
dat de raad der tegenwoordige Chr. Geref. kerk
j zich hier achter de stoet aansluit.
Voor tal van huizen heeft men voor de ramen
i de gordijnen neergelaten. De stoet nadert de Bak-
kers brug; hier sluiten zich het personeel aan
van de Chr. Nationale school, waarbij ook de heer
A. Ouwehand, oud-hoofd der Chr. school alhier,
j Rechts van den stoet verheft zich het trotsehe
veilingsgebouw. Ja, overal in heel ons dorp is
te zien, 't goede ondier het gezegend bestuur
j van den ontslapene tot stand1 gebracht.
Aan het betaalkantoor wachten reeds, de be-
taalmeester, de voorzitter van de L.G.C., bestuurs
leden van Groentencultuur, en afgevaardigden
i van den Noordermarktbond.
De kerkeraad der Nederl. Hervormde kerk, als.
mede van de Gereformeerde kerk, hebben verte
genwoordigers gezonden. Het hoofd van ae Open-
bare school is mede aanwezig.
De doodsklok davert zijn sombere klanken over
ons dorp, in diepe stilte wordt de kist uit den
wagen genomen en op de baar geplaatst. De baar
staat naast 't raadhuis, de plaats waar de over
ledene zoo lange jaren resideerde; zijn naam staat
met vergulde letters in marmer daar gegrifd.
Wie kon te Broek op Lan gendijk, neeft zich
naar den doodenakker begeven.
De dragers nemen de baar op en onder 't klok
gebeier, dat cl© menschen zoo diep ernstig stemt
gaat 't naar de open groeve.
vertrouwen is in zijn levensavond nog toe
men en hoe dankbaar verhaalde hij dit mij te
weer. Hoe mogen we den Heere daarvoor dai
God gaf hem vele levensjaren, en een buit
woon gemakkelijk ziek- en sterfbed.
Hoe groote troost biedt dit alles niet aan
overblijven.
Anderen zullen vermelden, welke grootL
teekenis broeder Slot heeft gehad in 't maafc^ï1
pelijk leven.
In de kerk des Heeren heeft onze nu onts
broeder als lid- eu ambtsdragler hartelijk
leefd en haar gediend met zijn rijke ga vei
van de omstanders hebben van hem catéch
onderwijs ontvangen; in de vérgaderingei
classis en particuliere synodie had zijn
Voor al dien arbeid, door hem vferricht,
ken we den Heere, die broeder Slot daarti
kwaamde. Onder zijn gezegend bestuur vat
jaren, is- nu gekomen dat christelijk kar
dat ons dorp kenmerkt. Ook hiervoor Godie
Van dit graf gaat een ernstige stem uit
dagen des menschen zijn als een damp. Wi
gedacht, voor enkele dagen nog, dat we at
graf' thans zouden staan? E,ven plotselia
de stervensure kwam voor br. Slot, kan d
ook slaan voor u en mij. Zal ook aan uw
't zelfde kunnen worden gezegd als aan deze
ve? Leert uit dit sterven zien als onzen
baren ontslapene op dien Heere Jezus Chi
Al verliest ge dan uw leven ,ge zult het
Hem behouden.
Heilige de Hteere aan onze harten de
Gods, die tot ons komt in deze stonde.
Dan treedt de heer Rens Slot, wethoudi
gemeente Broek op Langendijk naar voren
We staan aan het graf van een man, d«
grooten invloed is geweest op het politieke
van ons dorp. Twintig jaren heb ik met
ting gehad in dien Raad dezler gemeente
beb ik hem leeren kennen, en weet wat 1
voer Broek en Broek voor hem. Onder zi van
stuur is veel verbeterd, 'k noem de markt
vervoer. Mee door zijn arbeidi is onze plas
grooten bloei gekomen en heeft een vooraan
de plaats verkregen in onze omgeving.
Zijn liefde voor Broek was groot. Hoe
was hij verheugd als hij iets nuttigs r
gemeente had weten te bereiken.
De ontslapene had groote diplomatieke
zij die hem niet begrepen, hebben dit w
voor autocratie gehouden. Altijd lag bij
welzijn van de gemeente voor. Wij zullei ichtems v
niet vergeten, zoomin als de treurende fi
de man met het heerlijk optimisme.
Hij ruste in vrede. Van harte wenseh
--I - Neen, wat?
op het ander. De, hartstochtelijke beweging zijns Je moest dominé of pastoor geworden zijn.
gemoeds had zich aan zijn ganache lidhaam mee- Je stond daar bij den handwijzer in een houding,
gedeeld en driftig, althans voor zijn doen, stapte j zooals ik vroeger den baas van'het honden- cn
hij verder. j apenspel wel eens op de kermis Voor zijn tent
'Maar er is weinig, dat de zenuwen spoediger i beb zien staan. Tegen wien hadt ge 't toch z.io
tot bedaring brengt, dan (koud water, dat ohver- 1 druk Je scheen wel ruzie met iemand te hebben,
wachts met het lichaam in aanraking komt. Zoo en je waart toch alleen'"
ook hier. Nergens op lettende, 3tapte hij in een I
diepen plas en zijn klompen, die beide op 'ud?
hiel „een gat als een vuist" hadden, stonden vol
water, eer hij het wist.
Brr, dat is todh koud!" en met een spron
getje stond hij op het droog, sdhopte de klom
pen uit. en schuddie zijn voeten, als een hond,
zijn natte huid, heen en weer.
'tZal wel niet veel helpen, maar mis-chden
toch nog wat!" ging hij voort, en zieh bukkende,
nam hij een handvol van het natte hooi, wrong
het uit, en spreidde dit uit in zijn klompen, die
hij nu weer aantrok, en met een: „Kou 'k ze
maar eens verruilen!" wildq hij verdier gaan, toen
de uitroep: „Wacht toch eens even, rooie!" hem
deed omzien.
Zoo mottige, hebben we jou daar ook weer!
Kerel! waarom loop je mij nu weer achter op?
Ik ben hier eerst! Waarom neem jij Molenwerven
nu niet?
Dacht ge soms, dat ik gaan zou, waar jou
voetstappen nog niet koud zijn? Don zon ik jou
zaakjes kunnen opknappen, hé? Ik heb het eens
gedaan, maar zal me. wel voor dien "tweeden keer
wachten. Dat kan je nagaan! Waar de rooie pas
geweest is, komt de mottige niet! Ein bovendien
met NoordfWeste-n buien ga ik ook liefst voor
den wind af! t
Nu, dan maar samen!"
Wel ja, bak maar gauw zoete broodjes, want
je weet, dat de mottige een paar goeie knuisten
aan zijn lijf heeft, 'tls voor den rooien altijd!
beter met den mottige saam te vragen, dian te
vechten 1"
Beide landdoopers waren nu bij elkander ge
komen, en vormden samen een welsprekend beeld
van de paria's onzer maatschappij.
Nu laten we niet langer met elkander twis
ten. 'tls al te dom, als wij, die toch de verschop
pelingen der wereld zijn, elkander het leven ook
nog zuur maken. Laten we elkaar liever helpen,
en als goede jongens onder elkander leven!' En
als wa3 er niet het minste verschil geweest, sta
ken ze elkander de verweerde hand toe.
Kerel, weet je, wat ik zooeven dacht?"
Em kondt ge niet raden, wien mijn bedrei
gingen golden? Ben jij dan de eenige onaer ons,
die niet weet, waarom de roole jonker een ander
mensch wordt, zoodra hij den weg naar Meer
bergen inslaat? Weet je dan niet, dat daar... en
weer balde hij zijn vuist, toen hij diie in Zuile-
lijke richting uitstrekte, „dat düar achter die i
hoornen, mijn vader woont?" Ha, vervloekt, hij 1
rijk en ik arm; hij geëerd en ik een verschoppe
ling; hij een jonkheer en ik een schooier! Neen,
hier l>en ik mij zelf niet, en ik durf niet zeggen,
wat ik hier gevoel.
Is 't dan toch waar, dat jij een zoon van
den jonker van Meerbergen bent?
Kerel, ik zou je, als ge niet een van ons volk
waart, met mijn knuppel op je hersens kunnen
slaan, dat je nooit dien haan weer zoudt hoeren
kraaien, als ik wist, dat ge diaaraam twijfeldet.
Waarom noemt men mij den rooden jonker? Dat
'k rood ben, kan een kind zien, rood, rood alp
vuur ,maar ik word niet voor, niemendal een jtn-
kcr genoemd. Ik ben een jonker, 'k heb jonkers
bloed in mijn lichaam; de jonker van Meerbergen
en niemand andiers ia mijn vader! Heel de pro
vincie door, weet men het; mijn moeder zweert
er duizend eeden op, alleen hij wil het niet er
kennen, en zou ik dan nog kalm kunnen zijn,
als ik zijn kasteel voor me zie, en ik, als een vage
bond, langs den weg loop
Ik heb er wel eens iets van gehoord, maar
het rechte weet ik er toch niet van. Vertel hjetl
me eens, als ge wilt
Waarom zou 'k niet willen? Ieder mag het
weten, en 't is spoedig verteld ook! De oude -
Jonker van Meerbergen had maai één zoon. Die zoo bij een boer. Hoe zullen we doe»
hij ontvangen heeft, waarop hij hoopte en
in hij steeds geloofd heeft.
De heer S. de Boer, de voorzitter der
wenseht den overledene te huldigen nai
tuinders. De tuinbouworganisatie benoem'
lieer A Slot tot Eiere-voorzitter, een welv
de onderscheiding. Zeer is de bloei van d
bouw, mee door den arbeid van den
toegenomen. Hij was de eerste steenleggi
het nieuwe betaalkantoor. Toen het ge'
gebruik genomen werd, ontving het best'
wachter werd er van beschuldigd. Nati
Groote heeren hebben nooit schuld!
En wat heeft je moeder toen gediaai
Wat zou ze doen? Zij stond mach tel
kon het vertellen, maar werd bij de Meei
natuurlijk ook niet geloofd. Nergens kon
meer tereicht, totdat» zij ten slotte met
looper is gegaan.
Leeft zij nog?"
Ik geloof het yzel. Zij zwerft evenal
ztx>n! Toen ik haar 'voor een paar jaar
heb, woonden ze in een woonscheepje
ze van 't eene dorp naar 't andere trekken.
En je stiefvader?"
Die wil natuurlijk niets van den
jonker weten." „Hij kon zijn eigen koïsl
bijten!" zei hij tegen mijin moeder, en
moest de roode. jonker zelf maar aan d
zien te komen!
Ein ben je, wel eens bij je eigenlijken]
geweest
Zou je denken, dat ik ooit zijn kas!
bij loop? Nooit hoor! Waar ik hem zie, tr
hem staande te houden, en wil hij niet lui
dan schreeuw ik het hem achterna. KoO
Meerbergen, dan tracht ik toegang tot
verkrrijgen, maar dit is me maar eenmaal
ginds ze weten, wie ik ben, word ik hij
afgescheept, maar wee de Meerbergen»1
coit in de gelegenheid kom, me te wreken'
'l Helpt je toch niet! Ik zou 't
rusten! Tegen die rijken kunnen we
beginnen! Wat heb je er aan, als ge hem
iets naroept?
Er aan hebben? Er aan hebben?
j- dat ik voor een oogenblik althans weer
ben! Zoolang als ik leef, zal ik niiet opi
Moeder heeft het me van jongs af ingepef
als ik iet3 van haar geleerd heb, dan is n
innige haat tegen al die groote hanzen
Nou, rooie! jij mot het weten. Maar
ij was een
reep hem c
en te stur
geschonk
an den ou
bewaarheid
Mij eene
ij zijn uite
s. Jukema
llereerst ei
de familit
rden te kc
aan blijds
den ovei
t minst vox
inkrijk. D>
mte in de
zien. Hij 1
omgeving
>schepseiei
houding a
de overhe
rdeering
ft hij zicht
altijd wee:
aarvoor da
od gaf gei
jen bij de
sn.
urge meest*
zustergei
et dankba
de leiding
nderheid i
lichtbedrij\
isten. De
n gemeent
neenten.
amens de
ledene, bi
'an allen,
de kerkbe
en en vej
ille burgei
chten dan
Zou van
te spreke:
diep gei
zegen,
ïezen we
lbaar v<
nken wi
ns als ki:
Jeeren. V
geestiesgi
r niema
onbekende
akte ondt
'onlijkheii
|en we in
het steed;
et de mei
en God.
(urgers en
ns hart,
heerlijk 1
ant wij
taberna
van Go
gemaakt,
verzoek
roeve ph
ij neigen
der 't be
onder der
zoo geleii
ZUIBiSC
afdeelin
ng besloi
te geve
irdag h
ring wc
3 jaren
[tenen tra
trekkers
zij kaan
Nog w
neelelul
optredei
wordt
broek
nsdag 5
moest natuurlijk wat leeren, maar was zeker te
dom. om klaar te komen, ten minste na een jaar
of wat student te Leiden geweest te zijn, kwam
hij weer thuis. Mijn moeder diende bij' den uden
heer. Ze was een knapppe meid. De jonge jonker
kon haar niet laten loopen, en toen het eindelij]?
te ver gekomen was, werd moeder uit haar di\..t
gejaagd. De jonker had nu genoeg van haar; elke
schuld wierp hij verre van zich en natuurlijk,
werd hij door zijn vader graag geloofd. Een b. «eb
be urt, dan ik er éen, en dan jij er ©en
een van ons hier een poosje wachten én j
even na elkander heen gaan? Of zullen
den tegelijk gaan en samen doelen?
Wel, heiden tegelijk. Men krijgt noollj
dan wanneer ze bang worden.
Jij loopt altijd vijf jaar langer bij
dan ik, dus jij hebt de meeste ondervind
uit dan maar! Gearmd naar den brand! r
(Wordt vervo
25 -jarig
l alhier
merger
[mdg, en
pzengeUj
|igd.
meisje
113 allen,
i bloi
photogr
gul
HMk