Rechtzaken
Uit ons Parlement
FEUILLETON
Plaatselijk Nieuws
De staking der Transportarbeiders
en „Koophandel"
AR rondissements-rechtbank
Zittiing van, 6 Juli.
Uitspraken.
Dirk T., Zijpe, diefstal. Vrijgesproken en in
vrijheid gesteld.
Th. A. H., Spanbroek, diefstal van tulpen
bollen. f 60 boete of 60 dagen.
Nan W., Wieringen (in hechtenis), rijwiel
diefstal. 8 mnd. gev. voorw. met 3 proefjaren.
Herman Sch., Twisk, toebrengen van licha
melijk letsel door schuld, f 30 boète of 30 da
gen en schadebetaling van f 25.
1 Juli.
Het nieuwe handelsverdrag met Duitschlahd
vormt het slotstuk van dit parlementaire zit-/
tingsjaar. Men kan de Kamer niet verwijten,
dat dit verdrag in een vacantiestemming is
afgedaan. Niet minder dan negen sprekers heb
ben er reeds het woord over gevoerd, waar
van er vier vóór en vier; tegen het verdrag zijn,
terwijl één nog onbeslist is.
Inderdaad staat de Kamer voor een belang
rijke beslissing. De algemeene indruk is, dat
onze onderhandelaars te Berlijn niet geheel
voor hun taak berekend waren, maar de mee
ningen loopen uiteen of het verkregen resul
taat kan worden aanvdard. Alleen ten behoeve
van den land- en tuinbouw zijn eenige conces
sies gedaan, maar de zaak staat hier zoo, dat
wij' dure groenten en vruchten moeten blijven
eten, teneinde die producten aan de Duit-
scbers te kunnen blijven leveren. Wij nemen
daarvoor dan in betaling het geld, dat wij hun,
reeds hebben geleetnd, en waarvoor onze dele-
ggtie zelfs renteverlaging haaft aangeboden.
Met welk crediet tegen lage rente Duitschland
weer in staat wordt gesteld om tegen onze
industrie te concurreeren.
Het is nu de vraag of men het grootere
landsbelang, dat allerminst met dit verdrag
gebaat is, moet opofferen aan het verkregen
voordeel voor de kweekers. De Minister heeft
het den lamdbouwafgevaardigden niet gemak
kelijk gemaakt door zijn slimmigheidje om de
nieuwe tarieven voor de kweekers reeds te
doen ingaan vóórdat het tractaat is goedge-
keurd, zoodat bij verwerping zou moeten wor-'
den bijbetaald.
Van protectionistische zijde achtte men de
kans gunstig om aan te dringen op een vecht-
tarief, maar verschillende sprekers, met name
Prof. van Gijn, hebben dit betoog danig uiteen
gerafeld. Al die vechttarieven, al dat gesja
cher, aldus Prof. van Gijn, komen tenslotte
neer op schijnsuccessen, op bevoordeeling van
enkele fabrikantengroepen en is ten nadeele
van de consumenten. Is het ook niet veel
zeggend, dat landen met alle rpogelijke ruil
objecten en met de meest geperfectionneerde
vechttarieven, niet beter uit den strijd plegen
te komen dan Nederland? Men zie naar onzen
bollen-invoer in Amerika. En het 'is vooral de
Regeeruig zelf geweest, die den protectionisten
een bittere pil gaf je slikken. De Regeering
heeft n.l. medegedeeld, dat onze positie bij de
onderhandelingen slechter was geworden, door
dat Duitschland rekening hield met den aan
drang van protectionistische zijde om onze Re
geering van den vrijhandelsweg af te dringen.
Dit is wel een heel gevoelige waarschuwing
uit de practijk, die zeker heel duidelijk spreekt
voor degenen, die zich overigens van dé theo
rieën weinig aantrekken.
2 Juli.
Het was geen bijzonder fraai slot van het
parlementaire zittingsjaar. Noodgedwongen,
met het mes op de keel, heeft de Kamer het
Nederlandsch-Duitsche verdrag moeten accep
teeren. De geringste animo bleek wel uit het
feit, dat bij den aanvang der vergadering het
vereischte aantal leden (51) niet aanwezig was
en de straflijst moest worden gelezen.
De redevoering van den Minister was niet
zooals wij van hem gewend zijn. Op fluisteren
den toon uitgesproken, zal zijn verdediging van
het Vactaat weinig nieuwe bewonderaars van
het verdrag hebben gemaakt. De Minister leg
de nog eens den vollen nadruk op de voor
tand- en tuinbouw verkregen voordeelen, al
erkende hij, dat de oogst op hjet gebied van de
industrie heel wat minder groot is. Intusschen
wilde de Minister probeeren of op de basis
van dit verdrag alsnog voor de industrie wat
meer zou zijn te bereiken. Maar van een her
openen van de onderhandelingen wilde de Mi
nister niets weten. Ondanks den aandrang uit
de Kamer weigerde de Minister positief om
de uitvoeringsregelingen, zelfs onder geheim
houding, mede te deelen, zoodat de verwach
ting, dat de Regeering in een geheime zitting
nadere inlichtingen hieromtrent zou verstrek
ken, niet in vervulling ging. De Minister moest
zich in een nevel blijven hullen; Duitschland
had n.l. geheimhouding geëischt en wij hadden
in dez" voorwaarde wel moeten toestemmen.
Op één punt heeft de Minister een krachtig
geluid doen hooren; 'de Regeering is de voer-
tuiging toegedaan, dat de in de laatste jaren
handelspolitiek, welke nog steeds de vrijhan
delsgedachte huldigt, ten voordeele van ons
land heeft gestrekt. De Minister wenschte uit
sluitend te spreken als man van de Realiteit,
en verklaarde daarbij positief, dat bij het groote
aantal tractaten en overeenkomsten, in de laat
ste jaren gesloten, ons handelsstelsel nimmer
als hinderpaal is gevoeld. Glashelder zette d$
Minister tegenover den aandrang van protec
tionistische zijde uiteen, dat wij met een „vecht-
tarief" een land als Duitschland minder zou
den kunnen treffen dan Duitschland ons, zoo
dat wij een wapen zouden hanteeren "dat ons in
de eerste plaats zou wonden.
Van één stam
ii.
Och, Wolf, laat me maar begaan. Ik weet
wel, je oordeel over die Fransche heeren is juist.
Ik was heusch verwonderd, te bemerken, dat nie
mand zich aanbood den landgenoot te helpen.
Meelijbetuigingen in overvloed, maar inderdaad1
helpen., dat vergeten ze.
Ze zijn practischer dan jij, kereltje.
Het doet er niet toe, alles is nu in ordia
en Wolf ik kan dat alleen aan jou bekennen
ik voel me nu reeds zoo ruimschoots beloond door
dien ééueu blik van dankbaarheid van den zieken
man. Zie je, zoo iets geeft je zoo'n prettig, warm
gevoel, zoo iets... zoo iets... verhevens. Diat ge
voel kennen ze niet, die egoïsten, 't Is een genot
minder voor hen op de wereld; ik ben het dus,
die hen beklagen moet— Zie zoo, Wolf, alles is
gereed, nu ga ik naar Didier. Zoodra ik hem be
zorgd heb, hoop ik jou te vinden, in het hotel
Nóailles, niet waar? Maar in allen geval, ga jij
je gajig, wacht niet op me, want ik weet niet,
hoe lang ik bezig zal zijn met Didier.
Het kwam noch in Wolfgang, noch in Huibert
op, het vreemd te vinden, dat zij van elkander
afgingen op dit oogeubljk, in plaats van elltan-
det te helpen bij de diensten, den zieken Fransch-
man te 'bewijzen.
De weinige uren van inspanning vielen Huib
niet mee. Ze waren aangegroeid tot een dag vol
moeilijke en dikwijls angstige zorg. Eerst tegen
negen uur in den avond gevoelde hij zich vrij
en ging'naar zijn hotel. Natuurlijk was Wolfgang
daar niet- Dat had Huibert ook niet verwacht.
Men berichtte hem, dat Wolfgang onophoudelijk
naar hem was komen vragen en na het diner weer
was uitgegaan. Huibert zag de onmogelijkheid in,
zijn broer in de groote stad tei gaan zoeken. Bui
tendien gevoelde hij zich vermoeid en waren zijn
gedachten te veel vervuld van het leed, dat hij
den heelen dag had aanschlouwd. Hij liet zich,: na
gedineerd te hebben, de kamer van zijh broer wij
zen, met het voornemen om zoo spoedig mogelijk
naar bed te gaan, want een nog zwaardjeren
plicht had hij! op zich genomen, en nu was "hij
ongerust en benieuwd, hoe Wolfgang dat alles
wel zon opuempn.
Eensklaps klonken haastige voetstappen en
Wolfgang stond binnen.
Eindelijk! riep deze. Mijn hemel, Huib,
waar heb je zoo lang gezeten? Wel zes maal
ben ik in het hotel naar je komen vragen. Je
kunt begrijpen, hoe dat mijn dag gebroken heeft!
Daar was een ongewone levendigheid over den
flegmatieken Wolfgang gekomen, die Huibert
verwonderd deed opzien, terwijl zijn broer opge
wonden vervolgde: Marseille is zoo'n aardige,
vroolijke stal. Ik ben den heelen dag met de
drie heeren "van mijn whistclubje van boord uit
geweest. Ze zitten nu voor het Grand-Café op me
te wachten. Ik zei, dat ik nog eens voor het laatst
naar je ging vragen. "Maar... bah! wat een rare
lucht is hier in de kamer!" Hij sloeg met zijn.
zakdoek o mzich neen. ,,0, ik weet het al, jodo-
form, ruik jij soms zoo?"
Ja, ik heb geholpen bij het nieuwe verband)
van Didier.
Nu, waseh je dan gauw, en verkleed je.
|Maar talm niet, ga mee. Het is zoo aardig, weer
eens in een Eiuropeesche stad te zijn en vooral
's avonds, met al aie verlichte straten, de hel
dere winkels en vroolijke café's— Maar waarom
sta je daar nog altijd?
Het spijt me, Wolf, ik zal liever niet met
je meegaan, ik... ben .moe.
Wolfgang lachte luidruchtig.
Word geen oude vrouw, broertje. Een glas
champagne za± die vermoeidheid wel verdrijven.
Wat, je wilt toch niet naar bed, de menschen
beginnen nu pas te leven.
Och neen, ik zal het je maar ronduit zeg
gen; die vermoeidneid was maar een voorwendsel.
Er is., hm... er is- meer. Wolf, ik' hoop, dat je niet
al te veel haast hebt. Ik moet je bepaald nog even
spreken.
Ja, maar... toch niet lang, je zet zoo'n aan
sprekersgezicht en ze wachten me, dat weet jé.
En weer met een plotselinge beweging, als
walgde hij, sloeg Wolfgang met zijn zakdioek
om zich heen. „O, Huib, wasch je todh, dat anti-
septische luchtje is zoo ambulantoe-achtig!"
Ja, ja, zeker, maar luister eerst even. Ik
kan van avond niet met je mee, want ik heb be
loofd de hondenwacht te houden bij Didier. Nu
is de scheepsdokter bij hem, dus kan ik nog
een paar uren rusten. W:ij, dat wil zeggen, die
dokier van de Yang-tse-Kiang, een geneesheer
van hier en ik, zijn den heelen tijd bij hem moe
ten blijven, nadat ik hem van boord, gebracht had
in zijn hotel. Wat een angst ik uitgestaan heb bij
het transporteeren van boord...! Nu is hij wat be
lter, tenminste hij ligt iu een halve verdlooving.
Hij moet eerst een paar dagen rusten voor hij
verder mag, en hij verlangt zoo koortsachtig
naar huis. de arme jongen, 't Verkort zijn leven,
al dat reizen, maar hij wil thuis" sterven, roept
hij onophoudelijk. We zijn van plan een coupé
voor hem te laten inrichten. Een liefdezuster om
hem op te passen en te vergezellen, zal gezocht
worden, maar ze kan het werk niet alleen af
Op reis en... en... zie je, de dingen ten halve doen,
is toch ook ellendig en daarom heb ik mij aange
boden. Ik zal dus een dag o'f wat Vferliezen, Wolf,
het spijt me van al onze prettige plannén, maar
het kan niet anders, dat zie je toch wel in, niet
waar?
Met eenige spanning wachtte Huibert op zijn
broer's antwoord. Wolfgang's nuchtere levensop
vatting en zijn cynisme hadden Huibert zoo 'dik
wijls reeds gewond, en dat zij gedurende hun drie
jarig samenzijn zonder blijvenden* invloed waren
Een welnding. in onze handelspolitiek, aldus
Minister van Karnebeek, ligt dan bok volstrekt
niet in de bedoeling der Regeering. Ook van
Christeijk Historische zijde werd krachtig stel-
ling genomen tegen de propaganda van Dr.
i Kortenhorst, de spreekbuis van de R.K. we.'k-
gevers; Dr. Lovink schetste diens stelsel kon
1 en goed als verderfelijk voor ons land en noem-
de de beweringen van den R.K. protectionist in
flagranten strijd met de werkelijkheid.
Hel tractaat is tenslotte met groote rnecr-
1 derheid aangenomen, doordien, gelijk verschei
dene leden verklaarden, het reeds ingevoerde
1 betere tarief voor land- en tuinbouw tegenstem
men practisch onmogelijk maakt, omdat men
de menschen achteraf niet kan doen bijbe
talen. De Kamer heeft, na twee dagen oppo
sitie, tenslotte het hoofd in den schoot gelegd
en hel tractaat onder den druk der noodzake
lijkheid aangenomen. t
Inderdaad, geen schoon einde vóór het 10-
mereces, dat thans is aangevangen, en dat
Insider noodzaakt zijn Parlementair Dagboek
eenige maanden op te bergen.
Werd rïecis eenigen tijd gesproker, over een ge
rezen geschil tusschen ie Transport-Organisaties
en de Vereenigiug van handelaren en daarbij door
de tuinders don wensch geuit dat het niet tot een
staking .mocht komen, omdat de staking van 4
jaar terug en de gevolgen daarvan nog versch in
het geheugen liggen, deze wensch is niet in ver
vulling gegaan, en wordt er li eden aan de laad
plaats te NttorJscIiarwoudle en Broek op Langen-
dijk en Warmenjiuizen (Hoor de transportarbeiders
niet gewerkt.
Velen zullen van het geschil hebben verne
men, maar niet de juiste oorzaken weten.
Ook ons waren reeds meermalen geruchten ter
oore gekomen, en om nu verkeerde meeningen en
gedachten weg te nemen, hebben wij een onder
zoek ingesteld en alle gewensohte inlichtingen
verkregen.
Die oorzaak moet niet gezocht worden in een
loonkwestie, maar wel in art. 2 van de collec
tieve arbeidsovereenkomst tusschen Transport-Or
ganisatie en „Koophandel" dat spreekt over vaste
arbeiders.
Het oude contract kwam met 1 Juli te ver
vallen, zoodat tegen dien tijd een nieuwe over
eenkomst moest wordeu#gesloten of het bestaande
contract moest worden verlengd.
„Koophandel" echter wenschte het oude con
tract niet te handhaven en zoo is 't het gewraakte
art. 2 dat de hoofdoorzaak (buitendien zijn er
nog eenige geschilpunten) vormt van de staking.
„Koophandel" wil dat in dat art. 2 wordt be-
op zijn karakter, had hij te danken aan het
levendige van zijn temperament, dat hem altijd
denken en handelen deed onder dien eersten in
druk. Huibert's edelmoedig besluit was altijd ge
nomen en uitgevoerd1, eer Wolfgang's scherpe af
keuring of sarcasme er invloed öp konden hebben.
Voor de spottende aanmerkingen daarna was
Huib echter altijd min of meer bevreesd. Zulk
een bijtend woord bracht in elk geval een schaduw
over zijn tevreden stemming en bezoedelde daaren
boven, in Huibert's oog, het karakter van den.
oudste, dat hij zoo gaarne als goed wilde be
schouwen.
Ja, het is wel jammer, vooral omdat wij, de
heeren van de whistclub en ik, afgesproken heb
ben morgenochtend reeds naar Parijs te vertrek
ken. Als Marseille al zoo amusant is, wat zal
Parijs dan niet zijn! En- deze schikking is mis
schien wel goed. Wellicht bevalt je ons gezel
schap niet «sens. We zijn zooveel... ouder dan jij.
Heb je me nog wat te zeggen? Je begrijipt, ik
heb weinig tijd en nu je toch niet meegaat...
Hiiihert zag Wolfgang verrast aan. In plaats
van het sarcastische woord, dat hij: had verwacht
over zijn „domme édelmoedigheid" of zoo iets,
dit inschikkelijke, bereidwillige antwoord. Weer
viel hem het vreemde, levendige in Wolfgang's
uiterlijk op. Die gezwollen aderen op het voor
hoofd, de flikkering in de fletse oogen, hoe goed
kende hij deze symptomen van "hartstochten, "die
Wolfgang telkens opnieuw overheerschten en die
mede oorzaak waren geworden van sftjn geschok
te gezondheid, waarvoor "hij nu herstel ging zie
ken in zijn vaderland.
Ik zal je dus niet meer zien tot over..."?
Een dag of vier. Ik zal hier het adres van,
Didier's ouders achterlaten. Telegrafeer me dan
je adres in Parijs, dan schrijf ik je, wanneer ik
komen kan.\
Heel goed, o, poeh, die jodoformlucht—
Ja, ja, ik zal hier dadelijk de ramen open
gooien en een andere kamer vragen. Ik zal je
niet langer hinderen.
Adieu aan, tot ziens!
Hoe pijnlijk was Huibert Wolfgang's groote
haast. Had hij slechts de macht hem terug te
houden, maa nnog nooit was hem dat gelukt. Met
krachtigen druk greep hij' de hand, die de oudste
hem nonchalant toestak.
Wolf, Wolf, denk toch aan je gezondheid,
je moet je. immers streng in 'acht nemen. Wil ik
bij je blijven, Didier... opgeven?
Wolfgang zag de angstige bezorgdheid om zij
nentwil, in Huibert's oogen. 'Zijn gezicht vertrok
even, toen riep hij, met een Wanhopig schouder
ophalen en een toornig gebaar de hand van zijn
broeder afstootend: „Nonsens, je weet, het kan
nu eenmaal niet anders. Zeur toch niet!" en met
twee stappen had hij de deur bereikt, die hij hard
achter zich dichttrok.
Maar hij liep niet dadelijk den corridor af,-
hij bleef dralend voor de kamerdeur staan, waar
hij zjjn broer achterliet, ellendig, bedroefd, om
paald, dat de koopman het recht heeft op j
vaste arbeider, buiten de gecontracteerde arbei-
ders om, dus dat hij nemen kan, wipn hij wil
voor het verladen der producten.
De Tra nsport-arb.-org. nu is niet tegen dit
recht, ïnaar wel tegen het laatste, omdat
u; arin ziet een gevaar voor haar leden, die do»
c n dergelijke rekening alleen dan aan het werk
zullen komen wanneer de door 'den koopman aan.
I ges: elde arbeider het werk niet af kan.
I M; ar eveneens is de Transp.-arb.-org. niet te-
gen 'het nemen vah een vasten arbeider, wanneer
deze echter geen transportwerkzaamheden Ver
richt, maar zijn werkzaamheden zich' bepalen tot
controle cv dergelijke.
Ziedaar die reden tot het neerleggen van h$t
werk.
Dp een der gecombineerde vergaderingen van
de beide organisatie? werd art. 2 besproken,
werd het woord „minstens" (1 vabte arbeider) dat
daarin voorkwam, geschrapt. De transportorg. zag
hierin oen terzijdestelling van haar "leden.
Waar men het verder niet eens "kon worden,
werd e -rgisteravond door de Transport-arb.-org'
een brief van „Koophandel" ontvangen, dat men
op de nieuwe voorwaarden aan het werk kon er
van verdere conferenties werd afgezien
Dit werd gistermorgen in de veiling medege
deeld, en weren het eenige kooplieden die zeiden
dat dezen dag dan nog op die oude voorwaarden
kon worden gewerkt. En er is gewerkt. Die ar
Leiders hellen doorgewerkt en alle groenten zijn
"erladen geworden.
Door de Tr a - j.-arb.-org. is daarna de voort
van „Koophandel" telefonisch opgeroepen, die om
11 uur een vergadering met zijn vereeniging
heeft, gehouden. Met het resultaat dat gister
middag om 4 uur door de Transp. arb. org. bericht
werd ontvangen, dat vóór 6 uur geantwoord moest
worden of men op 'hét nieuwe contract aan het
werk wilde gaan en zoo niet, dat dan de o véreen
komst als vervallen zou worden beschouwd.
Mede moet als een voornaam punt van tegen
kanting van de zijde der Transp.arb .org. worden
beschouwd, het opslaan der producten, dat de
handelaren vrij weuschen te houden.
De Transport heeft voet 'bij stuk gehouden en
öp de vraag van haar leden of er vandaag nog ge-
werkt, zou worden, werd ontkennend geantwoord,
Zoo is dan, zooals wij bovèn schreven, het werk
aan genoemde laadplaatsen stilgelegd.
Wij kunnen niet anders wenschen, "dan dat het
geschil spoedig wordt opgelost, ten voordeele van
de aardappel-campagne, waarin men thans zit,
en ten gerieve van beide organisaties.
Ondanks de staking heeft het verladen een vlot
verloop, doordat de tuinders zelf ladenj waarvoor
zij worden betaald-.
Op het terrein waren aanwezig, de burgemees
ter van Noordscharwoude, de gemeente- en Rijks
politie.
ZUID-SCHARWOUDE.
Dinsdagavond had de heropening plaats van
de Heeren- en Dameskapperszaak van den heer
J. Kuijt te Zuidscharwoude.
Wij zijn eens een kijkje gaan nemen en kun
nen niet anders getuigen, dan dat het geheel
een keurigen indruk maakt.
De zaak bestaat uit twee afdeelingen.
Aan den eenen kant bevindt zich de ruime
zijnentwil. Eu Wolfgang aarzelde. Daar Streed
weer voor de hoeveelste maal? zijh goede
eugel tegen -de demonen van spel en drank, die
hem beheerschen gingen. Zoo bleef hij' besluite
loos staa n, zeer goed heel den omvang "begrijpende
van Huibert's smart.
Zijn hart trok naar zijn goeden genius: zijn
jongen broeder; zijn begeerte naar het vr ooi ijk
samenzijn met vïTeenden, door een eerste verblijf
in een levendige stad even opgewonden gestemd
als hij'. Hij bleef aarzelen... een kleinigheid kan
in een gemoedsstemming als de zijne de schaal
doen overslaan ten goede of ten kwade. Hiji hoorde
vroolijke stemmen in de verte. Twee Fransohe
heeren kwamen den corridor af,'zij moesten hem
voorbij. Hij kon hun luid gesprek woord voor
woord hooren. Diaar was iu de lichtzinnigheid:
hunner gezegden, in de levendigheid hunner ge
baren, iets van de luchthartige, schitterende druk
te van deze Zuid-Fransche stad, -die reeds als
een soort vergif bedwelmend op Wolfgang ge
werkt had. Onwillekeurig liet hij deu deurknop
los, dien hij nog altijd in de hand gehouden hadi en
volgd ehen, de trap af, zijn bozen demon tege
moet.
Wat, geven ze in de opera vanavond? Heb
je al plaatsen besproken?
Mijn beste jongen, je bent nauwelijks dit
den trein en ik uit mijn bed, moest ik dan a'l voor
vau avond gezorgd hebben en waarom?
Wfel, het was immers de afspraak. Den
eersten dag van ons verblijf in Parijs zouden
's avonds naar de groote Opera gaan. Hoe dik
wijls hebben wij het niet daaravér gehad? Het
is waar, onze plannen zijn door Diidier wel wat, m
de war gebracht, maar nu kunnen we ze toen
weer geregeld uitvoeren. En, o oudste, denk e®1®
wat een verrukkelijk langen tijd we nu vóór ons
hebbenH
En Huibert lachte bij -dit voor hem zoo pre
tige vooruitzicht. Hij had een eigenaardigen pWa
tigen lach, waarbij hij het hoofd een weinig
achterover gooide en, zijn mooi gezond gebid ver
toonde. En waarom zou hij niet vroolijk zijn! M
gevoelde zich zop tevreden gestemd, vol van ;'a^
„verheven" gevoel, -dat voor hem de beloonins
was voor een goede daad. Hij1 had Diidier thujS
gebracht en hem nu verlaten, reeds zoo goed-
stervende, dat is waar, maar' in zijn ouders a^D1®J
Nog zag 'hij dien innig dankbaren blik bij
afscheid nemen uit de donkere sprekende
nog voelde hij op zijn voorhoofd 'den feeder
kus van een oude moeder, den warmen lang®
handdruk van een grijzen, door ziekte getog®
vader. Nog hoorde hij hun aller bewogen woo
den van dank en vriendschap, en nu was
Wolfgang dankbaar, die bij het weerzien,
even aan den trein, zijn gelukkige stemming 11
bad verstioörd.