Raad Zuidscharwoude. TWEEDE BLAD.-Zaterdag 15Mei 1926 ftowstpingen IP' lil.! Dinsdagavond om half 8 vergaderde de Raad der gemeente Zuidscharwoude ten raadhuize onder voorzitterschap van den Edelkchtb. Heer Burgemeester Jhr. Spengler. Secretaris: de heer Kunnen. Afwezig is de heer Dijkhuizen. De voorz. opent de vergadering waarna de notulen der vorige vergadering ongewijzigd wor den goedgekeurd onder dank aan den samen steller. Ingekomen is het verslag der Gezondheids commissie over het jaar 1925. Vervolgens is ingekomen een schrijven van den heer S. Kruier, waarin mededeeling wordt gedaan, dat genoemde zijn benoeming als lid van het Armbestuur aanneemt." Eveneens van den WelEerw. Heer Ds. J. v. Meurs voor zijne benoeming als lid van de Comm. van Toezicht op het L. O. Door B. en W. wordt voorgesteld boven staande stukken voor kennisg. aan| te nemen. Aldus wordt besloten. Evenzoo wordt besloten omtrent het ingeko men verslag over 1925 van den Keurmeester be treffende de Vee- en Vleeschkeuringswet. Naar aanleiding van de gehouden besprekin gen in de vorige vergadering omtrent de benoe ming van een plaatsvervangend lid der gas- comm., meent genoemde commissie het desbe treffende artikel te moeten wijzigen om moeilijk-' heden, die zich nu hebben voorgedaan, te voor komen en wel als volgt: indien een raadslid als zoodanig bedankt tevens bedankt als lid van de gascommissie. Aldus wordt besloten. Vervolgens is aan de orde de vaststelling van het vcrminigvuldigingscijfer voor het dienstjaar 1926—'27. De voorz. deelt mede, dat Bj. en W. zich eerst hebben overtuigd bij den Inspecteur der Inkom stenbelasting omtrent de opbrengst van 1925 1926, dewelke f 17500.bedroeg. De kwade posten zullen meer bedragen dan aanvankelijk is geraamd. De voorz. wijst op het voorstel, ge daan het vorige jaar, hetgeen betrof het cijfer te- bepalen op 1, doch werd het toen bepaald op 0,9. Om geen risico te beloopen dat de rekening met een nadeelig saldo sluit, wenschen Bi. en W. voorzichtigheidshalve het cijfer niet te laag. te bepalen, vooral daar er steeds uitgaven zijn, welke vooruit onmogelijk te weten zijn. Als voorbeeld stelt de voorz. het volgende: dat er nu nog opgaven van bijdragen inkomen over het jaar 192324 betreffende het bezoeken van districtsscholen door leerlingen, woonachtig in deze gemeente. Eveneens komt het voor, dat van de Rijksuitkeering te veel is genoten, waar door terugstorting moet geschieden. De om standigheden nopen een speling te behouden van f 1000 k f 1500. De Inkomstenbelasting over 1926 is geraamd op f 19500. B. en W. stellen voor, gezien de opbrengst van 1925 van f 17500, het cijfer te bepalen op 1.05. De meening van B. en W. was eerst 1,1, doch wordt vertrouwd, dat het cijfer 1.05 vol doende zal zijn voor de opbrengst van f 19500. De heer Zeeman merkt op, dat het nu den schijn wekt, alsof de Raad het vorige jaar niet goed heeft gehandeld om het cijfer op 0,9 te bepalen, doch spr. is van meening, dat B. en W. de bepaling van 1.05 goed bedoeld hebfieni aan de hand der cijfers. Evenwel vindt spr. de sprong van 0.9 op 1,05 nogal groot. Spr. verklaart zich er niet direct tegen, doch bij hem rijst de vraag öf de inkom sten dit jaar lager zullen zijn dan het vorig jaar. Wellicht is dit volgens spr. mogelijk, doch de algemeene inkomsten der groentebedrijven: zijn vrijwel stationnair gebleven en zal de ver hooging van het cijfer op vele bedrijven ween drukkend werken. De voorz. meent, dat het vorige jaar bij de bepaling van het cijfer hetzelfde door den heer Zeeman naar voren is gebracht, doch B. en W. willen liever den voorzichtigen kant uit. Het vorige jaar bedroeg de opbrengst f 3000 minder als in 1924 en is volgens spr. de moge lijkheid niet uitgesloten, dat dit zelfde zich dit jaar voordoet, doch indien de opbrengst grooter is, is dit geld toch niet verloren, daar dit dan weer ten goede komt aan het volgend jaar. In dien het cijfer niet verhoogd wordt, d^n bestaat de kans, dat de verhooging het a.s. jaar veel grooter zal zijn. In den regel wordt er rekening mede gehouden met de opbrengst der groenten- veilingen, doch men mag niet vergeten, dat in deze gemeente een groote klasse bestaat van winkeliers en middenstanders, hetgeen in ande re gemeenten niet het geval is. De lasten mogen dus niet te zwaar ineens gemaakt worden. De heer du Burck kan zich volkomen ver enigen met het voorstel van Bi. en W., vooral daar de inkomsten der Tunbouwers dit jaar wellicht lager zullen 'zijn gezien de cijfers den Boerenleenbank, hetgeen wel een "bewijs hier voor is. Spr. is eveneens van meening den voor- ztchtigen weg te moeten bewandelen. Hierna komt de heer Dijkhuizen binnen en is de Raad voltallig. De heer Groen kan zich geheel aansluiten1 bij het voorstel van B,. en W., gezien de groo tte opbrengst als het vorige jaar. Spr. deelt dezelfde meening als den heer du Burck. De voorz. merkt op, dat de heer Zeeman hellicht over het hoofd heeft gezien, dat de begrooting hooger is dan hét vorige jaar. De heer Dijkhuizen vraagt aan den voorz., welk punt aan de orde is. De voorz. antwoordt, dat het hem spijt, hier aan geene mededeeling te kunnen doen daar de heer Dijkhuizen dan op tijd aanwezig had moe- en Z1in, daar de vergadering om half 8 is aan gevangen. Vervolgens wordt het voorstel van B. en •met algemeene stemming aangenomen. Het volgend punt der agenda betreft twee oorstellen der Gascommissie om de prijs der «tstioom te bepalen van 35 cent op 30 cent n die van krachtstroom van 30 cent op 25 cent per Kilowattuur met ingang van 1 Juni. Gezien de gunstige cijfers van de Lichtbedrijven over 1925 welke eertijds bekend gemaakt zullen wor den en de vooruitgang van 19 pet. welke er thans is, meent de commissie tot deze verlaging te moeten overgaan. Conform de voorstellen wordt aldus besloten. Hierna gaat de Raad over in geheime zitting. Na ruim een uur wordt de openbare zitting, voortgezet onder voorzitterschap van den heer J. Kroon. De waarn. voorz. stelt de vraag of één der leden nog aanmerkingen heeft naar aanleiding der besprekingen in comité. De heer Zeeman is ten zeerste verwonderd dat deze vraag gesteld wordt, daar spr. zeer zekei had verwacht dat de heer Kroon als waarn. voorz. de zaak thans in het openbaar, zou spreken; Spr. achtte, dat hij dit volkomen; adiem heeft gezegd. De waarn. voorz. brengt dan naar voren een voorstel van B. en W. om een crediet van f 2300 te verstrekken om de ambtelijke woning van den burgemeester in een redelijke toestand te brengen. De thans bestaande toestand is on houdbaar en is dringende verbetering noodza kelijk. De waarn. voorz. durft, gezien de toe stand, met gerustheid dit voorstel te doen. Door dit crediet te verleenen zal de woning niet luxieus worde ndoch wordt deze fatsoenlijk ingericht. Het plan is om aan den achterkant een veranda aan te brengen en boven de serre een kamer bij te bouwen. De bedoeling is om de woning eenigszins te doen beantwoorden; aan het doel waarvoor de ambtelijke woning is aangewezen. Het betreft hier een woning voor het hoofd van de gemeente. Spr. zegt, dat de huurprijs door deze verbeteringen niet verhoogd dient te worden. De heer Zeeman zegt, dat het hem niet te doen is, dat hij tevreden wordt gesteld, doch dat de wethouder als waarn. voorz. op de aller eerste plaats de mededeelingen had te doen het geen in comité was behandeld. Door spr. wordt vervolgens gevraagd indien er veranderingen, worden aangebracht of de gemeente dit dan, moet doen of dat er wellicht eenige compen-' satie bestaat voor de gelden. Spr. wil geen hoo- gere huurwaarde koppelen aan "de kosten van f2300.dat heeft geen sympathie van hem,, doch spr. wenscht geen gelden en kosten te besteden aan het huis, zooals he daar staat. Het, huis is veel te klein. Een ontvangkamer is er niet, evenmin een logeerkamer. Thans wordt geargumenteerd dat de huur te hoog is, doch is deze huur vastgesteld na gedane overeenkomst, dus kan hier niet op beroepen worden. Vele, ieden van den Raad bevestigen volgens spr., dat de plaats waar het huis staat, niet beant woordt aan het doel. Sommige leden verklaren dat het huis niet beantwoordt aan de eischen Als dit zoo is, zal ook Liet geld, hiervoor uit gegeven, niet beantwoorden aan het doel. Het huis zal in de toekomst voor een eventueele opvolger te duur worden indien een nieuwe overeenkomst gemaakt zou worden. Heft trac- tement van den burgemeester der gemeente Z.- Scharwoude zou niet toereikend zijn. Indien dus de gemeente de kosten van verbetering moet financieren, dan is het ook de plicht van haar de finantieele'zijde der kleine gemeente goed te bezien. De waarn. voorz. zegt er prijs op te stellen, indien de heer Zeeman uitsluitend zou spreken over de ambtelijke woning. De heer Zeeman zegt, toch zeker het recht te hebben het finantieele budget ervan te be handelen. De gemeente wordt toch hierdoor bezwaard met ee nuitgave van f 2300. Het geld moet dan besteed worden voor de gemeente. Spr. is overtuigd, dat er vele gemeentenaren, zullen vragen, waar blijven de dubbeltjes die wij'op moeten brengen? De waarn. voorz. antwoordt, dat, al hooren de gemeentenaren niet alle besprekingen en lezen zij die gedeeltelijk uit de kranten, durft, niettegenstaande dit, spr. toch met het voorstel komen. De heer Zeeman, releveerende hetgeen in de 2 comité-vergaderingen is besproken, verklaart, dat de financiën het niet toelaten. Spr. verklaart zich tegen het voorstel, tenzij door B. en W. de toezegging wordt gedaan, dat de meerdere kosten worden gebracht in een verhoogde huur. De heer Kramer maakt de veronderstelling, dat, indien de eisch gesteld wordt, dat het be drag verdisconteerd moet worden door den huurder de huurwaarde gebracht zal moeten worden op f 600 en f 400 is ee ntotaal van f 1000. Spl. zegt ,dat dit toch geen eisch is van den eigenaar van het perceel, daar het hier een ver hooging betreft van bijkans 50 pet. Spr. vraagt waar het naar toe zou moeten indien de ge meente niet bijpast. Door spr. wordt gewezen op andere ambtswoningen, b.v. de onderwijzers-i woningen, waarbij de wet bepaald, dat de huur een zeker percentage mag bedragen van het inkomen van den ambtenaar, terwijl dit dan ook woningen zijn die f 12000 h f 15000 kostpn, terwiji de huur slechts 15 pet. van het inkomen is. De waarde van de woning van den burge meester is nu wel eenigszins anders als toen het aangeschaft is, daar dit is geschied in den duursten tijd. Daarom kan men nu toch niet dit standpunt innemen. Spr. is van meening, dat men den burgemeester dankbaar moet zijn dat hij destijds met genoemde overeenkomst genoe gen heeft genomen, terwijl de burgemeester! nimmer zich beklaagd heeft hierover, toch ze ker in het belang der gemeente. Spr. zag gaar ne, dat die overeenkomst nu ongedaan werd gemaakt. Spr. meent, dat de gemeente, gezien de houding van den burgemeester al die jaren, verplicht is aan redelijke eischen te voldoen, vandaar dat spr. zich geheel vereenigt met het voorstel. Thans wordt hét woord verleend aan den heer du Burck. De heer du Burck zegt, dat er gesproken is, dat de toestand der woning onhoudbaar is, doch spr. is het hiermede niet eens. De een stelt hooger eischen als de ander. Ieder mensch heeft recht op een goede woning, doch gezien de grootte van het huisgezin van den burge meester en gezien de bestaande 'toestand van het huis is de toestand, vergeleken bij die van andere woningen, in het geheel niet onhoud baar. Spr. zegt, dat als wij verzekerd waren, dat de burgemeester hier zou blijven, dan zou het een ander geval zijn. Doch spr. meent, dat, indien de burgemeester zijn positie zal kunnen verbeteren en in een mooiere omgeving zal kunnen wonen, hij zeker zal vertrekken, vooral daar deze gemeente toch altijd een plattelands gemeente blijft. Als er dus een opvolger komt die uitsluitend het ambtelijk salaris van f2100 a f2200 geniet, dan zal de huur ongeveer 45 pet. bedragen van het inkomen, hetgeen van zelf sprekend veel te hoog is. De plaats waar de woning staat en, gezien de groote kosten van verbetering, is het, volgens spr., verkeerd, zulk een bedrag te voteeren. Spr.'s motieven zijn absoluut geen persoonlijke doch uitsluitend zakelijke. Spr. zou wellicht zijn stem nog wel geven indien de wethouders de wensch der ge meentenaren nu ook eens in vervulling zouden brengen om eens een fröbelschool te stichten, waar al zoolang om gevraagd is. Spreker verklaart zich 'tegen het voorstel. De heer Dijkhuizen zegt, dat uit het voor stel blijkt, dat de verbeteringen die aangebracht worden nog steeds een lapmiddel zijn, daar een ontvangkamer niet zal worden aangebracht. Volgens spr. is de verbetering niet voldoende en verwacht deze, dat over een jaar of twee een voorstel zal gedaan worden om verdere ver betering. De mogelijkheid, dat de burgemees ter zal heengaan is niet uitgesloten en rijst de vraag of het dan wel practisch zal zijn veran deringen aan te brengen, terwijl niet bekend is of de opvolger hetzelfde huis wel bewonen. Misschien heeft de opvolger zelf een huis. Nu wordt het althans te duur. Spr. kan zich niet vereenigen met het voorstel. De waarn. voorz. wil den heer Dijkhuizen er op wijzen, dat het hier gaat om voor de tegen woordige bewoners de woning eenigszins aan het doel te doen beantwoorden. Het gaat hier niet om de praatjes die rond gaan, dat de bur gemeester zal heengaan. Het is nu noodzakelijk de verbetering aan te brengen. Ieder is er van doordrongen, dat de woning te primitief is. De heer Bekker weet geen tevredener per soon dan de burgemeester. Nog nooit heeft de burgem. laten blijken, dat de plaats waar de woning staat niet goed is, ondanks deze plaats niet gunstig is. Het woord „onhoudbaar" is niet zoo bedoeld, doch voor een huur van f 600 mag men toch een fatsoenlijke woning verlangen, terwijl de burgemeester nooit geen eischen heeft gesteld. Indien menschelijk wordt gedacht, dan is het toch heusch wel noodig, dat de verbeteringen worden aangebracht. De kosten van f300 per jaar voor meerdere huur opbrengst zullen volgens spr. toch niet te zwaar zijn voor de gemeente. De heer Groen had het woord niet willen vragen, daar hij zich wel bij een der vorige sprekers had kunnen aansluiten, doch nu de heer du Burck gezegd heeft, indien de wet houders voor andere zaken scheutiger zouden zijn, vindt spr., dat het toch niet aangaat zulks te zeggen. Volgens spr. vergeten de heeren, dat de gemeente eigenaar is van de woning en van iederen eigenaar wordt geèischt, dat ook iedere woning fatsoenlijk bewoonbaar is. De verbetering is noodzakelijk en de woning wordt er niet luxieuzer door, was dat het geval, dan zou spr. er niet voor kunnen zijn. Spr. sluit* zich aan bij den heer Kramer. Toch zou spr. gaarne de teekeningen eens willen zien, daar er veel van af hangt waaraan het geld besteed wordt. De heer du Burck wil nog een kleine op merking maken omtrent het gezegde van den heer Groen, betreffende het standpunt als eige naar der woning. Als de burgemeester vertrokken is, is de gemeente uitsluitend aangewezen op zyil op volger, terwijl, als een particuliere eigenaar een woning zal vergrooten, wordt door; hem een lioogere huur gevraagd en wordt deze niet geaccepteerd door den huurder, dan staan er onmiddellijk 10 k 20 andere huurders klaar om de verhoogde huur wel te willen betalen. De heer Bekker zegt, dat juist dit een reden te meer is om te trachten de burgemeester te houden. Indien de opvolger dan toch geen ver hoogde huur zal willen betalen, dan zullen de moeilijkheden nog grooter worden. Er moet dus niet op aangestuurd worden, dat door geen verbetering aan te brengen, de burgemeester spoediger zou kunnen heengaan. De heer Zeeman wijst e rnog op, dat de huur nu hoog is. De overeenkomst is gesloten bij de koop van het huis en deze dient dus te worden gerespecteerd. De heer Groen interrumpeert met de woor den, dat juist door de oude overeenkomsten zulke krotten ontstaan.- De heer Zeeman: Juist, dat komt hoofdzake lijk door dat gedurig kitsen van voorstellen. De waarn. voorz. zegt, dat het feit zeer een voudig is. Het huis heeft dringende behoefte om verbeteringen. De woning moet eenigszins voldoen aan de eischen vami een 'bewoonbaar, huis. De heer Zeeman wil de kwestie uitsluitend zakelijk behandelen daar de financiën gevo teerd moeten worden en de vraag wordt ge-; steld, hoe of de gemeente waar voor zijn geld krijgt. Indien de financiën er voor worden ge geven, zal de tijd leeren, dat de gelden weg gegooid zijn. Tevens zal het in de toekomst- blijken, dat de overeenkomst herzien zal moe ten worden. Dat is hier het kardinale punt. Het gaat hier of het te doen is voor den op volger. De waarn. voorz. zegt, dat het gaat voor den tegenwoordigen bewoner. De heer Zeeman interrumpeert: „Regeeren is vooruitzien". De waarn. voorz. dat dit juist is, doch het gaat hier om de woning thans te verbeteren. Spr. zou het gaarne zien, dat de leden de tee keningen zouden raadplegen. Door den secretaris worden de plannen ge haald, doch blijkt, dat de teekeningen van het jaar 1918 zijn. De nieuwe teekeningen zijn niet aanwezig. De heer Dijkhuizen vraagt of de serre wel licht ingericht zo ukunnen worden voor ont vangkamer. De waarn. voorz. antwoordt, dat indien zulks, gedaan zou worden, dit des te beter zou zijn. Tevens wenscht spr. nog even op te merken,, dat als het voorstel zal worden aangenomen, de uitvoering zoo zuinig mogelijk zal geschieden, Spr. stelt voor de discussies te sluiten en tot- stemming over te gaan. De heet Zeeman vraagt of het de wethouders: niet aanlokt om het huis te verkoopen en eehi ru-euw te bouwen. De waarn. voorz."is overtuigd, dat de kosten; veel hooger zullen zijn indien tot nieuwbouw) zal worden overgegaan, daar eerst de grond5 moet worden aangekocht en dan nog de ko-sten van den bouw en zal dit gezamenlijk 16 k 17000 gulden bedragen. Op die manier zou het toch te ver voeren. De heer Groen brengt in het midden, dat in: het geheel nog niet gesproken is omtrent eene betreffende Leening en aflossingstermijn. De waarn. voorz. deelt mede, dat betref fende voorstellen in een volgende vergadering behandeld kunnen worden. Hierna wordt overgegaan tot stemming ovter] het voorstel om een bedrag groot f2300.te verstrekken. De uitslag vermeldt 4 stemmen voor, tegen stemden de heeren Zeeman, du Burck en Dijk huizen. Het voorstel is dus aangenomen. De waarn. voorz. zegt den leden dank voor de zakelijke besprekingen. Het zou hem veel genoegen gedaan hebben indien het voorstel met algemeene stemmen zou zijn aangenomen, doch ieder heeft zijn eige nmeening hierom trent. Vervolgens wordt bvergegaan tot de rond vraag. De heer Dijkhuizen zegt, dat het hem eigen aardig aandeed, dat de voorz. aan hem gewei gerd had te zeggen welk punt aan de orde was, toen spr. binnenkwam. Het doet hemi vreemd aan dat in den laatsten tijd de vergade ringen steeds op Dinsdag zijru geweest. Spr. twijfelde er niet aan, dat hier opzet in het spel zou kunnen zijn, doch op Dinsdag is hij mee ren - deels verhinderd, daar de verkoopingen in den; regel op Dinsdag zijn, waarbij spr. steeds tegen woordig moet zijn. Om deze redenen verzoekt spr. den waarn. voorz. In het vervolg hiermede rekening te willen houden? zo odit mogelijk is. rekening te willen houden, zoo dit mogelijk is. De waarn. voorz. zegt toe de wenschen aan den voorzitter te zullen overbrengen. Hierna wordt de vergadering gesloten. 6s beteekenis van de Nederlandsche intensieve bsdemcultuur voor de voedselvoorziening. 't Is van algemeene bekendheid, dat in ons land niet voldoende broodgraan voo neigen be hoefte wordt geteeld. We zijn op importeeren: aangewezen. De groote dichtheid onzer bevolking éischt,, dat er uit den bodem wordt gehaald, wat maar eenigszins mogelijk is. Van hoe enorme betee kenis de tuinbouw is, in verband met die dicht heid der bevolking, waar toch deze tak van bedrijf aan velen bestaansmogelijkheid biedt op betrekkelijk klein terrein, daarvan geven, de jongste statistieken blijk. De geweldige uitvoer van groenten fruit, aardappelen en fijna zaden stelt toch Neder land in staat, met behoud van zijn welvaarts peil, het benoodigde broodgraan in te voeren1. Enkele cijfers. De exportwaarde van de ge- xnoemde tuinbouwproducten bedroeg in 1925 (met inbegrip van fijne zaden) 151 miljoeni gulden. Bij den huidigen stand der tarweprijzen zou daarvoor kunnen worden gekocht ruim elf mil joen H.L. tarwe. Om deze hoeveelheid te kun nen telen, zouden 320.000 H.A. met dit gewas moeten worden bezaaid. De geheele bovengenoemde uitvoer van den tuinbouwgewassen en zaden en dan nog de groote hoeveelheden groenten, fruit en aard appelen in ons land van eigen teelt verbruikt, zijn gegroeid op 140.000 H.A. Door den tuinbouw dus wordt ons land in staat gesteld bijna 2x/2 maal zooveel tarwe in te voeren, als op den grond, door tuinbouw gewassen ingenomen, kan worden geteeld. Hoe groot is dus de beteekenis van den tuin bouw voor de voedselvoorziening voor het dichtbevolkte Nederland. Eene geheime 'distilleerderij. Dezer dagen kwam de Haagsche politie ter oore, dat in een perceel aan de Nieuwe Haven straat regelmatig overtredingen van de Drank wet zoude nplaats hebben. Zaterdagmiddag hebben eenige rechercheurs van de afdeeling van den justitieelen dienst van het hoofdbureau, welke speciaal belast is met het toezicht op naleving der Drankwet, vergezeld van eenige belastingambtenaren, een inval gedaan in bedoeld perceel. Het bleek al spoedig, dat men hier inderdaad te doen had met een geheime distilleerderij. Op het oogenblik, dat de politie, het per ceel betrad, was de bewoner juist bezig het een en ander klaar te zetten voor het maken van gedistilleerd. In tegenstelling met andere clandestiene in stellingen, waar het gedistilleerd vaak met be hulp van een ketel wordt gamaakt en waardoor men licht aan ontdekking bloot staat, werd hier ee ngeheel chemisch procédé gevolg.. De bewoner B'. genaamd, van beroep che micus, vervaardigde hoofdzakelijk gedistilleerd op kleine schaal. Toch heeft de politie een aanzienlijke partij bij hem in beslag genomen, o.m. een 40-tal flesschen champagne. Ook ver schillende praeparaten werden in beslag ge nomen. Toen Bj. zich ontdekt zag, heeft hij in een onbewaakt oogenblik zelfmoord willen plegen, maar dit gelukte 'hem niet. Toch verwondde hij zich zoodanig, dat de Geneeskundige Dienst overbrenging naar het ziekenhuis noodzake lijk oordeelde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 3