I'G I 'l- Uit's Lands Vergaderzaal (Van onzen parlementairen medewerker). 2de Kamer. De Naarder kweekers. Het parlementaire jaar begint nu wel zijn einde te naderen. De 2e Kamer zal nog één keer bijeenkomen en wel op 29 Juni, in welke vergadering de heer Moller zal interpelleeren over de classificatie der gemeenten in het Be zoldigingsbesluit, ein waarin voorts over de tweè aangevraagde torpedobootjagers voor Iindië en over het sterk becritiseerde Verdag met Duitsch land zal worden beslist. Daarentegen blijft het verdrag met België vermoedelijk tot het najaar liggen. Voorts zal de le Kamer nog eenige keeren moeten bijeenkomen om dë laatste van haar zuster-Kamer ontvangen ontwerpen te be handelen en daarna zullen de beide vergader zalen der S. G. ter beschikking komen van de vele vreemdelingen, die in de vacantiemaand het Binnenhof plegen te overstroomen. In de 2e Kamer is een serie kleine wetsont werpen goedgekeurd, waarover weinig of geen debat plaats had. De hoofdzaak in de afge- loopen parlementaire week was de zaak van de Naarder kweekers, die nu eindelijk tot een oplossing schijnt te komen. Wellicht herinnert men zich nog hoe deze kweekers jaren lang gepoogd hebben schadevergoeding los te wrin gen, in verband met de hooge waterstanden door militaire maatregelen in den mobilisatie tijd veroorzaakt. Het Departement van Oorlog bleef echter tot voor kort'stijf volhouden, dat er geenerlei verband bestond tusschen de mili taire inundaties en de hooge waterstanden, in de streken, waar deze kweekers hun bedrijf uit oefenen. Het leek een wanhopige strijd voor deze nijveren, gesteund door verschillende Ka merleden (Mrs. Dresselhuis, van Dorp, de Wil de, den heer Duys) om op de bureaucratie van Oorlog een overwinning te bevechten. Het was weer een van die gevallen, die den heer Boon het recht gaf er aan te herinneren, dat de Staat de meest chicaneerende partij is, die men te genover zich kaai vinden. Voor 'ieder scheen het duidelijk, dat hier causaal verband aan wezig was en vooral, dat hier reden tot scha devergoeding door den - Staat was, 'nadat de Minister van Oorlog zelf een commissie van hoogstaande deskundigen had ingesteld om dit verband te onderzoeken en deze tot een voor: de kweekers gunstig oordeel was gekomen. Doch het Dep. v. Oorlog bleef tegenstribbelen. Ook de heer Lambooy begon met zich op net oude standpunt van afwijzing te stellen, blijk baar evenals zijn voorgangers, geheel zeilende op het compas van een officier, die van het begin af adviseur in deze was geweest en aller minst onbevooroordeeld tegenover de vraag stukken kbn staan. Intusschen heeft de Kamer, op 28 Mei nog eens op scherpe wijze de duim schroeven aangezet, waarna de heer Lambooy uitstel vroeg om de zaak persoonlijk te onder zoeken. En het dienst zonder voorbehoud er kend te worden, dat de heer Lambooy bij dit onderzoek geheel onpartijdig te werk is gegaan om de fout, die er in deze gemaakt was, vol ledig te erkennen. „Het was een ellendige fout" om met den Minister te spreken, een fout oorspronkelijk begaan door een ambtenaar van de schadecommissie, waarop de altere commi Woltman en achtereenvolgende Ministers van Oorlog hadden voortegewerkt. De fout bestond n.l. hierin, dat men had moeten gebruiken groe pen cijfers van ebstanden, terwijl met abusie velijk gebruikt had cïjfergroepen, die de water standen op vaste ure naangaven. Op deze, fout voortbouwende moest men tot een foutieve con clusie komen en hoezeer het te betreuren is, dat deze vergissing werd begaan en niet eerder ontdekt werd, bleek toch duidelijk, dat hier. van kwaden trouw, vervalsching, cijferfabricage (om enkele kwalificaties van den heer Duys te noemen) geen sprake is geweest. Vroeg de Kamer-commissie volledige schade vergoeding, reeds jaren geleden door een com missie van deskundigen door den president der Haagsche Rechtbank benoemd, vastgesteld op f 213.000, dit ging de Regeering te ver. Met het oog op de consequenties .wenscht zij niet verder te gaan dan een tegemoetkoming in deze schade. Tot overmaat van ramp wij zigde de commissie op het laatste oogenbllik haar conclusie in dezen zin, dat ook de inaf- recte schade 2 k 3 ton beloopende, moest wor den vergoed voor zoover de billijkheid daartoe aanleiding gaf. Dr. de Visser deed nog een poging om de uitspraak \tan de Kamer te be perken tot „een behoorlijke tegemoetkoming" (waarmede de Regeering zich accoord had ver klaard; maar de Kamer verwierp met 35 tegen 33 stemmen het mindere qm met 52 tegen 15 het meerdere te eischen, een eisch, waarvan tevoren vaststond, dat de Regeering hem niet zal inwilligen. Zullen de kweekers dus een door de Regeering behoorlijk geachte tegemoetko ming krijgen, het staat nog te bezien of de Kamer, die met groote meerderheid het volle pond eischte, zielf bij deze uitvoering van haar besluit zal neerlegt011 Uitgesloteü lijkt het dus niet, dat de Naarder kweekerkwestie toch nog eens opnieuw de aandacht van de Volksver tegenwoordiging zal vragen. FEUILLETON De Wenteltrap 19) „Neen", zei ik vol overtuiging. „Geist dacht, dat het misschiet, een dienst bode was, omdat u dien dag net nieuwen aan voer had gekregen. Maar 'hij zei, dat hij niet begreep waarom ze dan buiten het hek uitge stapt was. In ieder geval hebben we nu een* gesluierde dame en met den spookachtigen in dringer van Vrijdagavond zijn dat twee dingen waar ik eigenlijk geen weg mee weet". „Het is wel geheimzinnig", gaf ik toe, „hoe wel ik er misschien een oplossing voor weet. Het voetpad van de Greenwoud-club naar het dorp komt vlak bij ons hek op den weg uit. Iemand, die ongemerkt naar de club wilde gaan, zou het op die manier kunnen aanleggen. Er zijn vrouwen genoeg)'. Blijkbaar wilde hij hier eens over nadenken, want even later zei hij goeden avond en ver dween. Maar ik was nog allesbehalve voldaan. Tot één ding was ik vastbesloten. Als mijn argwaan want die had ik gegrond bleek, zou ik zelf de zaak verder onderzoeken en me neer Jamieson zou alleen te hooren krijgen wat ik goed voor hem vond. Wij gingen weer naar huis terug en'Gertru de, die na haar gesprek met Halsey wat gekal meerd was. ging aan het mahoniehouten schrijf bureau in de huiskamer zitten, om een brief te schrijven. Halsey liep heen en weer in den oos telijken vleugel nu eens in de biljartkamer, dan in het speelzaaltje, en af en toe blies hij de rook van zijn pijp tegen de mooie gordijnen, in dein salon. Na een poosje ging ik naar hen: toe in de biljartkamer en samen gingen wij alle bijzonderheden van het vinden van het lijk nog eens na. In het speelzaaltje was het donker. Waar wij Reehtzaken VOOR, DEN POLITIERECHTIER. Zitting van 21 Juni. 'A's 'dood. B*s broridL Een juffrouw uit Baxsiugerhorn stonid op 30 Maart terecht wegens beleediging van zekeren heer v. Muilwijk uit Schagen. Op deze zitting stelde gemelde heer Muilwijk zich zoo onbetrouw baar aan dat hij een vervolging opliep wegens meineed en voor Üit feit later w-erd veroordeeld!. Voor de beleedigster had deze wending geen na deel. Ze werd vandaag vrijgesproken. Een oplichter van professie. v Een gelorgnetteerde mijnheer, die momenteel kost en logies genoot op staatskosten, stond- te recht ter zake van oplichting. Hij had te Alkmaar een schoenwinkelier benadeeld voor 3 paar schoe nen, di ehij op zicht had laten halen en ten eigen bate had verkocht. Mijnheer had zich aan ver schillende feiten van dergelijk-en aard schuldig gemaakt. Hij is dan ook al 7 maal veroordeeld en werd nu opgeknapt met 4 maanden, waarmede hij genoegen heeft genomen. Mr. Recevfeur genoot de eer deze verdachte te mogen verdedigen en aan hemg zijn maidenspeech te kunnen wijden. Een and,eng,dlelijke dagvaardfing. Eëli door .de zon verbrande 18-jarige inboorling van het pompeuze Andijk had den toorn van móéder Themis opgewekt door 'n paar telefoondra den te vernielen. Maar Op de zitting werd het duidelijk, dat 'hij alleen maar had getrokken aan de draden, die dtö telefoonpaal op "de been hieldein. Diat gaf 'n consternatie, want nu was de dagvaar ding fout. De toestand werd zelfs zoo 'bedenke lijk, dat de politierechter zich in raadkamer terug trok en daar 'n geruimen tijd in overweging door bracht. Maar de telefoondraden trekker had er geen schade van. Hij werd ten slotte vrijgesproken Een loshanjiig sportsman. Elen 23-jarige fabrieksarbeider te Uitgeest, vu- rig voetbadier, werd op 7 Mei woest op een land bouwer, die de voetbal uit een sloot had opge- vischt en nu weigerde dit onmisbare voorwerp weer aan de spelers terug te gevên. Hij omhelsdel het hoertje zoo overdreven hartelijk, dat de man. het benauwd kreeg en aanklacht wegens mishan deling indiende. Héden werdl dan ook uitgemaakt, dat we hier niet met een liefkozing te doen. had- zaten, in de biljardkamer, was alleen een van de wandlichten aan, en wij spraken op gedemp- ten toon, zooals dat bij den tijd en het onder werp scheen te passen. Toen ik hem vertelde wat Liddy en ik op de veranda bij het speel tafeltje Vrijdagsavonds hadden gezien, liep Hal sey de donkere kamer in en- samen stonden we daar te kijken, net ongeveer zooals Liddy en ik op dien bewusten avond. Het raam stak even weinig af tegen de duis ternis buiten als te voren. Enkele meters van ons af in de hal was de plek, waar het lijk van Arnold Armstrong gevonden was. Ik was een beetje zenuwachtig en legde mijn hand op Hal sey's arm. Plotseling hoorde ik boven aan de trap het geluid van zachte voetstappen. Eerst was ik er nog niet zeker van, maar aan Halsey merkte ik, dat hij het ook' gehoord had en stond te luisteren. De langzame, afgemeten en voor zichtige voetstappen kwamen nu dichterbij. Halsey probeerde mijn hand van z,ijn arm los te maken, maar ik was doodsbang. Duidelijk hoorden we het schuiven van een lichaam langs d,e gebogen trapleuning en de- geen die daar liep, was nu beneden aan de trap gekomen en moest ons zien tegen de verlichte deuropening van de biljartkamer. Toen schud- "de Halsey mij af en liep weg. „Wie is daar?" riep hij op een bevelenden toon en deed een stap of zes in de richting van de trap. Toen hoorde ik hem iets mom pelen; er viel iemand, de buitendeur werd hard dichtgeslagen en toen bleef het een oogenblik stil. Ik geloof, dat ik een gil gaf. Toen herinner ik me dat ik het licht opdraaide en Halsey vag, die bleek van woede probeerde zich los te maken uit een warmen wollen lap. Hij had zijn voorhoofd kapot gestooten tegen de onderste trede van de trap en zag er nogal griezelig uit. Hij gooide de witte lap naar mij toe, maakte de buitendeur open en rende het donker in. Gertrude was op het lawaai komen toeloo- pen en nu stonden we elkaar aan te staren en iden en Jen voetballer tot f7 boete of 7 dagen veroordeeld. Ook weer 'n linke jonden,. Een verdachte, die er uitzag als «en Berlijhschc hongerlijder, had te Alkmaar een "melkslqtersfa milie opgelicht voor f 25. Hij was voorheen in t«et,rekking geweest- bij- een leverancier in melk- slijtersbenoodigdheden en deedi zich nu nog als vertegenwoordiger voor. Leverde een mélkwa- geutje op afbetaling en ving alvast f25 als eer- steu termijn. De vent schijnt die truuk zoowat in het heele land te hebben toegepast, tot groote last en nadeel van zijn voormaligen werkgever. Hij bevindt zich gelukkig thans tn hechtenis en werd tot drie maanden gevangenisstraf veroor deeld. Deze straf maakt hem met hetgeen hij-nog te goed is, geruimen tijd onschadelijk. Geen gwjde taktick. Een magere landarbeider uit St. Maarten ver scheen op de afternoon-tea van "den politierech ter wegens mishandeling van een nog zeer jeug dig dorpsgenoot, die zijn zoontje had afgedroogd!. Dc man deed echter zijn zaak geen voordeel door alles terug te trekken wat hij voor de politie erkend had. Hij plukte de wrange vruchten "van die taktiek en wer9 'tot f10 boete of 10 "dagen veroordeeld. Den veldwachter te glad! af. Onze waardige gemeenteveldwachter Kramer van Egmond-binnen meende op 11 Mei zoo^ lek ker een Egmond Zeeër meeuwen-eieren roovêr te kunnen snappen, doch een medeplichtige, die met een fiets op den uitkijk stond, plakte den Ver volgde handig op den bagagedrager en peddelde er fuU speed van door. ;Maar die handigheid kwam hem heden duur te staan, daar hij wegens belem mering éan een ambtshandeling tot f40 boete óf 40 dagen werd veroordeeld. Diie moet zich nu in acht nemen Een Heldersche kleermaker stoffeerde het zon daarsbankje omdat hij zijn voormalige huisjuf frouw, de wed) v. Ji. eenige beleedigende brief kaarten hali toegezonden. Hij' beweerde namelijk dat deze juffrouw hem nog f45 schuldig was aan arbeidsloon wegens het vermaken van twee bontmantels. Echter kon hij niet ontkennen, dat hij wegens een huurschuld van "f95.25 op straat was gezet. Jura et fact us zou dus de juffrouw bij een even tueel eaf'rekenitig nog ''n f 50 gulden toe hebben moeten vangen. Dit scheen of wilde de kleermaker echter he den niet begrijpen. Hij gedroeg zich zoo onver standig, dat de politierechter besloot hem teen voorw. gevangenisstraf van 7 dagien op 'te leggen met een proeftijd van 1 jaar. Maakt hij zich dus opnieuw aan beleediging schuldig, dan be loopt hij de kans, dat deze voorw. straf op hem ten uitvoer wordt gelegd. Een malle wraakneming, Een 21-jarig jongmensch te Westwoud, dat in den laten avond van 28 April door het venster stond te gluren van een woning waar 'bruiloft werd gevierd, voelde zich beleedjgd) t-oen men eensklaps het gordijn liet zakken en 'bedacht in zijn verbolgenheid een even ofigineele als flauwe wraakneming. Hij wist met behulp van een stok en 'n ladder de electrische stroom te vèrstoreng zoodat het bruiloftgezelschap de rest van den nacht in 't donker zat. Natuurlijk oogstte hij met deze flauwe mop zeer weinig en werd hem tot straf een blauw oog geslagen. Bovendien stondi hij vandaag terecht voor den politierechter en werd door dezen tot f40 boete oï 40 -dagen Ver oordeeld. Hij zal nu wel voorgoed genezen zijn van dergelijke gijntjes. Wat meer bezadigdheid zou hem niet slecht s taant Een visehhandelaar te Enkhuizen, die er in den loop der jaren glad bovenop is geraakt, is niet minder glad van tong, doch het gebruik dat hij er op 24 Mei tegen een zoon van zijn voormaligen tusschen ons in lag nota bene een deken van witte wol met zijde er door, een prachtstuk! Het was een wonderlijk iets. Gertrude was de eerste die iets zei. „Had iemand dat in zijn hand?" vroeg ze. „Ja, Halsey trachtte wie het ook was, tegen te houden en viel toen. Gertrude, die deken is niet van mij. Ik heb hem nooit eerder gezien." Zie nam den deken op en keek er naar; toen- liep ze naar de verandadeur en gooide die open. Misschien een dertig meter van het huis af stonden twee gedaanten, die, terwijl wij toe keken, langzaam naar ons toe kwamen. Toen ze in het licht kwamen herkende ik Halsey en bij hem was juffrouw Watson, de huishoudster. HOOFDSTUK XII. Het wordt steeds geheimzinniger. De meest alledaagsche gebeurtenis krijgt een bijzondere beteekehis als de bijkomende om standigheden ongewoon zijn. Er was absoluut geen enkele reden waarom juffrouw Watson geen deken die trap afgedragen zou hebben, als ze dat wenschte. Maar om elf uur 's avonds een deken naar beneden brengen, en probeeren' zoomin mogelijk geluid te maken en dan, toen ze ontdekt werd, het ding naar Halsey toe te gooien en te vluchten naar den tuin dat maakte er toch wel iets bijzonders van. Zij liepen langzaam over het grasveld, en de veranda op. Halsey praatte zachtjes en "juffr. Watson keek naar hem en luisterde. Ze bezat een zekere waardigheid en was zeer zeker voor haar taak berekend, voor zoover ik daarover oordeelen kon, hoewel Liddy wel wat op haar aan te merken zou hebben, als ze durfde. Maar op dit oogenblik was 't gezicht van juffrouw Watson een puzzle voor me. Onder den schijn van onderworpenheid leek het me bijna uit dagend en ze zag er uit of ze erg geschrokken was. „Juffrouw Watson," zei ik op strengen toon, „wilt u zoo goed zijn mij een verklaring te geven van dit zonderlinge optreden?" compagnon van maakte, bracht hem geen voor deel. Hij stond' althans nu terecht wegens belee- diging van dien zoon en zijn vader, terwijl hij nu in de rechtzaal ook zoo onbenullig optrad, dat zijn anders misschien veel lichtere straf werd Opgevoerd tot f25 boete of 25 dagen. Uit ons Parlement De Naarder kweekers en hun scha devergoeding Vergissing of kwa. de trouw Een Indische begroo ting. De zaak van de Naarder kweekers, die tij dens den wereldoorlog seinde leden door de inmudatie-maatéegelen, heeft nu eindelijk haar beslag gekregen, dat voor deze kweekers heel wat gunstiger luidt dan ze aanvankelijk konden verwachten. De regeering had tegenover hun eischen ee nbeslist afwijzende houding aange nomen, daarbij steunende op ambtelijke rap porten. Maar de commissie uit de Kamer, die de ingekomen adressen had te onderzoeken, kon het daarmee nieUeens zijn. En, dank zij vooral de felle aanvallen van den heer Duys, die deze zaak tot in de finesses bleek te hebben nagegaan, vroeg de regeering daarop aanhou ding van de zaak. In de jongste Kamerver gadering kwam minister Lambooy nu mede- deelen, dat hij de conclusie, die de Kamer op voorstel van de commissie genomen had, niet meer geheel wilde afwijzen en dat hoewel hij geen reden aanwezig achtte voor volledige schadevergoeding, hij tot een tegemoetkoming bereid was. Er waren enkele heeren, die de noodzakelijkheid daarvan niet inzagen en de regeering tot geen enkele schadevergoeding verplicht achtte. Maar bij de meesten ging deze toezegging nog niet ver genoeg en wel in de eerste plaats den leden der commissie en onder hen natuurlijk vooral de heer Duys. Hij ep anderen meenden, dat de f 213.000 die de di recte schade uitmaakten, niet voldoende waren, maar de kweekers ook de indirecte schade en de rente vergoed moesten-hebben. En de heer Boon becijferde het totaal-bedrag op f480.000. De regeering bleek daarmee echter niet te kun nen meegaan. En minister De Geer voerde aan, i dat de nadeel-en der kweekers van denzelfden aard waren als die, welke door handelaars en producenten waren geleden als gevolg van maatregelen in den distributietijd en dat de J overheid alleen tot schadevergoeding verplicht I was, wanneer zij bij de uitoefening* van haat i functie fouten had begaan of wanneer particu- lieren op verzoek der overheid daden hadden j gedaan, die zij ajnders niet gedaan zouden hebben. I Dr. De Visser stelde voor, in elk geval van een behoorlijke tegemoetkoming te spreken. Maar het amendement, dat hij op de conclusie der commissie indiende-, werd verworpen. De conclusie zelve, waarin uitkeering van de reeds vastgestelde directe en de nog niet vastge stelde indirecte gevraagd werd, werd daarop met 52 tegen 15 stemmetn aangenomen. Intusschen had de heer Duys, met de con- j cessie der regeling niet tevreden, opnieuw trach ten aan te toonen, dat opzettelijk met verkeerde cijfers gewerkt was, teneinde de kweekers hun I vergoeding te onthouden. Maar zoowel de vroe- gere minister de heer van Dijk, als de tegen- woordige, de heer Lambooy, ontkenden dit en I wezen er op, dat hier enkel vergissingen de j oorzaak waren. Bij de behandeling van de wijziging der I begrooting van Ned.-Indië voor 1926, maakte de heer Cramer bezwaar tegen den post voor i de gestelde verzorging van de Indische mili- 1 cairen. „Ik vind het niet zoo zonderling, juffrouw Innes". Ze had een heldere, diepe stem, die op dit oogenblik een beetje trilde. „Ik bracht een deken naar Thomas, die niet goed is vanavond, en ik ging deze trap af, omdat het de kortste weg is naar de portierswoning. Toen meneer Innes riep en toen op mij toekwam, schrok ik en gooide de deken over hem heen." Halsey bekeek de snee op zijn voorhoofd in een klein spiegeltje dat aan den wand hing- Het was een onbeteekenend iets, maar het had nogal gebloed en hij zag er afschrikwekkend uit. „Thomas ziek?" zei hij, zonder zich om te keeren. „Hé ik dacht dat ik Thomas zag staan toen u met zoo'n vaart de teur uitstormde- Ik zag, dat hij het bekijken van zijn wond fl dèn spiegel, als ee nvoorwendsel gebruikte om haar gade te slaan. „Is dit een dekein voor de bedienden, juffr- Watson?" vroeg ik, terwijldk het bewuste ding bij het licht hield. „De rest zit allemaal achter slot", antwoord de ze. En dat was ongetwijfeld waar. Ik had het huis gehuurd zonder beddegoed. ..Als Thomas ziek is", zei Halsey, „moeter toch iemand van de familie naar hem kijken. Doet u geen moeite, juffrouw Watson, ik z* hem de deken wel brengen." - Ze maakte een gebaar of ze wilde protesten, ren, maar blijkbaar wist ze niet, wat ze /.egg moest. Ze streek zenuwachtig laings de plootf» van haar zwarte japon en ze zag doodsbleek- Toen nam ze een besluit. „Goed, meneer Innes", zei ze. „Misschte is het beter, dat u gaat. Ik heb gedaan ik kon. Toen keerde ze zich om en liep langt en met een zekere waardigheid de trap op-1 bleven met z'n drieën beneden Staan en kek beurtelings naar de deken en naar elkaar- (Wordt vervolg")'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 2