INSULINDE
ZONLICHT IN HUIS
Rechtzaken
VOOR BEN KANTONRECHTER.
B eta km is dp bandSliap.
Een te Amsterdam woonachtig handelsman
hij rijdt ©en Buick en zit dus zeker nogal goedj
in zijn dubbeltjes, reed te St. Pancras een langs
den weg staande melkwagen aan en veroorzaakte
eenige schade aan kar en verboren geraakte melk.
Hij verzuimde dit zaakje met den benadeelde Jan
Koedijk .te regelen en nu kwam'hij als verdachte
voor den waarnemenden kantonrechter Mr. Dirk
gluis te staan.
Onze reiziger was het niet geheel eens met de
dagvaarding, maar papa Koedijk, diens echtge
noot© en buurvrouw waren zoo roerend eenstem
mig in hun verklaringen, dat de verdachte vol
ledig werd gekist en door den kantonrechter ver
oordeeld tot 10 gulden boete of 10 dagen, plus
schadevergoeding aan Koedijk f 11.75, zulks voor
5de reparatie van het voertuig en f 1 voor de ver
loren geraakte melk.
Etn. d,ag in dia lik.
Een jeugdig Egmondzeeër visscher, die meer
belang stelt in alcoholische dranken dan zijn
loopstokken kunnen verdragen, werd op 13 April
toen hij uit de autobus was gestapt tot zijn na
deel opgemerkt door een tweetal voorbij fiet
sende veldwachters. Het gevolg van dit onge
lukkig samentreffen was heden 1 dag hechtenis.
"Baar wordt ook niet me© gespeeld'.
'nAmsterdamsche snoekvisscher, die te Aker
sloot zijn helidendadeu zou verrichten, had niet
veel plezier van zijn uitstapje, want Üe veldwach
ter constateerde dat hij in het bezit was van
verboden vischtuig, 'n z.g. joekelvissie .en nam
het heele tuig in beslag. 'Die sportsman stond he
den behoorlijk terecht en werd tot f 10 boete of
5 dagen veroordeeld. Natuurlijk is hij zijn snoek-
verschalkertje ook secuur kwijt.
Die worden achtpr hun broek gezeten.
Het is bekend dat een zekere club leegloopers
zich in het Heilooër boscH ophoud met geen an
der doel dan vrijende paartjes te beloeren en dan
zoo mogelijk chatitage te plegen. De kantonrech
ter gaf heden het Vvoornemen te kennen, streng
tegen deze gasten op te treden en veroordeeldiei
een schoenmaker uit Alkmaar, die ook beter deed
bij zijn leest te blijven,/wegens het loopen op
verboden grond tot f 15 boete of 10 dagen.
'tWas weer: kip ik heb je!
Die veldwachter van Schermerhorn, in het te-
zit gesteld van een allernieuwst geconstrueerd©
prachtvolle chronometer, beloert daarmede motor
rijders en automobilisten met een ijver, die zelfs
ten voorbeeld kan woeden gesteld aan ónzen lang
FEUILLETON
De Wenteltrap
22)
HOOFDSTUK XIII.
Louise.
De dokter uit Einglewood kwam al heel
gauw en ik giing met hem naar boven naar het
zieke meisje. Halsey was bezig de auto in orde
te maken met dekens en kussens en Gertrude
luchtte de.-kamers van Louise in het groote
huis. Haar eigen zitkamer, slaap- en kleed
kamer waren door ons heelema^.1 niet gebruikt.
Ze lagen aan het eind van den Oostelijken
vleugel, achter de wenteltrap.
Het meisje zelf was veel te ziek om te mer
ken wat er met haar gebeurde. Toen ik haar
met behulp van den dokter, die zelf eenige
dochters had, tenslotte in het groote huis naar
bed had gebracht, viel ze in een soort van
koortsachtigen slaap, die tot des morgens toe
duurde. Dokter Stewart bleef bijna den heelen
nacht bij haar waken, terwijl hij haar af en toe
medicijnen gaf. Later vertelde hij mij dat zij
maar ternauwernood ontsnapt was aan long
ontsteking en dat hij ook bang was geweest
voor hersenkoortsen. Ik zei, dat ik blij was dat
het in ieder geval' niets besmettelijks was.
Na het ontbijt verdween hij; hij dacht dat het
€rgste gevaar geweken was, maar zei, dat ze}
srg rustig gehouden moest worden.
„Het is zeker gekomen door den schrik van
die twee sterfgevallen", zei hij, terwijl hij zijn
tasch opnam. „Een droevige geschiedenis".
Ik bracht ham dadelijk op de hoogte.
„Ze weet van geen van beiden iets af, dok
ter" zei ik. „Praat u er als 't u blieft niet;
over tegen haar."
Hij keek even stomverbaasd.
„Ik ken de familie niet", zei hij, terwijl'hij;
zijn karretje stapte. „Walker, uit Casanova-
behandelde hen. Hij gaat binnenkort met deze
Ktige dame trouwen, heb ik gehoord".
„Dan heeft u verkeerd gehoord", zei ik
a'm- „Juffrouw Armstrong trouwt met mijn
ineef."
De dokter greep de teugels en glimlachte.
„Jonge meisjes zijn nogal eens veranderlijk
tegenwoordig", zei 'hij. „Wij meenden dat het
i^^tehjk al heel spoedig zou plaats hebben. Nu,
kom vanmiddag nog wel eens aan om 'te.
liken, hoe de patiënt het maakt".
Toen read hij weg en ik keek .hem na. Hij
as een dokter vain de oude school, het soort
^an huisdokter, dat aan het uitsterven is; een
goede, betrouwbare man, die behalve genees-'
eeI, °°k nog de raadgever van zijn patiënten
Toen ik een klein meisje was, werd de dok-
er gehaald als we mazelen hadden, maar ookj
niet weg te poetsen vriend Paulus v. d. Sanden te
Limmen. Het resultaat van deze actie is zeer
duidelijk te merken op de zittingen van het kan
tongerecht. De vorige week. hadden we "n auto
bestuurder en nu weer 'n motorrijder, 3ie op
26 Juni niet minder dan 36 kilometervaart zou
hebben gehad. De man ontkende dit evenwel en
zei, dat zijn zwager, dien dag duo-rijder dit méé
ko ngetuigeu. De zaak werd nu aangehouden tot
23 Juli, opdat alsdan de veiLalisant kan worden
gehoord. De morrist za.l zijn zwager medebren
gen, maar ze zullen 'n harde dobber hebben om
tegen v. Leeuwen met zijn chronometer op te
kunnen méijeren.
Nog 'n benzine zonfaar met bezwaren.
Een autobestuurder uit Alkmaar verscheen als
verdachte ter audiëntie wegens twee motor- en
rijwiel-overtredingen. Vooreerst had hij 's avonds
gereden met slechts 1 lantaarn verlicht en voorts
had hij niet gestopt op het sein van den verbali
sant, een Alkmaarsche agent van politie.
De verdachte autorijder erkende eerlijk zijn
tekortkoming, wat betreft de lamp, maar beweer
de den agent niet te hebben opgemerkt en daar
om was hij doorgereden.
De kantonrechter kon dit niet tegenspreken
en de verbalisant was niet gedagvaard, derhalve
zat <:!r niet anders op dan ook deze gewichtige
procedure tot 23 Juli aan te houden.
Multatuli, de man, „die veel gedragen heeft"
heeft 't zoo schitterend gezegd: 'tPrachtige In-
sulinde, da.t zich "daar slingert om den evenaar,
als een gordel van smaragd..."
En Potgieter teekent 't belang'van ons Indië
zoo kernachtig, waar hij schrijft: ,,stel u voor,
God verhoede, dat het ooit gebeure! stel ;u
voor, dat Java ons niet langer zijne schatten in
dea schoot stortte, en zeg mij, werwaarts de
dienstbare vloot der Handels-Maatschappij dan
hare zeilen heischen zou..."
Indië is mooi, goddelijk mooi, maar... 't is ook
rijk, (rijker misschien nog dan vermoed wordt.
En toch, hoe vreemd staan velen onzer nog
tegenover dat machtige rijk, dat met ons kleine
Holland toch Groot-Nederland vormt.
Ligt 't aan ops onderwijs, aan onze groote ge
hechtheid aan eb liefde voor 't drassig stukske
grond tusschen den Dollart en de Schelde, aan
onze grootevoorliefde voor „eigen haard?" 'W®
weten "t niet. Maar een feit is 't, dat er tot nu
toe bij 't Nederlandsche publiek veel te weinig
belangstelling bestaat voor onze koloniën in de
Groote Oost.
't Is waar, men heeft in verscheidene ouderwijs-
toen moeder's zuster, die heel ver weg woonde
plotseling stierf. Tegenwoordig heb je voor
alles een verschillend soort van specialist noo-
dig. Als de zuigelingen huilden gaf de oude
dokter Wainwright hun pepermunt erf drup
pels warme olie in hun oortjes, in het vaste
vertrouwen, dat het kind huilde van oorpijn
of maagpijn.
Als mijn vader hem aan het eind van het
jaar tegen kwam, in zijn hooge rijtuigje met de
witte merrie er voor,'en hem om een rekening
vroeg, ging de dokter naar huis, rekende eens
n;-. wat hii dacht dat hij verdiende, deelde dafi
bedrag in tweeën ik' geloof niet, dat hij 'ooit
boek hield en 'stuurde vader een soort van1
rekening op een gelijmd stukje papier.. Hij
was een geëerde gast bij alle huwelijken, doop-
plechtigheden en begrafenissen ja, begrafe
nissen, want iedereen wist dat hij zijn best had
gedaan en men rfioest zich in het onvermijde
lijke =chikken.
Maar dokter Wainwright is er niet meer en
ik ben een oude vrouw dié geneigd is, om in
bet verleden te leven. Het groote contrast tus
schen onzen ouden dokter thuis en Frank
Walker, den dokter uit Casanova, maakt me
altijd" kriebelig.
Ongeveer om twaalf uur dien dag. Woens
dags, belde mevrouw-Ogden Fitzhugh mij op.
Ik ken haar zeer oppervlakkig op de een of
andere wijze was ze terecht gekomen in het'
Bestuur van het Tehuis voor oude dames, en'
bracht ieder jaar hun magen van streek door
hun in de vacantie ijs en taarten te sturen.
Behalve dat, en het feit, dat ze Verschrikkelijk'
slecht bridge speelt, weet ik niets van haar af.
Zij had de begrafenis van Arnold Armstrong
geregeld en ik ging dadelijk naar de telefoon.
„Ja", zei ik, „u spreekt met juffrouw Innes".
„Juffrouw Innes", zei ze breedsprakig, „ik
heb net een heel zonderling telegram ontvan
gen van mijn nicht, mevrouw Armstrong. Haar
man is gisteren gestorven, in Californië en
wacht even, dan zal ik het u voorlezen.
Ik wist al wat er komen zou en ook al wat
ik zou antwoorden. Als Louise Armstrong rede
nen had om van haar familie weg te gaan en
hierheen te komen, terwijl ze bovendien niet'
maar mevrouw Ogden Fitzbugh was gegaan,
maar haar intrek had genomen in de portiers
woning van Zonnehoek, zou ik haar niet .ver
raden. Louise moest zelf haar 'familie maar
bericht sturen. Ik zeg Iniet, dat mijn standpunt
juist was, maar u moet bedenken dat ik in eën-
zonderlinge verhouding stond tegenover de fa
milie Armstrong. Ik was op een zeer onaange
name wijze betrokken bij een afschuwelijke
misdaad en mijn neef en nicht waren al hun
geld kwijt wat direct of indirect te wijten was
aan het hoofd der fafhilie Armstrong.
Mevrouw Fitzbugh had het telegram gevon-
inrichtingen plafon doen ophangen, met welge
slaagde foto's over rijkdom en schoonheid van
Indië, men heeft zelfs een%edeelte onzer staree-
rende jongelingschap er heengezonden, om kennis
te nemen van ftnze groote ondervindingen, daar te
lande en toch....
Lezer, herinnert ge n nog de droeve oorlogs
jaren, toen Indië ons zijn schatten niet In den
schoot wierp
Wat was 't moeilijk een onsje thee of koffie
te bemachtigen, wat was de tabak verschrikke-
luk duur. Wat al „ersatz" werd ons niet v'oor
veel geld in de handen gestopt, wat trucjes"
werden niet verzonnen om zij 't ook op minf
of meer slinksche w'ijze om in 't bezit te komen;
van allerlei dingen, die van weeldeartikel zoo
zoetjes-aan tot behoefte waren geworden!
En dan die vloot der Nederlandsche Handels-
Maatschappij, waarvan in het begin van dit op
stelletje is gewaagd? Hoevele schepen van de
groote Maatschappij Nederland waren „opgelegd"
Gode zij dank! Dat is voorbij. Langzaam, zeer
langzaam komen, hopen we, de dagen van vóór
den oorlog weer "terug en met hen dagen van
Welvaart en voorspoed. Nóg varen we niet als
voorheen, maar 't gaat vooruit.
- Ik heb u in'dit opstel even willen 'herinneren
aan 't prachtige, heerlijke eilandenrijk te midden
Van den Indischen Oceaan, maar ik heb nog iets
meer gewild dan dit.
Eere, wien eere toekomt! En eere komt hun toe,
die daar in het verre, warme Oosten on zé belan
gen verdedigen de koloniaaltjes; onze belangen
behartigen - de kooplieden, werktuigkundigen
en zeevarenden; hun 'die onze beschaving daar
trachten ingang te doen vinden Re geestelijken
en onderwijzers, aan allen, die pogen ons mooi In
dië een stap nader tot het Moederland te brengen.
Fa brengen de. groote, zoo gerieflijk ingerichte
zeekasteelen straks weer enkelen dier dapperen
tot ons lieve, oude Nederlandsche haardsteden
terug, dan wênscfien we Turn een eereplaats toe
aan den huisel ijken disch en een meer dan harte
lijk Welkom vart hun bloedverwanten en vrienden
door CATH. M. v. d. HAAR.
Overal waar ik op déze heerlijke zomerdagen
en avonden wandel, merk ik open vensters op.
Vanuit een der vensters, dat dikwijls mijn aan
dacht trok, hoorde ik dezen morgen het vroo-
lijke geluid van een kinderlach. Gedurende 'al
de kende dagen was dat huis zoo donker en stil
gebleven, dat ik mij afvroeg, wie het bewoonde
en ik veronderstelde zeker geen kinderen.
De open vensters zien er het aantrekkelijkst
den.
„Paul gisteren overleden. flartkwaal", las
ze voor. „Telegrafeer.direct of Louise bij je is."
Ziet u, juffrouw Innes, Louise is blijkbaar
op reis gegaan en Fanny maakt zich ongerust
over haar."
„Ja", zei ik.
„Louise is hier niet", vervolgde mevrouw
Fitzbugh „en geen van haar kennissen hier
in de stad heeft haar gezien. Ik heb u opge
beld omdat Zonnehoek nog niet verhuurd was,
toen zij weg ging en ik dacht, misschien dat
Louise daarheen gegaan was.
„Hel spijt me, mevrouw Fitzbugh, maar ik
kan u niet helpen", zei ik en dadelijk kreeg
ik berouw van wat ik gezegd had. Als Louise
nu eens erger werdl Welk recht had ik eigen
lijk om me met deze zaak te bemoeien? Haar
moeder maakte zich ongerust en had zeker
het recht te weten dat haar dochter in goede
handen was. En ik viel mevrouw Fitzbugh, die
in een stortvloed van verontschuldigingen was
losgebroken, in de rede.
„Mevrouw Fitsbugh", zei ik „ik wilde u
eerst in den waan laten dat ik niets van Louise
Armstrong afwist, maar ik ben van plan ver
anderd. Louise is hier bij mij" Een heele
serie uitroepen van verbazing van het andere
einde.
„Ze is ziek en kan niet vervoerd worden. Ik
zou graag willen, dat u aan haar moeder tele-!
grafeerde dat ze bij mij is en dat ze zich niet
ongerust behoeft te maken. Neen, ik weet niet
waarom ze hierheen is gekomen."
„Maar juffrouw Innes", begon mevrouw
Fitsbugh. Ik viel haar weer in de rede.
„Ik zal u een boodschap sturen zoodra ze
bezoek mag hebben", zei ik. „Neen, de toe
stand is niet levensgevaarlijk op 't oogenblik,
maar de dokter zegt, dat ze volkomen rustig
giehouden moet worden."
Toen ik den hoorn had opgehangen, ging
ik even- zitten om na té denken. Düs Louise
was weggeloopen van haar familie in Californië,
en alleen hierheen gereisd. Het was niet zoo
heel ongewoon maar waarom had ze het ge
daan? Ik vermoedde dat dokter Walker er mis
schien iets mee te maken had, dat hij haar
misschien lastig gevallen was, en dat ze niet
op zijn complimentjes gesteld was, maar het
leek mij toch ook dat Louise geen meisje was
om in zulke omstandigheden maar dadelijk de
vlucht te nemen. Ze was altijd flink en opge
wekt geweest. Voor zoover ik haar kende,
zou Louise zich veel eerder heftig verzet hebben
tegen het feit dat iemand haar tegen haar zin
het hof maakte en het leek mij waarschijnlijker
dat de aanbidder op die vlucht zou slaan en niet
zij zelf.
Na een half uur was ik nog niets verder. Ik
nam de ochtendbladen op, die nog vol verhalen
uit iQ de avonden, even nadat het donker is ge
vallen, wanneer de familiekring voor het naar
bed gaan zich 'een paar minuten tezaam ver
gaart en het v rooi ijk gesnater en gelach, ver
mengd met de muziek van een piano en loud
speaker, den voorbijganger tegemoet klinkt.
"Welk een verschil is dat- met de donkere,
triestige straten, welke wij eenige maanden ge
leden passeerden, toen ieder huis scheen te zeg
gen, dat zijn innigste wensen zou "zijn om zijn
venstens te openen en er iets in en er Iets uit
te laten.
Hetzelfde is het geval met eenige menschen*
die ik ontmoet. Sommigen, die mij in wintertijd
regelmatig voorbijliepen zonder een woord, groe
ten mij' nu regelmatig met een glimlach en loopen
zelfs dikwijls een eindje met mij op om over het
weer te discussieeren of over onze tuinen. Zij
zijn verlangend om kenuis met mij te maken en
dat ik kennis met hen maak. Maar niet iedereen,
die ik in deze dagen ontmoet is zoo, en tegen
degenen, die niet-zoo zijn zou ik willen zeggen:
„Open u.w vensters!" Ga huiswaarts en open de
vensters van uw huis om het zonlicht binnen te
laten. "En 'neem deze raad ook voor u zelf ter
harte, waat bedenk, dat uw ziel ook een huis is,
dat behoefte heeft aan zonlicht. Open de ven
sters vaQ uw ziet om het zonlicht van meü-
schelijke sympathie binnen te laten, véant dat
is het voornaamste, wat een mensch noodig heeft.
Zoudt u denken, dat uw huis er op het oogen
blik half zoo gezellig uit zou zien, als het niet
juist eenige weken geleden den 'schoonmaaktijd
had doorgemaakt? Het was, als het ware, onder-
steboven gekeerd. Hetzelfde moest kunnen wor
den toegepast bij de menschen, want als u den
zomer ten volle wilt genieten, dan. moet ge u
ontlasten van alles, wat uw ziel en geest ver
sombert.
Veronderstelt dat u altijd donkere kleeren hebt
gedragea en plotseling op het idee komt, dat
een licht costuum u ook wel zou staan. Aarzelt
dan niet! Koopt het en trekt het' aan; diet zal
u goed doen, want dit is een van de manieren om
zonlicht te brengen in uw innerlijke woning.
Zóó houdt ge de vensters open en als ge dit maar
lang genoeg doet, zal het nut ervan wel blijken.
Menschen, die deze gedachte steeds voor oogen
houden, krijgen in hun voorkomen het aangename
en gezellige van een huis met open vensters,
waardoor de voorbijganger kan zien, hoe gezel
lig het .binnen is. Zulke menschen zijn ook voor
anderen prettig, omdat dié anderen'een blik krij
gen in hun innerlijke woon en er de gezelligheid,'
de tevredenheid en het geluk kunnen waarnemen!,
(Nadruk verboden!).
stonden over de Handelsbank; de belangstel
ling in deze zaak was nog verhoogd door den'
plotselingen dood van Paul Armstrong. De
accountants waren nog steeds bezig rhet de
boeken en gaven geen inlichtingen aan de
j pers. John Bailey was tegen borgstelling vrij
I gelaten. Het'lijk van Paul Armstrong zou Zon
dag aankomen en vanuit het huis van de Arm
strongs in de stad begraven worden. Er liepen
geruchten, dat de overledene betrekkelijk wei
nig had nagelaten. Het laatste stukje van het
bericht was het belangrijkste.
Walter P. Broadhurst van de Marinebank
was bij de justitie gekomen met tweehonderd
aandeeien van een spoorwegmaatschappij, die
oij de Marinebank geplaatst waren als onder
pand voor een leening van honderdzestig
duizend dollar, aan Paul Armstrong, uitbe
taald, vlak voor zijn reis naar Californië. De
teffecten vormden een deel van die welke bij
de Handelsbank vermist werden 1 Terwijl dit
dus wijlen, den directeur van de Bank bij de
zaak- betrok, beteekende het in mijn oogen nog
geenszins dat de kassier vrij uit gmg.
De tuinman, over wien Halsey gesproken
had, kwam ongeveer'om twee uur 's middags
en liep inaar ons toe van het station af. Hij
maakte een gunstigen indruk. Zijn getuig
schriften waren goed,hij was in dienst van
de familie Bray geweest tot ze naar Europa
gingen en. hij zag er jong en sterk uit. Rij
vroeg om een helper, en ik was blij dat ik er
met zoo weinig af kwam. Het was een man met
een aardig gezicht, zwart haar tn blauwe oogen
en hij heette Alexander Graham. Ik moet wel
een beetje uitweiden over Alex, want zooals ik
ai eerder gezegd heb, speelde hij later een
zeer belangrijke rol.
Dien middag kreeg ik" een nieuwen kijk op
het karakter van den 'overleden bankier. Ik
had voor het eerst een gesprek met Louise.
Ze stuurde om mij en tegen beter weten in ging
ik naar haar toe. Er waren zooveel dingen, die
haar nog niet verteld mochten worden omdat
ze te zwak was, dat ik tegen het onderhoud
opzag. Maar het was veel gemakkelijker dan
ik verwacht had, omdat ze niets vroeg.
Gertrude was naar bed gegaan, omdat ze
bijna den heelen nacht op was geweest en
Halsey was uit; een van die merkwaardige
uitgangen van hem, die steeds talrijker werden,
tot tenslotte het hoogtepunt bereikt werd op
den avond van den tienden. Juni. Liddy paste
op in de ziekenkamer. Er was weinig of niets
te doen en ik geloof dat ze haar tijd hoofd
zakelijk zoek bracht met het gladstrijken van
de plooien uit de sprei. Louise lag onder een
keurige witte sprei, die eiken keer als het
zieke meisje zich bewoog, weer opnieuw glad
giestreken moest worden.
(Wordt vervolgd)