DERDE BLAD. Zaterdag 11 Sept. 1926 Nieuwstijdingen Accijnsheffing. Iti de tweede helft van elke maand worde|n de cijfers openbaar gemaakt waaruit men kan men zien hoeveel de schatkist heeft ontvangen uit de verschillende belastingen. Die groote bladen hebben de gewoonte op de verschijning van dezen Middelen-staat uit- vojerige beschouwingen te doen volgen. Wat niet behoeft te verwonderen, want sommige dezer cijfers spreken inderdaad .boekdeiej&n. Zij doen ons, beter dan alle redeneering, kefn- nen, hoe de economische omstandigheden des lands zijn, hoe het staat met de algemeens welvaart en met de takken van handel en he- drijf waarvan die welvaart afhankelijk' is. Doch zij doen ons,ook kennen of een bepaalde be lasting witl op 'de juiste wijze wordt geheven. Wat hiet laatste betreft, sedert lang is er ernstige twijfel gerezen of de accijns op het gedistilleerd wel op zoodanige wijze wordt ge heven als het moet in het belang van de inkomsten des lands In een zeer slechte beeldspraak hieteft ette lijke jaren geleden, een lid van de Twieiede Ka mer den gedistilleerd-accijns genoemd ,,de red dende engel, waarop de Nederlandsche schat kist drijft". Zelfs indien men dit lichtelijk overdreven noemt, kan niet ontkend worden, dat de Staat groot belang heeft bij een belasting waarvan die opbrengst nog altijd op ongeveer 48 mil- lioen per jaar wordt geraamd, dat is op on geveer de helft van het gerekend wordt de opbrengst der inkomstenbelasting te zullen zijn. Of, om bet duidelijker te maken, de gedistil leerd-accijns is .volgens de raming voor 1926, niet minder dan; 10 procent van alle Rijks middelen. Nu is het bekend, dat deze belasting! gebracht is (opcenten medegerektend)', op f660.— per Hectoliter h 100 pet., gedu rig minder opbrengt, zoodat zij over de ver streken zeven maanden reeds 1 millioen 3 ton bij de raming ten achter is. Het spreekt wel vanzelf, dat de handel en nijverheid, bij deze belasting direct betrok ken, herhaaldelijk op verlaging daarvan heb ben aangedrongen. Bijna dagelijks toch blijkt, dat tengevolge van de smokkelarij en van frauduleus distilleeren, den Staat belangrijke bedragen aan belasting ontgaan. De nadeelen hiervan, ook voor de volksgezondheid, zijn duidelijk. Er wordt niet zooveel minder ge dronken dan voor korten tijd, voor enkele ja ren, maar een groot deel van wat gedronken wordt is „bocht" gesmokkeld over de grenzen, dan wel frauduleus in Nederland vervaar digd. Justitie en politie zijn het er vrijwel over eens, dat van alle gevallen van fraude on geveer een tiende wordt ontdekt. En ook in de kringen der 'intelligente drankbestrijders heeft de overtuiging veld gewonnen, dat een verlaging van de accijns weflschelijk zou zijn. FEUILLETON De Wenteltrap 42). „Misschien is hij wel door den schok onder den trein gekomen", zei ik bevend. Gertrude rilde. We hebben de heele spoorbaan afgezocht. Er was niets te vinden". „Maar hij kan toch niet verdwenen zijn", riep ik uit. „Zijn er dan geen sporen in den modder of zoo iets?" „Er is geen modder, alleen maar stof. Het heeft niet geregend. En het voetpad daar is* met kolengruis bedekt. Juffrouw Innes, in ver band met wat er tot nu toe gebeurd is ben ik geneigd te denken dat hij er slecht aan, toe is. Ik' geloof niet dat hij vermoord is". Ik, schrok van dat woord. „Burns is bezig een, spoor te volgen dat we door een bediende» van den drogist hebben gekregen. „Om twaalf uur 'komen hier nog twee man en ons bu reau in den stad is ook al aan het werk." „En de beek", vroeg Gertrude. „De beek is nu erg ondiep. Als ze gezwol len was door veel regenen, zou het een heel, ander geval zijn, maar er is nu bijna geen wa ter in. Nu moet ik u een paar dingen vra gen, juffrouw Innes", zei hij, terwijl hij zich, tot mij wendde. „Had meneer Halsey ook redenen om zoo zonder eenige waarschuwing! te verdwijnen?" „Absoluut niet". „Hij is nog eens weggegaan", hield hij vol ten toen was u er ook zoo zeker van". „Maar toen heeft hij de auto niet aan rien kant van den weg achter gelaten". „Neen, maar wel een heel eind hier van daan bij een smid, die de wagen moest repa- rereen. Weet u ook of hij vijanden had? Ie-' mand die hem uit den weg zou willen rui men?" - „Zoover ik weet niet, tenzij neen ik kan niemand bedenken". „Had hij gewoonlijk' veel geld bij zich?" „Nieen, niet meer dan noodig was". Toen stond Jamieson op en begon de ka mer heen en weer te loopen, wat voor hem iets heel ongewoons was. „Dan zullen we er op indirecte wijze ach ter moeten komen. De kans, dat hij gevlucht; is, kunnen we uitschakelen. Misschien is hij gewond, maar wij hebben er geen spoor vaal gevonden. Het ziet er meer naar uit of hij ontvoerd is. Die dokter Walker hebt u, er eenig idee van, waarom mieneer Innes daar gisteravond heen gegaan zou zijn?" „Ik begrijp het niet", zei Gertrude pein zend. „Ik geloof, dat hij dokter Walker hee- lemaal niet kende en onder deze omstan digheden zal Halsey toch wel niets voor een kennismaking geevoeld hebben. Jamieson spitste de oorén en bij stukjes en beetjes hoorde hij ons uit over Halsey 'si liefdesgeschiedenis en het feit dat Louise met Op belastinggebied is het een oude waar heid, dat een te hoog opgevoerde belasting ziehzelve vernietigt. Dit is natuurlijk het ge volg, zoodra zij voor een deel der bevolking prohibitief werkt. Dan wordt de deur voor wetsontduiking wijd open gezet. In Nederlaindsch Indië heeft men dat in gezien. Toen de fraude welig tierde heeft men den gedistilleerd-accijns met de helft ver minderd. De praktijk leert eveneens dat te hooge opvoering dezer belasing oogenblikkelijk leidt tot vermindering van opbrengst. In Juni j.l. bracht de alcoholbelasting daar 1.100.000.— frs. minder op dan in Juni 1925, ondanks de geweldige verhooging der belasting. Zoo slacht men in Frankrijk de kip met gouden' eieren. Ten onzent is ook' de bieraccijns verhoogd. Oivier 7 maanden gaf dit vergeleken met 1925, een meerdiere opbrengst van "f 130.000.— wat met veel beteekent. Doch wat wel veel beteiekent is, dat vooral te plattelande velen zelf, in strijd m|et de wet, hun eigen bier brouwen, om dat het te duur uitkomt bier te koopen. In dit opzicht zijn we nog maar aan het begiln. De huisbrouwerij is een epidemische ziekte, die groote uitbreiding kan krijgen. Voor die bestrijding zou een leger ambtenaren noodig zijn, dat millioenen zou kosten. Hierin ligt een waarschuwing, die Regee ring en Volksvertegenwoordiging zich ter harte mogen nemen. DRENTE Gelukkig is het lant, Waar 't kind zijn moer verbramt. Nauwelijks was in 1914 de wereldoorlog uitgebroken of de regeering van ons land stond voor groote problemen. Niet alleen de voedsel- maar ook de brand - stofvoorziening was een vraagstuk van belang. Want al leverden onze Limbujgsche mijnen toen reeds een belangrijk kwantum steenkolen fen al werd de productie zoo hoog mogelijk op gevoerd, spoedig bleek dat, wat uit eigen bo dem gehaald werd, lang niet voldoende was om zelfs bij de grootst mogelijke zuinigheid in de behoefte te voorzien. De aanvoer van buitenlandsche kolen (En- gelsche en Duitsche) was bijna of geheel stop gezet en wij herinneren ons allen maar al te: goed wat dit tot gevolg had. De Rijkskolendis- tributie trad regelend op, de treinenloop werd aanmerkelijk ingekrompen, de verwarming in. de treinen tot het minimum beperkt, het rant soen voor huisbrand zoo laag mogelijk ge steld en nog was er tekort. Het is te begrijpen, dat de Regeeri'ng hielt oog hield op onze Oostelijke Provinciën, Drente en Overijssel, waar hoofdzakelijk het veen- bedrijf wordt uitgeoefend. Maatregelen werden beraamd en genomeln| \om het land te laten profiteeren van wat de, veenderijen leverden en toen de nood klom, ging de regeering' er zelfs toe over toeslag dokter Walker zou trouwen." Jamieson luisterde vol belangstelling. „De zaak wordt steeds ingewikkelder", zei hij peinzend. „De vrouw, die beweert dat ze, de moeder van Lucien Wallace is, is niet te rug gekomen. Uw heef is spoorloos verdwe nen. Er wordt een goed georganiseerde po ging gedaan om' dit huis binnen te komen die, gelukt is ook getuige hetgeen de keuken meid gisteren is overkomen. En dan heb ik' nog een nieuwtje". Hij vermeed zorgvuldig om Gertrude aan te kijken. „Meheer John. iRai-f ley is niet op zijn kamers in de stad en ik; weet niet waar hijf is. Het is een raadsel achtige boel. En niets houdt met elkaar ver band, tenzij tenzij meneer Bailay en uw neef weer samen Weer moest ik me over Gertrude verbazen. „Die zijn niet bij elkaar", zei ze driftig. „Ik! r— ik weet niet waar meneer Bailey is e„n mijw broer is niet bij hem". De detective keerde zich om en keek haarl strak aan. „Juffrouw Gertrude", zei hij ,„als juffrouw1' Louise en ij, mij maar alles wilden vertel-1 leti wat u weet en vermoedt over deze zaak! zou ik een heeleboel meier, kunnen bereiken. Ik geloof dat ik dan uw broeder zou kunnen, vinden, en ook nog andere dingen zou 'kun nen doen". Maar Gertrude sloeg haar oogap' niet neer". „Ik weet niets dat u zou kunnen helpen om Halsey te vinden", zei ze "koppig. „Iki begrijp evenmin hoe ien waarom hij verdwenen is, aan u kan ik' alleen zegglem: Ik vertrouwd dokter Walker niet. Ik geloof dat hij Halsey haatte en dat hij hem uit den weg zou ruimen» als hij er kans toe zag". „Misschien heeft u gelijk. Zooiets had 'ikl ook al gedacht. Maar dokter Walker is gister-» avond geroepen bij een ernstige patiënt in» Summitville, en daar is hij nog. Burns heeft' hem nagegaan. Wij hebben voorzichtig ge- infoimeerd bij de Gneenwood-club en in het dorp. Niets hebben wie te weten kunnen ko men. Vlak bij den spoorweg, waar we de auto gevonden hebben, staat een klein huisje. Daar woont èen oude vrouw met een dochbeij die erg mank is. Ze zeggen dat ze duidelijk; het geluid van den boding gehoord hebbent en dat ze in hun tuin zijn gaan kijken. Zie»' zagen de lichten van de auto en ze dachten» dat er iemand gewond was. H,et was heel don ker, maar ze zagen tw.ee menschen staan. Dief vrouwen waren nieuwsgierig en liepen langs een omweg naar de plek van de botsing toe.', Toen ze daar kwamen stond de auto er nog., Het koplicht was stuk en de kap ingedrukt, maar er was geen mensch te zien". De detective verdween onmiddellijk en voor Gertrude en mij bleef niets anders over dan af te wachten. Om een uur waren'we nog niets; verder en ik werd wanhopig. Tenslotte ging ik naar boven, w,ant ik kon het niet langer uithouden om tegen Gertrude's bedroefde ge zichtje aan te kijken. Liddy was in mijn kleedkamer; haar oogen zagen verdacht rood en ze was bezig om de te geven om de productie maar zoo hoog mo gelijk op te voeren. Eien noodmaatregel die genomen moest worden en ieder geval delni verbruikers ten goede kwam. En inu een paar jaar later. De situatie is wel geheel anders. Dë aanvoqti van steenkolen uit het buitenland is weer normaal, de prijzen daalden, de vraag naar de in veler oog, minderwaardige brandstof verminderde, met als gevolg, veel kLeiilnere: productie en dus een aanmerkelijke teruggang; in werk voor de veenarbeiders. Het is niet te verwonderen, dat groote "wer keloosheid gevonden werd en daarmee een, drukkende malaise op allerlei gebied gepaard ging. Einde 1921 werd dam ook door hetProvin ciaal Bestuur van Drente aan de andere pro vinciën verzocht hulp te bieden voor „de noot}' in de veenstreken". Welk een groot verschil met een 10-tal ja ren geleden en ook nu hield de regeerihig weer het oog op diezelfde Oostelijke provin ciën, zij 't ook met een heel ander doel dan in de oorlogsjaren. Toen werd hulp geboden, nu hulp gevraagd. Om aan zulk een noodtoestand, waaronder meer dan eea beële provincie zucht, eien einde te maken, is niet gemakkelijk. Veel middelen, zijn reeds beraamd. Men heeft getracht dei werkeloosheid te bestrijden door het graven van kanalen, zooals b.v. het dezer dagen ge opende Linthorst-Homan Kanaal. Al hebben! honderden menschen maanden aan deze wer ken gearbeid, afdoende is het niet, het is te:n- slote een tijdelijke maatregel. Een ander middel dat beproeft is, is het te werk stellen van eenige honderdein Drente naren bij de Philipsfabrieken te Eindhoveni Nieuwe woningen werden daartoe gebouwd, overtochtskosten voor de gezinnen betaald ©m verschillende faciliteiten verleend om de groo te verhuizing gemakkelijker te maken. Vermoedelijk zal het bij deze overplanting wel blijven. Het is niet gemakkelijk om met succes een Drentenaar naar Brabant over te plaatsen, in dien zooveel verschillen bestaan van zeden, gewoonten, en godsdienst, afge dacht nog hiervan, dat de aand van het werk op het vrije ruime veld en groote tegenstelling, vormt miet de werkzaamheid in een fabriek, hoe góed die ook mag zijn ingericht. En thans wordt liet in een andere richting gezocht. De regeering komt de bedrijven t,e hulp door weder het verleeneh van coeslag en het bevorderen van het in cultuur brengeni van ontgonnen gronden voor tuinbouw. Dit laastie middel heeft grootere kans van slagen. Het toeslagstëlsel is natuurlijk een noodmaat regel, waarvan de regeering zortder twijfel dó schaduwzijde en de gevaren ziet. Niettemin wordt hierdoor de ontgraving van het veert die ,op verschillende plaatsen was stopgezet, normaal hervat en werkeloosheid bestreden. Daarnaast zal de land- en tuinbouw worden bevorderd. De bodem leent zich zij het bij flinke bemesting, heel goed voor bebouwing, alleen zal aanmoediging in deze richting noo- rechtermouw in het linkerarmsgat van een nieuwe blouse voor mij te zetten. Ik was te veel itn de war om er aanmerkingen op te maken. „Wat voor naam heeft die nieuwe keuken meid opgegeven?" vroeg ze. „Blis, Mattie Biliss", antwoordde ik. Bliss. M. B. Nu dat staat iniet op haar kof fer. Daar staat "N:. F. C. op. Ik verdiepte me niet verder in de nieuwe, keukenmeid en haar voorletters. Ik zette mijn hoed op en liet een Victoria voorkomen. Als, ik eenmaal tot iets besloten ben, kom ik er, niet gemakkelijk van terug. Warner ging mee; als koetsier; hij vond het blijkbaar beneden zijn waardigheid en bestuurde zijn koetspaard alsof het een auto was, met z'n linkervoet zoe kend naar een rem. en tevergeefs naar eien hoorn grijpend als er een hond over den weg' liep. I Warner had iets op z'n hart en toen we, eenmaal op den grooten weg waren, kwam; hij er mee voor den dag. „Juffrouw Innes", zei hij .„Ik heb gisteren eai stuk van een gesprek gehoord, dat ik niet begreep. Het ging mij ook eigenlijk niets aain, maar het lijkt mij nu toch beter, dat ik; het u vertel. Gistermiddag toen juffrouw Ger trude en u uit waren, had ik de auto weer zoo'n beetje in orde gemaakt na den brand, en ik ging naar de bibliotheek om meneer Innes te vragen, of hij er eens naar wilde ko men kijken. „Juffrouw Liddy zij dat hij in de huiskamer zat en terwijl ik halverwege dei bibliotheek liep, hoorde ik hem met iemand' praten. Hij scheen heen en weer te loopen en ik verzeker u dat hij razend was". Wat zij hij?" „Het eerste wat ik hoorde was neem; me niet kwalijk, juffrouw Innes, maar hij zei het: „Die vervl. schurk", zei hij. Toen zei er iemand anders wat een vrouw. Ze zei- Ik' heb ze nog gewaarschuwd, maar ze dachten! dat ik bang zou zijn". j „Een vrouw. En ben je niet gaan kijken wie het was". „Ik ben geen spion, juffrouw Innes", zei Warner vol waardigheid. Ze zei: Ik begreep, dadelijk al dat er iets niet in den haak was. Een man, die den eenen dag springlevend is, gaat dan volgenden dag niet dood zonder dat er ean reden voor is". Ik dacht dat ze het over Thomas had". „En weet ja niet, wie het was", riap ik) uit. Wanner ,je hadt daar den sleutel van het geheim voor ,t grijpen. Einfin, er was verder niets aan te doen. Ik besloot om nog eens een onderzoek in te stel-l len als ik weer thuis was en in dien tus- schentijd nam mijn plan al mijn aandacht "in beslag. Ik wilde namelijk Louise Armstrong opzoeken en probeeren van haar tie weten te. komen, wat ze wist, of vermoedde over Hal- sey. Maar ook hier slaagde ik niet. i Een keurig dienstmeisje deed mij open, maar maar ze bleef breeduit in de deur staan en zonder mij belachelijk te maken, kon ik haar, i onmogelijk opzij duwen. dig zijn en, waar noodig,'hulp moeten verleend worden. Van Regeeringswege worden adviezen ver strekt. de oprichting van Tuinbouwvereeni- gingen aanbevolen, en plannen beraamd voor geregelde afzet der producten. Optimisten zien het arme Drente metter tijd in een bloeiende provincie 'herschapen. Wie zou het met hen niet hopen? V. Z. Jrl Door een machine gegrepen,; Een werkman aan de papierfabriek te Velsen werd door rollen van een persmachine gegrepen; een mede-arbeider zette onmiddellijk de machine stop, maar het ongeluk bleek reeds te zijn ge beurd De getroffene werd met een gekneusdien halswervel en ernstige hersenschudding naar liet ziekennuis vervoerd. Een roei-avontuur. Zij wareu Zondag met z'n vieren aan den zwier gegaan, te Den Haag, de Zondagsklanten wisten niets beter te doen, dan een boot te huren, om op het Scheveningsche kanaal te gaan spelevaren. Als goede vrienden van Cambrinus werd de kleine .ruimte, die nog in de boot over was, aangevuld met flesóchcn bier. Aldra waren zij vergeten, dat de kortste weg oni naar Scheveningen te komen, de rechte lijn is. Twee vrienden uit het gezelschap verontrust te de zigzagrichting, waarin de boot zich voort bewoog. Zij stuurden naar den walkant, sprongen er uit en verdwenen over de Wassenaarsche kade. De twee overgeblevenen zetten den tocht voort. Althans zij trachtten dit te doen, want aan den overkant van het kanaal had het wakend oog van een politieman het schouwspel gadegeslagen. Voor de twee roeiers, die in steeds vroolijker stem ming geraakten, vond de agent het veiliger, te land dan te water hun reis te vervolgen, en som meerde hen aan te leggen De over.moedigen dach ten daar niet aan cn achtten zichf op het waiter buiten schot. De politieman dacht er anders over "en gooide met zijn dreg naar de boot. Toen er gedreigd werd, het touw van de dreg te zullen doorsnijden, en het tweetal zich op het water verschool onder de Javabrug, requireerde de po litie den kraanwagen van'de brandweer. Het werd nu voor de roeiers gevaarlijk spel. In een ommezien was de boot aan land getrok ken. Het gelukte echter niet dan na een formeele vechtpartij de opstandigen te arresteeren. Eén van hen werd door vier man personeel van den kraanwagen in bedwang gehouden, en weldra konden beiden in eenzaamheid overwegen, of zij hun Zondag niet beter hadden kunnen besteden. Ecu gevaarlijk motorrijfcïer. Dinsdagavond kwam per motorfiets de heer Brummelhuis uit Delden op den Vriezenveenschien weg te Almelo in botsing met een auto, doordat hij tusschen de auto en een passeerenden wagen wilde doorrijden. De bestuurder, alsmede zijn 16- jarig nichtje, dat op de duo zat, werdten tegen den grond geslingerd. De heer Br. kwam er vrij goed af, doch de duorijdster werd met versplin terd been naar het ziekenhuis vervoerd. „Juffrouw Armstrong is erg ziek en kan iniemand ontvangen", zei ze. Ik geloof er niets van. „Eln mevrouw Armstrong" is die ooki ziek?" „Die is bij juffrouw Louise eln wil niet ge stoord worden". „Zeg haar dan, dat juffrouw Innes haar graag zou willen spreken over een zaak van het grootste gewicht". „Het zou mij niets helpen, juffrouw Innes. Ze heeft me strenge instructies gegeven." 1 Op -dat oogenblik klonk een" zware stap op de trap. Over den schouder van het dienst meisje heen zag ik een bejkende grijze haar dos en even later stond ik van aangezicht tot aangezicht met dokter Stewart. Hij keek' heel ernstig en van zijn gewone opgewektheid, was weinig te bespeuren. „U is Liet degeen die ik hebben moet", zei hij dadelijk. „Stuur uw rijtuigje weg, dan; zal ik u thuis brengen. Wat is er met uwi neef gebeurd." „Hij is verdwenen, dokter. Dat niet allejepi maar alles wijst er op, dat hij ontvoerd is,\ ofIk koin niet verder. Zwijgend hielp do dokter mij in zijn .karretje en zwijgend reder» we een eindje door. Toen. kleiek hij mij aan. „Vertel u mij1 nu eens alles", zei hij, idnj hij luisterde zonder mij in de rede te vallen. „En denkt u dat Louise er iets van weet?') vroeg hij toen ik klaar was met m'n verhaal.! „Ik ben er zelfs van overtuigd. En dit is heti beste bewijs: ze vroeg mij of er ook beiricht; van hem gekomen was, en of er nog ni|euws( was. Ze wil Walker niet zien, en ze hefcft me» laten beloven dat ik naar u toe zou gaan, om' u dit te zeggen: „ga door met hem te zoiekeini Probeer hiem zoo spoedig mogelijk te vinden. Hij is in leven". „Nu, zei ik „als ze dat wieet, weet z® nog wel meer. Ik vind haar wreed en ondank baar." „Ze is erg ziek", zei hij op ertistigen toon; „Noch u noch ik kunnen haar veroordeelera voor we alles weten. Zioowel zij als haar moe der zijn schimmen van wat ze vroeger waren. Achter dit alles twee plotselinge sterfgevallen, de berooving aan de Bank, de inbrekerij op Zonnehoék en verdwijning van Halsey, schuilt een geheim dat den eiefn óf anderen dag moet uitkomen, fet op mijn woorden. En als het uit komt zullen we zien, dat Louise Armstrong ook een slachtoffer was." Ik 'had niet opgelet waar we heen reden, maar nu zag ik dat we naast de spoorbaan stonden, en aangezien er op eien plekje een heeleboel menschen stonden, begreep ik dat daar een auto gevonden was. Behalve wat; stukjes gesplinterd hout op den grond was er geen enkel spoor mieiefr van het ongeluk te bekennen. „Waar is de goederentrein 'die wierd aan gereden?" vroeg de dokter aan een der om standers. j „Die is vanmorgen vroeg al weggehaald". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 7