NIEUWE
Zaterdag 8 April 1926
86e Jaargang
irma R. J. HOUWING,
IEMI I - IEL. 644 ALKMAAR
Yeitegenwoordiger: S. K, F. Kogellagers
HET BLUDE PAASCHFEEST
Plaatselijk lieuws
FEUILLETON
ISOLA
De gevolgen van Inflatie
rwÊ
NO 40 INTERC. TELEPHOOH 52
liraUOR COURAM
D U nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Eit resurrexitl
En Hij is verrezen!
Eit resurrexit tertia die secundum scripturas.
a Hij is verrezen op den derden dag, zooalsf in
de Schriften voorspeld was.
Dat is het groote feit, dat de christenheid tel-
a jare op Paschen herdenkt. In de donkerste
dagen des jaars valt het stille Kerstfeest, dat
ons 'herinnert aan dien droeven tijd, toen de el
lende van het mênschdom groot was en de. God
mensen geboren werd in droeve omstandigheden
van armo een jammer. Maar die geboorte hield
(och mede een belofte in en naar mate de dagen
lengen en de natuur zich tot nieuw leven bereidt,
groeit der menschen hoop. Dan krijgen we nog
e iStille Week met haar droef herdenken van der
menschen schande en het grootmoedig goddelijk
offer op Golgotha. Het is volbracht.
Paschen! Blijde klinkt het Halleluja! De schan
de is uitgewischt, door het groote Offer zijn de
zielen gezuiverd, de menschheid Ï3 herboren, en
Hij, dien dommen vêrwatenen overwonnen waan
den, Hij' triompheert, zelfs over den dood; Hij is
verrezen
En Hij voert dns tot nienw leven, met nieuw
geloof, nieuwe hoop, hersteld vertrouwen. Ein
als om ons te Schragen en het Erlangen tot
nieuw leven te wekken, herleeft door Zijn wil
ook alles in de natuur, waar het groen verjongt
en de vogelen het blijde levenslied zingen.
Daarom is Paschen een blij feest en is er. slechts
reden tot jubel.
Maar met dien jubel kunnen slechts instem
men degenen, die van zich afschudden, wat ge
weest is en zich weten-te verheffen uit de gees-
en moreele ellende, waarin ze gezonken
waren. Paschen is een feest van 'herborenen, die
de kracht hervinden om zich op te heffen tot
een beter mensch, die het leven waard is om[ de
wijze, waarop hij het benut.
- i
Mogen de Paaschklokken dit jaar eens de jubel
weergalmen van een wereld, die in haar geheel
herboren is, of althans aan haar innerlijk herstel
begint. Zij immers smacht nog in Vele boeien,
van naijver, imperialisme, militairisme, onver
draagzaamheid. Meermalen is er in de afgeloo-
pen maanden gelegenheid geweest om ons te ver
heugen over sj'inptomen, die verwachtingen wek
ten van een vreèdzamen, verdraagzamen en ver-
standigen geest. We behoeven slechts te herin
neren aan enkele acties van den Volkenbond en
aan Locarno. Maar daar zijn ook nog leelijke
schaduwvlekken: Marokko, Syrië, China en... Ge
neve. Wanhopen we echter niet. Het goede wordt
nimmer in epns geboren. Christus is vóór Hij
overwinnend uit het graf herrees, ook geloofd
en geprezen, gehoond en mishandeld, als een tri-
umphator de poorten van Jeruzalem binnengeleid
en slechts enkele dagen latex ter dood gebracht.
Maar Hij verdroeg allfjs, omdat Hij den vasten,
wil 'had de menschheid te verlossen en vertrouwde
op de overwinning, die niet uit zal blijven.
Em zoo is ook op de werel l thans den wil na,ar
vrede geboren; degenen, die de vaan van vrede,
vrijheid en verdraagzaamheid naar voren dragen
worden wel eens opgehouden, maar de scharen
van goedfWillenden groeien en zij zullen zege
vieren, als zij behalve op eigen kracht ook ver
trouwen op de genade van Hem, Die het grootste
offer voor der menschen vrede en geluk gebracht
heeft. i
Laten we versterken de scharen, die het goede
willen. Laten we ons losmaken van de ketenen,
waaraan onze geest geboeid lag, nijd, naijver,
vijandigheid, bekrompenheid.
Dan is het Faaschfeest een blij feest voor ons.
Trekt naar buiten, naar veld, naar bosch. Weest?
blijde, laat bloeien uw wangen als de bloesem der
boomen, laat schallen uw lied met der Vogelen
stem. Maakt vrij uw geweten, want daartoe is
Hij verrezen!!
DE CENTRAAL-BIOSCOOP
Door de exploitanten van bovengenoemde in
richting is voor de 2 Paaschdagen beslag ge
legd op een film, die een ieder moet gaan zien
om inhoud en spel.
Hieronder laten we den korten inhoud vol
gen.
Hendrik van Dalen, de eigenaar van het Cirque
Hollandais (Louis Bouwmeester) komt na vele
jaren van rondzwerven, met zijn troep in Hol
land terug. Daar woout zijn broer, een landbou
wer (ook deze rol wordt door Louis "Bouwmeester
gespeeld). Zoodra hij de grens voorbij is, schrijft
hij hem een brief, waarin hij zijn komst meldt
en hij hem tevens vraagt, om hem anet watt geld
te helpen.
Het is den. directeur na den dood van zijn;
vrouw zeer slecht gegaan. Hij heeft zich overga;
geven aan den drank en heeft zoodoende zijn
troepje en zijn bezittingen langzamerhand zien
inkrimpen.
Tot overmaat van ramp heeft hij zijn zinnen,
gezet op een schoolxijdster, die doet. of zij hem
liefheeft, ma,ar die in stilte amourettes aanknoop#
met .den worstelaar van het gezelschap. Bleiden:
trachten steeds den directeur tot drinken te ver
leiden, om hem geheel aan lager wal te brengen.
Ze azen er op als roofdieren, om zijn bezittingien
voor een geringen prijs over te riemen,
i De dochter van den directeur doorziet dat. Miet
behulp van een braven clown, tracht ze hua
plannen te verijdelen.
Terwijl het circus verder trekt en er dus ge
legenheid is het mooie Hollandsche landschap
te doen bewonderen op het doek, zien we wat er
zich afspeelt in het huis van den broer.
Ook deze verkeert in moeilijke omstandigheden.
Zijn veestapel wordt door ziekte geteisterd. Plot-
In een vlaag vanwanhoop sloeg zij de armen;
fovea haar hoofd en wrong de handen. Met een
boffen kreet trok zij aan de loshangende, ver
warde vlechten, alsof zij ze wilde uitrukken; en
toen wierp zij zich in liaar zielsfoltering op den
vloer van de kajuit, krimpend als een schepsel,
voo rwie de dood een barmhartige verlossing
iveest zou zijn.
Eon ik maar sterven kon ik maar sterven,
2oodat niemand er van wisi!" kermde zij.
Zij richtte zich weder in een knielende houding
°P> en met de eene hand op den vloer, zag zij de
Wanden van de kajuit rond, onder al die blinken
den Turksche sabels van gedamasceerd staal,
juweelen gevesten, naar een geschikt wapen
gekende om zich het gehate leven te benemen,
jfo toen kwam de gedachte aan hetgeen er na den
moest volgen, niet voor haar in die onbegrij-
P^tjke eeuwigheid, maar voor hen, die haar op
j®rde liefhadden, voor hen, die zouden vernamen,
h<* zij in haar tferhavend bruidskleed gevonden
Was; door haar eigen hand doorstoken, aan boord
vati Lord Lostwithiel's jacht. Welk een verhaal
Va® sctianie en misdaad om de nieuwsbladen
jj16® te vullen, en voor kwaadsprekers om hun
fod aan opc te halen! Neen! Zoo durfde zij! zich
jj*t ombrengen. Zij moest haar zinnen bijeenhou
en> haar vïrleider ontsnappen, en haar Gehande
^.altijd geneim houden.
Zij trok haar bovenkleed uit en rolde het op
(p oen pakje zoo klein als zij het maken kon,
0611 zag zij rond naar een of ander voorwerp' om
haar pakje zwaarte te geven. Ja, dat zou er voor
geschikt zijn: een kleine koperen dolfijn, diie
diende om de deur, als zij open was, vast te zet
ten. Dat was zeker wei zwaar genoeg. Zij legde
'het in 't midden van haar pakje, bond alles met
een lint vast bijeen, en daarna opende zij het ka
juitvenster en wierp haar bruidskleed in zee. De
scherp ewinterwind blies naar binnen, op haar
blooien hals en deed haar rillen van koudemaar
dat hielp om de koorts, di ein haar binnenste
gloeide, te bekoelen, en zij ging zitten, met de
hand onder 't hoofd, en beproefde na te denken
wat zij doen moest om den Gtrik, dien de misdladi-
m ge liefde haar gespannen had, te ontsnappen. Zij
moest van het jacht «ontvluchten. Zij moe3t op
de een of andere wijze naar Elngeland terug.
Zij dacht dat, ais zij een beroep op1 Logtwithiel's
eer deed, een sprank van beter gevoel misschien
de overhand zou hebben op den onzinnigen harts
tocht, die haar in 't verderf had gestort, en hij
haar mogelijk zou laten gaan, haar naar Engeland
terugbrengen en haar geheimen terugkomst in
de woning, die zij onteerd had, vergemakkelijken
j zou. Maar kon zij zichzelve vertrouwen om dat
beroep te doen? Zou zij standvastig kunnen blij
ven tegen zijn pleiten, als 'hij haar smeekte bij
hem te blijven, om het leven te leiden, dat hij
j voor haar bestemd had, het leven, dat hij haar
j zoo welsprekend had afgeschetst, dat heerlijk
I leven van lièfde i» een doloe far niete, te midden
i van de meest poëtische tooneelen der wereld?
i Kon zij hem weerstaan als hij, misschien met
tranen, pleitte hij, dien zij aanbad, haar ver-
ierver e inhaar godheid? Neen, zij moést het jacht
derver en haar godheid? Neen, zij moest bet jacht
verlaten, voordat hij bij haar terugkwam. Maar
hoe?
seling krijgt hij tijding, dat hij een groot proces
heeft verforen, waawrdoor hij toiaal geruïneerd
Wordt. Een oude, trouwe knecht, die den ondier
gang van zijn baas niet- kan zien, steekt de boer
derij in brand. De schadevergoeding van de brand-
assurantic redt den boer uit de verlegenheid,
maar de knecht boet zijn daad met zijn leven,
uaar hij in de vlammen omkomt.
Het noodlot vervolgt echter den boer. Zijn
dochter is verliefd op den zoon van zijn vijand.
Als ze het hem bekent, jaagt hij' haar de deur
uit. Ze vlucht naar den jongen man en beiden
besluiten het ouderlijke huis te verlaten.
Op het oogeriblik, dat het circus in het land
kom1, is de boerderij juist afgebrand en het is
den boer niet mogelijk zijn broer te hielpen.
De directeur, geheel ontmoedigd, zoekt nog
meer Troost in den drank, maar wordt op den
beteren weg teruggebracht door dien clown.
De worstelaar tracht den laatste uit den weg
te ruimen. Bij het maken van een salto zorgt' hij
er voor, dat de clown een bijna k vensgevaar lijken
val doet.
De schok is te groot voor den directeur, wiens
gezondheid toch al ondermijnd is en als ook zijn
circus wegens schulden moet worden verkocht,
sterft hij. r
Met de jonggehuwden is het slecht gegaan. De
jonge man kan niets verdienen en tien einde raad
verlaat zijn vrouw hem, in de hoop, dat hij' naar
ztjn vader terug zal gaau en zoodoende zijn stu
dies zal kunnen voortzette^. Dit doet hij inder
daad. maar besluit, niet te zullen rusten, voor
hij zijn vrouw heèft teruggevonden, die intus-
sche nbij het reizend circus van haar oom een,
schuilplaats heeft gevonden.
Dan komt het slot, waarin veel goed wordt ge
maakt. De vijanden vergeten hun oude vee te, ter-
wille van hun kinderen. De dochter van den boer
zoekt na den dooa van den circus-directeur toe
vlucht in het ouderlijke huis en haar man is
overgelukkig haar terug te vinden. Ook de doch-
ter van den circus-directeur vindt met den clown
een veilig tehuis bij den boer.
Meu verzuime niet dit mooie werk te gaan:
Hen, (Zie de annonce in dit blad),
BROEK OP LANGENBIJK.
Aan het postkantoor Broek op Langendijk en
de daaronder ressorteerende hulppostkantoren
werd gedurende de maand Maart 1926 ingelegd
f8294.90, terugbetaald f3734.20.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje
draagt het nummer 927.
Door de Belgische Kamer zijn eenigen tijd ge
leden de valorisatie-wetten aangenomen. Deze wa
ren tot voorwaarde gesteld tot verkrijging der
dollarleening. De kamerleden meenden, dat alles
nu in orde was, en de frano zijn stabiele waarde
zou behouden.
Nu blijkt dat aan nog twee voorwaarden moest
voldaan worden; aan de onrustbarende geweldige
vlottende schuld moest een eind gemaakt wor
den en wel door "eigen kracht in 't land zelf.!
v Dit blijkt niet te kunnen, en mag men| de finan-
cieelje 'bladen gelooven, dan zijn de financijerd
huiverig om zich voor 't geval te interesseenen;
Al wat rood is, geeft af op die „graaiende gel'd-
Et waren niet anders dan mannen aan boord.
Er was geen vrouw, wier medelijden zij kon in
roepen, die haar kleeren kon leenen. Zij zag zich
zelve weer i n den spiegel, in haar neieldoekschen
rok met kant zoo net en helder, toen zij dien
voor het bal aantrok nu doornat van het
zeewater, gescheurd waar zij op de strooken had
getrapt, toen zij ia den storm van den vorigen
nacht met on vasten trei van de kampagje afklom.
Dat was toch waarlijk geen kostuum, waarin
zij van Arcachon naar Londen kon reizen! Zij
opende een deur, die toegang gaf tot een binnen-
kajuit, met een bed, een badkuip en allerlei toi-
letbenoodigdheden. Tegen den wand hingen drie
chambercloaks, waarvan de lichtste en minst man-
nelijke van merinos was, met bruine zijde gebor-
duuurd een kleedingstuk van een neutrale
kleur, met loss emouwen en een gordel.
Hier, binnen gesloten deuren, maakte zij haas
tig toilet. Zij wiesch zich, kamde en schuierde
haar verward haar met een van de haarborstels,
die zij daar vond, en legde haar lange vlecht in
een groote rol op haar achterhoofd. Zij wilde zelfs
zelfs niet eenige druppels eau-de-coïogne nemen
uit den kristallen flacon, die in een zilveren
mandje aan de zoldering hing. Zij wilde niets dan
het hoogst noodzakelijke aanraken van den man,
die zijn vermogen in haar schoot had willen
storten, om zijn leven tot haar leven, zijn bezit
ting tot haar bezitting, zijn naam tot haar naam
te maken, als zij slechts de vuurproef van een
echtscheiding had kunnen doorstaan en oude ban
den had kunnen afschudden.
Zij trok den merinossen chamber-cloak aan,
bond den gordel om haar slanke leest, en nadat
zij dit gedaan had zag zij1 er geheel anders uit
dan zooeven toen zij haar eigen beeld met af-
,vc"v V
$j0wULiêi
ROOKTABAK
'wolven", wier eenig levensdoel, bezit is, geld
geld.
Een tweede voorwaarde was, een betère ex
ploitatie van net spoorwegnet, afvloeien van over
bodig personeel en noogere tarieven. Deze zijn
inderdaad laag.
De groot-kapitalisten nebben nog al wat met
de spoorwegen op. Ook het D,awesplan is goed
deels gebaseerd op Je Duitsche verkeersmiddelen.
Opmerkelijk is, dat zij die aen kapitalisten
verwijten, geen enkel offer te willen brengen,
blijk geven, geen haar beter te zijn.
Op 't eerste gerucht toch van dien eiseh van
personeelinkrimping legden 150 man van het per
soneel té Mechelen er het bijltje bij neer., De lan
delijke organisatie dreigde, als gevolg werd gege
ven aan dien eisch, zou de algemeen® staking
geproclameerd worden.
België's ftoogste autoriteit voor de spoorwegen
is thans een socialistisch minister. Eien moeilijk
geval voor dezen.
Vraagt men aan de menschen, hoe ze over 't
geval denken, dan geven ze met (eenparigheid
het antwoord zoo kan 'tniet langer. 't Moet
vast loopen. Het is op den duur geen uithouden.
Het volk wordt rijp voor daadwerkelijk verzet,
voor de revolutie.
Uit Frankrijk bereiken ons van particuliere
zijde gelijksoortige berichten. Woeste toongelen
speelden zich af in den Eranschen Senaat; een
minister, Maloy, viel zelfs flauw. Of 't ook' spant.
Hoe rechtvaardigt zich reeds nu het doen van
den afgetreden Minister-President Colijn, als we
op dit alles letten.
Een soliede financiëele basis is voorwaarde voor
elke welvaartspolitiek. Zonder deze is geen op
bloeien mogelijk.
Steeds meer zal het blijken, dat het werk van
Minister Colijn een weldaad is geweest voor het
land.
Alle reactie geroep, alle hoon ten spijt.
schuw in den spiegel had gezien. In die kleeding
van een stille kleur, en met haar glad weggestre
ken haar, had zij iets puriteinsdh in haar voor
komen.
Nauwelijks was zij gereed, of zij hoorde het
plassen van roeiriemen, en verschrikt uitziende,
vreezende dat Lostwithiel terugkwam, zag zij
een boot met een vrouw er in en met twee groo
ts modemaakstersmanden beladien. De mannen,
die deze boot roeiden, waren niet van de beman
ning der Vendetta.
Zij behoefde zioh niet lang te verwonderen.
Zij ontsloot haar deur en trad de aangrenzende
kajuit iu terwijl de boot het jacht opzijde kwam.
en de vrouw en de manden op het dek werden,
gehaald.
Drie minuten later klopte de kajuitsjongen aan
haar deur en zeide haar dat er een vrouw uit
Arctachon was, om haar te spreken, een mode
maakster met zaken, die voor haar besteld waren.
Zij deed de deur open, voor de eerste maal' se
dert zij die den vorigen nacht gesloten had, en
stond tegenover een glimlachende jonge vrouw,
met zwarte oogen en den warmen blos van het
zuiden op haar olijfkleurig gelaat.
j Deze jonge vrouw zeide dat zij de eer had den
trousseau te brengen, dien Monsieur voor Mada
me besteld had. Monsieur had haar gezegd welk
een ongerief het voor Madame geweest was dat
al haar bagage, op het ©ogenblik van uitzeilen,
bij ongeluk op de kaai was achtergebleven. Het
moest al zeer bedroevend voor Madame geweest
zijn, zooals het blijkhaar ook voor Monsieur ge
weest was, in fijn hartelijkheid voor Madame,
zijn vrouw. Intusschen bracht zij; volgens oiMer
van Monsieur, al het beste en fijnste ter keuze
van Madame.
(Wordt Vervólgd).