Het land van Ie Zee De pot ketel Die man, die eerlijk is, alleen omdat hij ge looft aan de waarheid van het spreekwoord, dat eerlijkheid het langst duurt, houdt er slechts een zeer armzalige eerlijkheidsidee op na; want slechts die eerlijkheid duurt het langst, welke eerlijk is, zoowel in liet 'licht, als in de duis ternis; slechts hij verdient 'den naam van eerlijk man, die het pad der eerlijkheid wil volgen, zelfs al schijnt het regelrecht naar den afgrond te leiden. Geen onzer kan meesttijds meer zien, dan een zeer klein gedeelte van den weg. Gelukkig zijn wij, 'wanneer wij, zoo nu en dan eens op een hoogte komen, vanwaar wij het beeld van de groote verte voor onze oogen zien ontrollen. En als, daarna, de duisternis zicli uitspreidt en de afstand, dien wij kunnen overzien wordt kleiner en kleiner, dan kunnen wij tot ons zeiven zeggen: „De rails loopen door." Holland het land van de Zee. Door alle tijden heen hebben de bewoners van de ..lage landen aan de Noordzes" strijd gevoerd met het element, dat in voortdurende woeling en schuiming van golven, poogde dat kleine reept» je land, slechts beschermd door een rijtje duinen, aan zijn macht te onderwerpen. Doch de moedige, taai volhardende Hollanders heb ben van het begin af aan den handschoen opgenomen en hebbe nop glorierijke wijze den strijd volgehouden. Nieuw land werd aan de woedende baren onttrokken, in plaats vanjand prijs te geven aan de witgekuifde golven. Sche pen werden gebouwd, die alLe zeeën der we reld bevoeren; over de zee, in wijde witte vlucht vlogen de hoog en breed gezeilde Hollandscba vaartuigen. Slagen werden geleverd onder on ze groote mannen Tromp en de Ruyter en an-» dere zeeheldien, te veel om op te noemen, sla gen, die beslissingen brachten in het voordeel, der Staten van Holland, toen wangunstige lan den in Europa en daarbuiten, oorlogen uit lokten om dat kleine Holland te knechten. Zou den zij slagen, waar 'de machtige zee faalde?. Nooit. En zoo zocht Holland steeds zijn gróót ste heil in en op cle zee. De zee had het noo- dig en heeft het steeds nog noodig om zijp, enorme koloniën te bereikne. De zee deed machtige scheepstimmerwerven verrijzen, de zee bracht onze groote havens. Amsterdam en Rotterdam, tot roem, deed duizedlden en door de enorme werken die steeds uitbreiding; nogmaals duizenden daar hun brood vinden, behoefden; de zee bracht leven in den han del, in den landbouw en in de industrie, dia zee, eindelijk, moest nog meer afstaan aan da kleine neen de groote dapperen, die woon den aan dat blonde strand, de zee 'leverda ons, wat hij borg in haar schoot. De vis- scherij een zeer voorname tak van welvaart vooi" ons land werd voor honderden jaren, wordt nog steeds en zal wel altijd uitgeoefend worden door de Hollanders. Doch de zee, die, gaarne of ongaarne, vrij willig of gedwongen, hielp om Nederland groot te maken, is een wraakzuchtige zee. Geen enkele dwingelandij vergeeft zij en haar ver raderlijk karakter komt bij al te veel gele genheden voor den dag. Zoo heeft de zee voor eenige dagen weer eens wraak genomen op de veroveringen, die wij op haar hebben gemaakt. Is het, dat zij voelt, dat er weder een gedeelte van haar op pervlakte door die kleine Hollanders zal wor den ingedijkt? Is het daarom, nu de werken aan de Zuiderzee zijn aangevangen, dat zij het noodig acht, eens even te laten zien, dat zij steeds, op elk uur van 'den dag en van den nacht honderden menschenleviens, honderden Hollandsche menschenlevens, in haar macht heeft, en van die macht gebruik kan maken? Is dat de reden, dat zij wederom onverwacht, als een bliksemstraal bij helderen hemel, tal- looze families, vrouwen, moeders, zonen en, zusters van dapperen, die waren uitgetogen ter vischvangst. in den diepsten rouw heeft gedompeld? O, trouwelooze Noordzee. Is het dan niet mogelijk voor u, in te zien, dat wij leven naast; u, bij u, in u, voor u en van u? Dat ons' geheele geslacht is opgegroeid en honder den geslachten voor ons, met de liefde voor, de zee diep in zijn binnensts, een liefde, die door niets is uit te roien. En 'is dat de wijze waarop gij die liefde, dien drang naar het groote water beantwoordt? Vergeet gij dan, dat de roem, verworven door hen, die uwe golven bevaren, terugslaat op u zeiven? Of zijt gij zoo wreed, omdat gij niet anders kunt, omdat de lust'tot moorden» de drang tot het veroorzaken van droefheid u dwingt te zijn, zooals gij znjt: trouweloos, har-' teloos en verraderlijk? Schept gij er behagen in, dat het zilt van menschentranen zich ver mengt met het vruchteloos zout uwer golven?, Doch eindeloos strekt de zee zich uit en antwoordt niet. En ligt daar rustig, eindeloos, als wil zij vragen: Ik trouweloos? Ik ben zoo; vlak en zacht en kalm. Wat praat gij? Ep toch kennen wij haar. ver ook kon vatten. En die politie betrapte berrv op heeterdaad, toen hij weer zijn brieven in de bussen deponeerde. Het was een 12-jarige knaap, in wiens brein de ïilmfantasiën waren opgekomen. Na de gebruikelijke^ ernstige ver maning heeft de politie hem aan zijn ouders teruggegeven. Ongevallen. Een zes-jarig jongetje van den landbouwer. Haan te Noord-Steen stak dikwijls voor aan komende auto's op korten afstand den weg over. Gistermiddag wilde hij hetzelfde spel letje weer uithalen, toen de auto van de stoomwasscherij uit Meppel kwam aanrijden. Hij werd echter aangereden en tegen de straat' geworpen. Het knaapje bekwam een zware, hersenschudding. Men vreest voor zijn leven, zegt ,,de Tel.". De chauffeur, die met een matig gangetje reed, tneft geen schuld. Met vitriool geworpen. Dinsdagmiddag heeft zich in een logement aan de Stokstraat te Maastricht een drama; afgespeeld. De vrouw van zekeren S. ,een Belgische die geruimen tijd van haar man gescheiden leefde, had zich met haar echtgenoot ver zoend. De zaak was echter blijkbaar nog niet geheel in orde, want Dinsdagmiddag Kwam de man in het logement en wierp de vrouw metj een hoeveelheid vitriool, zoodat zij ernstig^ brandwonden aan hoofd, hals en rug bekwam. Zij is naar het hospitaal overgebracht. D© man is gearresteerd. Een gelukkigs redding. De schipper van de te Velsen binnengeko men stoomtreiler „Pelikaan", IJm. 192, is op wonderlijke wijze aah den dood ontsnapt. Toein het schip op de Noordzee visschende was, wendj de schipper door een stortzee over boord ge slagen. Het was stormweer en de bemanning kon niets uitrichten. Gelukkig was men juist bezig het net in te halen. De schipper wist dit te grijpen en kon zoo weer aan boord ga-, trokken worden. (Tel.). Met een mes gestoken. Op den Goudschen weg te Rotterdam had gisteravond een steekpartij plaats. De 34-jarige koopman P. M. S. ontmoette daar zijn vroe gere verloofde, de 22-jarige C. W. De koopman sprak het meisje aan en verzocht haar met hem mee te gaan, hetgeen zij weigerde. S. trok een mes en bracht daarmee het meisje een steek in den' rug toe. Voorbijgangers wisten den aanrander te overmannen. Hij werd aan' den politie overgeleverd. Het meisje werd naar het ziekenhuis aan den Coolsingel over gebracht. Er bestaat geen gevaar voor haar leven. Nieuwstijdingen Eeu auto in huis. Te Zeist, reed eea Texaco-wagen, komende uit xde laaa van Beek en Royen, tegeh het hoekhuis in de Dorpstraat op. In de bocht was het stuur onklaar geraakt, waardoor de wagen bleef door draaien. Dank zij het krachtig remmen bleef de auto in den deurpost zitten, na de huisdeur te hebben opeugestooten, waar juist de dienstbode achter stond. Het meisje kwam er met een klap van de deur af. Een jeugdige dreigbrievemchrijver. bende op komst was, die het in brand zou steken. De epistels waren versierd met doods,- hoofden, sabels, bloed en vuur en wolken. Deze dreigbrieven werden 's avonds bezorgd Dinsdagavond heeft de politie eens goed op gelet, om te zien, of zij den dreigbriefschriji Buitenland Chineesche journalistiek. In het Hemelsche Rijk gaat het ïrisch toe. dat weten we allen. Degenen, die het gev duld hebben om de berichten over den chaos; uit te pluizen, zijn natuurlijk volkomen op de, hoogte van wat er tusschen Soejn Tsjoeang! Fang en de Kantonneezen, of tusschen Tsjiang Kai Sjek en Feng Yoe Hsiang voorvalt. Zij, die dit geduld niet hebben, missen niets. 1 Te beklagen zijn echter de Chineesche journalisten, die verslag moeten geven van de vele oorlogen, welke in hun vaderland woeden. Zij zitten midden 'in de verwarring en draaien in den regel zelf mee. Soms won-, den zij 's nachts uit hun bed gelicht en voori een of anderen dictator gebracht om zich te verantwoorden. Zoo moest een zekere Sjen; di ehad geschreven dat Tsjang Tso Lin was overleden, maar daarna het bericht netjes had! tegengesproken, naar Tientsin komen om mee; te doelen, waar hij het eerste bericht vandaan1 had gehaald. „Beroepsgeheim", verzekerde hij en hij werd aanstonds onthoofd Een zekere Lin Peï Waï, 'die een serie ar- rie artikelen had geschreven in de „Sjo Hoe ij Jih Pao", waarin hij de legerleiding had ge- critiseerd, werd „ontboden" en meteen gefusil leerd. Zijn stoffelijk overschot werd in eem kist aan de familie teruggezonden, en in zijn blad verscheien de mededeeling: „Het pu bliek wordt er van in kennis gesteld, dat opt order van den toe pan Tsjang Tsjoeng Tsjang de directeur van de „Sjo Hoeij Jih Pao" isj terecht gesteld wegens zijn voortdurende be- treekkingen met het vijandelijk leger". Een dag later arresteerde men een redacteur van hetzelfde blad met het uitsluitend doel de overige journalisten, die neiging mochten ge voelen kritiek uit te oefenen op Tsjang Tsol Lin te intimideeren Treffende staaltjes van het aan banden leg gen der journalistiek behoeft men zeker niet uitsluitend in China te zoeken; in Italië en Griekenland ligt menig voorbeeld voor den hand. Maar het terechtstellen van journalisten wegens hun pennevruchten zonder vorm van proces, herinnert aan de dagen van terreur in de Balkanlanden. Meedoogenloos wordt met het zwaard in het ernstig beproefde China ge regeerd en het intellect gaat er geheel tenl onder. En onder de Chineesche publicisten en dagbladschrijvers blijken juist mannen van groote wijsheid en geestesbeschaving te schui len, wier stem echter niet wordt gehoord of met gewield wordt verstomd. Zij zijn de bijfigu ren in het Chineesche schimmenspel, dat een steeds sterker dramatische wending neemt. Het huwelijk va;n prins Leopold. Het hof verstrekte aan de pers mededee- lingen omtrent het programma der plechtighe den en feestelijkheden waartoe het huwelijk vian' prins Leopold van België met prinses Astrid- van Zweden aanleiding zal geven. De Belgische vorsten, prins Charles en prin ses Marie José met him gevolg vertrekken op 30 October uit Ostendee met de mailboot „Ma rie José". De bruidegom, prins Leopold, ver trekt reeds op 28 October. Voor de gelegenheid zal als gezagvoerder optreden commandant de Gerlache, die naderhand als inspecteur der marine in staatsdienst zal treden. Op 1 Novem ber zal de boot te Gotenburg aanleggen, waar Een verkeerde en onnoedige propaganda Ons volk loopt niet spoedig warm voor zui ver politieke kwesties, en het 'is een nationale deugd, dat het de zaken nuchter beziet. Wat politiek-noodzakelijk is, laat de gemiddelde Ne derlander gaarne ter beslissing aan de Volks vertegenwoordiging over, en alleen dan komt de zaak in het midden der belangstelling te, staan, wanneer zij als een bepaald onrecht: wordt gevoeld. Een zoodanige aangelegenheid is ongetwij feld geworden die van het Belgisch Verdrag;, welk egelukkig geheel buiten de politieke sfeer is gebleven, daar in alle partijen, zoowel de weinige voorstanders als de vele tegenstandera worden gevonden. Aan volkomen zakelijke, objectieve voorlichting heeft het niet ontbro ken; in de pers, in brochures, op vergaderin gen, zijn de gevolgen van het verdrag aan liet publiek voorgehouden. En hoe ingewikkeld 't tractaat op zichzelf ook is, men kan veilig aan nemen, dat, werd het aan een referendum on derworpen, het door ons volk met een verplet terende meerderheid zou worden afgewezen. Inderdaad heeft zich aan de hand van rus tige en deskundige voorlichting een uitgespro ken volksovertuiging gevestigd. Intusschen wordt in de laatste dagen door middel van' groote advertenties in de dagbladen en van; suggestieve reclameplaten, de „kiezers" ge weldig bestookt. Uit welke beurzen deze kost-, bare anonieme campagne wordt bekostigd, is niet bekend, zij wekt echter den schijn, als zouden uitsluitend groot-kapitalistische belan gen door het Verdrag worden geschaad. En een zoodanige indruk zou geheel onjuist zijn; immers de volksovertuiging is vooral gegrond op het besef, dat in de eerste "plaats groote groepen van neringdoenden en arbeiders door dit Verdrag worden bedreigd, en voorts op het feit, dat het nationaal bewustzijnwordt? verloochend door een te groote toegeeflijkheid dat het nationaal prestige wordt geschaad' i door een poging om door zelfvernedering de vriendschap van de Belgische groep te koopen; dat derhalve de algemeene gemeenschapsbe langen, en niet de particuliere belangen van' enkelen, zich tegen dit anti-nationale Verdrag verzetten. Eveneens is het daarom geheel on- noodig, een beroep op de „kiezers" te doejm om druk uit te oefenen op "hun afgevaardigden. Men mag aannemen, dat ook zonder dat onze 1 Volksvertegenwoordigers rekening zullen hou den met wat in het volksbesef als een alge- I meen belang wordt gevoeld, en dat zij vol-, I doende karakter vastheid bezitten om weer-, stand te bieden aan elke poging om die volks- overtuiging als van minder groote waarde eri 1 beteekenis voor te stellen. echter geen plechtige ontvangst is voorzien. Op 2 November heeft té Stockholm een; plechtige ontvangst plaats. De plechtigheden j en feestelijkheden op 3, 4 en 5 November te 1 Stockholm worden door het Zweedsche hof geregeld. Een definitief programma heeft men, te Brussel nog niet.. Alleen weet men dat een gala-maaitijd en een vertooning in de opera: plaats zal vinden. Qp 4 November (etn niet op 3 November zooals aanvankelijk was aan gekondigd) heeft het burgerlijk huwelijk over eenkomstig de Zweedsche wet plaats. Reeds 's avonds keeren de Belgische vorsten en prin sen -- ook prins Leopold naar Osten.de aan boord van de .prinses Marie José" terug. Aan komst te Oostendie op 7 November. Daags daarna vertrekt weer de koninklijke familie, vergezeld van een paar leden der regeering naar Antwerpen, waar te tien uur 's ochtends, de Zweedsche prinsen en prinséssen met de Bruid, alsmede prins en prinses Alex van' Denemarken aan boord van den Zweedschem kruiser „Tilgia" zullen arriveeren. Bij gun stig weer zal het gansche gezelschap zich te voet naar het stadhuis van Antwerpen bege ven. Anders heeft de receptie in loods 21, die voor dit doel zal worden ingericht, plaats. Maar reeds te 11 uur vertrekken de vorsten, met hun Zweedsche gasten en hun gevolg per extra-trein naar Brussel. Bij aankomst aan het station zullen de Belgische burgerlijke en; militaire autoriteiten aan de Zweedsche prin sen en prinses Astrid voorgesteld worden. 1 Op den doortocht van het station naar het paleis zal het Brusselsche garnizoen de eer bewijzen brengen, terwijl de escorte uit ca- velerie zal bestaan. Daarna heeft op het paleis, een receptie plaats: voorstelling van de voor zitters van de Kamer der Volksvertegenwoor digers en van de Senaat, van de ministers} hoofden van departementen en van de civiele en militaire hoogwaardighieidsbekleeders van het Hof aan de Hooge Zweedsche gasten. Intien dejeuner, 's Namiddags intiem diner, waarna in de Munt-schouwburg een gala-voor stelling zal plaats hebbien, door de stad Brussel- aangeboden. Od 9 November heeft te drie uur een receptie in het stadhuis te Brussel plaats, 's avonds gala-maaltijd in het Paleis, waarop, benevens het Koninklijk gezin en zijn gasten, uitgenoodigd zullen worden de am bassadeurs en gezanten bij het Belgische hof, de leden van de regeering en de ministers van Staat. Daarna, te 9 uur 45 ontvangt prins Leopold zijn vrienden. Op 10 November te 11 uur heeft het ker kelijk huwelijk in de St. Gudula Kerk plaats. De Belgische vorsten en htm gevolg zullen' de kerk binnentreden langs de monumentale! trap van den Hoofdingang. Op elke trede een officier, die deel heeft uitgemaakt van de pro motie van prins Leopold in de militaire school. Het ceremonieel, dat nog niet geheel vaststaat, zal ongeveer hetzelfde zijn, als voor het jaar-, lijksche Te Deum geldt. De galakoetsen zullen zoo mogelijk met zes paarden worden bespan nen. Zoo mogelijk, want de Treurenberg, waarlangs de stoet passeert, is een vrij eng© straatweg. Na de huwelijksinzegening, intiem, dejeuner. Doch te 3 uur plechtige receptie, op het paleis waarop al de burgerlijke en mi litaire autoriteiten en waardigheidsbekleders ongeveer drie duizend personen in statie- of hofkleeding en uniform uitgenoodigd zijn. (Hbl.). „Toen ik je moeder ontmoette", aldus sprak de gestrenge vader met een fronsende blik! tot zijn ietwat levenslustigen zoon, „had ik nog nooit eerder een meisje gekust. Zal jij! dit later ook tot je zoon kunfnep zeggen?" ,Wel zeker vader, klonk het kinderlijk be scheid, „maar misschien niet met zoo'n effen, ernstig gezicht als U". Aan dit paedagogisch gesprek doet onge twijfeld denkeen de merkwaardige aanschrij ving, met welke Minister Kan beoogt hetj daarheen te leiden, dat Gedeputeerde Staten; strenger toezicht gaan uitoefenen op en o'ok meer leiding zullen geven aan het finantieeï- beheer der Gemeenten. Voortreffelijk. Goede gemeentebesturen zul len dankbaar zijn voor den bij het bezuini- gingswerk te verleenen steun van Gedepu teerde Staten, en in alle gemeenten zal dit, dankbaar weerklank vinden bij de burgerij. Maar gaat het Rijk hier zelf vrij uit, dat het deze vermaning met een „effen, ernstig; gezicht" (zie boven) tot de gemeenten kan richten? De Minister doeet in zijn circulaire uitko komen, dat er dikwijls al te lichtvaardig ge leend wordt voor z.g. buitengewone werken, zoodat geleidelijk vele gemeenten buiten ver houding tot haar draagkracht met schuld zijn Dezwaard geworden en alle weerstandsver mogen tegen slechte tijden verloren hebben.- Minister Kan wenscht, dat de gemeentelijke bedrijven, welke niet rendabel gebleken zijn, worden opgeheven. Hij predikt voorts verso bering van den gemeentedienst en verminde ring van de op de burgerij drukkende lasten, waarbij hij ongetwijfeld zal hebben gedacht aan het wegschenken van belastinggeld aan zeer kostbaren scholenbouw en allerlei andere ver kwistingen. Gevraagd mag worden, of het Rijk de aan» gewezeene is, om aldus den Gemeenten 'den, spiegel voor te houden. Het is een 'lang, zij het ook in velerlei opzichten juist zondenregis- ter, dat Minister Kan opsomt maar is het; Rijk hier zelf geheel vrij van zonde? Wij zul len geen cijfers noemen,, maar behoeven slechts te denken aan de enorme opvoering! der Staatsuitgaven (in het bijzonder voor de (Departementen Arbeid en Onderwijs); aan de reusachtigee toeneming onzer Staatsschuld;! aan de drukkende Rijksbelastingen; aan de afwenteling van uitgaven door het Rijk opi de Gemeeenten. O zeker ,het zijn uitmuntende aanbevelingen welke Minister Kan heeft gegeven om te bo men tot een saneering van de O verheidshuis houding. Moge het echter tevens een aanwij zing zijn, dat het Rijk tot zelfinkeeer begint te komen. PiuimveeteeSl ,,'n Boerenkip" zoo houdt de leek tegen over alle wetenschap hardnekkig vol „is toch maar 't sterkst; ze zijn 't minst ziek. Dat leekengeloof zou niet zoo onverwoest baar hardnekkig zijn, als het niet steunde op een feitelijkheid, hoe onjuist deze leeken-con- clusie ook zijn moge. Eigenlijke „boerenkip- pen, waaronder men vroeger een rasloos men gelmoesje verstond, ziet men in werkelijkheid niet veel meer; de boeren weten tegenwoor dig heel goed dat ze slechts heil, d.i. voor deel, te wachten hebben van raskippen, welker, afstamming bekend is en die daardoor een zekere garantie van productiviteit bieden. Maar als een leek 'n kip op edn weiland ziet loo pen of op ©en erf van een boerderij, dan heet zoo'n kip 'n „boeren-kip". Inderdaad zijn de hoenders, die op en rond de boerderij leven, vaak 't gezondst en hebben deze 't minst; met ziekte te kampen, als ze tenminste bij nat, en guur weer in 't barre jaargetijde een toe vlucht in schuren en stallen kunnen zoeken. Haar gezondheid echter danken ze niet aan haar ras of rasloosheid, maar aan 't feit, dat ze zooveel groenvoer tot zich kunnen nemen, als ze wenschen. In „ons Nutpluimvee" van Ter Haar ,het penige goede Hollandsche Handboek, kan men lezen: „Zonder groen voer is het totaal onmogelijk gezonde hoein-i ders te houden, die behoorlijk eieren leggen- Ook is gebrek aan groenvoeder zeer waar schijnlijk de oorzaak van vete ziekteih". Groenvoer geven wé met aan de hoenders! om haai- voedingswaarde. Een der voordeelen is de aanwezigheid er in van zouten die idei spijsvertering bevorderen en de gevreesde ver vetting der fok- en leghoenders tegengaan. Waarom groenvoer overigens nog onontbeer lijk is voor hoenders, is haar waarde aan vi taminen. Wat vitaminen precies zijn heeft de wetenschap nog niet kunnen vaststellen, wat dus zeggen wil, dat vitaminen nog niet afge scheiden zijn kunnen worden, maar de aan wezigheid van dsze vreemde stoffen, die onont beerlijke „levenssappen", in verschillende voe dingsstoffen staat vast en door proefnemin gen heeft men ook de verhoudingen kunnen aangeven en weten te bepalen, in welke voe dingsstoffen de vitaminen diet of in geringe, mate of in aanzienlijke hoeveelheden voor komen. Niet alle vitaminen zijn gelijk; ze worden onderscheiden in A. B. C. D. en soms nog verder; al deze vitaminen oefenen eem onderscheidene gunstige of onontbeerlijke func tie uit ter instandhouding van het lichaam, Niel alleen de hoenders behoeven deze vitaminen, maar alle levende wezens, ook de menschen. Als menschen fich gedurende lan gen tijd eenzijdig voeden, zooals dat b.v. bij Pool-expedities nog al eens is voorgekomen, dan treedt scheurbuik op en veroorzaakt het gebrek aan bepaalde vitaminen en tenslotte de dood. Versche groenten en yruchten bei vatten veel vitaminen en zijn daarom een zeen gezond voedsel voor menschen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1926 | | pagina 8