NIEUWE
Donderdag 23 September 1926
35 e Jaargang
NO. 118 INTERC.TELEPHOON 52
LANfiEDIJKER COURANT
Buitenlandseh Overzicht
i
Nadruk verboden.
De wereld wordt niet anders, omdat Streseman
en Briand hartelijke, geestdriftige redevoeringen
houden. [Wanneer 's werelds toestand van redevoe
ringen afhing, dan leefden we al lang in groot
geluk. Evenmin zal Duitschland's toetreding
tot den Volkenbond het aanzien der wereld ver
anderen. Maar niettemin, wanneer men na het
lezen dezer redevoeringen nog hoort van de sa
menkomst van Stresemann en Briand ergens in
een Eransch grensplaatsje en van de overeenstem
ming daar over allerlei tusschen Duitschland en
Frankrijk hangende kwesties bereikt, dan kan
men 'toch niet ontkomen aan den indruk, dat het
er een beetje anders uitziet dan na het tot stand,
komen van de vrede van Versailles of tijdens de
Boer bezel ting.
Met die overeenstemming zal het nog wel zoo'n
vaart niet loopen. Duitschland wil het Rijnland
vrijiihebben en geen volksstemming in het Saar-
gebied; het begeert koloniale mandaten en af
schaffing v.nu de militaire controle en aanslui
ting van Oostenrijk bij Duitschland en in het
Oosten de opheffing van den corridor van D.ant-
zig. En het is nauwelijks waarschijnlijk dat
Frankrijk dat ook allemaal zou wenschen of zelfs
maar eeu belangrijk deel ervan. Vervroegde op
heffing van de bezetting van het Rijnland en
wellicht geen volksstemming in het Saargebied',
waarvan de Eransohen toch weinig te wachten
hebben, zelfs koloniale mandaatgebieden, mits
niet te groot, dat zou allemaal nog kunnen
gaan. Maar aansluiting van Oostenrijk bij
Duitschland, waardoor Duitschland's positie in
Midden- en Zuid Oost-Europa met een slag zou
veranderd worden en waartegen Frankrijk's bond-
genooten der kleine Entente en Polen zich aller
heftigst zouden verzetten en opheffing van den
corridor van Dantzig, wat Frankrijk Polen's
vriendschap zou kosten, daar kan Briand geen
oogenblik ook maar aan gedacht hebben-
Frankrijk's machtspositie is te zeer afhanke
lijk van Duitschland's machteloosheid, dan dat
Frankrijk er ooit aan zou kunnen denken het her
stel van de Duitsche macht toe te laten, zoolang
het daartoe in staat is.
Maar dit hoeft niet te beletten, dat zoowel
Frankrijk als Duitschland liet in beider belang
raadzaam kunnen achten, het autoganisme, dat
onvermijdelijk bestaan blijft, niet op den spits
te drijven en liever wederzijds wat toenadering
te zoeken, die de mogelijkheid voor samenwerking
op allerlei gebied opent, Frankrijk's machtige
positie vrijwaart het land niet van de noodzake
lijkheid van anderer hulp.
De toestand van zijn financiën maakt integen
deel die hulp allernoodzakelijkst. Em bij dat hel
pen kan Duitschland ook dienst doen, al was het
alleen maar door snellere voldoening van He. her
stelbetalingen.
Maar bovendien hebben Frankrijk en Duitsch
land elkaar ©economisch noodig en hebheD ze
beide de rust en den vrede noodig voor de ont
wikkeling van hun oeconomisch leven.
De wrok, die er zitten blijft, moet te allen
gres van de Fransche mijnwerkers toonen op
nieuw, in hoe "sterke mate de onderscheidene tak
ken 'van het oeconomisch leven als 't ware inter
nationaal ineengestrengeld zijn. Of echter de hulp,
die de Fransche mijnwerkers hun Engelsche ka
meraden thans zeer voorwaardelijk in uitzicht
stellen, hen nog zou baten, is hoogst twijfelachtig.
De vervulling der voorwaarden is vrijwel uitge
sloten.
Maar al was dat niet het geval, de Engelslche
mijnwerkers kan naar alle waarschijnlijkheid
thans niets meer helpen.
Zij vechten vrijwel hopeloos in hun laatste
schans. De eigenaars willen noch van hun eisehen
ten aanzien van loon. en werktijd noch van een
nationale regeling weten. Etn het eenige, wat de
mijnwerkers 'met regeeringshulp misschien nog
zouden kunnen bereiken, zou een nationale rege
ling zijn met distrietsafwijkingen, die dus van
een districtsregeling al heel weinig zou verschil-
len. Dat een dergelijke beëindiging van den strijd
door de volkomen overgave van de "mijnwerkers
niet in het belang van de rust in het oeconomisch
leven zou zijn, begrijpt de regeering natuurlijk
heel ^oed.
i De wrok, die er zitten blijft, moet te allen
tijde 'de kans op een nieuw conflict scheppen,
i Maar ook de regeering staat tegenover de eige
naars vrijwel machteloos. De vrede in het oeco-
nomisohe leven wordt zoo slechts tijdelijk bfe-
reikt. I
Maar we zijn langzamerhand wel tot de conclu
sie gekomen, dat de eeuwige vrede voor altijd
1 een illusie zal blijven en dat het met het oog
daarop er al heel weinig toe doet, wie er in de
Raad gekozen worden. [Wanneer er dan ook over
die verkiezingen voor den Raad zoo'n drukte
wordt gemaakt, dan is het niet om den wil van
den eeuwigen vrede of de internationale gedachte,
maar van het nationaal eigenbelang. En aan dat
nationaal eigenbelang en aan de belangen der
En lente-moge ndheden danken we het ook, dat
niet wij den 3-jarigen zetel in den Raad gekregen
hebben, maar Roemenië, hoewel de Midden-Euro-
peesche staten al rijkelijk bedacht waren en wij
ons met een 2-jarigen zetel hebben moeten tevre
den stellen.
Jacob W., Anna Paulowna, diefstal, 3 maan-
FEUILLETON
Van één stam
22).
Hoe is het, wat heeft de professor gezegd?.
Moet je mog em badkuur doem, strenge matig
heid im acht nemen?
Zoo werd hij thuiskometnd gretig ondervraagd.
Op Huib's levelndige vragen gaf Wolfgang'
slechts door hoofdk'nikkein antwoord. Hij wierp
zich in een armstoel em zeide, dat hij doodad
was. J
De broeders hadden nu kamers in hetzelfde;
huis op bet Plein. Een ruim vertrek, met drie
ramen uitziende op het groote viervlak aan hun
voeten, was hun gemeenschappelijke zitkamer.
Wolfgang tuurde naiar buiten, naar de kruinent
der olmen, die ais een grove sluier zich weef
den tegen de grijsblauwe lucht em een groen
achtige schaduw wierpen in de kamer. Hij "zag
er werkelijk vermoeid uit en daarom viel Huib
hem niet langer lastig met vragen.
Maar in zijn levendigheid kon hij niet lang,
zwijgien en heel spoedig zeide hij dus: Weeti
je het al? Oom en Hilde zijn gisteravond thuis
gekomen. Ik ontmoette ze zooeven!, toen ik
in het Bezuidenhout mijn dagelijksche op
wachting kwam maken. Ze vroeg dadelijk 'naar
je, Wolf. Ik zeide dat je reeds voor de derdq
waal een professor waart gaan consulteeren.
Je had toen bet bezorgde gezichtje van Hil
de moeten zien, 't kind schijint nog altijd evani
teergevoelig. —Is Wolfgang dan ziek, toch'
In iet gevaarlijk, vroeg ze en er was angst im
We van schrik wijdgeopende oogenI
'Nooit was Wolfgang's gezicht zoo ondoor
grondelijk geweest als nu, terwijl het berouw:
Wet knagende wreedheid hem pijnigde en hij:
weer dat onmeedoögende „verwoest" van-daar
straks meende te hooren.
Huib ging onbevangen verder: Nu, ik heb
haar natuurlijk gerust gesteld en gezegd, dat
je zonder twijfel zou komen om je opwachting
temaken.,1 I
Rechtzaken
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK.
Zitting van 21 September.
UITSPRAKEN.
Pieter Oornel is S., Helder, gedetineerd bedrei
ging 1 maand gevangenisstraf.
G. J. G. Stadskanaal, verduistering, vonnis be
vestigd
AVyert W., Alkmaar, hooger beroepzaak t lo
boete of' 7 dagen en 3 maanden ontzegging.
J. B. P., Helder, Hooger beroepzaak, vrijspraak
j den gevangenis.
i Corn 3., Spanbroek, Hooger beroepzaak f30
Inete of 30 dagen en 6 maanden ontzegging,
j Jacob P., Qudkarspel, 'oplichting, 2 maanden
j voorwaardelijk en 2 jaar proeftijd,
j C. J. S. Anna Paulowna, mishandeling, 3 maan
den gevangenis.
NIEUWE ZAKEN.
Een welvoorzien ment»
De spijslijst van den dag was heden rijk gesor
teerd en gevarieerd. De Hors d'Oevre varié be
stond uit een bejaarden smid uit Egmond a. <1.
Hoef, die zich had vergrepen aan art. 247 en reeds
meerdere malen voor dit onwelriekende zaakje
voor de rechtbank was verschenen. Ook ditmaal
werd dit taaie voorgerecht achter gesloten deu
ren geconsumeerd.
Zie krijgen 'm wel.
Voor de soep zorgde een melkverkooper uit
Helder, die met den kantonrechter in contact
was gekomen wegens het in voorraad hebben
van al te dunne melk en door hem tot: f 60 boete
of 15 dagen hechtenis 'was veroordeeld. Het voort
gezette onderzoek, waarbij Dr. Moll en een keur
meester werden gehoord als getuigen, kon den
officier niet van zienswijze doen veranderen. Hij
vorderde derhalvebevestiging van het vonnis,
aangezien Ook het in ten verkoop voorhand|en
.hebbende handelswaar, die in deugdelijkheid te
kort komt, strafbaar is gesteld.
Een nachtelijke ontmoeting;.
Een schareslijper en voddenkoopman uit Alk
maar kwam in den nacht van derden Pinksterdag
met zijn paard en kar' van de Egmond aag Zeeër
kennis aangehobbeld. In den wagen had nog 'n
ander persoon plaats genomen, die gebruik maak
te van. de zij het niet. confortabele, dan toch'
in elk geval goedkoope reisgelegenheid.
Tot zoover ging alles goed, maar noodlottiger
wijze schijnt de bestuurder van het ouderwetsche
vehikel links van den weg te hebben gereden, ter
wijl het voorgeschreven licht ontbrak, welke te
kortkomingen oorzaak waren, dat onder Egmond
aan den Hoef een motorrijder, die van Bergen
kwam, met Egmond-binnen als bestemming, te
gen de kar opreed en deerlijk werd verwond. De
bestuurder van de kar had niets opgemerkt en
reed gewoon door. Gelukkig echter was de duo-
zitter niet gedeerd. Hij kon dus hulp halen hij
Dr. Visser, die zorg droeg dat de gewonde on
verwijld naar het St. Elisabets gesticht werd
vervoerd.
Het was dan ook wel noodig ook, want de mo
torrijder had een gebroken linkerarm, 'n gekneusd
linkerbeen en 'n gekneusde buikwand als sou
venir van die caramhole bekomen. Wegens het
toebrengen van ernstig lichamelijk letsel door
schuld, stond heien de voddenhandelaar terecht
en hoewel hij alle pnnten van beschuldiging te
gensprak, eischte het O.M, tegen hem 14 dagen
principale hechtenis.
Zijn verdediger, mr. Eecen, legde de recht-
Vajn avond komen en zich laven aan de
klare, heldere diepteini harejr trouwe, kinder
lijke oogen, zich te laten omringen door den
melodieusen zachten klank harer stem..... hij
dorstte .er naar, zooals 'een woestijnreiziger
smacht naar kristalhelder koel water. Maar als
hij werkelijk kon worden, zooals zij hem ideali
seerde, dan mocht hij niet komen. Nu nlog;
niet. Eerst moest hij haar waardig worden. En)
nogmaals overwon zijne eerlijkheid.
Het spijt mij, dat ik vanavond niet kan
gaan, zeide hij, en toen den teleurgestelden)
blik opvangende van Huibert .voegde hij er
ophelderend bij: Vooreerst ben ik te mo-e en
morgenochtend wilde ik reeds vertrekken.
Ik ga naar Karlsbad.
Morgen al. Moet het zoo haastig?
Ja... op bevel, jokte de oudste om overtui
gend te zijn. En dan, Huib, weet je niet meer,
wat ik te Parijs vertelde, hoe al dat gevraag!
naar mijn gezondheid me werkelijk ziek zou,
maken, 's Is een soort suggestie, moet dat,
inu weer beginnen, ik' gevoel me toch al niet
heel wel
Wolfgang's uiterlijk was, in overeenstem
ming met zijn woorden en Huibert vond het
daarom beter niet verder aan te dringen.
Maar de teleurstelling week niet van het ge
zicht va:n den jongste, toen hij antwoordde:
Het is wel gauw, Wolf, wij zullen het druk
hebben vandaag, om morgenochtend reeds te
kunnen vertrekken.
Alweer dat noodelooze „wij", mijn jongen;
deze keer ga ik alleen.
Maar Wolf, zoo ziek; is dat nu voorzichtig.
Wolfgang bemerkte, hoeveel minder stellig
de toon was, waarmede Huib aandrong, als
bij een vorigen dergelijken strijd en daarom
zeide hij beslist: Nonsens, zoo ziek ben ik
niet, dat ik mezelf niet zou kunnen redden
op reis.
Ik wil je niet mee hebben al was het al-
leten om je vervelend gezicht te ontgaan,
want op zulke badplaatsen is het verschrikke
lijk eentonig voor gezonde menschen. En dan
Huib, ze zouden je te veel missen in het
Bezuidenhout, nu ze je pas terug hebban. Je
hebt het zelf gezegd, wie weet hoe kort je pon-
actief is i 1 I
Huib liet zich heel gemakkelijk overha
len; hij was alleen vol ijver om Wolfgangs
koffer ien valies te pakkenWolfgang glim
lachte bitter over deze lichte overwinning.
Zouden nu werkelijk hunne levenswegen be
ginnen uiteen te loopen? Hij vreesde er voor
TWEEDE HOOFDSTUK.
Eiania Idylle.
„Beste Wolf".
'„Volgens afspraak' schrijf ik je dikwijls. Al
hadt je mij die belofte niet afgedwongen, dan
zou ik toch niet kuninjeln nalaten je veel te
schrijven. Maar ik' had jou 'de belofte moe
ten afpersen in plaats jij aan mij. Want nog al
tijd wacht ik op een uitvoerige brief van jou.
„Ik ben goied hier aangekomen, en begin
aan de kuur", is, die inhoud van de eenige
briefkaart, die ik van je ontving. Kon een
telegram korter zijn? Je zult me antwoorden;:
„Beste vent, wat moet ik' je anders schrijven
dan dat ik en een hotelkamer gekropen ben,
vies bronwater drink en He kuur streng volg?
Is dat zoo belangrijk te hooren?Niet waar
Wolf, zoo'n antwoord ligt op je 'lippen. Mjjn'
waarde, wijze oudste, wat voor bijzonders ge
beurt er in mijn leven, en toch is dit reeds'
de derde brief, dien ik aan'je schrijf'. Ik heb
dit velletje postpapier reeds omgeslagen en ben
vooreerst niet van plan mijn pen neder te
leggen. Zoo zie je wélk eeln, verschillende!
opvatting wij hebben.
Nog altijd breng ik' mijn vrijen rijd door in
het Bezuidenhout. Als het mogelijk was ;is
het daar in huis nog gezelliger dan vroeger.
De twiee schoonzoons en het kleine grut breken
op aangename wijze aan. 'tafel de rij van lou
ter lichte kleedjes. Want je moet weten, Wolf,
de familie is nu voltallig, Jettie's huzaar is nu
terug -van zijn paardeldkooperij en, tot vreugde
der geheele familie, hier in garnizoen geko-
smaakt ah room
bank bescheiden de keus voor uit vrijspraak of
voorwaardelijk.
Veel drukte voor niemendal.
'tiBekkesnijderszaak, die ook al het onder
werp was geweest van den politierechters belang
stelling was door dezën naar de voltallige recht
bank verwezen. Het "betrof een Groninger grond
werker, die eenige andere personen met een mes
zou hebben gekieteld. Een dezer uitverkorenen
was er gedurende 8 weken „lekker" mee gelweest.
Het verdachte jongmensch, dat er nog a.1 sma
kelijk uitziet, ontkende echter met vuur en kracht)
van redenen alle schuld. Hij zelf was het slacht
offer geweest en had een messteek in zijn rug
bekomen. Het was daar dien nacht echter zoo'n
verwarde bende geweest, dat er geen touw aan
was vast te knoopen. De officier deed althans net
als Pontius Pilatus en den politierechter. Hij
waschte zijn handen in onschuld en vroeg vrij
spraak wegens bewijsgebrek.
Een lummelige fietser. f
Een jongmensch dat in dienst was gekomen bij
de firma de Gruijter te Alkmaar en verplicht was
geweest ter wille van de smeer, te leeren fietsen,
toonde zich op 23 Juli zoo onhandig, dat hij op
den hoek van de Costerstraat 'n jonge dame, die
blijmoedig met haar verloofde van de andere zijde
kwam aanpeddelen, pardoes voor de wereld reed,
met het treurige gevolg, dat het lieve meisje 'n
dubbele beenbreuk bij haar enkel opliep en eerst
ttuns, na wrkenlauge gedwongen rust, als ge
nezen kon worden verklaard. De stoetelige rij-
wielkunstemaker stond nu terecht en tegen hem
werd met inachtneming van de verzachtende om
standigheid, dat hij ter wille van die grosse
mager trage, zooals Bebel zegt, gedwongen was
geweest als wielrijder op te treden vsroordeeling
gevraagd tot f 30 boete of 30 dagen hechtenis.
Een speculant op die gocidgeloaviglieitr van
het publiek,
Een cavalier de industrie sloeg onlangs te
Helder zijn slag,door een slager aan te bieden
voor hem een tweede handsch snijmachine te zul
len koopen. Onze goede slager, die zulk een in
strument noodig had, kende den gedienstigen ke
rel wel niet, maar hij ging toch op het aanbod
in en gaf zelfs 10 pop in voorschot. Laten we
er aanstonds bijvoegen, dat de knul niet veel
moeite deed cm de vleeschmachine, die trouwens
niet eens afzonderlijk te koop was, voor zijn cli
ent te bemachtigen, maar er met de 10 gulden
voorschot van door ging en niets meer van zich
liet hooren. Tegen dezen flesschientrekker, die
er 'n soort broodwinning van schijnt te maken,
requireerdeheden de officier niet minder dan
6 maanden gevangenisstraf.
man. Mevrouw en de luitenant Rentinga heb-
1 ben hun huis in de Javastraat betrokken. Van
- Werden heeft zijn zomerverlof'gekregen en'
met vrouw an kind kamers genomen in het'
i groote pension, dicht bij de ouderlijke woning,
j On noodig hier bij te, voegen, dat het huis'
1 iin het Bezuidenhout het algemean|e reunie-punt
blijft, waar allen vast tweemaal in de week'
j dineeren. Em het is gelukkig dat zij mij ook,
beschouwie)n als kind van den huize, want an-
I ders zóu ik je te veel missen, oudste. Mijn'
verhouding tot de familie blijft over het alge-
moeri zeer gunstig. Over het algemeen zeg
ik, want helaas Wolf, oom blijft even
eviejn hatelijk observeeremd, een raadsel voor
me.
Ik zou hem reeds lang over zijne vreemde
houding tegenover m"ij ondervraagd hebben,
ware hij in de laatste dagen1 'niet ongesteld;
Aan het bezorgde gezicht van tante bemerk'
ik. dat zijn toestand niet licht inziet. Ik wil
nu wachten met ophelderingen vragen tot hij
weei" beter is. Tante vertelde mij ook, hoe hij
den geheelen winter reeds sukkelde aan jicht-
a an Val ten; dat zal zijn humeur wat in de war
gebracht hébben, denk ik; want anders weet ik
mij zijn gedrag niet te verklaren.
Dikwijls, als ik vroolijk aan het babbelen'
bon met de z.g. nichtjes, vang ik,' toevallig
|naar oom kijkende, een doorborenden, ja laat
ik het maar zeggen, achterdochtigen blik op.
en als hij bemerkt, dat ik naar hem kijk, yraagtj
hij allerlei malle dingen, bijvoorbeeld, of ik
tabaks-aandeelen heb of geïnteresseerd ben'
in suiker of kina. Nu vraag ik, ben ik iemand
met speculatiegeest. Als hij gean jicht had,'
zou ik kunnen vermoeden, dat hem nog wel
wat anders kon schelen. Nu denk ik,' de man
is ziekelijk en och, een enkel wit wolkje aan
dan hemel doet immers het blauw daarachter1
des te krachtiger uitkomen. En blauw, diep'
beider blauw is de hemel tusschen mij, tante,
mijne drie oudste nichtjes en haar aanhang.
(Wordt vervolgd).