NIEUWE No. Dinsdag 10 Augustus 1926 - 8öe Jaargang INTERC. TELEPHOON 52 L4NGEDIJKER COURANT Algemeen Overzicht BINNENLAND. DE SCHOOLTUINEN. Nu allerwegen -de jeugd in heerlijk vacantie- gevoelen doa<\ de bosschen zwerft en langs strand en duinen vermaak zoekt of in kamp tenten of op fietstochten haar liefde voor de natuur en de vrije lucht botviert, blijven als vanzelf onze gedachten gericht op het zeer groote nut van de school- en werktuinen en- de cursus, die in het gebouw der Rijkslandbouw- vvinterschool gehouden is voor de leiders van school- en werktuinen, levert het bewijs, dat ook bij de onderwijzers en paedagogen de overtuiging, door de jarenlange ervaring opge daan, heeft postgevat, dat voor de jeugd het onderhouden, beplanten; en verzorgen van deze schooltuinen een aantrekkelijk en uitstekend werkend opvoedingsmiddel is. De liefde voor de natuur en de planten wordt onopgemerkt aangekweekt en hij, die liefde voor de natuur bezit, zal zich zijn geheele leven lang over dat bezit blijven verheugen. Op dezen cursus waren dan ook bijna alle bestaande schooltui nen vertegenwoordigd en bovendien waren .er tal van belangstellenden zooals van Volkson derwijs, het N.O.G., den Bond van Nederl. Onderwijzers en bovendien verscheidene Wet houders van Gemeenten, o.a. die van Zutfen, Leeuwarden en Haarlemmermeer. Verschillende redevoeringen werden bij de opening gehouden. De Voorzitter der commiss- sie van voorbereiding besprak het onderwerp; „Hoe komt de School en Werktuin tot stand?" en „Beantwoordt d'e School aan zijn doel, en zoo niet, wat is daarvan de reden?" In den ?loop zijner redenatie merkte de spreker op, dat er-voor de school- en werktuinen nog steeds te weinig belangstelling bestaat. Wel staan wij eerst aan het begin, zeide hij, maar wij moeten belangstelling zien te wekken bij onderwijzers en paedagogen en wel in het bijzonder bij hen, die acte land- en tuinbouw bezitten. Hieruit blijkt wel, dat er nog steeds ver schillende menschen, die aan het hoofd van een klasse of zelfs-van een heele school ge steld zijn, hetzij door lauwheid,- hetzij door onbekendheid met den tuinbouw, nalaten den kindeien liefde voor hnu tuintje in te prenten. En toch, hoeveel kinderen zijn ér, die zich niet in het bezit van een eigen tuintje kunnen verheugen, die toch, o zoo graag, ook hun eigen bloemen en planten zouden willen zaaien, zien opkomen en verzorgen. En hoeveel nut heb ben de school- en werktuinen nog, buiten en behalve het aankweeken der liefde voor de natuur en der schoonheidsidee in de kinderen. Vooral in de steden waar de frissche tucht den jongens en meisjes vaak slechts "in geringe mate wordt toegemeten, hebben die schooltuinen een buitengewoon nuttig doel, doordat de kinderen verplicht zijn in de buitenlucht te verkeeren en daar met spitten, harken, wieden en op binden met snoeien, verzorgen, bijhouden en besproeien der planten nuttig en gezond werk doen. De „paedagogische voordeelen van de schooltuinen zijn: door het inzicht in het le ven der planten wordt eerbied gekweekt voor eht leven, en bovendien eerbied voor eigen werk en voor het werk van anderen. Het re sultaat l"a.n hun werk wordt hun tot vreugde. Vreugde in arbeid een zeer voornaam deel van de opvoeding. En hoeveel beter wordt de verhouding tusschen onderwijzer en leer ling door het werken in de tuinen. Dain zijin daar nog de voordeelen voor het onderwijs ?elf: de kinderen leeren spelenderwijze de gé- schiedenis van de methode van het vak der plantkunde reeds op de lagere school. Bij de te zeer morphologische kenmerken, die bij het determineeren op school worden geleerd, ko- tnen de phibiologische en biologische eigen schappen, die zij bij het werk in de tuinen leeren kennen. Uit den aard der zaak doen de kinderen in de tuinen vajnzellf ook eenige kennsi op van de dierenwereld, zooals regen wormen, emelten, koperwormen, aardrupsen. Zij doen waarnemingen betreffende levenswijze van b.v. de doodgraver (een keversoort) en zij [eggen zich toe op het verzamelen van mie- hebben de onderwijzers het in de hand even-' reneieren en poppen. Bij zulke gelegenheden* tueele wreedheden te bestrijden.'Kortom, het behoeft geen verder betoog, dat de school tuinen in een ware behoefte voor het onder wijs voorzien en dat de kinderen daar op de. eerste en voornaamste plaats liefde voor en na te leeren. BUITENLAND. Frankrijk. Nog steeds blijft de toestand in Frankrijk „actueel". Langzamerhand schijnt het nu ein delijk een beetje den goeden kant op te gaan, en krijgt de nieuwe minister van Financiën, de heer Poincaré het voor hem zoo noodige over wicht. Het vertrouwen begint zich te herstel len en dat komt wel voornamelijk hierdoor, dat de heer Poincaré wel begrepen heeft, dat hij met qen parafrazeering van dit vertrouwen, niet veei opschiet, doch daden moet doen om Kamer en Senaat met zich mede te krijgen. De vlucht van het kapitaal een kenmerkend iets, dat reeds door een ieder besproken is tracht hij te vermijden door de inkomstenbe lasting te verlagen en de verhooging van den disconto- en rentevoet. Doch de groote basis van Poincaré's plan is het aflossingsfonds voor de vlottende schuld. Tot heden toe stonden z.ij die in de finantieele politiek doorkneed waren, daar vijandig tegenover, omdat het fonds door invloeden van buiten aan zijn bestemming zou kunnen worden onttrokken. Doch in de week van 9—14 Augustus zullen thans de Kamer en de Senaat in een Oationale vergadering bijeen komen om deze organieke wet in overeenstemming te brengen met den grond wet, waaraan, intusschen, niets anders zal worden gewijzigd, Men hoopt hiermede in .een dag klaar te zijn, door 's ochtends de noodige formaliteiten te vervullen en des middags de eigenlijke wet te behandelen. De verdere plan nen die Poincaré nog heeft tot redding van het land, zijn allen van tamelijken hoogen ou derdom, doch het verschil bij dezen Minister van Financiën is op de eerste en voornaamste plaats dit, dat hij zich van zijn voorgangers onderscheidt door een taaie vasthoudendheid, radheid van tong in zijne redevoeringen, en een groote .vaderlandsliefde, waarvan zijn mede werkers zoo overtuigd zijn, dat wat hij zegt, reeds voor een gedeelte gewonnen is. Intus schen moet men afwachten hoe d etoestarid schen moet men afwachten hoe de toestand zich zal ontwikkelen. Engeland. Het botert in Engeland nog^ maar steeds niet inzake de mijnwerkersstaking. En mid den in een onbeslistentoestand is den 4en Augustus het Lagerhuis met zomervacantie ge gaan om niet meer bijeen te komen voor 9 September. Op het oogenblik wordt "in de voorstellen der kerkleiders, die door het be stuur der Mijnwerkersbond zijn aanvaard, moe ten worden aangenometn ein de meeste districten, schijnen daarto ewel geneigd te zijn, behalve in Zuid-Wales, Lancashire en Durham, waar tegen deze voorstellen een heftige oppositie is. De Premier heeft zijn. vertrek naar het buiten land, waar hij zijn vacantie zou gaan door brengen, uitgesteld en de verschillende mijn werkersleden in het Parlement hebben den wenk gekregen Londe nniet te verlaten, alshet wenk gekregen Londe nniet te verlaten, als het Lagerhuis met reces is, doch zich beschikbaar moeten houden voo reventueele onderhande lingen. Zou het dus mogelijk zijn, dat binnen afzienbaren tijd dit conflict eindelijk eens uit den wereld geholpen zal worden? Het is waar lijk te hopen. Mexico. In dit land is de strijd tusschen Kerk en Staat nog steeds niet beëindigd en 'de Regee-' ring staat nog steeds tegenover tijdelijk verzet van den kant der Kerk. De federatie van de Kamers van Koophandel heeft eën resoluite aangevoerd, waarin zij zich tegen den boycot verklaren, die door de Katholieken georgani seerd is. •Wij willen hopen, dat binnen den kortst mogelijken tijd deze verwijdering tusschenj Kerk en Staat tot het verleden behoort, daar, vooral als in een land als Mexico, samenwer king tusschen beiden wel zeer noodzakelijk1 Tuinbouwvereen. „De Toekomst", te Zuidscharwoude. Gisteravond, half acht vergaderde bovenge noemde vereeniging ten lokale van den heer P. de- Geus. Aanwezig een dertigtal leden. De voorz. de heer 3. de Boer Kz. opent de ver gadering met welkom- aan de opgekomenen en de Pers. Spr. wijst er op dat het wel midden in den zomer is, maar er waren enkele punten, die wel besproken dienden te worden. Spr. hoopt tevens op een aangename gedachtenwisseling. Hierna worden door -den heer C. de Boer als Se cretaris de notulen van de vorige vergadering ge lezen, zonder dank aan den samensteller goedge keurd. r I De heer Muller vraagt of er nog leden zijn, die kwaad in hun producten bespeuren, zulks j naar aanleiding van het feit, dat in het voorjaar zaad is afgestaan om proeven te nemen. De heer Jb. Kramer vraagt hoe of het staat j met de genomen proeven. De heer Muller zal de verkregenresultaten mededeelen aan den heer Van Keulen. Mededeelingen: Dit betrefd alleen eenige zaken tusschen „De Toekomst" en de „T. A. C." Punt 3. Bespreking aanneming jongens van Zuiderzeevisschers. Uit een ingekomen schrijven blijkt, dat.het de bedoeling is om jongelieden, die geen land- of tuinbouwkennis bezitten, practisch op te leiden om plaatsing te zoeken bij land- en tuinbouwers, waar zij gedurende een jaar zullen verblijven, en gelijk met den patroon op te werken. Verwacht wordt een lijst van tuinbouwers, die genegen zijn deze jongens te plaatsen. Voorz. zegt dat het nog wel een anderhalf jaar zal duren alvorens men zoon jongen krijgt, maar de Commissie wenseht een lijst, waar de jongens ondergebracht kunnen worden. Gevraagd wordt of het de bedoeling is, om hen in buis te nemen. Voorz. antwooxat van wel, en gelooft dat de jegeering daarvoor de vergoeding betaald. Op een vraag van oen heer (SC Zeeman, ant woordt voorz., dat het uitsluitend voor visschers- jongens wordt gevraagd. De heer Jb. Kramer wil wel zoo'n jongen plaatsen, wanneer hij rekening kan houden met den godsdienst, van hem, en de voorwaarden van de Comm. hem aanstaan. Voorz. hoopt dat „De Toekomst" het hare er toe zal bijdragen om de jongens te plaatsen, en zeg tdat de gelegenheid tot opgave bij het bestuur is opengesteld Aanmelding machinecursus. Dit, is het gevolg van het voorstel van den heer P. Zeeman. Voorz. zegt dat het gewenscht is dat velen zich opgeven, daar de cursisten zelf alles moeten betalen. De heer P. Zeeman kan geen nadere inlichtin gen verstrekken, omdat hij nog geen antwoord heeft ontvangen op een daartoe door hem gerichte brief. Wel weet hij, dat d,e leeraar in Oostwoud, uitstekend voldeed, er 50 deelnemers waren en <ie kosten f7.50 bedj-oegen. Een definitief antwoord op zijn brief zal on middellijk door hem aan het bestuur ter hand wordon gesteld, en verder kan het bestuur de zaak uitwerken. i Behalve den leeraar uit Oostwoud, worden nog eenige andere namen genoemd. Bij instelling van dezen cursus zal de gelegen heid voor opgave voor alle takken van industrie worden opengesteld. Staande de vergadering geven zich 13 personen op. Rondvraag. De heer Kant vraagt of men het niet eens pro- beereu zal met het gezamenlijk aankoopen van zwavelzure ammoniak. De voorz. zegt dat wanneer men nu gaat koo- pen, het bestuur niet verwacht, dat men ér veel vooraeel van zal hebben, omdat alles zich in dalende lijn beweegt. Op de mededeeling dat de ammoniak f14 be draagt, zegt de heer P. Zeeman, dat Üeze prijs laag is, vooral waaneer men denkt aan de prij zen van vóór den oorlog. Wil men het doen, dan j in een behoorlijk kwantum. Is de vraag gering, j dan moet een ieder het zelf weten. De chili.l die beneden f14 staat is bijzonder laag in prijs. j De heer Kramer zegt dat de kalksalpeter op 1 f 13 staat, en ook 151/2 pet. stikstof heeft. Een ander uit de vergadering doet mededee ling, dat een agent van een kunstmesthandelaar hem heeft medegedeeld, dat de kunstmest weder rijzenae is. De vergadering besluit opgavebiljetten rond te sturen. De heer P. Zeeman wenseht een punt naar vo ren te brengen, en wel: de staking. Spr. wenseht zich tevens geen partij te stellen. Allen vinden het vervelend dat er geen einde aan komt: Stellen wij ons geen partij, criin kunnen wij ook geen in vloed uitoefenen. In het, concept-contract wor- - den punten genoemd, waarbij wij ten nauwste zijn betrokken. Daarom is het noodig dat wij ons standpunt herzien. Ten eerste leest spr. voor het artikel 9b be- treffende het fooiieustelsel. De onsympathieke houding van enkele transportarbeiders, daar zijn wij alle ndebet aan, en dat zit in het fooienstelsel. I Dit punt in het contract eischt de straffe me- dewerking van de tuinbouworganisatie. Daarin moeten wij onze stem laten hooren. Met genoegen heb ik dan ook gelezen het inge- I zonden stuk van het hoofdbestuurslid van den Transportarbeidersbond, den heer Strijbis, waarin een instituut wordt genoemd, dat ook ik wensch. j Wat zijn er een slechte toestanden in ons be- I drijf; en nu mogen er pessimisten zijn, die zeg gen,, dat het niet veranderd, wij moeten ons best doen, dit wel te veranderen. Het 7de punt, waarbij wij betrokken zijn, maar dat mij niet aanstaat, is het inlaadloon voor hén, die van buiten komen, en daarvoor meer moeten betalen. j Ik wensch niet in te gaan op het contract, maar ik wil alleen wijzen op de beroerde verhouding j in den afzet van onze producten. Spr. betreurt het dat door den tuinbouw een passive houding wordt aangenomen, want nu wordt mede de strijd uitgestreden over de ruggen van detuinders. 1 j Voorz. antwoordt dat in de L.G.C. maatregelen zullen worden genomen, ©m de tuinders te straf- fen, die overgingen tot het geven van fooien. In de bestuursvergadering van de L.G.C. is beslo- I (en., dat hij, die fooien geeft, in de vheiling zal worden bekend gemaakt, en kunnen in de alge- rrieene vergadering de strafbepalingen worden vastgesteld. Verder zullen wij nooit toestaan, dat vreemde kooplieden meer inlaadloon moeten betalen aan leden van „Koophandel". Dia heer P. Zeeman zegt dat door de passive houding van den tuinbouw, wij niet gehoord worrten bij de samenstelling van een contract. Waarom zijn onze vertegenwoordigers nooit op de vergadering van „Koophandel". Dat is van die vereen .inconsequent. Onze belangen zijn ten nauwste betrokken bij het goed afstellen van de bascules, en wij niet de dupe zullen worden van vaste arbeiders die vaste knoeiers kunnen zijn. Spr. wenseht een verzoek te richten aan de L.G.C. om te bespreken, dat ook de tuinbouw toegelaten wordt op de vergadering van „Koop handel". i De heer P. Zeeman: Het scheidsgerecht is je ware, in alle zaken van transport, tuinbouw en koophandel. Men zal meer reoht laten wederva ren door zoo'n Commissie dan onderling. Een oommissie, bestaande uit alle drie belangengroe pen. De heer Jb. Kramer meent dat, waar Koop handel is toegestaan, op alle algemeene vergade ringen te 'komen, dit ook ons door hun moet wor den toegestaan. Spr. acht het ook gewenscht dat de tuinbouw medezeggenschap krijigt in het sa menstellen van een contract. De voorz. zegt dat de kooplieden op Üe Jaar vergadering als gast tegenwoordig zijn. Voorz. acht er niets tegen om deze zaak in de L.G.C. te bespreken, en weet dat men ook sym pathie zal ondervinden. De heer Van Bergen vraagt of het niet moge lijk is, dat de tuinders vrij komen van het helpen bij het laden. De voorz. antwoordt, dat men weet, dat er in den drukken tijd te kort volk is. Verder vraagt de heer Van Bergen of het niet mogelijk is, dat de bascules op het straatje wór den geplaatst en niet in de wagens. Voorz. antwoordt, dat. het besluit is, dat Üe bascules dwars, in den wagen moeten staan, opdat <ie tuinder kan zien, hoe de bascule loopt. De heer Zeeman wenseht, dat dit ook gebeurt, zonder dat de tuinder het behoeft te vragen, én meent dat in de allereerste plaats hierop de keur meester moet toezien. De voorz. deelt nog mede, dat men gelukkig is geweest in de keuze van keurmeester, die een zeer serieus man is en zijn taak ernstig opvat. De heer Kroon bespreekt het coöperatief aan koopen van steenkool door de tuinbouw-vereeni- ging. De voorz. zegt dat men het vorig jaar goed door eigen brandstofhandelaar is bediend. De heer 8. Zeeman zegt, dat die persoon bij de leden si geweest, omdat hij afzet moet zoeken, in verband met grooten voorraad. Besloten wordt ter gelegene rtijd weder coöpe ratief aan te koopen. De rondvraag levert verder niets op, waarna sluiting volgt met een woord van dank voor de aangename besprekingen en den wensch, dat zij in het belang der vereeniging mogen zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 1