IEUWE I, No. 86 imterc. telephoon 52 Donderdag 26 Maart 1926 36e Jaargang BuitenMs®fi Ovanisftt FEUILLETON ISOLA Rachtzaken Nieuwstijdingen LA1LEBUKRI (IIIRUT Nadruk verboden. Het is wel menschelijk, eerst door eigen be geerten en onverstand gedreven, een zoodanigen, toestand te scheppen, dat noodlottige gevólgon" onvermijdelijk zijn en dan wanneer de gevolgen eenmaal intreden, zicii te beklagen over het le ven en het lot. Misschien doet het Italiaahschie volk dat ook, nu uit het proces tegen de moor denaars van Matteotti, den socialistischen afge vaardigde. die indertijd door fascisten ontvoerd! en gedood werd, opnieuw blijkt, wat in een staat en een maatschappij, die op het geweld steunt van het recht en de gerechtigheid pleegt terecht to komen. En hoe slecht, want daarvoor is men heel wat, gevoeliger dan voor den toestand van recht en gerechtigheid de eigen kansen in een dergelijken staat worden. Misschien denkt ook het Grieksche volk er aan, nu daar In de aftreding van Hondoeriotis, als president der republiek weer duidelijk zich de gevolgen eener dictatuur toonen, dien het zich heeft laten opdringen en de naar alle waarschijn lijkheid vaststaande verkiezing van den dictatoi Pangaloe tot president de strik nog verder zal toehalen, die men zichzélf om den nek hoeft laten binden. Maar zeker doen het of behooren het alth'ans te doen de groote Entente-mogendhoden, Enge land, Frankrijk, Italië, met hun aanhang van kleine staten, nu ze de verwoesting moeten aan zien, die hun eigen drijven te Genève heeft; aange richt. Want het gaat niet om een simpel' uitstel van de toelating van Duitschland, waartoe do Bondsraad eindelijk besloten heeft, toen op Bra- zilië's onverzettelijkheid dé toestand vastliep. Briand moge trachten door een motie, waarin de Volkenbondsvergaderiug haar leedwezen betuigt over de oogenblikkelijke niet toelating van Duitschland en haar vertrouwen voor September to kennen geeft, de zaak een onschuldig aanzien te geven. En de onderteekenaars van de verdragen van Locarno moge door een nieuwe gezamenlijke verklaring probeeren de wereld wijs te maken dat de geest van Locarno ongeschonden is blij ven voortleven, ieder weet wel, dat wat te Ge nève gebeurd is een reactie is op Locarnoj en dat de geest der chauvinistische tegenstellingen daar opnieuw in volle kracht en duidelijkheid in al' zijn consequenties gemanifesteerd heeft, 'als wilde hij de wereld laten zien, dat het probeeren van Lo carno, hoe gebrekkig nog, een menschelijke dwa ling was geweest, een tijdelijke afwijking, maar j dat nog altijd en onverlet de internationale haat en ijverzucht, het eigenbelang der volken, die alleen verbetering van eigen machtspositie zoe ken, over de wereldheerschappij voer en ook in den Volkenbond hun duistere intriguek spannen. En ieder weet ook, dat niet enkel, niet in de eerste plaats waarschijnlijk Brazilië en Polen en Spanje verantwoordelijk zijn, maar dat achter - deze staten anderen, de eigenlijke bewerkers van de débacle, trachten weg te schuilen. Frankrijk en Italië, gesteund door Chamberlain, die daar- j mee waarschijnlijk tegen den wil van het Engel- j sche volk handelde, hebben ongetwijfeld de drie j staten, die zoo beslist hun eischen voor een raads- j zetel stelden, opgezet, omdat ze in de intrede Van Duitschland een geschikte gelegenheid zagen om eigen machtspositie in den Bond te versterken en daarmee de gevdlgen der intreding zooveel moge lijk te neutraliseeren. Er aan gewoon, dat hun wil Voor de rest der wereld wel was, hebben ze er niet op gerekend, dat het heldhaftig verzet van Zweden, dat door andere kleine staten gesteund* werd, en de tegenstand van Duitschland het plan zoudén doen mislukken niet alleen, maar ook de ontstane, door hen opgeroepen strijd den Volken bond aan den rand van den ondergang zou bren gen. Nu staan ze bij de scherven, die ze zelf heb ben aangericht en klagen over de vernielzucht van Brazilië en Duitschland en Zweden zelfs. Maar de 'uiting der eigen pers kan hen leeren, dat het vertoon noodeloos is. Eiti wanneer die het hun niet duidelijk genoeg zegt, dan zal de Amerikaansche het wel doen. Het is het tweede gevolg van hun onverstand, dat ze Amerika,, dat al eenige blijken van toe nadering begon te geven, opnieuw van den Bond hebben afgestooten. Het ziet plotseling weer fel- dui-lelijk wat de Bond eigenlijk is en trekt zich Haastig terug. Het is zelfs de vraag, of! het voor- stel van Chamberlain nog wel noodig zal blij ken om op '1 September een conferentie te be ieggen, waar een aanvullende regeling zou moeten getroffen worden, die aan de voorbehouden, door den Amerikaanschen Senaat voor lie toetreding van Amerika tot het Haagsche Hof gemaakt, tegemoet zal komen. In Amerika gaan al stem me nop, om zich nog eens rijpelijk op! die toetre ding te bedenken. Er zijn er zelfs, die al verdere gevolgen willen verbinden aan het ontstaan van den nieuwen toestand in Europa, nu naar hun meening de Volkenbond uiteen dreigt te vallen en de schuldregeling met 'Italië riiet wenscbea goed te keuren. Dat zou wellicht voor de E.uropeesche mo gendheden nog het bedenkelijkste gevolg zijn en de gevoeligste straf voor hun imperialistisch stre ven, dat telkens de rust der wereld dreigt te verstoren en bovendien schatten verslindt. Om een afkeurend woord van Amerika kunnen ze nog glimlachen. Maar vodr niets zijn de meest© menschen en volken gevoeliger dan voor het in hun zak gelast worden. Speciaal voor landen als Frankrijk, die zoo diep in de Hnantieele put zit- leu en bij Amerika nog diep in het krijt staan, moet. een dergelijk Amerikaansch plan rilling verwekkende uitzichten openen. Péret zal nu trachten den warboel te ordenen. Hij schat het tekort op de begrooting voor 1926 op 5 milliard. Euarvan is 2 milliard gedekt door d^ reedis goed gekeurde hulpmiddelen. Dé overige 3 milliard hoopt hij te vinden door verdere indirecte belas- tingen met name een productiebelasting en een nieuwe belasting op het inkomen. Maar het is de vraag, of de Kamer hem den tijd zal geven, zijn plannen uit te voeren. Want dit vertroebelt de Fransche finantiëele crisis op 'gevaarlijke wijze, dat feitelijk geen regeerin'g een vaste meerderheid kan vormen. Maar ten slotte zal men toch ter wille van 's lands belang een compromis moeten vinden. Heel de wereld staat feitelijk bij de scherven van wal eigen waanzin in den grooten oorlog heeft aan stukken gebroken, maar in Frankrijk liggen do scherven wel huizen hoog en is oprui ming allernoodzakelijkst. XXVII. Isola was alleen in de ruime zitkamer, waar de vensters voor de zachte, warme lucht wijd; ge opend waren. De zon was nu niet aan deze zijde van het huis, dus waren de jaloezieën ook open geslagen en tusschen de pilaren van de vier an da door, zag zij de oranjeboomen en de magnolia's van den Ponciaanschen Tuin. Daar, op dien heu vel, waar Nero in 't holle van den' nacht heimelijk begraven werd dien heuvel, die door snoodje Caesars eenmaal tot een plaats van verschrikking was gemaakt speelde dien namiddag eèn mu ziekkorps, en de tonen van de welbekjende melo dieën uit Don Juan drongen op den adem der zachte koelte tot haar door. Het waren dezelfdje Melodieën, waarvan Martin Disney zooveel hield 60 die zij hem bijna eiken dag in hun stille, cjert- tonig leven had voorgespeeld. Zij hoorde ze, maar zonder er naar te luisteren, want haar gedach- waren teruggedwaald tot dien avond van liet bal te Lostwithiel en alles wat daarna gebeurd Was dien noodlottigen nacht, die de doodsklok voor wede en onschuld had geluid. Hoe levendig herinnerde zij zich elkie bijzonder heid: het onrustig kloppen van haar hart gedu rende den rit naar het Talbot hotel; haar lust om een bal te gaan, een voor haar ongewoon ver haak een tooneel, waar jeugdige schoonheid af vliegt als de mot op de vlam; haar bese'f <jat zij verkeerd had gedaan voor de verzoeking, 6 haar daarheen had gelokt, te zwichten; haar verlangen om Lostwithiel weer te zien Lost- VOLTALLIGE RECHTBANK. Zitting van 23 Maart. Gewogen en te licht bevonden. Eén zeer vurige drankliefhebber en uigaren- maker te Alkmaar, die wegens dronkenschap hij withiel, dien zij zich had voorgenomen nooit vrij willig weer te ontmoeten. Zij was dien namiddag thuis gekomen met het vast besluit niet naar! het bal te gaan, liever alle genoegens van dje' samen leving op te offeren dan den man weder tje rien, wiens vurige woorden van liefde haar in °t oor waren gefluisterd, voor dat zij geestkracht of kalmte genoeg had om hem het zwijgen op te leggen. Zij had zijn bekentenis geboord. Aan de beteekenis was niet te twijfeljen, na alles wat voorafgegaan was: aan een teedere, platonischje bewondering, die haar met een zachten stralen krans omgeven had een licht, maar geen vuur - was nu niet meer te gelooven. Wat nu in haar ziel was ontbrand, was de vlam van Oeen onteerende liefde, de onbewimpelde beken tenis van een minnda.r, die haar ontrouw aain haar echtgenoot eji haar een zondares voor God wilde Dat wist zij daar had zij derf gebeelen avond over nagedacht en toch ging zij naar een! plaats, waar zij den verzoeker onvermijdelijk moest ontmoeten. Zij was er heen gegaan, omdat het raadzaam1 was te gaan; omdat haar volhardende weigering om op het bal te komen aanleiding had kunnen geven tot gissingen en vermoedens van de ware reden barer afwezigheid. Zij had dikwijls gezien hoe sluw men te Trelasoo en Fowey iemands verborgenste beweegredenen wist uit te vorschen. Kortom zij ging naar het hal koortsachtig op gewonden, met een 'beklemd hart, en toch in gespannen verwachting, met een' zonderling over stelpend gevoel van vreugde. Hoe zou zij hem' onl moeten? Hoe zou zij hem, zonder dat het in 't oogloopend was, vermijden, wetende, dat elke af wijking van het conventioneel© gedrag opgemerkt '^9^ smaakt ah room zooveelste herhaling door den kantonrechter wa3 veroordeeld tot 3 dagen hechtenis en 9 maanden 'opzending naar ©en rijkswerkinrichting, was Van dit harde vonnis in hoöger beroep gekomen. Bij de eerste behandeling beloofde hij deemoedig maar mei groote overtuiging beterschap. Heftig ver langde hij dat de zegeningen der geheelonthou ding over zijn zoo dikwerf door alcohol dampen beneveld hoofd zou worden uitgestort. De recht bank liet zich. verteederen en stelde haar vonnis uit ten einde den rouwmoedigen zondaar in onma tigheid alsnog gelegenheid te gevèn zijn goede 'voornemens door de daad te bevestigen. Eilacie, de Helle weg is geplaveid met goede voornemens. Thans, na zoovele maanden, werd de zaak Verder behandeld en het is gebleken, dat de man meermalen is hervallen in de oud© zonde. Zoodat het aanvankelijk gunstig rapport jwerd gewijzigd en de voorgestelde voorw. ver- 'oordeeling gelijk de Russische schulden werd ge- annuleerd. De officier bleef dus niet anders over dart bevestiging te vorderen. De appellant smeekte clementie en kwam met nieuwe beloften, maar we vreezen dat hij zijn laatste kans verkeken heeft. Een inbrekers trio te Enli-hnizea. Een 24-jarig betonwerker, W. T. II., werk zaam te Einkhuizen, was in contact gekomen met 'n paar jongelieden, van omstreeks 17-jarigen leef tijd en beraamde met hen bij een 82-jarigen 'man in te breken. Men veronderstelde, dat deze oud© heer door het. verkoopen van een koe, 'n flinke spaarpot in huis zou hebben. Het avontuur kwam tot uitvoering. Men drong bij afwezigheid van den man het huis van den achterkant binnen, Alles werd overhoop gehaald maak zonder noe menswaardig succes, daar slechts 3 gulden werd buit gemaakt. De teleurgestelde kraakiesmakers besloten echter toch maar de wijde wereld in te trekken, maar zij kwamen niet veel verder dan tot Amsterdam. De hoofdman van de bende, ge zegde betonwerker, keerde al spoedig terug naar Einkhuizen en viel daar in de' handen van de op hem loerende politie. «Na oenige weken van passende voorbereiding in het huis van bewaring, stond het jonge mensch, dat al meermalen wegens vermogensdelicten was veroordeeld, terecht en tegen hem vorderde -het O^M. dat hem als ge vaarlijk beschouwde, 1 jaar gevangenisstraf. De verdediger, Mr. Eieeen, ter elfder ure nog gearriveerd, pleitte de wenschelijkheid van een voorw. veroordeeling. Drie weken meer dan éfn! Een aut-obus-bedwinger uit Andijk, Christiaan K. volgens den burgerlijken stand, had op 28 Nov. te Hoorn niet gestopt op vordering van den agent H. Plaat, die het aantal autobuspassagiers wensehte te controleeren. Deze zaak had al twee maal op de rol van den politierechter gepronkt, doch was ten slotte naar de voltallige rechtbank verwezen. Heden had ue behandeling doo rhet drie man sterke college plaats. Gehoord werd agent, Plaat, di evolhardde bij zijn omstandig procesverbaal: Het bleek dat de controle niet ongegrond was, want drie overtollige reizigers, waaronder de bur gemeester van A'ndijk, ware nuit de autobus ver wijderd. De verdachte chauffeur bleef bij zijn verweer, dat hij het door den agent gegeven teeken had beschouwd als een vefgunning om door te kunnen rijden! welke verdediging op den officier 'geen noemenswaardigen indruk scheen te maken, daar deze geachte magistraat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en gevaarlijk achtende, f 25 boete of 25 dagen requireerde. Uitspraak in alle zaken as. week Dinsdag. Daarna sluiting. Te Einkhuizen is de oudste inwoonster, mej. wed. A. de Haan, geboren Aagje Jonkman, oud bijna 101 jaar, overleden. Ze genoot tot voor en kele dagen geleden een uitmuntende gezondheid. In de Batavierenstraat te Rotterdam kwam bij mej. G. H. A. een koopman, die kunstbloemen te koop aanbood. Een grassprietje en een blo© metje in een blikken potje. Het leken wel aardige dingetjes en ze kosten niet duur, een dubbeltje of zoo iets. De juffrouw kocht er eenige en z© gaf den koopman een bankbiljet tfan tien gulden in betaling. Maar deze had niet terug. De man zou het biljet wel even gaan wisselen: hij liet zijn mand met kunstbloemen staan en de juf frouw, het geval veilig achtend, bleef rustig wachten. Dit wachten echter duurde heel lang. zoo lang, dat het haar een zekérheid werd, dat de koopman niet meer terug kwam. Zulks temeer, wijl de inhoud van zijn mand nauwelijks ©en paar gulden waard bleek. BEEÖKESlTUN. Men schrijft aan het „Hbld.": Op het landgoed „Beeckestijn" bij Velsen, daar toe welwillend afgestaan door jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, zal op Woensdag 7 Juli het Nationale Zendingsfeest worden gehou den, gecombineerd met het provinciale Noord- Ilollandscbe Zendingsfeest. Aan dit schoone landgoed is een merkwaardi ge overlevering verbonden uit den tijd van de eerste, evangelie-verkondiging in deze gewesten. Een van de eerste zendelingen was Willebford, wiens medearbeider Eingelmundus tot zijn dood in de buurt van Velsen gearbeid heeft en daar in de achtste eeuw een kerk stichtte. In den voorgevel van den eeuwenouden turfsteenen to ren prijkt nog zijn beeltenis, gewoonlijk voorge steld met een bron, die naast hem ontspringt uit het dorre duinzand. Volgens de overlevering ontsproot er in een zeer drogen zomer op zijn gebed, als door een wonder, een bron uit het dorre zaTTd. Dte bron werd tot een beek, die tot óp den huidigen dag de landgoederen besproeit, wier namén Velscr- j beek en Beeckestijn -daaraan nog herinneren. Moge die gebeurtenis een 3ymbool zijn dan den zegen, waaraan wij denken, als wij op ons zen dingsfeest weer zullen zingen: „Heer, ik hoor van rijken zegen, Dien Gij uitstort, keer op keer; Laat ook van dien milden regen Dropp'len vallen op mij neer." zou worden Hoe dan ook, had zij besloten op haar danskaartje geen dans voor hem open te houden, -of hem in allen gevalle te weigeren, als hij haar voor oen dans vroeg. Hij zou, het nauwe lijks durven wagen haar te naderen na hetgeen er in die laan gezegd was, toen zij haar verontwaar diging duidelijk door toörnige tranen te kennen had gegeven. Neen, hij zou niet durven. Em1 zoo, doo rverwarde gedachten bestormd, kwam zij aan het_dorp, er, binnen weinige minuten hield haar rijtuig stil in de file van rijtuigen, die de balgas ten aan de deur van het logement afzetten. Als in ©en droom zag zij naar de lichten en de bloemen, de satijnen costumes en "de juwee- len, en do toepasselijke versiering van de zaal. Hij was er niet.. Zij zag de menigte "rond, en die rijzige gestalte was afwezig. Daar had zij blijde om moeien zijn, en toch was haar hart loodzwaar. Later was hij er en walste met haar. Toen, hij daar voor haar stond, zoo bedaard alsof hij onl©wust 'was, dat die vurige woorden van liefde ooit over zijn lippen waren gekomen, had zij' even min de macht om te weigeren met hem| te dansen, als een vdgel om aan de slang té ontsnappen. Zij1 had hem haar hand gegeven cn langzaam bewo gen zij zich op -de muziek van de Myosotiswals. Myosotis geheimzinnige bloem die altijd du rende herinnering beteekent! Zou zij dien nacht ooit vergeten Hun laatste ontmoeting dé veiligst mogelijke plaats van samenzijn, hier in het schijnsel der lampen in het gezicht van de menigte. Hier kon zij hem gemakkelijk op( een afstand houden. Hier kon zij luchtig met hem spreken, alsof zij ook onbewust van het verleden was. Hier was zij veilig tegen zijn onzinnige! liefde en haar eigen zwak hart., dat bij elk' ziiner woorden trilde. En zoo veriiep de nacht én zij danste herhaal delijk met. hem, andere engagementen vergetende of voorwendende ze vergeten te zijn. Nu en dan walste zij welvoegelijkshalve met een ander, nau welijks wetende wie haar cavalier was, maar 'wel wetende dat er iemand anders tegen den wand 'stond, die elke harer bewegingen met ver liefde blikken gadesloeg. Toen kwam die poos na het souper, dat zij in het zijvertrek bij elkander zaten en de dansen; oversloegen, terwijl zij de muziek hoorden van do walsen, die zij te zamen1 gedanst zouden heb ben, maar zonder -er acht op te geven. Eln toen; bedacht zij opeens dat het al laat moest zijn. Ja, het was laat, zeer laat! 1 Daar schrikte zij van, en in haar zenuwachtige gejaagdheid had zij haar gedachten nauwelijks bij elkaar, toen hij naar het rijtuig hielp instap pen en het portier dicht deed. „Dat is mijn vigilante niet! Ik heb er een) met een grauwscnimmel," riep zij, en het vol gend oogenblik herkende zij het rijtuig van Lost- 'withiel, waarin zij naar huis-was gereden op dien avond, toen zij zijn gelaat voor t eerst ge zien had en zij onder zijn dak voor den regen be schut was geweest. Intusschen reed het rijtuig langzaam voort; en of zij den koetsier ai toeriep stil te houd,enj dat hoorde hij niet, of hij nam er geen notitie v:an. Ja, misschien had hij het toch wel ge hoord, want aan het einde van het -dorp. trok hij eensklaps den teugel aan. Een man deed het portier open, en stapte, buiten adem van het loopen, in. Het was Lostwithiel. „Ge hebt mij in uw rijtuig gezet!" riep zij. Hoe hebt ge u zoo kunnen vergissen? Zeg den koetsier, dat hij dadelijk naar het logement moet terugkeeren." (WoTdt vervolgd)*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 1