Het land van Ie Zee
De pot
ketel
Die man, die eerlijk is, alleen omdat hij ge
looft aan de waarheid van het spreekwoord, dat
eerlijkheid het langst duurt, houdt er slechts
een zeer armzalige eerlijkheidsidee op na; want
slechts die eerlijkheid duurt het langst, welke
eerlijk is, zoowel in liet 'licht, als in de duis
ternis; slechts hij verdient 'den naam van eerlijk
man, die het pad der eerlijkheid wil volgen, zelfs
al schijnt het regelrecht naar den afgrond te
leiden.
Geen onzer kan meesttijds meer zien, dan een
zeer klein gedeelte van den weg. Gelukkig zijn
wij, 'wanneer wij, zoo nu en dan eens op een hoogte
komen, vanwaar wij het beeld van de groote verte
voor onze oogen zien ontrollen. En als, daarna,
de duisternis zicli uitspreidt en de afstand, dien
wij kunnen overzien wordt kleiner en kleiner,
dan kunnen wij tot ons zeiven zeggen: „De rails
loopen door."
Holland het land van de Zee. Door alle
tijden heen hebben de bewoners van de ..lage
landen aan de Noordzes" strijd gevoerd met
het element, dat in voortdurende woeling en
schuiming van golven, poogde dat kleine reept»
je land, slechts beschermd door een rijtje
duinen, aan zijn macht te onderwerpen. Doch
de moedige, taai volhardende Hollanders heb
ben van het begin af aan den handschoen
opgenomen en hebbe nop glorierijke wijze den
strijd volgehouden. Nieuw land werd aan de
woedende baren onttrokken, in plaats vanjand
prijs te geven aan de witgekuifde golven. Sche
pen werden gebouwd, die alLe zeeën der we
reld bevoeren; over de zee, in wijde witte vlucht
vlogen de hoog en breed gezeilde Hollandscba
vaartuigen. Slagen werden geleverd onder on
ze groote mannen Tromp en de Ruyter en an-»
dere zeeheldien, te veel om op te noemen, sla
gen, die beslissingen brachten in het voordeel,
der Staten van Holland, toen wangunstige lan
den in Europa en daarbuiten, oorlogen uit
lokten om dat kleine Holland te knechten. Zou
den zij slagen, waar 'de machtige zee faalde?.
Nooit. En zoo zocht Holland steeds zijn gróót
ste heil in en op cle zee. De zee had het noo-
dig en heeft het steeds nog noodig om zijp,
enorme koloniën te bereikne. De zee deed
machtige scheepstimmerwerven verrijzen, de
zee bracht onze groote havens. Amsterdam
en Rotterdam, tot roem, deed duizedlden en
door de enorme werken die steeds uitbreiding;
nogmaals duizenden daar hun brood vinden,
behoefden; de zee bracht leven in den han
del, in den landbouw en in de industrie, dia
zee, eindelijk, moest nog meer afstaan aan da
kleine neen de groote dapperen, die woon
den aan dat blonde strand, de zee 'leverda
ons, wat hij borg in haar schoot. De vis-
scherij een zeer voorname tak van welvaart
vooi" ons land werd voor honderden jaren,
wordt nog steeds en zal wel altijd uitgeoefend
worden door de Hollanders.
Doch de zee, die, gaarne of ongaarne, vrij
willig of gedwongen, hielp om Nederland groot
te maken, is een wraakzuchtige zee. Geen
enkele dwingelandij vergeeft zij en haar ver
raderlijk karakter komt bij al te veel gele
genheden voor den dag.
Zoo heeft de zee voor eenige dagen weer
eens wraak genomen op de veroveringen, die
wij op haar hebben gemaakt. Is het, dat zij
voelt, dat er weder een gedeelte van haar op
pervlakte door die kleine Hollanders zal wor
den ingedijkt? Is het daarom, nu de werken
aan de Zuiderzee zijn aangevangen, dat zij
het noodig acht, eens even te laten zien, dat
zij steeds, op elk uur van 'den dag en van den
nacht honderden menschenleviens, honderden
Hollandsche menschenlevens, in haar macht
heeft, en van die macht gebruik kan maken?
Is dat de reden, dat zij wederom onverwacht,
als een bliksemstraal bij helderen hemel, tal-
looze families, vrouwen, moeders, zonen en,
zusters van dapperen, die waren uitgetogen
ter vischvangst. in den diepsten rouw heeft
gedompeld?
O, trouwelooze Noordzee. Is het dan niet
mogelijk voor u, in te zien, dat wij leven naast;
u, bij u, in u, voor u en van u? Dat ons'
geheele geslacht is opgegroeid en honder
den geslachten voor ons, met de liefde voor,
de zee diep in zijn binnensts, een liefde, die
door niets is uit te roien. En 'is dat de wijze
waarop gij die liefde, dien drang naar het
groote water beantwoordt?
Vergeet gij dan, dat de roem, verworven
door hen, die uwe golven bevaren, terugslaat
op u zeiven? Of zijt gij zoo wreed, omdat gij
niet anders kunt, omdat de lust'tot moorden»
de drang tot het veroorzaken van droefheid u
dwingt te zijn, zooals gij znjt: trouweloos, har-'
teloos en verraderlijk? Schept gij er behagen
in, dat het zilt van menschentranen zich ver
mengt met het vruchteloos zout uwer golven?,
Doch eindeloos strekt de zee zich uit en
antwoordt niet. En ligt daar rustig, eindeloos,
als wil zij vragen: Ik trouweloos? Ik ben zoo;
vlak en zacht en kalm. Wat praat gij? Ep
toch kennen wij haar.
ver ook kon vatten. En die politie betrapte berrv
op heeterdaad, toen hij weer zijn brieven in
de bussen deponeerde. Het was een 12-jarige
knaap, in wiens brein de ïilmfantasiën waren
opgekomen. Na de gebruikelijke^ ernstige ver
maning heeft de politie hem aan zijn ouders
teruggegeven.
Ongevallen.
Een zes-jarig jongetje van den landbouwer.
Haan te Noord-Steen stak dikwijls voor aan
komende auto's op korten afstand den weg
over. Gistermiddag wilde hij hetzelfde spel
letje weer uithalen, toen de auto van de
stoomwasscherij uit Meppel kwam aanrijden.
Hij werd echter aangereden en tegen de straat'
geworpen. Het knaapje bekwam een zware,
hersenschudding. Men vreest voor zijn leven,
zegt ,,de Tel.".
De chauffeur, die met een matig gangetje
reed, tneft geen schuld.
Met vitriool geworpen.
Dinsdagmiddag heeft zich in een logement
aan de Stokstraat te Maastricht een drama;
afgespeeld.
De vrouw van zekeren S. ,een Belgische
die geruimen tijd van haar man gescheiden
leefde, had zich met haar echtgenoot ver
zoend. De zaak was echter blijkbaar nog niet
geheel in orde, want Dinsdagmiddag Kwam de
man in het logement en wierp de vrouw metj
een hoeveelheid vitriool, zoodat zij ernstig^
brandwonden aan hoofd, hals en rug bekwam.
Zij is naar het hospitaal overgebracht. D©
man is gearresteerd.
Een gelukkigs redding.
De schipper van de te Velsen binnengeko
men stoomtreiler „Pelikaan", IJm. 192, is op
wonderlijke wijze aah den dood ontsnapt. Toein
het schip op de Noordzee visschende was, wendj
de schipper door een stortzee over boord ge
slagen. Het was stormweer en de bemanning
kon niets uitrichten. Gelukkig was men juist
bezig het net in te halen. De schipper wist
dit te grijpen en kon zoo weer aan boord ga-,
trokken worden. (Tel.).
Met een mes gestoken.
Op den Goudschen weg te Rotterdam had
gisteravond een steekpartij plaats. De 34-jarige
koopman P. M. S. ontmoette daar zijn vroe
gere verloofde, de 22-jarige C. W. De koopman
sprak het meisje aan en verzocht haar met
hem mee te gaan, hetgeen zij weigerde. S.
trok een mes en bracht daarmee het meisje
een steek in den' rug toe. Voorbijgangers wisten
den aanrander te overmannen. Hij werd aan'
den politie overgeleverd. Het meisje werd
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel over
gebracht. Er bestaat geen gevaar voor haar
leven.
Nieuwstijdingen
Eeu auto in huis.
Te Zeist, reed eea Texaco-wagen, komende uit
xde laaa van Beek en Royen, tegeh het hoekhuis
in de Dorpstraat op. In de bocht was het stuur
onklaar geraakt, waardoor de wagen bleef door
draaien. Dank zij het krachtig remmen bleef de
auto in den deurpost zitten, na de huisdeur te
hebben opeugestooten, waar juist de dienstbode
achter stond. Het meisje kwam er met een klap
van de deur af.
Een jeugdige dreigbrievemchrijver.
bende op komst was, die het in brand zou
steken. De epistels waren versierd met doods,-
hoofden, sabels, bloed en vuur en wolken.
Deze dreigbrieven werden 's avonds bezorgd
Dinsdagavond heeft de politie eens goed op
gelet, om te zien, of zij den dreigbriefschriji
Buitenland
Chineesche journalistiek.
In het Hemelsche Rijk gaat het ïrisch toe.
dat weten we allen. Degenen, die het gev
duld hebben om de berichten over den chaos;
uit te pluizen, zijn natuurlijk volkomen op de,
hoogte van wat er tusschen Soejn Tsjoeang!
Fang en de Kantonneezen, of tusschen Tsjiang
Kai Sjek en Feng Yoe Hsiang voorvalt. Zij,
die dit geduld niet hebben, missen niets. 1
Te beklagen zijn echter de Chineesche
journalisten, die verslag moeten geven van
de vele oorlogen, welke in hun vaderland
woeden. Zij zitten midden 'in de verwarring
en draaien in den regel zelf mee. Soms won-,
den zij 's nachts uit hun bed gelicht en voori
een of anderen dictator gebracht om zich te
verantwoorden. Zoo moest een zekere Sjen;
di ehad geschreven dat Tsjang Tso Lin was
overleden, maar daarna het bericht netjes had!
tegengesproken, naar Tientsin komen om mee;
te doelen, waar hij het eerste bericht vandaan1
had gehaald. „Beroepsgeheim", verzekerde hij
en hij werd aanstonds onthoofd
Een zekere Lin Peï Waï, 'die een serie ar-
rie artikelen had geschreven in de „Sjo Hoe ij
Jih Pao", waarin hij de legerleiding had ge-
critiseerd, werd „ontboden" en meteen gefusil
leerd. Zijn stoffelijk overschot werd in eem
kist aan de familie teruggezonden, en in zijn
blad verscheien de mededeeling: „Het pu
bliek wordt er van in kennis gesteld, dat opt
order van den toe pan Tsjang Tsjoeng Tsjang
de directeur van de „Sjo Hoeij Jih Pao" isj
terecht gesteld wegens zijn voortdurende be-
treekkingen met het vijandelijk leger". Een
dag later arresteerde men een redacteur van
hetzelfde blad met het uitsluitend doel de
overige journalisten, die neiging mochten ge
voelen kritiek uit te oefenen op Tsjang Tsol
Lin te intimideeren
Treffende staaltjes van het aan banden leg
gen der journalistiek behoeft men zeker niet
uitsluitend in China te zoeken; in Italië en
Griekenland ligt menig voorbeeld voor den
hand. Maar het terechtstellen van journalisten
wegens hun pennevruchten zonder vorm van
proces, herinnert aan de dagen van terreur in
de Balkanlanden. Meedoogenloos wordt met
het zwaard in het ernstig beproefde China ge
regeerd en het intellect gaat er geheel tenl
onder.
En onder de Chineesche publicisten en
dagbladschrijvers blijken juist mannen van
groote wijsheid en geestesbeschaving te schui
len, wier stem echter niet wordt gehoord of
met gewield wordt verstomd. Zij zijn de bijfigu
ren in het Chineesche schimmenspel, dat een
steeds sterker dramatische wending neemt.
Het huwelijk va;n prins Leopold.
Het hof verstrekte aan de pers mededee-
lingen omtrent het programma der plechtighe
den en feestelijkheden waartoe het huwelijk vian'
prins Leopold van België met prinses Astrid-
van Zweden aanleiding zal geven.
De Belgische vorsten, prins Charles en prin
ses Marie José met him gevolg vertrekken op
30 October uit Ostendee met de mailboot „Ma
rie José". De bruidegom, prins Leopold, ver
trekt reeds op 28 October. Voor de gelegenheid
zal als gezagvoerder optreden commandant
de Gerlache, die naderhand als inspecteur der
marine in staatsdienst zal treden. Op 1 Novem
ber zal de boot te Gotenburg aanleggen, waar
Een verkeerde en onnoedige propaganda
Ons volk loopt niet spoedig warm voor zui
ver politieke kwesties, en het 'is een nationale
deugd, dat het de zaken nuchter beziet. Wat
politiek-noodzakelijk is, laat de gemiddelde Ne
derlander gaarne ter beslissing aan de Volks
vertegenwoordiging over, en alleen dan komt
de zaak in het midden der belangstelling te,
staan, wanneer zij als een bepaald onrecht:
wordt gevoeld.
Een zoodanige aangelegenheid is ongetwij
feld geworden die van het Belgisch Verdrag;,
welk egelukkig geheel buiten de politieke sfeer
is gebleven, daar in alle partijen, zoowel de
weinige voorstanders als de vele tegenstandera
worden gevonden. Aan volkomen zakelijke,
objectieve voorlichting heeft het niet ontbro
ken; in de pers, in brochures, op vergaderin
gen, zijn de gevolgen van het verdrag aan liet
publiek voorgehouden. En hoe ingewikkeld 't
tractaat op zichzelf ook is, men kan veilig aan
nemen, dat, werd het aan een referendum on
derworpen, het door ons volk met een verplet
terende meerderheid zou worden afgewezen.
Inderdaad heeft zich aan de hand van rus
tige en deskundige voorlichting een uitgespro
ken volksovertuiging gevestigd. Intusschen
wordt in de laatste dagen door middel van'
groote advertenties in de dagbladen en van;
suggestieve reclameplaten, de „kiezers" ge
weldig bestookt. Uit welke beurzen deze kost-,
bare anonieme campagne wordt bekostigd, is
niet bekend, zij wekt echter den schijn, als
zouden uitsluitend groot-kapitalistische belan
gen door het Verdrag worden geschaad. En
een zoodanige indruk zou geheel onjuist zijn;
immers de volksovertuiging is vooral gegrond
op het besef, dat in de eerste "plaats groote
groepen van neringdoenden en arbeiders door
dit Verdrag worden bedreigd, en voorts op
het feit, dat het nationaal bewustzijnwordt?
verloochend door een te groote toegeeflijkheid
dat het nationaal prestige wordt geschaad'
i door een poging om door zelfvernedering de
vriendschap van de Belgische groep te koopen;
dat derhalve de algemeene gemeenschapsbe
langen, en niet de particuliere belangen van'
enkelen, zich tegen dit anti-nationale Verdrag
verzetten. Eveneens is het daarom geheel on-
noodig, een beroep op de „kiezers" te doejm
om druk uit te oefenen op "hun afgevaardigden.
Men mag aannemen, dat ook zonder dat onze
1 Volksvertegenwoordigers rekening zullen hou
den met wat in het volksbesef als een alge-
I meen belang wordt gevoeld, en dat zij vol-,
I doende karakter vastheid bezitten om weer-,
stand te bieden aan elke poging om die volks-
overtuiging als van minder groote waarde eri
1 beteekenis voor te stellen.
echter geen plechtige ontvangst is voorzien.
Op 2 November heeft té Stockholm een;
plechtige ontvangst plaats. De plechtigheden j
en feestelijkheden op 3, 4 en 5 November te 1
Stockholm worden door het Zweedsche hof
geregeld. Een definitief programma heeft men,
te Brussel nog niet.. Alleen weet men dat een
gala-maaitijd en een vertooning in de opera:
plaats zal vinden. Qp 4 November (etn niet
op 3 November zooals aanvankelijk was aan
gekondigd) heeft het burgerlijk huwelijk over
eenkomstig de Zweedsche wet plaats. Reeds
's avonds keeren de Belgische vorsten en prin
sen -- ook prins Leopold naar Osten.de aan
boord van de .prinses Marie José" terug. Aan
komst te Oostendie op 7 November. Daags
daarna vertrekt weer de koninklijke familie,
vergezeld van een paar leden der regeering
naar Antwerpen, waar te tien uur 's ochtends,
de Zweedsche prinsen en prinséssen met de
Bruid, alsmede prins en prinses Alex van'
Denemarken aan boord van den Zweedschem
kruiser „Tilgia" zullen arriveeren. Bij gun
stig weer zal het gansche gezelschap zich te
voet naar het stadhuis van Antwerpen bege
ven. Anders heeft de receptie in loods 21, die
voor dit doel zal worden ingericht, plaats.
Maar reeds te 11 uur vertrekken de vorsten,
met hun Zweedsche gasten en hun gevolg
per extra-trein naar Brussel. Bij aankomst aan
het station zullen de Belgische burgerlijke en;
militaire autoriteiten aan de Zweedsche prin
sen en prinses Astrid voorgesteld worden. 1
Op den doortocht van het station naar het
paleis zal het Brusselsche garnizoen de eer
bewijzen brengen, terwijl de escorte uit ca-
velerie zal bestaan. Daarna heeft op het paleis,
een receptie plaats: voorstelling van de voor
zitters van de Kamer der Volksvertegenwoor
digers en van de Senaat, van de ministers}
hoofden van departementen en van de civiele
en militaire hoogwaardighieidsbekleeders van
het Hof aan de Hooge Zweedsche gasten.
Intien dejeuner, 's Namiddags intiem diner,
waarna in de Munt-schouwburg een gala-voor
stelling zal plaats hebbien, door de stad Brussel-
aangeboden. Od 9 November heeft te drie
uur een receptie in het stadhuis te Brussel
plaats, 's avonds gala-maaltijd in het Paleis,
waarop, benevens het Koninklijk gezin en zijn
gasten, uitgenoodigd zullen worden de am
bassadeurs en gezanten bij het Belgische hof,
de leden van de regeering en de ministers van
Staat. Daarna, te 9 uur 45 ontvangt prins
Leopold zijn vrienden.
Op 10 November te 11 uur heeft het ker
kelijk huwelijk in de St. Gudula Kerk plaats.
De Belgische vorsten en htm gevolg zullen'
de kerk binnentreden langs de monumentale!
trap van den Hoofdingang. Op elke trede een
officier, die deel heeft uitgemaakt van de pro
motie van prins Leopold in de militaire school.
Het ceremonieel, dat nog niet geheel vaststaat,
zal ongeveer hetzelfde zijn, als voor het jaar-,
lijksche Te Deum geldt. De galakoetsen zullen
zoo mogelijk met zes paarden worden bespan
nen. Zoo mogelijk, want de Treurenberg,
waarlangs de stoet passeert, is een vrij eng©
straatweg. Na de huwelijksinzegening, intiem,
dejeuner. Doch te 3 uur plechtige receptie,
op het paleis waarop al de burgerlijke en mi
litaire autoriteiten en waardigheidsbekleders
ongeveer drie duizend personen in statie- of
hofkleeding en uniform uitgenoodigd zijn.
(Hbl.).
„Toen ik je moeder ontmoette", aldus sprak
de gestrenge vader met een fronsende blik!
tot zijn ietwat levenslustigen zoon, „had ik
nog nooit eerder een meisje gekust. Zal jij!
dit later ook tot je zoon kunfnep zeggen?"
,Wel zeker vader, klonk het kinderlijk be
scheid, „maar misschien niet met zoo'n effen,
ernstig gezicht als U".
Aan dit paedagogisch gesprek doet onge
twijfeld denkeen de merkwaardige aanschrij
ving, met welke Minister Kan beoogt hetj
daarheen te leiden, dat Gedeputeerde Staten;
strenger toezicht gaan uitoefenen op en o'ok
meer leiding zullen geven aan het finantieeï-
beheer der Gemeenten.
Voortreffelijk. Goede gemeentebesturen zul
len dankbaar zijn voor den bij het bezuini-
gingswerk te verleenen steun van Gedepu
teerde Staten, en in alle gemeenten zal dit,
dankbaar weerklank vinden bij de burgerij.
Maar gaat het Rijk hier zelf vrij uit, dat
het deze vermaning met een „effen, ernstig;
gezicht" (zie boven) tot de gemeenten kan
richten?
De Minister doeet in zijn circulaire uitko
komen, dat er dikwijls al te lichtvaardig ge
leend wordt voor z.g. buitengewone werken,
zoodat geleidelijk vele gemeenten buiten ver
houding tot haar draagkracht met schuld zijn
Dezwaard geworden en alle weerstandsver
mogen tegen slechte tijden verloren hebben.-
Minister Kan wenscht, dat de gemeentelijke
bedrijven, welke niet rendabel gebleken zijn,
worden opgeheven. Hij predikt voorts verso
bering van den gemeentedienst en verminde
ring van de op de burgerij drukkende lasten,
waarbij hij ongetwijfeld zal hebben gedacht aan
het wegschenken van belastinggeld aan zeer
kostbaren scholenbouw en allerlei andere ver
kwistingen.
Gevraagd mag worden, of het Rijk de aan»
gewezeene is, om aldus den Gemeenten 'den,
spiegel voor te houden. Het is een 'lang, zij
het ook in velerlei opzichten juist zondenregis-
ter, dat Minister Kan opsomt maar is het;
Rijk hier zelf geheel vrij van zonde? Wij zul
len geen cijfers noemen,, maar behoeven
slechts te denken aan de enorme opvoering!
der Staatsuitgaven (in het bijzonder voor de
(Departementen Arbeid en Onderwijs); aan
de reusachtigee toeneming onzer Staatsschuld;!
aan de drukkende Rijksbelastingen; aan de
afwenteling van uitgaven door het Rijk opi
de Gemeeenten.
O zeker ,het zijn uitmuntende aanbevelingen
welke Minister Kan heeft gegeven om te bo
men tot een saneering van de O verheidshuis
houding. Moge het echter tevens een aanwij
zing zijn, dat het Rijk tot zelfinkeeer begint
te komen.
PiuimveeteeSl
,,'n Boerenkip" zoo houdt de leek tegen
over alle wetenschap hardnekkig vol „is
toch maar 't sterkst; ze zijn 't minst ziek.
Dat leekengeloof zou niet zoo onverwoest
baar hardnekkig zijn, als het niet steunde op
een feitelijkheid, hoe onjuist deze leeken-con-
clusie ook zijn moge. Eigenlijke „boerenkip-
pen, waaronder men vroeger een rasloos men
gelmoesje verstond, ziet men in werkelijkheid
niet veel meer; de boeren weten tegenwoor
dig heel goed dat ze slechts heil, d.i. voor
deel, te wachten hebben van raskippen, welker,
afstamming bekend is en die daardoor een
zekere garantie van productiviteit bieden. Maar
als een leek 'n kip op edn weiland ziet loo
pen of op ©en erf van een boerderij, dan heet
zoo'n kip 'n „boeren-kip". Inderdaad zijn de
hoenders, die op en rond de boerderij leven,
vaak 't gezondst en hebben deze 't minst;
met ziekte te kampen, als ze tenminste bij nat,
en guur weer in 't barre jaargetijde een toe
vlucht in schuren en stallen kunnen zoeken.
Haar gezondheid echter danken ze niet aan
haar ras of rasloosheid, maar aan 't feit, dat
ze zooveel groenvoer tot zich kunnen nemen,
als ze wenschen. In „ons Nutpluimvee" van
Ter Haar ,het penige goede Hollandsche
Handboek, kan men lezen: „Zonder groen
voer is het totaal onmogelijk gezonde hoein-i
ders te houden, die behoorlijk eieren leggen-
Ook is gebrek aan groenvoeder zeer waar
schijnlijk de oorzaak van vete ziekteih".
Groenvoer geven wé met aan de hoenders!
om haai- voedingswaarde. Een der voordeelen
is de aanwezigheid er in van zouten die idei
spijsvertering bevorderen en de gevreesde ver
vetting der fok- en leghoenders tegengaan.
Waarom groenvoer overigens nog onontbeer
lijk is voor hoenders, is haar waarde aan vi
taminen. Wat vitaminen precies zijn heeft de
wetenschap nog niet kunnen vaststellen, wat
dus zeggen wil, dat vitaminen nog niet afge
scheiden zijn kunnen worden, maar de aan
wezigheid van dsze vreemde stoffen, die onont
beerlijke „levenssappen", in verschillende voe
dingsstoffen staat vast en door proefnemin
gen heeft men ook de verhoudingen kunnen
aangeven en weten te bepalen, in welke voe
dingsstoffen de vitaminen diet of in geringe,
mate of in aanzienlijke hoeveelheden voor
komen. Niet alle vitaminen zijn gelijk; ze
worden onderscheiden in A. B. C. D. en soms
nog verder; al deze vitaminen oefenen eem
onderscheidene gunstige of onontbeerlijke func
tie uit ter instandhouding van het lichaam,
Niel alleen de hoenders behoeven deze
vitaminen, maar alle levende wezens, ook de
menschen. Als menschen fich gedurende lan
gen tijd eenzijdig voeden, zooals dat b.v. bij
Pool-expedities nog al eens is voorgekomen,
dan treedt scheurbuik op en veroorzaakt het
gebrek aan bepaalde vitaminen en tenslotte
de dood. Versche groenten en yruchten bei
vatten veel vitaminen en zijn daarom een zeen
gezond voedsel voor menschen.