Rechtzaken Uit ons Parlement FEUILLETON Plaatselijk Nieuws De staking der Transportarbeiders en „Koophandel" AR rondissements-rechtbank Zittiing van, 6 Juli. Uitspraken. Dirk T., Zijpe, diefstal. Vrijgesproken en in vrijheid gesteld. Th. A. H., Spanbroek, diefstal van tulpen bollen. f 60 boete of 60 dagen. Nan W., Wieringen (in hechtenis), rijwiel diefstal. 8 mnd. gev. voorw. met 3 proefjaren. Herman Sch., Twisk, toebrengen van licha melijk letsel door schuld, f 30 boète of 30 da gen en schadebetaling van f 25. 1 Juli. Het nieuwe handelsverdrag met Duitschlahd vormt het slotstuk van dit parlementaire zit-/ tingsjaar. Men kan de Kamer niet verwijten, dat dit verdrag in een vacantiestemming is afgedaan. Niet minder dan negen sprekers heb ben er reeds het woord over gevoerd, waar van er vier vóór en vier; tegen het verdrag zijn, terwijl één nog onbeslist is. Inderdaad staat de Kamer voor een belang rijke beslissing. De algemeene indruk is, dat onze onderhandelaars te Berlijn niet geheel voor hun taak berekend waren, maar de mee ningen loopen uiteen of het verkregen resul taat kan worden aanvdard. Alleen ten behoeve van den land- en tuinbouw zijn eenige conces sies gedaan, maar de zaak staat hier zoo, dat wij' dure groenten en vruchten moeten blijven eten, teneinde die producten aan de Duit- scbers te kunnen blijven leveren. Wij nemen daarvoor dan in betaling het geld, dat wij hun, reeds hebben geleetnd, en waarvoor onze dele- ggtie zelfs renteverlaging haaft aangeboden. Met welk crediet tegen lage rente Duitschland weer in staat wordt gesteld om tegen onze industrie te concurreeren. Het is nu de vraag of men het grootere landsbelang, dat allerminst met dit verdrag gebaat is, moet opofferen aan het verkregen voordeel voor de kweekers. De Minister heeft het den lamdbouwafgevaardigden niet gemak kelijk gemaakt door zijn slimmigheidje om de nieuwe tarieven voor de kweekers reeds te doen ingaan vóórdat het tractaat is goedge- keurd, zoodat bij verwerping zou moeten wor-' den bijbetaald. Van protectionistische zijde achtte men de kans gunstig om aan te dringen op een vecht- tarief, maar verschillende sprekers, met name Prof. van Gijn, hebben dit betoog danig uiteen gerafeld. Al die vechttarieven, al dat gesja cher, aldus Prof. van Gijn, komen tenslotte neer op schijnsuccessen, op bevoordeeling van enkele fabrikantengroepen en is ten nadeele van de consumenten. Is het ook niet veel zeggend, dat landen met alle rpogelijke ruil objecten en met de meest geperfectionneerde vechttarieven, niet beter uit den strijd plegen te komen dan Nederland? Men zie naar onzen bollen-invoer in Amerika. En het 'is vooral de Regeeruig zelf geweest, die den protectionisten een bittere pil gaf je slikken. De Regeering heeft n.l. medegedeeld, dat onze positie bij de onderhandelingen slechter was geworden, door dat Duitschland rekening hield met den aan drang van protectionistische zijde om onze Re geering van den vrijhandelsweg af te dringen. Dit is wel een heel gevoelige waarschuwing uit de practijk, die zeker heel duidelijk spreekt voor degenen, die zich overigens van dé theo rieën weinig aantrekken. 2 Juli. Het was geen bijzonder fraai slot van het parlementaire zittingsjaar. Noodgedwongen, met het mes op de keel, heeft de Kamer het Nederlandsch-Duitsche verdrag moeten accep teeren. De geringste animo bleek wel uit het feit, dat bij den aanvang der vergadering het vereischte aantal leden (51) niet aanwezig was en de straflijst moest worden gelezen. De redevoering van den Minister was niet zooals wij van hem gewend zijn. Op fluisteren den toon uitgesproken, zal zijn verdediging van het Vactaat weinig nieuwe bewonderaars van het verdrag hebben gemaakt. De Minister leg de nog eens den vollen nadruk op de voor tand- en tuinbouw verkregen voordeelen, al erkende hij, dat de oogst op hjet gebied van de industrie heel wat minder groot is. Intusschen wilde de Minister probeeren of op de basis van dit verdrag alsnog voor de industrie wat meer zou zijn te bereiken. Maar van een her openen van de onderhandelingen wilde de Mi nister niets weten. Ondanks den aandrang uit de Kamer weigerde de Minister positief om de uitvoeringsregelingen, zelfs onder geheim houding, mede te deelen, zoodat de verwach ting, dat de Regeering in een geheime zitting nadere inlichtingen hieromtrent zou verstrek ken, niet in vervulling ging. De Minister moest zich in een nevel blijven hullen; Duitschland had n.l. geheimhouding geëischt en wij hadden in dez" voorwaarde wel moeten toestemmen. Op één punt heeft de Minister een krachtig geluid doen hooren; 'de Regeering is de voer- tuiging toegedaan, dat de in de laatste jaren handelspolitiek, welke nog steeds de vrijhan delsgedachte huldigt, ten voordeele van ons land heeft gestrekt. De Minister wenschte uit sluitend te spreken als man van de Realiteit, en verklaarde daarbij positief, dat bij het groote aantal tractaten en overeenkomsten, in de laat ste jaren gesloten, ons handelsstelsel nimmer als hinderpaal is gevoeld. Glashelder zette d$ Minister tegenover den aandrang van protec tionistische zijde uiteen, dat wij met een „vecht- tarief" een land als Duitschland minder zou den kunnen treffen dan Duitschland ons, zoo dat wij een wapen zouden hanteeren "dat ons in de eerste plaats zou wonden. Van één stam ii. Och, Wolf, laat me maar begaan. Ik weet wel, je oordeel over die Fransche heeren is juist. Ik was heusch verwonderd, te bemerken, dat nie mand zich aanbood den landgenoot te helpen. Meelijbetuigingen in overvloed, maar inderdaad1 helpen., dat vergeten ze. Ze zijn practischer dan jij, kereltje. Het doet er niet toe, alles is nu in ordia en Wolf ik kan dat alleen aan jou bekennen ik voel me nu reeds zoo ruimschoots beloond door dien ééueu blik van dankbaarheid van den zieken man. Zie je, zoo iets geeft je zoo'n prettig, warm gevoel, zoo iets... zoo iets... verhevens. Diat ge voel kennen ze niet, die egoïsten, 't Is een genot minder voor hen op de wereld; ik ben het dus, die hen beklagen moet— Zie zoo, Wolf, alles is gereed, nu ga ik naar Didier. Zoodra ik hem be zorgd heb, hoop ik jou te vinden, in het hotel Nóailles, niet waar? Maar in allen geval, ga jij je gajig, wacht niet op me, want ik weet niet, hoe lang ik bezig zal zijn met Didier. Het kwam noch in Wolfgang, noch in Huibert op, het vreemd te vinden, dat zij van elkander afgingen op dit oogeubljk, in plaats van elltan- det te helpen bij de diensten, den zieken Fransch- man te 'bewijzen. De weinige uren van inspanning vielen Huib niet mee. Ze waren aangegroeid tot een dag vol moeilijke en dikwijls angstige zorg. Eerst tegen negen uur in den avond gevoelde hij zich vrij en ging'naar zijn hotel. Natuurlijk was Wolfgang daar niet- Dat had Huibert ook niet verwacht. Men berichtte hem, dat Wolfgang onophoudelijk naar hem was komen vragen en na het diner weer was uitgegaan. Huibert zag de onmogelijkheid in, zijn broer in de groote stad tei gaan zoeken. Bui tendien gevoelde hij zich vermoeid en waren zijn gedachten te veel vervuld van het leed, dat hij den heelen dag had aanschlouwd. Hij liet zich,: na gedineerd te hebben, de kamer van zijh broer wij zen, met het voornemen om zoo spoedig mogelijk naar bed te gaan, want een nog zwaardjeren plicht had hij! op zich genomen, en nu was "hij ongerust en benieuwd, hoe Wolfgang dat alles wel zon opuempn. Eensklaps klonken haastige voetstappen en Wolfgang stond binnen. Eindelijk! riep deze. Mijn hemel, Huib, waar heb je zoo lang gezeten? Wel zes maal ben ik in het hotel naar je komen vragen. Je kunt begrijpen, hoe dat mijn dag gebroken heeft! Daar was een ongewone levendigheid over den flegmatieken Wolfgang gekomen, die Huibert verwonderd deed opzien, terwijl zijn broer opge wonden vervolgde: Marseille is zoo'n aardige, vroolijke stal. Ik ben den heelen dag met de drie heeren "van mijn whistclubje van boord uit geweest. Ze zitten nu voor het Grand-Café op me te wachten. Ik zei, dat ik nog eens voor het laatst naar je ging vragen. "Maar... bah! wat een rare lucht is hier in de kamer!" Hij sloeg met zijn. zakdoek o mzich neen. ,,0, ik weet het al, jodo- form, ruik jij soms zoo?" Ja, ik heb geholpen bij het nieuwe verband) van Didier. Nu, waseh je dan gauw, en verkleed je. |Maar talm niet, ga mee. Het is zoo aardig, weer eens in een Eiuropeesche stad te zijn en vooral 's avonds, met al aie verlichte straten, de hel dere winkels en vroolijke café's— Maar waarom sta je daar nog altijd? Het spijt me, Wolf, ik zal liever niet met je meegaan, ik... ben .moe. Wolfgang lachte luidruchtig. Word geen oude vrouw, broertje. Een glas champagne za± die vermoeidheid wel verdrijven. Wat, je wilt toch niet naar bed, de menschen beginnen nu pas te leven. Och neen, ik zal het je maar ronduit zeg gen; die vermoeidneid was maar een voorwendsel. Er is., hm... er is- meer. Wolf, ik' hoop, dat je niet al te veel haast hebt. Ik moet je bepaald nog even spreken. Ja, maar... toch niet lang, je zet zoo'n aan sprekersgezicht en ze wachten me, dat weet jé. En weer met een plotselinge beweging, als walgde hij, sloeg Wolfgang met zijn zakdioek om zich heen. „O, Huib, wasch je todh, dat anti- septische luchtje is zoo ambulantoe-achtig!" Ja, ja, zeker, maar luister eerst even. Ik kan van avond niet met je mee, want ik heb be loofd de hondenwacht te houden bij Didier. Nu is de scheepsdokter bij hem, dus kan ik nog een paar uren rusten. W:ij, dat wil zeggen, die dokier van de Yang-tse-Kiang, een geneesheer van hier en ik, zijn den heelen tijd bij hem moe ten blijven, nadat ik hem van boord, gebracht had in zijn hotel. Wat een angst ik uitgestaan heb bij het transporteeren van boord...! Nu is hij wat be lter, tenminste hij ligt iu een halve verdlooving. Hij moet eerst een paar dagen rusten voor hij verder mag, en hij verlangt zoo koortsachtig naar huis. de arme jongen, 't Verkort zijn leven, al dat reizen, maar hij wil thuis" sterven, roept hij onophoudelijk. We zijn van plan een coupé voor hem te laten inrichten. Een liefdezuster om hem op te passen en te vergezellen, zal gezocht worden, maar ze kan het werk niet alleen af Op reis en... en... zie je, de dingen ten halve doen, is toch ook ellendig en daarom heb ik mij aange boden. Ik zal dus een dag o'f wat Vferliezen, Wolf, het spijt me van al onze prettige plannén, maar het kan niet anders, dat zie je toch wel in, niet waar? Met eenige spanning wachtte Huibert op zijn broer's antwoord. Wolfgang's nuchtere levensop vatting en zijn cynisme hadden Huibert zoo 'dik wijls reeds gewond, en dat zij gedurende hun drie jarig samenzijn zonder blijvenden* invloed waren Een welnding. in onze handelspolitiek, aldus Minister van Karnebeek, ligt dan bok volstrekt niet in de bedoeling der Regeering. Ook van Christeijk Historische zijde werd krachtig stel- ling genomen tegen de propaganda van Dr. i Kortenhorst, de spreekbuis van de R.K. we.'k- gevers; Dr. Lovink schetste diens stelsel kon 1 en goed als verderfelijk voor ons land en noem- de de beweringen van den R.K. protectionist in flagranten strijd met de werkelijkheid. Hel tractaat is tenslotte met groote rnecr- 1 derheid aangenomen, doordien, gelijk verschei dene leden verklaarden, het reeds ingevoerde 1 betere tarief voor land- en tuinbouw tegenstem men practisch onmogelijk maakt, omdat men de menschen achteraf niet kan doen bijbe talen. De Kamer heeft, na twee dagen oppo sitie, tenslotte het hoofd in den schoot gelegd en hel tractaat onder den druk der noodzake lijkheid aangenomen. t Inderdaad, geen schoon einde vóór het 10- mereces, dat thans is aangevangen, en dat Insider noodzaakt zijn Parlementair Dagboek eenige maanden op te bergen. Werd rïecis eenigen tijd gesproker, over een ge rezen geschil tusschen ie Transport-Organisaties en de Vereenigiug van handelaren en daarbij door de tuinders don wensch geuit dat het niet tot een staking .mocht komen, omdat de staking van 4 jaar terug en de gevolgen daarvan nog versch in het geheugen liggen, deze wensch is niet in ver vulling gegaan, en wordt er li eden aan de laad plaats te NttorJscIiarwoudle en Broek op Langen- dijk en Warmenjiuizen (Hoor de transportarbeiders niet gewerkt. Velen zullen van het geschil hebben verne men, maar niet de juiste oorzaken weten. Ook ons waren reeds meermalen geruchten ter oore gekomen, en om nu verkeerde meeningen en gedachten weg te nemen, hebben wij een onder zoek ingesteld en alle gewensohte inlichtingen verkregen. Die oorzaak moet niet gezocht worden in een loonkwestie, maar wel in art. 2 van de collec tieve arbeidsovereenkomst tusschen Transport-Or ganisatie en „Koophandel" dat spreekt over vaste arbeiders. Het oude contract kwam met 1 Juli te ver vallen, zoodat tegen dien tijd een nieuwe over eenkomst moest wordeu#gesloten of het bestaande contract moest worden verlengd. „Koophandel" echter wenschte het oude con tract niet te handhaven en zoo is 't het gewraakte art. 2 dat de hoofdoorzaak (buitendien zijn er nog eenige geschilpunten) vormt van de staking. „Koophandel" wil dat in dat art. 2 wordt be- op zijn karakter, had hij te danken aan het levendige van zijn temperament, dat hem altijd denken en handelen deed onder dien eersten in druk. Huibert's edelmoedig besluit was altijd ge nomen en uitgevoerd1, eer Wolfgang's scherpe af keuring of sarcasme er invloed öp konden hebben. Voor de spottende aanmerkingen daarna was Huib echter altijd min of meer bevreesd. Zulk een bijtend woord bracht in elk geval een schaduw over zijn tevreden stemming en bezoedelde daaren boven, in Huibert's oog, het karakter van den. oudste, dat hij zoo gaarne als goed wilde be schouwen. Ja, het is wel jammer, vooral omdat wij, de heeren van de whistclub en ik, afgesproken heb ben morgenochtend reeds naar Parijs te vertrek ken. Als Marseille al zoo amusant is, wat zal Parijs dan niet zijn! En- deze schikking is mis schien wel goed. Wellicht bevalt je ons gezel schap niet «sens. We zijn zooveel... ouder dan jij. Heb je me nog wat te zeggen? Je begrijipt, ik heb weinig tijd en nu je toch niet meegaat... Hiiihert zag Wolfgang verrast aan. In plaats van het sarcastische woord, dat hij: had verwacht over zijn „domme édelmoedigheid" of zoo iets, dit inschikkelijke, bereidwillige antwoord. Weer viel hem het vreemde, levendige in Wolfgang's uiterlijk op. Die gezwollen aderen op het voor hoofd, de flikkering in de fletse oogen, hoe goed kende hij deze symptomen van "hartstochten, "die Wolfgang telkens opnieuw overheerschten en die mede oorzaak waren geworden van sftjn geschok te gezondheid, waarvoor "hij nu herstel ging zie ken in zijn vaderland. Ik zal je dus niet meer zien tot over..."? Een dag of vier. Ik zal hier het adres van, Didier's ouders achterlaten. Telegrafeer me dan je adres in Parijs, dan schrijf ik je, wanneer ik komen kan.\ Heel goed, o, poeh, die jodoformlucht— Ja, ja, ik zal hier dadelijk de ramen open gooien en een andere kamer vragen. Ik zal je niet langer hinderen. Adieu aan, tot ziens! Hoe pijnlijk was Huibert Wolfgang's groote haast. Had hij slechts de macht hem terug te houden, maa nnog nooit was hem dat gelukt. Met krachtigen druk greep hij' de hand, die de oudste hem nonchalant toestak. Wolf, Wolf, denk toch aan je gezondheid, je moet je. immers streng in 'acht nemen. Wil ik bij je blijven, Didier... opgeven? Wolfgang zag de angstige bezorgdheid om zij nentwil, in Huibert's oogen. 'Zijn gezicht vertrok even, toen riep hij, met een Wanhopig schouder ophalen en een toornig gebaar de hand van zijn broeder afstootend: „Nonsens, je weet, het kan nu eenmaal niet anders. Zeur toch niet!" en met twee stappen had hij de deur bereikt, die hij hard achter zich dichttrok. Maar hij liep niet dadelijk den corridor af,- hij bleef dralend voor de kamerdeur staan, waar hij zjjn broer achterliet, ellendig, bedroefd, om paald, dat de koopman het recht heeft op j vaste arbeider, buiten de gecontracteerde arbei- ders om, dus dat hij nemen kan, wipn hij wil voor het verladen der producten. De Tra nsport-arb.-org. nu is niet tegen dit recht, ïnaar wel tegen het laatste, omdat u; arin ziet een gevaar voor haar leden, die do» c n dergelijke rekening alleen dan aan het werk zullen komen wanneer de door 'den koopman aan. I ges: elde arbeider het werk niet af kan. I M; ar eveneens is de Transp.-arb.-org. niet te- gen 'het nemen vah een vasten arbeider, wanneer deze echter geen transportwerkzaamheden Ver richt, maar zijn werkzaamheden zich' bepalen tot controle cv dergelijke. Ziedaar die reden tot het neerleggen van h$t werk. Dp een der gecombineerde vergaderingen van de beide organisatie? werd art. 2 besproken, werd het woord „minstens" (1 vabte arbeider) dat daarin voorkwam, geschrapt. De transportorg. zag hierin oen terzijdestelling van haar "leden. Waar men het verder niet eens "kon worden, werd e -rgisteravond door de Transport-arb.-org' een brief van „Koophandel" ontvangen, dat men op de nieuwe voorwaarden aan het werk kon er van verdere conferenties werd afgezien Dit werd gistermorgen in de veiling medege deeld, en weren het eenige kooplieden die zeiden dat dezen dag dan nog op die oude voorwaarden kon worden gewerkt. En er is gewerkt. Die ar Leiders hellen doorgewerkt en alle groenten zijn "erladen geworden. Door de Tr a - j.-arb.-org. is daarna de voort van „Koophandel" telefonisch opgeroepen, die om 11 uur een vergadering met zijn vereeniging heeft, gehouden. Met het resultaat dat gister middag om 4 uur door de Transp. arb. org. bericht werd ontvangen, dat vóór 6 uur geantwoord moest worden of men op 'hét nieuwe contract aan het werk wilde gaan en zoo niet, dat dan de o véreen komst als vervallen zou worden beschouwd. Mede moet als een voornaam punt van tegen kanting van de zijde der Transp.arb .org. worden beschouwd, het opslaan der producten, dat de handelaren vrij weuschen te houden. De Transport heeft voet 'bij stuk gehouden en öp de vraag van haar leden of er vandaag nog ge- werkt, zou worden, werd ontkennend geantwoord, Zoo is dan, zooals wij bovèn schreven, het werk aan genoemde laadplaatsen stilgelegd. Wij kunnen niet anders wenschen, "dan dat het geschil spoedig wordt opgelost, ten voordeele van de aardappel-campagne, waarin men thans zit, en ten gerieve van beide organisaties. Ondanks de staking heeft het verladen een vlot verloop, doordat de tuinders zelf ladenj waarvoor zij worden betaald-. Op het terrein waren aanwezig, de burgemees ter van Noordscharwoude, de gemeente- en Rijks politie. ZUID-SCHARWOUDE. Dinsdagavond had de heropening plaats van de Heeren- en Dameskapperszaak van den heer J. Kuijt te Zuidscharwoude. Wij zijn eens een kijkje gaan nemen en kun nen niet anders getuigen, dan dat het geheel een keurigen indruk maakt. De zaak bestaat uit twee afdeelingen. Aan den eenen kant bevindt zich de ruime zijnentwil. Eu Wolfgang aarzelde. Daar Streed weer voor de hoeveelste maal? zijh goede eugel tegen -de demonen van spel en drank, die hem beheerschen gingen. Zoo bleef hij' besluite loos staa n, zeer goed heel den omvang "begrijpende van Huibert's smart. Zijn hart trok naar zijn goeden genius: zijn jongen broeder; zijn begeerte naar het vr ooi ijk samenzijn met vïTeenden, door een eerste verblijf in een levendige stad even opgewonden gestemd als hij'. Hij bleef aarzelen... een kleinigheid kan in een gemoedsstemming als de zijne de schaal doen overslaan ten goede of ten kwade. Hiji hoorde vroolijke stemmen in de verte. Twee Fransohe heeren kwamen den corridor af,'zij moesten hem voorbij. Hij kon hun luid gesprek woord voor woord hooren. Diaar was iu de lichtzinnigheid: hunner gezegden, in de levendigheid hunner ge baren, iets van de luchthartige, schitterende druk te van deze Zuid-Fransche stad, -die reeds als een soort vergif bedwelmend op Wolfgang ge werkt had. Onwillekeurig liet hij deu deurknop los, dien hij nog altijd in de hand gehouden hadi en volgd ehen, de trap af, zijn bozen demon tege moet. Wat, geven ze in de opera vanavond? Heb je al plaatsen besproken? Mijn beste jongen, je bent nauwelijks dit den trein en ik uit mijn bed, moest ik dan a'l voor vau avond gezorgd hebben en waarom? Wfel, het was immers de afspraak. Den eersten dag van ons verblijf in Parijs zouden 's avonds naar de groote Opera gaan. Hoe dik wijls hebben wij het niet daaravér gehad? Het is waar, onze plannen zijn door Diidier wel wat, m de war gebracht, maar nu kunnen we ze toen weer geregeld uitvoeren. En, o oudste, denk e®1® wat een verrukkelijk langen tijd we nu vóór ons hebbenH En Huibert lachte bij -dit voor hem zoo pre tige vooruitzicht. Hij had een eigenaardigen pWa tigen lach, waarbij hij het hoofd een weinig achterover gooide en, zijn mooi gezond gebid ver toonde. En waarom zou hij niet vroolijk zijn! M gevoelde zich zop tevreden gestemd, vol van ;'a^ „verheven" gevoel, -dat voor hem de beloonins was voor een goede daad. Hij1 had Diidier thujS gebracht en hem nu verlaten, reeds zoo goed- stervende, dat is waar, maar' in zijn ouders a^D1®J Nog zag 'hij dien innig dankbaren blik bij afscheid nemen uit de donkere sprekende nog voelde hij op zijn voorhoofd 'den feeder kus van een oude moeder, den warmen lang® handdruk van een grijzen, door ziekte getog® vader. Nog hoorde hij hun aller bewogen woo den van dank en vriendschap, en nu was Wolfgang dankbaar, die bij het weerzien, even aan den trein, zijn gelukkige stemming 11 bad verstioörd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 2