Raad Zuidscharwoude.
TWEEDE BLAD.-Zaterdag 15Mei 1926
ftowstpingen
IP'
lil.!
Dinsdagavond om half 8 vergaderde de Raad
der gemeente Zuidscharwoude ten raadhuize
onder voorzitterschap van den Edelkchtb. Heer
Burgemeester Jhr. Spengler.
Secretaris: de heer Kunnen.
Afwezig is de heer Dijkhuizen.
De voorz. opent de vergadering waarna de
notulen der vorige vergadering ongewijzigd wor
den goedgekeurd onder dank aan den samen
steller.
Ingekomen is het verslag der Gezondheids
commissie over het jaar 1925.
Vervolgens is ingekomen een schrijven van
den heer S. Kruier, waarin mededeeling wordt
gedaan, dat genoemde zijn benoeming als lid
van het Armbestuur aanneemt."
Eveneens van den WelEerw. Heer Ds. J. v.
Meurs voor zijne benoeming als lid van de
Comm. van Toezicht op het L. O.
Door B. en W. wordt voorgesteld boven
staande stukken voor kennisg. aan| te nemen.
Aldus wordt besloten.
Evenzoo wordt besloten omtrent het ingeko
men verslag over 1925 van den Keurmeester be
treffende de Vee- en Vleeschkeuringswet.
Naar aanleiding van de gehouden besprekin
gen in de vorige vergadering omtrent de benoe
ming van een plaatsvervangend lid der gas-
comm., meent genoemde commissie het desbe
treffende artikel te moeten wijzigen om moeilijk-'
heden, die zich nu hebben voorgedaan, te voor
komen en wel als volgt: indien een raadslid als
zoodanig bedankt tevens bedankt als lid van de
gascommissie.
Aldus wordt besloten.
Vervolgens is aan de orde de vaststelling van
het vcrminigvuldigingscijfer voor het dienstjaar
1926—'27.
De voorz. deelt mede, dat Bj. en W. zich eerst
hebben overtuigd bij den Inspecteur der Inkom
stenbelasting omtrent de opbrengst van 1925
1926, dewelke f 17500.bedroeg. De kwade
posten zullen meer bedragen dan aanvankelijk
is geraamd. De voorz. wijst op het voorstel, ge
daan het vorige jaar, hetgeen betrof het cijfer te-
bepalen op 1, doch werd het toen bepaald op 0,9.
Om geen risico te beloopen dat de rekening
met een nadeelig saldo sluit, wenschen Bi. en
W. voorzichtigheidshalve het cijfer niet te laag.
te bepalen, vooral daar er steeds uitgaven zijn,
welke vooruit onmogelijk te weten zijn. Als
voorbeeld stelt de voorz. het volgende: dat er
nu nog opgaven van bijdragen inkomen over
het jaar 192324 betreffende het bezoeken van
districtsscholen door leerlingen, woonachtig in
deze gemeente. Eveneens komt het voor, dat
van de Rijksuitkeering te veel is genoten, waar
door terugstorting moet geschieden. De om
standigheden nopen een speling te behouden
van f 1000 k f 1500. De Inkomstenbelasting over
1926 is geraamd op f 19500.
B. en W. stellen voor, gezien de opbrengst
van 1925 van f 17500, het cijfer te bepalen op
1.05. De meening van B. en W. was eerst 1,1,
doch wordt vertrouwd, dat het cijfer 1.05 vol
doende zal zijn voor de opbrengst van f 19500.
De heer Zeeman merkt op, dat het nu den
schijn wekt, alsof de Raad het vorige jaar niet
goed heeft gehandeld om het cijfer op 0,9 te
bepalen, doch spr. is van meening, dat B. en
W. de bepaling van 1.05 goed bedoeld hebfieni
aan de hand der cijfers.
Evenwel vindt spr. de sprong van 0.9 op 1,05
nogal groot. Spr. verklaart zich er niet direct
tegen, doch bij hem rijst de vraag öf de inkom
sten dit jaar lager zullen zijn dan het vorig
jaar. Wellicht is dit volgens spr. mogelijk, doch
de algemeene inkomsten der groentebedrijven:
zijn vrijwel stationnair gebleven en zal de ver
hooging van het cijfer op vele bedrijven ween
drukkend werken.
De voorz. meent, dat het vorige jaar bij de
bepaling van het cijfer hetzelfde door den heer
Zeeman naar voren is gebracht, doch B. en W.
willen liever den voorzichtigen kant uit.
Het vorige jaar bedroeg de opbrengst f 3000
minder als in 1924 en is volgens spr. de moge
lijkheid niet uitgesloten, dat dit zelfde zich dit
jaar voordoet, doch indien de opbrengst grooter
is, is dit geld toch niet verloren, daar dit dan
weer ten goede komt aan het volgend jaar. In
dien het cijfer niet verhoogd wordt, d^n bestaat
de kans, dat de verhooging het a.s. jaar veel
grooter zal zijn. In den regel wordt er rekening
mede gehouden met de opbrengst der groenten-
veilingen, doch men mag niet vergeten, dat in
deze gemeente een groote klasse bestaat van
winkeliers en middenstanders, hetgeen in ande
re gemeenten niet het geval is. De lasten mogen
dus niet te zwaar ineens gemaakt worden.
De heer du Burck kan zich volkomen ver
enigen met het voorstel van Bi. en W., vooral
daar de inkomsten der Tunbouwers dit jaar
wellicht lager zullen 'zijn gezien de cijfers den
Boerenleenbank, hetgeen wel een "bewijs hier
voor is. Spr. is eveneens van meening den voor-
ztchtigen weg te moeten bewandelen.
Hierna komt de heer Dijkhuizen binnen en is
de Raad voltallig.
De heer Groen kan zich geheel aansluiten1
bij het voorstel van B,. en W., gezien de groo
tte opbrengst als het vorige jaar. Spr. deelt
dezelfde meening als den heer du Burck.
De voorz. merkt op, dat de heer Zeeman
hellicht over het hoofd heeft gezien, dat de
begrooting hooger is dan hét vorige jaar.
De heer Dijkhuizen vraagt aan den voorz.,
welk punt aan de orde is.
De voorz. antwoordt, dat het hem spijt, hier
aan geene mededeeling te kunnen doen daar de
heer Dijkhuizen dan op tijd aanwezig had moe-
en Z1in, daar de vergadering om half 8 is aan
gevangen.
Vervolgens wordt het voorstel van B. en
•met algemeene stemming aangenomen.
Het volgend punt der agenda betreft twee
oorstellen der Gascommissie om de prijs der
«tstioom te bepalen van 35 cent op 30 cent
n die van krachtstroom van 30 cent op 25 cent
per Kilowattuur met ingang van 1 Juni. Gezien
de gunstige cijfers van de Lichtbedrijven over
1925 welke eertijds bekend gemaakt zullen wor
den en de vooruitgang van 19 pet. welke er
thans is, meent de commissie tot deze verlaging
te moeten overgaan.
Conform de voorstellen wordt aldus besloten.
Hierna gaat de Raad over in geheime zitting.
Na ruim een uur wordt de openbare zitting,
voortgezet onder voorzitterschap van den heer
J. Kroon.
De waarn. voorz. stelt de vraag of één der
leden nog aanmerkingen heeft naar aanleiding
der besprekingen in comité.
De heer Zeeman is ten zeerste verwonderd
dat deze vraag gesteld wordt, daar spr. zeer
zekei had verwacht dat de heer Kroon als
waarn. voorz. de zaak thans in het openbaar,
zou spreken; Spr. achtte, dat hij dit volkomen;
adiem heeft gezegd.
De waarn. voorz. brengt dan naar voren een
voorstel van B. en W. om een crediet van f 2300
te verstrekken om de ambtelijke woning van
den burgemeester in een redelijke toestand te
brengen. De thans bestaande toestand is on
houdbaar en is dringende verbetering noodza
kelijk. De waarn. voorz. durft, gezien de toe
stand, met gerustheid dit voorstel te doen. Door
dit crediet te verleenen zal de woning niet
luxieus worde ndoch wordt deze fatsoenlijk
ingericht. Het plan is om aan den achterkant
een veranda aan te brengen en boven de serre
een kamer bij te bouwen. De bedoeling is om
de woning eenigszins te doen beantwoorden;
aan het doel waarvoor de ambtelijke woning is
aangewezen. Het betreft hier een woning voor
het hoofd van de gemeente. Spr. zegt, dat de
huurprijs door deze verbeteringen niet verhoogd
dient te worden.
De heer Zeeman zegt, dat het hem niet te
doen is, dat hij tevreden wordt gesteld, doch
dat de wethouder als waarn. voorz. op de aller
eerste plaats de mededeelingen had te doen het
geen in comité was behandeld. Door spr. wordt
vervolgens gevraagd indien er veranderingen,
worden aangebracht of de gemeente dit dan,
moet doen of dat er wellicht eenige compen-'
satie bestaat voor de gelden. Spr. wil geen hoo-
gere huurwaarde koppelen aan "de kosten van
f2300.dat heeft geen sympathie van hem,,
doch spr. wenscht geen gelden en kosten te
besteden aan het huis, zooals he daar staat. Het,
huis is veel te klein. Een ontvangkamer is er
niet, evenmin een logeerkamer. Thans wordt
geargumenteerd dat de huur te hoog is, doch is
deze huur vastgesteld na gedane overeenkomst,
dus kan hier niet op beroepen worden. Vele,
ieden van den Raad bevestigen volgens spr.,
dat de plaats waar het huis staat, niet beant
woordt aan het doel. Sommige leden verklaren
dat het huis niet beantwoordt aan de eischen
Als dit zoo is, zal ook Liet geld, hiervoor uit
gegeven, niet beantwoorden aan het doel. Het
huis zal in de toekomst voor een eventueele
opvolger te duur worden indien een nieuwe
overeenkomst gemaakt zou worden. Heft trac-
tement van den burgemeester der gemeente Z.-
Scharwoude zou niet toereikend zijn. Indien
dus de gemeente de kosten van verbetering
moet financieren, dan is het ook de plicht van
haar de finantieele'zijde der kleine gemeente
goed te bezien.
De waarn. voorz. zegt er prijs op te stellen,
indien de heer Zeeman uitsluitend zou spreken
over de ambtelijke woning.
De heer Zeeman zegt, toch zeker het recht
te hebben het finantieele budget ervan te be
handelen. De gemeente wordt toch hierdoor
bezwaard met ee nuitgave van f 2300. Het geld
moet dan besteed worden voor de gemeente.
Spr. is overtuigd, dat er vele gemeentenaren,
zullen vragen, waar blijven de dubbeltjes die
wij'op moeten brengen?
De waarn. voorz. antwoordt, dat, al hooren
de gemeentenaren niet alle besprekingen en
lezen zij die gedeeltelijk uit de kranten, durft,
niettegenstaande dit, spr. toch met het voorstel
komen.
De heer Zeeman, releveerende hetgeen in de
2 comité-vergaderingen is besproken, verklaart,
dat de financiën het niet toelaten. Spr. verklaart
zich tegen het voorstel, tenzij door B. en W.
de toezegging wordt gedaan, dat de meerdere
kosten worden gebracht in een verhoogde huur.
De heer Kramer maakt de veronderstelling,
dat, indien de eisch gesteld wordt, dat het be
drag verdisconteerd moet worden door den
huurder de huurwaarde gebracht zal moeten
worden op f 600 en f 400 is ee ntotaal van f 1000.
Spl. zegt ,dat dit toch geen eisch is van den
eigenaar van het perceel, daar het hier een ver
hooging betreft van bijkans 50 pet. Spr. vraagt
waar het naar toe zou moeten indien de ge
meente niet bijpast. Door spr. wordt gewezen op
andere ambtswoningen, b.v. de onderwijzers-i
woningen, waarbij de wet bepaald, dat de huur
een zeker percentage mag bedragen van het
inkomen van den ambtenaar, terwijl dit dan
ook woningen zijn die f 12000 h f 15000 kostpn,
terwiji de huur slechts 15 pet. van het inkomen
is. De waarde van de woning van den burge
meester is nu wel eenigszins anders als toen
het aangeschaft is, daar dit is geschied in den
duursten tijd. Daarom kan men nu toch niet dit
standpunt innemen. Spr. is van meening, dat
men den burgemeester dankbaar moet zijn dat
hij destijds met genoemde overeenkomst genoe
gen heeft genomen, terwijl de burgemeester!
nimmer zich beklaagd heeft hierover, toch ze
ker in het belang der gemeente. Spr. zag gaar
ne, dat die overeenkomst nu ongedaan werd
gemaakt. Spr. meent, dat de gemeente, gezien
de houding van den burgemeester al die jaren,
verplicht is aan redelijke eischen te voldoen,
vandaar dat spr. zich geheel vereenigt met het
voorstel.
Thans wordt hét woord verleend aan den
heer du Burck.
De heer du Burck zegt, dat er gesproken is,
dat de toestand der woning onhoudbaar is,
doch spr. is het hiermede niet eens. De een stelt
hooger eischen als de ander. Ieder mensch
heeft recht op een goede woning, doch gezien
de grootte van het huisgezin van den burge
meester en gezien de bestaande 'toestand van
het huis is de toestand, vergeleken bij die van
andere woningen, in het geheel niet onhoud
baar. Spr. zegt, dat als wij verzekerd waren,
dat de burgemeester hier zou blijven, dan zou
het een ander geval zijn. Doch spr. meent, dat,
indien de burgemeester zijn positie zal kunnen
verbeteren en in een mooiere omgeving zal
kunnen wonen, hij zeker zal vertrekken, vooral
daar deze gemeente toch altijd een plattelands
gemeente blijft. Als er dus een opvolger komt
die uitsluitend het ambtelijk salaris van f2100
a f2200 geniet, dan zal de huur ongeveer 45
pet. bedragen van het inkomen, hetgeen van
zelf sprekend veel te hoog is. De plaats waar
de woning staat en, gezien de groote kosten
van verbetering, is het, volgens spr., verkeerd,
zulk een bedrag te voteeren. Spr.'s motieven
zijn absoluut geen persoonlijke doch uitsluitend
zakelijke. Spr. zou wellicht zijn stem nog wel
geven indien de wethouders de wensch der ge
meentenaren nu ook eens in vervulling zouden
brengen om eens een fröbelschool te stichten,
waar al zoolang om gevraagd is.
Spreker verklaart zich 'tegen het voorstel.
De heer Dijkhuizen zegt, dat uit het voor
stel blijkt, dat de verbeteringen die aangebracht
worden nog steeds een lapmiddel zijn, daar een
ontvangkamer niet zal worden aangebracht.
Volgens spr. is de verbetering niet voldoende
en verwacht deze, dat over een jaar of twee
een voorstel zal gedaan worden om verdere ver
betering. De mogelijkheid, dat de burgemees
ter zal heengaan is niet uitgesloten en rijst de
vraag of het dan wel practisch zal zijn veran
deringen aan te brengen, terwijl niet bekend
is of de opvolger hetzelfde huis wel bewonen.
Misschien heeft de opvolger zelf een huis. Nu
wordt het althans te duur. Spr. kan zich niet
vereenigen met het voorstel.
De waarn. voorz. wil den heer Dijkhuizen er
op wijzen, dat het hier gaat om voor de tegen
woordige bewoners de woning eenigszins aan
het doel te doen beantwoorden. Het gaat hier
niet om de praatjes die rond gaan, dat de bur
gemeester zal heengaan.
Het is nu noodzakelijk de verbetering aan
te brengen. Ieder is er van doordrongen, dat de
woning te primitief is.
De heer Bekker weet geen tevredener per
soon dan de burgemeester. Nog nooit heeft de
burgem. laten blijken, dat de plaats waar de
woning staat niet goed is, ondanks deze plaats
niet gunstig is. Het woord „onhoudbaar" is
niet zoo bedoeld, doch voor een huur van
f 600 mag men toch een fatsoenlijke woning
verlangen, terwijl de burgemeester nooit geen
eischen heeft gesteld. Indien menschelijk wordt
gedacht, dan is het toch heusch wel noodig,
dat de verbeteringen worden aangebracht. De
kosten van f300 per jaar voor meerdere huur
opbrengst zullen volgens spr. toch niet te zwaar
zijn voor de gemeente.
De heer Groen had het woord niet willen
vragen, daar hij zich wel bij een der vorige
sprekers had kunnen aansluiten, doch nu de
heer du Burck gezegd heeft, indien de wet
houders voor andere zaken scheutiger zouden
zijn, vindt spr., dat het toch niet aangaat zulks
te zeggen. Volgens spr. vergeten de heeren,
dat de gemeente eigenaar is van de woning en
van iederen eigenaar wordt geèischt, dat ook
iedere woning fatsoenlijk bewoonbaar is. De
verbetering is noodzakelijk en de woning wordt
er niet luxieuzer door, was dat het geval, dan
zou spr. er niet voor kunnen zijn. Spr. sluit*
zich aan bij den heer Kramer. Toch zou spr.
gaarne de teekeningen eens willen zien, daar
er veel van af hangt waaraan het geld besteed
wordt.
De heer du Burck wil nog een kleine op
merking maken omtrent het gezegde van den
heer Groen, betreffende het standpunt als eige
naar der woning.
Als de burgemeester vertrokken is, is de
gemeente uitsluitend aangewezen op zyil op
volger, terwijl, als een particuliere eigenaar een
woning zal vergrooten, wordt door; hem een
lioogere huur gevraagd en wordt deze niet
geaccepteerd door den huurder, dan staan er
onmiddellijk 10 k 20 andere huurders klaar om
de verhoogde huur wel te willen betalen.
De heer Bekker zegt, dat juist dit een reden
te meer is om te trachten de burgemeester te
houden. Indien de opvolger dan toch geen ver
hoogde huur zal willen betalen, dan zullen de
moeilijkheden nog grooter worden. Er moet
dus niet op aangestuurd worden, dat door geen
verbetering aan te brengen, de burgemeester
spoediger zou kunnen heengaan.
De heer Zeeman wijst e rnog op, dat de huur
nu hoog is. De overeenkomst is gesloten bij de
koop van het huis en deze dient dus te worden
gerespecteerd.
De heer Groen interrumpeert met de woor
den, dat juist door de oude overeenkomsten
zulke krotten ontstaan.-
De heer Zeeman: Juist, dat komt hoofdzake
lijk door dat gedurig kitsen van voorstellen.
De waarn. voorz. zegt, dat het feit zeer een
voudig is. Het huis heeft dringende behoefte
om verbeteringen. De woning moet eenigszins
voldoen aan de eischen vami een 'bewoonbaar,
huis.
De heer Zeeman wil de kwestie uitsluitend
zakelijk behandelen daar de financiën gevo
teerd moeten worden en de vraag wordt ge-;
steld, hoe of de gemeente waar voor zijn geld
krijgt. Indien de financiën er voor worden ge
geven, zal de tijd leeren, dat de gelden weg
gegooid zijn. Tevens zal het in de toekomst-
blijken, dat de overeenkomst herzien zal moe
ten worden. Dat is hier het kardinale punt.
Het gaat hier of het te doen is voor den op
volger.
De waarn. voorz. zegt, dat het gaat voor den
tegenwoordigen bewoner.
De heer Zeeman interrumpeert: „Regeeren
is vooruitzien".
De waarn. voorz. dat dit juist is, doch het
gaat hier om de woning thans te verbeteren.
Spr. zou het gaarne zien, dat de leden de tee
keningen zouden raadplegen.
Door den secretaris worden de plannen ge
haald, doch blijkt, dat de teekeningen van het
jaar 1918 zijn. De nieuwe teekeningen zijn niet
aanwezig.
De heer Dijkhuizen vraagt of de serre wel
licht ingericht zo ukunnen worden voor ont
vangkamer.
De waarn. voorz. antwoordt, dat indien zulks,
gedaan zou worden, dit des te beter zou zijn.
Tevens wenscht spr. nog even op te merken,,
dat als het voorstel zal worden aangenomen, de
uitvoering zoo zuinig mogelijk zal geschieden,
Spr. stelt voor de discussies te sluiten en tot-
stemming over te gaan.
De heet Zeeman vraagt of het de wethouders:
niet aanlokt om het huis te verkoopen en eehi
ru-euw te bouwen.
De waarn. voorz."is overtuigd, dat de kosten;
veel hooger zullen zijn indien tot nieuwbouw)
zal worden overgegaan, daar eerst de grond5
moet worden aangekocht en dan nog de ko-sten
van den bouw en zal dit gezamenlijk 16 k
17000 gulden bedragen. Op die manier zou het
toch te ver voeren.
De heer Groen brengt in het midden, dat in:
het geheel nog niet gesproken is omtrent eene
betreffende Leening en aflossingstermijn.
De waarn. voorz. deelt mede, dat betref
fende voorstellen in een volgende vergadering
behandeld kunnen worden.
Hierna wordt overgegaan tot stemming ovter]
het voorstel om een bedrag groot f2300.te
verstrekken.
De uitslag vermeldt 4 stemmen voor, tegen
stemden de heeren Zeeman, du Burck en Dijk
huizen.
Het voorstel is dus aangenomen.
De waarn. voorz. zegt den leden dank voor
de zakelijke besprekingen. Het zou hem veel
genoegen gedaan hebben indien het voorstel
met algemeene stemmen zou zijn aangenomen,
doch ieder heeft zijn eige nmeening hierom
trent.
Vervolgens wordt bvergegaan tot de rond
vraag.
De heer Dijkhuizen zegt, dat het hem eigen
aardig aandeed, dat de voorz. aan hem gewei
gerd had te zeggen welk punt aan de orde
was, toen spr. binnenkwam. Het doet hemi
vreemd aan dat in den laatsten tijd de vergade
ringen steeds op Dinsdag zijru geweest. Spr.
twijfelde er niet aan, dat hier opzet in het spel
zou kunnen zijn, doch op Dinsdag is hij mee ren -
deels verhinderd, daar de verkoopingen in den;
regel op Dinsdag zijn, waarbij spr. steeds tegen
woordig moet zijn. Om deze redenen verzoekt
spr. den waarn. voorz. In het vervolg hiermede
rekening te willen houden? zo odit mogelijk is.
rekening te willen houden, zoo dit mogelijk is.
De waarn. voorz. zegt toe de wenschen aan
den voorzitter te zullen overbrengen.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
6s beteekenis van de Nederlandsche intensieve
bsdemcultuur voor de voedselvoorziening.
't Is van algemeene bekendheid, dat in ons
land niet voldoende broodgraan voo neigen be
hoefte wordt geteeld. We zijn op importeeren:
aangewezen.
De groote dichtheid onzer bevolking éischt,,
dat er uit den bodem wordt gehaald, wat maar
eenigszins mogelijk is. Van hoe enorme betee
kenis de tuinbouw is, in verband met die dicht
heid der bevolking, waar toch deze tak van
bedrijf aan velen bestaansmogelijkheid biedt op
betrekkelijk klein terrein, daarvan geven, de
jongste statistieken blijk.
De geweldige uitvoer van groenten fruit,
aardappelen en fijna zaden stelt toch Neder
land in staat, met behoud van zijn welvaarts
peil, het benoodigde broodgraan in te voeren1.
Enkele cijfers. De exportwaarde van de ge-
xnoemde tuinbouwproducten bedroeg in 1925
(met inbegrip van fijne zaden) 151 miljoeni
gulden.
Bij den huidigen stand der tarweprijzen zou
daarvoor kunnen worden gekocht ruim elf mil
joen H.L. tarwe. Om deze hoeveelheid te kun
nen telen, zouden 320.000 H.A. met dit gewas
moeten worden bezaaid.
De geheele bovengenoemde uitvoer van den
tuinbouwgewassen en zaden en dan nog de
groote hoeveelheden groenten, fruit en aard
appelen in ons land van eigen teelt verbruikt,
zijn gegroeid op 140.000 H.A.
Door den tuinbouw dus wordt ons land in
staat gesteld bijna 2x/2 maal zooveel tarwe in
te voeren, als op den grond, door tuinbouw
gewassen ingenomen, kan worden geteeld.
Hoe groot is dus de beteekenis van den tuin
bouw voor de voedselvoorziening voor het
dichtbevolkte Nederland.
Eene geheime 'distilleerderij.
Dezer dagen kwam de Haagsche politie ter
oore, dat in een perceel aan de Nieuwe Haven
straat regelmatig overtredingen van de Drank
wet zoude nplaats hebben.
Zaterdagmiddag hebben eenige rechercheurs
van de afdeeling van den justitieelen dienst
van het hoofdbureau, welke speciaal belast is
met het toezicht op naleving der Drankwet,
vergezeld van eenige belastingambtenaren, een
inval gedaan in bedoeld perceel. Het bleek
al spoedig, dat men hier inderdaad te doen had
met een geheime distilleerderij.
Op het oogenblik, dat de politie, het per
ceel betrad, was de bewoner juist bezig het
een en ander klaar te zetten voor het maken
van gedistilleerd.
In tegenstelling met andere clandestiene in
stellingen, waar het gedistilleerd vaak met be
hulp van een ketel wordt gamaakt en waardoor
men licht aan ontdekking bloot staat, werd
hier ee ngeheel chemisch procédé gevolg..
De bewoner B'. genaamd, van beroep che
micus, vervaardigde hoofdzakelijk gedistilleerd
op kleine schaal. Toch heeft de politie een
aanzienlijke partij bij hem in beslag genomen,
o.m. een 40-tal flesschen champagne. Ook ver
schillende praeparaten werden in beslag ge
nomen.
Toen Bj. zich ontdekt zag, heeft hij in een
onbewaakt oogenblik zelfmoord willen plegen,
maar dit gelukte 'hem niet. Toch verwondde
hij zich zoodanig, dat de Geneeskundige Dienst
overbrenging naar het ziekenhuis noodzake
lijk oordeelde.