DERDE BLAD. Zaterdag 11 Sept. 1926
Nieuwstijdingen
Accijnsheffing.
Iti de tweede helft van elke maand worde|n
de cijfers openbaar gemaakt waaruit men kan
men zien hoeveel de schatkist heeft ontvangen
uit de verschillende belastingen.
Die groote bladen hebben de gewoonte op
de verschijning van dezen Middelen-staat uit-
vojerige beschouwingen te doen volgen. Wat
niet behoeft te verwonderen, want sommige
dezer cijfers spreken inderdaad .boekdeiej&n.
Zij doen ons, beter dan alle redeneering, kefn-
nen, hoe de economische omstandigheden des
lands zijn, hoe het staat met de algemeens
welvaart en met de takken van handel en he-
drijf waarvan die welvaart afhankelijk' is. Doch
zij doen ons,ook kennen of een bepaalde be
lasting witl op 'de juiste wijze wordt geheven.
Wat hiet laatste betreft, sedert lang is er
ernstige twijfel gerezen of de accijns op het
gedistilleerd wel op zoodanige wijze wordt ge
heven als het moet in het belang van de
inkomsten des lands
In een zeer slechte beeldspraak hieteft ette
lijke jaren geleden, een lid van de Twieiede Ka
mer den gedistilleerd-accijns genoemd ,,de red
dende engel, waarop de Nederlandsche schat
kist drijft".
Zelfs indien men dit lichtelijk overdreven
noemt, kan niet ontkend worden, dat de Staat
groot belang heeft bij een belasting waarvan
die opbrengst nog altijd op ongeveer 48 mil-
lioen per jaar wordt geraamd, dat is op on
geveer de helft van het gerekend wordt de
opbrengst der inkomstenbelasting te zullen zijn.
Of, om bet duidelijker te maken, de gedistil
leerd-accijns is .volgens de raming voor 1926,
niet minder dan; 10 procent van alle Rijks
middelen.
Nu is het bekend, dat deze belasting!
gebracht is (opcenten medegerektend)',
op f660.— per Hectoliter h 100 pet., gedu
rig minder opbrengt, zoodat zij over de ver
streken zeven maanden reeds 1 millioen 3 ton
bij de raming ten achter is.
Het spreekt wel vanzelf, dat de handel en
nijverheid, bij deze belasting direct betrok
ken, herhaaldelijk op verlaging daarvan heb
ben aangedrongen. Bijna dagelijks toch blijkt,
dat tengevolge van de smokkelarij en van
frauduleus distilleeren, den Staat belangrijke
bedragen aan belasting ontgaan. De nadeelen
hiervan, ook voor de volksgezondheid, zijn
duidelijk. Er wordt niet zooveel minder ge
dronken dan voor korten tijd, voor enkele ja
ren, maar een groot deel van wat gedronken
wordt is „bocht" gesmokkeld over de grenzen,
dan wel frauduleus in Nederland vervaar
digd. Justitie en politie zijn het er vrijwel over
eens, dat van alle gevallen van fraude on
geveer een tiende wordt ontdekt. En ook in
de kringen der 'intelligente drankbestrijders
heeft de overtuiging veld gewonnen, dat een
verlaging van de accijns weflschelijk zou zijn.
FEUILLETON
De Wenteltrap
42).
„Misschien is hij wel door den schok onder
den trein gekomen", zei ik bevend.
Gertrude rilde.
We hebben de heele spoorbaan afgezocht.
Er was niets te vinden".
„Maar hij kan toch niet verdwenen
zijn", riep ik uit. „Zijn er dan geen sporen
in den modder of zoo iets?"
„Er is geen modder, alleen maar stof. Het
heeft niet geregend. En het voetpad daar is*
met kolengruis bedekt. Juffrouw Innes, in ver
band met wat er tot nu toe gebeurd is ben
ik geneigd te denken dat hij er slecht aan,
toe is. Ik' geloof niet dat hij vermoord is". Ik,
schrok van dat woord. „Burns is bezig een,
spoor te volgen dat we door een bediende»
van den drogist hebben gekregen. „Om twaalf
uur 'komen hier nog twee man en ons bu
reau in den stad is ook al aan het werk."
„En de beek", vroeg Gertrude.
„De beek is nu erg ondiep. Als ze gezwol
len was door veel regenen, zou het een heel,
ander geval zijn, maar er is nu bijna geen wa
ter in. Nu moet ik u een paar dingen vra
gen, juffrouw Innes", zei hij, terwijl hij zich,
tot mij wendde. „Had meneer Halsey ook
redenen om zoo zonder eenige waarschuwing!
te verdwijnen?"
„Absoluut niet".
„Hij is nog eens weggegaan", hield hij vol
ten toen was u er ook zoo zeker van".
„Maar toen heeft hij de auto niet aan rien
kant van den weg achter gelaten".
„Neen, maar wel een heel eind hier van
daan bij een smid, die de wagen moest repa-
rereen. Weet u ook of hij vijanden had? Ie-'
mand die hem uit den weg zou willen rui
men?" -
„Zoover ik weet niet, tenzij neen ik kan
niemand bedenken".
„Had hij gewoonlijk' veel geld bij zich?"
„Nieen, niet meer dan noodig was".
Toen stond Jamieson op en begon de ka
mer heen en weer te loopen, wat voor hem iets
heel ongewoons was.
„Dan zullen we er op indirecte wijze ach
ter moeten komen. De kans, dat hij gevlucht;
is, kunnen we uitschakelen. Misschien is hij
gewond, maar wij hebben er geen spoor vaal
gevonden. Het ziet er meer naar uit of hij
ontvoerd is. Die dokter Walker hebt u,
er eenig idee van, waarom mieneer Innes daar
gisteravond heen gegaan zou zijn?"
„Ik begrijp het niet", zei Gertrude pein
zend. „Ik geloof, dat hij dokter Walker hee-
lemaal niet kende en onder deze omstan
digheden zal Halsey toch wel niets voor een
kennismaking geevoeld hebben.
Jamieson spitste de oorén en bij stukjes
en beetjes hoorde hij ons uit over Halsey 'si
liefdesgeschiedenis en het feit dat Louise met
Op belastinggebied is het een oude waar
heid, dat een te hoog opgevoerde belasting
ziehzelve vernietigt. Dit is natuurlijk het ge
volg, zoodra zij voor een deel der bevolking
prohibitief werkt. Dan wordt de deur voor
wetsontduiking wijd open gezet.
In Nederlaindsch Indië heeft men dat in
gezien. Toen de fraude welig tierde heeft men
den gedistilleerd-accijns met de helft ver
minderd.
De praktijk leert eveneens dat te hooge
opvoering dezer belasing oogenblikkelijk leidt
tot vermindering van opbrengst. In Juni j.l.
bracht de alcoholbelasting daar 1.100.000.—
frs. minder op dan in Juni 1925, ondanks de
geweldige verhooging der belasting. Zoo
slacht men in Frankrijk de kip met gouden'
eieren.
Ten onzent is ook' de bieraccijns verhoogd.
Oivier 7 maanden gaf dit vergeleken met 1925,
een meerdiere opbrengst van "f 130.000.— wat
met veel beteekent. Doch wat wel veel beteiekent
is, dat vooral te plattelande velen zelf, in
strijd m|et de wet, hun eigen bier brouwen, om
dat het te duur uitkomt bier te koopen. In
dit opzicht zijn we nog maar aan het begiln.
De huisbrouwerij is een epidemische ziekte,
die groote uitbreiding kan krijgen. Voor die
bestrijding zou een leger ambtenaren noodig
zijn, dat millioenen zou kosten.
Hierin ligt een waarschuwing, die Regee
ring en Volksvertegenwoordiging zich ter harte
mogen nemen.
DRENTE
Gelukkig is het lant,
Waar 't kind zijn moer verbramt.
Nauwelijks was in 1914 de wereldoorlog
uitgebroken of de regeering van ons land
stond voor groote problemen.
Niet alleen de voedsel- maar ook de brand -
stofvoorziening was een vraagstuk van belang.
Want al leverden onze Limbujgsche mijnen
toen reeds een belangrijk kwantum steenkolen
fen al werd de productie zoo hoog mogelijk op
gevoerd, spoedig bleek dat, wat uit eigen bo
dem gehaald werd, lang niet voldoende was
om zelfs bij de grootst mogelijke zuinigheid
in de behoefte te voorzien.
De aanvoer van buitenlandsche kolen (En-
gelsche en Duitsche) was bijna of geheel stop
gezet en wij herinneren ons allen maar al te:
goed wat dit tot gevolg had. De Rijkskolendis-
tributie trad regelend op, de treinenloop werd
aanmerkelijk ingekrompen, de verwarming in.
de treinen tot het minimum beperkt, het rant
soen voor huisbrand zoo laag mogelijk ge
steld en nog was er tekort.
Het is te begrijpen, dat de Regeeri'ng hielt
oog hield op onze Oostelijke Provinciën, Drente
en Overijssel, waar hoofdzakelijk het veen-
bedrijf wordt uitgeoefend.
Maatregelen werden beraamd en genomeln|
\om het land te laten profiteeren van wat de,
veenderijen leverden en toen de nood klom,
ging de regeering' er zelfs toe over toeslag
dokter Walker zou trouwen."
Jamieson luisterde vol belangstelling.
„De zaak wordt steeds ingewikkelder", zei
hij peinzend. „De vrouw, die beweert dat ze,
de moeder van Lucien Wallace is, is niet te
rug gekomen. Uw heef is spoorloos verdwe
nen. Er wordt een goed georganiseerde po
ging gedaan om' dit huis binnen te komen die,
gelukt is ook getuige hetgeen de keuken
meid gisteren is overkomen. En dan heb ik'
nog een nieuwtje". Hij vermeed zorgvuldig
om Gertrude aan te kijken. „Meheer John. iRai-f
ley is niet op zijn kamers in de stad en ik;
weet niet waar hijf is. Het is een raadsel
achtige boel. En niets houdt met elkaar ver
band, tenzij tenzij meneer Bailay en uw
neef weer samen
Weer moest ik me over Gertrude verbazen.
„Die zijn niet bij elkaar", zei ze driftig. „Ik!
r— ik weet niet waar meneer Bailey is e„n mijw
broer is niet bij hem".
De detective keerde zich om en keek haarl
strak aan.
„Juffrouw Gertrude", zei hij ,„als juffrouw1'
Louise en ij, mij maar alles wilden vertel-1
leti wat u weet en vermoedt over deze zaak!
zou ik een heeleboel meier, kunnen bereiken.
Ik geloof dat ik dan uw broeder zou kunnen,
vinden, en ook nog andere dingen zou 'kun
nen doen". Maar Gertrude sloeg haar oogap'
niet neer".
„Ik weet niets dat u zou kunnen helpen
om Halsey te vinden", zei ze "koppig. „Iki
begrijp evenmin hoe ien waarom hij verdwenen
is, aan u kan ik' alleen zegglem: Ik vertrouwd
dokter Walker niet. Ik geloof dat hij Halsey
haatte en dat hij hem uit den weg zou ruimen»
als hij er kans toe zag".
„Misschien heeft u gelijk. Zooiets had 'ikl
ook al gedacht. Maar dokter Walker is gister-»
avond geroepen bij een ernstige patiënt in»
Summitville, en daar is hij nog. Burns heeft'
hem nagegaan. Wij hebben voorzichtig ge-
infoimeerd bij de Gneenwood-club en in het
dorp. Niets hebben wie te weten kunnen ko
men. Vlak bij den spoorweg, waar we de
auto gevonden hebben, staat een klein huisje.
Daar woont èen oude vrouw met een dochbeij
die erg mank is. Ze zeggen dat ze duidelijk;
het geluid van den boding gehoord hebbent
en dat ze in hun tuin zijn gaan kijken. Zie»'
zagen de lichten van de auto en ze dachten»
dat er iemand gewond was. H,et was heel don
ker, maar ze zagen tw.ee menschen staan. Dief
vrouwen waren nieuwsgierig en liepen langs
een omweg naar de plek van de botsing toe.',
Toen ze daar kwamen stond de auto er nog.,
Het koplicht was stuk en de kap ingedrukt,
maar er was geen mensch te zien".
De detective verdween onmiddellijk en voor
Gertrude en mij bleef niets anders over dan
af te wachten. Om een uur waren'we nog niets;
verder en ik werd wanhopig. Tenslotte ging
ik naar boven, w,ant ik kon het niet langer
uithouden om tegen Gertrude's bedroefde ge
zichtje aan te kijken.
Liddy was in mijn kleedkamer; haar oogen
zagen verdacht rood en ze was bezig om de
te geven om de productie maar zoo hoog mo
gelijk op te voeren. Eien noodmaatregel die
genomen moest worden en ieder geval delni
verbruikers ten goede kwam.
En inu een paar jaar later.
De situatie is wel geheel anders. Dë aanvoqti
van steenkolen uit het buitenland is weer
normaal, de prijzen daalden, de vraag naar
de in veler oog, minderwaardige brandstof
verminderde, met als gevolg, veel kLeiilnere:
productie en dus een aanmerkelijke teruggang;
in werk voor de veenarbeiders.
Het is niet te verwonderen, dat groote "wer
keloosheid gevonden werd en daarmee een,
drukkende malaise op allerlei gebied gepaard
ging.
Einde 1921 werd dam ook door hetProvin
ciaal Bestuur van Drente aan de andere pro
vinciën verzocht hulp te bieden voor „de noot}'
in de veenstreken".
Welk een groot verschil met een 10-tal ja
ren geleden en ook nu hield de regeerihig
weer het oog op diezelfde Oostelijke provin
ciën, zij 't ook met een heel ander doel dan
in de oorlogsjaren. Toen werd hulp geboden,
nu hulp gevraagd.
Om aan zulk een noodtoestand, waaronder
meer dan eea beële provincie zucht, eien einde
te maken, is niet gemakkelijk. Veel middelen,
zijn reeds beraamd. Men heeft getracht dei
werkeloosheid te bestrijden door het graven
van kanalen, zooals b.v. het dezer dagen ge
opende Linthorst-Homan Kanaal. Al hebben!
honderden menschen maanden aan deze wer
ken gearbeid, afdoende is het niet, het is te:n-
slote een tijdelijke maatregel.
Een ander middel dat beproeft is, is het
te werk stellen van eenige honderdein Drente
naren bij de Philipsfabrieken te Eindhoveni
Nieuwe woningen werden daartoe gebouwd,
overtochtskosten voor de gezinnen betaald ©m
verschillende faciliteiten verleend om de groo
te verhuizing gemakkelijker te maken.
Vermoedelijk zal het bij deze overplanting
wel blijven. Het is niet gemakkelijk om met
succes een Drentenaar naar Brabant over te
plaatsen, in dien zooveel verschillen bestaan
van zeden, gewoonten, en godsdienst, afge
dacht nog hiervan, dat de aand van het werk
op het vrije ruime veld en groote tegenstelling,
vormt miet de werkzaamheid in een fabriek,
hoe góed die ook mag zijn ingericht.
En thans wordt liet in een andere richting
gezocht. De regeering komt de bedrijven t,e
hulp door weder het verleeneh van coeslag
en het bevorderen van het in cultuur brengeni
van ontgonnen gronden voor tuinbouw. Dit
laastie middel heeft grootere kans van slagen.
Het toeslagstëlsel is natuurlijk een noodmaat
regel, waarvan de regeering zortder twijfel dó
schaduwzijde en de gevaren ziet. Niettemin
wordt hierdoor de ontgraving van het veert
die ,op verschillende plaatsen was stopgezet,
normaal hervat en werkeloosheid bestreden.
Daarnaast zal de land- en tuinbouw worden
bevorderd. De bodem leent zich zij het bij
flinke bemesting, heel goed voor bebouwing,
alleen zal aanmoediging in deze richting noo-
rechtermouw in het linkerarmsgat van een
nieuwe blouse voor mij te zetten. Ik was te
veel itn de war om er aanmerkingen op te
maken.
„Wat voor naam heeft die nieuwe keuken
meid opgegeven?" vroeg ze.
„Blis, Mattie Biliss", antwoordde ik.
Bliss. M. B. Nu dat staat iniet op haar kof
fer. Daar staat "N:. F. C. op.
Ik verdiepte me niet verder in de nieuwe,
keukenmeid en haar voorletters. Ik zette mijn
hoed op en liet een Victoria voorkomen. Als,
ik eenmaal tot iets besloten ben, kom ik er,
niet gemakkelijk van terug. Warner ging mee;
als koetsier; hij vond het blijkbaar beneden
zijn waardigheid en bestuurde zijn koetspaard
alsof het een auto was, met z'n linkervoet zoe
kend naar een rem. en tevergeefs naar eien
hoorn grijpend als er een hond over den weg'
liep. I
Warner had iets op z'n hart en toen we,
eenmaal op den grooten weg waren, kwam;
hij er mee voor den dag.
„Juffrouw Innes", zei hij .„Ik heb gisteren
eai stuk van een gesprek gehoord, dat ik
niet begreep. Het ging mij ook eigenlijk niets
aain, maar het lijkt mij nu toch beter, dat ik;
het u vertel. Gistermiddag toen juffrouw Ger
trude en u uit waren, had ik de auto weer
zoo'n beetje in orde gemaakt na den brand,
en ik ging naar de bibliotheek om meneer
Innes te vragen, of hij er eens naar wilde ko
men kijken. „Juffrouw Liddy zij dat hij in de
huiskamer zat en terwijl ik halverwege dei
bibliotheek liep, hoorde ik hem met iemand'
praten. Hij scheen heen en weer te loopen
en ik verzeker u dat hij razend was".
Wat zij hij?"
„Het eerste wat ik hoorde was neem;
me niet kwalijk, juffrouw Innes, maar hij zei
het: „Die vervl. schurk", zei hij. Toen zei
er iemand anders wat een vrouw. Ze zei-
Ik' heb ze nog gewaarschuwd, maar ze dachten!
dat ik bang zou zijn". j
„Een vrouw. En ben je niet gaan kijken wie
het was".
„Ik ben geen spion, juffrouw Innes", zei
Warner vol waardigheid. Ze zei: Ik begreep,
dadelijk al dat er iets niet in den haak was.
Een man, die den eenen dag springlevend is,
gaat dan volgenden dag niet dood zonder dat
er ean reden voor is". Ik dacht dat ze het
over Thomas had".
„En weet ja niet, wie het was", riap ik)
uit. Wanner ,je hadt daar den sleutel van het
geheim voor ,t grijpen.
Einfin, er was verder niets aan te doen. Ik
besloot om nog eens een onderzoek in te stel-l
len als ik weer thuis was en in dien tus-
schentijd nam mijn plan al mijn aandacht "in
beslag. Ik wilde namelijk Louise Armstrong
opzoeken en probeeren van haar tie weten te.
komen, wat ze wist, of vermoedde over Hal-
sey. Maar ook hier slaagde ik niet. i
Een keurig dienstmeisje deed mij open, maar
maar ze bleef breeduit in de deur staan en
zonder mij belachelijk te maken, kon ik haar, i
onmogelijk opzij duwen.
dig zijn en, waar noodig,'hulp moeten verleend
worden.
Van Regeeringswege worden adviezen ver
strekt. de oprichting van Tuinbouwvereeni-
gingen aanbevolen, en plannen beraamd voor
geregelde afzet der producten.
Optimisten zien het arme Drente metter
tijd in een bloeiende provincie 'herschapen.
Wie zou het met hen niet hopen?
V. Z. Jrl
Door een machine gegrepen,;
Een werkman aan de papierfabriek te Velsen
werd door rollen van een persmachine gegrepen;
een mede-arbeider zette onmiddellijk de machine
stop, maar het ongeluk bleek reeds te zijn ge
beurd De getroffene werd met een gekneusdien
halswervel en ernstige hersenschudding naar liet
ziekennuis vervoerd.
Een roei-avontuur.
Zij wareu Zondag met z'n vieren aan den zwier
gegaan, te Den Haag, de Zondagsklanten wisten
niets beter te doen, dan een boot te huren, om
op het Scheveningsche kanaal te gaan spelevaren.
Als goede vrienden van Cambrinus werd de kleine
.ruimte, die nog in de boot over was, aangevuld
met flesóchcn bier.
Aldra waren zij vergeten, dat de kortste weg
oni naar Scheveningen te komen, de rechte lijn
is. Twee vrienden uit het gezelschap verontrust
te de zigzagrichting, waarin de boot zich voort
bewoog. Zij stuurden naar den walkant, sprongen
er uit en verdwenen over de Wassenaarsche kade.
De twee overgeblevenen zetten den tocht voort.
Althans zij trachtten dit te doen, want aan den
overkant van het kanaal had het wakend oog
van een politieman het schouwspel gadegeslagen.
Voor de twee roeiers, die in steeds vroolijker stem
ming geraakten, vond de agent het veiliger, te
land dan te water hun reis te vervolgen, en som
meerde hen aan te leggen De over.moedigen dach
ten daar niet aan cn achtten zichf op het waiter
buiten schot. De politieman dacht er anders over
"en gooide met zijn dreg naar de boot. Toen er
gedreigd werd, het touw van de dreg te zullen
doorsnijden, en het tweetal zich op het water
verschool onder de Javabrug, requireerde de po
litie den kraanwagen van'de brandweer. Het werd
nu voor de roeiers gevaarlijk spel.
In een ommezien was de boot aan land getrok
ken. Het gelukte echter niet dan na een formeele
vechtpartij de opstandigen te arresteeren. Eén
van hen werd door vier man personeel van den
kraanwagen in bedwang gehouden, en weldra
konden beiden in eenzaamheid overwegen, of zij
hun Zondag niet beter hadden kunnen besteden.
Ecu gevaarlijk motorrijfcïer.
Dinsdagavond kwam per motorfiets de heer
Brummelhuis uit Delden op den Vriezenveenschien
weg te Almelo in botsing met een auto, doordat
hij tusschen de auto en een passeerenden wagen
wilde doorrijden. De bestuurder, alsmede zijn 16-
jarig nichtje, dat op de duo zat, werdten tegen
den grond geslingerd. De heer Br. kwam er vrij
goed af, doch de duorijdster werd met versplin
terd been naar het ziekenhuis vervoerd.
„Juffrouw Armstrong is erg ziek en kan
iniemand ontvangen", zei ze. Ik geloof er
niets van.
„Eln mevrouw Armstrong" is die ooki
ziek?"
„Die is bij juffrouw Louise eln wil niet ge
stoord worden".
„Zeg haar dan, dat juffrouw Innes haar
graag zou willen spreken over een zaak van
het grootste gewicht".
„Het zou mij niets helpen, juffrouw Innes.
Ze heeft me strenge instructies gegeven." 1
Op -dat oogenblik klonk een" zware stap op
de trap. Over den schouder van het dienst
meisje heen zag ik een bejkende grijze haar
dos en even later stond ik van aangezicht
tot aangezicht met dokter Stewart. Hij keek'
heel ernstig en van zijn gewone opgewektheid,
was weinig te bespeuren.
„U is Liet degeen die ik hebben moet",
zei hij dadelijk. „Stuur uw rijtuigje weg, dan;
zal ik u thuis brengen. Wat is er met uwi
neef gebeurd."
„Hij is verdwenen, dokter. Dat niet allejepi
maar alles wijst er op, dat hij ontvoerd is,\
ofIk koin niet verder. Zwijgend hielp do
dokter mij in zijn .karretje en zwijgend reder»
we een eindje door. Toen. kleiek hij mij aan.
„Vertel u mij1 nu eens alles", zei hij, idnj
hij luisterde zonder mij in de rede te vallen.
„En denkt u dat Louise er iets van weet?')
vroeg hij toen ik klaar was met m'n verhaal.!
„Ik ben er zelfs van overtuigd. En dit is heti
beste bewijs: ze vroeg mij of er ook beiricht;
van hem gekomen was, en of er nog ni|euws(
was. Ze wil Walker niet zien, en ze hefcft me»
laten beloven dat ik naar u toe zou gaan, om'
u dit te zeggen: „ga door met hem te zoiekeini
Probeer hiem zoo spoedig mogelijk te vinden.
Hij is in leven".
„Nu, zei ik „als ze dat wieet, weet z®
nog wel meer. Ik vind haar wreed en ondank
baar."
„Ze is erg ziek", zei hij op ertistigen toon;
„Noch u noch ik kunnen haar veroordeelera
voor we alles weten. Zioowel zij als haar moe
der zijn schimmen van wat ze vroeger waren.
Achter dit alles twee plotselinge sterfgevallen,
de berooving aan de Bank, de inbrekerij op
Zonnehoék en verdwijning van Halsey, schuilt
een geheim dat den eiefn óf anderen dag moet
uitkomen, fet op mijn woorden. En als het uit
komt zullen we zien, dat Louise Armstrong
ook een slachtoffer was."
Ik 'had niet opgelet waar we heen reden,
maar nu zag ik dat we naast de spoorbaan
stonden, en aangezien er op eien plekje een
heeleboel menschen stonden, begreep ik dat
daar een auto gevonden was. Behalve wat;
stukjes gesplinterd hout op den grond was
er geen enkel spoor mieiefr van het ongeluk te
bekennen.
„Waar is de goederentrein 'die wierd aan
gereden?" vroeg de dokter aan een der om
standers. j
„Die is vanmorgen vroeg al weggehaald".
(Wordt vervolgd).