HIKE BREIJER's Srile 1b. line Uil» courant (a Ml in t M Gisterenavond 7 uur vergaderde de Gemeente raad te Oudkarspel ten raadhuize, onder voor- :itterschap van den loco-burgemeester, den- heer Kroon. Door ziekte van den loco-secretaris der. heei Reinders, werd diens functie waargenomen door den heer Spanjaard. De voorz. opent de vergadering en heet de leden wolkom. D< voor», deel mede dat op verzoek van den Joco-secretaris, de ingekomen stukken en me- dedeelingen zullen worden aangehouden tot de volgende vergadering, daardoor is de agenda zeer klein en staat er slechts 1 punt ter behandeling op de agenda. De voorzitter vraagt of de Raad met de ge troffen regeling aeooord kan gaan, hetgeen goed gekeurd wordt, waarna wordt overgegaan tot do behandeling van het punt der agenda nml.De vergoeding voor 'iet vervoer der kinderen, voon achtig in den polder Diepsmeer, schoolgaande op do lagere school te Oudkarspel. Ingevolge art. 13 der Schoolwet is de gemeente rplicht in de kosten van vervoer bij te dragen. B. en W. stellen voor eene nieuwe regeling te heffen er moet dit geschieden voor het nieuwe schooljaar, dus voor 1 April. De voorzitter geeft hieromtrentde volgende uiteenzetting. De lieer Jansen is bereid gevonden om het ver voer der kinderen op zich te nemen tegen eene vergoeding van f 13 per week. Dit is dus f3. minder dan het vorige jaar. Daar B. en W. in overleg zijn getreden met( de ouder-, dier kinderen, is men niet tot overeenstem ming kunnen komen omtrent de ligging der aan legplaats voor de boot. B. en W. achten 1 aan legplaats voldoende, vooral daar de oostzijde van de vaart zoo goed als onmogelijk te bevaren is door het'vele kroos. Eij de aanlegplaats^ zal een klein wachtlokaaltje geplaatst worden, hetgeen geen hooge finautieele kosten zal medebrengen. Doordien geen overeenstemming met de ouders is verkregen en de bijdragen der ouders als mi niem moeten worden beschouwd, is dit een motief geweest voor B. en W. om den Raad voor te stellen' de kosten van vervoer en wachtlokaal voor rekening der gemeente te nemen. De uitgestrektheid van den polder maakt het niet mogelijk alle kindereu bij eigen huis af te halen, doch de afstand naar de aanlegplaats is nu voor de kinderen, die verder wonen, niet bijs ter groot. De kinderen hebben in Oudkarspel te loopen van de woning van den heer Jansen naar de school, waartegen de ouders geen be zwaren hebben. De heeren Dekker en Kwaks stonden cr op dat hunne kinderen van huis gehaald worden, doefc B. en W. zijn van meening, gezien den toestand; m het vaarwater, dat zulks niet mogelijk is. De heer Groen vraagt of de weg van dd aanleg plaats naar de verschillende woningen goed be gaanbaar is? De voorz. zegt, dat B. en W. den toestand gezien hebben en dat het loopen langs de kade zeer goed gaat. Wel is 'door den heer Kwaks aange voerd, dat het voor de kinderen niet betrouw baar is, vooral bij sterken wind, doch B. en W. vindon dat in zulke gevallen één der ouders de kinderen toch wel even aan de boot kunnen brengen. - De heer Bakker vindt het mooi als de kinderen al reeds zoo ver worden afgehaald. I)e heer Kostelijk zegt, dat de Raad hiertoe ook zedelijk verplicht is, doch nog verder doo? te varen is niet mogelijk. B. en W. hebben de toestand zeer goed onder de oogen giezien. Alleen is men niet tot overeenstemming kunnen komen. De heer Groen zegt, dat er dus geen resultaten zijn bereikt in overleg met de ouders. De hoer Kostelijk- zegt, dat de heer Jansen niet voider kan varen. De voorz. zegt dat B. en W> tot het voorstel zijn gekomen door de verplichting, de gemeente opgelegd voor bijdrage in de kosten en tevens door de houding der ouders. - De heer Groen is van meening dat de bijdragen der ouders geen rol zullen spelen, omreden het raeerendeel minvermogenden zijn en dus niet veel kunnen missen. De voorz. is overtuigd dat alles goed kon gaaD indien de betreffende personen geheel medewer ken. De heer Paarlberg meent zich te kunnen her inneren dat vroeger jaren eene overeenkomst tus- echen de gemeente en het polderbestuur van Dieps ■neer bestond, waarin was bepaald dat in de kos ten werd bijgedragen voor een bedrag van f 150 door de gemeente en eenzelfde bedrag door het polderbestuur, dus niet door de inwoners van den polder, doch door het polderbestuur, tls evenwel niet buitengesloten dat dit opgebracht werd door de p* older bewoners, doch dit kon die keer Paarlberg zich niet meer herinneren. De voorz. zegt dat het vorige jaar een conie- tentie heeft plaats gehad tmsschen B. en W. en de ouders Oer kinderen. Aan de laataten werd de vraag gesteld, hoeveel de ouders konden bijdra gen. Va u eene eventueele bijdrage van het polder Muur heeft spr. toen niets vernomen. De heer Bakker is van meening dat het polder bestuur geen goedkeuring zal geven aan een Dij kage, tevens behandeld genoemd bestuur uit sluitend polderzaken. De heer Paarlberg gaat van de gedachte uit, dat het tooh ook in het voordeel van den polder is, indien de menschen in den polder wonen, en vindt het billijk dat het polderbestuur dan ook zou bjjdragen in de kosten. De voorz. stelt voor hieromtrent een verzoek schrift te richten tot het polderbestuur. De heer Jansen zal evengoed het vervoer doet plaats Leb ben, ai is het contract niet gereed. De heer Paarlberg zegt, dat de heer Jansen geen bezwaar zal hebben, hij ontvangt toch zijn f 13, doch het kost de gemeente meer geld. De heer De Boer verklaart dat de heer Jansen heusch niet zoo graag was om het vervoer we derom op zich te nemen, vporal tegen den zomer, daar hij zijn tijd aan beter kan gebruiken. De heer Paarlberg ziet gaarne dat aan het polderbestuur wordt gevraagd hoe of de vorige overeenkomst luidde. Spr. wil het adres niet af hankelijk stellen van deze eventueele overeen komst. doch alleen trachten een tegemoetkoming te verkrijgen in de kosten. Spr. vindt de vervoer kosten niet te' hoog. De heer Groen zegt dat de prijs nu niet f 3. minder is per week, maar men onderhandelt ook steeds met denzelfden persoon. Spr. zou voor stander zijn van een publieke verpachting, De voorz. antwoordt, dat de heer Jansen het vorige jaar speciaal een motorboot voor het ver voer heeft aangeschaft. De menschen zijn steeds tevreden over hem geweest omtrent-de wijze van vervoer. Spr. vindt het te ver gaan indien de heer Jansen aan den dijk zou worden gezet- De heer Groen meent dat bij publieke verpach ting wellicht lagere inschrijvingen zouden kun nen inkomen. Desnoods zou de Gemeente zelf de schuit kunnen aankoopen. De heer Paarlberg maakt de opmerking dat het besluit niet afhankelijk gesteld moet worden van het koopen van een boot. De voorz. zegt dat de gemeenteschuit totaal af is en dus niet geschikt 'is voor die reis. De heer Kostelijk zegt, da.t voor den prij'3, be paald door den heer Jansen, geen misbruik wordt gemaakt, indien er misbruik werd gemaakt, zou het geheel iets anders zijn. De Raad is eenparig van oordeel dat de prijs laag is en van misbruik geen sprake is. De heer De Boer ziet geen voordeel^ voor de gemeente in het koopen van een schuit. De voorz. verklaart dat de gemeente in .leze zaak een ruimstandpunt moet innemen en stelt voor het contract voor te leggen aan de oudérsï De heer Paarlberg komt hiertegen op en zegt dat het niet op zij fi plaats is om del ouders zulks voor te leggen. De ouders hebben, nu de zaak geheel van de gemeente uitgaat, geen zeggen schap in deze. De voorz. deelt vervolgens mede, dat indien Jansen aangesteld wordt voor bet vervoer, bier door een ambtenaar wordt verkregen en deze dan weer in aanmerking komt voor de pensioenwet- Om dit te ondervangen wil het college van B. en W. de condities voorleggen aan de ouders, de kosten van vervoer worden vervat in eene subsi die, welke afgedragen wordt aan één der ouders, die dan hiermede de kosten kan betalen. De heer Paarlberg acht de term van ambtenaar; denkbeeldig. De beer Jansen ontvangt geen aan stelling, doch wordt aangewezen om het ver voer tot stan 1 te brengen op te stellen voorwaar den. i De voorz. licht nog toe, dat een persoon die een bezoldiging ontvangt, boven f400, als be ambte wordt beschouwd. Dit bepaalt de wet. De heer Bakker meent dat dit geldt voor een bedrag als f500, doch kon men het bedrag als volgt verdeelen f400 voor varen en f300 voor gebruik van de-boot. Hierna worden de besprekingen gesloten en wordt het voorstel nml.: Ie. de zaak te regelen met Jen heer Jansen vol den opgegeven prijs'; 2e. een schrijven te richten aan het desbetref fende polderbestuur; 3e. de ouders der kinderen in kennis ie stellen van het genomeii besluit; met algemeene stemmen aangenomen. Hierna is de rondvraag. De heer P. Kroon zegt dat in de vorige verga dering was besloten tot de boomenplanterij voor de schoolgaande kinderen. Is de bedoeling van het besluit geweest, dat de kindenen een boompje moeten koopen? De voorz. zegt dat door de gemeente zijn aan gekocht 50 boompjes a fl.65 per stuk. Ieder kind kan zulk een bopmpje koopen tegen den. kos- tenden prijs en zou dan geplant worden onder toezicht van den tuinman. Het hoofd der school belastte zich met de opgave der kinderten, die zulk een boompje wenschten, doch geen enkele toezegging is ingekomen. De heer Bakker vindt het koopen niet juist. Spr. neemt als voorbeeld de gemeente Heiloo„ waar eveneens de kinderen boompjes planten, eveneens onder toezicht, doch de gemeente heeft de boompjes- beschikbaar gesteld. Er zijn altijd kinderen die het niet kunnen be kostigen. De voorz. antwoordt dat er ruim 100 kinderen zijn, 50 boompjes zijn er aangekocht, dus zal men toch in conflict komen. Daarbij komt. dat ieder kind, die een boompje plant het den naam mag geven, zooals het zelf heet. De heer Paarlberg ziet er van op, dat de boom pjes beta ild moeten worden en meent dat hel niet de strekking is van het raadsbesluit. Door te laten betalen wordt een gedeelte der kinderen- uitgesloten. Het blijkt dat de raadsleden meerendieels van meening zijn, dat de boompjes gratis verstrekt zouden worden. De voorz. ziet evengoed nog een oplossing om een wijziging'aan te brengen, waarin Spr. geen bezwaar ziel. De boompjes kunnen nog grati» beschikbaar gesteld worden. "Wellicht kan de ge meente dan het volgend jaar nog 50 boompjes aaukoopen. De heer P. Kroon vraagt of de bijgeplaatste paaltjes lang genoeg zijn. Spr. meent dat deze minstens 1.50 M. boven den grond moeter. uit komen. De Voorz. zegl, dat deze in overleg met den gemeenteopzichter geplaatst zijn. De paaltjes zijn volgens spr.'s gedachte lang genoeg. De heer De Boer voegt hieraan toe dat het van meer belang was, dat de paaltjes diep in den grond gingen dan de hoogte boven den grond. De heer Paarlberg maakt de opmerking dat de Baaitje.-; geplaatst zijn door den gemeenteopzich ter. Ligt dit wel op zijn weg? De gemeenteop zichter behoort alleen gemeentewerk uit te voe ren. j De voorz. antwoordt doordat dit zulk een eigen aardig werk was en tevens zulk een klein kar weitje, dit tiem opgedragen was. De heer Paarlberg zegt dat het hier niet om den persoon gaat maar om het etandpunt. Met de verklaring van den voorzitter kan spr. zich ver- ee/.igAv. De heer Pa-ariberg vraagt vervolgens qf er #el- toe.gf/.in wordt dat de gemeentewerken jaar om jaar aan de verschillende firma's worden op gedragen. Het kwam spr. dezer dagen ter oor©, dat zulks hot vorig jaar niet is geschied. Voorz. zegt, dat hem hier niets van bekend is. De heer Paarlberg verklaaTt hierop dat in 1925 door 2 schilders werk is geleverd voor de gemeeente. doch de ©en had een rekening van f 65 en de andere van f 300. De voorz. zegt dat het werk steeds verdeeld' wordt, zoo ook b.v. met de drie schoollokalen, waarvan iedere schilder er één heeft gehad. Nu de heer Nap in de gemeente is gekomen, krijgt deze bij voorkomen ook zijn deel. De heer Paarlberg vindt de verdeeling van verleden jaar zeer eigenaardig, gezien de uiteen looping der rekeningen. De voorz. verklaart dat er hoegenaamd geen voortrekking in het spel is. I De boeken worden nu opgeslagen en wordt nagegaan hoe het verschil ontstaan kon zijn, J waaruit blijkt dat de mogelijkheid niet is buiten- j gesloten, dat dengene, die voor 1925 was aange wezen, meer werk heeft te verrichten als de anderen. j De heer Paarlberg zegt, dat er zorg voor moet worden gedragen geen ontevredenheid te stichten-, hetgeen zou kunnen ontstaan. Spr. wëet wel, -dat het- op f 25 niet té zien is. j De voorz. zegt dat het eene jaar met het an dere wel eens verschilt, dat treft wel eens. I De heer Paarlberg zou het beter gevonden heb. ben, als het werk dan door één was verricht. Spr. dringt aan op goede verdeeling. I De voorz. zegt zulks toe Vervolgens wenscht de heer Paarlberg terug i te komen op de vorige vergadering aangaande de benoeming van den loco-wethouder. Het heeft Spr. ten zeerste bevreemd, dat een raadslid, die betrekkelijk korten tijd zitting had in den ge meenteraad zichzelf als de meest geschikte per soon beschouwde' om d© functie van loco-wethou- der waar te nemen. Spr. betreurt dat de voorz. zich niet boven de partijen heeft weten te stel len. Spr. gevoelt da"- de Raai' zich heeft laten leiden door personen die buiten dOD Raad staan, en vraagt wie of er achter zit. Spr. stelt de vraag of die benoeming geschiedt is op aandrin- gen van het bestuuur vau de Vrijz. Dem. Partij of dat het afkomstig is van de 4 lederf der fractie, Spr. vraagt, „wie trekken er hier aan de touw tjes?" De voorz. antwoordt, dat de raadsleden vrij zijn in het uitbrengen van huunne stem» De voorz. is overtuigd, dat de leden naar beste weten hebben gehandeld en Spr. gelooft niet, dat hier sprake is van hei loopen aan den leiband vai( de kiesvereeniging. Deze stemming gold van niet veel belang, doch bij zaken van groot belang wordt in den regel raad ingewonnen bij de fractie. De heer Paarlberg beeft achteraf gehoord, dat de leden eene andere uitslag hadden gewenscht, doch dat de stemming zoo geloopen was op aan dringen van het bestuur. Zulks is, zooals ieder weet, "bij de-wet verboden, dat zulks van invloed mag zijn. De heer De Boer verklaart dat de raadsfactie bijeen is geweest -en dat toen besloten is bijl den oudste te beginnen, doch de heer P. Kroon heeft voor de funciie bedankt, zoodat spr. toen aan de beurt kwam, die bij voorbaat de benoeming zou aannemen. De heer Bakker wenscht hierin ook nog iets te zeggen. Het heeft spr. getroffen dat de uitslag dusdanig was en de verrassing was zoo over bluffend, dat spr. het woord niet heeft gevoerd toen de uitslag bekend was. Spr. wil geen aan merkingen maken op het werk van den loco burgemeester, daar hij die "functie naar beste welen vervult, doch spr. had verwacht dat de loco-burgemeoster rekening had gehouden met de minderheid. De keuze had evengoed aan den R. K. ten deel kunnen vallen. Het aantal der par ijen had dan gelijk geweest. Spr. vindt, zooals het nu gegaan is, eeuigszins het toppunt van brutaliteit. Spr. is dezelfde meening toegedaan als de heer Paarlberg en wel dat de loco-burge meester zich boven de partijen had moeten weten te stellen. „I Dé heer Kostelijk kan het zich niet begrijpen, dat de heeren Paarlberg en Bakkér geen belang hebben getoond bij de stemming door blanco te stemmen. Wel had spr. verwacht dat dé heeren zoo fatsoenlijk waren geweest hunne stem uit te brengen. Spr. zegt dat zijn partij wel zoo krach tig geweest is om te stemmen. Door blanco te stemmen hebben beide heeren getoond dat zij waardeloos aan de tafel zitten. Men komt niet op de raadszitting om blanco te stemmen. De heer Bakker zegt dat in den beginne zoowel de heer Paarlberg als spr. zelf eteeds hunnje stemmen hebben uitgebracht op dé Vrijz- Dem dpch zoodra bekend werd dat beiden zouden wor den Uitgesloten, hebben zij zich aan hun plan onttrokken,, 'Spr. zegt dat de heeren zoo maar moeten doorgaan alsof volgens hufi idee de Raad uit, 5 leden bestaat tot aan de eerstvolgende stem ming, dan zal wel wat anders blijken De lieer Kostelijk zegt dat de fractie niet is meegegaan, juist door blanco te stemmen. De heer Paarlberg zegt dat de heer Kostelijk neerkomt op het blanco stemmen, doch de laat ste jaren is het genoegzaam gebleken, dat onze stem geen waarde heeft, wij hebben geen ge wicht in den Raad. De heer Kostelijk zegt ten zeerste verrast te zijn. dat beide heeren over de stemming spreken, terwijl zij zelf niet hebben meegestemd. De heer Paarlberg verklaart niet verder te behoeven doorgaan. Het is den heer Kostelijk genoegzaam bekend, hoe de houding van spr. en van den lieer Bakker is ontstaan. De meerder heid van dea Raad neemt ©enmaal het stand punt in dat de fractie van beiden wordt uitge-" sloten. Spr .zegt, dat het de schuld is vkn de houding dc-r meerderheid. De voorz. zegt daarop tot den heer Paarlberg, dat indien er voorstellen werden gedaan door zijn fractie, deze toch steeds door den Raad met beide handen zijn aangegrepen. De heer Paarlberg geeft zulks toe, doch ver klaart dat de belangen der gemeente niet gebaat zijn met de standpunten die worden ingenomen. De heer De Boer voert aan dat het moeilijk wordt indien vooruit bekend is dat er blanco zal worden gestemd, want welke richting gaat men. dan uit Bij een vorige stemming voor de benoeming van een plaatsvervangend lid der gascommissie is eveneens blanco gestemd. Do hec-r Paarlberg zegt dat die stemming voor hem een beleediging is geweest, of zijn de loden soms van meening geweest als door dén Raad een lid dier commissie er uit getrapt wordt, die zelfde persoon zich soms beschikbaar zou stel len Voor de functie van plaatsvervangend lid"' D-an komt -Spr. hierop neer dat de heer Da Boei1 verklaart dat zijn fractie bijeengekomen is, terJ wijl de heer P. Kroon verklaart dat zulks nietj is geschied. Dé heer P. Kroon zegt dat de heer Paarlbeijg een verkeerde gevolgtrekking heeft gemaakt ui' hetgeen spr. gezegd heef4:. Spr. verklaart zulks nimmer ontkend te hebben. De discussies hieromtrent worden gesloten De heer Bakker vraagt of er bij de ingekomen stukken een ontslagaanvrage is van dén heer Posthumus door diens benoeming te Amsterdam en vraagt of er in de volgende vergadering-der noodigo bespreking omtrent ontslag en vacature zullen worden gehouden. Spr. vraagt tevens hoe óf het staat met het ziekteverlof van den Eid-el Achtb. heer burgemeester. De voorz. antwoordt den heer Bakkér omtrent de ontslagaanvrage van den heer Posthumus, dat de aanvrage is ontvangen en dat de heer Posthu mus ©ervol"ontslag aanvraagt tegen 1 Juli, het geen hem zal worden verstrekt, doch dat in de volgende vergadering alles hieromtrent behandeld zal worden. Omtrent de verlenging van liet ziekteverlof van den Edelachtbare n heer Burgemeester is nog geen bericht ontvangen, doch kan. spr. meded©elen dat dit wellicht verlengd zal worden. Hiermede is de rondvraag ten einde en sluit de voorz. de vergadering onder dankzegging aan de leden voor hunne opkomst. Als extra-nr. te Oudkarspet en Hd»-Scharwoude bezorgd Spaciaal Corsettenmagazijn ALKMAAR Mient 17 Tel. 526 CORSETTEN. KINDERLIJFJES. BUIKBANDEN. BUSTEHOUDERS. RECHTHOUDERS. RECHTH CORSETTEN. ELASTIEKEN KOUSEN. DAMESVERBAND. SOUSBRAS en ROKBESCHERMEKS. Depót PALTHE Almelo.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 3