Buitenland
Uit den Omtrek
SI. PANCRAS.
Naar wij vernemen is door de landbouw ver-
eeniging „De Zuid" voor hare leden dit jaar
wederom coöperatief brandstof ingekocht.
- St. PANCRAS.
Bij de Dinsdag plaats gehad hebbende lo
ting voor de militie werden de nummers als
volgt getrokken:
1. J. Biersteker.
2. D. de Koning.
3. P. Duif.
4. H. Wiedïjk. t
5. J. Kloosterboer Jb.zin.
6. M. Kooy.
7. G. Admiraal.
8. P. Groen.
9. J. Nierop.
HEERHUGOWAAKBl
Op 31 Aug. zal het comité ter viering van Ko-
ningnneriaig een algemeen feest aanbieden aan de
leerlingen tier hier bestaande scholen. Door het
gemeentebestuur wora hiervoor subsidie verleend
en het sportpark ten dienste gesteld, terwijl ver
dere kasten kuntfen worden bestreden uit bijdra
gen van particulieren. Ongeveer 750 kinderen zul
len aan dit feest kunnen deelnemen, waarbij al
lerlei wedstrijden zullen worden gehouden, af
gewisseld met een of andere attractie. De hier
bestaande muziekoorpsen zullen worden uitgenoo-
digd 's avonds eenige muzieknummers ten beste
te willen geven, terwijl tot slot een vuurwerk
zal worden afgestoken.
ST. PANCRA (Zuideindb).
Door het afloopen van den ijzeren steunband!
brak van een houtwagen der firma Eecen, Woens
dagmorgen het achterwiel, waardoor de vracht,
een vijzelbalk ter zwaarte van pl.m. 3000 K.g. op
den weg terecht kwam. Een paar uur later arri
veerde een andere wagen, waarop het gevaarte
overgebracht werd, wat nogal met wat moeite
gepaard ging. Een en ander veroorzaakte tamelijk
wat oponthoud langs den Bovenweg, zoodat het
verkeer langs den Benedenweg werd geleid, het
welk aldaar een ongewone drukte gaf.
Paardenmarkt Schagerbrug.
Wij ontvingen het programma voor de ten
toonstelling ter gelegenheid van de Paarden
markt op Maandag 13 September 1926, te
houden door de afd. „Zijpe en Omsterken"
van de Holl. Maatschappij van Landbouw te
Schagerbrug.
Ter mededingen worden gevraagd:
Paarden
No. 1. Paarden van 4 jaar en ouder
No. 2. 3-jarige paarden.
No. 3. 2-jarige paarden.
No. 4. 1-jarige paarden.
No. 5. Merries en veulens.
No. 6. Veulens.
Hoornvee:
No. 7. Melkkoeien (afgewisseld! met een
betrouwbaren melkstaat, gekalfd hebbende
tusschen 1 Januari en 31 Mei 1926.
No. 8. Melkkoeien (afgewisseld), gekalfd
hebbende tusschen 1 Januari en 31 Mei 1925.
(Niet geregistreerd).
No. 9. Twinters, gekalfd hebbende tus
schen 1 Januari en 31 Mei 1926.
No. 10. Melkvaarzen, gekalfd hebbende
tusschen 1 Januari en 31 Mei 1926.
No. 11. Pinken, geboren in 1925.
No. 12. Stieren, geboren in 1925.
No. 13. Stierkalveren, geboren in 1926 en
ingeschreven in een fokregister. (Onder over
legging van afstammingsbewijs.)
No. 14. Stierkalveren. (Graskalf), geboren
in 1926. Geregistreerd, onder overlegging van
afstammingsbewijzen.
No. 16. Kuikalveren (Graskalf), geboren
in 1926 (niet ingeschreven en niet behoorende
aan leden van een fokvereeniging)
Wolvee:
No. 17. 4 Fokschapen (type Texelsch), in
geschreven in een fokregister.
No. 18. Vier ooilammeren (type Texjelsch),
ingeschreven in 'n fokregister.
No. 19. Een ram, geboren in 1924 of
De verrassingen van de Nederlandsche Taal.
Mijn jonge vriend Siegfried, neerl. Iitt. cand.,
die mij dikwijls onthaalt op lekkernijen, op
zijn speciale studie betrekking hebbende, kwam
dezer dagen weer eens bij mij oploopen. Hij
bleek eenigszins- verstoord en zei, met het
uiterlijk van een verongelukten haan, dat hij
nu besloten had zijn abonnement op zijn lijf
blad overigens een van de grootste en beste
van ons land op te zeggen, omdat 't altijd
zoo wemelt van principieel® taalfouten.
„Ik kan het niet meer harden", zei hij, „om
altijd te lezen: De getuige verklaard met 'O
d, en Poiucaré heeft verklaart met 'n t. Van
daag of morgen lees ik nog: Baldwin zegd met
'n d, of gemeeit en gehoort met 'n t".
„Permitteer me", zei ik, „gemeent en ge-
hoort met 'n t kan toch heel goed zijn?"
„Hoe heb ik het nu?" dreigde hij.
„Wel", zei ik kalmeerend, „als je 't maar
in twee woorden schrijft".
Een oogenblik was Siegfried paf, maar al
gauw bracht ik hem op zijn stokpaardje van
de verrassingen der Nederlandsche taal en
daarmee geheel in zijn humeur.
„Heb je niet weer wat nieuws op dat ge
bied", informeerde ik.
„Wat nieuws?" antwoordde hij met grooten
nadruk, alles op dat gebied is oud en juist
door het oude zoo interessant. Heb je ooit wel
eens er over nagedacht, dat de beteekenis die
wij aan „schoorvoetend" hechten, een geheel
andere is, dan de oorspronkelijke moet zijn
geweesr? Nu bedoelen wij daarmede zoo iets
als „aarzelend", daarover wil ik straks nog
eerder (type Texjelsch), ingeschreven in een
fokregister.
No. 20. Een ram, geboren 1925, (type
Texelsch), ingeschreven in een fokregister.
No. 21. Ooi, met hare in 1926 geboren lam
meren, waaronder tenminste 1 Ramlam (type
Texelsch, ingeschreven in een fokregister.
No. 22. Tien overhouders.
No. 23. Vier Fokschapen (niet ingeschre
ven in een fokregister), zichtbaar geworpen
hebbende.
No. 24. Vier Ooilammeren, niet ingeschre
ven in een fokregister.
No. 25. Een Ram, geboren in 1926, niet
ingeschreven in een fokregister.
Klein Vee en Pluimgedierte:
11 te zenden minstens 2 Hdnnen en een Haan.
No. 26. Inlandsche Kippen.
No. 27. Leghorns,
ij No. 28. Voor dein schoonsten toom Kriel
kippen.
No. 29. Voor den schoonsten toom andere
vreemde- of raskippen, niet in programma
vermeld.
No. 30. De mooiste inzending eenden.
No. 31. De mooiste verzameling Konijnen.
No. 32. Voor de zwaarste Konijn.
Bloemen en planten:
No. 33. Voor de mooiste collectie bloes
maj en planten van Kweekers of handelaars
iin bloemen.
No. 34. Voor de mooiste collectie bloemen
an planten van particulieren.
No. 35. Voor de mooiste plaint van parti
culieren.
V ruchten
No. 36. De mooiste collectie Tuinvruchten.
Kaas
No.37. Voor de fijnste kaas (Edammer)
in te zenden minstens 10 stuks (marktrijp).
Boter
No. 38. Voor de beste boter. In. te zenden
minstens vijf K.G.
Ontginning
Toen tegen het einde van den wereldoorlog j
het schrikbeeld vam de ondervoeding steeds i
nader was gekomen wist het kind in de wieg j
te vertellen dat de productie van onzen natio.- I
nalen bodem moest worden verhoogd, en toen
de oorlog was geëindigd was men het er over 1
eens, dat de Regeiering had te zorgen dat de
dreigende werkeloosheid zooveel doenlijk werd
bestreden door ontginning van woeste grond
den en door het graven van kanalen, waan/
door de afvoer van het overtollige water, dat
cultuur tegenhoudt, kon plaats vinden en met
een de gelegenheid werd geschapen de pror' I
ducten van den pas ontgonnen bodem te ver-
voeren.
Pas was echter de voedselvoorziening iveee
gunstiger geworden en kon men zich, zij het
tegen stevige prijzen, verschaffen wat demaagi
begeerde, of het geroep om een hoogere be i
demproductie verstomde.
Thans is echter wederom een schrikbeeld
verschenen, dat even populair begint te wor- I
den als het vorige en dat, naar wij vermoeden,
niet zoo spoedig zal verdwijnen. Het is die
haast angstwekkende bevolkingsvermeerdering j
waarover op alle mogelijke congressen, jaar- j
vergaderingen en politieke meetingen wordt ge
sproken. In ons goede Nederland rollen de
kleine kinderen als appelen uit den boom en
oi* hygiënisch 'terrein staan wij aan de spits j
der landen van Europa. Jaarlijks neemt onze j
bevolking met meer dan honderdduizend zie
len toe; het cijfer is gemakkelijk te onthouden
en de' groote menigte begrijpt waartoe het
moet leidein, als er ieder iaar een bevolking
ajs van de stad Groningen of van Haarlem 1
en Alkmaar tezamen in ons kleine landje zich
driingt tusschen de huidige bewoners. Al deze
nieuwe „zielen" moeten worden gevoed en j
kleed ein de eerste voorwaarde om daaraan te j
voldoen, is dat er voldoende werkgelegenheid
zij.
Daarom vernemen wij thans wederom pre- 1
cies hetzelfde geroep als in den oorlogstijd-
de bodemproductie moet worden verhoogd en
de werkloosheid moet worden bestreden met
productieve middelen. Men begrijpt dat de in-
dustrieën in de steden niet maar in een vloek
en een zucht in deze tijden van malaise zijn
uit te breiden; ook zal de emigratie voorloopigl
een factor van weinig beteekenis blijven.
Welke zijn nu de middelen welke ter reme-
die worden aanbevolen? Wie behoeven het
haast niet te zeggenhet eerste wordt gedacht;
aan de drooglegging van de Zuiderzee. Daar
komen dan vruchtbare polders, waardoor d*>
landhonger onzer jonge boeren wordt gestild;
daar is werk voor den landarbeider; daar kun
nen leveranties geschieden door den ambachts
man en den winkelier.
Maar helaas het tegenwoordige geslacht
heeft daaraan niet veel; het zal nog vijf en
twintig cf dertig jaren duren, eer de bodem
van de Zuiderzee bewoonbaar is. Allerminst
mag dus de droogmaking van de Zuiderzes,
welk een grootsche ondierneming dit ook moge,
zijn, voor de regeering een motief zijn om zich
minder te bemoeien met de ontwatering e»
ontginning van gronden, zooals ons land er
vele telt, die niet meer aan de zee behoeven
te worden ontwoekerd, doch die slechts wach
ten op de soms leidende, soms lichtelijk dwin»
gende hand van de Overheid, om binnen kon
ten tijd werkgelegenheid te bieden aan dui
zenden en schoone oogsten voort te brengen.
Wie van deze twee, de ontwatering of de ont
ginning van de grootste beteekenis kan wor
den. is moeilijk te zeggen; somtijds ook moe
ten ze gepaard gaan en is ontginning niet goed.
afvoer is gezorgd.
Tot de groote massa spreekt iqchtter
liet meest de ontginning; ook de leek raakt
licht in bewondering, wanneer hem wordt ge
loond, hoe in het wijde heideveld in plaats
van de grauwe erica thans de welige rogge of
aardappelen groeien en bet armelijke heide-
schaap het veld heeft moeten ruimen voor glan
zend rundvee.
Het ontginningswerk is echter nog niet erg
winstgevend; alleen voor particulieren, die
zich beperken tot niet te groote en gunstig ge,\
legen peroeelen, waarbij een deel der werkJ
zaamheden in verloren oogenblikkian kan ge
schieden, bestaat er kans op een redelijke;
winst. Daarom dient de Regeering haar volle
aandacht te wijden mede aan de verhooging,
der bodemproductie door ontwatering.
E. M. TEENSTRA.
Nieuwstijdingen
Ged! Staten tegen k ff mis ap Zon,dbg.
Volgens bericht in de „Zeeuwseho Koerier
hebben Ged. Staten van Zeeland er bezwaar tegen
gemaakt dat te Sas van Gent op den eersten Zon
dag, Maandag en Dinsdag van September en op
den tweeden Zondag kermis wordt gehouden, waar
toe de raad had besloten. Door bemoeiingen van
den burgemeester is alsnog voor den eersten Zon
dag en den daarop volgenden Maandag en Dins
dag toestemming verkregen, doch voor den twee
den Zondag blijven Ged. Staten volhouden geen
toestemming te verleenen. Volgens het blad is het
streven van de antirev. leden en het Chr. hist, lid
publieke vermakelijkheden op Zondag zooveel mo
gelijk tegen te houden.
TramongeJuk.
Een 63-jarige werkman, wonende in de Van
Bossestraat te Amsterdam, duwde gistermorgen
omstreeks acht uur op de Oostenburgergracht een
hanokar "voort. Hij reed op de tramrails. Toen
nu een motorwagen van lijn 13 naderde, trachtte
hij tevergeefs de kar. waarvan een der wielen in
een der tramsporen was geraakt, op den gewonen
rijweg te trekken. De wagenbestuurder van lijn
13 remde uit alle macht, dodh kon niet verhinde
ren dat de werkman door de treeplank werd aan
gereden. De botsing was zoo hevig, dat de man
eenige öogenblikken daarna overleed.
Die Zomertijd.
De heer Braat heeft den Minister van Binnen-
lanasche Zaken en Landbouw de volgende vra
gen gesteld
Is bet den Minister bekend, dat in de volgende
maand de druk van den zomertijd, wegens het
korten der dagen, weer voor menschen, die 's mor
gens vroeg naar hun werk moeten gaan, en voor
schoolgaande kindéren zich zeer zwaar zal doen
gevoelen
iets zeggen, maar het is duidelijk, deink maar
eraan, wat ee|n „schoor" is, dat schoorvoeten
oorspronkelijk eem krachtig herzet uitdrukte
waarbij men zich met de voetiem schoorde, vast
zette om niet meegetrokkleln te worden".
„Gelijk heb je", erkende ik, „tenslotte zal
alleen nog de wijsheid onzer vaderen, die in
spreekwoorden gecristalliseerd is, zojnder na
denken aanvaard kunnen worden".
„Dan heb je het toch leelijk mis", wierp miitn
vriend teaen".
„Al dadelijk het veel gebruikte: „Geen rozen
zonder doornen", is absoluut fout en zou ei
genlijk moeten luiden: „Geen rozen met door
nen", wint rozen hebben stekels (zooals je
je van de H.B.S.-tijd nog zult herinneren), ter
wijl doornen de scherpe uitsteeksels zijn, die
met het stamhout vergroeid zijn en niet als
die van de rozen, door een lichten druk in
hun geheei te verwijderen zijn. Een ander
spreekwoord waar ik door dien „druk" op
kom, nu een met nadruk of klemtoon, die
verkeerd gelegd is: „In 't donker zijn alle
katjes grauw", zeggen we, alsof die eigen
schap van grauwheid speciaal en bij uitsluiting
aan de felis domestica eigen is. Het moet na
tuurlijk zijn: „In het donker zijn alle katjes
grauw", en niet meer zwart, grijs, bont of
rood. En van klemtoon gesproken: waarom'
heeft de Amsterdammer 't altijd over zijn Ko
ningsplein en Leidscheplein, ook allebei met
een glad-verkeerden klemtoon, zou ik bijna
zeggen. Waarom zeggen wij allemaal stadhuis,
in plaats van stadhuis. We zullen toch niet
spreken van een stadswei, maar van een stadse-
wei. En waarom spreken wij over een kwakt-
zalver, alsof dat iemand is, die met eein bij-
zonder soort zalf, de kvéakzalf, opefeert, ter-
wijl wij toch iemand bedoelen, die alle ziek
ten met een kwak zalf behandelt en die dus
kwakzalver zal moeten heet-en?"
„En aarzelen", herinnerde ik hem, na enkele
oogenblikken stilte, waarin ik zijn taalkundige
versnaperingen digereerde.
„Ja, „aarzelen" en ook „popelen" woorden
die men in alle, zelfs de beste kringen ge
bruikt, zijn frequentatieven, die in een salon
allerminst op zijn plaats zijn. Als je er even
over nadenkt, zal je dat wel duidelijk zijn".
Ik knikte, want ik had 't begrepen.
„Gieren van lachen", al evenmin", ging Sieg
fried voort, „vraag 't maar eens aan een boer".
„Zoo kan men zich verspreken", merkte ik'
op. „zonder 't zelf te weten".
„Verspreken", vatte mijin geleerde vriend da
delijk op, „verspreken is: bij of door het spre
ken een fout begaan; vergrijpen is grijpen
met noodlottig gevolg, verspringen, verschrij
ven, verrekenen, alles gieeft een andere uit
werking te'kennen dan in de bedoeling 'lag.
„Verloven", ging hij voort, met een blik op
mijn nieuwen engagementsring, „verloven is
dus ook zoo lang loven, tot je er in zit".
„Laten we van dat onderwerp maar af-'
stappen", zei ik, „ik neem 't je niet kwalijk)
want vooreerst is 't een mop en ten tweede is
een zekere Antoinette
„Ja, ja", viel hij met een kleur in de rede,
„afstappen" en niet te zeggen afstijgen, want
dat zou weer een contradictio in terminus zijn:
stijgen gaat altijd omhoog, dus kan afstijgen
niet bestaan. Maar dat is nu eenmaal een door
de eeuwen ge-ijkte term doch veel misda
diger is, dat alle couranten tegenwoordig dur-
j Is de Minister bereid, om te hunnen gerieve
aen zomertijd nu nog zeer te verkorten?
Het nieuwe briefkuarton-porto.
I In verband met een in overweging genomi
verlaging van het port der binnenlandsche br
kaarten worüt aan degenen, die voor 1 Oct.
briefkaarten voor het binnenlandsch verkeei
koopen, in overweging gegeven een grooter voer.
raact in te slaan dan zij voor gebruik tot genoe
den dalum uoodig zullen hebben.
Die geïllustreerde briefkaarten.
De directeur van den P. en T.-idienst maakt be.
j ken,!, dat bij de kantoren der posterijen verkrijg,
baar worden gesteld geïllustreerde briefkaarten
met zegelafdruk van 10 oent, welke de beeltenj,
van Johan ae (Witt of een afbeelding van
landwinning in-de Zuiderzee vertoonen.
De gewezen Keizer.
Nu minister Kan weder op het Departement
is, heeft de „N. Crt" zich tot hem gewie|nd om
inlichtingen inzake de geruchten van een moge
lijke verhuizing van den ex-keizer naar het
buitenland, in verband met diens gezondheids
toestand.
Zijne Excellentie verklaarde kortweg dat
geen woord van aan was.
iWat de gezondheid van den ex-keizer be
treft, toen de Minister de vorige week te
Doorn kwam was de lichte aanval van griep
waaraan de keizer lijdende was, geweken; de
keizer was in den besten welstand en het
derhoud had in den tuin van het uis te Doorn
plaats.
Ook van een gerucht, al zou de ex,'■kroon,
prins zijn vader komen bezoeken, was den
minister niets bekend, en toten hij de vorigej
wek te Doorn was, was daarvan ter plaatse
zelfs geen sprake.
Generaal-maarschalk-von Mackensen, de vier
overaar van Roemenië, komt heden op hui®
„Doorn" aan.
Ongevallen.
Op den Bosschenweg te Tilburg kwam het
motorrijwiel van den heer Marskamp, in botsing
met een auto van den heer Van der Puhr. De heer
Marskamp overleed onmiddellijk; de heer Leib-
brand, die op de duo was gezéten, werd ernstig
gewond, naar het ziekenhuis vervoerd. De auto
bestuurder kreeg geen letsel.
De landbouwerszoon J. Willemsen te Gilze.
is bij het melken van een koe door een stier a
gevallen, die hem zoodanig in de linkerzij stootte
dat de ingewanden er uit kwamen.
Het 4-jarig kind van H. L. te Reusel had
in een onbewaakt oogenblik het ongeluk zich met
een mesje in het oog te steken. Het kind is op-
medisch advies naar Eindhoven vervoerd. Ver
moedelijk zal het kind het oog moeten missen.-
Te SweikhuizenSchinnen werd door bun.,
ia een kuil met water, achter haar woning nood
gevonden, de huisvrouw van Th. van K. Ge-
iwemae vrouw was leidende- aan toevallen. Zij
was moeder van vier uog jeugdige kinderen.
De wielrijder H. uit Irnsum, te Akkrum,
wilde deu straatweg oversteken, toen van ,i
tegenovergestelden kant een motorrijder naderde.
De fietsrijder werd aangereden en zwaar gewond.
Men vreest voor zijn leven. Het motorrijwiel werd
zwaar beschadigd.
Het spoorwegongeluk bij Hannover.
In verband met het spoorwegongeluk te Han
nover heeft de justitie te Hildesheim een pseudo
niemen brief .uit Berlijn gekregen van iemand die
zich „Ultor" onderteekent. Hij beweert den mis
daad uit haat en wraak wegens onverdiend ont
slag begaan te hebben en deelt mede, dat men
tevergeefs naar hem zal zoeken. Die brief eindigt
aldus: „mogen ook onschuldineg lijden, ik heb
eveneens onschuldig- geleden. Men heeft mijn le
ven vernietigd. Ik wil duizend menschen vernie
tigen. Het zijn er pas 21. De volgende ramp komt
bij Berlijn."
Het is onwaarschijnlijk, -dat de schrijver wer
kelijk de dader is. Maar men gaat nu toch naar
hem zoeken, omdat het schrijven van dezen brief
alleen al een strafbare daad is.
De aanslag op den trein bij Berlijn.
De aanslag op den trein in de nabijheid vaa
Berlija is thans opgehelderd. Diaders zijn drie
van huis wegge!oopen jongens van 15 jaar en nog
jonger, die over het ongeluk bij Hannover gelezen
hadden en „ook eens een ontsporing wilden zien".
Zij zullen zich voor de jongensrechtbank te ver
antwoorden hebben.
yen schrijven „opensluiten". Zie jij kans om
iets zoodanig te sluiten, dat het open gaat?"
„Je hebt goed slag om over i-ets heen te pra
ten", zei ik, „laten we de vredes-sigaar rooken"
en ik hield hem mijn kistje after dinners voor.
„Voorloopig baadt je nog in weelde, dat zie
ik wel", merkte hij op „de wetelde van eert
goede sigaar. Maar voor 't geval je later nog
eens aan lager wal zoudt raken wil ik j-ï
de kunst leeren om een slechte sigaar lekker
te maken".
Ik verklaarde mij (gaarne bereid, dat te lee
ren, tegen 'den tijd dat ik mijln tegenwoordige
rookertje -niet meer zo ukunnien bekostigen.
„Wel", onderwees hij, „je neemt een slech
te sigaar en maakt er eein gaatje'in en zij is
lek. Dan boor je er nog een gaatje in en zij
is lekker".
„Siegfried, waarschuwde ik, „schaam je je
niet om zulke flauwe moppen te tappen?. Ik
heb ze ook van dat kaliber: Ken je een Hol
landsch woord, dat vier trappen van vergelij
king heeft?"
„Neen", erkende hij zonder nadenken.
„Het woord „Haarlem" onderrichtte ik
hem. Stellende trap: Haarlem. Vergrootende
trap: Haarlemmer. Dan komt er een eigenaar
dige vorm van meer vergrootende trap: Haar
lemmermeer en tein slotte de vierde trap: Haar
lemmermeerder."
„Nou ga ik maar", zei Siegfried bij wijze
van critiek, en daalde met groote snelheid de
trap af.
HANS.
Er rest
Ein de a
.goedgetr
kwamen
weeklager
den zome
dachte, d;
bleven te;
den jongs
planeetje i
rassche s
dat H. M.
Augustus
uit blijkt
opening i
Generaal
te Scheve
volkomen
rijtoeren i
de komst
H. M. en
Juli hebb
millioen n
Het accre
tegenstanc
ting een
weest, ida:
cres immi
deze ande
kan word*
De berich
Amsterdai
opwekken
ca. negei
voor 1926
zen van d
op 0.7)
Den Haaj
dig zijn c
bewaren,
partament
de gelege
gens het i
voo tv, ondi
sluitend v
legden, m
schillende
teerd, da:
te veel zi
kwestie w-
ren". Een
in aantocl
den milit:
Heerlerhe
schappen
vermeld,
gevraagd
Welke de
genheid zi
Lambooy
doen kenm
Hm de e
king uitg«
leiding vai
taalbewerl
van IJssel
'e trachten
dan de sta
Te Roti
geval voo
koopstad
e'gen gen
volksmeni:
[ie de he
«lings in
Waren ge]
°°k wel j
eiland"
Uit de
2al het 70
faal F. d<