Het Spoorwegongeluk
bij „De Vink"
Nieuwstijdingen
Zooals Donderdag de telegrammen vermeld
den
De trein no. 218 die om 2.21 uit Rotterdam
maar Amsterdam vertrok is bij ,,De Vink", tus
schen Voorschoten en Leiden ontspoord.
De locomotief werd dwars over het spoor
geworpenDe goederenwagen en het eerste
personenrijtuig zijn versplinterd. Het tweede
personenrijtuig werd op de hoieken ingedrukt
en ligt over den dijk in de sloöt.
Drie personen zijn gedood ,tiein zwaar ge-
wotid en velen licht.
De officieele lijst van de slachtoffers ver
meldt de volgende namen:
Dood zijn:
De beer D. Lobo en Mevr. Gnetha Lobo
Braakensidk te Amsterdam.
De indentiteit van laatstgenoemde kon aan
vankelijk door de vreeselijket verminking van
het lijk niet worden vastgesteld. Voor zoover
de politie thans kan nagaan is het vrijwel ze
ker, dat de bekende actrice bij deze spoor
wegramp is omgekomen.
Het derde slachtoffer is de 41-jarige chef
machinist L. van Rhoon uit Amsterdam. De
ongelukkige laat een weduwe' en twee kinderen
na.
Voor zoover te Leide|n verpleegd volgt hier
onder de lijst der gewonden:
Mevr. L. Eichstrien uit Berlijn, zeer ernstig.
Het vier-jarige meisje Christine Bartben, wo
nende in de Genestetstraat 89, Leiden, niet
ernstig.
Mevr. vap Raalte—Ommering uit Vlaardin
gen .niet ernstig.
J. Hagemans uit Zoeterwoude, ernstig.
J. J. Metz, wonende Bergweg 226, Rotter
dam, ernstig.
A. de Vries, wonende Sarphatiestraat, Am
sterdam ,niet ernstig.
De leerling-machinist K. van Ettikoven, wo
nende Verhoerenstraat 45, Amersfoort, zeer
ernstig. Wij vernemen, dat Ettikoven na het
ongeluk steeds bij' kennis is gebleven; een
zeer groot deel van het lichaam is echter ver
brand, zoodat zijn toestand vrijwel hopeloos
moet worden geacht.
Mej. van Schaick', wonende Breestraat 119,
Leiden, ernstig.
Mevr. Schweiger-Harms, wonende 2e Jan
van der Heydenstraat, Amsterdam, niet ern
stig.
De aanblik van den gederailleerden trein
was verschrikkelijk. De locomotief en de ten
der waren naar lipks omgeslagen en lagen op
het spoor, dat naar Den Haag voer.
Ook de. postwagen die achter den tender
reed, was naar dien kant omgeslagen.
Op den postwagen volgde een goede ren wa
gen en een wagen met coupé's eerste en twee
de klasse, die de zwaarste buiteling hebben
gemaakt.. Zij zijn dwars over de baan komen
fe staan, met den kop van den spoordijk' af in.
de sloqt er naast. De kop van de beide wa
gens is door den schok finaal opengereten
geworden. In den goederenwagen heeft dit
geen persoonlijke gevolgen gehad, maar in den
anderen «wagen moeten in de eerste coupé
gezeten hebben dr. Rumke, een arts uit Den
Haag en de heer en mevr. Lobo—Braakensielk,
het bekende artistenpaar. Dr. Rumké kreeg
slechts onbeteekend letsel. Toen hij tot zich
zelf kwam, na den geweldigen schok en Jen
schrik, bleek hij tot aan de kin in het water
va!n de sloot 6e staan. Hij wist zich er uit te
werken, maar toen de heer en mevr. Lobo-
Biaakensiek tusschen de vernielde houtstuk
ken (en buizen uitgehaald werden, bleken zij
zeer ernstig gewond te zijn.
Volgens sommigen was de heer Lobo aan
stonds dood. maar is mevr. Lobo tijidiens het
ver voer gestorven. Volgens anderen waren
beiden op slag dood.
Niet alleen de coupé waarin beidein den dood
vonden, was vernield, maar ook die daarop,
volgdfe was opengereten. Brokken hout en
verwrongen buizen, losse .besmeurde kussens
Ne,n daksplinters lagen woest doorneep. De
kop van Tiet dak van dezen wagen lag aan
den overkant van den sloot. In de andere cou
pé's, die intact gebleven waren, lag toch alles
dooreen geworpen v,an d^n schok.
Ook de tw-eede personenwagen met alleen
derde klasse coupé's, had aa|n den kop zwaar
geleden. Hij was wel naast den rails blijven
staan, maar de kop was tegen den volgtendein
wagen stukgeslagen. De eerste coupé van de
zen wagen, waarin een moeder met eien kin|d'
had gezeten, lag ook open, met versplinterde'
wanden en banken. Het "kind ,werd door
passagiers, die ongedeerd waren gebleven, in
een vreemde positie •"gevonden. Het was door1
den schok door den open wand naar buiten'
geslingerd en lag met de pols onder een vier-
wroingen dwarsligger van een rail. Toch had
het slechts een betrekkelijk onbeteekjenemd
blessuur aan een handgewridht.
De wag-dns die op dezen wagen volgden',
stonden alle buiten den rails met .kapotte rui
ten en ontzette wanden eh banken. Eenige'
wagens waren in den rails gebleven en moeten
.volgens de eerstaanwezigen weer weggereden
zijn in de richting van Den Haag.
De rails waren omhoog gezwikt hier ert
daar, of verwrongen.
Het was eeln ellendig gezicht.
Volgens verhalen van ooggetuigen moeit'
Van Rhoon het ergst van allen er aan toe'
zijn geweest. Op het momient van het ongeluk'
moei de locomotief ergens rails te, pakken heb
ben gekregen. Althans vlak voor de locomotief
staken de rails omhoog. De wagen moet zoo-',
danig zijn omgeslagen dat van Rhoon een
heele lading vuur uit den o,ven over zich kreeg.
Toch moet de machinist, Mulder, hem weg
getrokken hebben en zich verder ook koel
bloedig van zijn plicht gekweten hebben. Hij
moet zijin machine zoo ver mogelijk hebben'
afgesteld om verdere onheilen met den loco
motief te voorkomen.
'Een van de reizigers derde klasse was de
heer II. de Clerck, uitgever van de Hblland-
sche Gids voor Parijs" ,uit 's Gravenhage, die
bij zijn koffers was gebleven, welke ten delele'
vernield uit de goederenwagen te voorschijn
waren gekomen. Hij vertelde, dat hij met vier"
medereizigers in zijn coupé zat in eeh der mid
delste wagens. Hij reed achtejruit en zat een
tukje te doen in de hoek van de coupé, toen'
hij opeens gevoelde ,dat dei remmen ontzaglijk
sterk werktende wagens begonnen te dansen'
en te schokken en stonden plotseling met e,en
zwaren ruk stil. De koffer van zijn buurman
viel op zijn hoofd. Eien heer en een dame
tegenover hem vielen op hem en het was een'
schrik van gewield.
Maar niemand voelde zich gedoemd. En toen
de heer De Clerck naar buiten keek, zag hij
de twee wagens, den goederenwagen en dien
personenwagen met opengereten voorstukken
dwars over de baan jn de sloot staan.
Een zwak geschreeuw en gekerm klonk
slechts hier en daar. De passagiers, die, onge
deerd waren gebleven, kwamen allen te voor
schijn. Die het kalmst waren gingen direkt
naai- den zwaarst getroffen personenwagen.
De manschen ,die daar in de eerste coupé'si
gezeten hadden, waren in de sloot gestapt. Ver
schillende zwaar gewonden zag de heer De
Clerck aan den overkant van den sloot op
het land trekken.
De eerste hulp, werd volgens h,em, uitslui
tend verleend door passagiers van den trein
zelf a» den inmiddels toegeschoten blokwach-r
ter van het huisje dicht bij.
De machinist van den verongelukten traini
moet zich ook volgens de heer De Clercfci
zeer koelbloedig gedragen hebben. De con-
troleur van den trein, de hear Pabst, yerteldei
ons ook, dat verscheiden passagiers dadelijk
heel rustig hulp verleenden.
Hier an daar was een gewande op ejgön'
gelegenheid te voorschijn gekropen. Zoo zat
een dame met een gewond beien aan demi
kant van de spoorbaan stille'kiens te schreien
Ongeveer tien minuten na den ramp kwam;
de middagtrein uit Amsterdam naar Parijs,
bij de plaats van het onheil. De trein kon niet
moer passeerem bij „Da Vink". Met dezen trein;
moet bet grootste deel van da passagiers van
den verongelukten trein dat tot verder reizen
ra staat was weer meegegaan zijn naar de-
hoofdstad.
Over de oorzaak van de ramp werd ver
schillend geoordeeld ter plaatse. De meeste
menschen spraken van een grondverzakking..
Wel mag het een wonder heeten, dat dit
ongeluk zoo betrekkelijk goed is afgeloopen.
Volgens de heer De Clerck, die de verhuizing
van de passagiers naar de andere treinen zag,
vou de verongelukte trein wel een 150 per
sonen hebben meegevoerd. Dat is best mogej,
lijk, want de trein was lang, bevatte veel per
sonenwagens.
- r
Van Leiden uit zijn met grooten spoed ver
plegers en verpleegsters aangekomen, van den
Geneeskundigen Dienst, van 'het Academisch
Ziekenhuis en van het Diaconessen Ziekenhuis
Voorts was er vrij spoedig een troep soldaten,
aanwezig oude/ bevel van èemigie officieren
Deze troep was op oefening ergens "in de,
buurt. Hospitaalsoldaten ,en militaire docto
ren waren ook ter plaatse en tegen half zes.
verschenen eenige kapiteins met manschappen,
om zich ter beschikking van de spoorwegauto-,
riteiten te stellen voor de afzetting en bewa
king.
Viajrf^ dat oogenblik kwam een einde aan
het vrij roladloopen van nieuwsgierigen, die
zich een doorgang langs een der weilanden
had weten te verschaffen. De soldaten, het ge
weer aan den schouder, zetten alles af. Spoor
wegingenieurs waren aangekomen voor het
opruimingswerk, aangevoerd met materiaal in,
twee hulp treinen. Een van den Lieidschen en
een van den Haagschen kant. 'Hiet opruimings
werk kon van toen af pas goed beginnen en,
geregeld en voortgang hebben. Met spoed zou,
worden voortgewerkt, verzekerden de spoor
wegingenieurs, omdat het geheels verkeer tus
schen Amsterdam en Den Haag was versperd.
De corresp. van het „Hbl. heeft ook nog
gesproken dr. H. Rumke uit Den Haag, dia
in denzelfden coupé zat, -waarin 'de heer en:
mevr. Lobo hadden plaats genomen. Dr. Rum
ke vertelde, dat in zijn coupé in totaal vij)£
personen zaten. De vierde, was den heer van,
der Kwast uit Rijswijk, de vijfde iemand, wieins,
naam Dr. Rumke niet kende. Deze vijf passa-
giers zaten in den tweeden coupé van die|n|
personenwagen, 'dien de zwaarst,en slag heeft,
getroffen. Dat de heer en mevr. Lobo doodelijfc I
gewond werden is waarschijnlijk te wijten aam
het feit, dat zij zaten aan den kant waar nog
een achterwand is staande gebleven, waardoor!
zij tusschen het hout bekneld konden raken: j
Dr. Rumke en de heer Van der Kwast zijnl j
niet bekneld geworden, maar zoo direct achter
uit den tweeden coupé door dien opengereten!
voorwand van den wagen in het water gewor- 1
pen. Beiden stonden- tegelijk aam den over
kant op den wal.
Dr. Rumke heeft den zeer stelligen indruikl
gekregen, dat de heer en mevrouw Lobo di
rect na het ongeluk niet bij hun bewustzijn'
zijn geweest, zoodat zij geen gevoel hebben
gehad van de vreeselijke gebeurtenis. Bieideni
waren stervende toen zij op de wallekant op.
kussens werden gelegd. Van mevrouw Lobo
waren cle beide beemen af gekheid. Op vra
gen van dr. Rumke en van een Roomsch prie
ster hebben zij geen regelmatig antwoord meet
kunnen geven. Mevr. Lobo stierf nog te plaat
se, voordat zij kon worden vervoerd. De heer
Lobo kon nog op een brancard gelegd wor
den maar is tijdens het vervoer bezweken.
De vijfde passagier had ook een ernstige
beenbreuk.
D.r. Rumke en de heer Van der Kwast
waren de eerste oogenblikklen te versuft om'
iets te zeggen, maar mankeerden beiden ver
der niets. Toen dr. Rumke begrip had gekre
gen van hetgeen was gebeurd,, heeft hij nog
aanwijzingen kuinraem geven hoe met de ge
wonden diende te worden gehandeld. De ge
wonden hadden bijna allen beenbreuken, ook
een klein kindje heeft een beenbreuk bekoj
men..Vrij1 spoedig waren tal van assistenten on
der leiding van dr. Ruermondt, hoofd-assis-
tent van prof. Zaaijer uit Leiden, ter plaatse'
aanwezig, aan wien dr. Rumke dan ook alles'
heeft overgelaten.
De gewaarwording op het moment van het
ongeluk was verschrikkelijk. Dr. Rumke had'
het gevoel of de wagen naar beneden gedrukt
werd. Hij koorde kraken, zag het dak open
breken, keek in de vrije lucht en werd het
volgende oogenblik in het water gegooid. Het
is een wonder, dat hij en den heer Van der
Kwast uit deze verschrikkelijke coupe zijn ge
komen zonder eenig kwetsuur van beteekënis.;
Aan 'het V. D.-bureau wordt uit Leiden be
richt, dat op het ongelukstraject den vorigen
nacht nieuwe rails waren gelegd in verband
met de versterking van den baan voor de
electrificatie van de lijn Rotterdam—Amster
dam. De machinist van den verongelukten
trein zou op een zeker oogenblik een zwaref
trilling hebben gevoeld en onmiddellijk daarop
de remmen hebben aangezet. Vermoedelijk is
daardoor de locomotief uit de rails gevlogen.
Vast staat wel, dat dezer dagen aan het
gedeelte van den lijn, waarop het ongeluk'
geschiedde, en ook, zooals spoorwegmelnschen'
pertinent hebbe niverzekerd, dat de laatste'
weken vele machinisten te bevoegder plaat
se hebben geklaagd over den toestand van'
den weg. „Je zag het hobbelen op een afstand'7
aldus een der zegslieden.
Uit den aard der zaak laten de spoorwegV
autoriteiten zich niet over den zaak uit. Zoof
die ooit kan worden vastgesteld, dan is dat!
natuurlijk niet in de eerste uren na den, ramp
wanneer dooden gewonden, het verkeer era
het opruimingswerk aller aandacht vragen.
Dat dezer dagen aan den wieg is gewerk<
bevestigde de Leidsc'he stationschef, de heeri
van der Bonn, maar het ging om versterking!
van de lijn en niet om verbetering vanj de föu-l
ten, meende deze. Een misschien aantnlemelijkél
verklaring lijkt de veronderstelling van èen,
spoorwegman, dat de verbinding van twee rails',
zijn losgeraakt en dat de locomotief de railsl
van onderen zal hebben gegerepen. Dit zoui
dan tevens verklaren de sterke buiging van
de rails van het rechtsche spoor en hierdoor
kan ook tevens worden verklaard, dat dej
trein niet onmiddellijk tot stilstand is gekomeny
maar een eind is doorgekropen, alles vernie
lende op zijn weg. j
In ieder geval is het een gelukkige omstan
digheid geweest, dat de trein na de ramp
is doorgeloopen. Was dit niet het geval ge
weest. dan was wellicht de eerste wagen van
dentrein in elkaar geschoren, terwijl nu deze.
wagen dwars over de lijn kwam te staan en'
alleen de voor- en achterzijde' werden be
schadigd. i
Staking
Te Bargeroompascuum hebben de veenarbeiders
het werk neergelegd. De eisch is hooger loon. om
dat in den laatsten tijd de turfprijzen zijn geste -
gen, terwijl de arbeidsloonen hetzelfde zijn ge
bleven. De verveners willen niet aan den eisch
voldoen.
Een zonderlinge brandweerman.
Zondagnamiddag werd brand ontdekt in de
achterkamer van een benedenhuis aan de Mei-
doornstraat te Rotterdam, iterwijl 'de bewoners af
wezig waren. De buurman, die den brand het
eerst gezien had, waarschuwde een brandweer
man, die in de nabijheid woont. Hij gaf hem zijn
eigen huissleutel, aangezien deze sleutel ook op
de woning past van het verlaten benedenhuis.
De brandweerman ging de woning binnen, zag
dat een bed in brand stond en... draaide zich om
sloot de woning weer en verliet zwijgend het pand,
orti zijn spuit te waarschuwen, aldus de „N. R,
Crt." De buurman, die het rationeeler had ge
vonden ..indien de brandweerman maar vast met
blusscheu was begonnen, haalde een tweeden sleu
tel ,ging met een kennis, die bij hem op visite
was, naar binnen en zag eveneens 't brandlende
bed. Samen hebben zij toen de matras op het
plaatsje gegooid en het vuur met eenige emmers
water gebluscht. Toen dit juist klaar was, ver
scheen de spuit. De wakkere gasten hebben daarop
de gummislang op de huisleiding gekoppeld en
voor een nablussching gezorgd...
Inbraken.
Toen Zondagavond een bewoner van de Amman-
straat te Rotterdam, een reiziger in gouden en
zilveren voorwerpen, thuis kwam, bemerkte hij,
dat hij hem was ingebroken. Uit zijn kamer was
een zwart fiber tasch, waarin f2 a 3000 aan
sieraden geborgen was, verdwenen.
Er is ingebroken in de bottelarij van A. W.
T. aan do Nadorststraat te Rotterdam, Een bedrag
van f 600 is gestolen. De bottelarij is des nachts
onbewoond. Buren hebben omstreeks half twee de
hond hooren blaffen. De politie tast omtrent de
daders, die zich toegang verschaft hadden, door
middel van valsche sleutels, nog in het duister.
Het gestolen geld was per 31 Augustus j.l. ont
vangen. Het bestaat bijna uitsluitend uit klein
geld.
Ruzie in die tram.
Zondagmiddag stapte een man op den Noordl-
singel te Rotterdam, nabij de zomerhofstraat in
de tram. Als conducteur op dezen wagen deed
dienst de man, die een echtscheidingsproces voert
tegen de dochter van den passagier. De verhou
ding tusschen den conducteur en zijn schoonva
der was dan ook al geruimen tijd minder vriend
schappelijk. Nauwelijks was de tram in beweging,
of de passagier riep„Conducteur, ligt daar geen
steen op de rails!"
De conducteur boog zich buiten den wagen
om te kijken en tegelijkertijd gaf zijn schoon
vader hem een vuistslag op hét hoofd. De conduc
teur draaide zich om en een hevige worsteling
op het aéhterbalcon ontstond, die duurde tot die
tram da halte bij het' Noordplein bereikt had.
Met behulp van wagenbestuurder en overige pas
sagiers, is 0e schoonvader daarop uit de tram
verwijderd. Er is proces-verbaal tegen hem opge
maakt.
Ecne vergadering van klagers.
Men schrijft uit Blerik aan het „Hdbld.":
Naar aanleiding van klachten over de door bet
.Watersnoodcomité toegekende uitkeeringen heeft
<de burgemeester van Blerik, de heer Coeneeracht,
een vergadering bijeengeroepen in het Volkshuis,
waarin aan allen die meenden redenen tot ontevre
denheid te hebben, gelegenheid gegeven werd hun
ne bezwaren toe te lichten.
De vergadering, onder voorzitterschap van den
burgemeester, werd bijgewoond door den heer J.
Poels, lid van Ged. Staten, notaris Verheggen,
lid der Prov. Commissie, den heer Geusink, in
specteur der .Watersnoodcommissie door de plaat
selijke Watersnoodoommissie en door een deputa
tie uit het deel der bevolking, dat meende rede
nen tot klagen te hebben over de wijze, waarop
de verdeeling der gelden is geschied. De deputatie
uit de bevolking bracht hare bezwaren te berde,
waarna nog een reeks andere personen gehoord
De ingebrachte klachten waren voor het mee-
rcndeel vaag, of bleken onjuist te zijn. Lieden,
die in de verste verte geen recht op uitkeering
hebben, met een inkomen van f 6000, waren haan
tje de voorste om aan den ruif te komen. Opmer
kelijk was voorts, dat ide bezwaren meest betrof
fen niet een te lage eigen vergoeding, maar te
hooge uitkeering aan anderen. Ook kwamen velen
na den afgeloopen termijn voor de Indiening nog
met eischen tot schadevergoeding.
In enkele gevallen, waar de bezwaren niet di
rect weerlegd konden worden, werd een nader
onderzoek toegezegd.
Maar, zooals de heer Poels terecht opmerkte,
markante gevallen van tekortkoming der com
missie werden niet aangetoond. Het maakte op
ons den indruk, dat zoowel de heer Geusink, in
specteur der Watersnoodcommissie als de heeren
van de plaatselijke Watersnoodoommissie, hun
taak zeer consciëntieus hebben opgevat en eerlijk
en beleidvol hebbe nuitgevoerd.
Veel ontevredenheid is o.i. terug te voeren
eenerzijds op een niet juist begrip van de situ
atie en anderzijds op de zucht om vau de uitdee-
ling een voordeeltje te trekken.
Buiten de vergaderzaal stond een belangstel
lende deels opgewonden menigte, druk gestieu-
leerende, den uitslag van de besprekingen af te
wachten.
Smokkelen.
Aan de Pruisis'che grens bij Aalten hebben de
Pruisische kommiezen een vrachtauto, beladen met
8000 K.G. gebrande koffie, idie uit Nederland|
over de Pruisische grens was gesmokkeld, in be
slag genomen. De lading was gedeclareerd als
ma is. D e kommiezen waren wantrouwend en von
den bij de scherpe visitatie, die ze instelden, in
plaats van mais gebrande koffie. Een tweede
auto met koffie uit de richting van Aalten was
in aantocht doch maakte, terwijl de kommiezen
met hun visitatie bezig waren, rechtsomkeert naar
Nederland terug. De groothandelaar uit Dussel-
dorp, voor wien de zending koffie bestemd was,
is gehangen genomen.
Ongevallen.
De 8-jarige Jan van der Linden, die bij d|e
Maashaven te Rotterdam aan het spelen was,
geraakte te water. Hoewel men pogingen deed om
het kind te reiden, zonk het spoedig in de diepte.
Na een half uur 'dreggen, webd het levenloos op
gehaald.
Terwijl de 15-jarige Jan Pouwer, te Bloe-
mendaal in de zweminrichting aan de Klever-
baan te Haarlem stond, zagen eenige medezwem-
menden den jongen plotseling voorover in -het
water vallen. Zij vingen hem op en brachten
hem naar den kant. Men kon slechts den dood!
oonstateenen, vermoedelijk door hartverlamming.
Toen de heer R. te Jutphaas zijn bijna 5-ja-
rig zoontje in de buurt ging zoeken, vond hij het
kind drijvende in den IJssel. De Ijlings ontboden,
geneesheer constateerde, dat het kind reeds een
paar uur geleden verdronken was, terwijl de moe
der in den waan verkeerde, diat het jongetje hij
buurkinderen aan het spelen was.
De bioscoopramp.
Van de 49 lijken, die men tot dusver uit de!
verbrande schuur te Drumcollogher heeft ge
haald, zijn er maar drie herkend. De „Evening
Standard" meldde, dat er minstens 55 mem-'
schen omgekómen zijn, maar dat het aantal
dooden toeneemt en wel de 60 zou kunnen;
overschrijden. i